Historisch Archief 1877-1940
H*. 1320
DE AMSTERDAMMER
A".'1902.
EDEBLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS YAN MAÜRÏK Jr.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden ...... f 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar , , mail 10.
Aionderüjke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/i
ttt blad b Terkrijgbaar Kicnk 10 Boulevard des Capacines tegenoreF h«t Grand Café, te Pary».
Zcndag 12 October.
Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel 0.40
Annonce» uit Duitechland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen Hoor
de 'firma KUDOLF MOSSE te Keolen en dooi alle li ialen dezer firma.
IH H O 17 Di
VAN VERBE EN VAN NABIJ: Een verdub
belde ergerlijke onwaarheid.'' Militair Allerlei,
«Joor O(fflcier) I(nfanterie). Een verontschuldi
ging. Hoofdmomenten uit den gemeenteraad,
XI, door Becaus Ter verantwoording geroepen.
Burgemeester 's Jacob, (met portret/ door P.
JDe redevoering van den Franschen Premier.
SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Organisatie van
procureurs- en denrwaardersklerken, door Gerard
O. Lenselink. KUNST EN LETTEREN: Muziek
in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Knust
te Rotterdam, door Henri D. Gedenkboek der
Nieuwe of Littéraire Sociëteit te 's Qravenhago,
door mr. A. A. M. Mont\jn, beoordeeld door P.
A. B. Frederïk vnn Eoden en de woordkunst,
II, (Slot», door Otto Knaap. Een niemw
Viaima tijdschrift, door J. L C. A. Meijer.
WüILLETON: Krysta. Poolsche novelle, van.
Mwla Konopnicka. Naar het Dnitsch, door M.
v» O., V. RECLAMES. VOOB DAMES: Mis
handeling van kinderen, door W. A W. Heil.
Maatschappelijk werk onder Londensche
bloemTerkoopsters, door J. K. v. d. V. Yoor 't laatst:
Gewone Vrouwen, door M. K. Allerlei, door
Caprice. Uit de Natuur, door C. BOUW
KUNST: Het Rembrandt-T'heater" te Amster
dam. Het Rembrandt Theater als kunstwerk,
door H. Walenkamp. Boawkanst, deor J. H. de
Groot. SCHAAKSPEL. PINANCIEELE EN
OECONOMISOHE KRONIEK, door D. Btigter.
Van de Dusseldorfsche Te*toonstelKng. T'it
Botterdam, door Van de Blaak. Mr. Harm
Smeenge geïnterviewd. INGEZONDEN.
AD VERTEN TIEN.
Een verdubbelde ergerlijke
onwaarheid."
Zoo stonden wij dan schuldig aan twee
misdaden.
Wij, voorstanders van algemeen stem
recht, hadden niet mogen neggen, dat het
verkiezings-kabaal ging om het halve volk
zijn recht te onthouden.
Wjj hebben de juistheid van onze uit
spraak in het vorig Nr. betoogd, en naar
wij meenen voldoende bewezen.
En uu de werdtibbMe ergerlijke onwaar
heid." Mocht re-ids de algemeen
stemrechtman niet gewagen van »een recht 't halve
volk onthouden," deze lasterde bepaald,
toen hij het Handelsblad daarbij betrok
zoo wordt ons verweten.
Immers 's Handelsblads woorden en daden
waren daarmee in strijd.
Ook in dit opzicht zouden wij ons niet
gaarne aan een verdediging onzer
bandefin s onttrekken.
Welnu dan.
Allereerst verklaren wij gaarne, dat wij
het volstrekt niet onna^uwrlyk vinden, om
in Braakensiek's figuurlijke taal te spre
ken, dat de heer Boissevain op den
boerenwagen klom.
Gedurende de kwart ?eeuw, dat wij de
eer, niet altijd een genoegen hadden,
déHandelsblad-g&ngen gade te slaan, is
het ons maar zeer zelden gelukt iets te
ontdekken wat op een beginsel als weg
wijzer geleek. Het had dan ook iets van
een axioma, als men zeide of hoorde zeg
gen .... het Handelsblad beeft geen ander
beginsel dan wat vervat is in de negatieve
formule: anti-clerioaal. En toch deze povere
kleedij schonk het nog geruimen tijd een
soort van statie, wanneer het zich in het
land der beginselloozsn bewoog. Het kon
?dat als ^vrijzinnig" niet missen. Maar in
?dezezelfde kwart eeuw zijn de toestanden
niet weinig veranderd. De radicalen
ver«ebenen en de socialen. Over de geheeie
wexeld ontwikkelde zich de democratie, in-haar
verschillende vormen, met haar steeds luider
klinkende vragen en eischen. Daar kwam
van .over, en langzamerhand cok van bin
nen, .de grenzen een hervorminggwlnd op
zetten, en het anti-clericale jasje, fladderend
en opwippend, kon onmogelijk langer vol
doende zijn, om de naaktheid te bedekken.
Van dien tijd af zag men het Handelsblad
Bteeds in de houding van iemand, die, wat
hij ook probeerde, maar niet kon blijven
stilstaan, strak de kuiten, voor zoo ver de
krachten strekten, naar achteren gespannen,
en de jaspanden en dasslippen op de bries
wapperend.... vooruit. Inderdaad geen
benijdenswaardige toestand. Wat zou het
graag weer zitten in zijn luiestoel....
die ook al omver was gewaaid!
Edoch een mensch is zoo niet, of hij geeft
zich gaarne een houding, alsof hij niet een
speelbal der machten buiten hem is, maar
zelf die heeft opgeroepen en ze beheerscht.
En zoo hooren wij dan ook in de latere jaren
de mannen van de Pijpenmarkt, den voorbij
gangers toeroepen, dat zij bet heel
genoegelijk vinden, nu het hun zoo voor 't windje
gaat... wijl zij van nature, uit eigen
liefhebberij vooruitstrevend zijn?terwijl
ze toch inderdaad vooruit-gedrevenen moeten
heeten, uit nood, door dwang.
Het beginsel van het Handelsblad, is
dan ook uitsluitend de gestadige over
weging : boe zullen we, met behoud van
den schijn vooruitstrevend te zijn, zoo
weinig mogelijk ons van onze plaats
laten drijven. Maar van streven zelf...
wie heeft daar bij dezen zoogenaamden
voortiilstrevsr ooit iets van gemerkt? Bij
alles wat in de democratische lijn ligt,
zoowel bij gemeente-politiek als bij
algemeene politiek, is het achter de radicalen
aan komen kruipen ... In Gods naam, als
het dan niet anders kan ... ja, dan komt
het Handelsblad er eindelijk ook. Maar moet
het eenmaal ... heeft het een stoot in den
rug gekregen, zoodat het niet meer van
hem zelf afhangt, of hij »beenen" zal
maken ... ah, dan is het weer de kloeke
strever... houdt met zijn handen de pan
den van zijn jasje uitgestrekt, en kijkt om
zich heen, alsof hij vragen wilde: nu, wat
zeg je er van, dacht je soms dat er gesn
gang in me zat!
Zoo beleefden wij het indertijd met
Taks kieswet. » Algemeen? Kiesrecht", met
beperkingen, voorgedragen door Tak, voor
gestaan door de liberale vrienden, aan
bevolen door de Liberale Unie, het
scheen waarlijk op dat oogenblik een
eisch ook van Handelsblad- politiek. En
natuurlijk. Da beweging om algemeen stem
recht te krijgen zonder die beperking was
zóó hevig geweest, had reeds zóó lang
geduurd, dat het begieep, hoe Taks wet
dan toch altijd nog «en afleider was voor
een grooter gevaar. EQ nu het eenmaal
dan zoo zijn moest, blies de
Handelsbladman als de beginsel volle vooraitstrever op
de bazuin: »De parlementaire strijd zal,
volgens hem, bij een algemeen stemrecht
als dat van Tak een kamp worden voor
beginselen waarin men ten volle gelooft.
Onverschilligheid en lauwheid zijn erger
dan tien Roode spoken. We hebben be
hoefte aan geest en leven en belangstelling.
Geestdrift voor ideeën, hartstocht voor
idealen, geloof in de toekomst."
Ea daarna? Bij de kieswet-Van Houten
zou het eenige uitbreiding niet onwelkom
zijn geweest; en later bij gelegenheid, dat
Borgesius de wet «technisch" revideerde
evenzoo. Alweder natuurlijk. Immers bij
zulk een draak van een wet als die van
v. Houten, kreeg de
algemeen-stemrechtbeweging slechts nieuw voedsel, en hoe
aangenaam zou het zijn geweest, van het
Handelsblad standpunt bezien, als men maar
of onder Tak, of onder Van Houten,
óf onder Borgesius, een finale kieswet,
waarover zooveel is geredeneerd, had tot
stand gebracht! Finaal in dien zin, dat
men met een vooruitstrevend gezicht had
kunnen zeggen: neen, mannen, jelui hebben
precies zooveel kiesrecht als wij maar geven
kunnen, 't Was nu finaal, hoor; 't is
voor altijd genoeg.
Van een beginsel geen spoor, als men
let op zijn daden met zijn woorden en strijd..
Tien jaar geleden al heeft het bet recht
van een paar honderd duizend burgers
op stembevoegdheid erkend, met de ver
klaring er bij, dat daarin het hoogste ligt
opgesloten, wat het volk gegeven kan
worden; en tien jaar lang leidt het een
leventje, als ware het inderdaad %ijn recht
om al die duizenden hun vecht te onthou
den. Wie begrijpt dat nu ?... Altoos indien
men den redacteur voor een principieelen
geest moest houden ? Ik mag mijas naasten
recht gerust schenden, want ik zal, op mijn
manier, wel zonder hem hervormen. Zoo
redeneert hij nu.
Nu gevoelt hij zelf zeer goed, dat hier
iets aan los is. En zoo heef t hij er tweeërlei
rechtvaardiging op uitgevonden..
De eerste is: ik erken 'wel het recht
van een paar honderd duizend burgers op
kiesrecht, maar wanneer ik me niet tegen
de radicalen en socialisten verzet, m.a. w.
wanneer de beweging om grondwetsher
ziening en algemeen stemrecht te verkrijgen
een tikje sterker wordt, komen er geen ^ge
leidelijke en ordelijke'' hervormingen, maar
«wilde schokken" »onbekookteplannen" enz.
Ons dunkt, het Handelsblad heeft dit
nu minstens tienmaal verkondigd, en zijn
eer brengt dus mee, dat het daarvoor
eens een betoog schrijft, opdat het blijke
een ernstig gemeend motief te zijn. De
redactie gaf zoo iets te lezen, naar aan
leiding van de mogelijkheid der verkiezing
van dea achtsten socialist tot lid van ons
parlement. Hoe het mogelijk zou zijn,
dat de medewerking aan zulk een ver
kiezing kon leiden tot onordelijkheid en
ongeleidelijkheid, wilde schokken en het
beproeven van onbekookte plannen, wij
hebben nog niemand ontmoet, die dit heeft
begrepen. Het algemeen stemrecht is het
deel van honderden millioenen beschaafden
buiten ons land en wie heeft in die
landen iets bemerkt van onordelijkheid en
ongeleidelijkheid in de wetgeving gedurende
tal van jaren ? Hoe zou dat dan het gevolg
moeten zijn, juist in ons land, een der con
servatiefste van de geheeie beschaafde we
reld en dat nog al alleen door het
verkiezen van een sociaal-democraat boven
een klerikaal ? Wie geeft aan zulk een
argument een hoogere beteekenis dan van..'.
nonsens ? Doch bovendien, de vraag is
niet alleen of men ordelijk en geleidelijk
vooruitgaat, maar of m»n vooruits/ree/
met bekwamen spoed, dooi- de eischen des
tijds, door den plicht gevorderd. De K>ah
winkler Landwehr oewoog zich ook,
meenen wij, heel ordelijk en geleidelijk...
maar immer langsam; immer langsam...
ze kon de rest niet bijhouden! En dat was
van zoo'n Land weer toch wel een groote fout!
En zou het uu niet veel royaler van
het Handelsblad zijn, dat het eenvoudig
verklaarde: wij willen zoo lang wam en
zoo weinig mogelijk óns door den
Hervormingswind laten vooruit drijven, dan sijn
lezers bij den neus te nemen, en hen in
den waan te brengen als liepen de orde
en geleidelijkheid ia Nederland gevaar ?
Waarlijk het zou dan niet alleen staan.
Want een groot deel der bezittenden, die
zich liberalen noemen, begeeren niet anders.
Sociale hervormingen, wat zijn ze voor hen
meer dan een noodzakelijk kwaad ?
De tweede redeneering luidt aldus:
Wanneer wij thans medewerkten om in
1904 grondwetsherziening en
kiesrechtregeling aan de orde te stellen, zouden wij,
gelijk het onze lust en ODS leven is, niet
zoo goed kunnen doorher vormen. Grond
wetsherziening kost tijd.
Nu, wie zal dit ontkennen ? Grondwets
herziening kost tijd. Maar de vraag is
alleen, nietwaar, is grondwetsherziening
dien tijd waard?
Wij weten echter en het Handelsblad
weet het ook, dat de arbeiders zelf, voor
wie het zoo hervormen wil buiten hen om,
veel liever zouden zien dat het in 't ge
heel niet hervormde, vóór zij naar
recht en billijkheid medezeggenschap
hadden ontvangen; en almede is het hem
gelijk ons bekend, dat eerst door hun op
treden in alle landen tot het sociaal her
vormen de krachtigste stoot is gegeven.
Doch ondanks dit alles »hervormt" hij jaar
in jaar uit maar toe.
Is nu zoo iets geoorloofd om tijd uit ie,
winnen ?
Ziju er dan geen zedelijke en geestelijke
verplichtingen meer?
Hierbij doet zich iets zeer opmerkelijks
voor. Vóór enkele dagen heeft de Redacteur
nog een heel artikel geschreven, om te
bewijzen hoe verstandig hij toch is, wijl hij
zich niet door grondswetsherzicning zal
laten ophouden, daar dit te lang zou duren,
bij de tegenwerking, die zulk een herzie
ning ondervinden moet. En wat vergat hij
daarbij te vermelden ? Dat hij zelf' mt
onder de voornaamste bewerkers van de
vertraging van zulk een eenvoudigen
arbeid moet geteld worden. Dat als
hij zelf een goed voorbeeld had gegeven,
en zijn liberalen de les gelezen, een
grondwetsherziening zeer snel had kunnen
worden afgewerkt. Dat hij nog het eerste
woord moet spreken om zijn vrienden
er van te overtuigen, hoe schandelijk on
billijk het is, dat in Nederland, naar de
grondwet, een derde deel van de vertegen
woordiging, anders gezegd, in zijn stijl
gerekend, slechts l/i deel van 't volk de
beslissing heeft over het kiesrecht, dat voor
het -overige deel zal gelden, en mitsdien...
opheffing dezer onredelijke bepaling, hoe
eer hoe beter behoorde te worden verkre
gen. Maar neen, geen woord ,? geen teeken
van eenig verlangen, of droefheid over
anderer botte ongevoeligheid; geen traan
in 't oog, niets dat zijn geestdriftige ziel
doet trillen, alleen een glimlach om de
lippen; zoo staat hij daar, zeggende bij zich
zelf: wat ben ik toch een pintere man!
En als men hetn nu op den boerenwagen
ziet zitten, is daarvan een andere ver
taring mogelijk, dan dat hij, wetende hoe
de strijd in district IX over
kiesrechthervorming liep, na den afloop der
politieke verkiezingen van 1901, en het
froote stemmencijfer door Troelstra ver
regen, alles liever begeert, dan dat er
binnen afzienbaren tijd een
kiesrechtuitbreiding komt?
Hoe het Handelsblad bij deze verkiezing
door niets anders geleid werd dan door de
vrees voor ook maar de geringste verster
king van de kiesrechtbeweging in de rich
ting van zijn eigen kiesrechthervorming van
vóór tien jaar, door hem met zooveel onge
duld verbeid, bleek in 't bijzonder nog uit
zijn houding ten opzichte van de
candidatuur-Heldt. Zooals men lezen kan in de
Midd. Ct. van 27 Sept. hadden
Vooruitgang's Centraal bestuur en de voorzitter
van het districtsbestuur zich verklaard voor
het voorstel van Mr. Tasman, met mede
weten van den heer Gerritsen, namens het
bestuur der Vrijz. Dem. Vereeniginggedaan,
om thans gezamenlijk den heer Heldt te
candideeren. In dit geval zou men meenen
een gelukkige keus; want over wien
zijn de liberalen ooit meer tevreden geweest,
dan over dezen arbeiders-afgevaardigde?
Nietwaar, zij hielden hem voor een model.
Maar wat geschiedde nu? Da onder
directeur van het Handelsblad, de heer
A. Boissevain, bestuurslid van Vooruitgang
district IX, heeft gedaan weten te krijgen,
dat Heldt op zij werd gezet voorPierson,
den zoo erbarmelijk geslagene! Toch
leest men in het Handelsblad de hevigste
verwijten aan de Vrijzinnig-Democratische
partij, als de scheurmakers, die district Negen
voor goed verloren hebben doen gaan. Op
een onwaardheidja meer of minder kwam
het niet aan! als men maar
zoo'n»onordelijken, ongeleidelijken voorstander van
wilJe schokken on onbekookte plannen"
als de brave heer Heldt... kon weren.
Zullen we nu ons hierover verwonderen,
verbazen, ons bedroeven of er ons aan
ergeren? Maar hoe zou datmogelijk zijn ? We
hebben het Handelsblad al een kwart eeuw.
werkzaam gezien op dezelfde wijs. Wij zijn
?r aan gewoon geraakt. Dat het Handels
blad anti-clerieaal, of anti-radicaal, of
anti-sociaal steeds door 't zelfde bedoelen,
van beginsel is geen sprake werd
geleid: de belangen der bezittende klassen
te behartigen, en alzoo te conserveeren
wat met schik te conserveeren was och,
de inensch is nu eenmaal het^roduct van
zijn omgeving. Het eenige wat ons steeds
daarbij dermate mishaagd heeft, dat wij
er herhaaldelijk tegen geprotesteerd hebben,
is het vergezeld doen gaan van dat pogen
met de meest idealistische, humanistische
praatjes, een onafgebroken redeneeren over
recht en gerechtigheid, hervormingsgezind
heid en zelfverloochening. Zie, dat doen
de gewone Handelsblad-1'tbzra.le.n niet. Ea
'c s ook niet noodig. Zij begrijpen elkan
der immers toch wel. Ook zonder het
Wilhelmus te zingen zien ze aan eikaars
gezicht waar het heen gaat.
In plaats vau ons over de
Handelsbladtak t ie k te verwonderen, zouden wij dan
ook veeleer willen opmerken, dat het o. i.
jui t de herstemming niet had behoeven
af te wachten, om zijn stem aan de
»clericalen" te geven; want werkelijk gelooven
wij, dat, zooals de zaken thans staan, zijn
politiek bij den «Cnristelijk-Vrijzinnigen"
Bijleveld nog wel zoo veilig zal zijn, dan
zij dat bij Pierson ware geweest.... Doch
ook hierover geen bitter woord. Al doende
leert men.
Zeker echter is het, dat het Handelsblad
de Vrijzinnigen en de Kerkelijken beiden
in een bedenkelijke positie heeft gebracht.
De eersten loopen nu gevaar de geheeie
kluit liberalen over te krijgen, die om de
een of andere reden, nog anti-clericaal
willen zijn; en daar het toch al zoo moei
lijk is met een groep bezittenden een demo
cratische partij te vormen, dreigt nu een
overweldiging van hun zwakke veste door
het conservatief element.
Maar haast nog minder benijdenswaar
dig schijnt ons het voordeel door de
kerkelij ken thans behaald en voor de
toekomst beloofd. De anti-revolutionairen
en in zekere mate ook de katholie
ken hebben te rekenen met de arbeiders,
en alleen de belofte om de belangen
dezer lieden zooveel het maar kan te
bevorderen, doet een aantal dier
misdeelden nog trouw blijven aan hun partij.
Maar als die meuschen nu merken, dat
zelfs het Handelsblad zoo'n vertrouwen
stelt in de ordelijkheid en geleidelijkheid
hunner aanvoerder?, zullen zij dan niet van
een comprotnitteerend gezelschap gewa
gen ? Het Handelsblad en de
arbeidershervormings-partij !! Zeker was het voor
het oogenblik aangenaam de
kamer-meerderheid, door 's Handelsblads hulp ver
sterkt te zien ... maar de democratische
leiders onder de arbeiders hopen op iets
beters dan op stembusoverwinningen
alleen ; het zijn niet de
minst-ontwikkelden onder hen, die naar arbeidersstemrecht
verlangen en dan het Handelsblad in
hun midden ! Ons dunkt, bij het zich voort
bewegen der democratische strooming onder
de kerkelijken zal het weldra de vraag
van de op deze wijs begunstigde zijn:
lieve hemel, hoe raken wij dien vriend van
de Pijpemarkt weer kwijt ?
Militair Allerlei.
Ransels.
»Im Krieg ist alles Einfach, aber alle
Einfach ist schwer." Von Moltke kende
zijne Pappenheimers, en had lang genoeg
gediend om te weten, hoe in de militaire
wereld door een hokus-pokus pas de een
voudigste zaken worden omgezet in dingen
van wat-ben-je-me. De militaire geleerden
op een bureau kruk en die zijn natuurlijk
de fameuste alwetenden wisten derhalve
vooruit te verzekeren, waarom de boeren
in Zuid-Afrika het niet konden winnen:
de brave kerels waren niet militair gedres
seerd. Nou, daarmee is alles gezegd. Stel
je voor, niet eens een uniform, en dan geen
reglementen l Nooit hielden ze theorie, nooit!
en van wetenschappelijke bijeenkomsten en
Kriegsspiel begrepen ze geen sikkepit. De
vechtgeneraals waren zelfs geen lid van
Krijgswetenschap en niet een s geabonneerd
op de «Militaire Spectator". Nu vraag ik je!
Zoo'n zoogenaamd legertje moest eigenlijk
verboden wezen, de Vredesconferentie had
er zich mee moeten bemoeien. Waarom
niet 't De beschaafde wereld kan toch maar
niet straffeloos aanzien, dat eenig land ter
wereld ongeoefende burgers in het veld zendt,
als slachtvee, de vereenigingter
beecherming van dieren niet te na. gesproken. Ea
nog is het niet te laat, 't is zelfs een mooie
gelegenheid om nog eens zoo'n conferentie
te houden, dat geeft tevens aanleiding tot
een feestje en een lintjes-uitdeel ing. «Geen
der conlracteerende mogendheden zal zich
vermeten, andere soldaten in het gevecht
te zenden, dan die, welke minstens twee
jaren bij de staande armee hebben gediend
en niet achterlijk waren in de theorie."
Alle Einfach is schwer. Daar heb je nu
die uniformen; de intendanten achter de
lessenaars en de adviseurs achter een mooie
schrijftafel hebben toch maar geen goede
uniformen voor de Nederlandsche armee
kunnen vinden ! 't Vraagstuk is zelfs zóó
moeielijk, dat de heeren ten einde raad het
nu beproeven met een eventjes gewijzigd
cadetten-mouwvest, hetwelk al dertig,
veertig jaar_ lang zeer practisch bleek. Maar
om op zoo iets te komen, is niet makkelijk I
In de militairen-wereld is alle eenvoud
uit den booze. Het verschijnsel is zeer
verklaarbaar. Niet alleen toch is in de
kazerne de duffd lucht blijven hangen uit
den tijd van de alleen uitsluitend op pa
rade afgerichte vrijwilligers, die een geweer
kregen om het zelve te poetsen en wier
hoofd in hoofdzaak moest dienen om het
afschuiven van de stropdas te beletten; niet
alleen heeft men te lang opgevoed in het
systeem van bezighouden maar ook moet
dit alles-op-zijn- elf-en-dertigst willen doen,
gezocht worden in de romp slemp, gegrond
op het stelsel van voor
elke-cent-een-stuBJepapier, geef me een staatje model nummer
zooveel of ik laat je hangen.
De militaire administratie heeft al heel
veel op haar geweten, altijd maar weer
vragende om papier, als hoogs'e eisch
stellende het kloppen der cijfers. En bleef
nu de mensch maar jong, helaas, ieder
ambtenaar roest ten slotte vast in gewoonten
en beginselen, met Staring's hoofdige boer
het vondertje beschouwende als een onge
paste nieuwigheid. Een jonge, energieke
persoonlijkheid weet te breken met sleur en
routine, een chef, die langzaam
trapje-opvoorzichtig-struikel-niet promotie heeft ge
maakt, weet nauwelijks beter of't hoort zóó
ala 't altijd is geweest.
Nog altijd is pne leger uitgerust vooreen
tocht naar Rusland, te velde neemt de
soldaat een linnenkast mee, als gin g hij een
huwelijksreis van weken maken. Een jager
is verstandiger, die weet wel, dat hij door
dik en dun trekkende geen 25 kilo heeft
mee te voeren, zelfs een wielrijder beperkt
ziin bagage, maar een soldaat in ons lieve
Vaderland, waar men niet kan verdwalen
zonder nog altijd een kerktoren te zien,
moet inspectie maken, zijn heele hebben
en houen aan ieder kolonel en generaal
kunnen vertoonen. Geen knoop ontbreke
aan een slopkous!
Voor zoo'n rommeltje lijfgoed, poetsgoed
en inspectie fraaiigheden is natuurlijk een
ransel onmisbaar. Wel is waar verloren
de Franschen in '70 hun ransel vóór zij
een vijand hadden gezien lees er Zola's
>Débacle" maar eens op na maar in
vredestijd hoort de ransel nu eenmaal tot
de tenüe (zie artikel zooveel vau het bruine
boekje in verband met alinea zooveel van
de aanschrijving van toen en toen en het
reglement op de kleeding vastgesteld dan
en dan).
Ja, wel is eenvoud raoeielijk; een een
voudige pot voor de soldaten schijnt niet
te bereiden, een eenvoudige kleedirjg niet
te verkrijgen, een eenvoudige administratie
niet te reglemtnteeren.
Vermoedelijk zullen dan ook op de eerst
volgende begrootingen van »oorlog" wel
duizenden worden ge'voteerd voor «aankoop
van ransels", stel je eens voor dat er ransels
te kort kwamen!
O(FFICIER) I(NFANTERIE).
Een verontschuldiging.
In ons Nr. van verleden Zondag plaats
ten wij een ingezonden stuk van den heer
Koelewijn, getiteld: Handelsblad, Raad van
eer voor Journalisten, en teekenden daarbij
aan, dat het Handelsblad niet in gebreke
had behooren te blij ven ruiterlijk den pre
mier, ten opzichte van de vredessluiting
in Zuid-Afrika te rehabiliteeren.
In het Nr. van Woensdag heeft de
redactie van 't Handelsblad een poging ge
daan om anderen en ons te bevredigen.
Zij schreef:
//In enkele bladen wordt lot ons het verwijt
gericht, dat wij hebben nagelaten de bedenkingen
terug te nemsn, door ons in het bsgin van dit
jaar uitgesproken over de nota door onze
R?gsering tot de Britsche gericht omtrent de zaken
in Zuid.Afrika.
,Wij hebben ons bepaald tot de mededeeling-,
dat de heer Reitz verklaard heeft Dr. Kuyper
dankbaar te zijn voor zijn optredfn, omdat langer
verzet den geheelen ondergang der Boeren had
kunnen medesleepen. ,Oaze premier heeft er
recht «j», dat op deze verklaring aandacht worde
gevestigd," zoo schreven -wij op 25 Sept. \\.
»Meer te zeggen verbiedt ons de tot dusver
ongeschokte overtuiging, dat de tusschenkomst
van onze Rfg eriug trots hare uitstekende
bedoelingen, waaraan ock wij alle hulde hebben
gebracht veeleer kon dienen ten -voordeele
van Engeland dan van de Baerenrepublieken.
in Februari, toen de nota werd verzonden,
wist niemand in Europa, ook Dr. Kuyper niet,
hoe de toestand was in Zuid-Afrika. Niemacei