Historisch Archief 1877-1940
4
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1316
met micDscoop en reagentia, moet het
leven der cel bestudeeren en daar den
?oorsprong: der ziekte zoeken. Zoo, en zoo
?alleen, krijgt hij vasten grond onder de
voeten, en kan Siij de methode van het
etreng wetenschappelijk onderzoek doen
treden in de plaats van bespiegelingen en
theorieën, die men met den weideeden naam
van natuurphilosophie bestempelde.
Reeds in 1852 kon Virchow schrijven:
?Alle pogingen van vroegere tijden om in
de pathologie een enkelvoudig (einkeitliches)
beginsel te vinden, hebben daarop schip
breuk geleden, dat men zich niet duidelijk
?wist te maken, van welke deelen van het
lichaam eigenlijk e reactie uitging en welke
de eigenlijke werking was. Ik heb vóór alle
?dingen getracht, het begrip ingang te doen
vinden, dat de cel feitelij k het laatst e
vorm?element is van alle levensverschjjnselen,
zoowel in het gezonde als in het zieke
lichaam, en dat van haar alle
levenswerkxaamheid uitgaat."
En over zijne methode schrijft hij later:
?Li^erstellingen, die tot de oudste over
leveringen der menschheid behooren, worden
onderworpen aan de vuurproef, niet slechts
van de ervaring, maar meer nog van het
?experiment. VLOT de ervaring worden be
wijzen geeischt, voor het experiment betrouw
bare methoden. O veral dringt het onderzoek
door tot de fijnste, voor de menschelijke
zintuigen bereikbare toestanden."
Laat o's den Meester zei ven het woord
geven, waar hij de vol der cel beschrijft.
»De cel is de zetel der werkzaamheid,
het elementaire gebied, waarvan de aard
der werkzaamheid afhangt, en zij behoudt
slechts zóó lang hare beteekenis als levend
element, als zij werkelijk een onbeschadigd
geheel vormt... Eerst sedert het begrip
3er cel den strengen vorm heef t verkregen,
waaraan ik, niettegenstaande alle verwijten
van pedanterie, fteeds heb vastgehouden,
?kan men zeggen, dat een eenvoudige vorm
is gevonden, dien wij overal weer kunnen
opzoeken, en die, hoe verschillend ook in
grootte, gedaante en toerusting
(Ausstatiung), toch in hare wezenlijke
bestanddeelen steeds op dezelfde wijze is aangelegd.
»Wij kennen geen leven, waarvoor geen
tnoederyorm moet worden gezocht 2) Eene
cel draagt de beweging van het leven over
op eene andere en de kracht dezer beweging
noem ik levenskracht... Elke cel op zich
zelf is eene gesloten eenheid, die in zich
zelve opgenomen heeft den grond, het be
ginsel van het leven, die in zich zelve de
voorwaarden draagt voor haar bes'aan en
dio tegenover de rest van de wereld eene
.bepaalde autonomie bezit."
En dan: »Wat wij ziekte noemen, is
slechts een begrip, waarmede w\j zekere
verschijnselen des levens van de som der
overige afscheiden, zonder dat in de natuur
zulk eene afscheiding bestaat. Voor de
taal zijn zulke abstracties onmisbaar."
Op den grondslag der 'Cellularpathologie"
berustten Virchiw's voortreffelijke studiën
over de vorming van abscessen, de ziekten
der bloedvaten en de ontaarding van
weefsels. Hier leverde hij het tas'.baar
beir\jp, dat aan de cel niet slechts te zien is,
dat zij ziek i?, maar ook hoe zij ziek is.
Zoo legde hij den grondslag voor de biologie,
de levensleer der cel.
1) Weetbl de Amsterdammer van 20Oat. 1901.
2) O.niis cellula a ctllula.
(Slot volgt). E. D. P.
iiiminmiiiiittiimuiimiiimiiiim
Muziek in ie Hoofdstad.
L«s contes d'Hoffmann" hebben ontegen
zeggelijk pbantasie De toestanden en situaties,
die er in voorkoaen, wisselen elkaar voort
durend af; nu eens zijn ze grappig dan weder
aandjen'ijk een andermaal ironisch. Dat EU
echter d»ze verhalen en sprookjes geschikt zijn
om als drama behandeld te worden zou ik niet
durven beweren. Wanneer man van een opera
tekst verlangt wat men gewoonlijk daarvan
«ischt, dai zeker niet. S:elt men zich nu
te,reden met een reeks van min of meer
aardige scènetjes, zonder samenhang en vol
onwaarschijnlijkheden, dan kunnen de vertel
lingen van Hoffmann, zooals ze door de bekende
franache librettoschrijvers Barbier en Carrézijn
Bijeengezocht en ingericht, genade vinden in
<le oogen van een publiek, voor hetwelk een
opera geen drama behoeft te wezen.
Jacq'ies Offjnbach behoef ik den lezers van
de Groene" zeker wel niet meer voor te
stellen. Met Lsccq heeft hij gedurende de
laatste 25 jaar de Operettenbüline beheerscht.
Misschien zijn beide componisten op zijde
gestreefd door anderen, overtroffen zeker niet.
Bekend is het dat Wagner zich eens zeer
gunstig heeft geuit over het talent van Off snbach,
natuurl\jk geheel beschouwd van het standpunt,
waarop men deze muziek moet beoordeelen.
Voor zoover m;j bekend is, vertegenwoordigt
Les contes d'floffmann" als eenling het genre
, op era" ; Offenbach's andere compositien toch
zijn allen operetten. Het talent dat de compo
nist op zijn eigenlijk 'domein heeft aan den dag
gelegd, verloochent zich ook hier niet; want
het werk getuigt van veel scheppingskracht.
De vinding laat den componist nooit in den
steek en de bewerking verraadt de kur.dige
hand van den er f aren meeater, die zijn tooneel
kent, zijn effecten weet te berekenen, en niet
alleen geheel op de hoogte' is van wat men
van de zangstemmen mag vorderen, maar ook
volkomen is doorgedrongen in de geheimen van
het orchest. Wel niet nieuw zij n de combinatien
der orcheet'nstrumenten, doch steeds smaakvol
en ongezocht.
De nummers die mij het meest hebben aange
trokken z\jn de frissche introductie van het koor,
de wals, het duet tusschen Julietta en Hoff
znann; dan het melodieuse duet tusschen Julietta
en Niclausse, het fiaale van het tweede bedrijf,
het trio tusschen Hrffmann, Crespel en dokter
Mirakel, maar vooral het trio tusschen Antonia,
de stem harer moeder en dokter Mirakel.
De componist heeft daarin waarlijk zulke voor
treffelijke muziek geschreven, zoo mooi van
stemming en van vinding, dat men alle onge
rijmdheden van het stuk vergeet, en gedwongen
wordt tot luisteren ondanks zichzelven.
Offenbach had een groot talent en men zou het
bijna betreuren, dat hij niet meer geschreven
heeft voor de opera," indien aan den anderen
kant, men het niet ten zeerste moet prijzen,
dat hij zijn talent geen ga weid heeft aange
daan en in het kader gebieren is, hetwelk
hem door de natuur wa? aangewezen ,
Zooals ik reeds in mijn vorig schrijven heb
medegedeeld, werd door dj Nederlansche
Opera en door het Amsterdam ach Ly sch Tooneel
het seizoen geopend met Offenbach's werk. i
Op het Leidscheplein had men bijzonder veel
werk gemaakt van de decors. Inderdaad ver
rukkelijk mooi waren de beelden die de heer
Coini voor den dag getooverd heeft. Toen O'y
npia, omgeven van verschillende dansende paren,
haar wals begon bood het tooneel een zeer
schoonen aanblik op, ook het nachtelijk aspect
van het tweede bedrijf was heel moti. De drie
dames hoofdrollen werden vervuld door rnerr.
Coini Francisca, Merr. B issa-Sommer en mej.
v. Dyk. Da eerste was geheel in haar element.
In n woord uitstekend zong en speelde zij
haar partij. Mavr. Bosse S )mmer had een zeer
goed uiterlijk voar de rol van Julietta, maar
züdetoneerde en vibreerde meer dai er eigen
lijk wel mee door kon; ook hinderde mij bij
haar evenals bij m P j v. Dijk bet vlaamsche
accent van haar Nederlandsen. Mejuffrouw v. Dijk
was overigens zeer verdienstelijk als Antonia
Wat zou Pauwels toch een goede
Huffmain zyn, als oak hij onze taal beter en
dialectrrij wilde behandelen. Van r at ure heeft
hij een zekere losheid en ongedwongenheid in
zijn bewegingen, die hem hier zeer goed te
stade kimt. Dan zya mooie stem... Waar
om toch geeft zich de heer Pauwels niet meer
moeite voor onze taal?
Mejuffrouw Lozin was een prachtige Niclaasse.
Hiar vol geluid drong steeds en overal met
gemak door, zonder te veel op den voorgrond
te komen.
De heer Koster zong zijn drie rollen uitste
kend en de heer v. d. Hoeck heeft vooral van
Frans een onovertrefbaar type gemaakt.
De andere rollen z\jn minder gewichtig, maar
werden zeer goed ver raid door de heeren Mart.
Smits, L de Backer, Poons, Cauveren enz.
Alleen het gewichtige partijtje van de stem
der moeder, had voor het goede effect van het
trio, door een zwaarder stem moeten bezet zijn.
Het orchest en het koor kweten zich zeer goed
van hun taak zoo lat de heer Desider Markus,
die de op'oering leiide, met voldoening mag
terug zien op het bereikte resultaat.
Do opvoering van het A;ntterdamsch Lyrisch
Tooneel bood eveneens veel genot. In enkele
opzichten stond züboven die van het
Leidscheplein, in vele andere punten kon zij daarentegen
dat peil niet bereiken. Voor alles moeten de
decors in het Paleis het afliggen büdie in
den Stadsschouwburg; ook wordt daar met veel
m-er zwier en chic gespoeld. Dat voorts in
het Paleis O'ympia en Hoffmann het eenige
dansende paar uitmaker, is dunkt me niet goed
gezien van de regie. Het mooie succesrolletje
van den heer v. d. Hoeck ging in het Paleis
bijna spoorloos voorbij Het orchest van het
Lyrisch tooneel daarentegen klonk mij meer
geacheveerd en nobeler van toon dan dat der
Nederl. op;ra.
Mevrouw Engelen Sswing vervulde alleen de
drie da nes-hoofdrollen. Daardoor werd voor
komen dat het publiek aan een der drie ge
liefden van Hoffmann een preferentie kon toe
kennen; maar mevrouw Engelen f peel de en
zong alle drie de rollen met zooveel verschei
denheid, ook wa-en hare costumes en grimes
zoo goad gekozen, dat men waarlijk verheugd
mocht wezen die belangrijke partijen op zo D
door en door voortreffjlijke wijze te hooren
uitvoeren. En de coloratuur aria u het duo uit
de tweede acte, n de scènetjes aan het klavier
in hst derde bedrijf het was alles mooi
Ik heb zeer gewonnen aan den heer Schulze.
Zijn stem mocht in de lage en middentonen
wat meer volume hebhen in de hoogte
is zij zeer goed en spreekt ook makkelijk aan.
De uitspraak is zeer duidelijk en beschaafd.
Ik geloof dan ook dat het Lyrisch Tooneel geluk
te wenschen is met den heer Schulze, zooals
ik eveneens ook desk dat de heer Schulze hier
een schoon arbeidsveld voor zich heeft, waar
bij veal kan leeren. Ia de partij van Huffmann
was hij nog wat stijf. Ietwat meer zwier zou
hier niet geschaad hebben.
Mejuffrouw Verhage, die de travesü-rol van
Niclausse zong, miste de diepte en volheid van
orgaan, die voor deze partij gewecscht was.
Mej. Domela Nieuwenhui j daarentegen gaf met
haar fraai en vol geluid een veel betere ver
tolking van de btem der moeder dan haar
kunstzuster op hst Leidscheplein. Voorname
lijk door haar toedoen werd het trio in het
derde bedrijf een Piachtleistung." De heer V.
Helvoirt Ptl behoefde zijn collega Korter niets
toe te geven. Dat de heer Boesnach (o. a.
Frans) zijn collega v. d. Hoeck niet kon eve
naren zeide ik reeds. De kleinere partijen
werden in het Paleis eveneens bevredigend
vertolkt. De heer Raabe leidde met groote
kalmte en rust het geheel. Summz
tummarum, in beide inrichtingen een goed verzorgde
voorstelling, waarbij het vooral da aandacht
trekt, hoe de Nederl. opera het stuk in een fraai
uiterlijk gestoken heeft en hoe elegant en los het
daar gespeeld wordt hoe het Lyrisch Tooneel
daarentegen veel werk gemaakt heeft van d*.
bezetting van enkele rollen en van de vertol
king der pirtiüe door het orchest.
Mij werd ter beoordeelfcg toegezonden een
leiddraad (No. 1) voor dit werk door J. v. d. B.
uitgegeven bij de Algemeene Muziekhacdel.
In dit nuttige boekske wordt een verhaal ge
geven van de handeling en een beknopt over
zicht der muziekstukken met notenvoorbeelden.
Of deze uitgave moet strekken om Vlaanderen's
Opera gids aan te vullen of wel te vervangen
is mij onbekend; maar wel geloof ik dat deze
gids of leiddraad nut za! kutten stichten.
Ik wil dit opstel niet besluiten zonder met
een enkel woord te gewagen van het afsterven
van den beroemden dr. Franz Wüllner uit
K? uien, een kunstenaar die zich op een zeld
zaam veelzijdig gebied heeft naam gemaakt.
Een paar jaren geleden heeft Wü'.lner
hier, op een matinee in het Concertgebouw,
eenige werken van Beethoven gedirigeerd en
daarmede bewezen dat hij tot de uitverkorenen
behoort. Trouwens zij die geen vreemdelingen
zy'n op de Rhijnsche muziekfeesten zullen
menigmaal het voorrecht gehad hebben Wü'lnt r
als dirigent te kunnen bewonderen, want dan
was hij in zyn volle kracht.
Wüllcer werd in 1832 geboren te Munster
in Westphalen. In zy'n jeugd heeft hij onder
richt genoten van Anton Schindler, den bekenden
famulus van Beethoven. In 1854 vindt men
hem te München, later te Aken daarna (in
1864), wederom te Mü:chen. Als directeur der
Hofkapelle (een kerkkoor) maakte hij zich ver
trouwd met de meesters der vocaal-periode, die
hem bekend waren als aan slechts weinig
anderen. De Chorübungen der Münchener
Musikschule" aanvankelijk met zy'n drie deelen,
later met zijn. vervolgnummers, ontstonden
tijdens zy'n werkzaamheid ah leider der
koorklassen aan die inrichting. Ia 'J50 werd
Wü'lner, als opvolger van Bü'.ow, kapelmeester
aan de hofopera en dirigeerde als zoodanig de
eerste opvoering van das Rheingold" en in
1870 van die Walkü-e". In«'77 begaf hij zich
als directeur van het Conservatoria <n en opera
directeur naar Dresden, doch reeds in '83 trad
hy' op als directeu- van het K>ulsche Conser
vatorium en leider der Gürzenichconcerten,
ter vervanging van den overleden Ford. Hlller.
Ia Eeulea ia zyn werken zeer zegenrijk ge
weest. De verouderde en sterk conservatieve
richtng te Keulen werd langzamerhand
onder zy'n leiding in het moderne spoor geleid
en Wü'lner was er voor beroemd dat hy steeds
eerst-opsroeringen vai nieuwe werken wist te
geven, vóórdat andere dirigenten er de ge
legenheid toe had ien.
Dr. L'idwig Wüllner, zy'n zoon, heeft zich
in de laatste jaren een grooten naam gemaakt
als zanger. Vooral om zy'n voordracht wordt
hy' hoogelyk vereerd.
Minder om zy'n gaven als componist, dan
wel als paedagoog zal de dood van Wüllner
ook hier te lande diep betreurd worden. lu
eerstgenoemde eigenschap toch is zy'n naam
eigenlijk slechts bekend door van de
mannenkoorcmtate Heinrich der Finkier".
A's paedagoog echter heeft 'hu menig jong
kunstenaar gevormd o.a. Willem Mengelberg
en Dirk Sctafer. Zjn aa-danken zal zeker
by' allen die hem gekend hebben in eere blijven l
Am AVERKAMP.
llltllllMIIIIIIMIIIIIIHMHIIIIIIUIIUIIHIIIMMIII
De Architectuur in hare hoofdtijdpirken,
door HENEI EVERS G.-oningen, J. B.
Wolters.
Van deze uitgave zy'n de derde en de vierde
aflevering verschenen, bevattende hst slot van
de architectuur in Perzië, de bouwkunst der
G'leken en ten deele die der Rjoieineu.
De reproducties naar photo's die den tekst
verduidelijken zy'n bizonder goed; de voor
stelling die men van de bouwwerken krijgt
is een zuivere. Het is een goede gedachte
geweest ook van de onderdeelen der bouw
werken, zooals van kapiteelen en lijsten af beel
dingen naar photo's op te nemen. Dit toont
het practisnh inzicht van den schrijver en zy'n
goed begrip van de waarde van het detail.
Trouwens, dit goede inzicht blijkt ook uit
de geteekenle details; want in afwijking vau
de gewoonte worden van vele kapiteelen niet
alleen horizontale aanzichten gegeven, maar
zy'n er ook isometrische perepectief-af beeldingen
van opgenomen, waarbij dan en dit verdient
bizondere waarJeering de maten zy'n inge
schreven.
Zoowel de zuilen-en-balkenbouwderG-ieken,
als de gewelfbou» der R>mei£.en zy'n op
degely'ke wijze in beeld gebracht. Van de
illustraties dienen vermeld te worden: de
leeuwenpoort te Mycene, de Pjueidontempel
te Paestum, de tempel te Segesta, het
Ereichteion, de Vestatempel te Tivoli, de S
uarnustempel op het Forum R>marium, de Toermen
van Ciracalla en de basiliek van Maxantius
te Rome.
Ook van verschillende beeldhouwwerken
bevatten deze afleveringen goede reproducties.
De kop van Laoccó' i had echter achterwege
kunnen blijven. Het verband tusschen de be
kende groep en de bouwkunst ia niet duidelijk.
O/er den teksten over het sy-tfeam dat by
het in elkaar zetten van dit boek gevolgd
wordt is het moeilyk een oordeel ta vellen nu
er nog slechts vier afleveringen verschenen zyn.
Zeker is het, dat de heer E'ers zich zeer
veel moeite geeft en dat hem, bij de samen
stelling van zy'n werk vele standaardwerken
ten dienste staan.
* *
*
De Architect, onder redactie van het
Genootschap Architectura et Amicitia.
H K einmann & Co., Haarlem.
Da twaalf Ie jaargang van dit plaatwerk be rat
afbeeldingen van oude en hedendaagsche bouw
werken, verder van kunstnyverheidsvoorwerpen
en van antwoorden ingezonden op prijsvragen
die het Gmootschsp A-chitectura et Arnicitia
jaarlijks uitschrijft.
De uitgave van zulk een G mootschap kan
niet anders dan dingen van zeer verschillende
waarde te zien geven Hat schiften der inge
zonden teekeniugen is een teer werkjs waaroy
met de gevoeligheid der genootschapsleden wel
degelijk rekening moet gehouden worden. Dit
ia dan ook de reden dat hier werk van zeer
verschillend gehalte wordt aangeboder, speciaal
wat de moderne bouwkunst betreft.
Van oude bouwkunst geeft deze jiarganar te
zien: de Barbarossaruïae op het Valkhof te
Nymegen, het Stadhuis te Sluis met de Krypta
van moderne bouwkunst vindt men er een
buiten- en een binnenaanzicht van de Nieuwe
Beurs te Amsterdam, een R'jwielmügazijn te
Dordrecht, een ijzeren Perronoverkapping te
Tilburg, het Hospiee Wallen te's Gravenhage,
de St. Josephkerk te Enschedéen ejn Ban
ketbakkerij te Rotterdam; verder nog twee
ontwerpen voor een Academiegebouw voor
Schoone Kunsten en een ontwerp voor een
«Ons Huis" in bnuit YY te A nsterdum.
Van oude kunstnijverheid: twee
Boerenwagens (in photo en in afmetingen), een
besohilderd houten Mummiekist; van moderne kunst
nijverheid: de Mozaiekvloer van S f. Sjrvaaste
Erp, een Albu-nband, een Schotel gedreven
in tombach-metaal en het Ontwerp voor een
omslag.
De verscheidenheid der onderwerpen doet
zien hoe veelzy'dig er door de leden van
Architectura et Amicitia gewerkt wordt. Kritiek
te geven over zooveel verschillende zaken en
van zoo uiteenloopende soort zou te ver voeren.
Slechts n opmerking: by'n werk dat onder
redactie van 'n architecten-genootschap wordt
uitgegeven mag men verlangen dat tenminste
alle platte gronden van een schaal zy'n voorzien.
De bestudeerirg der werken wordt door
gemis van een maatstaf soms zeer bemoeilijkt.
V. D. P.
Van de Patsielome Lelie, door FHEDEIUX.
VAN EEDEN. (W. Ver&luys 1901. Am
sterdam).
In dit boek verzamelde Van E_>den verzen
over verschillende onderwerpen in tijdsorie
verbonden. Als geheel zijn ze voor den dich
ter een overgang van strijd tot rust, van het
ongewisse vlotten zijner ziel als van een Wosm
tusschen wind en water tot een spreiden harer
bladen sereen in kosl kalme vijverkom onder
i ff in azuur, waar de kelk gewicht-loos
hangt tusEe'ien twee elkaar beoogende
a;thergewelven, om?piegeld, omspinnen van star kristal.
Maar zoo puur-nijO', zoo zoa-reiu ik deze
strofen vini als de uitingen van een artis*,
die zich geheel geeft ain de bewerkiug van zijn
onderwerp in gewijde aandacht, in liefdevol
geduld want dit aeht ik onmiskenbaar zoo
wcerzinwekkerd, zoo bedriegelijk schijnt mij het
goisdienstig deel vau hun in'ioud; dit laatste
ook voor oppervlakkig denkende en toch wel
moderne menscben, gelijk er nu zoorele zijn.
Ja, aan ds bewerking vac zijn stof geeft hij
zich naar ik zeide, maar niet aan dit object
zelf, aan zijn God. Indien het mij vrij stond,
dan zette ik in plaats Antwoord b iven het slot
vers Vraagleeken. Want de hier bsreik'e rust
is voorgewend, gelogen; daar tij doet of hij
die vermoedde macht reeds kent. Het is slechts
geloof in een godheid en geloof geeft slechts
beru:tinp, wetenscbap alleen geefc rust. Hij
mag een grao*, een geniaal tweede-rangs-dichter
wezen, bij mag veel doen genieten bij de ver
zen, waarin blijkt, dat hij veel meer natuur
studie onder de knie heeft Lier in littira:ren
vorm verwerkt dan de meeste auteur?, maar
toch zijn er oojenblikken, waa-in msnigeen zijn
Paisielooze Lelie met wortel en tak zou willen
rukken, niet uit het zuivere water
derNituurwetenschap, waarmee hij dit produkt van zijn
geest drenkte, maar wel uit het viese, dikke
drab vau T ico'oTje eu M^tapbysica, met welke
deze plant werd gevoed in een vijver van »den
wijngaard des Heeren." O die tale Kanaais,
o dat q lasi-cbr.slendom, o die Gol met een
dikke o! O, dit modern-socialist sch domk
jargou, die tweede herziene, maar niet eens veel
vrroeterde druk der predikanten-litteratuur van
1810 op 'GO, die zoet-!; ff: reproductie van
Scüepper- en Scheppiogslcft ederen, die psalmen
a la B.ets en T n K»te, al gebeurt het dan
ook in ni< uweren vorm. Wat een tokkelen van
de harpe Davids met stemmig-iwtrt garen
handschoenen aan de vingeren!" Wat een
hutspot der door elkaar gestamp*e wereld
beschouwingen van Tjomas van Aquino en
Darwin, van Piolemeus en K-ppler, een aan
elkaar lijmen van theologische en philosophische
zienswijzen, die elkaar absoluut uitsluiten. Wat
een manage suns raison van tweederlei moraal,
wat een valscb-lieve eind-eeuwsche harmonie
waar het eind van weg is en de eeuw ook
tussc'en elementen, die net zoo gosd bij elkaar
pissen a's egyptische hierog'yplien op de poort
ejner gotbieke kathedraal of germaansche runen
in een chinetschs pagode. Neen, ik heb me
om het in het Naderlandsch van De Standaard
uit te drukken aan het geloof vaa Van
Eeden maar niet kunnen verkwikken." En in
ernst: ik kan m? zoo begrijpen hoe wantrou
wend de Mïixsten hem op vergaderingen hoo
ren spreken over zijn kolonisatie-plainen, ook
al zouden die vilkomen logisch ziju^?hierover
kan ik iiog niet oordeeltn wanneer ze hem
in verzen zien verrijzen half als een apostel,
half als'een letterkundige dominéranlSlO?'60.
Als Van Eeden nu ereis als een kerel in zijn
verzen alleen dat van de goddelike macht ver
telde, wat de Natuurwetenschap en abso
luut, geen andere d»n deze hem hiervan aU
logisch aannemelijk verklaar1', dan zou hij ons
heel wat frisscher k'.«st voorzetten dan die ge
dichten doortrokken van clericale wierook, dan
die bjelden ontleend aan den Bijhei, waarmee
Lij zijn Gjdsbegrip niet alleen dekt, maar het
meteen o )k verduistert. Watit ik vraag hem
nu op zijn geweten af of d*t vjor Lèn, met
zijn kennis van de verschijnselen der erfelijk
heid niet gelijk staat met lastering, cm te spre
ken van een toorn machtig God, eeu beul, die
tot in het vierde geslac'it de zonden dtr ouders
wreekt. Hetzelfde g Idt natuurlijk Liet voor
een orthodcx-gcloofig dichter; die heeft dasr
van zijn standpunt Let recht, toe, maar voor een
man als Van Eeden is dit ódk in verzen weer
zinwekkend, eu bij doet daarin all hans te
ernstig en is dit ook veelal om zich te kunnen
redden met een: Nu ja, dat moet je niet zoo
letterlijk opaemen !
Meer dan ik hier kan uiteenzetten, stonden
Kloos, Verwty en Van Enden, althans indirect,
onder den invloed van den Spinozist Van Vloten,
en direct onder die van Vondel, en leefden ze
met heel liun hebben en houden nog in de
geestelijke sfeer van de XVIIi EJUW. Gorter,
eens van de N. Gidsriclitirig, stond evenzeer zoo
sterk onder Spinoza's invloed, dat bij diens
philofop'iie voor een deel naar men weet op
maat bracht. Die gedich'en zijn dan ook ver
moedelijk slechts de producten van een
onvermijdelijken strijd tusschen Van Eedeu's min of
meer spinozistisch denken ook in economische
questies met zijn gëdrfde katholieke ins'itcten
en faatasië,i. Vandaar dat hij in Het Lied can
Schijn en liezen en ook ia dit boek met Spi
noza's atnor Dai intellectualis op de maat
der terzinen van den roomschen Dante stijft
langs het moeilijke pad van Rsie en R^cbt
naar de Waarheid, wier openbaring hij nog
altijd begeert. Ei zoo is bij met al ziji gescharrel,
ondanks die scbijnbaar dwaze combinatie, niet
door redeneering, maar tastend raar de toekomst,
op gecoel af geniaal! Want aldus wijzigt bij
gaandeweg zijn katholieke neigingen en verbeel
dingen onder den invloed van israëlitische wijs
begeerte, zóó dat hij waarschijnlijk eens zal
vinden de innerlijke eenheid vaa verstand en
gevoe1, de zoete rust van de Pussielooze Lelie
in de naderende Parijsche Aera, in het
Messiaansche Rijk, in het Derde Rome. ...
Nu nog enkile aanmerkingen over
verschillecde verzen op zich zelf. Bij 't Fcricachten
der Liefste klinken de regels:
En tranen zullen kom^r, daar mijn ziel
'tGiheimais onzer hef.le niet begrijpt,
wel wat sentimenteel A-in mijne Liefde meer
proza dan poëzie, de maat eer belangwekkend
dau mooi, Wandeling meer oog- dan oor
dichtkunst, en Voor Tonnie eindigt zwak. De
heet-koele" zomer-aiorgenschijn uit De Reyen,
welke dj Algoede geeft," behoort tot het ge
bied der metaphysica. In Onze Tijd treedt Van
Eeden a!s boetgezant op, echter m een gewoon
jasje, in stee van het gebruikelijke kemelsharen
kleed. Niettemin imiteert hij hier heel knap
Vondel's verzen-structuur en gedachtenloop,
gevo'g van een werkelijk terugleven,
terugdroomen naar de XVlIe Eeuw. Bij hem is dat geen
naiiperij, maar nabootsing in den guu tigsten
zin. Hij vervalt hier echter met p'irases van
de lieve Natuur tot een allang verouderde
rhetorica en hij, die toch Darwin keut, moest
over die liefheid nu tocli eens uitscheiden; juist
omdat onze samenleving nog zoo in een natuur.
toestand verkeerd, daarom is die zoo lief"
Van Twaalf Sonnetten vertelt hij in het eerste:
waar bezij ons sneuclen
vol sterken, min gesteund d )or 'c kwaad gedrocht
der waan vermand, waar wij bij ttaag, zacht
keuv'len
bittre ellenden hebben overbrocht.
Dit behoort alweer tot des rijms euvelen. In
II stelt hij nog al pathetisch geestelijk lijden
erger voor dan lichamelijk; ook lang niet
altijd waar. lii III treedt als onwrikbaar ge
richt 's hemels procureur-generaal op, die elke
«zondaar" zijn portie geeft; V bevat de heele
strijl van den dichter en herinnert door de
gedachten aan Spiaoza's zoeken naar waarheid,
door de beelien aan Dante. In X wordt de
theoloog in hem den natuur-onderzoeker door
een werkirg zeker van het Dubbel Ik van Van
Eeden den auteur te sterk en spreekt hy' van
het ,vroom" verstand. Dat heeft iets van een
college ia de wiskunde geopend ,met gebed."
Wat een schijnheilig gekwezel of iets wat daar
aan grenst. Neen een kerk-\a\ is de vogel van
Pallas Athene niet. Dan vo'gen een paar
engelsche verzen, een herinnering aan de periode
onzer litteratuur, to?n de N.-G dsmannen voor
een deel teerden op d; groote bourgeo's-pcëtea
van Albioa. Maar a voor den eens anglo-philen
Verweij ei voor Va^i Eden schijit die tijd nu
toch vervlogen door de botsing van bet
HolUndsche Ris met het Angelsaksische ia Afrika.
Want vlak ac'iter die vier gedichten staat':
De geboorte eener Natie geschreven bij het begin
van den laatsten oorioj ct. 1899, waarin hij
de wording ziet eener machtige
Zuid-Afrikaansche Republiek. Nu kan hier wel aan toege
voegd worden, dat ik voor mij als zoo velen
nog niet geloof, absoluut niet, aan de duurzame
onderwerping der Bieren, veeleer dat ze met
de Afrikaander Britten, welke eer maal dolt niet
langer door de Europeesche geregeerd willen
worden óf opstaan, zoodra Engeland het te
kwaad krijgt met Amerika om Canada, met
Rusland om Hindostan en met Frankrijk om
E.vpte of aat ze eens door den volkswil van
de geheele M 'nschheid eenvoudig verklaard
worden ts vormen een zelfstandige provincie
van eeu Wereld Unie.
Hierna vang; een cyclus aan in den vorm
van een D ie-E^nheid God fn Mensch, eigenlijk
G >d de Vader, Aarde, de Moedermaagd en
Jezus, de Zoon en daarna Nemesis een soort
wereldgericht: de ondergang der plutocratifche
maa'schappij. Helaas leent zich die versvorm
niet licht tot uit het hoofd leeren, vandaar dat
zij als soc'a'e poëzie door de strukfuur ten
deele het doel mV.. M n kan die gedichten
niet populair maken, en d.t is een eerste
vereischte voor proletarische kunst iu den enjsten
zin des woords. E'jn goed socialistisch dichter
kan slechts de man zijn, wiens liederen het
volk van zelf meezingt. Dit zijn te veel zangen
alléi van Vai Eeden, niet de directe rcfl.x in
rhyfmen, in klankgolven en lichtbeeldan van
electrisehe stroomen, die trillen in de hersens
van mülioener. Geef die strofen aan een arbei
der in handen en honderd tegpn een zal hij U
zeggen: N -er>, meneer, dat is je ware niet,
zonder recbt te weten waarom. Na hetgeen
van de inleid ng al ve-meld wert1, behoeven
hier verschillende «?stichtelijke" regels uit God
en Mensck niet afzonderlijk aangehaald te worden.
A leen van XX moet it op-nerkeo, dat bij een
beeld zier wanstaltig hstft gemaakt door de
zegswijze:
Ai, zeil getroost, u leidt een richtvuur G )d?,
ten haven uit van mijn beschroom Ie lippen, enz.
Men keert dan uit den hem il naar de aarde
terug: II van deze serie had inniger geklonken,
wanneer hij had geschreven: «-Ik wil uw oud
gelaat weer doen herblosien" voor »Ik wil uw
oud gelaat herbloeien doen"; V over de vogels
is lief vai toon, VI raak vaa visie, VII trtff;nd,
IX mooi gedacbt, XI echt en puur juist
omdat God er aan ontbie kt. In I van Jezus
gaat de Naiarener hem vol erbirmen terzijde
maar juist een socialist steat anders tegenover
deii grondvester van het middeneeuwsche
we!dadigheids-tysteem, de aalmoezen-geverij ad
saeculum saeculorum, die toch niets helpt. Wie zich
schaart onder het Roode Vaandel beschouwt
dien edelen maar kinderlijk-onwetenden idealist
zelf met... deernis. Buitengewoon tt^rk door
de intensiteit van de rjmen vind ik hier II;
ook III en IV zijn goed. Nemesis, waar lij in
II, III en IV di stelen ia pum! ziet en de
straten met gras bedekt, de pleinen leeg, geeft
een nog al onzekere toekomst-fantane; V daaren
tegen onderscheidt zich door een pijnlijk scherp
beeld. Hij vergelijkt daar een onschuldig
stadsdamMj», met een vogel, dat heil frisch en naïf
kwtch opgesloten in een kooitje, opgehangen ii
een bordeel. Ten slotte: de Onterfden en Uit
komst, het eerste proletarische vereen, li ;t laatste
los werk, Levens-Wonder weer een knappe Vondel
nabootsing Herteken, raïf en zacgerig, School
der Minne erg banaal, Hei Leeuwerik, echte,
rbytmiscb gedragen natuur poëiie, De Planeet, zeer
verdienstelijk door die langzame maat, van
bepeinzing en de intensiteit van den indruk. De
bundel eind-'gt met een Aanroep tot de schimmen
van Beethoven en Bach om tot rust te komen
en een Antwoord daarop, reeds vermeld, bet be
reiken van den zielevrede, tymbolisch voorge
steld door de Pussielooze Lflie, de Litus der
Boeddhisten, niet meer beroerd door de s'.ormen
van winden en wateren, blanke vlam in zalig
Nirwana, zielebloem bloeiend op aarde en toch
ver'oren voor deze wereld in zijn opstaren en
smachten caar de zon, die omlaag blikt den
hemel Virgeten en met zijn licbt-bJaden uit
azuur de aarde omvaamt in een drang van godde
lijke liefde. O/trigens kan ik nog, uitdeeoec'e
verzen een greep doende, noemen: De Water
lelie, Aco/id in de Stad, De Noordewin/J, Voor
de Liefste, Voor II, To Lady W., Ta the lady
Katharine of Btlcoir, John Ruskin en het vol
gend sonnet mag wel beschouwd worden als de
quintessence van den ganschen strijd, als een
verhaal van de geheele reis door den dichter
reeds afgelegd met een blik vooruit op de baan,
die bij nog beschrijdea zal in de tijden, die
komen en als een sprektnl voorbeeld zijner
verbinding van eeu Spinozistische denkwijze met
Danteske fantasie en zonder zijn groote fout,
misbruik vaa theologische rhetorica:
llllllllflIIlUHIlflIftUIIIHflflIlllftCIIHtlllllllll
40 cents per regel.
IIIIIIIIIIIIMIIIItHtlllllllllltlllllllllfnitlllllllllllltllllltllllHllll
KAMSTRA's Matrassen-, Bedden- ea
Slaapkamer-Meubelfabriek, S n eek.
BED DER TOEKOMST met 10 jaar garan
tie. Leverde sedert 1S9Üpi. m. 7OOO
stellen. Geïllustreerde Prijscourant grati».
Honderden bewijzen van tevredenheid.
Specialiteit inENGELSCHE LEDIKANTEN.
Piano-, Oriel- en MnzielWel
MKYUOOS <& K ALS HO VEST,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Huur.
Repareeren Stemmen Ruilen,