Historisch Archief 1877-1940
No. 1320
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Sociale,
mHmtttmmftfitnmwHMH
itm i HMI mmm i H ttrnimmi
Organisatie van procureurs- ea
deurwaa rdersklerken.
Het is reeda een negental jaren geleden, dat
door de heeren W. H. Woestheer en F. J. Roskam
te Uirecht en schrijver dezes pogingen zyn
aan ge weed om de procureurs- en
d«orw*ardersbedienden tot aaneensluiting te brengen. Men
a» Het Paleis ean Justitie van Ik! en 26 Mei
m 21 November 1893, NOS 38. 42 on 93 en
h*t Maandblad der vereei iginij yan deut waar
dere v*o 15 Mti, 15 Joni, 15 October ea 15
Nowaaher 1893, NOS 2. 3, 7 en a Gawaaen
w«rd toen op de Boodzakelgkheid der invoering
van een deurwaarders-examen voer belangheb
benden, Opdat eea tifide zou komen aan de
dert$d« e,i nog steeds bestaande protectie
b§de becoemiBg van learwaardtr. Da
achterIqkheM van genoemde bedienden in bet
vereenigingsleven mocht Bderty'd wel aangenomen
worden, op grond, dat over 't geheeie lat d
«'«chti een zeventil kierken bigben van sym
pathie gaven. Als gevolg daarran Ion van
stappen doen mj deo betrokken Minister om
invoering van eea deurwaarders-ex <ua*n te
verkrijgen niets komen. Waren de onvenehilugen
bcvrecü), dat het examen te moeil^k zou 8y>,
et haddan zy genoeg protectie o» toch eenmaal
damgaarder te worden ? Bat de meeste der
beJaefhebbeude personen echter werkelijk reden
tot klagen hebben orerprotectie b\j deurwaarders
benoemingen, behoeft hier niet met voorbeelden
aangetoond te worden. Men leze art. 4 vaa
hot Reglement No. IV op de organisatie en
«n dienst der deurwaarders en verdere
regtebediendeo, vastgesteld bübesluit van 11
S«pteaber 1838 (S t. bl. No 3S),waarin de clausule
vwrkomt:
Zij worden by voorkeur gekozen uit per
sonen, die eet en geruimen tyd onafgebroken
gewerkt hebben op het kantoor vaa eenen
practizyn of notaris, of bg eenen deurwaarder,
«f aan een bureau van registratie vaa
geregtelyke akten, of op de griffie van een der
regterfijke collegiëa binnen dit Rijk" ik
citeer uit den 4en druk van De Nederlandsche
Wetboeken, uitgegeven do;r mr J. A. Fruin,
's Gravenhage, Marticus Nyhoff, 18'J8 en
men zal tot de overtuiging moeten komen, dat
by de benoeming van deurwaarder, onder vige-ur
vaa dat besluit geen andtre maatstaf kan gelden
dan protectie, en bekwaamheid en getchiktheid
pas in de laatste plaats in aanmerking komt.
laderdaad, wel te betreuren is 't, dat de
procureurs- en deurwaarders-bedienden tot heden
nog aan 't vereenigiogsleven zoo totaal vreemd
bieren. En dat waar hun broeders, die
werk«aam zjjn aan gerechtelijke griifiën,
registratieen notariskantoren ieder hun eigen bond hebben
en vele arbeiders hen reeds in vak-organisatie
syn voorgegaan. Nu echter opnieuw een poging
tot vereeniging onlangs is aangewend (<loor de
procurenreklerken A. W. A. Goudart te Utrecht
en B. Stoppelsteen te Bussum) kaa 't misschien
zqn nut hebben enkele woorden ten gunste van
den op te richten bond te schreven.
Het feit, dat da procureurs- ea
deurwaardersilerken tot heden in 't openbaar weinig of niet
geklaagd hebben over hun belangen, moet den
,patroons en 't publiek wel dan icdruk geven,
dat de positie di;r oedienden niet veel te wen
schen overlaa'; dat de loonen hoog genoeg
«jjn en overwerk voldoende betaald wordt; dat
de werktijd behoorlijk geregeld is; dat de be
handeling door de patroons uitstekend is; dat
de ruimte, waar gewerkt wordt, voldoet aan alle
hygiënische eitchen, die men steil in mag; dat
er ruimschoots gelegenheid beitaat om zich theo
retisch en practisch in alle wettelijke bepalin
gen, die betrekking hebban op, of in verband
staan met het deorwaardersambt, te ontwikke
len ; dat die bedienden zonder financiëale zorgen
hun ouden dag kunnen tegemset gaan; dat
hun weduwen en kinderen verzorgd
achterblijven; dat geschillen tuvchen patroon en be
dienden volgens goed recht beslist worden.
Welnu, laat mij dan hier constateren, dat
al het genoemde veel te wenschen overlaat Da
loonen zy'n onvoldoende Salarissen van / 800 a
?1000 zyn zeldzaamheid. De werktyd is geheel
ongeregeld. Menige klei k zit tot laat in den nacht
voor zyn patroon, hetzij thuif, hetzij op kantoor,
te werken voor een hongerloon. D i behandeling
door den patrooa laat op vele kantoren veel te
wecschen o «er. Da werkruimte heeft veelal
meer weg van een gevangeuhcel dan van een
beh erlijk kantoor. (Da procureursbediecde
werkt in den regel in een afzonderlek vertrekje).
Toevoer van licht en lucht is hier eu daar
KRYSTA.
Poolsche Novelle,
5) VAN
MMUA KOXOPNICKA.
Naaf het Duitse^, door M. v. O.
(Slotj.
Zoo kwam ze dan eindelijk aan het einds
dar populierenlaan, op een vrije plaats en toen
ze de boom«n niet meer hoorde, hield o«k
lOysta met haar geflaiater op, zonder het zelve
te weten. Nu liep ze op een hobbeligen weg,
waarin voren van boerenkarren wielen en
eporan van ds hoeven van rundvee zichtbaar wa
ren. Terwijl hare oogen op d«n grond staar
den, zag ze in hair verbeelding plotseling heel
(luidelyk hat marktplein van het stadje, van
waar nu twee jiar geleden de nieuw
aangewo.ven rekruten afgemarcheerd waren. Zoo
klaar zaj ze alles weer voor zich ... Langs
da gele stadsmuur sfaan gebogen vrouwen ge
schaard ; menig gry's hoofd, ia doeken gehuld,
knikt weemoedig voor zich heen ; rood-geweende
oogen kijken in-bedroefd de mannen en zonen
ra voor velen haar steun en kostwinner, die
r u in de wyde wereld er op uit moeten. Men
hoort snikken en weeklagen.... Midden op
het marktplein vormen de rekruten groepjss
\an vi*r . .. Antek t -euzelt nog; tot tweemaal
toe Ir.eft de wachtmeester hem reeds ruw
toegesproken, hem weggeduwd; maar hutne
handen zija vast ineengestrengeld ... Zul je
cp ma wachten, Krysta?" J», Antek! ik
zal op j s wachten."
Xul i', me altijd trouw blijven, Kryita?"
Ik zal je eeuwig trouw blijven, Antek,
eeuwig en altijd !"
Zoo waar God je helpe?'1
Zjo waar God mij helps!'''
geheel onvoldoende. Vooral procureurskantoren
Ijjden aan dit euvel. Dat is my persoonlijk op
vele dier kantoren gebleken. Pensioen bestaat
niet voor hen. Hunne weduwen en kinderen
blijven broodeloos achter, terwijl ook een
ondersteunings- en ziekenfonds ontbreekt. Wat
elndelyk de gelegenheid om zich te ontwikkelen
aangaat, zy 't voldoende hier aan te stippen,
dat die ee.vjudig niet gevonden wordt. IK
weet wel, dat in steden waar Toynbee werk
bestaat, enkele jongere rechtsgeleerden populaire
voordrachten ov.er rechtswetenschap houden,
maar gesteld al, dat die cursussen door de bier
bedoelde klerken gevolgd zouden worden, zoo
kooit 't my toch voor, dat een dergelijke cursus
vooral voor de klerken, die wat dieper in de
rechtswetenschap willen doordring «o, geheel
onvoldoende is, althans wat aangaat de praccische
toepassing van het recht. B j genoemde cursussen
wordt trouwens hier en daar maar een greep
geiaaa uit 't burgerlijk- en handehrecht en
ia VUB eenige t-y,temUi3che behandeling der
stof geen sprake.
De deurwaardersbediecden verkeeren, wat hun
opleiding betreft, nog in de gunstigste cond.tie;
zy komen als 't ware vanzelf op de hoogte met
de verschillende soorten van executiëa en de
rechterlijke autoriteiten zouden dan ook de
minste onrechtvaardigheid betracht hebben
indien zy vooral deurwaarders klerken tot deur
waarder benoemd hadden.
Wat de procureur j-klerken aaogait de aard
van hun werk brengt mee, dat zy althans op
htm kantoor, van deurwaarderswerkzaimheden
weinig of niets leeren. Een enkele is in de
gelegenheid 'ga-'onds op een deurwaarderskan
toor zich in 't inakea vaa deurwaarders-exp'.oiten
te bekwamer, of overdag executiën mee te matten.
Hoe wordt men eigenlykpr cureurs-of
denrwaarderttbedieude? Ziehier bet antwoord l Het
jongetje, dat zich op zyn l-Je 13e of 143 jaw
komt aanmelden als jmgste bediende weet in
den regel niet en man kan 't op dien leeftijd
trouwens nog niet verwachten wat hy' worden
wil. Diegene der oulers, wieni wil wet ia,
dacreteert, kaa ik zoo denken, dat zyn of baar
aoontja geen werknaan, maar een meneer'' moet
worden. Het zoontje schiyft op alle aanvragen
vo»r jongste bediende. Treft nu 't toeval, dat
't kantoor, waan aar gesolliciteerd is, een
procureura- of deurwa&rJerskantoor blijkt te zij',
dan is dit den ouders ook al voldoende. Deze
vragen in den regel niet of er eanige toekomst
in dat vak voor hun zoontje is; als hy maar
van de straat af is en alvast wat geld thuis
brengt, zyn zy' tevreden. Zy weten niet of
willen iet weten, dat heer" zijn yuak geen
waa;borg is voor vaste positie en behoorlijke
bezoldiging. Zoontjs wordt nu een soort
duivelst&ejiger ?" Hij moet voor zyn patroon bood
schappen doer, cliënten in- en uitlaten en
copie-werk verrichten. Is nu zoo'n jorgen een
paar jaar op zoo'n kantoor, dan heeft hy nog
bitter weinig geleerd. Dit ziet vooral op de
procureurs -kaïtoren.
Betrekkelijk gelukkig dan ook de jongen, die
inziet, cf die door een goeden raadgever op
merkzaam wordt gemsakt, dat het rechtsvak"
niet voor hem deugt en dat hy beter doet, wil
hij tenminste in 't kantoorleven blijven, by'ty'ds
raar etn handelskantoor uit te zien. Niet dat
op handelskantoren de positie zoo schitterend
i«, maar de kans om wat vooruit te komen is
toch op die bureaux beter dan op procureur
en deurwaarders-kantoren en bovendien bestaat
er voor den handelsbediende voor weinig geld
wel gelegenheid tot- verdere ontwikkehng in
zijn vak.
Voor den josgen, die in 't rechtsvak bly'ft,
duurt 't jaren aleer hy een bruikbaar bediende
is en nog meer jaren voor hij geheel zelfstandig
kan werken. Die ligt voor een groot deel aan
't gemis van eenige f-ys'ema'.ische opleidirg in
't vak. Vele bedienden zija d m ook tengevolge
daarvan louter machines; menschen die wel
den E8.am weten van het werk, dat zij doen,
maar niet weten op welke wetsbepa'in^en dat
werk steunt; menschen die wel een model
kunnen overschrijven, maar niet zelfstandig een
van-den-dagelijkschen-gang-van-zaken afwijkend
cxploit kunnen maken.
volgt). GERAHD G.
en
in »e Hoofdstaö.
Het is niet zeldzaam dat men in de muziek
uitingen tracht te vinden van hst volksleven,
van een nationaal type. Spreekt men van
duitsche muziek, dan trelen ons al die greote
Vergeet 't niet, Kryata! Verge-et 'c niet!"
Daar roffelde de trom
Antek! Antekl" riep Krysta. E:i deze
giMemie kreet die over d» kale velden weer
galmde, wekte haar uit hare droomerijen. Een
schalie gkns als ds weerschijn van een
groot, schel lich: kwam op eens o/er haar.
Nu, nu vatte ze eerst werkelijk het feit: Antek
komt terug ... om thuis te herstellen. ... Over
Mos'y kooit hij... En heden nog straks
zal hy hier zyn, alles begreep zij nu. Zosals
vaak voor het c,og van stervenden in de laatste
oogenbiikken al ei klaar en helder wordf, zoo
was hst iu hasr nu p'o'.sslicglicbt gewerden??
en hoe ontzettend licht I S:nart, angs',
maar ook eea gevoel van larg ontbeerd geluk,
bestormden haar en drongsn als scherpe dolk
steken in haar. Ze kon zich uiei: kiaar ma
ken wat ze eigenlijk voelds, want cok Lee biyde
geluk van het weerzien vras nu smartelijk ge
worden. On Gad'swil! Jezes Maria !" kreet
ze de armen opheffende, als wilde ze met
geweld al deze op haar ie stormende gewaar
wordingen afweren. Het bloed steeg haar naar
hst hoof!, ze d»cht te zullen stikken
en dan rilde ze weer. H'.t koude zweet veegde
ze zich van het voorn iofd en trok het htinJ
aan den hals open. Wat zal ik doen? Wa". V
wat?..." Ia ontzettende doodsangst en wan
hoop sloeg zij do brandende oog?n hemelwaarts
en keek zóó strak a's wilde ze het citeiudige
blauw doorboren. Tranen welden in haar
oogen op: Ach, heilige Jo'kvrouw! Heilige
Moeder Gods!... heb medelijden mst mij!
red my'n ziel!" Ze drukte de gevouwen
handen tegen de borst; met murmelende stem,
smeekend en bidlend, di oogsn opwaarts, liep
ze een wy'le, terwijl ze nu 9n dan over de on
effenheden van d.T. weg wankelde en strui
kelde. .. .
Nu had Krys'a byna weer het do'p bereikt.
Uit de verte kon men reeds tnenschensteaimen
en veegebrul hooren. De dorpelirgen kwaaien
van da jtarmarkt te 15 géajca terux Bij kleine
gro:pen liep 'tl ze luid pratend of dreven do
ossen 'en koeien met geschreeuw vuor zich uit.
Hoe langer hoc d-tiidelij-ker hoorde Kry.ta het
heroën voor den geest, van B och tot Wagner
en Brahms, aan wie de muzikale wereld de
heerlijkste kunstvoortbrengselen te danken heelt.
Spreekt men over fransche muziek dan denkt
men aan bevallige, gracieusa m'lodiën, licht
en luchtig meestal en zelf j ia dei ernit nooit
zwaar of stoer. De Slavische muziek kenmerkt
zich door hare Weelderige en rykgeschakefrJe
rfcythmhk. Da Italianen hebben groote zoet
vloeiendheid, menigmaal e-n ietwat hol pathos,
matr steeds veel temper&ment. In dentorsche
kunst dairentegen, trekt byra steeds de aan
dacht een week«v melancolie, zich uitende in
een paar e'geaaaïdige tooafchreden van de
kleine tertsscala.
Zoa man wil, kan man al deze nationale
fypen terugvinden in het volkslied.
Ik wil hier niet de vraag behandelen of er
een Nedarlandsche muziek bestaat. Zeer zeker
bestaat er een Nederlandsen volkslied. De
opgang, die de Naderlandsche volksliederen in
den iaatsten tijd maken ik wil slechts wy'zen
op het veischy'nen der boeken van het Nut,
vin Coers, van den Vlaoiing Heyadiickx
en nog rnaer op de onlangs door my besproken
uitgave van Fl. van Dny^e geven grond djt het
vermoeden dat h«t echte volks-lied weldra in
eere zal hersteld worden. Ia hoeverre zulks
een invlosd zal teweegbrergen op onze
nederlandsche kunstproductie blijft sf te wachttB.
Z"ker is het echter dat er een tijd bestaan
heeft, waarin de Nedfflacders het hoogit
stonden aangeschreven op muzikaal gebied
Hst was de trjd, toen de muzika'e kunst pas
ontloken was en de eerste uitingen van meer
stemmige muziek h»ra intrede deden in de
wereld. De muziek, tot dm toe zeer achterlijk
gebleven in vergelijking met de zusterkunster,
irachtte met reusenschreden het verzuimde in
te halen en het wekt bepaald verwonterlng op
wanneer men nagaa', hoe snel zij zich in de
XVIe eeuw ontwikkelde. Nederlanders waren
het die uittogen naar Italië, Duitschland, Spanje
en Frankrijk om als apostelen de geheimen der
kunst te leoren aan de volkeren der wereld.
Met recht worit dan ook dit tijdperk door
de duitsche geschie schrijver t die Epoche der
Niederiaider" genoemd.
Oader de beschsafJe ratiën is er echter
eene welke nooit van zich heeft doen spreken
op het gebied der muzikale kun t. Ik bedoel de
engelsche natie. Wel mocht Engeland in de X Vila
eeuw een Henty Purcall (1658?1695) tellen
onder ziju zonen, een componist die, vooral met
zyn kerkelyke en kamermuziekwerken,
composiün van blijvende waarde hetft geschapen en
daarin-da grootcn invloed heeft uitgeoefend op
Haidel ah oratoriumcompor.ist. Wel hebben
Sterndale Bennett, voor een dertigtal jaren
geleden en Villers StacLrd, in den laatsten
tyd min of meer van zich doen spreken, doch
al deze kunstenaars remeu een geïsoleerde
p'aats in en evenmin als een paar boomen een
bosch kunnen vormen, kan het bezit van een
paar componisten van beteekenis Engeland tot
muzikale natie bestempel n.
In den laatsten tyd heeft echter een
engflech componist op meer bijzondere wijze
de aandacht op zich gevestigd; ik meen Elward
Elgar.
Op het jongste Nieder Rheinischs Musikfest
te Dusseldcrf heeft zijn oratorium the Dream
of Gerontius', veel succes geha j; enkelen
gingen zelfs zoover oui te beweren dat Elgar's
werk d e gebeuiter.is was van het fsest. »The
dream of Gerontius" is een eedicht van den
bekenden engelschenTtirdiuaalNewman, waarin
Gerontius stervende zijn ziel iu GjJs banden
aanbeveelt en (in het tweede deel) de ziel
vaor Gids rechtertroon wordt gebracht. Htt
gedicht is zeer icyiüek gehouden; niet geLetl
daarmede in overeenstemming bleek iny de
muziek. Echter, daar ik my'n oordeel ekchts
grond op de kennismaking met ean
klavieruittreksel, zou het mogelijk bunnen zijn, dat
bij het hooren van het werk, door de
instrumentaUe en klankfffecten van verschillend genre,
mijn oorspronkelijke meecirg gewijsigd werd.
Ii ieder geval is het opus 33 van Ei^ar en
werk van superieure qialiteiten De behande
ling der karen en der solostemmen is steeds
interessint en verraadt de kundige hand van
den ervaren musicus.
Wy mogen er den heer Mengelbsrg dank
baar voor zijn, dat hij OES heeft doen kennis
maken met een vroeger geschreven
orchestwerk vaa den engelschen componist, n.l. zijn
opus 3 i Variations on an origical Tnems".
De berichten over dit werk die uit Berlijn tot
ons kwamen, waren gedeeltelijk van weinig
vertrouwen wekkenden aard. Doch het ia bekene'
dat men niet te veel waarde moet hechten ean
de u/tspraa'k van een deel der Berlynsche
kritiek, voor zoover het nieuwe werken betrefc.
Hier ter stede is men in rmuikaal opzicht veel
door elkaar klinken van het gera'el der wielen
het g- s:iater der ganzen het geechrceuw
van dronken klanten gezang
zweepgek'al en ossengebrul. Hare gedac'aien namen
nu een anderen loop.... Daar komen ze reeds
van da markt. ... Moader zal daar ook wel
oade$ zijn . . . misschien is zij reeds thuis . ..
en Piwel eok...." Deze naam wekte een
vreeinds echo in ha»r op. Ze bedacht zich
even als hoorde ze hem voor hot eerst: Pawel ?
Pawel?'' En p'etsjling bedekte een purperen
gloed hare wangen, voorhoofd en hals. E «n
maagdelijk schaamtegeroel overweldigde haar
in de eanzaamheid en ze sloeg de ooien neer.
Een tijdlang li«p za als machinaal dóó:, inner
lijk docrdroagen door een gloed die eerst
langzamerhand verminderde.
liet stemmengegoES klonk nog dichter en
duidelyker tot inar do:T. K>yita keek om
zich heen en sloeg een zijpaadje in. Door de
tuinen zal zij gaan... niet d;ior 't dorp....
In de richfing van Moaty, za zal den wegsnij
den. ... Zóó ver Zitl ze ga-tn tot ze Antek
ontmoet-.. . al zou ze tot Mosfy toe loopen,
dat kan haar niet schelen! Zi zal hem al
in de verte zien aankemsn. En hij... o !
hij zal haar ook al vaa verre zien en herken
nen. ... En als eea havik zal hij op haar
to-eech'eten ... als een wervelwind zal hij aan
stormen en haar oavatten... En zij hem
cok!... zij hem ook! Liat dan maar
komen wat komen moet. Dat gaat haar ver
der niet aan.... maar n enkel gelukkig uurtje
zal hij hebben! Eea enkïle maal zal hy haar
ten minste nog vol geluk en liefde aan zijn
hart drukken al duurt 't gean uur... al
zou 't maar zooveel minuten duren als 't bid
den van 'n O.ize Vader, dat hy bly en ge
lukkig is weer by haar weer thuis te zyn.
Haar tl listerende stem had i.u een zacht
roerenda u'tirukking. DJ geweldige e'orm van
gewaarwordingen en emoties was nu bedaard
ea diepe weemoed vervulde haar ziel.. .. Een
hfiel klein weinig,; vreugde zsl de arme Antek
toch no^ hebben.... Wat lief Ie en geluk...
Loe kort ook och Hoer! aal Lij nog ge
nieten. Zj dacht en sprak van d^.-n
terugmeer geavanceerd; ik geloof zelfs dat er weinig
plaatsen zyn, waar moderne muziek meer
geëerd wordt dan bij om. Eet werk van Elgar
vond hier een zeer goed onthaal ea terecht,
want ik heb weinig nieuwe compositiën in den
laatsten tyd gehoord, dis een zoo onverdeeld
gunstigen indruk op mij vermochten te weeg
te brenger. Men beweert wel eens dat de
varia'ievorm aanleiding geeft tot het ontstaan
van werken, waarin meer berekening en
calcula'ie aanwezig is, dan warm gevoelde expres
sie; en misschien is die bewering r.iet geheel
ongegrond; doch hier wordt de aandacht zóó
ge-pinnen ge'ioudan n door de schoonheid der
mu ,iek, a door de meesterlijke factuur, dat
die bewering hier geheel schynt gelogenstraft
te worden.
Het thema kenm?rkt zich door grooten een
voud en tevens door geschiktheid 021 muzikaal
bewerkt te worden. E gar weet van het thema
alles te maken. Nu eens gebruikt hij korte
ino'.ieven, aan het thema ontleend, dan weder
grootere brokstukken, maar steeds weet hy
met zijno bewerking in hooge mate te bonen.
De instrumenten klinken allen prachtig; om het
even of de componist een hobo tegen de ge
dempte strijkinstrumenten doet optreden, of
dat bij elfeoachiig de b'aaiin&trumenten doet
contrasteeren met flidderende figuurtjes van
het q'iartet ea eeneïy ischealt-so/opartij. Al de
geheimen der instrumentatie-techniek staan den
componist ten diens'e, o n de grootst mogelijke
verscheidenheid in stemmi, g en kleur te weeg
fe brengen. En Elgïr versmaadt geen enkel
(ffact. Men bemerkt een pastorale, een adagio,
ean cello-so'.o, een variatie zelfs die door oen
fajot gedragen wordt, een andere waarby de
clam.et hoofdzakelijk aan het w:ord is en de
tlot-variatie waarb j men krijgsaiu dek meent
te hooren en die met eeri buitengewonen
rijkdom van ilack, waartoe ook het orgel htt
z^ne weet bij te dragen, het geheeie werk
majestueus afsluit.
.De uitvoering door den heer Mengelberg en
de zijnen was het werk geheel waardig. Elgar's
opus 3üis een nio;i, zeer nnoi, warm gevoeld
en meesterlijk bewerkt, prtchtig klir.kend
muziekstuk, geheel op modernen bodem staarde,
maar het is in zyn richtiig en tendens geheel
duitsch. Elgar zal als componist vermoedelijk
meer beieekenis krijgen dan een zijner lan<S
genooten ; maar E'gar zal zeker geen
engelschi atior.ale muaek il het leven roepen en.. .
de tijd daarvoor is voor dit volk waarschijnlijk
ook wel voorby.
AST. AVEBKAMT.
IIIIMIItlltUlirillllllH
Knust te Rotterdam,
Anna Smulders.
By Olden-zeel is het debuut van een meisje,
dat men ongaarne talei.t zou ontzeggen en
lö:h gégelukkig debuut.
In de eerste plaats is er het euvel dat voor
een ^speciale expositie" nu eer-maal een zaal vol
werk noodig is 't weik zoo Jicht een onvoorzich
tige 70or het q lantnm de q;ialiteit verwaarloozen
laat. Oji een zaal vol te kragen haalt hij zyn
atelier leeg, rijp en onry';>, leent links en
rechts klein werk, al verkocht of meestal weg
gegeven, zet studies in Jysten en al» 't getal
er is, acht hij zijl tentoonstelling klaar. Maar
niet iedereen betft, als Dirk Nijland by zijn
eer&t optreden, een rits goede doeken klaar,
waaruit zelfs r.o* keu?e mogelyk is.
Voor mej. 'mulders is het debuut op deza
wijze een fout gebleken. B:j vier of vijf schil
deren voor de beoordeeiiug van haar talent
van eenige betetkenis, hangt een co'ilectie
cióites, die den totaalindruk bederven. Vooral
omdat uit hun datumcijfer bewezen wordt, dat
zij nagenoeg te gelijkertijd geschilderd zijn
met de betere, en zij dus niet kunLen dienen
als maatetat' van ontwikkeling.
Hit ware beter geweest als deza debutante
den eisen van een
tentoonstelling-voor-zichalleen had laten varen en met bedoeld
vierof vijftal al'éa belang^teMirg voor haar werk
had gevraagd.
Doch, ook als wij de leelyke en Banale
portretjes negaeren en enkel de haar kunst
en hare opvattingen typeerende doekjes
bekijken, dan is er in tweede plaats het bazwaar
dat deze schHderes riet oorsprockelyk is.
Zij heeft een vry hevige» klap van den
Tooropschen molen beet Men vermoedt hier
en daar wel iets eigens, iets niet onfrisch,
doch klare, detailleerbare e'geffaardigheden
zal men heel moeiel^k kunnen opsporen. Wel
even treft soms een fraai coloiiet, een krach
tige lyning ; achter een enkel détail ziet men
dan wel een zelf-zoekende artieste staar, maar
het geheel is al te \eel Toorop.
Dat vergeeft men in jExtase" omdat dit wazig
meifj wbeeid met gouden haar, in devote rijzing
uit de diepe stad, waarlijk een rry goad schil
derij is, vry' goed van »andoen1ng, goed uitge
voerd, maar kregel maakt het bij al die
vrouwenkoppen met de strakke staring van
oogen die, met wydsche namen genoemd,
Toorop direct zyn cagedaan en tot diens werk
staan als slappe copieën tot het origineel. Ook
Toorop's is het neerschrijven van een (by'
voorkeur Eigelschl) verfja raast het beeld
zooals in »Marianr.e" (een weinis zagende
vrouwe-kop), een ulerelleniym van Tennyssom:
»Sie only said, roy life is dreaiy
He cometh not, she said
Sie said I am aweary, aweary
I would that I was dead".
De symboliek is overal banaaltj es, een voor
stelling van »L'ebe" (met een Duitsch ver-j f)
door een slang- omkronkelde vrouweikop is
wat erg goedkoop.
Een goed pastei is 6 «Kinderkopje'1 kranig
geteekend, frisch van kleur geestig; is dat
conterfeitsel van Rotterdam: de stai ilein in
de diepte en massief een stuk van den top
gevel van het wiite Huis over den geheelen
rechterhoek. Ojk de bloeccstudifën zyn goed.
Concludeerend dus een expositie van een
jong schilderes, die wellicht tot de zeer be
gaafden behoort, maar die, om te bewy'zen dat
zy iemand is, beginnen moet zichzelve te zyn.
HEKKI D.
luitmiiMiMiiiiiiimiiniiiiiiiiiinuiMiiiiimiiniiiMMMiMimiimiiiniHitH
koerende, zoo:ds 10311 van een s!er?eLde
fprsekt, die den volgenden dag niet meer be
leven zal. Alles r.o^ slleon voor heden l alleen
voor dezen avond voor enkele oogenbl
kken! A-ia haar eigen lot, aan hetgeen met
baar zou gebeuren, dacht ze niet meer. Iliar
düodölijke angst had zich opgelost ia dien
nkélen inri^en wo-..sch: hem nag esns
gslukkig te zien.
IS'u was ze aan «en dij'k gekomen. Faar, in
de verte verhit!' zich een zwart kruis in de
nevel-ige kicW. Met ingespannen blik tuurde
Krysta voor zich uit en het kwam feasr voor,
alsuf iemand naast iiet kruis stond. Zien kon
ze henl wel niet miar ze meande toch een
vagen omtrek te onderscheiden. Ean warme gloed
ste«g haar in het gelait, het hirt klopte ha*r
in de keel.... Aütek! Astek!" gilde ae met
doordringende steai en met vooruiitges'rekte
armen begon ze te loopen, te vliegen, ats door
den wind gedragen. Uit dien kreet, die haar
van het hart kwam, sprak al haar sm srt en
liefde. De doek was haar van het hoofd ge
gleden, de over de schouders geslagen schort
wapperde als een paar vleugels achter haar
aan. Ze vloog als esn opgejaagde vogel door
den blauwgrijzen nevel, met het hoofd achter
over, een stroom van tranen over het gloeiend
gelaat.
Arjtek had b*ar reeds van verre herkend:
Krystal" riep hy ,,Kry-ita!''
En nog voar dat hy er op bedacht was, had
zij zidi aai zyn borst geworpen. Zij sloeg beide
haar armen om zijn hafe en drukte haar bleek
gezicht snikkend aan het zijne: Antekl Antek!
Zoo waar als er een Goi leeft.... Jij bent 't
dus! Antek l"
Hunne lippsn hadden elkaar gevonden en larg
stonden ze daar zonder een woord te spreken.
De jonge soldaat ontsraafcte hét eerst uit
dezen roes. Hy vatte haar, tot hem opgeheven
hoofd, en keek Laar vlak in. de oogen, larg en
vorschend.
Waarom zie je er zoo ellendig uit, K'ysta ?
Waarom zijn j? wangen zóó ingevallen r"
Een plotselinge gloed steeg haar in het ge
laat, glinsterende tranen druf'p ldȟvan de
Gedenkboek der Nieuw of L'ttèraire
&ocieteit te 's Gravenhage, ter gelegenheid
van haar honderdjarig bestaan,
Mkmengesteld door mr. A. M. M. MOKTJJN,
Commissaris dier Secieteif, nut
rnedewerki; g van JOHAN GÜAM (Gedrukt by
De Svart & Zoon, te 's Gravtnhage).
Toen nu jaist iöj*ar geleden een
'zsvertigtal leden van de Witte" zich aan een
feestmaal hadden vereenigd om hot H eeuw
feest te gedenken, meendj ds waar.i. president
commissaris in zyn eerste toost de levens
geschiedenis van 'a lands meest bekende sacieteit
slechts te kunnen aanroeren", wijl hij weinig
had kunnen te weten komen, daar de archieven
der sociëteit zeer onvolledig zyn. oude couranten
niet te vinden waren, en beschrijvingen van
's Gravenhage niets opleveren".
Ook deze aanteekening uit het Gsienkbsek
is karakteristiek voor de belangstelling in de
geschiederis nu een kwart e(uw geleden, toin
vermoedelijk tof weinigen begrepen, hoi de
kennis van het ontstaat, de opkomst er, den bloei
der Nieuwe of Littéraire Sociëteit" een kostbare
bijdrage is voor de getciiedetis der ^am-nleving,
eete bijdrage, die ors EU in een kwartijn met
veel illustraties werdt aangeboden.
De heeren Moatijn en Gram samenwer
kende waar zij aanvankelyk, zonder iets van
elkaar te weter, ied^r een eigen arbeid op
het getouw zetten hebbïn huare 2500
medeleden ten zeerste aan zich verplicht ea
het be tuur der sociëteit mag een woord van
lof Liet worden onthouden voor de wy'ze.
waarop dit gedenkboek is uitgegeven. O >k mag
het gelden als een teeken dr:s tijds, dat het
bestuur een dergelijk boek bij zijn leden wel
kom dacht.
Helder en duide'ijk voor v«len wssncbynlijk
gloednieuw is de geschiedkund ge plaats
beschrijving van het Pieia", tu>Jj?el,cht door
een zeer mooie facsimile eener kaait van 1033
en de reproductie van Benige teoken:ng-n en
prenten, waarui.der die van een fqjiarel de
west-ijde van het Plein omstr«eïs 17CO"
voorstellende, waarop we zien af^e jteld het huis
van Huygens. Dan volgt in 90 ol&dsijien de
geschieaenis der Sicietei^, die z-'ch dan 2en
Oktober 18 )2 vestigde in het Wi te gebouw,
waaraan zij hiar zoo populaire i naam zou
ontleenen, en die vermoedelijk in den iranschen
tijd zich lï.ierair is gaan heeten om niet als
een politieke en derhalve gevaarlijke vereenigirg
te worl«n beschouwd.
Prettig geschreven, versierd met veel platen
gekruid met allerlei anecdoten, hier en daar
toegelicht met aanteekeningen uit da offioieele
bssch'iden, namen en cijfers, is ook dit deel
vin het gedenkschrift uitstekend geslaagd.
Sommige ge iChiedbeoifeEaars zullen het dawbij
bejammeren, dat de schtijvers ook niet hebben
gegeven, of kunnen geven wat belaag wel
het geval zal zijn eenige aanteekeningen uit
d« kasboeken der vereenigirg, die onsmisrchien
zouden kunnen inlichten omtrent de prijzen
van eet en drinkwaren, het gebruik van ver
schillende drink waren, enz. wint waar wij bijvoor
beeld aangeteekend vinden, dat de vraag raar
alhocolische dranken vermindert, zou het riet
?"ii^iliniiiiiiinniiiuiiiMniiiiiiiiMiiiTiimmiiiiiiiiii!iiriiiTiïri;iiiiiiiiint
neergeslagen oogleden. O adat, omdat ik zon
der jou was, A'itek! Oaidat j 3 zóó ver en zóó
larg weg wa?, Antek:''
Was ik je dan zoo onmisbaar, Kry>fa?';
O ja! zoo onmisbaar, z)o hél onmisbaar
was je me aU, als brooi en water, Antek!"
En nu Kry,ta, beu je r.u b!y dat ik weer
bij je ben'r"
A.ch, zoo blij ben ik Antek, zó5 blij, net
zoo blij alsof mijn ziel weer teruggekeerd was ...
zóó blij ben ik."
h thuis alles wel?"
Ja, Antek, alles, alles."
Ze drukte zich innig tegen hem aan, hare
armen waren nog steeds ooi ziji hals gei-lagen.
En ook hij liet haar hoofd niet los en hield
zyn. blik op haar gelaat gevestigi dat vaa ge
luk en schaamte brandde. E>n wij o zwesghij,
toen bukte hij zich dieper over t aar heen en'
vroeg fluisterend: .Ea ben j3 mij ook trouw
gsblesen, Krysta?"
Haar wimpers knipten: Ik b«n je trouw
gebleven, Antek."
Zoo waar God je helpe?:'
Zoo-waar G?-d mij..." Htar stem stokte
en ze birstte in Lef;lg snikken uit.
Nou, nou! Waarom schrei ji zoo, K'ysta?"
«Alleen omdat ik zeo blij bon moet ik schreien,
Antek, omiat ik zao blij ben en zoo.él van
je hou l!'
De jocge man liet nu haar hoofd los, lichtte
z\ju muts van hat hocfd en zija stralende bl:-k
tot het kruisbeeld oph.'ffeade: Ik dank U,
Heare Jezus, dat Gij mij in Uwe genade en
barmhartigheid, gelukkig huiswaarts gevoerd
hebt en alle.a d e ik liefheb in Uwe heilige
hoede, voor ongeluk bewaard hebt. In den naam
des Vader-, des Zoons en des heiligen G-«stee,
Amen!" Hij maakte het teek^n d«s ktuhes.
Langzaam, bijna plech-tig voerde bij zijp. hand
van den eenen tchoudsr caar den adderen,
aldus een grtot kiuis slaande. Toen keek hij
Krysfa weer vol teedere liefje aa:i en trok
haar _tot zich: Maar scheid LU toch uit met
schreien, K ysta," smeekte bij -s-een Liet meer.
We zijn EU weer bij eikaar en K ij b.hoor jj
immers tos, nietwaar?"