Historisch Archief 1877-1940
No. 1316
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
daar de beer Heemskerk thans in staat is,
om den »geest van toenadering'', welke zich
tusechen de partijen vaak zoo liefelijk op
het Binnenhof uit, na volbrachten arbeid
in den Haag op het Pringenhof te kunnen
overbrengen.
Die «geest van toenadering" sprak ook
uit de woorden van den heer Fabius, toen
deze trachtte op te komen a voor De
Standaard n voor zijn partijgenoot Heems
kerk. De toon waarop hij dit deed, wa«
zoo lieflijk, zoo »toenaderend", dat er voor
den anders nog al prikkelbaren heer Ger
ritsen veel zelf beheereehing moet noodig
geweest zijn, om geen antwoord te geven,
dat minder parlementair was.
De groote vraag is echter, heeft het
college van B. en W. niet geweten, wat
de beer Gerritsen dreef. Volgens den wet
houder Van Hall, was dit niet het geval;
door den heer Gerritsen was op onoprechte
wijze gehandeld, daar hij niet precies
gezegd had, waar het op stond; ook de
heer Heemskerk meende, dat de heer Ger
ritsen hem mogelijke tekortkomingen wel
wat duidelijker onder de oogen had kunnen
brengen; deze had onomwonden moeten
zeggen, wat hij eer e t in deze raadszitting
zeide, maar nu vragen wij toch: wat moet
men denken van een college, waarin een der
meest werkzame en kundige leden zegt te
zullen heengaan, en waarin niet a zijner
ambtgenooten er op aandringt, dat hij
duidelijk zegt waar het op staat ? Heeft
men dit niet gedaan, dan wees dit heen
naar een wellicht verholen vreugde, dat
men van den «dwarskijker" dit woord is
van den heer Heemskerk ontslagen was.
Wij welen niet, hoe de voorzitter van
het Dagelijksch Bestuur over dit allea
dacht, want deze heeft gezwegen.
Braakensiek heeft een profetischen geest
gehad. De heer Serrurier is benoemd tot
wethouder. Van de 36 aanwezige leden
kreeg deze 21 stemmen, 11 stemmen waren
in blanco, de overigen waren verdeeld.
Wij weten nog niet, of de heer Serrurier
de benoeming heeft aangenomen, maar
vermoedelijk zal bij dit wel doen, daar de
meeste leden, die op hem stemden, daarvan
zich vooraf zullen hebben verzekerd.
De afdeelingen zijn op het oogenblik
bezig te vergaderen, misschien dat het
verslag ons over vele zaken, die ons nu
nog in nevelen gehuld toeschijnen, meer
licht zal brengen.
Amst., 11 September. SECANS.
MMUMIUVUMItllllUIIMnlUUmiUlllllllttlll'OltSociale
IIItltllIUIItHMUHIltlltlHIlUttHMIIHliUIWUiltllllHIHMIIIIlllMIIIIIIIIUIIII
jarea fateïwelpiog.
De Engelsche fabriekswetgeving viert dit
jaar haar honderdjarigjubileum; ten eeuw
herdenking, welke in velerlei bladen en
tijdschriften in het buitenland nog al aan
leiding tot beschouwing heeft gegeven. En
naar 't mjj voorkomt, volkomen terecht.
Het moet toch van het hoogste belang zijn
na te gaan, tot welke resultaten de sociale
wetgeving, welke in zoo hooge mate in onze
dagen de wetgevende lichamen in beslag
netmt, in dit bij uitstek industrieele land
heeft geleid, en tot welke hoogte zij (hans
is ontwikkeld.
Het was in het jaar 1802, toen de eerste
fabriekswft door Robert Peel werd afge
kondigd. Deze wet had alleen betrekking
op de boomwol- eii schaapswol-fabrieken,
en had ten doel, de zedelijke en lichamelijke
riUMIIItilUUIHHHtMIimillIIIUU
KRYSTA.
Poolse h e Novelle,
VAN
MARIA KONOPMCKA..
Naar het Duit;ch, door M. v. O
Ze richtte zich op, tusschen de
hoog-cpgestafeide kussens «n zat in het bed ineen
gedoken.
Jeaes... ach He«re Jezes.... Wat heb ik
toch ? .... wat is er met me gebeurd ? ..."
stamelde ze met koortsig-hijgende stem.
Ze trok het afgezakte hem i over de borst
te zamen en keek met grotfe or, rustige oogen
om zich hfen. Da k&raer was leeg. De vlam
men der bgna doorgebrande kolen in den
haard hadden een blauwigen gloed. Een getle
ruigharige hond si;uff'jlde voorzichtig over de
onafgewasschen potfen en pannen en stoette
af eri toa met zijn snuit tegen de houten lepels.
D ia re aai t ia het achterhuis hoorde men het
flidderen en klapwieken van kippen, die daar
tusechen de balken hokten. DJ dag was bijna
voorbü- Het matte sete cerlicht dat nog door
de dcffe vensterruiten viel, bescheen mat een
eigeraardigen grys blauwen glans de daar tegen
over zittenda Krysta en tooverde een vreemd
licht over haar gloeiend gelaat, kleinen mond
en de groote, van koorts schitterende oogen,
die door lange wimpers overschaduwd werden.
Daar buiten, in 't dorp, heerschte reeds de
rustige avondkalmte van herfsttgd; alleen in
de gesloten hutten en achter do heiningen was
nog levon en bedrijvigheid. Tot Kiyita dron
gen dia gelulden echter slechts otduidelyk en
gedempt door. In de kamer begon het döt.ker
te worden; nauwel\jks zichtbaar meer was de
midden balk van het lage plafond, waar, aan
een ingeslagen kram, verschillende
kleedicgstukken waren opgehangen. In die avondstilte
weerklonken op eecs de bijlalagen van iemand
die hout kloofde, vlak bq, met krachtige, regel ?
matige slagen.
Krysta luisterde er eene wyle naar en bliifte
toen weer ati), roerloos naar het
schemeriglichtende vensterje. Nu hief ze dj magere
banden op, drukte die op haar klapen en de
dotker omkringde oogleden sluitende, wiejde
ze zich in stomme smart en wanhoap hesn en
belangen der leerlingen te beschermen. Deze
leerlingen waren gebonden aan een arbeids
contract van dikwijls zeer langen duur.
De «leerlingen" werden den fabrikanten
bij groote gei a'en geleverd door de armen
huizen en gemeentebesturen; en de manier
waarop deze kinderen door de ondernemers
werden geëxploiteerd, gaat alle beschrijving
te boven. De kinderen werden bij troepen
binnen de fabrieken gebracht, werden daar
ook gehuisvest, en moesten dan 12 tot 14 uur
of langer per dag werken, onder toezicht
van een drijver. Peel's beschermingswët
heeft aan dezen toestand niets ten goede
veranderd. Zij werd door de autoriteiten
niet doorgevoerd, door de ondernemers
niet ernstig genomen, en door niemand
gecontroleerd. Weinig beter ging het
met een 5 tal fabriekswetten van ongeveer
gelijke strekkiug, die daarna, tot 1833,
werden afgekondigd, zonder dat het Parle
ment een cent toestond om de doorvoering
en conttó'e mogelijk te maken. Elt jaren
na afkondiging van Peel's wet verkocht
nog een Londensche pastoiy een aantal
knapen aan een fabrikant, die ze weder
aan een ander overdeed. De knapen wer
den ten slotte door eenige menschenvrienden
in deerniswaardigen toestand octdekt. Een
fabrikant in Lancashire sloot een contract
met een Londeasche pastoiy, waarin hij
zich o.a. verplichtte, op 20 gezonde kinderen
n idioot in den koop toe te nemen.
Eerst met het jaar 1833 begon de werk
zaamheid'der wettelijke arbeiders-bescher
ming merkbaar te worden, wijl door eene,
in dat jaar tot stand gekomen wet voor
alle branches in de textielnijverheid de
arbeid van kinderen beneden 9 jaar werd
verboden, die van kinderen van 9?ISjaar
op 8 uur per dag, en van 13?18 jaar op
12 uren per dag werd beperkt, en tegel\jk
de nachtarbeid voor beide categoriën werd
verboden, en voor het eerst werd toen ook
eene fabrieks-inspectie ingesteld, om de
doorvoering dezer wetteconiroleeren.Meer
als dertig jaren had derhalve de Engekche
fabriekswetgeving slechts op papier be
staan, en er verliepen ook nog enkele
tientallen jaren, vóór de kinderen-bescher
ming tot volledige toepassirig kwam. De
parlementaire erqrêes naar den kinder
arbeid, die in de jaren 184L?'43 werden
ingesteld, brachten nog immer schandelijke
toestanden aan het licht in alle groote
industriën. Het opkomende industrieele
ka j i alisme hield geen de minste rekening
met menschelijkheid of moraliteit; de kin
derarbeid was voor hem een voorwerp van
voordeelige txploitatie, en het vierde op
dat gebied ware orgiën. Wat Friedrich
Engels ons daarover mededeelt in zijn boek :
»De Arbeidetde klasse van Engeland",
grenst aan het onmenschelijke. E^n gevolg
dier onthullingen was de afkondiging eener
nieuwe wet, in 1844 waarbij voorkicderen
van 9 11 jaar een CVs-urige, voor kinderen
van 11?13 jaar een lOurige arbeidsdag
weid voorgeschreven, en voor hel eerst ook
de vrouwen ia de bescherming betrok, wier
arbeidstijd tot 12 uur werd beperkt. Steeds
echter bleef, tot nu toe, de bescherming
beperkt tot de textielbranches. Zelfs de
takken van bedrijf, die daarin nauw ver
want waren : bleekerijer, ververijen, druk
kerijen, enz. bleven van alle wettelijke
bemoeiing vrijgesteld.
De wet van 1848 bracht den tien uren dng
voor vrouwen en jeugdige personen (van
13?18 jaren, die echter jarenlang eenvou
dig genegeerd werd door de fabrikanten, die
er zich in 't geheel niet aan etoordt-n. De
ondtmemers werden in deze houding ver
sterkt door het voorbeeld der regeering
zelf, die sedert de onderdrukking der
chaitisten-beweging da arbeiders als het ware
met geweld in bedwang hield, de organi
saties vernietigde, en de arbeiders weerloos
en machteloos aan de fabrikanten over
leverde. Eerst t'en weder nieuwe erquêtes
over de toestanden in de fabrieken, thans
gepubliceerd door de inspectie, een treurig
be«ld wierpen op da ellende der industrie
slaven, en de publieke opinie daardoor
iiiiimiHiiiiiniiMiiiiiii
weer heen en weer.
Donkere dunne haarvlokken waren van onder
de witte, lotjes gebonden hoofddoek over kaar
hand gegleden; een zeruwacht-ge trek bewoog
af en toe hare koottsbeete lippen en haar
borst luj?de snel en or.rustig onder het linnen
hemd. Op eens wendde ze het hoofd op z\j
en hield haar adem in. Aan het voeteneind
van bet bed, in den hoek tegen den wand aar,
lag een, met een doek omwikkeld pak,'waaruit
nu «en zacht kreunen kloek. Kry ta staarde
met dcffjn blik strak naar dien hoek. ' Z? liet
h%ar hatden in den echoot vallen en fl sterds:
AU Antek nu eens... nu toch eens hier.. . .
O Heere J >zes!''.... Haar pupillen werden
nog grooter, ze klappertandde, over heel haar
gezicht kwam een uitdrukking van ontzeitende,
onuitsprekelijke angtt.... 't Gekreun was
intusschen zaciter geworden en hield geheel
op. Krysta strekte de handen als afwerend
voor zich uit, wrong ze in wilde hevige ont
roering, sloeg ze vóór het gelaat en liet zich
dof sleurend weer in de kussets terug vallen.
Gsheele stilte in het veitrek. ?
Het was reeds volkomen donker gc.worden
toen vlugge, haastige stappen onder het venster
nader kwamen. Men hoorde iemand loope?,
struikelen en bromawnd, tastend den weg zoe
ken. De hond speurde dat 't de huisvrouw
was; met ingetrokken staart sloop hij stil naar
de deur. Do oude Kaïbowit-k stootte op den
drempel tegen hem aan ea was b\jna o?er het
dier heengevallen.
Wel, heilige Geest! . .. . Wil j? wel maken
da; je wegkomt l Marsch! . .. . Wie heeft
dien rekel hier binnengelaten? Daar was ik
haast o f er dat hoest gestruikeld... Slaap je,
dochter?"
Zonder antwoord af te wachten, ta^te ze
in den schyn van het schemerend» vensterlicht
naar de bank daaronder en pakte er den uit
de stad meegebrachten voorraad op uit.
Door het gestommel wakker geworden, fprong
de kat uit baar hoek achter den haard te
voorschijn, schuurde zich tegen de beenen dar
oude vrouw en begon zacht te spinnen.
Dat de koekoek je hale!" riep Karbowisk,
dat matkeerda er nog aan! komt me dat
beest ook nog tusschen mijn voeten gekropen ! '
Naar den haard toegaande, stootte ze tegen
fmmer en kuipje. Wel allemachtig!... de
haard zwart overal pikdonker 't
znu 'n wonder Gods zijn, a's ik niets brak !
Nu ... tlaap je nog, Kry ta?"
Ze hurkte bij den haard neer en begon hard
te bla?en, waarby zij afwisselend hoestte en
broui.le. Het ond«r de a^ch glo^ierds vmir
vlamde op, 'u bo-ja rijshout dat, daarop gelegd,
werd wakker geschud, kwam in 1850 de
tien-urenw?t tol toepassing, die formeel
slechts de vrouwen en kinderen beschermde,
maar in de werkelijkheid ook wel degelijk
den volwassen mannen ten goede kwam.
In 18G2 werd wederom door het parlement
een commissie benoem i,rnetopdracht, onder
zoek te doen naar den toestand van kin
deren en jeugdige personen in die bedrijven,
die tot nu toe van alle wettelijke hescher
ming verstoken waren geweest. En als
gevolg van dit onderzoek, waarvan de
resultaten groot opzien baarden, kwamen
in 1861 en 1807 weder nieuwe wetten. De
wet van 1864 omvatte de steen- en potten
bakkerijen, de lucifersfabrieken chemische
stoffen, en zij de-weverijen, en in 1807 werden
alle groot industrieele bedrijven onder de
beschermirigswpüen gebracht. Dat ge
schiedde dus 05 j*ar na de eerste
fabriekswet, en 34 jaar ra de eerste ernstige actie
ten gunste d^r fabri< kswetgeving uit h«t
volk zelf. Maar terzelfder tijd dat over de
uitbreiding der arbeidswetgeving werd be
raadslaagd, kon het parlementslid Fr-rrarid
in het Ligerliuis (27 April 1803) verklaren :
»De E"geifche boom wol industrie telt 90
?jaren. In een tijdsverloop van 3 generaties
»van het Engelsche volk heeft zij negen
gene»raties van boomwol-arbeiders verbruikt."
Het jaar 1867 staat aangeteekend als een
keerpunt ten eoedein
deE-igelschefabriekswetgeving. Van dien tijd af geraakte zij
tot krachtiger ontwikkeling, waarvan de
oorzaak voor een goed deel moet worden
gezocht in de machtige opkomst der vak
beweging, de trades unions. In dat jaar werd
nl. den arbeiders het kiesrecht toegekend,
wat ze destijds energiek wisten te gebruiken.
Het ministerie Gladstone moest zijn weige
ring, orr. den arbeiders het vertenigingsrecht
te waarborgrn, en aan den wcnsch der
geerganiseerde arbeiders om de 15 afzonderlijke
iabrukswetten tot n fabriekswet om te
werken, met zijn val betalen (1874). Het op
volgende conservatieve micisterie begon,
bij zijn optreden, met aan het
vereenigingsrecht mter waarbor/en te verpchtff^n, en
benoemde eene commissie om debvstaande
fabriekswetten tot n, alles omvattend
ontwerp uit te werken, en verbeteringen
voor te stellen. De commissie legde in 1870
haar octwerp aan hel parlement voor, 't
welk in 1878 werd aangenomen, en alle
andere bestaande fabriekswetten. toen 1G
in getal, werden opgehesen. Dat was dus
de wet van 1878, die echter alleen eene
generaliseering, maar slechts bitter weinig
uitbreiding of' verbetering bracht. Tevergeefs
hadden de fabrieks inspecteurs er op aan
gedrongen, dat de wet alle industrieele
bedrijven gelijk zou stellen, onder dezelfde
bepalingen: ook in het vervolg bleef de
arbeidswetgeving het eene bedrijf gehsel
anders behandelen d<in het andere. Alleen
de fabrieks-irspeetie werd belangrijk uit
gebreid en gecentraliseerd. Er werd een
chef inspecteur aangesteld, onder wien 5
hoofd-irspecfeuren stonden, terwijl 38 in
specteurs en 9 sub inspecteurs over
hetgeheele land werden aangesteld.
Da volgende 25 jaren hebben voorname
lijk gestaan onder den invloed dezer groote
fabriekswet. Maar toch kwamen langzamer
hand weder een aartal bijzondere wetten,
zoodat aan het einde der eeuw weder een
geheele revisie det'arDeid-wc'.ceving noodig
bleek. Zoo werden in 1803 bijzondere voor
schriften voor de loodwiti'abrieken en voor
de broodbakkerijen uitgevaardigd; ia 1889
volgden er zulke voor de boomwolspinne
rijen. DJ bijzondere fabriekswet van 1895
bracht bepalingen ter voorkoming van on
gevallen en ter beperking van het aantal
wt-rkliedtn in de lokalen. Verschillende
voorschriften kwamen ter bescherming van
het winkelpersoneel. Het
rnijnweikersbedrijf werd grregeld bij wetten van 1887,
'94 en 96 waarbij de arbeid van vrouwen,
meis-jes en knapen beleden 12 jaar in
rie tchachten geheel werd verboden, en
voor kLapt-n van 12 tot 10 j tar tot
hoogstens 54 uur per week beperkte. De
wet tegen het truck-tysteem, reeda in 1831
01 flikkerde, bescheen helder het dorre, rimpe
lige, maar energiete gelaat der oude Ka
biwisk en haar hals met de vele rijen glaskralen.
Toen 't op eens zoo licht gewerden was,
opende Ivytta de o^gen en UiBterde met
zwakke stem: Drinken"'. Didelyk was de
moeder bij het hed en reikte baar het blikken
bekertjj met water: Drink maar, dochter,
drink maar! Als je wilt, kan ik ook thee
voor ja zetten." Dawop boog ze zich over
het hed en reikte raar tut omwikkel l pak.
Wel, slaapt de j ing'-n ? heeft hij niet ge
schreeuwd? Goddank! laat hem dan maar
rustig verder slapen ... W a w is Pawel ? nog
bij het houth?ikk(n? Hy zal nog \óór den
nacht naar de stad moeten,... ooi meel te
halen." Ze praaf.fe voor zich heen, ter
wijl ze bedrijvig in de kamer op en neer liep
en de zelf gestelde vragen dareüjk telve be
antwoordde, ^e ttak de tleire lamp aar, wierp
op nieuw blokken hout op hst vuur en legtfe
barden en schottls in den emmer om af te
wasschen, daarop ging ze weer r.aar de bank:
Heb ik nu wel aan alles gedacht? of
manksert er nog wat aan?" begon ze weer, ter
wijl ze haar inkecpen caging. Thee enrhum
zijn daar?lever ook?honig ook; verdsr: worst,
zeep, suiker".... Daarop zich tot de zieke
wendecdt): k h,?b in aar esn halven liter brande
wijn meegebracht, van de beste! Kaneel en
muskaat om te kruiden heb ik ook niet
vrrgeten. 't Vet heb ik maar gezouten genomen.
dat smaakt beter in de boonen. 'n Stukje
vleesch voor de soep heb ik ook maar gekocht;
negen kopeken hè1) ik er voor moeten beta
len stel je voor! . . . negen kopeken !
Maar in Godsnaam! als er doopfecst moet ge
vierd worden, dan moet 'c ook goed zijn l"
K y-ita steunde zachtjes. De moeder ging
naar haar toe, bleef voor het bad staan en
streelde m«t haar bruine, knokige hand de
gloeiende wangen der zieke. Waarom steun
jo tcch zóó, dachter ? Wat heb je?... Waar
doet 't je pijn ?" .... Kry^a zuchtte zwaar:
Ach, 't doat pijn ... 't doet zóó'n pijn, moe
der ! Mijn hart djet me pijn, ter wille van
Antek, moeder, zóó, dat...."
Ze kon met verder sproken en barstte in
hewig snikken uit.
De oude vrouw ging op den ra'.d van het
bed zitten en schudde met. bezorgd geliat het
hoofd. Waarom dei k je a'tijd weer aan Antek,
dochter? Wat geeft dat LU?... De arme
drommel ligt stellig reeds sedert lang in den
grond! Twee JMr! dat 's 'n heela lange tijd,
to-ihter! Als bij nog in l«ven was, zou by in
(Men tijd (och zeker wel e^rs wat van zich
heh1 en laten hooren ! Ka^prr. de vrijfr van
Maluitge vaardig i, werd in 1887 en 189G her
zien _ en verbeterd. In 1901 werd de geheele
fabriekswetgeving herzien, samengevoegd,
maar slechts weinig, verbeterd.
De geschiedenis der Engelsche fabrieks
wetgeving toont ons het beeld van jaren
en jarenlangen, taaien strijd der Engelpche
arbeidersklasse voor wettelijke bescherming
tegen_ overmatige, dikwijls onmenschelijke
uitbuiting der werkgevers, ook al moet het
ons toeschijnen, dat zij, door immer nu
eens bij de conservatieven, en dan weer
bij de liberalen op den brdel te gaan, en
verzuimende een zelfstandige politieke partij
te vormen, niet altijd den juisten weg hebben
bewandeld om tot een duurzaam resultaat
te komen. Wie zich overigens indenkt in
den Echrikkelijken toestand waarvan nu
en dan eens, door de erquêtes, enkele
bladzijden werden opengedaan; wie denkt
aan de industrieele ellende waaronder
vooral ook de vrouwen en kinderen gebukt
gingen, die moet wel tot de conclusie ko
men, dat de triomftocht der Eogelsche
industrie gedurende de 191e eeuw plaats
heeft gehad ten koste van de gezondheid, de
levenskracht, van millioenen oudeen jonge
zwoegers, en dat zelfs kinderen van 7 en
8 jaar niet werden verschoond !
In vergelijking met andere landen is de
arbeidswetgeving in Engeland, niettegen
staande haar ouderdom, in vele opzichten
nog achterlijk. In Duitschland en Amerika
worden de kinderen beter beschermd dan
daar. Ea ten opzichte van de bescherming
van volwassen mannen is de Engelsche
we'geving zelfs aarts-conservatief tot op
het gebeente. Stellig wordt dit laatste gemis
ten deele vergoed door den sterken invloed
der groote vak vereenigingen. Maar de groote,
ongeleerde en zwak georganiseerde arbeiders
groepen zijn dan ook weerloos aan de ergste
toestanden overgeleverd.
De geschiedenis dar Engelsche fabrieks
wetgeving, die in haar eeuw van bestaan
betrekkelijk zoo weinig is vooruitgegaan,
en thans tegengehouden wordt door eene
conservatieve meerderheid in het parlement,
leert ons, dat naast haar behoort te staan
een sterke onafhankelijke arbeiders-ver
tegenwoordiging in het parlement. Zonder
dal, blijft de arbeiderswetgeving immer
lapwerk, afhankelijk van den economischen
toestand der industrie, en van de wille
keurige arbeiders genegenheid eener
toevaHige meerderheid.
Op n punt evenwel staat de Engelsche
fabrieksinspectie bovenaan, d. i. wat betreft
hare inspectie. Engeland heeft onder alle
moderne landen de beste en meest actieve
fabrieks inspectie, waartoe vooral de in stel
ling der vrouwelijke inspecteurs veel heeft
medegewerkt. En wij, in Nederland, weten
er maar al te zeer van rmête praten, wat
het zeggen wil, arbeidswetten te hebben
met goede kwaliteiten, doch die maar al
te dikwijls allén bestaan ... op papier.
In dat oplicht kan de Engelsche fabrieks
wetgeving van het oogenblik ons een
voorbeeld zijn!
S.
MUI tut vinnniiiiMiiiiiiiiiiiitiiiiu
Bnlolf Virehof . t
Toen in het vorige jaar Radolf Virchow
zijn tachtigeten verjaardag vierde, hebben
wij den grooten gi berde herdacht als
politicus. 1) En zeksr was hij als zoodanig
eene hoogst interessante figuur, een man
; van invloed en gezag in het Parlement,
' hoewel zijne partij, de z g.n. FoHschritls
paitei, bijna altijd tot de minderheid in
Landdag en R'iksdag behoorde, li eds in
den cor.flicltijd (18G4-GG) trad hij zoo sterk
op den voorgrond, dat K smarck, vertoornd
Hiiinniiiiiiijiiiiniiiiiiiii
gosia Kowalczak ia ook in dien zelfden tijd
weggegaan, maar hoeveel briefjes heeft die at
federt niet gezonden I ... Wat? Ver V ver
we,; ? Ja zeker is 't ver weg l Maar ook van
verre komen er toch brieven aan, al wai 'c
God weet van hoever van da»a ! daarvoor zorgt
't postkan!01 r; dat heeft allerlei miidelij 3
Z? laten de brieven zelfs door d $ zee zwemmen
als 't moet .. als ze maar aankomen I En als
Antek niet zelf had kunren schrijven, dan had
hij zijn brief toch allicht door 'n ander talmen
laten schrijven. Van ieder die weg is krijgt
men toch wel 's bericht hos 't hem gait;
alleen van dien nen armen kerel heeft Liemand
ooit meer iets gehoord... Weg
vfrdwenen als een steen in 't water. ..". Z j
zuchtte en vervolgde ra een poosje: .Antek ! ...
Antek ... en wat zou A'itek er r u aan kunnen
doen, arme ziel! al was hij nog in levea ...
dein zou 't zelfs r.og slimmer zijn ! ... Maar bij
leeft niet meer .. . 4heen, n*en ! Z10 wis eii
zeker als 't amen in 't gebed, die leeft niet
mser. Onlangs teb ik r.og van hem gedroomd;
ik zag duidelijk dat hij zout in 't voer van de
Fch&pen deed; en dat zint wa-J zóó grauw,
zoo grauw als de a'-ch van den haarl. Nou,
d«t kan niets anders beteekenen dan dat bij
dood is. Iedereen weet toch dat zout: dood
beduidt... Doa nou maar ji DRS', Antek aoo
gauw mogelijk te vergeten Hechter! Da arruo
jongen zal nooit macr terug komen, galojfdat
vrij, nooit meer!"
Met een punt van haar schort veegde ze
lattgzaatn de tranen uit haar oude oigen;
KI ysta weende bitter. Een breede gou van
smart was in haar hart en dreigde aar te
verstikken. Hair raagare scaourte-s schokten,
haar vingers krampten zich in de ku-tsens vast
en brandende tranen vloeiden uit haar half
gesloten oogleden. Diepe stilte heerschte een
wijle. De doorgebrande kolen op dan haard
begonnen reeds in elkwr te zakken en zacht
knetterend uit te dooven. Af en toe vlamde
nog even een zwak lichtschijnsel op. Plotseling
wrong K-ysta in warhoop de ba-.den en hasr
moeder verwijtend aanziende: Acb, mo^dt-r!
moeder! Waarom toch hebben
we dien knecht in huis genomen ?"
De oude vrouw liet ds ha'id die de schort
vasthield iti den schoot zakk;n, hield 't hoof l
op zij gebogen ea staarde met pp3n mor>d, in
de diepste veibazing de zieke aan. Waarom
wüden knecht in huis genomen h-bben, ze^
je T Wat schcrk je i ou, dochter? droom je?
of... Sla gauw 'n kruis met de linkerhand,
dochter ! Waarom wij den krecht in huis
genoiien hebben? Dat is me sok 'n vraag!
Wie zou andera voor 't pnard en 't vee hcboen
over zijne scherpe en meedoogenlooze kritiek,
hem tot een tweegevecht uitdaagde, eene
uitnoodiging, waaraan de geleerde, wtpn
betere wapenen dan degen en pistool ten
dienste stonden, natuurlijk geen gevolg
gaf. Het is een raadsel, zelfs voor de
ijverigsten en de mee-ït begaafden, hoe de
man, die op wetenfchappelijk gebied esn
waren reuzenarbeid heeft verricht, daar bij
nog tijd vond om op politiek terrein pene
zoo vruchtbare werkzaamheid te ontwik
kelen. Lif den, die hem goed kerken, hebben
wel eens beweerd, dat de arbeid in bet parle
ment, zoowel in de openbare als in de
sectievergaderir gen, voor hem eene ontspanning
was van zijn rusteloozen wetenschappeüjken
arbeid. Inderdaad, rust. in den gewonen zin
van het woord heeft Virchow nooit gekerd.
Hij had er klaarblijkelijk eeen behoefte
aan, evenmin als asn weelde en uiterlijk
eerbetoon. Vijf of zes uren slaap waren
voor hem zelfs op hoogen leeftijd voldoende.
Wij, gewone menschen, verbergen ons ge
brek aan energie en volharding gaarne
achter de verzuchting: »de geest is wel
sewillig, maar het vleesch is zwak." Bij Vir
chow, dien de natuur schijnbaar zeer karig
met pbysieke kracht had bsdeeld, h
heerschte de geest het onaanzienlijke lichaam
volkomen en onbeperkt. Had niet een
noodlottig toeval, een beenbreuk, voor
eenige maanden stoornis gebracht in den
geregelden gang van zijn bestaan, dan zou
hij OBS waarschijnlijk rog lange jaren met
de rijpe vruchten van zijn geestesarbeid
hebben verheugd en beweldadigd.
In alle nekrologieën over Virchow vin
den wij hen vermeld als den grondlegger
der zoogenoemde 'Cellularpalhologiè". Da
uitdrukking vereischt misschien eenige na
dere toelichting. " % - t (
De vraag, in welke deelen van het lichaam
bepaalde ziekten oorspronkelijk zetelden
heeft, tot voor ongeveer een halve enuw,
de medici verdeel:! gehouden. De
humiravlpatholoyie zocht dien zetel in de vochten
(kumores) van het rnenFchelijke lichaan en
onderscheidde daarbij vior hoofd vochten of
»sappen": bloed, slijm, gele en zwarte gal.
Een goeds menging van die sappen (eul;i-a<iie)
maakte den mensen gezond, een slechte
menging (dyikravie) maakte hem ziek.
De tegenstanden^ de "solidair pathologen'1',
zochten den oorsprong der ziekte in de
vaste hestanddeelen van het lichaam, met
name in de zenuwen. Virchow wierp deze
onderscheiding omver: hij ging terug tot
de cel, die bij de laagste organismen de
hoofdfur ctiën, voeding en voortplanting,
voor z;ch alleen verricht, die de draagster
is van alle levensverschijr.selen, en dus
pok van de ziekteverschijnselen. Wat waar
is voor da organismen die slechts uit enkele
of weinige cellen bestaan, geldt ook voor
de hoogere organismen, die uit millioenen
van cellen zijn samengesteld, welke zich tot
organen hebbenged ff.-rentieerd, bij wtlkedus
verdeeling van arbeid op grootere of kleinere
schaal is opgetreden. De medicus, gewapend
iiiiiimiiiiiiimiimiiii
moeten zorgen ? Wie zou anders ons lapje
grond nog zóó bewerkt en beplint hebben dat
we er ten minste 't geld voor da belasting
uitgehaald ha ben. En al 't anchre werk!
H*<1 ik dat soms alles moeten doen ? Had ik
den heelen boel alleen moeten ra-ijden, nu er
geen heer en meester meer aan 't noof t staat ?
Wat prait je dm voor onzin, dochter ? '
Hst oudje «prak hoe langer hoe harJer,
tmakte de kleine grijs* oogen nog grooter
open, trok A", wenkbrauwen op het la^e
gerimp-lde voorhoofl hooger op en kèi maar
niat van hare verbazing beko nen. Ooi Gols
wil, sprsek tcch dochter l Zag wat ju bedoBlt?"
Maar Krysta scieen niets te zien of te
hooren.
Ach moeder, moeder," herhaalde ze met
smart in haar stem: Wavom heeft hij hier
in huis gewoond? Waarom heeft hij me aldoor
zoo echter de hi»len gezeten ! Dag
en nacht heeft hij me rmgeloopen o'
moeder, ik ben zoo diep rampzalig !"
Haar stem verstikte in tranen, de handen
vielen elap neer. Ze lag op hasr ru»
haar smal bleek gezichtje scheen in de°va!e
schemering als van was te zijn. Na een poo'j;
begon ze weer met eea zachte, d)ch gejaagd s
sten: B?n ik ooit uit dansen geweest? Heb
ik ooit achter een heining staan praten of
gekheid gemaakt met andere jongens? Ik wilde
nem trouw blyven, op hsm wachten. Wat ik
hem gezworen keb, dat had ik willen houden.
En toch heb ik 't niet kunnen doen ! ... ik
tol 't niet "
Da oude vrouw zuchtte. Ja-ja! ja j»! dat
alles is waar j 't is waar! Maar wat kan men
er aan doen? Daar is nu niets m-.'er aan te
vera ideren, arme ziel!"
Weer stilte. Daarop begon Krysra opnicu^
no» zachter, als voor zich zelve f prekende:
Hij had zóóreel vertrouwen in mij... net
zooveel als in zijn eigen. Denk aan mü, Kiyjtal
heeft hy gezegd, denk altijd aan run. l De wacht
meester had hem reeds bij den schouler voor
uit geduwd de ar deren waren al big de
brug en hy hetfc nog telke; s weer 't hoof ]
omgewend en geroepen: Vergeet ms
nie*Kry-tal Zul je altijd aan mij der.ken? Ei z,'ó
hsb ik nu aan hem geJacht! 2óó b n ik hem
trouw gebleven!" Zs zjveeg geheel uifgepat
en zuchtte diep.
D i bijlsiagen hielden op; men hoorde duide
lijk hoe da overgebleven houtblokken door
krachtige handen in ds schuur werden terug
geworpen 3 doffi vensterglazen waren nu vali
buiten verlicht, de mian was opgekomen.
(Wordt oacoljd).