Historisch Archief 1877-1940
No. 1319
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
baad als een melkkoe'je TOOI den fi-cus zal
«ordtn beschouwd is te begrijpen, wsiit er
B1 aan 01 s ia de naaste toekemst nog wat be
langrijk* «Uigaven te wachten. Een electrisehe
eent/sie die niet kan uitblijven wil de
geratüBli Utrecht zich ia de rei der groo'e steden
h«odJia»ea is in de afdetlingen.van den Raad
o?er het algemeen vrij goed ontvangen, al hacgt
ona tok een voorstel van den heer Kol boren
het boufd ou voorloapie geen electriscbe tiam
duraan te verbinden. En al zal het nog wel
een paar jaar duren eer dat de plannen voor
d« spoorwegverleggin!* verwezenlijkt worden,
('at, gabeuir. toch ook zonder twijfel. En wat
Utreciit daaraan zal moeten bijdrager, dat zal
«te huiseigenaars o< k zeker nog m«n gen
slapeloew n naebt kosten....
Merkwaardig rus tig om nitt te zeggen
«i»e«scniüig U de burgerij over de vraag
?wie de gewichtige betrekking van
hoofdeommia«aris zal vervuilen uu de tegenwoordige
titukiis de heer Vermeiji trgen l Ja uari a.t.
lijn ontslag heeft gevraagd. Blijft de vroeger
ketbfcar gemaakte meeniig beerscben bij ons
gemeentt bestu UT, dan zal ten der b«iie andere
eomramarissm da vacature wel vervullen.
Ma»r wie? Daaromtrent hoort men niets!
?MtUlltmiHIIIttflUltWIlHIlmilllMflMtfmtMlnlIHMIMIIMIMMUtlttlmMfr
[iiiiimiiiiiiiitititHiii
De Ka$m m Arbeid en t& YertrnifcerslioiHl,
II. (Sl&i).
Een andere reden, die door sommige
Kamers van Arbeid wordt aangevoerd om
d« bedoelde lijsten van den
Veibruikersbord niet in te vullen, is deze:
Hoewel tympathieeerende met het doel
en de beginselen vanden Verbruikers bond
meenen sommige nitt aan het gedaan ver
zoek ie moeten en te mogen voldoen. Zij
vreeeen.dat wanneer de namen der patroons,
die onder slechte arbeidsvoorwaarden laten
werken, gepubliceerd worden, deze patroons
in het vervolg niet meer geneigd zullen
Bgn de Kamers behulpzaam te zijn in het
verkrijgen van inlichtingen en gegevens
omtrent arbeidstoestanden, waardoor litt. a
van art. 2 der wet niet tot zijn recht zal
komen.
Op deze redeneering is zeer veel af te din
gen. Vooreerst is het niet juist, dat de namen
den werkgevers, die geen goede, billijke
arbeidsvoorwaarden toepassen, door de witte
lijst worden bekendgemaakt. Onvoldoende
kennis van den Verbruikersbotdén van de
wvjze waarop deze wil werken, heeft ztker
tot deze onjuiste opvatting geleid.
De witte Jijst toch zal niet bevatte/a de
namen van de «slechte" patroons, maar
alleen van de »goede" en deze laatsten nog
slechts in zoo verre zii zelf deze plaatsing
op de Ivjet verlangen. Niemand komt tegen
zijn wil op de lijst, terwijl het vohtrekt nog
niet zeker is, dat alle patn ons, die niet
op de lijst staan, als »_<lechte" moeten be
schouwd worden, daar er verschillende
redenen kunnen zijn, die eeu patroon, hoe
wel hij zelf gaan e zou willen en zeker
kans van slagen zou hebben, weerhouden
de aai:.vraag tot plaatsing te doen.
Maar dit put t verder latende rusten
vreezen de bedoelde Kamer?, dat de slechte"
patroons, indien de Kamers aan het verzoek
van den Verbruikers bond zullen voldoen,
voortaan hunne medewerking aan haar
zullen onthouden; conclusie: de Kamers
eien deze patroons naar de oogen.
Het wil mij voorkomen, dat een dergelijk
standpunt in geen enkel opzicht te verde
digen is. Zalfs al zou de vrees gewettigd
zijn en waarheid worden, dan mag daarin
voor de Kamers geen motie-f liggen te doea
4)
KRYSTA.
Poolse hèNovelle,
VAN
MARIA KONOPMICKA.
Naar het Duittck, door M. v. O.
Op dezen lardweg liep Kiysta; z»ak, bleek,
warikelerid kwam ze slechts Jarigiaara verder.
Om het hoofd had ze een zachten woilen doek
gebonden; de gladda vlechten vau haar donker
haar waren om het hoofd gelegd, haar siapen
waren ingevallen, en de neergeslagen wioipers
wierpen een do: kere schaduw op de bleeke
wangen. Ze deed haar best zro vlug 't
haa>mogelyk was te gaan. De oogen hield ze naar
den grocd gelicht, de baade;i waren bedekt
door de grcote, bonte schort die ze over de
Echruders geslagen had. Een eigenaardige
beweging was K ysta eigen: een iutrehken
van het hrofl, waardoor ze wgenbcbijnlijk
klei t er geleek d*n ze werkelijk w*s. Nog
zwak, rauwelijks hersteld, herhaalde zich i.u
die beweging zeer vaak. Oawillekeurig trok ze
dan de tchouders op, boog het hoofd in, drukte
de handen tegen de borst en de elleboogen in
de zydp, a!s wilde ze zich beschutten voor een
ruw-koude eanrakiig. Zóó ging se een tijd
lang star \óór zieh heeckijfaend, nog dof in hst
hoofd door het geweldige rumoer van het
drii;kgelag van den vtrigen uacht. Wat haar geheel
vervulde was een groote, vcor haar zelve on
begrijpelijke verwondering over dat wat gebeurd
was. Alles was z:o ploteclipg opg< komen, ze
wai als een vogel in het net gevlogen. Tusschen
haar «n Ptwel was nooit van liefde fprake
geweest, en zit daar l wat toch gebeurd was I
Den anderen, dien armen Antek, d n zou ze
tot het ekd der wereld gevolgd zijo, baar ziel
zou ze voor h«m weggegeven hebben, ec toch,
toch had dit alles kunnen gebeuren ! Zoolang 't
kindje niet gedoopt was eeneen 't haar vaak
alsof er niets voorgevallen waf, alsof alles een
booze droom w»s waaruit zij wel weer ont
waken. zou. Maar nu was 't uit daarmee, uu
was 't voor goed gedaan ! Het kind had een
nzam gekregen, was in het boek" ingeschreven.
In baar eigen huis was immers gisteren het
doopfeeat gevierd... Het ctoQj»fe«st gevierd,"
herhaalde zy telkens bij zich zelve. Met
hoogopgetrokken wenkbrauwen, wiegde zij tel&tms
het hoofd heen en weer als in groote, smar
telijke verwondering . . . Hemel . . . h eau el ! . . .
hoe is dat tcch ailes zoo gekomen ! . . . Hoe
heeft dat kunnen gebeuren!" Haar gelaat werd
op eens vuurrood van schaamtf,
verontwa&rdiwat op haar Weg ligt en waardoor zeer
zeker da belangen van den arbeid zullen
worden gediend. Wanneer het verstrekken
van gegevens aan den Verbruikersbond
ware in etrijd met het doel van de Kamers,
dan zouden zij gelijk hebben, maar waar
de beginselen en de wijze van werken van
den Bond liggen zoo geheel in de lijn waar
langs de Kamers zich hebben te bewegen,
mogen deze laatste zich door een mogelijk
minder wel willen e houding van depatroons,
die slechte arbeidsvoor waai dea toe patsen,
in geenen deelen laten tegenhouden.
Ik zou wel eens aan deze Kamers de
volgende vraag willen stellen : hoe zoudt
gij handelen, indien de regeering u de be
wuste lijsten had toegezonden ? Zoudt ge
dan ook geweigeid hebben deze in te vullen
om de door u aangevoerde rtdeu ? Immers
neen, want dan zoudt gij in igianten
strijd hebben gehandeld met hetgeen sub. b,
van art. 2 der wet bepaalt? Welnu, als
mag vaststaan, dat de Verbruikers boe d is
belanghebbende bij de belangen van den
arbeid en ale art. 2 sub. c. »egt, dat gij
deze belanghebbenden kunt dienen van
advies, welk verschil maakt het dan of de
Regeering dan wel de Verbruiktrsbond de
inlichtingen _vraagt ?
Maar er is meer. Wanneer de Kamers
van Arbeid ingevolge litt. a van ai t. 2 der
wet inlichtingen over
arbeidsaangelegenhedea inwinnen, zullen zij even goed be
kend worden met de namen der werkgevers,
dia voor hua persooneel niet billijke voor
waarde» hebben bepaald. Nu heeft het
verzamelen van deze inlichtingen een be
paald doel. Op de een of andere w^e zal
daarvan gebruik gemaakt worden. Van de
kamers zal misschien een voorstel of be
weging uitgaan tot het verkrijgen van
betere verhoudingen, hetzij dojr de wet,
hetzij op andere wiize. Door deze
har.deliugen zullen da >slechte" patroons in den
druk komen en met leede oogen zullen zij
de bemoeiingen' van de Kamers aanzien.
Wanneer dan aan de Kamers werd ge
vraagd : bedenkt ge wel wat ge begonnen
zijt ? Zijt ge niet bevreesd, dat de»felechte"
werkgevers bet u zullen wijten, dat zij in
den druk geraken en dat zij daarom in het
vervolg u niet meer zullen helpen bij het
verzamelen van inlichtingen ? dan zouden
de Kamers zonder twijfel zeer terecht ant
woorden: Dit kan waar zijn, maar daar !oor
al is het te betreuren mogen wij ons
niet laten weerhouden.
Is het nu anders, waar het geldt het
geven van inlichtingen aan den
Verbruikersbond waardoor deze in staat gesteld
wordt betere verhoudingen te scheppen en
te doen wat tevecs het doel is der Kamert ?
Mijns inziens r;een. De aangevoelde reden
kan niet gebillijkt worden.
Niet overbodig is het hier in het kort aan
te toocen, dat evenals de Kamers ten doel
hebben geschillen te voorkomen ook het
streven van den Verbruikers bond ditzelfde
gevolg zal htbben.
Waaruit vloeien dikwijls freschillen voorl ?
Uit de omstandigheid, dat de voorwaarden
waaronder gewelkt wordt, of in het geheel
niet, -of niet voldoende zijn omschreven.
Wij weten, dat ons tegenwoordig burgtrlijk
wetboek ocs in dil opzicht niet veel geeft.
De bepalingen, die op het arbeidscontract
bttreklsing hebben, zijn zóó pover en zóó
in strijd met wat wij thans ree it en billijk
heid noemen, dat ze even goed niet geschre
ven konden zijn. Dit zou niet» zijn, indien
de arbeidgevtrs en arbeidnemers in elk
bizonder geval derechlen en verplichtingen
van beide partijen eu de voorwaarden van
den arf>eid omschreven, maar het is bekend,
dat dit niet het geval is en dat in verreweg
de meeste gevallen of geen nadere over
eenkomst beslaat of deze totaal onvolledig
geregeld is. Vaudaar dat niet kan uitbijven
het gevolg, dat de rechten en verplichtingen.
zwevende iijn, ja dat de arbeiders in de
meeste gevallen niet voldoende kennen de
voorwaarden waaronder zij moeten werken.
Meestal kennen zij niets andeis dan hun
loon en hunnen werkduur, zelfs deze nog
lang niet altijd in bizoi.derheden. Niet te
verwonderen is het, dat uit deze omstan
digheid, uit dat ontbreken van een goed
arbeidscontract velerlei geschillen voort
vloeien.
Gelukkig b?ginnen in den laatsten lijd
beide partijen te begrijpen, dat een derge
lijke wijze van handelen niet goed is en
er kele groote vereenigirgen hebben dan
ook reeds bepaalde arbeidsvoorwaarden
weten vatt te stellen en doen aannemen
door de patroons.
Welnu als er door de patrpois- en de
werkliedenvereenigiDgen dergelijke
goedeekfurde arbeidsvoorwaarden bestaan, zal de
Vei brui k erg boe d deze voorwaarden als
grondslag doen dienen, zal hij deze
conditien als het ware bekrachtigen door het
schild en het merk slechts uit te reiken a*n
die werkgevers, welke zich aan deze voor
waarden houden. Op deze wyze wil dus de
Verbruiktrsbond de onmiddellijk belang
hebbenden er toe breugen zelf de voor
waarden waaronder gewerkt moet worden,
vast te stellen en daarna treedt hij op als^l
de handhaver van deze aldus tot stand
gekomen cpuditier.
Deze wijze van handelen kan een ge
wichtig ir.direct gevolg hebben en wel dat
de arbeiders zich bettr gsan organiseeren.
Waar niet een organisatie bestaat, zullen
de arbeiders wellicht er toe komen zich te
veieenigen ten einde aan de vaststellirg
der voorwaarden te kunnen medewerken.
Een ander gevolg zal zijn, dat het getal
gevallen, waarin overeenstemming tusschen
werkgevers en werknemers omtrekt arbeids
duur, lom enz zijn tot stand gekomen, zal
worden vermeerderd. Immers wanneer de
Bond na advies van de betrokken partijen
arbeidsvoorwaarden heift vastgesteld, is
er i-lechtj een kleine stap coodig ora ie
komt n tot de aanneming van deze voor
waarden door de onmiddellijk belangheb
benden en daardoor zal weer meerdt-re
stabiliteit zijn gegeven aan de sociale vrede.
Wanneer derhalve de Bond meer en meer
veld wint, zal steeds zich uitbreiden htt
getal gevallen waarin deugdelijk geformu
leerde arbeidsvoorwaarden beslaan ea wan
neer dat zoo is, dan zal daardoor mede
worden weggenomen menige aanleiding tot
het oi tstaaii van een geschil. Zoo kan het
niet missen, dat een gevolg vari het streven
van den Verbruikersb'ond is het voorkomen
van geschillen.
Maar genoeg. Waar er dei hal ve tusschen
de Kamers van Ar.beid en den
Verbruiktrabotd zoovele punten van aanraking zijn.
zou het zeer te betreuren zijn, indien een
t« enge opvatting van hare taak door de
Kamers, een samenwerken in den weg
zou staan.
Kampen. Mr. dr. H. S. VELDMAN.
Barcr.d Joseph StokvU. Wat wij in hem ver
liezen, laat zich niet met een erkel woord
zeggfn: boverdien was de invloed, die v»n hwra j
ni'gins; zóó groot en de tfeer, waarin deze
zich liet gevoelen, zóó uitgebreid, dat wij eerst
langzamerhand gebed zullen kunnen beseffen,
hos diep wy door /jj?i h een t aan getroffen worden. |
Op dit oogenblik »ijn wy nog niet geheel tot |
bezinning gekomen en kunner wg ons nog i iet
iuitt van alles rekenschap geven.
l
ging en ergernis. Snal neemt zj een beshiïr,
ze wil niet langer hier blijven; vér, vér weg
zal ze vluchten, in de wijde wereld, Pawel en
het kind w'l ze i iet meer 'erugzien. Zi sid
dert van i,fsehuw ea vaa ar,gst, maar *è^, moet
en wil se! En ze trekt e schouders hoog op,
zooals een aangeschoten vogel de halt* verlamde
vleugels ophuait etc hij nog een poging tot
vliegen waagt.
Maar de stilte en rust der uitgesfrekte, kale
velden doen haar langzamerhand we«r tot kalmte
komen. Da schouders zakken gmlaag, haar blik
tuurt i.a/ir de verte en een biltere, ernstige
uitdrukking komt ia haar gelaat.. . . Wij ziju
niet dg eersten gewaest en zullen ook rdet ae
laauten zijn ..." Die w(;o:den van haar moeder
komen haar weer in de gedachte als eene som
bere voonpeiling en t.» drukken haar i.êdr met
het ge*icht van een mole;;steen ! Was 't dan
een Oüvermiidelylis noodzakelijkheid ? Moest zij
na aan de beurt komen, en Ba haar wser eea
andere l ... Jei«s... mijn Jszea! .." fluistert
K yjta zachts. Ee?.- plotselinge klaarheid, een
be^npaii van het Mo-.)diot rlitst in haar op;
langxa-ira tchudt zn bet boufd. Een vaag gevoelen
dat alf;-s Y,'at licht, levrfüd en. bloeiend is, toch
beütaaul is eenmaal to verdorren en te vergaan
Oferknrnt baar bij het aansiüuuwen vai die
afsterïeudi; v«l.i-;a. 't Is of' de aa'de aan een
ztki-re ge«feid^g-^ inaclit or.d^rworpen is, een
büde, -wreede macht, ja, bi nd en oud, ouder
dan het gcheole dorp on al de mer.Ecüen. Wat
de aarde aan b'oemen iaat r k-ren, wat z;j de
roen.chen aan vreugde en gtliik schenkt, wat
zij doet groeien ea blouón, dat alles wordt
door die meadoo^erJooie mac:it verniel J. E i ai
wat het tr,ensclwr,ha.ct in blymoedigh.f.id xaait
en wat dan in liefde opbloest, van d^t ailes
mankt die blinde wreede macht zich mee«t«r
en verwoest her,... vernietigt het.... Kiysfa
rut, alsof de wind haar heen en weer schudt;
maar 't is doodsüi. Alleen do>r de toppen der
hooc,e, kale popu'ie.ien gaat eet zacht ruischet!;
de khine fijue takjes buigen zich en schuifelen
tegen elkaar aan alscf een zwakke ademtocht
ze in beweging gebracht had.. . K y fta hoort
het zachte ruisthen en ver.-nclt hare"schreden.
De kerktoren radsit hoe la-'.gtr hoe int:ev; 't
schijit caar toe aïoof hij uset kruis en al door
d« lucht aan komt zwepen. Plotselirg komen
de foreiiklokkeu in zwaaiende beweging en
b3ginncn te luiden van hoog daarbo.en en als
van heel vér. De doffe tonen rijzen en dalen ...
rijzen en dalen weer. Door de zacht trillende
lucht Wirkc het als eeu boveraard-cli zuchten
en klagen.... Aan K-jita's borst ontsnapt een
smartelijk steunen. Haar gelaat wordt nog"
b!eeer, tcr*ijl here oogen in somberen glar.s gloeien.
Ze drukt de lap, waarin het geld geknoopt ia,
nog vaster in haar gesloten hand en schudt het
hoofd: Dat is uu ja uitv?,*rt Ar.tfk, dat is het
Amen! Ku heb jj voor rr.ij uiïgeleefj, As te k,
«n ik voor jou! .Xu komt i Keen no» E.aar de
B. J. Stokvis, t !
Deze week is slecht begonnen voor Amsterdam. !
De stad heeft een harer voortreffalijkste bur- j
gers erloren door den plotseliisgeu dood val j
' mis en de wijkaars voor je.... Dood, dood ben j
' je van ru af voor me, of j-j ook r.og leeft of ;
j gestorven zijt. Ik hab ja begraven, Autek. E<n i
graf heb ik voor je gedolven en de heuvel op- j
j ge.-tapelil, en ach! vif. voor 'n graf heuvel! ,. i
' niet van zand is dir, maar van een doodzonde.... \
; En hoog... o! zoo hoog is ds heuvel geworden l
Van den grond af reikc bij tot tan den ht;mel!
1 Nu tdaat hij daar als 'a muur tusschen ons en
| r u kunnen we- nooit meer tot elkaar komen... .
Slaap r: u a,air, Antek! Sla^p maar vast en wori
! niet meer wakker, 'n Mis zal ik voor je ia'ea
; lezen en de klokken zullen voor ja eeuwige rust
en vrede luiden . .. Yraar-vtl Antek, v. or aliiju I '
Zrf zwijgt en hatot z:ch i.og meer: ze vil
zoo spo^dia mogelijk trachten ziel van ha^r
litfde viij te maken. M s-chien zal het raar
dasrr a lich'er worden, zijsschien.. .. Zoo gauw
ze weer thuis ia. zal se in-t de aar slaande
nieuwe maan heel vrotg, voor dag en dau^, :
opstaan en een steen in <wn strooai werpen, i
Do grootste ea zwsar&te die te vinden ip, zal '
ze zotken. M n zegt immers dat. wan: eer zulk j
een steen heol diep, t.*t op d-»n bodem ^etmi- ?,
keu is, dagene d;e hem gawd p* n heeft aTcs j
vergeet. Ja, ze zou 'L stellig doen. ... i
Steeds sneller aordt haas1 gang; parels: cl ?
zweet bed; kt haar laa^ wit voorhoofd, Lare i
pulsen hameren. i>; f ene r;n de andere honien !
de klokken, ia langzamer zwe kirig.n en ge- i
rekter zuchten, o-.j te Juidtn. En weer heer>cht :
diep;; stiite. Alleen 'ie grijze populieren ru:se!ien i
zach'jts, nBuvif hcoriifcar, met hun rijt.e du; ne
takjas en il listeren ais heol uit rle verte: K'y- .
sta! ... K;y»tra! . . Kiyjta! ..." |
Kfy ta keert zich 0^1, maakt haar oogen wijd
open en ziet oui ziek. heen. Ziovrr h .t oog
ie kt, niets dan eenzame veiden. Het geheelo
dorpj<; ia in blauv/i^en revel gehuld; ook de
*'fg is wasi.^, alleen ds pepu.ieren schijnen hce
langfr h.e naler te komen ... steeds rader. . .,
K ysta voelc aich ais on lergedoken in den r.evel;
't js haar alsi.f ze oairirgd ia van een groot,
groot water. Ze trekt weer haar hoofd tusschen
<ie opgeheven schi.uders in, s'uit de oogen en
fl-!is;eri: zacht voer zich heen: Er is niets....
Maar 'n grooten steen zal ik ultzteken. . . en
iia;r t'/t (/p den bodem..." Een wijle zet ze
zich aan den rand van den weg r.eer om uit
te rusten, maar ppordig s'aat ze weer, als
vocrtgejaagu, op, es gaat verder, steeds verder; de
we^ is eindeloos.
Piotsel'ng vertoont zich aan den blauwen
horizont d.e gestalte van een haastig naderenden
maii. Men merkt dat hy den weg snijden wil,
cf dien in het geheel Liet kent. Met groote
s'appnn gaat bij dwars door het vel>ï, nadat hij
zich uit den lager liggsnden, met riet begroeiden
vcergrond opgeweskt heeft Daar ziet bij K ysta
cp dfn honger gelegen weg loopen, wenkt met
de har.d en roept uit al zijn macht: Hè!..
hè! .. Lè! . . ." Kiysta blijft staan en Mjkt om
zich heen. De mm Echijr.t hier vreemd en aan
!IEH35tl«l»i31IÏS
het dwalen te zijn. Msn ziet reed.s uit de verte
zijn ratsel en naieroij den soldateiiiucui'.cl dien
hij draagt. Hij springt over sloten en voren en
roept telkens.
K'ysta'a hart begint snel te kio^pin ... 't
S.;hi)i:t een eeuwigheid te duren. . .
armhartige GJÜ! wat had ze zich daar al riiet inge
beeld ! . . . . De man was reeds nailer gekomen,
voor ze zijn, do-jr pokken geschonden, lachend
gezicht, zij e diep ii^-gtnde cogen, duidelijker
onderscheid;u kun. Ze was er i;iei heel zeker
van ... keilde ze hora van vroefcer ot niet ?
Ja toch l W&lek!" riep ze, iu haar hai.den
kl-ippeuf1. '?, Is irajoters Walek! Waar komt
d:è\audaaijV" Ed elaar sto; d hij r/.cds vlak
bij ha^r en riep: K ys'a ! Aimachüge Goa !
K y-iti», beu ji; 't? Jiu ik die (ïacht dat 't
Mürci.-l a was! Hi... ha... ha!"
'n Vréfeiijke hnaatbui, die ijiet te bedaren
was. ovsrvifcl h':m. i>a soldKat snakte naar
ad; m, hij h'ijgdi!, terwijl ziju gczfuht donkerrood
werd. 'j boo,5 zicu voorover van oeruuwdheid,
drn.k'.e de handen op de b.;rst en hoeatte ...
hoestU'. Telkens ricuue hij het hoofd op, wiid
spreke", iich dotr bukken en gebaren
verhtaaniaar raak-n, maar hij was er r..ii:t toe in
staat. Eerst na 'n poosja begor- hij te bedaren.
Hy steui de en iaclïte er tusschftn ilü'jr, LCho<?f
uijfi muts van het kor:geschoren hoofd t n
veegde liet z»?eet van zyu voorhoutd en ir.ge
vallen fclaper>. Die verwerx:!ite -tiofbtl" zfe*
hij mr t ht-esehe st^m, wat het ft die mij te'
pakken. De < uivel haie 'm!1' Hy stond gtheel
u;tgeput, terwyi zijn hoofd op zijn maneren hals
trilde: Neen, dat is me ook wa'.! Had ik
toch ma&r liever de veerpont geiroiaen ! Ik heb
als 'n ediid d ,>or 't dra^tigs laud ge^asa!
'n Wjnder dat ik niet ?erdroi.keu beu!'' Hij
lachte rog bijgecd en nsar adeai snakkend.
Waar kom j s vaudaa^V" vroeg iOyata
vtrwonderd.
Van hél ver! uit de wijde wereld." Hij
sprong on-r da sloot die heia van dö/i wsg
scheidde.
Geloofd zij Jezus Chrictur!" eïhij. God
zegene j«, Krysta! Is Anttk r.og niet hier?"
Kiysta's adtinhallng stokte. Ze epeiide de
witte lippen OLder te kunnen spreken en
begon over hi-el haar lichaam te sidderen,
terwijl ze het voor de mis Ijebtwade geld
krampachtig in haar hand kleo.de.
Walek lachte. Wat sta je daar op e'nsals
verstomd! Hij is tegelijkertijd met mij uit het
hospitaal entslagen en wrj hsboen otiJen verlof
gekregen tot verder herstel naar huis te gaan.
De heift van den weg htbben we samen
«fgeIfgd. Müar toen wilde Aitek absoluut met de
veerpont over Rijbitneg aai', terwijl ik beweer;ïe
dat deze weg door de akkervelder: korter was.
't Is mogelijk dat de pont wegens te hoog
wa'er, niet vaait. Dan moet i ij o er Mosty
komen.... Voor zonsondergang zal hij dan
nauwelijks hier kunnen zijn, maar ze£, waarom
S'okvis werd den luien Augustus 1£34 te
Am.'-terdam g b a en. Zijn vader was een
geLeesheer, die er naar strtcfdc, zijn beroep uit
te oefenen als een humaan duch tevens als een
weterbc'aafpelijk man. In diets huis zag bij
steeds voor zich (ie vereeiiitiig van deze twee
eigenf-chai pen en dit feit htett van den be
ginne af den stimptl gedrukt op zijn geheele
latere leven. De in zijn jeugd verzamelde in
drukken hebben hem bteeds tot ricr.tanoer ge
diend in geh-el zyo ha'.dtl en wandel.
Geen woi dtr was het, dat hij lot de zeer
vlytijje leerürgeüb hoorde op d Le.tijmche
school, die hij \an 1843 tot 1850 bezocht.
Evenmin verbaast het OLS, dat bij zich aan
getrokken gevoelde tot de studie van de medi
cijnen, waarin bij bevrediging gftv°eMe v< or
zijn dr ar (^ tot weten, en waardoor hij zich den
we^ ir!ë\r=üd zag voor de aangeboren neigitg
om zich te geven voor hut tut der men-chheid.
Na zijne proinu'ia in h^t jaar 1850, waarbij
hij eeu proU'schrifl verd; d:gde over ,de
suikervormicg bu diabetes cieili'ua" vostigde bij zich
als geneesheer te Amsterdam en verdeelde hij
zi.ja lijd tusi-c'.en zijn zieken en zijn weterjtchsp.
Wsnt deze was hem lief geworden.
Iteeds in zijn studietijd had bij de richting
gevonden, wtarin bij wüJe werken en onver
poosd hetft hij den eenmaal in geslagen weg
vervolgd. Het was da chemie, die hom het
meest aantrok, en d.e hem de ten-te vruchten
van *ijn weieiiicbajjpelykeu arbeid zou doen
oop-stei).
Wel had de ^yoina iu-utijd he^n bloemen en
lauweren gebiacat, dtcK na de bloeaen en de
lauweren kwam het beier?, datgene wat niet
alleen voor hem ztlven een voldueniEg w, s,
doch dat voor de we:ensi.ha4. ei; voor de
mer.sehheid nuttig was.
0|j zijn prottfdTiit, ..lat gelezen en bestudeerd
wtr.t, voigdcL Jat gZ'rmiri a- dre.gthnalig kieiütre
9ügrootere wetenïobappelyke mededeelicgen:
elk de v;ucLt van eri;stigen a-bi-i-i, van diep
en logisih dei.ken, van scherpz iiLige en.eerlijke
kri'if'k. Eu spoedit; reeds 'r> kkon deze de
aamihcht van de inainieu vi^n tiet vak *n
schuüken hun de overtuiging, dat d« man zou
en wilde houden wat de jongeling beloofd had.
Men zag, da; een krachtige, eerlijke en ernstige
persoonlijkheid met vasten wil voorwaarts
streefde en men voelde tegelijk dat een zeld
zaam ruime blik, een by uitslek heldere geest,
een geniaal en groot verstatd den aanstoot
had gegeven.
Een man met dergelijke eigenschapper, die
bovendien het vermogen bezat om z\jn ga achten
op keurige wyze ut te di ukken, was aangewezen
om den j;n. geren vóór te gaan. Hij weid leer Har
aai. het AtheEaeum lilusire, dat korten lijd
daana to< Universiteit werd verheven. Hierbij
ei langde hrj het hoogleeraarechap, een betrekking,
dia zoo volkomen paste bij de hem eigen lust
tot werken, zijn k rmis en de gme om uie
kennis aan anderen mede te deden.
Hij werd aangewezen om de algemeece
ziektekuiide, de leer dtr iawenüige ziekten en de
gcreesmiddelk-er te 'onderwijzen.
Wat hem voor d-ze gewichtige taak zoo
byzoLder geschikt maakte, was de voorberei
ding er toe Hij had (ot dus vtrre niet g; werkt
onder gunstige omstandigheden. van den hem
kort toegemeten tijd had hij een groot deel
moeten afstaan aau een veeleitchende praktijk.
En daar leerde by de Lem door dtn
voortrtffelijken vader verstrette letsen toepassen:
daar toonde hij zich de warir.e hartelyke vriend
van den zieke. Daar wL-t hij met geneesmid
delen niet alleen te helpen doch ook met een
opDeurend bemoedigen! woord ; vaak verschafte
luj tegelyk met het voor C'itift dm krachtige
voeding te gebruiken, o^k de mogelijkheid om
het op te volgen.
Maar de prak ijk stelde hooge eiechen ec by
had zich daaraan tiet onttrokken. D&arom
vooral was de veiatdtr.rig m zyn werk een
zoo ge!ukfcjg feit : zijn hoogleeraarechap liet
htm meer tijd voor wcter.behappoljrjlien arbeid.
Doch de doorgema-kte pruet'fjd had htm een
opeu oog en oor gegtven voor de eigenschappep,
die hy lij zy'u leerlingen muest aai kweeken.
En in de tweede groore levensphabe gedu
rende zijn doceLttcbap hsbben zich al de
hoe arJghedert, die hem keumeik'.er, nog
scherper en du delijker ottwikkeld, kwaliteiten,
die hem maak:,en tot een edel mei sch, eea
begaafd docent, een voortrt ffelijk geleerde.
Alleen als men iets zetr goed weet, kan
men het goei mededeelen. Stokvis beschikte
over een oi.uitputtelijke bron van fei'lenkeinis
want hij wist hoe hij mo- st weiken. Hij wist
hoe hy' het kaf van het koren moest scheiden.
De methode om de verkiegen feiten te
rangtchikken, te groepeerer, tegenover elkai der,
raait eikar.der te sneller, met elkander in
verband te brergen, van elka: der af te leiden,
werd door hem op meesterlijke wijze beht ertcut.
Daarom kon hij die feiten ook motie 'eeien.
Djch daarmede alleen kan men laiicchien een
vrij goed docent zijn, doch men is i.og geen
uitstekend docent en men blinkt daardoor
alleen nog niet uit. Hiertoe ! eiioo;t nog meer.
En dit meerdere bezat bij in ruiiae mate in
zijn groot redsEaarstalont. Wie eer.s slechts
Stokvis heeft hooren rprikt r, hermrcrt zich
de klankvolle, rijk gemoduleerde stem, de gave
om daarmede elke be argrijke gedachte, elke
be'-eiktnisvolle uitdrukkirg als het w&rs te
onderstrepen. Men dei kt dan te^eaj^t rtijd
terug aan de markwaardige juistheid nan dictie
en phraseerirg ; de ongelo fl^ke zekerheid,
waarmede ia af'geror.dfi, fraaie en goed
gecorst;ueerde volzinnen steeds elk dicgmethet
juiste woord werd aargeduid; aan Jen
uitgebreiden woordenschat, de d.ch eilijkhe <i, de
sieriijkheid, die 'zijn rede kei.iu-.rkte. Ea EU
is het ook duidelijk, waarom hij et n zoo
uitsteketd decent was : elk zijner colleges was
een rede, doorwrocht van Lhoud ea gi;kuiê,ciit
van vorm.
Doordien hij, al onderzoekende, doorgedron
gen was tot aan <<e grenzen vat; ous water,
zich rekenschap had gegeven van de oorzeken
en gronden, watrrp een wettcschappe ijke
meening berustte, drorg zijn reda uoor ia
de gemoederen ziJLer toehoorders, die daar
van ten blijvendeu indruk overhielden. Daar
sta je zoe verbaa-d te Idjke ? Wist je er dan
n.ets vat;? Maar K yire! j-j trilt ais 'n
eppeiibiad !'' Hij trok aan oaar mouw.
Spreek toen, Kiyiia ! Geef antwoord! Zeg
toch letb ! Wat s-checlt je dai, 't" Zj haalde diep
adem en streek met haar tand over gezicht
en voorhoofd. Hand en arm kwamen naar
daarbij t.6ó zwaar en levenloos voor, als be
hoorden za nret bij haar l chaam. Jezes . . . !"
rLusiterde za met klanï-looze stem. Ach!
barmbariig; Heer Jezes. . . T' Maar haar eigen
gemurmel verschrikte haar, als was het de
machtige k!a-.k van honderd k!erl-.kiokken.
Ze trok haar hoc.fd ir, keerde zich piotsel ng
om en rende wej, nonder n woord te spreken.
Waarom loop j-; zoa wig?" riep Walek
haar i;a. E£ i ! waciit toch 's ever, Kryda l
Ze^ aau Antek, dat ik ra-tr Koscieluc» gegaan
ben... raijr de Pawl.-.-vis . . . om Marcella te
verrassen, hei!" Een lit-v:-e hc;e=tbui oyesriel
hem weer.
K'ysta liep steeds voort. De popul'e;en
de W6;j dn zonüel. oje heu^l rie nevelige
velden verderop hec dorpje alles, alies
draaide in ren cïrktl voor haar ro d. Op de
haar eigenaardige w:0Zi trek ze co.-ige ma'en
het hor.f'd in, 't vaj haar ut' eik oogei blik iets
dreigde op haar n«er te t tor en. of ze met
baar hoofd tegen iets «a;. Jonnen zou in dien
roi.dzwaaie: den ki-ing. Haar ooreo uisd<?n a's
hoorrie ze aldoor een waterval en daar tdnn.n
was 'tióó leeg, ióó donker als iu een iepe,
kiile groeve.
Kiy:,ta voelde (reen v;-ei'g;e geen ar^üf-,
geen vermoeienis; van n ding WM ze zich
bewust - en dat was daf ze moebt ioopen
viuchten, hoe verder hi/e beter ! E:i ze liep
EOO snel ze maar koi, ! I'e pt;pn!:crcii gleden
haar voorbij, de een ra dea anderen, grauw,
bJa'JerJoos, allen e.ea ho:.»g, met hi.n fijne
suiaeletda takjes. Telkens naierde er PIT, met
zacuf, geiieimzini ig ruïsehi n, om i-p. eclig »«,'or!i^
da haastig laoperck- K y^a te ?etdw^Ti'-ii ; en
nauwelijks was ze er céa vooraii, of iuar
raaerde 8lw«er de volgende .... , O.. r Mosiy
komt bij ---- Vóój d*-n avi-Ld al iiy h;tr
zijn..." {luistereen za aiier, er, heil ik- lacht
scbeem vervuld te zijn TWI dit zacLtegcnj;rmel.
K yita'a moe dsaiende gedichten wt-.ri'ii aaa
deze weorden blijven bacgcn i.ls de vogel »t,n
een lijmstaug. O^er Mos y k .-mt bij .... S'óór
zonsondergaiijr zal hij hf a zijn ____ O, er M-.itty
koffit hij...." En toch wwf n d- ze wooiden
voor haar slechts belle klacken, ZOE der zin.
Ze was niet in staat zich r^kar.hchsp te gavsn
wi n ze golden wie over Mos y komen zju
vóór den avoi d Li- r zou zajn en vvat er
dan gebeureu zcu. Als een waanzir-r-i;e
mwmelde ze met koude bijkans verstijfde l'ppsa
teikens weer dieze.fde wctrder, waarmn ze
den zin i iet vatte ....
(Slot culyt).