De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 7 september pagina 4

7 september 1902 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1315 als koristen met eenheid te bezieler, daarby hooge eischen stelt aan de aankleeding van het stuk en aan het uiterlijk der meiesj.elenden ziedaar de twee personen, die in staat zullen zyn een opera instelling tot bloei te brengen en er een artistiek leve a in te bla en dat be zielend werkt op den toehoorder. Twee zulke mannen zy'n heel wat meer waard dan een grot subsidie. Want hoe groot dit ook z\j, mist men eea deugdelijke leiding, dan zullen de artistieke resultaten toch uitb.'yven. Wat men hieromtrent kan waarnemen te Parijs, Berlijn, Bayreuth en Müichen is bijzon der leerrijk. Streeft men er nu naar om aan onze theaters in dien geest iets deugdelijke te bereiken, dan gaan wy een goed seizoen tegemoet. Doch ik zou m\j bezig houden met Hoffmann's vertellingen. Myn schrijven zou dan echtereen te groot in omvang verkrijgen; ik wil dus liever in bet volgende nummer hierover het een en ander mededeelen. ANT AVEHKAMP. iiiiiiHiiiiiiiiMiniiMuitiHiiiiiiiiiiliiiniiiiniii De eerste internationale tentoonstelling yoor moteme decoraiieTe tet te Tnrp, in. (SM,. Oostenrijk richtte een geheele villa in; de vestibule en 't voorhuis met trap zijn m. i. de best geslaagde deelen van dit gehouw. De gevel herinnert sterk aan de oude landhuizen uit het laatste deel der lSj eeuw, is eigenlijk meer renaissance dan modtrn. Een trap met bordes tusschen zuilen en waarboven een terras is aaDgtb acht, leidt naar de deur. Binnentredend, hetft men licks 'n portierskamerlje en 'n toilet kamer. Rechts gaat een frung met trap naar 't gonstf rrain en de eetzaal. Uit de vestibule geeft een deur toegatg ttt 't voorhuis, waaromheen de salons en eetkamer zijn gegroepeerd. Een flnke trap Itilt naar boven. De hall heeft een huoge eikenhouten lambriseerirjg; in d(n hot k tegenover de deur der vestibule is de haard, 'n soort lage schouw, waaromheen stoelen gerangJcüit zijn op ein mooi vloerkleed. Vreemd dott in deze Lall 'n breed raam van spifgelglas dat op de vestibule Hitzicht geefi; 'c neemt veel van 't gezellige van 't voorhuis weg. L;nks in de vestibule vindt m-n een schoorsteen van tegels, met koperen haard; voorts een hooge lambristering vsn donkerrood gtbeitat hout waar tegen de kop ren hoedei haken goed upkomer. De bovenverdieping bivat eenige slaapkamer*, waarbij een goede van Sc! »thnler, met lambr's van vlechtwirk. Twee terrassen, i voor, a achter, geven een mooi kijkje op de cmgeving. De saloLS en ettkamer beneden zijn vreemd gemeubileerd; TO r il de eetkamer heeft iets hö'.elachtigs; een tafel met twaalf complete eouverts gei f. niet den indruk dat men zich in een buitenhuis bevinlt! Allicht zou men ddar meer gezelligheid en eenvoud zoeken! In 't t wei de geloaw der Ojstenrijkscbe afdeeliog, 't piviljoer, vindt min nog ten aantal afzondtrlijke kamers. Het beste vertrek hiemn vond ik dat, ontworpen door Josef Wyrtlik. Blank eikenhouten meubels met blank metaal beslag, s'oelen met bruin leer overtrokker, doen heel g ed bij 't stemmige behangsel. Verder zijn er eenige goidj kt sten en secrétaires van Hans Pacher. Doch be'er bevallen in ij de meubels in de Du.kche afdeelirg, welke bestaat uit een aaneei. schakeling van kamers, vestibulen en voorhuiiin. De ingang wordt gevormd door een overwelfde ruimte nut vier bovenlichten in de hoekeu en een vierkante bron in 't midden; twee steenen vrouwenbeelden houden met bronzen vleuge's deze bron omspannen. Opmerkelijk is 'r, hoe stroef van lijn de Dnitsche ornamentiek steeds blijft; er spreekt iets gedwongens uit die stijve plooien en versteende golven, iets gewilden-gezcc'jt-moderts, dat niets aantrekkelijks heeft. De ziel ontbreikt er in ! Ik vond 't zelfde in de m( ubels en 't metaalwerk terug. Geen levende lijn, los en lenig, karakter gevend; alles ziet er zoo ^uitgedacht" uit, zoo beredeneerd wiskun t'g, zonder bepaald genialiteit te verraden. Olbrich en Peter Behrens beheerschen deze afdeeling mst lua ornament; overal vindt men 't langgerekte staande ovaal weder, dat mij zoo doet denken aan een Luilgezicht. Evenwel staan Berlepsch?Valendas, Gertrud Kleinhempel, Bubir, Körnig e.a. geheel buiten hun invloed. Van eerstgenoemde zag ik een zeer eenvoudig voorhuis, met grijze wsndbek leeding, en van onderen beschoten met eenvoudige biuinhouten klampj's bij wijze van lambriseering, doch aan gebracht met tusschenruim'en. Zeer eenvoudige m( ubels en een mooi tapijtje kleeden d.t voor huis zeer goed aan. Wanneer men de trap in den hoek heeft beklommen, vindt men aan de linkerhand een witte slaapkamer, ontworpen door Gertrud Kltiühempel. Zeer spamaam en juist is op de meubels aangebracht't ornament: een vierkant plaatje gedreven koper. De vorm der bedden is eenvoudig en smaak vol, de ornamenta'is juist, evenals de kleuren; daardoor maakt dit vertrek een goeden indruk, men voelt zich er in thuis, niets stoort de harmonie. Buber exposeert een klein salon mi t aardige kleine meubels, zelfs wat te klein naar 't mij toeschijnt; 't zou geschikter voor kinder kamer knnnen dienen, zóó laag zijn de kasten en 't buffet. Een zeer sombere kamer is die van Oreans ; m zijn ontwerp is het toppunt van droefgeestigheid bereikt. M«n stelle zich voor: een donker-zwartgrijze wandbetimmeriug, met donkerblauwen schoorsteenmantel en verlicht door een laag, breed venster, twee meters boven den vloer. Het hooge licht verblindt en maakt als contrast de wanden nóg zwarter, 't geen aan dit vertrek '\ uPodsombere karakter geeft. Overigens, als men aan de duisternis went, ziet men toch dat de versiering der zwarte meubels met smaak i, ontworpsn; bijv. de kasten, met blank ijzerbesla" vtraierd, en verrijkt door snijwerk, even als de lambris(ering, zijn goed van proportie. Zoo kan echter een verkeerde kleur alles be»»' bewerkt metaal betreft, zou men moeiHik kunnen zeggen welke inzending de beste i? Voor smeedwerk bijv. zou ik 't werk der Fiorentiinsche firma Mazzucotelli bovenaan plaat sen uit decoratief oogpunt. Een enorme col kctie elegante hekken, lantaarns enz. toonen dat Italiëop dat gebied wel wat vermag te nroduceeren. Van de Hollandsche firma s kwa men Brant uit Delft met ecu zestal hekjes van fraaien vorm en Van Vuuren uit Amsterdam met een paar gesmede armen en staande lamp De Duitsche inzending bepaalt zich meer tot koper en tin, hoewel ik ook caar een,ge hek ken kachels en kleine gesmede voorwerp ?n zag Oastenrijk heeft een etalage van kleine ijzeren kandelaars en dergelijke voorwerpen inzending van de Wiener Schkssergenossenschaft, terwij ook Zweden evenals Duitschland kleine gesmede voorwerpen tentoonstelt. Bewerkt koper en tin vindt men vooral in de Duitsche sectie; een uitgebreide verzameling lampen, kandelaars capstokken van koper, tinnen bekers en kroe zen, voorwerpen van K'.yserzinr, vindt men laar bijeen. Op dit gebied heeft Duitschland de grootste inzending en zij mag gerust ook als de beste genoemd worden. Voor drurbrslag :n dergelijk koperwerk voor meubels zou ik eer Zweden den voorrang toekennen, afgaande op de inzendirg hier tentoongesteld. Het Zweedsche werk is zielvoller, intiemer, niet koud als t Duitsche. In de Hollandsche sectie vindt men vele mooie lampen van geslagen koper in de kamers van Pool en 't Binnenhuis. Zij ou derscheiden zich van het buitenlandsche werk loor hun ongedwongen, ongezocht en vorm, als 't ware gegroeid uit 't koper, zonder pretensie van moii willen zijn. Da versiering bepaalt zich tot 't gebruik van koperen nageltjes en soms 'n enkel uitgezaagd ornamentje. Ook in 't Oostenrijksche paviljoen zag ik enkele origlneele hanglampen en lichtkronen. Men schijnt zich overal speciaal te hebben toegelegd op 't vervaardigen van goede lampen; helaas vindt mea de nieuwe goede vormen nog niet in de lampenwinkelp, vel alltrlei rare zaken, die men rmodern" noemt en welke men 'i onwetend publiek aanprijzen durft! Want onwetend is't in hooge mate; belangstelling iu sierkunst is nog uitzondering, zelfs onder de zich zelf be schaafd noemende kringen! Het wordt be langrijker gevonden, eikander te verhalen wat men gegeten heefr, eet en zal eten, dan eenste zien, waarvan men eet! Was dit atders, men zou bijv. niet meer 't zilverwerk durven 'abriceeren, dat nu nog in winkel en woning de eereplaats inneemt, en dat nog altijd en altijd, zelfs in moderner vormer, wordt gt miteerd. Men kan duidelijk zien in deze tentoonstelling, hoe de oude stijlen nog steeds grooten invloed hebben behouc'ea. ia de Hollandsche sectie zag ik bijv. in het werk van Begeer de renaissance nog doorrchemeren, alhoewel opper vlakkig beschouwd de vormen nieuw schijnen. Set weik van Hoeker, Zwollo en Eisen'öff.-l is er totaal vrij van en beantwoordt werkelijk aan den raam modern. Zilveren schalen, licht en vroolijk, met een eikel knopje email van schitterende kleur; kandelaars van ranken vorm, eveneens spiarzaam met email versierd, waarioor het subtiele zilver zoo goed tot zijn recht komt. Vergelijk daarbij eens 't logge AmeritaaLsche zilverweik. 't Zilver wil nu eenmaal niet in zwaren vorm gedrongen wezer, 'c is er Ie rein en te zuiver voor. Hoe kwam men er toch vroeger tie dit blank metaal, zoo helder en friscb, te < xydeeren ? l c denk, dat men instinktief voelde hoe de oude overladen ver siering der voorwerpen téonrustig was voor 't oog en men dit ftlle lichtgeschitter benevers gebreken in de uitvoering bedekken wilde door het dtffi mat, dat cxy^égeeft. Etfio, die sombere tijd zijn we haast te boven! Er was een tijd, da' men hier te lande bang voor kleur scheen te zijn, in erger ma'e nog dan nu. Ge lukkig gaa*, ook deze kwaal over, en wat kleur kan doen, ziet men ia de rijke cretonnes van Duco Crop, waarvan verscheidene mooie <xnnplaren de Hollandsche sectie sieren. Hun origineele compositie wordt door geen enkele andere inzending eenigszins gtërenaard. Ojk tapij ten vindt men in onze afdeeling, waarbij een groote etalage van de KraltDgsche Smyrnatapijtfabriik, welke, rijk van kleur, tevens een zijdeachtigen glans bezitten. De Haagsche Sniyrna-tspijtfabriek (xpjseert ten tweetal zeer mooie tapijten, o. a. een in de kamer van Pool. In de Italiaansche sec'ie trekken de tapijten van Haas zeer de aandacht door hun lichte vroolijke tinten en goede ornamentatie. Hos^arije en DuitEchlaud (xpaseeren zeer mooie kleine tapijten, veelal produkten van handweefkunst. In Hongarije heeft men onder leiding van artisti n uit Budapest pogingen gedaan, de handweefkunst onder de boerenbevolking weder in eere te brengen, en de bier tentoongestelde produkten getuigen van een begin van succes. In de Engelsche sectie hangt een enorm gobelin, ontworpen door William Morris, en goede cre tonnes van Vjysty. De Zweedsche sectie prijkt mi t een aantal gobelins van de hand van Frau Boberg', gecomposecrd uit motu ven ontleend aan 't Noorsche landschap. Wallander gebruikt voor zijn fraaie gobelins en haute lisse" weer eenigszins gewijzigde motieven, doch in beiden herkent men direct dezelfde nationaliteit. Hoe wel betrekkelijk gtïsoleerd door de ligging van hun land hebben de Zweden en Noren op de coratief gebied reeds enorme vorderingen ge maakt en zij leveren steeds oorspronkelijk werk, niet gdifluenceerd als ze zijn door de vormen der renaissance. Hun kunst is zeer sympathiek; misschien zit die aantrekkelijkheid niet enkel in hun frissche vormen en kleuren het indi vidu spreekt uit hun werk in hooge mate. Na tuurlijk en ongedwongen uiten zij zich, zolder fraai redtneereu over mystiek en symboliek, zooals sommige onzer naburen noodig achten, Hier niets gezochts; het kwam van zelf en werd gevonden \66r men zocht! Ik zag hier fraai borduurwerk in goud- en zilverdraa-l, een nig procé'édat schitterende resu'tatfn geeft. Eveneens geheel origineel is het Sohotsche applqué-werk dat door zijn htldere kleuren en bizondere tetkeniog zeer opvalt. Geheel op zichzelf staat de Hjllandsche iazending van batik?, waaronder ik in de eerste plaats noem de batiks op fluweel, uitgevoerd onder Ie ding en naar ontwerpen van mevr. Wegeiif-Gravestein te Apeldoorn. Mooi van kleur munten deze lappen fliweel, deze kussens en thee hoezen uit door origineele opvatting van 't or nament. In de Fransche sectie zag ik o. a. een schrijftafel, welke van binnen een bladbekleedirg htd van dit gebat.kt fluweel. Van Jessurun de Mesquita en nwj. Weerman ziju er een aantal mooie gebatikte blauwe doeken, die werkelijk eenig in hun soort zijn. De gordij nen in de deuropeningen der Hollandsche afdeeling zij a eveneens van goudkleurig gebatikt fluweel. Dit procédéscbijut in 't buitenland niet tof gepast te worden, althans ik vond het nergens tentoongesteld buiten de Nederlan sche afdeeling. Wel vond ik in de Hongaarsshe afdeeling gebrand fluweel; dit soort werk wordt verkregen door met eea gloeiende naald de draden van 't fluweel weg te zergen, en zoo doende kan men allerlei versieringen aanbren gen. Het fluweel krijgt een zijdeactüig aan zien op de afgebrande plaatsen, en de lichtifficten die toevallig ontstaan, verhoogen nog de werking van dit ornament. We komen nu aan 't glas. Wat betreft hel gebrandschilderd glas kunnen we direct scherp afscheiden 't genre- T ffai.y van het gebruike lijke vlakke procédé. T.ffïny bereikt zijn t ffcki deor 't achter elkander stellen van glasstukken van verschillende kleur en dikte. Zijne ramen zijn soms zelfs en relief behandeld en maken daardoor een geheel anderen indruk dan h vlakke glas. Hoewel p-achtig van tint, lijken mij deze vensters niet zoo practisch bruikbaar toe, wegens 't enorme gewicht van glas en ijzer en 't weinige licht dat doorgelaten wordt Tiffiiy exposeert" verscheidene vensters op deze wijze vervaardigd, zeer mooi van kleur en compositie. Verder is in de A-nerikaatsc'_e .ec'ie nog een groot venster in vlak glas van 3 ymetz Limb, voorstellend 't aandeel dtr vrouw in de totgipiste kuisten, 't Is zacht van :leur en beter dan de schelle kit urige ramen van Beltrami in de Italiasnsche sectie. Deze trutale kit uren doen schade aan alle voorwer>en in het vertrek aanwezir. Alleen in 't rertrek van Isstl, reeds beschreven, zag ik een enk venstertje, doodeenvoudig, met een visschers)inkje in s mpele lijuen versierd. Frankrijk xposeert een paar vensters van Balinet. Walter 3rane zond o. a. ernige cartons in vo?r de ensters der Trini y Church. Duitschlandgeeft eenige zeer goede ramen ta z eu van Ilats Drinnenberg: twee sneeuwlatdsch»ppen, van zeer mooie express'e; eenige ruitjes met vrouwefi^nren, o. a. een groenaiarkt, van Eckhardt, n een vijver met zware b-omen in avond schemering, van L:ebert. Nederland eindelijk ziet zijn afdeeling versierd met twee groote ramen uit de ateliers van Schouten te Delft, voorstellende de Delftsche torens en gtfiUnceerd door vrouw< figuren in nationale kleeder dracht. Voorts staan in de afdeeling eenaantal deine venstertjes op ezels, waarbij o. a. eenige 'na!e kinderkopjes zeer de aandacht trekken. Tevens staat bij den ingang der sectie een ;root stuk, voorótel'end een vrouw met kind lij lamplicht; wondermooi is er in ui gedrukt iet hoopvolle wachten op den valer. Zeer mooi glasmoztïk bevat de Hcngaarsche sectie; een groote bjog van cpalcscentglas vormt de aansluiting met de Amerikaanscbe afdeeling. Ontworpen door HóYi den architect der sectie, en uitgevoerd door M x Roth, straalt dit werk van een tooverachtige kliurenpracht. Een aantal decoratieve mozükp'aten tn een schoortteenmin'el van hetzelfde materiaal geven «n goed denkbeeld van den blou deztr aloude tunst. Gekleurd glaswerk vond ik evoneers in leze afdeeling; een vitrine van Sjvanka verloont een rijke callcctie gtëst en geslepen deur'g glas. De Fransche en Ojstenrijksche inzendingen van glazen voorwerpen ziju min of meer in het irenre van Tffuy, doch evenaren dit werk bij lange niet. Tiff.ny's glas heeft volmaaktheid aereikt wat betrelt mooie kleurschakseriug en metaalglar?. De zeldzaamste tinten vindt men in de dikwijls zeer gewoon uitziende vaasjis en potjes, wanieer men ze bij door vallend licht 33schou»t. Hij i x_)oseert ook een paar tableau's van dit glaf, als moztïk uitgevoerd. Zijn uitermate knap werk releveert de overigens vrij zwakke Amerikaansche inzending. Ten slotte nog de boekbinders- en drukkerskunst. De HjllandEche artisten s'aan in dit opzicht volstrekt niet achter bij hun buiteclandsche collega's ! Gftu ge de rijke inzendii g Fraaie boekbanden, affijhes», <n-tó es>, culs de lainpe, illustrat.ëj. Duitschland richtte een piar zalen in voor te [.toonstelling van graphische kunst; dit gedeelte d<r sect e vormt al eeu rtspectabele tentoonstelliig op zichzelf. De teekenaars der geïllustreerde bladen, tl< Simplicissimus, Flie'eide B atttr, Jugend, txposeeren hitr hun oor spronkelijke teekeningen. Eokele Italianen zonden ook heel mooi werk in o. a, Ceradini, Gins'ini, Viner, Baruffi. Doch waartoe al die namen P Ik no?m van de Eogelschen alleen nog Walter Crane, die met zijn werk twee zalen in beslag neemt. Ia de eene hangen zijn teekeningen en sq larellen, in de andere vindt meu de otttferpta voor g<H'u treerde verhalen enz. gtëxpO'eeH. Bekende werken z'.et men hier terug o. a. T ie uusk of the fi e senses. Beau'y's awakening e.a. D<J architectuur is vrij slecht vertegenwoordigd in alleafdeelin^en; de Amerikaaische architecten Post, Hardenberg, Berg, Bate?, zonden hun teekeniogen in, waai bij een pair ontwerpen voor ontzaglijke gebouwen. Bates geeft mooie penteekeningen te zien; in de Italiaatsche afdeeling zijn er zeer mooie teekeningen van Basile. Ik heb getracht in bovenstaande regelen zoo objectief mogelijk mijne indrukken weer te geven ; alles samenvattend wat betrekkirg heeft op de Hollandsche kanst, kom ik tot de con clusie dat de indruk der Hollandsche sectie te Turijn beslist gunstig is. We kunnen rustig afwachten wat de jury bcs'issen zal en ik ge loof niet ver van de waarheid verwijderd te zijn wanneer ik profeteer, dat aan Holland eer,ige der hoogste onderscheidingen zullju worden toegekend. Doch afgezien vaa dit te wachten resultaa*, heeft deze tentoonstelling alreeds aangetoond, wat met rustig werken hier te lande reeds bereikt is; hoe meer men gaat inzien, dat m'in zich los moet maken van de traditiëi van het voorgeslacht-, dat steeds het oog rp 't bu'tenland gevestigd ha-1,, vanwaar alleen iets goeds kon komen, des te m«er zal men oo^ tevens gaaa streven naar grooter zelfs'audigheid, naar grooter innerlijke otiwikkeling. Men zal vertrouwen gaan stellen iu de kunde onzer artisten, men zal zich bewust worden vaa de groote kracht, die in ons volk schuilt, waaneer men 't slechts de gelegenheid geeft die te ontwikkelen en te gebruiken. A lereerst dieue men dan den schoonheidszin te ontwik kelen, niet door onderwijs doch door aanschou wing ; leer de kinderen hun handen en oogen te gebruiken mét hun verstand, ii p'aats van ze bezig te houden met zinledige taalregels en gescliedenis! Zoolang het onderwijs buiten "t leven staat, zullen de scholen machines leveren,. geen méaschen. En menschen eerst ku»nen leven, gevoelen eu voortbrengen, voor tien zal kunst, allereerst gebruikskunst, behoefte ziju geworden ! IQ die richting moet gewerkt wor den ; men moet van voren af aan beginnen wil men i geheel tot stand brengen. Geluk kig zijn er symptomen van ve-rbttering, waarvan echter het tegenwoordige geslacht helaas niet meer genieten kan ; ik bedoe! de scholen, waar handenarbeid als leermiddel is ingevoerd. Doch genoeg hiervan ; het licht breekt door ! met de oude sleur ! 's-Gravenhage P. J. W. J. v. B BÜRGH, Bouwk, Ingenieur. Prtmie-nit£aye 1902 der isalscliapp Aïti et Amicitiae". De Vereeniging tot bevordering van Beel dende Kunsten onder beheer der naatschappij >Arti en Amieitiae" heeft haar jaarlyksch prospectus in zake de premie-uitgave rondgezonden. Wy zien daaruit dat de keuze ditmaal ge vallen is op de verzameling, berustende in het stedely'k museum te Haarlem. Reproductien in fotogravure naar vijf schut ters- en regentenstukken en het schildery »de Herberg" door Adriaan Brouwer met tekst van dr. A. Bredius zullen den leden worden aangeboden. Een gelukkiger keuze is moeielyk denkbaar; zy, die in diepe bewondering gestaan hebben voor die heerlyke werken van onzen grooten meester en by' het terugdenken diaraan den machtigen indruk weer gevoelen, zullen datkbaar dit aandenken aanvaarden, dat hun het genotene zooveel helderder voor den geest zal brei gen ; voor hen, die de schilderyen van Hals nog niet zagen, zij deze uitgave een aansporirg, om hunne onbekeLdheid met die prachtstukken uit onze oude schilderschool niet langer te doen voortduren. Tut r u toe gaven de premie-uitgaven der laatste jiren in plaats van n eckele eroote ets of gravure, zooals vroeger, reproductiën naar kunstwerken uit bekende collecties, die wel wat al te klein van formaat waren, om een deugdelijke weergave van het werk te kunnen heeten. Dit euvel is nn verholpen, doordat de platen een afmeting krygen, groot genoeg om alle onderdeelen der schilderyen tot hun recht te doen komen. Bedenken we daarbij, dat het werk van HÜ!S door de stevige en vaste schildering, die zoo weinig aan het toeval heeft voorg-'later, zoo uitnemend ge schikt if>, om scherp gereproduceerd te worden en dat dit blijkens de vroegere uitgaven der vereeniging met de meeste zorg geschiedt, dan komt het roy voor, dat nooit zoo'n begeerlijke premie-uitgave aan de leden geboden werd. Maar afgezien van den lust, om die gravuren, die ook groot genoeg zyn om geëncadreerd als wacdversiering te diener, in zy'n bezit te krygen, en tevens de kans te hebben, om een van het groote aantal aangekochte kunstwerken te trek ken, moet het voor ieder, wien de kunst ter harte gaat. plicht zyn, deze vereeniging door zy'n lidmaatschap te ste'inen. Hoe zy hare roeping de belargpn van kunst en kunstena ren te bevorderen vervult, moge uit de feiten zelf spreken. Tydur.s haar 56-jarig bestaan verspreidde zy onder hare leden pi. m. '2700 kunstwerken tot een bedrag van 5 tonnen gouds; van dezen aankoop en wat verder op tentoor stellingen werd verkocht, genoot het weduwen- en weezer.fonds der Maatschappij 5 pet. Voorts droeg zij door het doen vervaardigen van 45 gravures naar bekende schilderyen in in ruim 3 mate het hare hy, tot verspreiding der kunst, ook daar, waar die anders moeielyk toegang gevonden zou hebben. Ia de laatste tien jaren is het aantal cor respondenten ruim verdubbeld en tot 340 ge klommen, en daarbij het ledental met 2875 vermeerderd. Terecht merkt het bestuur in zyn propectus op, dat naar mate het ledental grooter wordt, er ook telken j we meerdere pryzen beschikbaar kunnen worden gesteld, terwyl de premie uitgave van dit jiar bewijst, dat ook die by een groote recette op kostbaarder voet kan worden uitgevoerd. Mogen velen zich geroepen gevoelen vóór het einde van dit jnar zich als lid op te geven der Vereer iging tot bevordering van Bjeldende Kunsten, tegnn een jaarlyksche contributie fan vyf gulden, aan den semtaris, den heer John F. Huik te Amsterdam of aan den correspon dent te hunner plaatse. J. W. N. JtWIUmtMKIIIUIIIItlsfIMUfllHm Mi-Silene, door MAKIB MAHX-KONING. Teekeningan van" S MOULIJN. Bjj het lezen van Marie Kjning's sproken heb ik dikwijls gedacht: hoe zou de groote Andersen ze hebben gevonden 1 De altijd-jonge, de geblevene bij zooveel dat >versunken nnd vergessen" \f, de wereldberoemde door zy'n eenvoudige sprookjes waar de humor ons aller \jdelheden den spiegel voorhoudt, en waar tevens al de smart van Andersens miskende ziel in trilt. Hoe zou hij Marie Koning's kunst voelen? Als van verwante ziel, van verwant leed? Ik geloof 't wel. Er is verwantschap in dien humor die een weggelachen traan is, in dien kijk op wereld en wereldsche menschen, in dien rijkdom van fantazie. Maar er is ook verschil. Wy leven in een anderen tijd: een tijd van taai-mooi, van zoeken naar de innigste uitbeelding, naar andere eigen-gevonden woorden om nieuwe nooit- zóogeuite zieningen te verklanken. Zoo zou de goede Andersen misschien wel eens 't hoofd geschud hebben, zich afvragen de or z^n sober heid armoede, of deze weelde overdaad was? Die weelde, se-ow gevend waarlijk taai-genot, voert echter licht tot weelderig woord-gespeel, waarbij de gedachte-draad verward raakt. Zjo'n soort verwarring van begrippen voel ik in de droefheid van het nacht-bloempje om het duister van den nacht: ? »Maar de Silene beurde haar hoof]je niet. Terwijl de andere bloempjes zich wijd openden voor de liefdepijjen der zon, en het lans-gras blinkend op-spritste, en de helmdolbjes spits in 't warme, goud- blauwe licht priemden, hield de Silene alleen haar hoof<!J3 gebogen, en sloot haar bloemblaadjes rond haar hartje,. waarin ze de herinnering bewaarde aan den nacht, den droeven nacht, die zwart over de aarde lag, ais de zon gestorven scheen." en: »[k wil de- Licht-bloem (zoo noemen de bloemen de zon) niet zien.... de wreede Lickt-bloem die lacht in den vreugde-dag, terwijl ze den droeven nacht alleen laat ... dacht de Silene....'' en dan:. «Maar d» Silene bleef wakker. Starend naar omhoog zag ze al de hemel-bloempjes komen, die medeleden hadden met den nacht ... En zij zelv-e, óók vol medelijden met de arme nacht-aarde...." Hieïwrirgt 't al een beetje: medelijden met dea nacht, den droeven nacht, dan weer is 't mei de aarde, ds arme nacht-aarde... . Maar scheever wordt 't nog als de Silene hoort dat de leeuwerik maar heeft gelogen van den hemel en van God en de engelen, en al 't mooie dus leugen blijkt te zyn : «Meer nog dan vroeger haat ik de wreede Licht-bloem die den nacht donker laat... En teerder dan ooit weent in müliefde- medelijden met den donkeren nacht... den armen donke ren nacht, die nu tot in mijn eigen zieltji is gedrongen..." Dit is niet zuiver-gevoeld. Zr, weert om eigen leed nu, en duisternis ir eigen ziel en dat is een heel ander gevoel dan haar medelijden en troost-behoefte voor de donkere nachtaarde of voor den droeven bloem-loozen nacht. Er is nog een ander bezwaar dat ik tegen het lief-gevoelde en meestal mooi-vertelde sprookje »Nacht-silene" heb. Ik sprak vanden rijkdom van fantazie vooral in het laatste »Van 't prinsesje dat uit den hemel kwam" Er is iets opmerkelijks in sprookjes-fantazie Ze mag ongebonden, teugelloos hollen, onze fantazie volgt gewillig. Dieren, bloemen, steenen mogen praten, filosofeeren, geluk en smar voelen, wy gaan mee. Tooverfeeën mogen 't lever.de en 't levenlooze omtooveren, wonderei mogen verrijzen, 't bestaande verdwijnen ; gelooven alles. En toch, er blijft iets als een voorwaarde die wy onbewust der fartazie gesteld hebben: er moet een juiste verhouding jlyven. Er is dus zoo iets als de waarheid in de verdichting. We willen dat een leeuwerik, de misschien eerste longen-virtuoos, praat, lacht en vertelt. Ook willen wy de duinbloempjes hooren praten en lachen. Maar als de bloempjes, ocgeloovig om de verhalen van de leeuwerik leginr.en te lachen en de leeuwerik niet verder kan vertellen door de spótgeluidjes dit zijn itemmei j >, ooerschateren, dan, ho l gaan we niet meer mee. De verhouding is weg. En we zot den geneigd zijn te protesteeren: »dat tan niet I" Ben dergelyk protest voeren we aan bij 't slot, waar de stervende Silene in de hand van den dooden knaap, in de kist onder de aarde, spreekt over het verloren mooi met de leeuwerik in de lucht l ?en het graf. Hier bederft de buiten-alle-verhouding geforceerde verdichting de innige gedachte en ik vermoed dat de auteur, hoe graag zy 't bloempje wou laten in de marmerkou van de doode kinderhand, zelve wel gevoeld heeft dat zy aan de harmonie van haar bouw misdeed... Heel mooie stukjes voed ik: ?Droomerig nog door 't vreemde, onbekende, bleef ze luisteren, ziende achter de zee de doode, roode, in 't water leeg-gebloede zon, en boven haar, in 't schemerblauw van den hemel, een bhek-blauw starretje dat t aar beneden tril-lachte." en: «Toen, de Silene meende dat dit een ant woord was, begonden verre golvenlynen goudblauw te lichten, en draagden op hun witte toppen dood goud van de in zee gezonken zon aan, en vlijden dat in lichtende bogen langs het donkere strand. Eti al maar meer kwamen ze, lichtende, brengend het koude goud, het doode goud, het geroofde goud van de gedoofde zon. . ." en «hoe de zee droomde van zonnemacht, stilboos onder haar omslaat de golven glans wangend van de zon, die ze bly doodde... blij doodde... proestend in een zachtenspotlach van schuim, proestend in een neer-slaai, den spotlach van schuim op 't niet begrijpende strand..." en prachtig-precies, heel sober, de stille dag in de kamer bij het zieke kind: «Poes had het eten opgegeten; zat nu tevreden in een plekje zon op 't kleed. In de kamer was een zware stilte: een stilte die wacht... en die wachtte den gansenen dag .. Soms trachtte de moeder het kind te laten drinken, dat dan zacht haar hand afweerde. Ean paar malen ging ze een poos heen; dan sloop poes met haar mee. Verder gebeurde er niets. Alleen kroop het streepje zon langzaam in de kamer voort, tot het niet verder kon en langs 't raamkozijn terugtrok." «Van het licht, dat niet gezien werd," is de titel van het tweede sprookje. Een groote, dockerroode, deftige dahlia in een stadstuirnj P, waar hooge huizen rondom staan, Mouly'n's boeren-huisje met de kleine vensterruiijes en luikjes, en 't soort dorpje dat boven de schutting ait op een heuvel schijnt te liggen, evcq leeren heel weinig een stads-tuint j» en stads-omgeving de eenige na-bloei van den zomer, staat dag aan. dag te turen naar het raam waar een man te schrijven zit, zoo lang zy zien kan, al maar door de wittevellen vol te schrijven zit. 's Avonds komt een vrouw hem 't licht brengen, de blanke albasten lamp, die door haar met de uiterstezorg tot de grootste helderheid gebracht isr maar | »de man zag dan niet op. Zyn kramp achtig gekromde rechterhand schreef door, en zyn mooi-gebogen hoofd bleef zooals het was,. terwyl bij staarde naar zyn hand, die zelfs in schemerlicht den weg scheen te weten..." Zoo tuurt en peinst de dahlia, ziet de man zitten en de vrouw komen, bevroedt niet wat het leven is van hen beiden en verdroogt, sterft eindelijk, moe van 't staren naar het: Raadsel dat zy' nooit heeft kunnen oplossen. Maar achter haar niet begrijpen om hebben wy de tragiek gezien van de vrouw die- haar liefdelicht wou geven aan den man die niefe naar de wingerdranken en de vlinders zag en niet naar den dag en niet naar het leven en niet naar de liefde van de vrouw. Wy hebben dat gevoeld, inee-turende met de peinzend» dahlia en met het verseheiden van de bloem eindigt het mooie droeve sprookje. En als dan, in eet s, de auteur om een hoekje komt, vertellende dat de vrouw- nog heel lang daarna heeft geleefd, dan voelen we dat als een nuchtere mededeeting dia IIIIIIIIIMIliWIIIlllllMIIMIinillillllllimillMMmuilHUMMMU 40 cents per regel. en hooger 4 Meter l Franco ea vrQ van invoerrechten toegezonden i Stalen ommegaand ; evenzoo van zwarte, wit-to en gekleurde Heimeberg-Zljde" van 6O cent tot 11 l J.OS per Meter. G. Henneberg, Zijde-Fabr. (k. & k. Hofl), Zürich. KAMSTRA's Matrassen-, Bsddon- en Slaapkamer-Meubelfabriek, Sneek. BED DER TOEKOMST met 10jaargaran tie.* Leverde selert ISO'j pi. ra. 7OO(ft stellen. Geïllustreerde Prijscourant gratia. Honderden bewijzen van tevredenheid. « Specialiteit inEXGELSCHE LEDIKANTEN. Hoofd-Depöt VAN Dr. JAEGER'S O R! G, K. F. DKÜSCHLE-BBNGBB, Amsterdam, Kalverstr. 157, Eenig specialiteit in dei* artikelen in geheel Neder!. Piano-, Orpl- en ffltóettaW MEVKOOS «fc KALSHOVEN, Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Huur. Repareeren Stemmen Ruilen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl