De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 12 oktober pagina 5

12 oktober 1902 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Nou 1820 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. liM Tan Meren. Dat kinderen mishandeld worden, moge algemeen* verontwaardiging vinden, dit neemt niet weg, dat men zich even algemeen aan mishandeling van kinderen schuldig maakt, door B J. kinderen te laten deden in de genoegen» va» vohoaatnen, Zoo bestaat bjj concerten vaak een goed deel van het publiek uit kinderen, zoo wonen kinderen tooneehoonteüingen bij (zoowel bg Ibsen!s Nora als bq Asselyn's Jan Klaasz waren kinderen tegenwoordig), zoo worden bals door kinderen bexocht (ils deelnemers of als toeschouwers), 100 bevinden zich kinderen bij spectalialiteüen-voorsteUingen (als in Flora of by Carré), zoo zitten inde ca/fi's vaak genoeg kinderen met hun biertje .voor zich, zoo . . . maar het aangeroerde is voldoende, om te toonen, dat de publieke vermakelijkheden even goed döetr. kunderen als door volwassenen begoeht worden. Met het bezoeken der publieke vermakelijk heden wordt trouwens slechts voortgezet, wat in het hnitgezin begonnen is: op een gezellig avondje of partijtje is het henach geen uit zondering, dat kinderen als volwassenen met sigaar en glas wgn (bier) ieaavond passeeren, ja, bq bruiloften gebeurt het, dat er «oor de kinderen in de familié(s) - een afzonderlijke tafel is -aangericht, waarop .flesschen en glazen prijken (en niet als sieraad alleen), terwijl kinderen zich bedienen met een handigheid, die onaangenaam aandoet Hoe algemeen echter het deelnemen van kinderen aan de genoegens der volwassenen ook zqn moge, het bljjft mishandeling van kinderen, en wel om de eenvoudige reden, dat Jtet nenumUlstl van kinderen op den duur dit deelnemen niet toelaat, dat het er door geiehaad wordt. Geen wonder trouwens! Het zenuw stelsel van het kind is niet gelijk aan dat van den volwneene het verschilt daarvan in menig oplicht (de centrale dealen tijn zwakker, niet volgroeid enz.) en met dit verschil heeft men rekening te honden b$ alles, wat het kind te danken, ? te gevoelen of te doen* wordt gegeven. Wordt dit verzuimd, wordt het kind hetzelfde aangeboden (opgedrongen) als den volwassene, dan wordt van het zwakkere, onvolgroeide MBBWstel hetzelfde geeischt als van het ster kere, dan, gaat het met het zenuwstelsel van het kind als met een veer van bepaalde draagkracht, die steeds bovenmatig belast wordt: de veer verliest haar spanning en het kind den gezonden toestand van hot zenuwstelsel, het wordt sennwlqder. In welke mate dit hot geval zal zijn, laat zich natuurlijk niet met wiskundige zekerheid bepalen, wfjl do vererfde toestand van het zenuwstelsel ook grooien invloed oefent, maar zeker is, dat het kind door dit zenuwlijden later vrn 'wat b$ anderen achter cal staan, dat de str|jd om nat bestaan m door verzwaard wordt, dat de mishandeling blijvende nadeelen bewerkt. In het belang van het kind hebben de ouders alzoo ar TOOT te zorgen, dat hun kinderen niet aan de ontspanningen voor groot* menseden deelnemen, «n j», dit i» niet zoo gemakkelijk, maar ... ?Srfma «feofrts is hot zegepralen, Waar de worsteling v leidt" en daarom «5 de verleiding kloek weerstaan. Liever thuisgebleven, al wenkte d» ontspan ning nog soo vriendelijk, dan met kinderen naar concert, bal of schouwburg gegaan, liever de geheel-onthouding betracht, dan kinderen laten meeproeven van bier, wijn of sterken drank l Maar aan den anderen kant, nooit vergeten, dat het kind (als de volwassene) behoefte heeft aan ontspanning, al moet die hoofdzakelijk in bet spel gelegen zqn en daarom: >Weest kind met de kinderen, maar laat nooit het kind volwassene z$n met volwassenen l" W. A. W. Moio!. Maatschappelijk ml onder LoMensdie Verscholen in het hartje van de fabrieksbuurt der City, in een der enge zijstraatjes van Clerkenwell Road, staat een bescheiden philanthropische stichting die in alle stilheid eenige rozen strooit op het sombere levenspad van dnizende vrouwelijke miserables dezer wereld stad. Zn draagt den omslachtigen naam van Indostrial Training Home of the Crippled Girls of the Watercress and Flower Girls' Mission", (gesticht voor industriëele opleiding der ver minkte meisjes van de waterkers- en bloemenverkoopaters missie). ledere ochtend, heel vroeg, bij het krieken van den dag, wanneer het overgroote deel van Londen's millioenen nog in diepen sluimer ligt, staan honderde vrouwen en meisjes, van 14 tot 50 jaar oud, de opening van de bloemenmarkt in Govent Garden af te wachten. Groot is het gedrang onder dien schamel gekleeden menichenhoop. Ieder wil haantje de voorste zijn bij den afslag die ongeveer half vijf aan vangt. De strnggle for life" gedoogt geen consideratie voor het belang van den naaste. Honger blaast allen in het oor: Maakt dat je er bij komt. De Mndntost is een prooi voor den devil. Is de afslag afgeloopen, heeft ieder haar mager kapitaaltje in een mand met bloemen belegd, dan verstrooien deze armen zich naar hare vast bezette plaatsen' in de .City of het West-end om het ontwaken van Londen af te wachten en de kooplustige ladies m. gentlemen hare bloemen, .fine and fresh" en .a penny < a bun' " te offreeren. Droef en bitter is het lot der bloemenverkoopsters. Altoos voor dag en dauw in de weer, dik wei f aan kou. en regen blootgesteld, meestal van koude maaltijden levende, achten zij zich gelukkig wanneer de dagelijkache handel haar een netto winst van drie of vier shillings oplevert; meestentijds is die minder. De aard van haar beroep leidt er toe om het met de zedelijkheid van haren levenswandel niet zoo nauw te nemen. Dronkenschap komt veelvuldig voor onder deze vrouwelijke klasse. Prostitutie ia lang geen zeldzaamheid. Haar taal en ma nieren zijn niet van de beschaafste. Kan het anders ? Kan er beschaving uitgaan van het straatleven eener wereldstad ? En tot overmaat van ramp, brengen vele dezer vrouwen den nacht door in een of ander goedkoop volks logement van het Eatt End, broeinesten .van ondeugd en slechte zeden. Langen tijd heeft niemand zich om deze schepselen bekommerd. Men kocht hare bloemen en dacht er zelfs niet aan hoe weinig behagen de verkoopsters zelf in die lieve kinderen van Flora vonden, hoe kleur- en geurloos haar bestaan was. Totdat, nu ongeveer 40 -aren geleden, een menschlievende man met name John Groom, met haar lot begaan werd en naar een weg en middelen zocht om deze in ellende verzonken zusters lichamelijk en geestelijk wat op te beuren. Hq vond een weg en hij vond de middelen. En zoo ontstond, aanvankelijk veel kleiner van inrichting, het bovengenoemde tehuis, alwaar de bloemenverkoopsters voor het openen van de markt en daarna tot de bedrijvigheid van het straatleven aanvangt, .een warm en gezellig onderkomen kunnen vinden. Met enkele vrouwelijke medeDelpers, begon de heer Groom bijbellezingen voor deze vrouwen te houden die de ongelukkigea voor .het meerendeel waardeerden om het tijdelijk onderdak-zijn daaraan verbonden. Alle pbilanthropisch. werk heeft in dit schijn vrome land een godsdienstigen ondergrond. Zonder religie schijnt den armen nu eenmaal geen wel gedaan te kunnen worden. Doch de heer Groom begreep al dra, dat deze vrouwen iets meer ontbrak dan religieus gevoel. Zij hadden spijs voor het lichaam minstens even zeer van noode als spijs voor de ziel. TIn dat leidde tot de opening in het tehuis van een Early Breakfast Hoorn, waar de bloemenverkoopsters in het vroege morgenuur een kop warme chocolade met, een paar sneden geboterd brood kunnen nuttigen. De armsten onder haar ontvangen deze verkwikking gratis, de,anderen betalen daarvoor slechts n stuiverstuk. Tegen. woordig behoeven deze schepselen niet meer voor het marktgebouw staan te kleumen of, na den afslag, op straat, dikwijls in regen en wind, hare bloemen te rangschikken. Als ze willen kunnen ze in Sekforde Street een tijdelijk onderkomen vinden. Doch niet alleen tijdelijk. Er wordt der vrouwen en meisjes ook ge legenheid geboden om het tennis tot haar home te maken en door vaste inwoning te profiteeren van de velerhande nuttige instellingen daaraan verbonden, zooals een spaarkas, een ziekeuclub, een kleedingclub, een ontwikkelings- en ontspanningsclnb. Gemiddeld zijn minstens een vijftigtal dezer vrouwen daar inwonend. Zij kunnen, indien ze verkiezen, daar ook opgeleid warden voor betrekkingen minder wisselvallig en onaangenaam dan dag aan dag op de hoeken der straten te staan en eiken voorbijganger aan. te klampen om een bundeltje bloemen te koopen. W\j vinden de opdringerigheid dezer meisjes dikwijls ergerlijk, doch de schepselen doen het waarempel niet voor haar genoegen. Aan het tehuis is een welingelichte huishoud school verbonden waarin meer dan 3000 meisjes voor huishoudelijk werk zijn opgeleid. Te Clacton aan de zee, bezit de missie een aantal Cottage Homes. In elk is plaats voor 25 bewoners. Daar worden de vrouwelijke weezen van bloemenverkoopsters verzorgd en groot gebracht; daar kunnen de meest tehoef tigen dezer jaarlijks eenige weken gratis vertoeven voor een holiday; en dat is tevens het herstellingsoord voor flouer girl» die langen tijd ziek zijn geweest Ook voor de physiek gebrekkigen dezer klasse van menschen heeft déheer Groom gezorgd. Aan het tehuis in Clerkenwell is tevens veebonden eene inrichting voor gebrekkige meisjes. Haar wordt het vervaardigen van kunstbloemen geleerd. 100 kunnen daar worden opgeleid voor een duur van twee jaren. Aanvankelijk verdienen de meisjes bitter weinig met haar werk, niet genoeg om het levensonderhoud te vergoeden dat ze van de missie ontvangen. Doch na eenige maanden zijn ze zoo ver in het handwerk bedreven, dat ze een deel van de verdienste kunnen afstaan voor haar kost en inwoning. Van lieverleden stijgt het loon tot het gewone tarief buiten de inrichting voor zoodanig werk betaald. Vóór nog twee jaren om zijn, kunnen de meisjes genoeg verdienen om zich zelf te onderhouden. Dan verlaten ze de inrichting, om plaats te maken voor anderen die op een plaats wachten, en zetten haar handwerk voort in de ouderlijke woning of in een der talrijke private werkinrichtingen dezer zeer in omvang toenemende industrie. Korten tijd geleden is te Glasgow een ten toonstelling van kunstbloemen gehouden. Aldaar is het werk van de Orippkd Girls of the Watercress algemeen bewonderd. De smaak en kunstigheid waarmede deze arme, in de slums geboren en te midden der grootste armoede opgegroeide, meisjes, de natuurlijke bloemen weten ca te maken, oogstten ieders lof. En daarin ligt een bewijs voor de stelling waarvan ook de heer John Groom bij zijn menschlievend werk uitging, dat de armste armen in alle opzichten wel vatbaar zijn te maken voor een hoogeten levenszin dan maatschappelijke ellende in hun wekte. Londen, Sept, 1902. J. K. v. D. V. Voor 't laatst: Gewone Yiwen. Estella, blijkbaar zelve eene vooruitstrevende vrouw, heeft mq de eer aangedaan, mijn artikel over «Gewone Vrouwen" te bestrijden. Ik heb niet anders verwacht dan bestrijding, in woord of in gedachte, en wil, op haar gezag, gaarne aannemen, dat ik ongelijk heb en mijne rede neering foutief was. Mijn antwoord kan kort zijn. Want, wél beschouwd, komt ons verschil van gevoelen alleen neer op een verschil in opvatting Om trent het begrip geluk. En daarover te twisten schijnt mij even onvruchtbaar als een strijd over de smaken. Echter, een enkel woord ter verklaring. Vooreerst verwondert 't mij, dat Estella, zelfs büeene herhaalde lezing, niet gevat heeft, dat ik aan begaafde vrouwen allerminst het recht heb ontzegd, vooruit te streven, 't Is alleen aan haar, die men tegenwoordig «weinig be gaafd" noemt, dat ik dit heb ontraden. En dan heb ik, bij 't schrijven, de ouderwetsche methode der ervaring gevolgd. Ik heb gedacht aan tal van gewone vrouwen, wier misschien onwillekeurige invloed" eenvoudig onberekenbaar is geweest Aan ne in 't bijzonder, die een zestal zonen waaronder studenten de wereld heeft ingezonden, zoo kloek en krachtig, dat zij, in vele landen en op vele plaatsen, mannen zijn geweest in den vol s t en zin des woords. Mannen, die hunne huiselijkheid hoog hebben gehouden en een warm hart hebben getoond voor de nooden der zwakken om hen heen. Ten slotte wensen ik, in verband met het steeds verminderend aantal 'gewone vrouwen", mij, in alle nederigheid, te refereeren aan het woord van Schopenhauer: »Wat ik gezegd heb, dat zullen gewis slechts weinigen verstaan ... Welnu, voor deze weinigen zij het gezegd." M. K. Een unieke vrouwenclub. Vronwenclubs zijn in Amerika volstrekt ?niet schsarsch. Integendeel, ze verrijzen als paddenstoelen. Maar de Runcie Club van St Jozef in den Staat Missonri, schijnt eenig in haar soort te zijn. En het succes ervan is wel een aanmoediging om het voorbeeld elders te volgenHet tweeledige doel dezer club is, de bestndeering van gemeentelijke kunst met het oogmerk de verbetering en verfraaiing van de straten en parken der stad te bevorderen, ver bonden met een studie van geschiedenis, litera tuur, muziek en kunst door middel van con versatie-klassen. De club heeft door dit laatste min of meer het karakter van een universiteit, alleen met dit onderscheid, dat zq geen be paalde leeraars heeft, maai de leden elkander onderrichten. .Bij den aanvang van het clabjaar, wordt een algemeen plan van studie opgemaakt. En dan wordt elk lid, dat in het afgeloopen jaar daartoe bekwaamheid bleek te bezitten, ver zocht, een onderwerp te kiezen dat zq wenscht te behandelen. Is die kenze gedaan, dan moet dat onderwerp bestudeerd worden. Want op een gegeven tijd zal van ieder lid worden verlangd over het gekozen onderwerp een conversatie-klasse te leiden. Zij heeft tegen dien tijd aan de overige leden een lijst van vraagpunten en onderwerpen ter hand te stellen -om in verband met baar onderwerp te bespreken. Op die manier wordt de algemeene kennis der leden bevorderd, zoowel als de ontwikkeling van ieder lid op dat gebied waartoe zjj zich het meest aangetrokken gevoelt. Conclusies der besprekingen over de arti stieke verbetering van straten en parken worden aan de overheid der stad ter over weging voorgelegd. Maar de club zorgt er ook' voor, dat de ingezetenen er mede in kennis worden gesteld. En geen moeite wordt ontzien om de aanbevolen plannen verwezenlijkt te krijgen. Vrouwelijke ambitie met Sandwiches. Een jaar of zoo geleden kwam een schrandere Amerikaansche jonge dame tot de ontdekking, dat een goede uitweg voor vrouwelijke ambitie gevonden worden kon door het maken van... artistieke sandwiches. En sedert het is beugen geen gekheid, hebben honderde jonge vrouwen zich toegelegd op het vak boterhammetjes te maken, die niet alleen streelend voor de tong maar tevens bevallig voor het oog zijn l Zoodanige «andtotcAmakers die de kunst verstaan om uit een groote verscheidenheid boterhamwaren een deliciens geheel te maken, kannen tegenwoordig in het land der Yankees geld als water verdienen. Ieder reerant in dat vak brengt een nieuwig heid aan. En zoodoende is het aantal soorten van sandtoiche» reeds tot 30 gestegen t In den tijd van Lord Sandwich, verstond men onder feM'n boterhawnetje twee zeer dunne snoertje» wittebrood met een plakje ham daartnschen. Zoo iets te nuttigen werd destijds een lekfcerbekkenj geaobt. En omdat gezegde Lord Sandwich,' naar luid' van het verhaal, daarvoor een bijzonder zwak had, werd die lekkernij naar hem genoemd. Maar wjj worden met den dag beschaafder. En zij, die ons aanhangers van een banaal materialisme noemen, doen ons, heusch, een groot onrecht Watblief, zooveel gevoelen wij heden ten dage voor de ideSele zjjde van het leven, dat we niet alleen dertig soorten sand wiches hebben toebereid met allerhande vleeschen vischsoorten, fijn gehakt en met verschillende soorten van vrachten, groenten en specerijen tot een smakelijk en ooglijk geheel en vooral aan het laatste wordt veel zorg besteed, maar wij eten zelfs, denk eens, geparfumeerde boterhammen of zoogenaamd aesthetische sand wiches! Vleesch, visch, vruchten, brood en boter worden, ieder afzonderlijk, voor een tijd lang in een kruik met viooltjes, rozen of andere fijn riekende bloemen opgesloten. Is de reuk in de spijzen doorgedrongen, dan worden de sandwiches fluks toebereid en op bestelling of in de factionable theesalons opgediend. Deze geurige, keurige en smakelijke boter hammen, zijn thans in de groote steden van de Vereenigde Staten algemeen in trek. What next?! J. K. v. D. V. liiiliillllliiililliiiiiniilliiiiiiimlliii* Mevrouw Kitchener. Prinses Victoria van Duitschland. Struisveeren. Heinrich Heine en Napoleon I. >Zou-ie henach een vrouw zoeken?" of: >Zou-ie ongetrouwd bly'van ?" Deze vragen doen in Engeland de ronde over Lord Kitchener. Men wil nn eenmaal een Lady Kitchener naast hem zien. Toen Kitchener, uit Zuid-Afrika teruggekeerd, zijn opwachting maakte aan den charmanten Eddy en zijne inderdaad bemin nelijke echtgenoote Alexandra, zei de koningin tot den held van den dag: >MiJn inziens ont breekt u n ding, om in mijn oog de volmaakt heid te zijn l" »En dat is?" vroeg Kitcbener, die lont rook, al stond hij niet op het oorlogsveld. «Natuurlijk een vrouw I Stel ons toch spoedig een Lady Kitchener voor!" Als hu nu op »hoog bevel" aan het zoeken gaat, staan voor eenige trouwlustige dames de kansen schoon. *» * Door niemand laat Wilhelm II zich wetten voorschrijven, allerminst laat hij zich ringelooren. Eene echter is er, tegen wie hq niet opgewassen is, voor wie hij de vlag strijkt, voor zijn nig dochtertje, Victoria. Het is wél aardig en echt menschelijk, dat Keizer Wilhelm II als een doodgewoon burgermannetje, onder de plak zit van zyn nig dochtertje, aan wier geboorte de »joyeuse entree" van zes zonen voorafging. Het kleine ding heeft haar manschappen, vader en zes broers onder Sim. Onlangs ge tuigde Wilhelm van Victoria: «Ons by'-dehandje vergeet grif dat haar vader keizer is, maar zij vergeet om-de-dood-n ie t, dat zij de dochter van een keizer is!" Hare keizerlijke hoogheid zal zich wel »de la cuisse de Jupiter" wanen. Hoe kan het anders? Een aardje naar haar vaartje. *** Jonkvronwe S. van Citters, secretaresse van de Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van vogels, richt in enkele dagbladen een dringend verzoek aan alle vrouwen en meisjes in Nederland om haar hoeden niet te tooien met vogel-lijkjes. Vergunt my daarover ook een woordje te spreken. Het afschuwelijk bedrijf, het dooden van' nuttige, lieve vogeltjes, sieraden in het groote scheppingswerk, moet beperkt, wellicht geheel en al uitgeroeid worden, indien wij, vrouwen, besluiten onze hoofddeksels niet langer te garneeren met vogeltjes. Laten wij door vrou welijke teerheid gedreven, een manlijk, krachtbesluit nemen, en zooveel in ons is, aan wreed heid paal-en-perk stellen, door ons te ver zetten tegen een barbaarsche mode. In onzen feministischen tgd zijn w;j er immers tuk op, te worden gehouden voor een' kranige, met oude-sleur-brekende vrouw. Laat ons de gelegenheid aangrijpen, door doden te bewijzen, welke gevoelens ons binnenst beheerschen. Zonder >vergaderingetje te spelen", zooals freule Lohman bijeenkomsten .van vrouwen noemt, zonder veelheid van woorden, zonder druk- of mooi-doenerü, kunnen wij ons kanten tegen onaesthetische, wreede gewoonten, door eenvoudig ons-zélf te durven zijn, en niet meete-doen met modes, in strijd met verstandsen gevoels-argnmenten. Willen wij ons >bepluimen", de struisveeren, meer dan ooit in zwang, stellen er ons toe in staat. Zonder gemoedsbezwaren kunnen wij op strooien, zijden, vilten en flnweelen hoeden strnisveeren aanbrengen, een garneering, die in sierlijkheid haar wederga nog niet gevonden heeft. W. H. Bentley, die in 1883 in San Diego (Californië) de eerste struis-»farm" oprichtte, deelt eenige bizonderheden mede over den struisvogel, het groote dier met zyn hooge spillebeenen en nitgerekten, griezelig-dunnen hals. Arme struisl met zijn schat van kostbare veeren, kan hu niet op uiterlijk schoon bogen. Zy'n oogen maken veel goed, want die zqn mooi en verstandig. Struisvogel-politiek zon tóch bestaan, zonder het fabeltje, dat de struis bij naderend gevaar zqn kop in het zand verbergt! Waarschijnlijk dicht men dezen vogel zulk weinig strategisch optreden toe, geleid door de ervaring, dat men hem heel druk in het zand ziet woelen, maar, dat doet hu om kiezelsteentjes te zoeken, een gerecht waarvan bij veel houdt en dat, dank zq de inrichting van zijn struis-maag, geen stoornis in zijn spijsvertering te weeg brengt. Meneer en mevrouw Struis leiden in den regel een gelukkig huwelijksleven. De afmat tende arbeid van het eieren-uitbroeden, laat het mannetje niet uitsluitend aan het wijfje over. Meneer overschrijdt het acht-uren- arbeidsysteem met geen half uur. Acht volle uren zit bq in ieder etmaal op het weldra te koesteren kroost. De rest van den tijd laat hij het werk over aan zqn wijfje. Na zes weken breken de struisjes door de harde schaal heen. Reeds na acht maanden snijdt men de eerste veeren bq de jonge vogels weg. Let wel, dames, de veeren worden uitgeknipt, niet nit de levende huid getrokken. De bewerking veroorzaakt het dier geen pijn. BÜeen volwassen strnis kan men tot 330 veeren uitknippen; de kostbaarste echter zijn de 26 lange, zwarte of grijze vleugelveeren. De veeren worden zorgvuldig gesorteerd; er zijn veeren van veel, weinig en van geen waarde bq'. Zq worden gewasschen en gedroogd. Het drogen is een omslachtig werk. ledere veer wordt zoolang door. de handen der arbeiders heen-en-weer getrokken, tot ze droog is. De lange en breede veeren uit n stuk zqn van groote waarde, maar zeer zeldzaam. In Amerika neemt de struis-fokkerij steeds toe, zoodat er kans bestaat, dat de zoo begeerde struisveeren mettertijd minder in prijs zullen worden. Zooals in de geheele gevederde wereld, zoo heeft ook b\j de struisvogels het mannetje de schoonste veeren. Meneer strnis is soms kprt-aangebonden, en in woede ontstoken, kan hij een forschen kerel om het leven brengen. Het is voorzichtig met hem op goeden voet te blijven. Het wijfje is tam en beminnelijker van aard. ?** Ze waren geed geherbergd, vondt ge niet, in onzen abrikoos op 't zuiden ? Zoo'n leiboom heeft dit voor, dat men geen whid van alle zijden te verduren heeft, en 't eenige bezwaar moet. dunkt mij, zijn, dat men wat al te dicht bümenschen is gehuisvest Doch het is waar, güschuwt de mensehen niet en zijt een lieve, gezellige vogel, maar een nestje, dat betrekkelijk zoo laag zit, dat op de teenen staand, een mensch erin kan kijken en dan onmiddelqk aan een voetpad in den tnin... een beetje gewaagd was het toch wel. Intnsschen, mogelijk bad t ge van bezoeken, vorige jaren aan dit hoekje van de wereld gebracht, wel onthouden, hoe hier vo gelvrienden woonden, kenbaar aan het, tot zelfs in den zomer, uitgestrooide voedsel en ge hebt maar tot den bouw van ow eenvoudig komvormig, vng stevig en niet sierlijk nestje in den abrikoos 't besluit genomen. Wij zqn u dankbaar voor die keuze, zeer byzonder dankbaar, want alleraardigst vonden wij 't, u zoo van heel nabij te leerèn kennen en uw doen en laten tot in de kleinste bij zonderheden te volgen. U gastvrij te onthalen, dat helaas, was niet voor ons weggelegd; gü, kleine insecteneter, gingt daarin uw eigen weg. Of ja, nog indirect hebben wij u in de eetquaestie van dienst kunnen zijn, want onder 't glazen afdak onzer veranda hebt ge menige vlieg en menig mngje weggesnapt. Weet je 't nog, die huiselijke theeuurtjes, en hoe jullie beiden dan gestadig af en aan vloogt, pikkend, nikkend en soms heele poozen rustend op den rand, waarop de ruiten steunden? Wat hebben wq je toen nauwkeurig kunnen bekijken met je grijze borstje, waar die talrijke fijne, vertikaal loopende streepjes op te zien waren l Je maakte de indruk van een fijn en pittig, wat hooghartig vogeltje. Je kon zoo scherp oplettend kijken nit je bijzonder heldere oogjes en kwam er dan een vlieg onder 't bereik van je blik, boe vlug en hoe behendig zette je das koers erheen, om hoorbaar klappend soms je' snaveltje te sluiten en op je oude plek teróf te keeren. In onzen eschdoorn trok je ook vaak onze aandacht en op 't ijzeren hekje van den tnin; hoe leuk parmantig zat je daar, zoo flink rechtop als met een slag in den rug, en recht den staart naar beneden. Geen wonder, dat niet n je gauw met een ander vogeltje verwart. Je bent een iemand in de vogelwereld, jij Muscicapa grisolal Nachtuiltjes om de lamp. Dat Prof. Oeorg Witkoweki te Leipz'ig spoedig een boek over Goethe's zuster Cornelia zal doen verschijnen, is voor de Goethe-kenners een welkom bericht; tóch wordt de littéraire nieuwsgierigheid sterker geprikkeld door de tyding, dat in November a. s. een studie van Paul Holzhausen zal gepubliceerd worden, getiteld: »Heinrich Heine en Napoleon I." Wie denkt niet aan das Buch Ie Grand uit de Reisebilder ? Wie neuriet niet onwillekeurig >Die zwei Grenadiere?" CAPRICE. iiiitmtinwiiiumiiiiiiimtimtmmniiiiitiHittimfiittmititimtitimiti» UIT DE NATUUR De Grauwe Vliegenvanger. Ge zijt al heen, gij kleine vriend van ons, die huisvriend waart, ofschoon ge nooit in eigenlijken zin onder ons dak vertoefd hebt. In 't laatste van Augustus hebt ge ons vaar wel gezegd, als naar gewoonte onder de verranda met het glazen dak uwe opwachting ten onzent makend. Toen zyt ge weggevlogen naar de landen van het zuiden, waar ge zon en zomer hoopt te vinden, beide in dit jaar zoo schaars alhier u aangeboden. Is u de zomer ook zoo omgevlogen, dat ge nauwelijks kunt begrijpen, hoe ge in dien tijd uw heele vijftal groot hebt kunnen krijgen ? Is het nn te kond om buiten te zitten ? Ja, zeggen de meeste menschen en zq sluiten vensters en deuren zelfs en gaan al doen, alsof het winter was. Waarom toch niet wat langer bij de s/>mergewoonten volhard, dan komt geleidelijk wel de mogelijkheid om lang nog in den herfst van buiten zitten te genieten. Met een dakje boven 't hoofd kan men zonder Benig bezwaar nn nog den gansenen dag buiten zijn en de onderwetsche open veranda's aan de huizen moest men nu eigenlijk 's avonds alle verlicht zien. Soms zijn echter zelfs de deuren gesloten van de met glas omgeven serres en met de buitenlucht heeft men 't contact verbroken. Hopen wq, dat zulk een afsluiting zeldzaam is en dat de meesten, bühun lampen werkend of pratend, nog voeling houden met het nach telijk leven daar buiten. Wie gasgloeilicht brandt, wordt daarmee maar hoogst zelden tot verderf van nachtvlinders, die afkomen op 't licht, want 't glas beveiligt hen en dat wordt zelf nooit bijzonder sterk verhit. In dezen tijd komen ze in groote scharen, de spanners en de uilen uit de vlinderwereld. Wijd eens rustig bij de lamp gezeten, uw aan dacht aan hun gaan en komen, honderd tegen n dat ge de goudniltjes gaat zien en wel de drie Plusia's, die alle op de voorvleugels grootere of kleinere, metaalachtig schitterende, meest goud of ook wel zilverglanzeude vlekken hebben. Die hooren alle tot de Noctaae of Uilen en 't zijn deze drie, die heel algemeen zijn in ons land, het Koperkapelletje, 't Goudvenstertje en de Gammavlinder of 't Pistooltje, in deftige, maar niettemin wel bruikbare Latijnsche namen, Plusia chryntis; Plusia festucae en Plusia gamma. Alle drie zijn 't vlindertjes van gemiddelde grootte en alle drie heel mooi, zooals haast alle vlinders in het edel schubbenkleeoje van hun vleugels heel bijzonder mooi zijn, rijk getooid met pelswerk in hun schouderbedek kingen en hun halakraag. Zagen alle menschen die dingen toch vaker van nabij I Wie nooit zijn loupe op een vlindertoiletje richtte, heeft nooit het rechte gebruik van dit onmisbaar instrumentje gemaakt. Het vangen van zoo'n om de lamp snorrend uiltje is eerst wat moeilijk; maar als ge't ern stig wilt, zoo'n diertje onbeschadigd onder een glas krijgen, dat ge met een plat schoteltje of liever met een stukje karton afsluit, dan ge lukt het wel. En dan al dadelijk schittert 't goud u tegen, of liever, ten minste bij 't Koper kappelletje, blinkt een groote oppervlakte, wel de helft van den vleugel bestaande, als geel koper met een eenigszins groenachtigen tint soms, terwijl 't Goud venstertje twee vlekken van dik opgelegd bleek goud op zjjn voorvleugels heeft met vier schuine, ruitvormige, iets minder heldere, gouden vlekjes er onder, en ons Pistooltje zich bepaalt tot een zilverwit, soms wat in goudglans trekkend teeken op-de voorvleugels. Dat teeken heeft, zoowel in d' oude als in de nieuwe wereld, want ook in Koord- Amerika treft men den vlinder aan, dit vlindertje den naam van Gamma-uiltje bezorgd, omdat het lijkt op de Grieksche gamma, een letterteeken, dat veel op een y gelijkt en daarom ook wel 't vlindertje met den naam van Ypsilon-nil heeft doen betitelen, 't Komt alletfleurigst uit op de bronskleur van den vleugel, dat blin kende figuurtje, en wie het eenmaal goed heeft opgemerkt, kijkt voortaan alle donkere uiltjes, die ook veel in onze huizen komen, er op aan, of mogelijk ook hun uniformpje met 't pistooltje of met een der andere ordeteekenen van de goudniltjes versierd is. Sept. .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl