De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 5 oktober pagina 3

5 oktober 1902 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1319 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. baad als een melkkoe'je TOOI den fi-cus zal «ordtn beschouwd is te begrijpen, wsiit er B1 aan 01 s ia de naaste toekemst nog wat be langrijk* «Uigaven te wachten. Een electrisehe eent/sie die niet kan uitblijven wil de geratüBli Utrecht zich ia de rei der groo'e steden h«odJia»ea is in de afdetlingen.van den Raad o?er het algemeen vrij goed ontvangen, al hacgt ona tok een voorstel van den heer Kol boren het boufd ou voorloapie geen electriscbe tiam duraan te verbinden. En al zal het nog wel een paar jaar duren eer dat de plannen voor d« spoorwegverleggin!* verwezenlijkt worden, ('at, gabeuir. toch ook zonder twijfel. En wat Utreciit daaraan zal moeten bijdrager, dat zal «te huiseigenaars o< k zeker nog m«n gen slapeloew n naebt kosten.... Merkwaardig rus tig om nitt te zeggen «i»e«scniüig U de burgerij over de vraag ?wie de gewichtige betrekking van hoofdeommia«aris zal vervuilen uu de tegenwoordige titukiis de heer Vermeiji trgen l Ja uari a.t. lijn ontslag heeft gevraagd. Blijft de vroeger ketbfcar gemaakte meeniig beerscben bij ons gemeentt bestu UT, dan zal ten der b«iie andere eomramarissm da vacature wel vervullen. Ma»r wie? Daaromtrent hoort men niets! ?MtUlltmiHIIIttflUltWIlHIlmilllMflMtfmtMlnlIHMIMIIMIMMUtlttlmMfr [iiiiimiiiiiiiitititHiii De Ka$m m Arbeid en t& YertrnifcerslioiHl, II. (Sl&i). Een andere reden, die door sommige Kamers van Arbeid wordt aangevoerd om d« bedoelde lijsten van den Veibruikersbord niet in te vullen, is deze: Hoewel tympathieeerende met het doel en de beginselen vanden Verbruikers bond meenen sommige nitt aan het gedaan ver zoek ie moeten en te mogen voldoen. Zij vreeeen.dat wanneer de namen der patroons, die onder slechte arbeidsvoorwaarden laten werken, gepubliceerd worden, deze patroons in het vervolg niet meer geneigd zullen Bgn de Kamers behulpzaam te zijn in het verkrijgen van inlichtingen en gegevens omtrent arbeidstoestanden, waardoor litt. a van art. 2 der wet niet tot zijn recht zal komen. Op deze redeneering is zeer veel af te din gen. Vooreerst is het niet juist, dat de namen den werkgevers, die geen goede, billijke arbeidsvoorwaarden toepassen, door de witte lijst worden bekendgemaakt. Onvoldoende kennis van den Verbruikersbotdén van de wvjze waarop deze wil werken, heeft ztker tot deze onjuiste opvatting geleid. De witte Jijst toch zal niet bevatte/a de namen van de «slechte" patroons, maar alleen van de »goede" en deze laatsten nog slechts in zoo verre zii zelf deze plaatsing op de Ivjet verlangen. Niemand komt tegen zijn wil op de lijst, terwijl het vohtrekt nog niet zeker is, dat alle patn ons, die niet op de lijst staan, als »_<lechte" moeten be schouwd worden, daar er verschillende redenen kunnen zijn, die eeu patroon, hoe wel hij zelf gaan e zou willen en zeker kans van slagen zou hebben, weerhouden de aai:.vraag tot plaatsing te doen. Maar dit put t verder latende rusten vreezen de bedoelde Kamer?, dat de slechte" patroons, indien de Kamers aan het verzoek van den Verbruikers bond zullen voldoen, voortaan hunne medewerking aan haar zullen onthouden; conclusie: de Kamers eien deze patroons naar de oogen. Het wil mij voorkomen, dat een dergelijk standpunt in geen enkel opzicht te verde digen is. Zalfs al zou de vrees gewettigd zijn en waarheid worden, dan mag daarin voor de Kamers geen motie-f liggen te doea 4) KRYSTA. Poolse hèNovelle, VAN MARIA KONOPMICKA. Naar het Duittck, door M. v. O. Op dezen lardweg liep Kiysta; z»ak, bleek, warikelerid kwam ze slechts Jarigiaara verder. Om het hoofd had ze een zachten woilen doek gebonden; de gladda vlechten vau haar donker haar waren om het hoofd gelegd, haar siapen waren ingevallen, en de neergeslagen wioipers wierpen een do: kere schaduw op de bleeke wangen. Ze deed haar best zro vlug 't haa>mogelyk was te gaan. De oogen hield ze naar den grocd gelicht, de baade;i waren bedekt door de grcote, bonte schort die ze over de Echruders geslagen had. Een eigenaardige beweging was K ysta eigen: een iutrehken van het hrofl, waardoor ze wgenbcbijnlijk klei t er geleek d*n ze werkelijk w*s. Nog zwak, rauwelijks hersteld, herhaalde zich i.u die beweging zeer vaak. Oawillekeurig trok ze dan de tchouders op, boog het hoofd in, drukte de handen tegen de borst en de elleboogen in de zydp, a!s wilde ze zich beschutten voor een ruw-koude eanrakiig. Zóó ging se een tijd lang star \óór zieh heeckijfaend, nog dof in hst hoofd door het geweldige rumoer van het drii;kgelag van den vtrigen uacht. Wat haar geheel vervulde was een groote, vcor haar zelve on begrijpelijke verwondering over dat wat gebeurd was. Alles was z:o ploteclipg opg< komen, ze wai als een vogel in het net gevlogen. Tusschen haar «n Ptwel was nooit van liefde fprake geweest, en zit daar l wat toch gebeurd was I Den anderen, dien armen Antek, d n zou ze tot het ekd der wereld gevolgd zijo, baar ziel zou ze voor h«m weggegeven hebben, ec toch, toch had dit alles kunnen gebeuren ! Zoolang 't kindje niet gedoopt was eeneen 't haar vaak alsof er niets voorgevallen waf, alsof alles een booze droom w»s waaruit zij wel weer ont waken. zou. Maar nu was 't uit daarmee, uu was 't voor goed gedaan ! Het kind had een nzam gekregen, was in het boek" ingeschreven. In baar eigen huis was immers gisteren het doopfeeat gevierd... Het ctoQj»fe«st gevierd," herhaalde zy telkens bij zich zelve. Met hoogopgetrokken wenkbrauwen, wiegde zij tel&tms het hoofd heen en weer als in groote, smar telijke verwondering . . . Hemel . . . h eau el ! . . . hoe is dat tcch ailes zoo gekomen ! . . . Hoe heeft dat kunnen gebeuren!" Haar gelaat werd op eens vuurrood van schaamtf, verontwa&rdiwat op haar Weg ligt en waardoor zeer zeker da belangen van den arbeid zullen worden gediend. Wanneer het verstrekken van gegevens aan den Verbruikersbond ware in etrijd met het doel van de Kamers, dan zouden zij gelijk hebben, maar waar de beginselen en de wijze van werken van den Bond liggen zoo geheel in de lijn waar langs de Kamers zich hebben te bewegen, mogen deze laatste zich door een mogelijk minder wel willen e houding van depatroons, die slechte arbeidsvoor waai dea toe patsen, in geenen deelen laten tegenhouden. Ik zou wel eens aan deze Kamers de volgende vraag willen stellen : hoe zoudt gij handelen, indien de regeering u de be wuste lijsten had toegezonden ? Zoudt ge dan ook geweigeid hebben deze in te vullen om de door u aangevoerde rtdeu ? Immers neen, want dan zoudt gij in igianten strijd hebben gehandeld met hetgeen sub. b, van art. 2 der wet bepaalt? Welnu, als mag vaststaan, dat de Verbruikers boe d is belanghebbende bij de belangen van den arbeid en ale art. 2 sub. c. »egt, dat gij deze belanghebbenden kunt dienen van advies, welk verschil maakt het dan of de Regeering dan wel de Verbruiktrsbond de inlichtingen _vraagt ? Maar er is meer. Wanneer de Kamers van Arbeid ingevolge litt. a van ai t. 2 der wet inlichtingen over arbeidsaangelegenhedea inwinnen, zullen zij even goed be kend worden met de namen der werkgevers, dia voor hua persooneel niet billijke voor waarde» hebben bepaald. Nu heeft het verzamelen van deze inlichtingen een be paald doel. Op de een of andere w^e zal daarvan gebruik gemaakt worden. Van de kamers zal misschien een voorstel of be weging uitgaan tot het verkrijgen van betere verhoudingen, hetzij dojr de wet, hetzij op andere wiize. Door deze har.deliugen zullen da >slechte" patroons in den druk komen en met leede oogen zullen zij de bemoeiingen' van de Kamers aanzien. Wanneer dan aan de Kamers werd ge vraagd : bedenkt ge wel wat ge begonnen zijt ? Zijt ge niet bevreesd, dat de»felechte" werkgevers bet u zullen wijten, dat zij in den druk geraken en dat zij daarom in het vervolg u niet meer zullen helpen bij het verzamelen van inlichtingen ? dan zouden de Kamers zonder twijfel zeer terecht ant woorden: Dit kan waar zijn, maar daar !oor al is het te betreuren mogen wij ons niet laten weerhouden. Is het nu anders, waar het geldt het geven van inlichtingen aan den Verbruikersbond waardoor deze in staat gesteld wordt betere verhoudingen te scheppen en te doen wat tevecs het doel is der Kamert ? Mijns inziens r;een. De aangevoelde reden kan niet gebillijkt worden. Niet overbodig is het hier in het kort aan te toocen, dat evenals de Kamers ten doel hebben geschillen te voorkomen ook het streven van den Verbruikers bond ditzelfde gevolg zal htbben. Waaruit vloeien dikwijls freschillen voorl ? Uit de omstandigheid, dat de voorwaarden waaronder gewelkt wordt, of in het geheel niet, -of niet voldoende zijn omschreven. Wij weten, dat ons tegenwoordig burgtrlijk wetboek ocs in dil opzicht niet veel geeft. De bepalingen, die op het arbeidscontract bttreklsing hebben, zijn zóó pover en zóó in strijd met wat wij thans ree it en billijk heid noemen, dat ze even goed niet geschre ven konden zijn. Dit zou niet» zijn, indien de arbeidgevtrs en arbeidnemers in elk bizonder geval derechlen en verplichtingen van beide partijen eu de voorwaarden van den arf>eid omschreven, maar het is bekend, dat dit niet het geval is en dat in verreweg de meeste gevallen of geen nadere over eenkomst beslaat of deze totaal onvolledig geregeld is. Vaudaar dat niet kan uitbijven het gevolg, dat de rechten en verplichtingen. zwevende iijn, ja dat de arbeiders in de meeste gevallen niet voldoende kennen de voorwaarden waaronder zij moeten werken. Meestal kennen zij niets andeis dan hun loon en hunnen werkduur, zelfs deze nog lang niet altijd in bizoi.derheden. Niet te verwonderen is het, dat uit deze omstan digheid, uit dat ontbreken van een goed arbeidscontract velerlei geschillen voort vloeien. Gelukkig b?ginnen in den laatsten lijd beide partijen te begrijpen, dat een derge lijke wijze van handelen niet goed is en er kele groote vereenigirgen hebben dan ook reeds bepaalde arbeidsvoorwaarden weten vatt te stellen en doen aannemen door de patroons. Welnu als er door de patrpois- en de werkliedenvereenigiDgen dergelijke goedeekfurde arbeidsvoorwaarden bestaan, zal de Vei brui k erg boe d deze voorwaarden als grondslag doen dienen, zal hij deze conditien als het ware bekrachtigen door het schild en het merk slechts uit te reiken a*n die werkgevers, welke zich aan deze voor waarden houden. Op deze wyze wil dus de Verbruiktrsbond de onmiddellijk belang hebbenden er toe breugen zelf de voor waarden waaronder gewerkt moet worden, vast te stellen en daarna treedt hij op als^l de handhaver van deze aldus tot stand gekomen cpuditier. Deze wijze van handelen kan een ge wichtig ir.direct gevolg hebben en wel dat de arbeiders zich bettr gsan organiseeren. Waar niet een organisatie bestaat, zullen de arbeiders wellicht er toe komen zich te veieenigen ten einde aan de vaststellirg der voorwaarden te kunnen medewerken. Een ander gevolg zal zijn, dat het getal gevallen, waarin overeenstemming tusschen werkgevers en werknemers omtrekt arbeids duur, lom enz zijn tot stand gekomen, zal worden vermeerderd. Immers wanneer de Bond na advies van de betrokken partijen arbeidsvoorwaarden heift vastgesteld, is er i-lechtj een kleine stap coodig ora ie komt n tot de aanneming van deze voor waarden door de onmiddellijk belangheb benden en daardoor zal weer meerdt-re stabiliteit zijn gegeven aan de sociale vrede. Wanneer derhalve de Bond meer en meer veld wint, zal steeds zich uitbreiden htt getal gevallen waarin deugdelijk geformu leerde arbeidsvoorwaarden beslaan ea wan neer dat zoo is, dan zal daardoor mede worden weggenomen menige aanleiding tot het oi tstaaii van een geschil. Zoo kan het niet missen, dat een gevolg vari het streven van den Verbruikersb'ond is het voorkomen van geschillen. Maar genoeg. Waar er dei hal ve tusschen de Kamers van Ar.beid en den Verbruiktrabotd zoovele punten van aanraking zijn. zou het zeer te betreuren zijn, indien een t« enge opvatting van hare taak door de Kamers, een samenwerken in den weg zou staan. Kampen. Mr. dr. H. S. VELDMAN. Barcr.d Joseph StokvU. Wat wij in hem ver liezen, laat zich niet met een erkel woord zeggfn: boverdien was de invloed, die v»n hwra j ni'gins; zóó groot en de tfeer, waarin deze zich liet gevoelen, zóó uitgebreid, dat wij eerst langzamerhand gebed zullen kunnen beseffen, hos diep wy door /jj?i h een t aan getroffen worden. | Op dit oogenblik »ijn wy nog niet geheel tot | bezinning gekomen en kunner wg ons nog i iet iuitt van alles rekenschap geven. l ging en ergernis. Snal neemt zj een beshiïr, ze wil niet langer hier blijven; vér, vér weg zal ze vluchten, in de wijde wereld, Pawel en het kind w'l ze i iet meer 'erugzien. Zi sid dert van i,fsehuw ea vaa ar,gst, maar *è^, moet en wil se! En ze trekt e schouders hoog op, zooals een aangeschoten vogel de halt* verlamde vleugels ophuait etc hij nog een poging tot vliegen waagt. Maar de stilte en rust der uitgesfrekte, kale velden doen haar langzamerhand we«r tot kalmte komen. Da schouders zakken gmlaag, haar blik tuurt i.a/ir de verte en een biltere, ernstige uitdrukking komt ia haar gelaat.. . . Wij ziju niet dg eersten gewaest en zullen ook rdet ae laauten zijn ..." Die w(;o:den van haar moeder komen haar weer in de gedachte als eene som bere voonpeiling en t.» drukken haar i.êdr met het ge*icht van een mole;;steen ! Was 't dan een Oüvermiidelylis noodzakelijkheid ? Moest zij na aan de beurt komen, en Ba haar wser eea andere l ... Jei«s... mijn Jszea! .." fluistert K yjta zachts. Ee?.- plotselinge klaarheid, een be^npaii van het Mo-.)diot rlitst in haar op; langxa-ira tchudt zn bet boufd. Een vaag gevoelen dat alf;-s Y,'at licht, levrfüd en. bloeiend is, toch beütaaul is eenmaal to verdorren en te vergaan Oferknrnt baar bij het aansiüuuwen vai die afsterïeudi; v«l.i-;a. 't Is of' de aa'de aan een ztki-re ge«feid^g-^ inaclit or.d^rworpen is, een büde, -wreede macht, ja, bi nd en oud, ouder dan het gcheole dorp on al de mer.Ecüen. Wat de aarde aan b'oemen iaat r k-ren, wat z;j de roen.chen aan vreugde en gtliik schenkt, wat zij doet groeien ea blouón, dat alles wordt door die meadoo^erJooie mac:it verniel J. E i ai wat het tr,ensclwr,ha.ct in blymoedigh.f.id xaait en wat dan in liefde opbloest, van d^t ailes mankt die blinde wreede macht zich mee«t«r en verwoest her,... vernietigt het.... Kiysfa rut, alsof de wind haar heen en weer schudt; maar 't is doodsüi. Alleen do>r de toppen der hooc,e, kale popu'ie.ien gaat eet zacht ruischet!; de khine fijue takjes buigen zich en schuifelen tegen elkaar aan alscf een zwakke ademtocht ze in beweging gebracht had.. . K y fta hoort het zachte ruisthen en ver.-nclt hare"schreden. De kerktoren radsit hoe la-'.gtr hoe int:ev; 't schijit caar toe aïoof hij uset kruis en al door d« lucht aan komt zwepen. Plotselirg komen de foreiiklokkeu in zwaaiende beweging en b3ginncn te luiden van hoog daarbo.en en als van heel vér. De doffe tonen rijzen en dalen ... rijzen en dalen weer. Door de zacht trillende lucht Wirkc het als eeu boveraard-cli zuchten en klagen.... Aan K-jita's borst ontsnapt een smartelijk steunen. Haar gelaat wordt nog" b!eeer, tcr*ijl here oogen in somberen glar.s gloeien. Ze drukt de lap, waarin het geld geknoopt ia, nog vaster in haar gesloten hand en schudt het hoofd: Dat is uu ja uitv?,*rt Ar.tfk, dat is het Amen! Ku heb jj voor rr.ij uiïgeleefj, As te k, «n ik voor jou! .Xu komt i Keen no» E.aar de B. J. Stokvis, t ! Deze week is slecht begonnen voor Amsterdam. ! De stad heeft een harer voortreffalijkste bur- j gers erloren door den plotseliisgeu dood val j ' mis en de wijkaars voor je.... Dood, dood ben j ' je van ru af voor me, of j-j ook r.og leeft of ; j gestorven zijt. Ik hab ja begraven, Autek. E<n i graf heb ik voor je gedolven en de heuvel op- j j ge.-tapelil, en ach! vif. voor 'n graf heuvel! ,. i ' niet van zand is dir, maar van een doodzonde.... \ ; En hoog... o! zoo hoog is ds heuvel geworden l Van den grond af reikc bij tot tan den ht;mel! 1 Nu tdaat hij daar als 'a muur tusschen ons en | r u kunnen we- nooit meer tot elkaar komen... . Slaap r: u a,air, Antek! Sla^p maar vast en wori ! niet meer wakker, 'n Mis zal ik voor je ia'ea ; lezen en de klokken zullen voor ja eeuwige rust en vrede luiden . .. Yraar-vtl Antek, v. or aliiju I ' Zrf zwijgt en hatot z:ch i.og meer: ze vil zoo spo^dia mogelijk trachten ziel van ha^r litfde viij te maken. M s-chien zal het raar dasrr a lich'er worden, zijsschien.. .. Zoo gauw ze weer thuis ia. zal se in-t de aar slaande nieuwe maan heel vrotg, voor dag en dau^, : opstaan en een steen in <wn strooai werpen, i Do grootste ea zwsar&te die te vinden ip, zal ' ze zotken. M n zegt immers dat. wan: eer zulk j een steen heol diep, t.*t op d-»n bodem ^etmi- ?, keu is, dagene d;e hem gawd p* n heeft aTcs j vergeet. Ja, ze zou 'L stellig doen. ... i Steeds sneller aordt haas1 gang; parels: cl ? zweet bed; kt haar laa^ wit voorhoofd, Lare i pulsen hameren. i>; f ene r;n de andere honien ! de klokken, ia langzamer zwe kirig.n en ge- i rekter zuchten, o-.j te Juidtn. En weer heer>cht : diep;; stiite. Alleen 'ie grijze populieren ru:se!ien i zach'jts, nBuvif hcoriifcar, met hun rijt.e du; ne takjas en il listeren ais heol uit rle verte: K'y- . sta! ... K;y»tra! . . Kiyjta! ..." | Kfy ta keert zich 0^1, maakt haar oogen wijd open en ziet oui ziek. heen. Ziovrr h .t oog ie kt, niets dan eenzame veiden. Het geheelo dorpj<; ia in blauv/i^en revel gehuld; ook de *'fg is wasi.^, alleen ds pepu.ieren schijnen hce langfr h.e naler te komen ... steeds rader. . ., K ysta voelc aich ais on lergedoken in den r.evel; 't js haar alsi.f ze oairirgd ia van een groot, groot water. Ze trekt weer haar hoofd tusschen <ie opgeheven schi.uders in, s'uit de oogen en fl-!is;eri: zacht voer zich heen: Er is niets.... Maar 'n grooten steen zal ik ultzteken. . . en iia;r t'/t (/p den bodem..." Een wijle zet ze zich aan den rand van den weg r.eer om uit te rusten, maar ppordig s'aat ze weer, als vocrtgejaagu, op, es gaat verder, steeds verder; de we^ is eindeloos. Piotsel'ng vertoont zich aan den blauwen horizont d.e gestalte van een haastig naderenden maii. Men merkt dat hy den weg snijden wil, cf dien in het geheel Liet kent. Met groote s'appnn gaat bij dwars door het vel>ï, nadat hij zich uit den lager liggsnden, met riet begroeiden vcergrond opgeweskt heeft Daar ziet bij K ysta cp dfn honger gelegen weg loopen, wenkt met de har.d en roept uit al zijn macht: Hè!.. hè! .. Lè! . . ." Kiysta blijft staan en Mjkt om zich heen. De mm Echijr.t hier vreemd en aan !IEH35tl«l»i31IÏS het dwalen te zijn. Msn ziet reed.s uit de verte zijn ratsel en naieroij den soldateiiiucui'.cl dien hij draagt. Hij springt over sloten en voren en roept telkens. K'ysta'a hart begint snel te kio^pin ... 't S.;hi)i:t een eeuwigheid te duren. . . armhartige GJÜ! wat had ze zich daar al riiet inge beeld ! . . . . De man was reeds nailer gekomen, voor ze zijn, do-jr pokken geschonden, lachend gezicht, zij e diep ii^-gtnde cogen, duidelijker onderscheid;u kun. Ze was er i;iei heel zeker van ... keilde ze hora van vroefcer ot niet ? Ja toch l W&lek!" riep ze, iu haar hai.den kl-ippeuf1. '?, Is irajoters Walek! Waar komt d:è\audaaijV" Ed elaar sto; d hij r/.cds vlak bij ha^r en riep: K ys'a ! Aimachüge Goa ! K y-iti», beu ji; 't? Jiu ik die (ïacht dat 't Mürci.-l a was! Hi... ha... ha!" 'n Vréfeiijke hnaatbui, die ijiet te bedaren was. ovsrvifcl h':m. i>a soldKat snakte naar ad; m, hij h'ijgdi!, terwijl ziju gczfuht donkerrood werd. 'j boo,5 zicu voorover van oeruuwdheid, drn.k'.e de handen op de b.;rst en hoeatte ... hoestU'. Telkens ricuue hij het hoofd op, wiid spreke", iich dotr bukken en gebaren verhtaaniaar raak-n, maar hij was er r..ii:t toe in staat. Eerst na 'n poosja begor- hij te bedaren. Hy steui de en iaclïte er tusschftn ilü'jr, LCho<?f uijfi muts van het kor:geschoren hoofd t n veegde liet z»?eet van zyu voorhoutd en ir.ge vallen fclaper>. Die verwerx:!ite -tiofbtl" zfe* hij mr t ht-esehe st^m, wat het ft die mij te' pakken. De < uivel haie 'm!1' Hy stond gtheel u;tgeput, terwyi zijn hoofd op zijn maneren hals trilde: Neen, dat is me ook wa'.! Had ik toch ma&r liever de veerpont geiroiaen ! Ik heb als 'n ediid d ,>or 't dra^tigs laud ge^asa! 'n Wjnder dat ik niet ?erdroi.keu beu!'' Hij lachte rog bijgecd en nsar adeai snakkend. Waar kom j s vaudaa^V" vroeg iOyata vtrwonderd. Van hél ver! uit de wijde wereld." Hij sprong on-r da sloot die heia van dö/i wsg scheidde. Geloofd zij Jezus Chrictur!" eïhij. God zegene j«, Krysta! Is Anttk r.og niet hier?" Kiysta's adtinhallng stokte. Ze epeiide de witte lippen OLder te kunnen spreken en begon over hi-el haar lichaam te sidderen, terwijl ze het voor de mis Ijebtwade geld krampachtig in haar hand kleo.de. Walek lachte. Wat sta je daar op e'nsals verstomd! Hij is tegelijkertijd met mij uit het hospitaal entslagen en wrj hsboen otiJen verlof gekregen tot verder herstel naar huis te gaan. De heift van den weg htbben we samen «fgeIfgd. Müar toen wilde Aitek absoluut met de veerpont over Rijbitneg aai', terwijl ik beweer;ïe dat deze weg door de akkervelder: korter was. 't Is mogelijk dat de pont wegens te hoog wa'er, niet vaait. Dan moet i ij o er Mosty komen.... Voor zonsondergang zal hij dan nauwelijks hier kunnen zijn, maar ze£, waarom S'okvis werd den luien Augustus 1£34 te Am.'-terdam g b a en. Zijn vader was een geLeesheer, die er naar strtcfdc, zijn beroep uit te oefenen als een humaan duch tevens als een weterbc'aafpelijk man. In diets huis zag bij steeds voor zich (ie vereeiiitiig van deze twee eigenf-chai pen en dit feit htett van den be ginne af den stimptl gedrukt op zijn geheele latere leven. De in zijn jeugd verzamelde in drukken hebben hem bteeds tot ricr.tanoer ge diend in geh-el zyo ha'.dtl en wandel. Geen woi dtr was het, dat hij lot de zeer vlytijje leerürgeüb hoorde op d Le.tijmche school, die hij \an 1843 tot 1850 bezocht. Evenmin verbaast het OLS, dat bij zich aan getrokken gevoelde tot de studie van de medi cijnen, waarin bij bevrediging gftv°eMe v< or zijn dr ar (^ tot weten, en waardoor hij zich den we^ ir!ë\r=üd zag voor de aangeboren neigitg om zich te geven voor hut tut der men-chheid. Na zijne proinu'ia in h^t jaar 1850, waarbij hij eeu proU'schrifl verd; d:gde over ,de suikervormicg bu diabetes cieili'ua" vostigde bij zich als geneesheer te Amsterdam en verdeelde hij zi.ja lijd tusi-c'.en zijn zieken en zijn weterjtchsp. Wsnt deze was hem lief geworden. Iteeds in zijn studietijd had bij de richting gevonden, wtarin bij wüJe werken en onver poosd hetft hij den eenmaal in geslagen weg vervolgd. Het was da chemie, die hom het meest aantrok, en d.e hem de ten-te vruchten van *ijn weieiiicbajjpelykeu arbeid zou doen oop-stei). Wel had de ^yoina iu-utijd he^n bloemen en lauweren gebiacat, dtcK na de bloeaen en de lauweren kwam het beier?, datgene wat niet alleen voor hem ztlven een voldueniEg w, s, doch dat voor de we:ensi.ha4. ei; voor de mer.sehheid nuttig was. 0|j zijn prottfdTiit, ..lat gelezen en bestudeerd wtr.t, voigdcL Jat gZ'rmiri a- dre.gthnalig kieiütre 9ügrootere wetenïobappelyke mededeelicgen: elk de v;ucLt van eri;stigen a-bi-i-i, van diep en logisih dei.ken, van scherpz iiLige en.eerlijke kri'if'k. Eu spoedit; reeds 'r> kkon deze de aamihcht van de inainieu vi^n tiet vak *n schuüken hun de overtuiging, dat d« man zou en wilde houden wat de jongeling beloofd had. Men zag, da; een krachtige, eerlijke en ernstige persoonlijkheid met vasten wil voorwaarts streefde en men voelde tegelijk dat een zeld zaam ruime blik, een by uitslek heldere geest, een geniaal en groot verstatd den aanstoot had gegeven. Een man met dergelijke eigenschapper, die bovendien het vermogen bezat om z\jn ga achten op keurige wyze ut te di ukken, was aangewezen om den j;n. geren vóór te gaan. Hij weid leer Har aai. het AtheEaeum lilusire, dat korten lijd daana to< Universiteit werd verheven. Hierbij ei langde hrj het hoogleeraarechap, een betrekking, dia zoo volkomen paste bij de hem eigen lust tot werken, zijn k rmis en de gme om uie kennis aan anderen mede te deden. Hij werd aangewezen om de algemeece ziektekuiide, de leer dtr iawenüige ziekten en de gcreesmiddelk-er te 'onderwijzen. Wat hem voor d-ze gewichtige taak zoo byzoLder geschikt maakte, was de voorberei ding er toe Hij had (ot dus vtrre niet g; werkt onder gunstige omstandigheden. van den hem kort toegemeten tijd had hij een groot deel moeten afstaan aau een veeleitchende praktijk. En daar leerde by de Lem door dtn voortrtffelijken vader verstrette letsen toepassen: daar toonde hij zich de warir.e hartelyke vriend van den zieke. Daar wL-t hij met geneesmid delen niet alleen te helpen doch ook met een opDeurend bemoedigen! woord ; vaak verschafte luj tegelyk met het voor C'itift dm krachtige voeding te gebruiken, o^k de mogelijkheid om het op te volgen. Maar de prak ijk stelde hooge eiechen ec by had zich daaraan tiet onttrokken. D&arom vooral was de veiatdtr.rig m zyn werk een zoo ge!ukfcjg feit : zijn hoogleeraarechap liet htm meer tijd voor wcter.behappoljrjlien arbeid. Doch de doorgema-kte pruet'fjd had htm een opeu oog en oor gegtven voor de eigenschappep, die hy lij zy'u leerlingen muest aai kweeken. En in de tweede groore levensphabe gedu rende zijn doceLttcbap hsbben zich al de hoe arJghedert, die hem keumeik'.er, nog scherper en du delijker ottwikkeld, kwaliteiten, die hem maak:,en tot een edel mei sch, eea begaafd docent, een voortrt ffelijk geleerde. Alleen als men iets zetr goed weet, kan men het goei mededeelen. Stokvis beschikte over een oi.uitputtelijke bron van fei'lenkeinis want hij wist hoe hij mo- st weiken. Hij wist hoe hy' het kaf van het koren moest scheiden. De methode om de verkiegen feiten te rangtchikken, te groepeerer, tegenover elkai der, raait eikar.der te sneller, met elkander in verband te brergen, van elka: der af te leiden, werd door hem op meesterlijke wijze beht ertcut. Daarom kon hij die feiten ook motie 'eeien. Djch daarmede alleen kan men laiicchien een vrij goed docent zijn, doch men is i.og geen uitstekend docent en men blinkt daardoor alleen nog niet uit. Hiertoe ! eiioo;t nog meer. En dit meerdere bezat bij in ruiiae mate in zijn groot redsEaarstalont. Wie eer.s slechts Stokvis heeft hooren rprikt r, hermrcrt zich de klankvolle, rijk gemoduleerde stem, de gave om daarmede elke be argrijke gedachte, elke be'-eiktnisvolle uitdrukkirg als het w&rs te onderstrepen. Men dei kt dan te^eaj^t rtijd terug aan de markwaardige juistheid nan dictie en phraseerirg ; de ongelo fl^ke zekerheid, waarmede ia af'geror.dfi, fraaie en goed gecorst;ueerde volzinnen steeds elk dicgmethet juiste woord werd aargeduid; aan Jen uitgebreiden woordenschat, de d.ch eilijkhe <i, de sieriijkheid, die 'zijn rede kei.iu-.rkte. Ea EU is het ook duidelijk, waarom hij et n zoo uitsteketd decent was : elk zijner colleges was een rede, doorwrocht van Lhoud ea gi;kuiê,ciit van vorm. Doordien hij, al onderzoekende, doorgedron gen was tot aan <<e grenzen vat; ous water, zich rekenschap had gegeven van de oorzeken en gronden, watrrp een wettcschappe ijke meening berustte, drorg zijn reda uoor ia de gemoederen ziJLer toehoorders, die daar van ten blijvendeu indruk overhielden. Daar sta je zoe verbaa-d te Idjke ? Wist je er dan n.ets vat;? Maar K yire! j-j trilt ais 'n eppeiibiad !'' Hij trok aan oaar mouw. Spreek toen, Kiyiia ! Geef antwoord! Zeg toch letb ! Wat s-checlt je dai, 't" Zj haalde diep adem en streek met haar tand over gezicht en voorhoofd. Hand en arm kwamen naar daarbij t.6ó zwaar en levenloos voor, als be hoorden za nret bij haar l chaam. Jezes . . . !" rLusiterde za met klanï-looze stem. Ach! barmbariig; Heer Jezes. . . T' Maar haar eigen gemurmel verschrikte haar, als was het de machtige k!a-.k van honderd k!erl-.kiokken. Ze trok haar hoc.fd ir, keerde zich piotsel ng om en rende wej, nonder n woord te spreken. Waarom loop j-; zoa wig?" riep Walek haar i;a. E£ i ! waciit toch 's ever, Kryda l Ze^ aau Antek, dat ik ra-tr Koscieluc» gegaan ben... raijr de Pawl.-.-vis . . . om Marcella te verrassen, hei!" Een lit-v:-e hc;e=tbui oyesriel hem weer. K'ysta liep steeds voort. De popul'e;en de W6;j dn zonüel. oje heu^l rie nevelige velden verderop hec dorpje alles, alies draaide in ren cïrktl voor haar ro d. Op de haar eigenaardige w:0Zi trek ze co.-ige ma'en het hor.f'd in, 't vaj haar ut' eik oogei blik iets dreigde op haar n«er te t tor en. of ze met baar hoofd tegen iets «a;. Jonnen zou in dien roi.dzwaaie: den ki-ing. Haar ooreo uisd<?n a's hoorrie ze aldoor een waterval en daar tdnn.n was 'tióó leeg, ióó donker als iu een iepe, kiile groeve. Kiy:,ta voelde (reen v;-ei'g;e geen ar^üf-, geen vermoeienis; van n ding WM ze zich bewust - en dat was daf ze moebt ioopen viuchten, hoe verder hi/e beter ! E:i ze liep EOO snel ze maar koi, ! I'e pt;pn!:crcii gleden haar voorbij, de een ra dea anderen, grauw, bJa'JerJoos, allen e.ea ho:.»g, met hi.n fijne suiaeletda takjes. Telkens naierde er PIT, met zacuf, geiieimzini ig ruïsehi n, om i-p. eclig »«,'or!i^ da haastig laoperck- K y^a te ?etdw^Ti'-ii ; en nauwelijks was ze er céa vooraii, of iuar raaerde 8lw«er de volgende .... , O.. r Mosiy komt bij ---- Vóój d*-n avi-Ld al iiy h;tr zijn..." {luistereen za aiier, er, heil ik- lacht scbeem vervuld te zijn TWI dit zacLtegcnj;rmel. K yita'a moe dsaiende gedichten wt-.ri'ii aaa deze weorden blijven bacgcn i.ls de vogel »t,n een lijmstaug. O^er Mos y k .-mt bij .... S'óór zonsondergaiijr zal hij hf a zijn ____ O, er M-.itty koffit hij...." En toch wwf n d- ze wooiden voor haar slechts belle klacken, ZOE der zin. Ze was niet in staat zich r^kar.hchsp te gavsn wi n ze golden wie over Mos y komen zju vóór den avoi d Li- r zou zajn en vvat er dan gebeureu zcu. Als een waanzir-r-i;e mwmelde ze met koude bijkans verstijfde l'ppsa teikens weer dieze.fde wctrder, waarmn ze den zin i iet vatte .... (Slot culyt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl