De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 12 oktober pagina 1

12 oktober 1902 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

H*. 1320 DE AMSTERDAMMER A".'1902. EDEBLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS YAN MAÜRÏK Jr. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden ...... f 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar , , mail 10. Aionderüjke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/i ttt blad b Terkrijgbaar Kicnk 10 Boulevard des Capacines tegenoreF h«t Grand Café, te Pary». Zcndag 12 October. Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel 0.40 Annonce» uit Duitechland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen Hoor de 'firma KUDOLF MOSSE te Keolen en dooi alle li ialen dezer firma. IH H O 17 Di VAN VERBE EN VAN NABIJ: Een verdub belde ergerlijke onwaarheid.'' Militair Allerlei, «Joor O(fflcier) I(nfanterie). Een verontschuldi ging. Hoofdmomenten uit den gemeenteraad, XI, door Becaus Ter verantwoording geroepen. Burgemeester 's Jacob, (met portret/ door P. JDe redevoering van den Franschen Premier. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Organisatie van procureurs- en denrwaardersklerken, door Gerard O. Lenselink. KUNST EN LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Knust te Rotterdam, door Henri D. Gedenkboek der Nieuwe of Littéraire Sociëteit te 's Qravenhago, door mr. A. A. M. Mont\jn, beoordeeld door P. A. B. Frederïk vnn Eoden en de woordkunst, II, (Slot», door Otto Knaap. Een niemw Viaima tijdschrift, door J. L C. A. Meijer. WüILLETON: Krysta. Poolsche novelle, van. Mwla Konopnicka. Naar het Dnitsch, door M. v» O., V. RECLAMES. VOOB DAMES: Mis handeling van kinderen, door W. A W. Heil. Maatschappelijk werk onder Londensche bloemTerkoopsters, door J. K. v. d. V. Yoor 't laatst: Gewone Vrouwen, door M. K. Allerlei, door Caprice. Uit de Natuur, door C. BOUW KUNST: Het Rembrandt-T'heater" te Amster dam. Het Rembrandt Theater als kunstwerk, door H. Walenkamp. Boawkanst, deor J. H. de Groot. SCHAAKSPEL. PINANCIEELE EN OECONOMISOHE KRONIEK, door D. Btigter. Van de Dusseldorfsche Te*toonstelKng. T'it Botterdam, door Van de Blaak. Mr. Harm Smeenge geïnterviewd. INGEZONDEN. AD VERTEN TIEN. Een verdubbelde ergerlijke onwaarheid." Zoo stonden wij dan schuldig aan twee misdaden. Wij, voorstanders van algemeen stem recht, hadden niet mogen neggen, dat het verkiezings-kabaal ging om het halve volk zijn recht te onthouden. Wjj hebben de juistheid van onze uit spraak in het vorig Nr. betoogd, en naar wij meenen voldoende bewezen. En uu de werdtibbMe ergerlijke onwaar heid." Mocht re-ids de algemeen stemrechtman niet gewagen van »een recht 't halve volk onthouden," deze lasterde bepaald, toen hij het Handelsblad daarbij betrok zoo wordt ons verweten. Immers 's Handelsblads woorden en daden waren daarmee in strijd. Ook in dit opzicht zouden wij ons niet gaarne aan een verdediging onzer bandefin s onttrekken. Welnu dan. Allereerst verklaren wij gaarne, dat wij het volstrekt niet onna^uwrlyk vinden, om in Braakensiek's figuurlijke taal te spre ken, dat de heer Boissevain op den boerenwagen klom. Gedurende de kwart ?eeuw, dat wij de eer, niet altijd een genoegen hadden, déHandelsblad-g&ngen gade te slaan, is het ons maar zeer zelden gelukt iets te ontdekken wat op een beginsel als weg wijzer geleek. Het had dan ook iets van een axioma, als men zeide of hoorde zeg gen .... het Handelsblad beeft geen ander beginsel dan wat vervat is in de negatieve formule: anti-clerioaal. En toch deze povere kleedij schonk het nog geruimen tijd een soort van statie, wanneer het zich in het land der beginselloozsn bewoog. Het kon ?dat als ^vrijzinnig" niet missen. Maar in ?dezezelfde kwart eeuw zijn de toestanden niet weinig veranderd. De radicalen ver«ebenen en de socialen. Over de geheeie wexeld ontwikkelde zich de democratie, in-haar verschillende vormen, met haar steeds luider klinkende vragen en eischen. Daar kwam van .over, en langzamerhand cok van bin nen, .de grenzen een hervorminggwlnd op zetten, en het anti-clericale jasje, fladderend en opwippend, kon onmogelijk langer vol doende zijn, om de naaktheid te bedekken. Van dien tijd af zag men het Handelsblad Bteeds in de houding van iemand, die, wat hij ook probeerde, maar niet kon blijven stilstaan, strak de kuiten, voor zoo ver de krachten strekten, naar achteren gespannen, en de jaspanden en dasslippen op de bries wapperend.... vooruit. Inderdaad geen benijdenswaardige toestand. Wat zou het graag weer zitten in zijn luiestoel.... die ook al omver was gewaaid! Edoch een mensch is zoo niet, of hij geeft zich gaarne een houding, alsof hij niet een speelbal der machten buiten hem is, maar zelf die heeft opgeroepen en ze beheerscht. En zoo hooren wij dan ook in de latere jaren de mannen van de Pijpenmarkt, den voorbij gangers toeroepen, dat zij bet heel genoegelijk vinden, nu het hun zoo voor 't windje gaat... wijl zij van nature, uit eigen liefhebberij vooruitstrevend zijn?terwijl ze toch inderdaad vooruit-gedrevenen moeten heeten, uit nood, door dwang. Het beginsel van het Handelsblad, is dan ook uitsluitend de gestadige over weging : boe zullen we, met behoud van den schijn vooruitstrevend te zijn, zoo weinig mogelijk ons van onze plaats laten drijven. Maar van streven zelf... wie heeft daar bij dezen zoogenaamden voortiilstrevsr ooit iets van gemerkt? Bij alles wat in de democratische lijn ligt, zoowel bij gemeente-politiek als bij algemeene politiek, is het achter de radicalen aan komen kruipen ... In Gods naam, als het dan niet anders kan ... ja, dan komt het Handelsblad er eindelijk ook. Maar moet het eenmaal ... heeft het een stoot in den rug gekregen, zoodat het niet meer van hem zelf afhangt, of hij »beenen" zal maken ... ah, dan is het weer de kloeke strever... houdt met zijn handen de pan den van zijn jasje uitgestrekt, en kijkt om zich heen, alsof hij vragen wilde: nu, wat zeg je er van, dacht je soms dat er gesn gang in me zat! Zoo beleefden wij het indertijd met Taks kieswet. » Algemeen? Kiesrecht", met beperkingen, voorgedragen door Tak, voor gestaan door de liberale vrienden, aan bevolen door de Liberale Unie, het scheen waarlijk op dat oogenblik een eisch ook van Handelsblad- politiek. En natuurlijk. Da beweging om algemeen stem recht te krijgen zonder die beperking was zóó hevig geweest, had reeds zóó lang geduurd, dat het begieep, hoe Taks wet dan toch altijd nog «en afleider was voor een grooter gevaar. EQ nu het eenmaal dan zoo zijn moest, blies de Handelsbladman als de beginsel volle vooraitstrever op de bazuin: »De parlementaire strijd zal, volgens hem, bij een algemeen stemrecht als dat van Tak een kamp worden voor beginselen waarin men ten volle gelooft. Onverschilligheid en lauwheid zijn erger dan tien Roode spoken. We hebben be hoefte aan geest en leven en belangstelling. Geestdrift voor ideeën, hartstocht voor idealen, geloof in de toekomst." Ea daarna? Bij de kieswet-Van Houten zou het eenige uitbreiding niet onwelkom zijn geweest; en later bij gelegenheid, dat Borgesius de wet «technisch" revideerde evenzoo. Alweder natuurlijk. Immers bij zulk een draak van een wet als die van v. Houten, kreeg de algemeen-stemrechtbeweging slechts nieuw voedsel, en hoe aangenaam zou het zijn geweest, van het Handelsblad standpunt bezien, als men maar of onder Tak, of onder Van Houten, óf onder Borgesius, een finale kieswet, waarover zooveel is geredeneerd, had tot stand gebracht! Finaal in dien zin, dat men met een vooruitstrevend gezicht had kunnen zeggen: neen, mannen, jelui hebben precies zooveel kiesrecht als wij maar geven kunnen, 't Was nu finaal, hoor; 't is voor altijd genoeg. Van een beginsel geen spoor, als men let op zijn daden met zijn woorden en strijd.. Tien jaar geleden al heeft het bet recht van een paar honderd duizend burgers op stembevoegdheid erkend, met de ver klaring er bij, dat daarin het hoogste ligt opgesloten, wat het volk gegeven kan worden; en tien jaar lang leidt het een leventje, als ware het inderdaad %ijn recht om al die duizenden hun vecht te onthou den. Wie begrijpt dat nu ?... Altoos indien men den redacteur voor een principieelen geest moest houden ? Ik mag mijas naasten recht gerust schenden, want ik zal, op mijn manier, wel zonder hem hervormen. Zoo redeneert hij nu. Nu gevoelt hij zelf zeer goed, dat hier iets aan los is. En zoo heef t hij er tweeërlei rechtvaardiging op uitgevonden.. De eerste is: ik erken 'wel het recht van een paar honderd duizend burgers op kiesrecht, maar wanneer ik me niet tegen de radicalen en socialisten verzet, m.a. w. wanneer de beweging om grondwetsher ziening en algemeen stemrecht te verkrijgen een tikje sterker wordt, komen er geen ^ge leidelijke en ordelijke'' hervormingen, maar «wilde schokken" »onbekookteplannen" enz. Ons dunkt, het Handelsblad heeft dit nu minstens tienmaal verkondigd, en zijn eer brengt dus mee, dat het daarvoor eens een betoog schrijft, opdat het blijke een ernstig gemeend motief te zijn. De redactie gaf zoo iets te lezen, naar aan leiding van de mogelijkheid der verkiezing van dea achtsten socialist tot lid van ons parlement. Hoe het mogelijk zou zijn, dat de medewerking aan zulk een ver kiezing kon leiden tot onordelijkheid en ongeleidelijkheid, wilde schokken en het beproeven van onbekookte plannen, wij hebben nog niemand ontmoet, die dit heeft begrepen. Het algemeen stemrecht is het deel van honderden millioenen beschaafden buiten ons land en wie heeft in die landen iets bemerkt van onordelijkheid en ongeleidelijkheid in de wetgeving gedurende tal van jaren ? Hoe zou dat dan het gevolg moeten zijn, juist in ons land, een der con servatiefste van de geheeie beschaafde we reld en dat nog al alleen door het verkiezen van een sociaal-democraat boven een klerikaal ? Wie geeft aan zulk een argument een hoogere beteekenis dan van..'. nonsens ? Doch bovendien, de vraag is niet alleen of men ordelijk en geleidelijk vooruitgaat, maar of m»n vooruits/ree/ met bekwamen spoed, dooi- de eischen des tijds, door den plicht gevorderd. De K>ah winkler Landwehr oewoog zich ook, meenen wij, heel ordelijk en geleidelijk... maar immer langsam; immer langsam... ze kon de rest niet bijhouden! En dat was van zoo'n Land weer toch wel een groote fout! En zou het uu niet veel royaler van het Handelsblad zijn, dat het eenvoudig verklaarde: wij willen zoo lang wam en zoo weinig mogelijk óns door den Hervormingswind laten vooruit drijven, dan sijn lezers bij den neus te nemen, en hen in den waan te brengen als liepen de orde en geleidelijkheid ia Nederland gevaar ? Waarlijk het zou dan niet alleen staan. Want een groot deel der bezittenden, die zich liberalen noemen, begeeren niet anders. Sociale hervormingen, wat zijn ze voor hen meer dan een noodzakelijk kwaad ? De tweede redeneering luidt aldus: Wanneer wij thans medewerkten om in 1904 grondwetsherziening en kiesrechtregeling aan de orde te stellen, zouden wij, gelijk het onze lust en ODS leven is, niet zoo goed kunnen doorher vormen. Grond wetsherziening kost tijd. Nu, wie zal dit ontkennen ? Grondwets herziening kost tijd. Maar de vraag is alleen, nietwaar, is grondwetsherziening dien tijd waard? Wij weten echter en het Handelsblad weet het ook, dat de arbeiders zelf, voor wie het zoo hervormen wil buiten hen om, veel liever zouden zien dat het in 't ge heel niet hervormde, vóór zij naar recht en billijkheid medezeggenschap hadden ontvangen; en almede is het hem gelijk ons bekend, dat eerst door hun op treden in alle landen tot het sociaal her vormen de krachtigste stoot is gegeven. Doch ondanks dit alles »hervormt" hij jaar in jaar uit maar toe. Is nu zoo iets geoorloofd om tijd uit ie, winnen ? Ziju er dan geen zedelijke en geestelijke verplichtingen meer? Hierbij doet zich iets zeer opmerkelijks voor. Vóór enkele dagen heeft de Redacteur nog een heel artikel geschreven, om te bewijzen hoe verstandig hij toch is, wijl hij zich niet door grondswetsherzicning zal laten ophouden, daar dit te lang zou duren, bij de tegenwerking, die zulk een herzie ning ondervinden moet. En wat vergat hij daarbij te vermelden ? Dat hij zelf' mt onder de voornaamste bewerkers van de vertraging van zulk een eenvoudigen arbeid moet geteld worden. Dat als hij zelf een goed voorbeeld had gegeven, en zijn liberalen de les gelezen, een grondwetsherziening zeer snel had kunnen worden afgewerkt. Dat hij nog het eerste woord moet spreken om zijn vrienden er van te overtuigen, hoe schandelijk on billijk het is, dat in Nederland, naar de grondwet, een derde deel van de vertegen woordiging, anders gezegd, in zijn stijl gerekend, slechts l/i deel van 't volk de beslissing heeft over het kiesrecht, dat voor het -overige deel zal gelden, en mitsdien... opheffing dezer onredelijke bepaling, hoe eer hoe beter behoorde te worden verkre gen. Maar neen, geen woord ,? geen teeken van eenig verlangen, of droefheid over anderer botte ongevoeligheid; geen traan in 't oog, niets dat zijn geestdriftige ziel doet trillen, alleen een glimlach om de lippen; zoo staat hij daar, zeggende bij zich zelf: wat ben ik toch een pintere man! En als men hetn nu op den boerenwagen ziet zitten, is daarvan een andere ver taring mogelijk, dan dat hij, wetende hoe de strijd in district IX over kiesrechthervorming liep, na den afloop der politieke verkiezingen van 1901, en het froote stemmencijfer door Troelstra ver regen, alles liever begeert, dan dat er binnen afzienbaren tijd een kiesrechtuitbreiding komt? Hoe het Handelsblad bij deze verkiezing door niets anders geleid werd dan door de vrees voor ook maar de geringste verster king van de kiesrechtbeweging in de rich ting van zijn eigen kiesrechthervorming van vóór tien jaar, door hem met zooveel onge duld verbeid, bleek in 't bijzonder nog uit zijn houding ten opzichte van de candidatuur-Heldt. Zooals men lezen kan in de Midd. Ct. van 27 Sept. hadden Vooruitgang's Centraal bestuur en de voorzitter van het districtsbestuur zich verklaard voor het voorstel van Mr. Tasman, met mede weten van den heer Gerritsen, namens het bestuur der Vrijz. Dem. Vereeniginggedaan, om thans gezamenlijk den heer Heldt te candideeren. In dit geval zou men meenen een gelukkige keus; want over wien zijn de liberalen ooit meer tevreden geweest, dan over dezen arbeiders-afgevaardigde? Nietwaar, zij hielden hem voor een model. Maar wat geschiedde nu? Da onder directeur van het Handelsblad, de heer A. Boissevain, bestuurslid van Vooruitgang district IX, heeft gedaan weten te krijgen, dat Heldt op zij werd gezet voorPierson, den zoo erbarmelijk geslagene! Toch leest men in het Handelsblad de hevigste verwijten aan de Vrijzinnig-Democratische partij, als de scheurmakers, die district Negen voor goed verloren hebben doen gaan. Op een onwaardheidja meer of minder kwam het niet aan! als men maar zoo'n»onordelijken, ongeleidelijken voorstander van wilJe schokken on onbekookte plannen" als de brave heer Heldt... kon weren. Zullen we nu ons hierover verwonderen, verbazen, ons bedroeven of er ons aan ergeren? Maar hoe zou datmogelijk zijn ? We hebben het Handelsblad al een kwart eeuw. werkzaam gezien op dezelfde wijs. Wij zijn ?r aan gewoon geraakt. Dat het Handels blad anti-clerieaal, of anti-radicaal, of anti-sociaal steeds door 't zelfde bedoelen, van beginsel is geen sprake werd geleid: de belangen der bezittende klassen te behartigen, en alzoo te conserveeren wat met schik te conserveeren was och, de inensch is nu eenmaal het^roduct van zijn omgeving. Het eenige wat ons steeds daarbij dermate mishaagd heeft, dat wij er herhaaldelijk tegen geprotesteerd hebben, is het vergezeld doen gaan van dat pogen met de meest idealistische, humanistische praatjes, een onafgebroken redeneeren over recht en gerechtigheid, hervormingsgezind heid en zelfverloochening. Zie, dat doen de gewone Handelsblad-1'tbzra.le.n niet. Ea 'c s ook niet noodig. Zij begrijpen elkan der immers toch wel. Ook zonder het Wilhelmus te zingen zien ze aan eikaars gezicht waar het heen gaat. In plaats vau ons over de Handelsbladtak t ie k te verwonderen, zouden wij dan ook veeleer willen opmerken, dat het o. i. jui t de herstemming niet had behoeven af te wachten, om zijn stem aan de »clericalen" te geven; want werkelijk gelooven wij, dat, zooals de zaken thans staan, zijn politiek bij den «Cnristelijk-Vrijzinnigen" Bijleveld nog wel zoo veilig zal zijn, dan zij dat bij Pierson ware geweest.... Doch ook hierover geen bitter woord. Al doende leert men. Zeker echter is het, dat het Handelsblad de Vrijzinnigen en de Kerkelijken beiden in een bedenkelijke positie heeft gebracht. De eersten loopen nu gevaar de geheeie kluit liberalen over te krijgen, die om de een of andere reden, nog anti-clericaal willen zijn; en daar het toch al zoo moei lijk is met een groep bezittenden een demo cratische partij te vormen, dreigt nu een overweldiging van hun zwakke veste door het conservatief element. Maar haast nog minder benijdenswaar dig schijnt ons het voordeel door de kerkelij ken thans behaald en voor de toekomst beloofd. De anti-revolutionairen en in zekere mate ook de katholie ken hebben te rekenen met de arbeiders, en alleen de belofte om de belangen dezer lieden zooveel het maar kan te bevorderen, doet een aantal dier misdeelden nog trouw blijven aan hun partij. Maar als die meuschen nu merken, dat zelfs het Handelsblad zoo'n vertrouwen stelt in de ordelijkheid en geleidelijkheid hunner aanvoerder?, zullen zij dan niet van een comprotnitteerend gezelschap gewa gen ? Het Handelsblad en de arbeidershervormings-partij !! Zeker was het voor het oogenblik aangenaam de kamer-meerderheid, door 's Handelsblads hulp ver sterkt te zien ... maar de democratische leiders onder de arbeiders hopen op iets beters dan op stembusoverwinningen alleen ; het zijn niet de minst-ontwikkelden onder hen, die naar arbeidersstemrecht verlangen en dan het Handelsblad in hun midden ! Ons dunkt, bij het zich voort bewegen der democratische strooming onder de kerkelijken zal het weldra de vraag van de op deze wijs begunstigde zijn: lieve hemel, hoe raken wij dien vriend van de Pijpemarkt weer kwijt ? Militair Allerlei. Ransels. »Im Krieg ist alles Einfach, aber alle Einfach ist schwer." Von Moltke kende zijne Pappenheimers, en had lang genoeg gediend om te weten, hoe in de militaire wereld door een hokus-pokus pas de een voudigste zaken worden omgezet in dingen van wat-ben-je-me. De militaire geleerden op een bureau kruk en die zijn natuurlijk de fameuste alwetenden wisten derhalve vooruit te verzekeren, waarom de boeren in Zuid-Afrika het niet konden winnen: de brave kerels waren niet militair gedres seerd. Nou, daarmee is alles gezegd. Stel je voor, niet eens een uniform, en dan geen reglementen l Nooit hielden ze theorie, nooit! en van wetenschappelijke bijeenkomsten en Kriegsspiel begrepen ze geen sikkepit. De vechtgeneraals waren zelfs geen lid van Krijgswetenschap en niet een s geabonneerd op de «Militaire Spectator". Nu vraag ik je! Zoo'n zoogenaamd legertje moest eigenlijk verboden wezen, de Vredesconferentie had er zich mee moeten bemoeien. Waarom niet 't De beschaafde wereld kan toch maar niet straffeloos aanzien, dat eenig land ter wereld ongeoefende burgers in het veld zendt, als slachtvee, de vereenigingter beecherming van dieren niet te na. gesproken. Ea nog is het niet te laat, 't is zelfs een mooie gelegenheid om nog eens zoo'n conferentie te houden, dat geeft tevens aanleiding tot een feestje en een lintjes-uitdeel ing. «Geen der conlracteerende mogendheden zal zich vermeten, andere soldaten in het gevecht te zenden, dan die, welke minstens twee jaren bij de staande armee hebben gediend en niet achterlijk waren in de theorie." Alle Einfach is schwer. Daar heb je nu die uniformen; de intendanten achter de lessenaars en de adviseurs achter een mooie schrijftafel hebben toch maar geen goede uniformen voor de Nederlandsche armee kunnen vinden ! 't Vraagstuk is zelfs zóó moeielijk, dat de heeren ten einde raad het nu beproeven met een eventjes gewijzigd cadetten-mouwvest, hetwelk al dertig, veertig jaar_ lang zeer practisch bleek. Maar om op zoo iets te komen, is niet makkelijk I In de militairen-wereld is alle eenvoud uit den booze. Het verschijnsel is zeer verklaarbaar. Niet alleen toch is in de kazerne de duffd lucht blijven hangen uit den tijd van de alleen uitsluitend op pa rade afgerichte vrijwilligers, die een geweer kregen om het zelve te poetsen en wier hoofd in hoofdzaak moest dienen om het afschuiven van de stropdas te beletten; niet alleen heeft men te lang opgevoed in het systeem van bezighouden maar ook moet dit alles-op-zijn- elf-en-dertigst willen doen, gezocht worden in de romp slemp, gegrond op het stelsel van voor elke-cent-een-stuBJepapier, geef me een staatje model nummer zooveel of ik laat je hangen. De militaire administratie heeft al heel veel op haar geweten, altijd maar weer vragende om papier, als hoogs'e eisch stellende het kloppen der cijfers. En bleef nu de mensch maar jong, helaas, ieder ambtenaar roest ten slotte vast in gewoonten en beginselen, met Staring's hoofdige boer het vondertje beschouwende als een onge paste nieuwigheid. Een jonge, energieke persoonlijkheid weet te breken met sleur en routine, een chef, die langzaam trapje-opvoorzichtig-struikel-niet promotie heeft ge maakt, weet nauwelijks beter of't hoort zóó ala 't altijd is geweest. Nog altijd is pne leger uitgerust vooreen tocht naar Rusland, te velde neemt de soldaat een linnenkast mee, als gin g hij een huwelijksreis van weken maken. Een jager is verstandiger, die weet wel, dat hij door dik en dun trekkende geen 25 kilo heeft mee te voeren, zelfs een wielrijder beperkt ziin bagage, maar een soldaat in ons lieve Vaderland, waar men niet kan verdwalen zonder nog altijd een kerktoren te zien, moet inspectie maken, zijn heele hebben en houen aan ieder kolonel en generaal kunnen vertoonen. Geen knoop ontbreke aan een slopkous! Voor zoo'n rommeltje lijfgoed, poetsgoed en inspectie fraaiigheden is natuurlijk een ransel onmisbaar. Wel is waar verloren de Franschen in '70 hun ransel vóór zij een vijand hadden gezien lees er Zola's >Débacle" maar eens op na maar in vredestijd hoort de ransel nu eenmaal tot de tenüe (zie artikel zooveel vau het bruine boekje in verband met alinea zooveel van de aanschrijving van toen en toen en het reglement op de kleeding vastgesteld dan en dan). Ja, wel is eenvoud raoeielijk; een een voudige pot voor de soldaten schijnt niet te bereiden, een eenvoudige kleedirjg niet te verkrijgen, een eenvoudige administratie niet te reglemtnteeren. Vermoedelijk zullen dan ook op de eerst volgende begrootingen van »oorlog" wel duizenden worden ge'voteerd voor «aankoop van ransels", stel je eens voor dat er ransels te kort kwamen! O(FFICIER) I(NFANTERIE). Een verontschuldiging. In ons Nr. van verleden Zondag plaats ten wij een ingezonden stuk van den heer Koelewijn, getiteld: Handelsblad, Raad van eer voor Journalisten, en teekenden daarbij aan, dat het Handelsblad niet in gebreke had behooren te blij ven ruiterlijk den pre mier, ten opzichte van de vredessluiting in Zuid-Afrika te rehabiliteeren. In het Nr. van Woensdag heeft de redactie van 't Handelsblad een poging ge daan om anderen en ons te bevredigen. Zij schreef: //In enkele bladen wordt lot ons het verwijt gericht, dat wij hebben nagelaten de bedenkingen terug te nemsn, door ons in het bsgin van dit jaar uitgesproken over de nota door onze R?gsering tot de Britsche gericht omtrent de zaken in Zuid.Afrika. ,Wij hebben ons bepaald tot de mededeeling-, dat de heer Reitz verklaard heeft Dr. Kuyper dankbaar te zijn voor zijn optredfn, omdat langer verzet den geheelen ondergang der Boeren had kunnen medesleepen. ,Oaze premier heeft er recht «j», dat op deze verklaring aandacht worde gevestigd," zoo schreven -wij op 25 Sept. \\. »Meer te zeggen verbiedt ons de tot dusver ongeschokte overtuiging, dat de tusschenkomst van onze Rfg eriug trots hare uitstekende bedoelingen, waaraan ock wij alle hulde hebben gebracht veeleer kon dienen ten -voordeele van Engeland dan van de Baerenrepublieken. in Februari, toen de nota werd verzonden, wist niemand in Europa, ook Dr. Kuyper niet, hoe de toestand was in Zuid-Afrika. Niemacei

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl