De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 26 oktober pagina 10

26 oktober 1902 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTUBDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1322 yorigen keer reeds gesproken heb, ia geheel en al een meerallertje daar ze de opbrengst is van realiseering van aetiva, die slechts pro me morie waren uitgetrokken. De lezer van de Groene, die reeds op deze stukken de aandacht keéft gevestigd toen ze nog slechts 140 ston den, zullen reeds heel wat kapitaalvermeerde ring en ruime interest genoten kunnen heb bon. Ook voor Mexico syndicaten blijft nujne aeening gunstig gestemd om de redenen en kele weken geleden uiteengezet. De preferente aandeelen New-Orleans verbeterden van 55X tot 57 en de Steel Corporation is fractioneel beter geprijsd. Vond ik daarvan de boeken maar eens in overeenstemming met de gepubliaeerde qjfers, dan zou ik durven zeggen, koopt Steels. Nu durf ik niet, hoe uitlokkend de reusachtige resaltatencyfers ook mogen zijn. De houders van Certificaten Arkanaas Con struction Comparjy kunnen op winstnitdeelirjgsbewy's No. 7, ? 2,35 en op uitkeeringsbebewgs No. 8 de bewijzen-van deelgerechtigdheid in de winst ? O 53 incassereeren. Het winstultdeelingsbefwrjs No. 5 der certifieftten Kansas City Terminal Constrnction cotnpauy Syndicaat is met ? 14 betaalbaar en het miW«êIingbewtJ« No. 5 met ? 3 18. De Eediri en de Malong-Tram verheugen lich «mcheideif k in 33 en 37 duizend gulden hoogere ontvangsten, d«n in de eerste negen nuUHKten van het vorige jaar. Dat kan ik van de Modjokerto helaas niet zeggen. Nu is Arnhem aan de beurt. De bankiersfirma Leon Sprenger & Zoon heeft surséance aangevraagd. Om de zaken te kennen moeten «e geleerd worden, dat geldt vooral van het bankiersvak. Bovendien mag niet vergeten worden dat hiervoor niet alleen grondige bekend heid met het moeielyke vak vareiseht wordt, maar bovenal die ervaring, die onverbiddelijke voorzichtigheid, gestrengheid zelfs tegenover zqn beste klanten en zyn beste vrienden, mogelyk maakt. Wat de reden van deze te leurstelling mag z\jn? Nous verrons. iimiiimiiiinimiiiMitiliiMiMiiiiiMiniiiiiii Mijn Adres aan den Minister v. Oorlog ZExc. Bergansins. Geachte Eedactie. Gaarne voldoe ik aan Uw verzoek om een kort vooral kort overwicht te geven van mrjn Adres hierboven genoemd. Hetzelve geheel in uwe kolommen op te nemen was niet doenlijk, er ware wellicht een geheele pagina voor noodig. De inhoud was dan, in t kort, als volgt: in den aanhef maakte ik mij bekend als te _ zijn Jodocus Kruimel, firma Uyl & Spiegel, Agenten van Buitenlandsche Hui zen, in het bijzonder vereerd met de ver tegenwoordiging van het huis Gebr. Heinrich te Fürth in Beieren, fabrikanten van looden Boldaatjes; herinnerde ZExc. aan onze waar schijnlijk door hem vergeten kennismaking j)\j onze voorbereiding ter eerste H. com munie, aan onze geloofsbroederechap enz, enz. Overgaande tot het lichaam van het adres zegende ik het oogenblik waarop hij door het vertrouwen der Kroon was geroepen tot die hooge waardigheid en dat juist in een tijdsgewricht waarin slechts een man als hij, van zijne beginselen (ook de mijne), als de reddende engel zou kunnen optreden. Ik wees er op hoe alleen geld, veel geld, het Christelijk ministerie kan in staat stellen zijne pending te vervullen, de beloften aan het kiezersvolk gedaan na te komen; hoe het machtig organiseerend talent van Dr. Kuyper, onzen leider, was verlamd door het gebrek aan middeler ; hoe in dezen tvjd de malaise en depressie op bijna ieder gebied verhooging van belastingen haast ondoen lijk maken. Voortgaande betoogde ik dat zoo ergens bezuinigiug mogelijk was, deze zeker bij een Christelijk Kabinet moest te vinden zijn in het budget van Oorlog; dat ons leger toch, afgezien van de ongerijmdheid van een aanvallenden oorlog, zelfs tot ver dediging van het vaderlijk erf onvoldoende is; dat alken het geheele volk, als n man opgestaan, die verdediging op zich zou kunnen nemen; dat in zulk een geval blijkt dat oorlog geen vak is waartoe men in vredestijd kan worden opgeleid, aange zien bei oepsaan voerders dan vaak geheel ongeschikt blijken (Fransche Generaals in de Fr.-D. oorlog, Eng. Gen, in Afrika) dat daarentegen onder de burgers de echte legeraanvo<raers blijken te Echuileci, zij waren dan in hun burgerlijk leven land bouwer, rechter, journalist, schoolmeester of wat ook (Amerik. Vrijheidsoorlog-, Boerenoorlog) r dat het ie standhouden van een leger tot het bedwingen van bïnnenlandsche onlusten als werkstakingen enz. een ongerijmdheid is, nu het meer en meer algemeen erkend wordt dat hetschieten op eigen landgenooten die voor hun goed recht opkomen, niet geoorloofd is; dat der halve de tijd gekomen is om tot een gelei delijke ophdfiog van ons leger te besluiten ; dat daardoor een groot, zeer groot bedrag zou vrij komen voor werkliedenpensipenen, arm verzorging, substdiën aan onze inrich tingen van hooger- en middelbaar onderwijs, terwijl ook aan de gemeenten die daarvoor in aanmerking komen, de noodige finantiëele steun kon worden verschaft. Vervolgens gaf ik toe dat rekening dient te worden gehouden met'de voorliefde van sommigen voor militair vertoon; daarbij voegende dat dit echter met het oog op de kosten gevoegelijk op wat kleiner^schaal kon worden verschaf^, vestigde ik de aan dacht op de bij het adres gaande prijscourant van mijn huis Gebr. Heinricb, dat uiterst concurreerend offtreert; Extra- feine massive Infanterie, Artillerie. Kavallerie, I»f. und Cav. Musiken, hoohfeinen massiven Generalstab, assortirte lïevueën, Radfahrer, Modelbatterie, Maukselbatterie, Pontonwagen, Ze.rtegbare Brncke, Transportwagen. Leiteni-ayen, Sanütswagen, Feldpostwagen, Feldlazareth, Zeltwagen, Bettenwagen, Ambulanceivagen, Tragbahren, Krankentrüger und sogar KI ankenpflegerinnen, ja ganxe Schlachten, daarbij vermeldende dat mijn huis alles levert nn jeder beliebigen Nation"; dat behalve Europeesche rassen ook verkrijgbaar zijn Bedouinen. Chinesen, Atjeher und Kaffer, bij aldien Zijne Excellentie wn meening mocht zijn dat een oorlog tusschen twee Christen volken geen stichtelijken aanblik oplevert; dat overigens naar verkiezing bij bestelling kan worden opgegeven welke natie moet winnen, terwy'l mijn huis voor vreedzame militairisten ook verkrijgbaar stelt: Complete Paraden, nut regeerendc vorsten, ministers, generaals, staf, spelend muziekkorijs (48 man) Inf. en Cav. naar -verkiezing, zooivel staand als defileerend. NOK merkte ik pp dat hoewel de prijzen billijkst gesteld zijn, ik nochtans op leveringen ten behoeve van het Departement van Oorlog, mits vrijdom van invoerrechten wordt verleend, een extra rabat van 5 pCfc. wil toestaan. Daarop gaf ik eerbiedig in overweging te besluiten het bestaande Nederlandsche leger successievelijk te vervangen dooreen leger van Gebr. Heinrich; dat zoowel in aanschaffing als in onderhoud zooveel goedkooper is, en te gelasten dat jaarlijks in iedere gemeente ten raadhuize den inge zetenen die daarop prijsstellen gelegenheid worde gegeven zich te verlustigen in mili tair schouwspel. Tot aanbeveling van mijn voorstel mocht ik niet in gebreke blijven alsnog aan te voeren: dat in het leger van Gebr. Heinrich dronkenschap en insubqrdinatie onbekend zijn; dat de administratie en jurisprudentie weinig moeite en in 't geheel geen hoofd breken kost, dat het voor zwakke karakters vaak zoo noodlottige kazerneleven op de soldaten van Gebr. Heinrich geen nadeeligen invloed heeft; dat de opeenhooping van ongehuwde mannen in spanen doozen noch de zinde lijkheid noch de zeden bedreigt; dat het Zijne Exc. en mij zoozeer aan stootgevende toezicht op venerische ziekten bij dat leger gerustelijk achterwege kan blijven, en dat in het leger van Gebr. Heinrich nooit Gods naam ijdellijk wordt gebruikt, 't welk doende, enz. enz. Op dit adres heb ik nog geen antwoord ontvangen. _ Mocht dit nog lang uitblijven, dan hoop ik dat een der leden van de Tweede Kamer, voor mijne argumenten wel wat voelende, daarover eene interpel latie zal houden. U, geachte Redactie, mijn dank voor de opname van dit verkort overzicht. Rot t. JODOCUS KRUIMEL, firma Uyl & Spiegel. Een Held *). Voor den 83-jarigen Jan Hoogerwerf, die 37 menschen het leven redde, en thans moet leven van een bedeeling van / 2 50 per week, zijn bij de Commissie, onder betuiging van erkentelijken dank, de na volgende giften ingekomen : Van 3 offic. Kon. Marine, van Z. M. Scorpioen / 7 50, X. Y. te Breukelen ? 40 , Caprice te Doorn ? 2 50, S. te Helder ? 2 50, Abonc Groene blad te Utrecht ? 10.?, N. N. te Haar lem ? 10.?, W. S. of W. 1.1« Haarlem / 1.?, Mevr. C. V.?B. R, te Hilversum ?5?, I v. R. te Amsterdam ? l , Willy en Frans te Amsterdam ? l 50, H. W. v. d M. te Leersum ? l 50, S. v. A. of v. H te Rotterdam f 2 50, eene ongenoemde te Bloemendaal voorloopig ? 100.?, J. P. V. te Kralingsche Veer ? 1.?, B. S. te Middelburg ?25.?, M. H te den Haag ? 10.?, A. P. M. K. te Uirecht ? 2 50, C. Vï. D. te Culemborg ?5.?, .Eerbied" te den Haag ?250, N. N. te Enschedé?250, mevr. H. A. te Amsterdam ?3.?, mevr. v. K. te den Haag ?250, J. L v. L, d. J. te Tiel ?4.?, M. v. d. S. te Amsterdam ? 2.?, de F. te Amsterdam ? 10.?, H. B. te Utrecht ? 2 50, een Delfach student ? 10.?, C. M. te Rot terdam ?3.?, Groseille te Amsterdam /l.?, prof. T. Z te Leiden ? 10, R H. te Amersfoort ?5?. S. de M., ingezameld na gezellig dineii'je te Eotterdam ?6.?, L F. C. te Amsterdam ?25.?, H. K. te Hilversum ?!.?, Mr. W. P. H. te Rotterdam ?10?, Dr. J. R. v.d. Ch. te Nijmegen ?2.50, H. W. D. te Steenbsrgen ?5?, S. te Groesbeek ? 10.?, de J. L. te Velp ?750, J. C. v. P te Amsterdam, levens lang per maand ?3.?, T. te den Haag ? 5.?, H. M. te Amsterdam ? 25.?, W. K. te Rot terdam ? 10.?, Lochem te Lochem ? 2 50, G. M. te Amsterdam ?050, N. N. te Apel doorn ? 3.?, M. te Sloterdyk ? 1.?, K. te Boskoop ? 2 50, B. te N, ? 2 50, O. en G. te Den Haag ? 2 50, J. D. L. te Amsterda-n ?10.?, B. G. t. B. te Haarlem ?2.?, G. C. S. J. en W. C. P. te Leeuwarden ?2.?, Dr. A. K. te Rotterdam ? 2 50, N. N. te idem 18 H L. kachelkolan, R. K te Arnhem ? 2 50, S. te Amsterdam ?3 , Dr. F. te Don Haag ? 2 50, J. 3. V. te Delft / O 50, L. de A. te Buitenpost ? 5.?, W. H. K. te Haarlem ?2?, Mr. H. P. 't H. Haarlem ?2.50, F. W. H. te Rotterdam ? 2 50, P. v R. te idem ? 2 50, Mcj. T. te Apeldoorn ? 10.?, X. te Zutfen ? 2.50, Mevr. B. te Leeuwarden ? 2 50, MPJ. B. te Leeuwarden f l 00, Mr. B. v. L. te Leeuwarden ? 2.00, A. B. C. te Utrecht ? 5 00, N. N. te den Haag ? 5 00, P. A. ea B. Ny'megen ? 500 T. H. d. B. te Amster dam ? 2.50, K. O. ta Arasterdam ? 10.?, d. 1. F. V. te Hilversum ? 10.?, Dr. B. d. 1. K. den Haag ? 2 50 Totaal ? 508,50. Terwijl de Commissie zich gaarne bereid verklaart verdere blijken van waardeering voor Jan Hoogerwerf' te ontvangen. *) Zie ons Nr. van l!) Out. St. Nicolaasfeest. Amsterdam, October 1902. Stadgenooten. Wia uwer wil meehelpen om aan pi. m 3000 kinderen een heerlijk St. Nicolaasfeest. te gev«ii? Het zyn de kinderen der ledan van de Vereariigingen »0o6terspeeltuiti" en «Samenwer king" en die vam de lessen van deze vereeniging. Hun plan is ooi op 6 December de kinderen te doen samenkomen in hat Paleis voor Volksvlijt, waar hun een feeMjs bereid zal worden en ieder kind een klein geschenk en wat versnaperingen gegeven zal wo;den. De ouders Detalen vour ieder kind 25 cent, meer kan door de leden, die allea tot da arbeidende klasse behooreu, niet worden bij gedragen, de kassen van de Vereenigirgea mogen ook niet worden, aangesproken, de rest mo>t dus uit bijdragen by'eangebracht worden. Nu hopen wy, dat er kindervrienden in Amsterdam te vinden zijn, die het ontbrekende, hetzy in geld, heizy in speelgoed of kinder boeken ona willen toezenden. Bijdragen zullen gaarne ontvangen worden door eea der ondergeteekenden. Namens V^i ;niging «Oosterspaaltuin: U. Klaren, president, Bootstraat 10; J J. van Ooger, seo-ataris, Bootstraat 7; S C. van Ingen, pennicgnieesMr, 's-Gravenhekje 8 ; rmj M. van Dortmondt, Prinsengracht 186; A J. van der Hoff. Canradstrast 126 ; rmj. R M. van Ingen, 's-Gravenhekje 8; mej. Klaren, BootsUaat 10; rat-j. M. Koorwinder, Ja?attraat 10. mfj J. Matzen, Blankenstraat 93 ; mej. A. Neyman, Czaar Peterstraat 2G ; rmj. G. M. Po'jewijd, Groote Wittenburgerstraat 45 ; m F j C. P. Snip, KI. Kattenburgerstraat 132; mfj. M. Thieme, Cz. Peterstr. 7; mej. Thieme, Hoogte Kadyk 136. Namens Vereeniging «Samenwerking": mevr. A. den Tex- Boisaevain, P. C. Hooftstraat 155; mej. C. Tilanus, Heerengracht 316; mpj. M, Hesterman, Westeinde 27. Tentoonstelling en verloting. Namens het beatuur der Haagsche Pro- Boer Vereeniging werd ons het volgende gezonden: L. S. Het zal den boerenvrienden aangenaam zy'n te vernemen dat onze vereenigirg eene ten toonstelling en daarna verloting van kunstwer ken zal houden te Weenen. Zij is daartoe in de gelagenheid gesteld door de vele werken die haar werden toegezonden nadat de tentoon stelling te Scheveningen reeds geopend was, en de catalogi waren afgedrukt. De afzenders die daarop gewezen werden door het bestuur. hadden toen de goedheid hunne werken ten geschenke aan de vereenigirg aan te bieden, haar vrijlatende hoe daarmede te handelen in het behing der goede zaak. Eerst werd over een publieken verkoop gedacht, doch later rijpte bovengenoemd plan, dat met het oog op groote sympathie te "Weenea voor de Boerenzaak ondervonden, de vereenigirg alle hoop geeft op succes ook daar. Alleen zoude bet der vereeniging hoogst aangenaam zy'n, het aantal nummers eenigszins uitgebreid te zien, om een KOO goed mogelyk figuur in den vreemde te maken. Wellicht zijn er kunstenaars en hoofden van kurstnyverheids-instellinger, die tot heden verhinderd waren aan de behoeften van hun hart te voldoen en nog niet konden inzenden. Hoe daokba*r zou het bestuur die welkome bydragen aan het adres Noordeinde No. 140a ontvangen, temeer nn byna dagelijks uit den mond van ooggetuigen gehoord wordt, hoe ont zettend daarginds geleden wsrdt door hen, voor wie de opbrengst der kunstwerken bestemd is. Het bestuur is overtuigd dat ook thans zyne verwachtingen niet beschaamd zullen worden. HtTSJElS Be spiejel. JVaar het Fransch, van ANDEÉTHEUBIET. Het was in den avond van II pluviöse, het tweede jaar der Republiek (l Februari 1794), dat Ml!e Nanine de Ssigneulles in dezen troebelen tijd, slechts burgeres Seigneulles" genoemd ? reeds vroeg in den avond zich ter ruste begaf. Met een oude huishoudster leefde zij alloen in een landhuis, geërfd van haar moeder, dicht by het dorp Ecouviers, op een kleine myl afstand van de belgische grens. Na haar kindsheid gesleten te hebben in decen vergeten uithoek, was ze er opnieuw terugge keerd, nu de markies, haar vader, wiens hotel te Parijs gecoi fiskeerd was, dienst bad genomen onder Condé. Mlle de Saigneulles, geëerd en geliefd door alle boeren uit den omtrek, bevond zich hier in volkomen veiligheid. Gedurende het avondeten, had de oude huis houdster Bastience haar allerlei merkwaardigs verteld omtrent de visioenen, welke men den avond voer Maria Lichtmis kan hebben. Zij had zelfa verzekerd, dat, wanneer men een spiegeltje legde onder het hoofdkussen, en zekere woorden daarbij uitsprak, men in d«n droom, den man zon aanschouwen, dien men zou liefhebben en trouwen. Nanin«, niet geheel vrij van bijgeloof, brandde van verlangen de proef op de som te nemen en daarom was zy~ na het avondeten, zoo tijdig naar haar slaap kamer gegaan. Ha'-f ontkleed, nam ze uit een lade eei hand spiegel en aanschouwde met welgevallen haar beeld daarin. Mlle de Seigneulles was vieren twintig jaar, groot, slank faite au tour" zooals men toen zei, met krullend, zwart haar, groote, bruin» oogen, een b'anken tint en een kleinen mond, waarvan da glimlach twee kuilijes deed ontstaan. Z\j had warm bloed erfenia van een reeks galante voorouders en een teeder hart. Ofschoon men midden in het schrikbe wind verkeerde, werd daarom toch wel aan de liefde gedacht en dit mooie meifje verveelde zich gruwelijk in haar eenzaamheid, verlangend uitziend naar den prins, die haar zou verlossen. Maar de gelegenheid waa niet groot, de jonge lieden naar haar smaak, waren allen geëmi greerd. Na een half oogeloovigen zucht, beeloot ze de gakramenteele woorden uitteaprcken, die Bastienne haar voorgezegd had: Miroir, fais moi voir en (formant Celui, qui sera mon amant. Daarna legde ze der. spiegel onder haar hoofdlossen en waa weldra gerust in ble.ap. In haar droom zag ze een penpectief van spiegels en daarin, als in een mi&t, t&llooze vreemde aangezichten. Langzaam aan klaarde die mist op, de vormen werden duidalijker, smolten toen ineen tot een enkele voorstelling ?, het ruim eener kerk, waarin een grijsaard tot haar kwam, in g«!arok en haar de hand bood. Met een kreet ontwaakte ze, een rilling beviiw; haar, toen ze dacht, dat deze edelman, dio zeker wel zesti'g javen telde, bestemd was, haar man te rijn. Zy had groote moeite weer in te slapen en ontwaakte den volgenden mergep, nog geheel vervuld van haar droom. Terwijl ze zich kleedde, kwam Bastienne haar zeggen, (errijl ze haar een brief aanbood: Mademoiteilo, da*,r ij iemand, die u spreken wil en dezen brief brengt. Naninp, het schrift van haar vader herken nend, las h: astig: Myn lieve X'anine, dezen brief zal u ge bracht worden door den sraaf de Frébaut, door den prina de Condébelast met ee.n zending in Lorraii;e. Gec' hem gastvrijheid en verberg hem, tot hij gelegenheid vindt, veiüg naar zijn bestemming fe komen. Hij zal u van raij alles vertellen, w&t ge verlangt te hooren. Met een teedere omhelzing, uw vader FBANC.OIS DB SEIGNEULLES. Luxemburg, 3') Januari. Met kloppend hart ging Nanine naar bene den, waar z-,j een edelman vond, die de vijttig overschreden scheen te hebben. G-.huld in een bruine houppelacde, geleek hij vaag op den grijsaard uit haar droom. Maar ondanks dat uitzicht, had de graaf zeer levendige oogen en donkere wenkbrauwen, die vreemd afstaken by zy'n grijs haar, dat hij lang droeg, in een staart gebonden met een zwart lint. Na de gewone beleefdheden en inlichtingen omtrent de gezondheid en den toestand van den markies de Seigneulles, bekende de graaf aan zijn gastvrouw, dat hij uitgeput van ver moeidheid was, daar hij den ganschsn nacht tevoet had doorgereisd, waarom hij verlof vroeg, dadelijk naar zijn kamer te mogan gaan. Den gansenen dag bleef hy daar, maar 's avonds, om zeven uur, kwarn hy' beneden voor het souper. Ondanks zyc gryze haren en gebogen schou ders, zag hij er niet kwaad uit in zy'n rok met dnbbele ry knoopen, korte, spannende, gry'ze broek en de uitgesneden laarzen. Hij bezat zeer beschaafde manieren, een groote hof felijkheid en een opmerkelijke levendigheid voor zijn jaren. Het menu, door Mademoiseile Nanine zelve gekozen, was uitstekend en de wynen van de beste merken. Mons. de Fr hftnt deed eer aan den maaltijd en betoonde zich een allergezelligsten gast en zeer geestigen causeur. Was het de invloed van den wy'n, dien ze niet gewoon was, of stemde haar eenzaam en verlaten leven haar tot inschikke lijkheid? Zeker is het, dat Nanine haar gast werkelijk meesleepend vond, al liep hy dan ook misschien naar de zestig. In den salon gebruikten zij de koffie en daar het clavecimbaal geopend wis, vroeg de graaf of zy aan muziek deed. Op haar weder keerige vraag, moest hy bekennen, dat bij wel iets aan den zang*had gedaan, vroeger. Nanir.e stelde voor, hem te accompagneeren en zonder zich te laten bidden, zorg hy het air uit de Orphée J'ai perdu mon Eurydice". Hy had een op merkelijk frissche en jeugdige stem, die Mlle de Seigneulles geheel onder bekoring bracht. Toen men het clavecimbatd verliet, had het gesprek onwillekeurig een meer teedere wending genomen. Mons. de Fiéhaut werd galant, zijn woorden waren vol beminnelijkheid, zijn heldere oogen hadden een liefkozende uitdrukking. Toen hij om elf uur naar zy'n kamer ging, liet bij Nanine geheel verward achter, vol schaamte, dat een man van zijn leeftijd, haar in zulk een ontroering had gebracht. Zelfs in haar droomen achtervolgden haar allerlei tooneeltjes van ban samenzijn. Den volgenden morgen kwam de maire van Ecouviers om haar te waarschuwen, dat zy verdacht werd, een afgezant van Pitt en Cobourg te huisvesten. Spionnen hadden Mons. de Fr haut by haar zien binnengaan en haar verraden aan het revolutionair comitéte Montmedy. Een huiszoeking was te verwachten, hy kwam haar waarschuwen als vriend. Wat moet ik doen ? vroeg Nanine ver schrikt. Zoa gauw mogelyk den gevaarlijken be zoeker doen verdwijnen. Verberg tot vannacht dien heer in het pavilloen aan het eind van het park. Mijn zoon zal hem daar komen af halen. Zoodra hij dan kreet van een nachtuil hoort, moet de graaf uit het raam stappen, waarby hy myn zoon zal vinden. Nanine ging bevend haar gast onderrichten en geleidde hem zelf naar het pavilloen, waar zij bij hem bleef, bevend over al hare leden, ofschoon men nog niemand kon verwachten. Hy daarentegen, waarschijnlijk gewoon aan dergelyke avonturen, betreurde maar n zaak: zoo spoedig zy'n allerliefste gastvrouw te moeten verlaten. Hy' trach'te haar angst te doen be daren, op vaderlijke manier, die langzamerhand een eenigszins ander karakter aannam. Nanine was verwonderd en bedroefd, dat de tyd zoo snel verliep. Op Maria Lichtmis valt de avond vroeg; om vyf uur was het klein vertrek al duister. Het oogenblik van scheiden is gekomen, zuchtte de gra&f weemoedig. En de handen van zy'n gastvrouw vattend : Vóór te vertrekker, wil ik u danken voor uw gastvrijheid, die ik nimmer zal kunnen vergeten. Hij trok haar tot zich, kuste haar op het voorhoofd, toen op de oogen. Nfti.ine voelde zich als door een duizeling bevangen en eensklaps voelde zy', hoe haar lippen de wangen van den graaf aanraakten. Plotseling klonk de kreet van een rachtuil, het signaal. De Fréhaut wilde haar nogmaals omhelzen, maar zy' trad achteruit, angstig smeekend: Vertrek, gauw ! Met een vluggen spronjr, was hij buiten op den grond es weldra in de duisternis verdwenen. Het was tyd. Toen Nanine in haar huis terug kwam, was men met de huiszoeking reeds bezig, die natuurlijk op niets uitliep en ein digde met het drinken van een flssch wijn op de gezondheid der burgeres." Den volgenden morgen kwam de maire haar geruststellen omtrent het lot van den vluchteling, die in veiligheid was. ??Hy zal dood vermoeid geweest zy'n, eprak Mlle de Seigseullfs. Zulk een marsch, op zijn leeftijd. De maire barstte in lachen uit: Zijn leeftijd l Hy ia geen dertig jaren ! Hebt u dun niot ge merkt, dat hij een pruik, een vermomming droeg ? Eerst in 1815 betrad de graaf de Fréhaut, met Lodewyk X VIII, weer den franschen bodem. Nu was hij in werkelijkheid, dien by scheen, reeds grijzend. De koning, zijn diensten erken nend, benoemde hem tot inspecteur der bossc'aen, in dat gedeelte van het land, waar Mlle de Seigneolles nog aliijd woonde, ongetrouwd. De graaf vond haar waarschijnlijk nog immer bekoorlijk, want het volgend jaar huwden zij. En zóó kwam het visioen uit, dat Nanine, in dien nacht vóór Maria Lichtmis, in haar spiegeïhad gezier. laiMUiiMiiiimiliiiMiHinniiiiiimimiiHiiiijniiftaMiiiiH KraïMscte Dezer dagen vond ik ondeïstannde circu laire, onderteekend door negen Kralingsche ingezetenen, in mijn brievenbus: Geachte Medeburgers! »De Vereeniging «KralLngeche Armen zorg" neemt de vrijheid wederom met het ver zoek tot u te komen om eene gave, opdat zij, evenate in vroegere jaren, door uwe liefdegaven in staat gesteld worde de nood van die werkeloozen te lenigen, die door het barre jaargetijde, of door ziekte verhinderd zijn in het onderhoud van hun gezin te voorzien. Die hulp wordt verstrekt aan ieder ordentelijk werkman, zonder onder scheid des geloofs, die een ambacht of bepaald vak uitoefent. Bootwerkers en loese werklieden worden niet geholpen, omdat de opgaven hunner verdiensten veelal onbetrouwbaar zijr. Bedeelden van het burgerlijk armbestuur of'diaconieën blijven buiten beschouwing. »Daar het aan uw bestuur meermalen gebleken is, dat werkeloosheid en ver langen naar den arbeid dikwerf volstrekt niet te zamen gaan, hebben zij gemeend de ondertteuning tiet meer als gift uit te reiken, maar daarvoor te doen arbeiden. Zij hebben zich een groote partij hout aangeschaft, die zij door de werkeloozen zullen laten verwerken tot kachelhout enz., zoodat de ondersteuning verdiend wordt. «Daar deze wijze van ondersteuning kostbaarder is dan de vorige, en de wer keloosheid zeker grooter zal zijn dan voor gaande jaren, viagan zrj met vrijmoedigheid om eene ruime gift van uwe weldadigheid, teneinde menig aerlnk huisgezin te steunen en te helpen ota door den aanstaanden winter heen te komen." Men ziet het: deze heeren, al willen ze den nood lenigen van die werkeloozer, die door het barre jaargetijde of'door ziekte verhinderd zijn in het onderhoud van hun gezin te voorzien, gaan niet over nen nacht ijs, en helpen alleen ordentelijke werklieden, die een ambacht of bepaald vak uitoefenen. Bootwerkers en losse werk lieden oefenen zelden een bepaald vak uit, en zijn dus nooit ordentelijk. Trouwens, de commissie zou zich jegens de weldoende Kralingeche burgerij niet ve* antwoord achten, als ze werkelooze bootwerkeis hielp. Meermalen toch kwam het voor, dat juist zoo'n bootwerker niet precies de waar heid sprak (althans volgens zijn patroon); de goeden, als ze er nog zijn, moeten nu maar met de kmd«n lijden ; in philantropische aangelegenheden gaat dat immers altijd zoo! ?Bedeelden van burgerlijk armbestuur of diaconieën blijren builen beschouwing", natuurlijk! dien menschen mocht de weelde eens in het hoofd slaan! Uit het tweede gedeelte der circulaire spreekt menschenkennis en belangeloos heid. «Werkelowbeid en verlangen naar den arbeid gaan dikwerf volstrekt niet te zamen" (wat is dat mooi gezegd !) en daarom hebben de heerea lich een groote partij hout aangeschaft, die ae zullen laten verwerken tot kachelhout, loodat de ondersteuning vtrdiend wordt. Ik vermoed, dat dit fameuse besluit zijn oorsprong gevonden heeft in het brein van de twee heeren timmerlieden-commissie leden, en ze hebben daarmee zeker de har ten van hun medebestuurders gestolen; houthakken is een aangename bezigheid, die zelfs door zieken kan worden verricht, en bij zieken en gezonden het zoo noodige verlangen naar arbeid gaande houdt; daarbij heeft de commissie het schoone doel bereikt, dat de zoo ten volle verdiende ondersteuning ook werkelijk «verdiend wordt". Over de best*»ming van het kachelhout is men het, n»w ik hoor, nog niet eens; zou het geen overweging verdienen, dit, gedachtig aan het «Charitébien ordonEêe..." pondspondsgewu'ie onder de contribuanten te verdeelen ? Rotterdam, 14 October 1902. M. Keuring van een militair der Koloniale Reserve voor uitzending naar IndW en nog wat. Hoog geaebte Bedactie. Kunnen onderstaande regalen niet aan plaatsje bekomen in uw door zoovelsn gelezan en door u verspreide blad. Voor eenigen tfld was er door den korps commandant een keuring als bovengenoemde gelast en om di» ta&k van den officier vaa gezondheid te vergemakkelijken was er een sergea; t gelast di«n officier med3 ta deelen of de verschijnende militairen al dan niet da manoeuvres goed «n gemakkelijk hadden medegamaakt en werdtn er velen, waaronder ondergeteekende *ook by hoort, en ni«t eens voor den dokter kunnende verschijnen wegens andera dierste.", toch gewhikt of ongeschikt bevondar, en kwam, by my' natuurlijk de gedachte op wie of my' nu eindelyk geschikt had bevonder, de dokter of d* Mrgeant. Zulk een voorval had by' 't korps plaats. Ondergeteekende hier van de dape, prwtnteerde zich den volgenden dag zelfs by den dokter en was t jon ongeschikt. Hoe is dat mogelQk? Nu voor eeniga dagen geladen verzocht ik, omdat mijn toestand by de Koloniale Reserve een weinig gespannen wordt, om uitzending aan den dokter ('t was toen wederom keuricf) en werd ik orgesehikt verklaard, terwijl er ee» soldaat was die ongeschikt werd verklaard en op zyn versoek toch weer geschikt werd g«oordeeld. Hoe H dat mogelyk ? Ik trok de stomte schoenen aan en vroeg hst rapport by my'n korps-commandant; maar 01 wat werd ik d«&r op myn voorman gericht. Ik hal met de handelwijze van den dokter niets to raaken, ik w»s een courantenschry'ver en nu een elk een weinif-je meer op mij ging letten, (uetgcen d« kapitein-adjudant my direct tcondej wilde ik p-aag weg en als ik wat ts reklameeren had, dan wiat ik wel verder my'nen weg, f fijn om kort ta gaan, ik zakte af en heb zijn Excel, den M. v. Koloniën een uitvoerig fkest geschreven en mijn verzoek ingediend. at zal de uitslag zijn? O art. 4 van den Inwendigaa Dientt, wsart gij maar met vetta letters gedrukt! Nu bon ik oneeiofid; werk door elkaar 12 a 14 uren per d»g» en krijg geen medicijn'en om gezond te worden. Dat is 't militaire leven. Ik eindig, « Mynheer de Redacteur, mrjn oprechten en vri«nd«lijken daik by voorbaat. Nijmeger, U Oet. 1902. X. Z u t p h e n, 18 October 1902. M! Ingevolge KoniBkly'ka Machtiging van 25 Ssptember j.l. no. 43 is door den rni; ister van oorlog eene ^ijziging gebraaht in de 3e aiinea vaa art. 183 van het reglement op den inwendigen dienst dat voortaan moet gelezan worden &4s volgt: »Aan hfct opleggen van een straf moet een onderzoek omtrent de overtreding voorafgaan; de overtreder mo«t daarby' door den detacharnents- tf «orcpagnies-commandant, door den bata'jor s- commandant of den commandeereu4en oificier by voorkeur mondeling of schriftelijk worden gehoord. De rapportmaker moet steeds mondeling of schriftelijk nader worden ge hoord wanneer da verklaring van den overtreder, niet overeenkomt mot het rapport." In elke soldatenkamer moet een aischrift van bovenstaand artikel aanwezig zijn. Dat deze bepalingen noodig zy'n bewijzen wel de van verschillende kanten gehoorde klachten, dat snauwen en vloeken door officieren en kader aan de orde van den dsg zy'n hierdoor wordt catnnrlijk de ambitie niet opgewekt, do«h wel een ontevreden geest in de troep gebracht, en aan pas in de gelederen dienende jongelingen die met den meesten lust in dienst treden alle ambitie ontcomer, zoodat zij daardoor niet tot hunne bestemaiir.g komen. Het is nu maar te wensch«n dat deze goede door Z. E. den minister van Oorlog in het leven geroepen bepaling, geen doode letter b!\jkt te zyn. Een oud militair.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl