Historisch Archief 1877-1940
F. 1319
DE AMSTERDAMMER
A°. 1902.
WEEKBLAD
NEDEKLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post / 1.65
Voor Indiëper jaar » mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar U.12'/i
BK bl«d ii verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard de« Capuciues tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag 5 October.
Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel 0.40
A-unouce* uit Duiteehland, Oostenrijk e» Zwitserland worden uitsluitend aangenomen do«c
de firma RUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma.
/I M H O U Dt
VAN VERRE EN TAN NABIJ : Bed«.
ErgerIJjke onwaarheid." De Schadevergoedingscom
missie, door H. Een gesprek met Zola tijdens
het Dfeyfus-proces. Kleeding en voeding op
school, 4oor Secans. Brief ait Utrecht, door
Jan van 't Sticht. SOCIiLE
AANGELEGENHEDEN: De Kamers van Ai beid en de
Verbruikersbond, II, (Slot), door mr. dr. H. S. Veldman.
KUNST EN LETTEREN: B. J. Stokvis f, (met
portret), door Prof. J. Werthéim Salomonson
Eraiie Zola f, door 8. P. Oordeelvel
lingen over Zola, van Christelijke zijde.
Frederik van Eeden en de woordkunst, door Otto
Knaap. Jörn h!, door mr. J. A. Levy.
Verkooping in de Brakke Grond,'' door J. W. N.
FEUILLETON: Ki-ysta. Poolsche novelle, van
Maria Konopnicfca. Naar het Dnitsch, door M. v. O.,
IV. RECLAMES. VOOR DAMES: Gehoopt
en niet verkregen, dfloi1 Elise A. Haightofi.
Gewone vrouwen, door Estella. Dagteeken- en
Kanstambaehtscbool voor Meisjes. Bericht.
Zorg voor gebrekkige kinderen. Allerlei, door
Caprice. SCHAAKSPEL. FINANCIEELE EN
OEOONOMISOHE KRONIEK, door D. Stigter.
SCHETSJES: Krefcels. Naar het Fransch, van
Adolphe Brisson. INGEZONDEN.
ADVEETENTIEN. -','.'. '.'-..
?HIIIIIIHlhlimiimUMImtnillllltllMUIIIimmilllllllMlimHIHIIIIIIIIIIIII
ZBEHDIE.
Onder de tegenwoordige Armenwet,
die zelfs door een Christelijk
Kabinet niet verbeterd wordt
«VARKENS HEBBEN BETER VERBLIJF.
Aan den Krakeelschen djjk raby
Hoogeveen is
EEN GEZIN IN EEN HOK GEHUISVEST.
Het hok is van
PLANKEN, WAARTUSSCHBN VELE BEETEN.
Van boren is het gedekt met
PLANKEN, DIE OVERAL DEN KEGEN DOOBLATEN.
Aan den overkant is een
OBOOTE OÏENING, ZONDER BENIGE AFSCHTJTTING.
TOT SLAAPPLAATS DIENT DE NATTE, KILLE GEOND
waarover een dun laagje stroo; tot
IEDEKKINÖ«VOOR DEN NACHT BENIGE LOMPEN.
DE OUDERS MET VIEK KINDEREN (VAN 2 TOT
13 jr ) SLAPEN ALLEN BIJ ELKANDER .
Mede DQOR SLECHTE VOEDING, VOORAL 's WIN
TERS ZIEN ALI.EN ER LIJDEND UIT.
Midden in het hok, wordt van sprokkel
hout een vuurtje gemaakt, waarop ....
Maar wie kan, kome zien.
G BOERSMA,
Predikant.
Hollandscheveld, 20 Sept. 1902
Bovengenoemde MENSCHEN zijn als
dakloozen in dit hok voor buiienloopende KOEIEN
gevlucht, n hebben geen uitzicht beter huis
vesting te verkregen. Maar daarenboven zijn
bier
VELE GEZINNEN, DIE
ONBEWOONBARE KROTTEN BEWONEN.
Ondergeteekenden ontvangen voor
dergeIflke gezinnen gaarne ondersteuning.
C Th. BROEKHOFF, Arts.
Jb. v. d. HAAR, Winkelier.
F. BRANDS, R o l. school.
allen te HolIaodachevelJ.
De redacties van andere bladen worden
beletfd verzocht dit over te nemen."
IMJMJJIHimUHtUtlllMllllllllllllimilllllllllllHllllllllllllim
Ergerlijke onwaarheid."
Naar aanleiding van onze plaat, opge
nomen in het weekblad van verleden week,
gchrijft het Handelsblad als volgt:
De Zwijger en de waarheid.
Het groene" weekblad van deze week is
vergezeld van een plaat over de verkiezing in
district IX, met bet onderschrift:
WILLEM DB ZWIJGEE. Waaraan heb ik het
verdiend dat mijn naam ea Maraix' lied gebru kt
worden bij dit kabaal, om het halve Neder.
landsche volk zijn recht te onthouden?"
Wij vragen: waaraan heeft De Zwijger het
verdiend dat hem een tastbare onwaarheid in
den mond wordt gelegd?
Bedoeld woidt natuurlijk, dat wie geen alge
meen stemrecht wil, aan de helft van het Ned.
volk zijn i»tM onthoudt.
Meent ffliïflaarmede de vrouwen die ruim
de helft van ons volk uitmaken ? Natuurlijk
niet. Het verwijt doeli op de mannelijke Neder
landers die niet mogen medestemmen.
Is het waar, dat deze ,het halve
Nederlandgche volk" vormer, namelijk van de
Nederlandsche mannen P
Laat ons zien. Het getal mannen boven 25
jaar bedroeg in 1901 1,176,703, het getal kie
zers voor de Tweede Kamer indat jaar 609,511.
De jgrooUte helft heeft dus reeds kiesrecht.
Maar de overigen, die niet op de kiezerslijsten
voorkomen, maken dan toch ongeveer de helft
uit, zal men zeggen.
Dat is zoo. Maar daarom is het nog niet waar,
dat aan die kleinste helft het kiesrtcht wordt
,onthouden."
Of is het osrechtvaardige onthouding" wan
neer men niet als ezers toelaat: de gevangenen,
de krankzinnigen, de wanbetalers van belastin
gen, de personen die zóó onzelfstandig zijn dat
zij bedeeld moeten worden ?
Het aantal dier uitgestotenen bedraagt eenige
honderdduizenden. Zoo daalt het getal mnnneu
wie het kiesrecht , wordt onthouden", al tot
een derde of een kwart.
Maar er is meer. Het getal kiezers, krachtens
andere reden dan belastingbetaling, bedroeg in
1901 slechts ruim 45,000. Een belachelijk klein
aantal. Waarom is bet echter zoo klein P Omdat
vele tienduizenden werklieden en nijveren, die
om een andere reden kiezers konden zijn, nalaten
de kleine moeite van aanmelding zich te ge
troosten. Niet eens een aanmelding elk jaar,
want wie eenmaal wegens zijn huur kiezer is
geworden, blijft dat zoolang bij niet vwhuist.
Dat hebben wij, sedert de bestaande kieswet
er is, elk jaar den werklieden voorgehouden. Ea
dat heeft Het Volk de vorige week ons nagezegd.
Men beweert wel, dat het een onrecht i«, van
de werklieden een aanmelding te eiscben, terwijl
de beJastingkiezers vanzelf op de lijsten komen;
maar ook dit is onjuist. De belastingkiezers
moeten zich eenige malen 's jaars den gang naar
den ontvanger getroosten, wat vaak heel
tijdroovënd is. Is het dan te veel gevergd dat
anderen, op wie die last niet druk», zich de
moeite geven nmaal zich aan te melden ten
stadhu.'ze? Ook dat hebben wij al herhaaldelijk
.opgemerkt. '
Het staat dus vast dat van de helft der Ned.
mannen, die geen kiezers zijn, zeker de helft,
wellicht driekwart, die bevoegdheid missen of
om juiste redenen van uitsluiting of omdat zij
zelf toonen haar niet op prijs te stellen.
De woorden die De Zwijger volgens de plaat
spreekt, bevatten dus een ergerlijke onwaarheid.
Ei die onwaarheid wordt verdubbeld door ona
blad er bij te halen, dat zien heeft verzet tegen
de te enge categorieën der kieswet-Van Houten
en telkens er op heeft aangedrongen het kies
recht uit te strekken tot allen die in bun eigen
onderhoud en dat van hun gezin voorzien, gelijk
in het ontwerp-Tak was voorgesteld, en wat ook
«eer vele anti-revolutionairen verlangen.
En nu vragen wij nogmaals:
^ Waaraan heeft De Zwijger het verdiend dat
hem onwaarheden in den mond worden gelegd?"
Wij hebben dus twee fouten gemaakt.
Ten eerste een e, die men een rekenkunetige,
ten andere een, die men een van
historischpolitieken aard zou kunnen noemen.
Aan het halve volk tracht men het
stemrecht te onthouden.
Wij rebenden daarbij aldus:
In 1901 woonden er, volgens de laatst
door ons geziene opgave, tijdens de verkie
zingen te Amsterdam: 96.36G mannen en
119.707 vrouwen, boven de 25 jaar oud;
daarvan hadden kiesrecht 45.715 dus de
kleinste helft.
De bevolking van Nederland bestond
uit 1.167.495 mannen en 1.232.271 vrou
wen boven de 25 jaar. Het kiesrecht
hadden: 569.771 wederom de kleinste
helft 597.724 waren er van verstoken.
N« heeft het Handelsblad een middel
gevonden om die 597.724 te verminderen
met de helft of driekwart m. a. w.
om van de pl.m. 000 000 er 300.000 of
200000 «wellicht" 150.000 te maken.
Afgetrokken van het cijfer moet worden,
allereerst het getal der gevangenen.
Volkomen juist.
Afgetrokken ook het getal der krank
zinnigen.
Alweder volkomen juist.
Wie een strafrechtelijk vonnis te zijnen
laste heeft, of wie aan verstandsverbijste
ring lijdt geen enkel voorstander van
algemeen stemrecht zal den zoodanige tot
de stembus toegelaten willen zien.
Maar nu verder.
Men lette wel op: het Handelsblad stelt
zich zelf op het standpunt, dat wij het
algemeen stemrecht willen en, zal dan toch
bewijzen dat wij een ergerlijke onwaarheid
schreven! En nu doet het alsof ook wij
het een r-eehtcaardi-ge onthouding zouden
kunnen achten, a.'s men de ... wanbetalers
van belastingen en de bedeelden uitsloot.
Nooit hebben wij iets in dien geest
beweerd.
Wanbetalers, ziedaar in de koopmans
taai de aanduiding van een zeer slecht
soort van individuen; lieden die koopen
maar nalaten te betalen; wanbetalers van
belastingen echter zijn in den regel
menschen met wie men diep medelijden moet
hebben, aangezien zij eenvoudig te arm, met
hun gezinnen te behoeftig, zijn om den
fiscus het gevorderde te geven. Hoeveel
duizenden en duizenden arbeiders loopen
niet elk jaar, tengevolge van de onzekerheid
van zelfs de karigste verdiensten, gevaar
icanbetalers te worden, en deze menschen
zou men nog bovendien het stemrecht
willen ontnemen.
En de bedeelden? Maar een groot aantal
van die bedeelden bestaat juist uit personen,
welke door werkeloosheid naar de arm
verzorgers worden gedreven, en de overigen,
welk zakelijk of zedelijk motief kan er
zijn om hun de deelneming aan verkie
singen te ontzeggen? Het Handelsblad
laat als zakelijk motief hooren, dat zij zóó
onzelfstandig zijn. Onselfstandiger dan het
f ros der ambtenaren, der pachters,der
wineliers, der bedienden enz. ? 't Zou de vraag
kunnen zijn of onder de onzelfstandigen
niet de bedeelden nog het minst afhankelijk
waren. Maar zij zullen zich zoo gemak
kelijk laten omkoopen, is misschien de be
doeling. Welnu, indien het gemis aan be
staansmiddelen de armen omkoopbaar
maakt, hoe zou men dan reeds onder het
kiesrecht, zooals dit thans wordt verkregen,
daarvan niet moeten hooren ? En een
zedelijk motief om de bedeelden en de on
vermogende arbeiders het kiesrecht te ont
houden, bestaat wel allerminst. Al die
wis leelden, die men uitsluiten wil, zijn in
elk opzicht onderworpen aan de wetten
van den Staat. Van geen enkelen plicht
worden zij ontheven. Zij moeten hun
diensten bewijzen als ieder ander, en be
lang bij een betere inrichting van den Staat,
wie heett dat meer dan zij, die zoo treurig
' onder de gebrekkigste toestanden lijden ?
Men zou dus, omdat zij ongelukkig zijn,
hun allen invloed op de wetgeving willen
onthouden. Van zulk een «rechtvaardig
heid" begrijpen wij niets ...
En uit een practisch oogpunt beschouwd:
Het Handelsblad, dat hen bij een
algemeece rechtsbedeeling wil vergeten, spreekt
immers bij elke mogelijke gelegenheid
als ... hervormer. Wat kan er dringender
voor een redacteur zijn dan den socialen
hervormingsarbeid te bevorderen ? Welke
roeping is hem heerlijker ? Het is de
allerbenedenste laag der maatschappij, veel
te lang verwaarloosd, voor wier belangen
en rechten hij zich vooral warm maakt!
Welnu, hoe kan het met zulk een
gemoedsstreven nu strooken, twee-, drie-honderd
duizend der meest belanghebbenden van
allen invloed te berooven? Wie zou,
als er van behartiging der handels- of
nijverheidebelangen sprake was, het in
het hoofd krijgen, b. v. meer dan de helft
der handelsmannen of der nijveren het
stemrecht te onthouden ? Het Handelsblad
zelf zou dit immers, krachtens zijn naam
en zijn wezen ... de grootste dwaasheid
en onrechtvaardigheid noemen. Mag, neen,
moei dat dau wel op soci'a»! g'Sbied ? Zeker
in den Staat, die zoo velerlei belangen in
zich vereenigt, zou het niet aangaan, alleen
armen en onvermogenden over de sociale
wetgeving te laten beslissen, evenmin als
uitsluitend handelaars of nijveren het laatste
woord te doen spreken over wetten, die
hun belangen raken ;.. . maar niemand
die zoo iets verlangt. Juist het algemeen
stemrecht, wil dit niet. Doch, zoo vra
gen wij, indien er van onderen sfeenigen
invloed had kunnen worden uitgeoefend,
zouden wij Nederlanders en het Handels
blad met zijn partij is daaronder niet de
minst schuldige zouden wij nu nog,
na een kwart eeuw van «vooruitstreven"
een armenwet te onzen laste hebben,
waarvan de schandalen niet zijn te over
zien ! Als een toestand van verwording,
waaraan de lagere klassen in zoo
menig opzicht zijn overgeleverd... in
wassende mate bestaat met welk
recht sluit ge dan de armen en armsten
van het kiesrecht uit, of is de Staat niets
anders dan een geld-instituut?
Vervolgens komt, in mindering van ons
cijfer, het aantal personen, die, volgens het
Van Houten kiesreeH zich toch nog zou
den kunnen aangeven als zij wilden.
Dat het geheele Van Houten-stelsel er
op is aangelegd om zooveel mogelijk ar
beiders kiezers tehuis te doen blijven, wordt
evenwel niet vermeld. Maar het Handels
blad gevoelt toch, dat er wel een soort van
bewijsje noodig is, om bet onrecht, gelegen
in de verplichting van de inisdeelden om
zich voor 't kiesrecht aan te geven, te be
dekken, en vraagt dan : moeten wij,
IelastingbieKrs, niet eenige malen 's jaars
naar den ontvanger loopen ? Eri dit is DU
niet iets, wat den schrijver zoo maar eens is
ingexalle^,*.. hij heeft het »al herhaalde
lijk opgenterkt.''
Pleit dit nu voor zijn scherpzinnigheid ?
Het overgroote deel van hen, die zich den
gang naar den ontvanger getroosten, doet
dat eenvoudig uit vrees voor waarschuwing
en dwangbevel. Hoevelen zouden hun kies
recht niet willen prijsgeven, als ze het
belastingbedrag in den zak mochten
houden !
Dat het een groot geluk is, zóó?eel in
komen te hebben, dat men er belasting
van kan belalen. z«l het Handelsblad ook
wel begrijpen... Welnu, zij die het geluk
hebben in die aangename positie te
verkeeren, krijgen als een geluk bovendien
hun stembrief thuis; terwijl zij, die
helaas, dat geluk missen ... hun stem
brief, om zoo te zeggen, ook nog moeten
gaan halen... Praat dit nu maar eens
recht! En als men van een partij van
on- en minvermogenden tegenover een
partij van bezittenden mag spreken,
gelijk zoo dikwijls toch in de praktijk voor
komt het f t dan de partij, die zonder
een voet te verzetten steeds den stem
brief tehuis krijgt, niet een grooten voor
sprong op haar tegenpartij, die lang vóór
de kiesrechtstrijd nadeit, als er iu het
zoo bezige en moeilijke leven bijna niemand
nog om een kiesrechtslrijd denkt, er zich
van moet voorzien ?
Wie redeneert hier nog over ?
Zoo heeft dus het Handelsblad van de
+ 600.000 alleen af te trekken, het totaal
der krankzinnigen en gevangenen, een
zeker percentage van hen, die nog stem
recht op aanvrage zouden bunnen
verbrijgen ; doch aan de 600 000 weder toe
te voegen, de tienduizenden, die tusschen
den 23 en 25 jarigen leeftijd, ofschoon zij
tot bijna alle mogelijbe functies geroepen
kunnen worden... en ongetwijfeld heel
wat frisscher van geest zijn dan de zeven
tigers en tachtigers buiten den politieken
strijd werden geplaatst!! Om nu niet
eens van de vrouwen te spreken, waar
onder er zoovelen zijn, die diep het on
recht gevoelen, dat hun wordt aangedaan,
waar alles wat de wetgeving betreft aan
haar medezeggingschap blijft onttrekken.
Waarlijk, wat het Handelsblad den
Zwijger in den mond zou durven leggen,
wtten wij niet; maar dit is zeker, als deze
groote doode zijn afkeer betuigt van het
kabaal, waarbij hij bij deze gelegenheid werd
gebruikt, en zijn naam en Marnix'lied
werden misbruikt, hij naar waarheid mocht
zeggen: dat dit strekken moest om 't
halve volk zijn recht te onthouden. Hij
drukte zich eer te zwak dan te krachtig uit.
Intusschen is hiermede nog niet alles
gezegd, waar het Handelsblad het cijfer
± GOOOOO tot 300,000 of 200.000 of
150.000 tracht te herleiden. Het kies
recht heeft ten slotte slechts waarde voor
de partij. De totalen der uitgebrachte
stemmen brengen de beslissing. En als
men dan van de hoogere, maar in getal
sterkte zwakkere klassen, niets afneemt,
en van de lagere drie vierde deel of de
helft weet buiten den kiesstrijd te houden,
! dan komt dit practisch hier op neer, dat
l het op die wijze beperkte aantal van
onen minvermogende kiezers zoo goed als
niets aan zijn kiesrecht heeft. Om een
voorbeeld te noemen zoo had men in
de hoofdstad vele jaren lang geen enkelen
anti-revolutionair onder de 39 raadsleden,
en zelfs nu nog niet n socialist onder
de 45! M. a. w. geef aan on-
ei^minvermogenden slechts voor een vierde of
een derde deel het kiesrecht en ge hebt
kans, dat gij de baas blijft in het
regeerkasteel. Deze eenvoudige, doorzichtige
overweging ligt aan v. Houtens-stelsel ten
grondslag, en nu heeft wel die bereke
ning een weinig gtfaald, daar in enkele
districten zich een deel der bezittende
klassen bij de niet bezittende heeft aange
sloten, maar in hoofdzaak is zij door
de uitkomst bevestigd, en baat dit
meerderheidakiesstelsel, bij gebreke van
evenredige vertegenwoordiging, onder uit
sluiting van een zeer groot aantal
misdeelden, den arbeiders en hun lotgenooten
zoo goed als niets. Wanneer men dat bedenkt
en dan eens de bovengenoemde cijfers be
schouwt, zou er niet nog een reden
te meer bestaan, om te spreken van
>het halve volk," dat men zijn recht
onthoudt ?
Z K> hebben wij dus, naar onze meening,
de zuivere waarheid gesproken in
stede, van gelijk het Handelsblad beweert:
«ergerlijke onwaarheid."
Doch wij hebbem, altoos naar luid van
het Handelsblad zelf: onze ergerlijke on
waarheid nog ^verdubbeld, door ons blad
(het Handelsblad) er bij te halen."
Hiermede wordt waarschijnlijk bedoeld,
dat Braakensiek den heer Boissevain niet
met de leidsels in de hand, het Wilhel
mus zingende, op den B^erenwagen had
mogen zetten.
Over deze verdubbelde ergerlijkheid een
volgenden keer.
De Schadevergoedingscommissie.
Mag ik voor 't onderstaande om een
plaats in uw geëerd blad verzoeken ?
Zooals bekend is, heeft de Nederlandsche
Regeering van Engeland £ 35,000 ont
vangen, om die te verdeelen onder de
schadeëischers die hun »claim", door
tusschenkomst van de Ned. Reg., aan het
Engelsche Gouvernement hadden inge
zonden.
De Ned. Regeering benoemde eene
commissie ter verdeeling, en deze maakte
eenigen tijd geleden de namen en bedragen
bekend, van hen die voor eene uitkeering
in aanmerking komen.
Dat dit voor velen 'n teleurstelling is,
behoeft niet nader uiteengezet, wanneer ik
slechts mededeel dat er van de plus minus
1100 eischers 580 iets zullen ontvangen.
Naar ik vernam heeft de commissie in
opdracht om aan hen, die de neutraliteit
schonden, niets uit te keeren.
Dus zij die politiedienst, brug of
lijnbewaking enz. deden, komen niet in aan
merking. Volgens 'n ingezonden stukje in
de Ilarlinger Courant, kan dus niemand,
die bij de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche
Spoorweg in dienst was, (plm. 900 van
de eischers) iets krijgen. En zeer terecht
opgemerkt, want van directeur tot
lampenist, heeft de N. Z. A. S. beambte, hetzij
direct of indirect, meegewerkt om de voor
Engeland vijandige menschen te vervoeren.
Ik wil evenwel verder gaan, en beweren
dat geen der eischers dan iets kan ont
vangen. De N. Z. A. S. M. beambten
werden onder bedreiging met ontslag ge
dwongen politiedienst (of zoo iets) te doen,
den overigen in Trans vaal aanwezige vreem
delingen, dus ook den Nederlanders, werd
door de Regeering opgedragen, commando.,
politie, brugdienst of iets dergelijks te doen,
waarmede deze ongetwijfeld ook de neu
traliteit geschonden hebben.
Wanneer de Ned. Reg. deze opdracht
wenscht doorgevoerd te zien, dan is er
absoluut niemand die iets zal kunnen
krijgen.
Doch moet de Ned. Reg. daar wel zoo
precies op zien. Volgens de Eng. Reg.
(zij dus die 't geld ter verdeeling toch
gaven) zijn slechts zij eeschrapt, die zoo
genaamd vrijwillig Transvaal verlieten. Die
vrijwilligheid is ongeveer gelijk te stellen
met 't geval van een inbreker die je een
revolver op de borst zet en je dwingt je
eigen huis te gaan.
Van de overige eischers (zij dus die de
neutraliteit schonden of zoogenaamd burger
werden) vernam ik niet, dat die door de
Eng. Reg. geschrapt werden.
Heeft nu de Ned. Rv;g. maar 't recht
die menschen uit te schrappen ?
Was Engeland dat wel van plan ge
weest, dan had deze Regeering zeer zeker
de gegevene £. 35,000 eerst verminderd
met 't bedrag dat door de (zoogenaamde)
burgers gevraagd werd, en had dus de
Ned. Reg. heel wat minder ontvangen.
Waar de Eng. Reg. dus deze menschen
wel schade wenscht te vergoeden, is daar
de Ned. Reg. minder edelmoediger ?
Ik meende reeds voldoende aangetoond
te hebben dat de houding der Regeering
tagenover de neutraliteitschenders onhoud
baar is, ik afcu gaarne de positie der
«burgers" eens nader willen beschouwen.
Het blijkt reeds uit het feit, dat de
Eng. Rag. de «Burgers", niet van de lijst
schrapte, voldoende, dat die het Burger
schap niet erkent en hun dus nog als
Nederlandsche onderdanen beschouwt.
Wanneer men deze meening niet is toe
gedaan zou ik willen vragen, waarom bracht
Engeland die menschen dan juist naar
Holland ? Waarom haalt Nederland die
menschen - dan met een oorlogschip van
Ceylon ? Doch bovenal waarom heeft de
NEDERLANDSCHE Eegeenng deze
schadeeischen aangenomen en aan de Eng. Reg.
doorgezonden ? *) Nog eens, de Eng. Reg.
beschouwt deze menschen niet als burgers.
Als uu de Ned. Rsg. deze niet als Neder
landers beschouwt, wat zijn deze menschen
dan? Niets! dat is toch'n onmogelijkheid!
Van wie moeten deze menschen dan
schadevergoeding vragen ? De
Transvaalsche Reg. heeft niets, de Eng. Reg. wil
ze niet, wie dan wel ?
Doch nu die gelukkigen, die volgens de
commissie wel voor 'n uitkeering in aan
merking komen.
Een atschrift der namen ligt voor mij.
't Allervreemdste vind ik wel dat er
twee heeren op staan die 2 j aar op Ceylon
gevangen zaten, schonden die de neutra
liteit niet ? Een er van liet maar eene brug in
de lucht vliegen, anders niet! Ook werden
deze heeren Burgers der Z, A. R., doch
dat zullen ze zich wel niet meer herinneren.
Burgers staan er evenwel veel meer op.
Menschen die politiedienst deden bij tien
tallen, zelfs de commandant van 't
Pretoriacorps.
Menschen, die vroeger gewoon vertelden
dat ze toen en toen burger der Z. A. R. ge
worden waren, zweren nu bij Kris en Kras
dat het niet waar is, en vragen om het te
bewijzen, wel wetende dat men 't bewijs
niet leveren kan. Doch moet de eerlijkheid
zoo beloond worden ? Moeten de eischers,
die er eerlijk voor uitkwamen dat ze bur
gers waren geworden, niets hebben, terwijl
zij, die der commissie wat voorlogen, met
'n groot bedrag naar huis gaan ?»Stelt
deze commissie dan premie op den leugen,
of denkt ze misschien zoo ooit goed achter
de waarheid te kunnen komen?
Doch nog iets anders en «eer leelijks
blijkt mij uit deze lijst.
Ik wensch mij slechts tot n geval te
bepalen. Op deze lijst komt ook iemand
voor met een der hoogste bedragen (de
man is ook burger doch ontkent dit
natuurlijk). Hij vroeg schadevergoeding
voor huisraad; varkens en koeien, .terwijl
de man geen kip bezat. Doch hoe zullen
*) Alleen het feit dat de Ned. Reg. de
schadtëiscben heeft aangenomen en doorgeaotd n
is eece erkenning van 't gemotiveerde dit r
eisenen, en verplicht de Ned. Reg. EU ook t> t
uitkeeren aan allen van wien ze de eisch aannam.