Historisch Archief 1877-1940
1322
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
den heer H. J. Bonn, die zitting had voor
district IV, en behoorde tot de oud-liberale
fractie.
Deze ver k Lezing beeft een ietwat bijzon
dere beteekeuip, om de volgende reden:
Het is bekend dat onae wethouder van
financiën, de heer Hintzen, het volgende
jaar all zoodanig aftreedt, wijl hij van
dien tijd «t* deel gaat uitmaken van de
firma E. Mees «n Zonen* het voornaamste
baakiershuis hier ter ste'ta. De heer
Hintzen is wethouder van 1898 af, vervangende
toen mr. E. E. van Kaalte, die toen tot
lid der Kamer werd gekozen. _De eerstge
noemde maakte vóór het tijdstip zijner be
noeming .geen deel uit van den Raad, maar
werd gekozen met de vóóraf beraamde
bedoeling, onmiddellijk als wethouder van
financiën op te treden.
Dat kon alleen een man doen, die be
schikte over de capaciteiten en het gezag van
den heer Hiataen, en hij heeft dan ookde ver
wachtingen v»u hen die hem daar brachten,
en .bet .groote vertrouwen wat zij hem
«chonken, niet beschaamd. Integendeel, van
bet standpunt dtr oud-liberale
Raad«me-erderheid vonden zij in hem een man
naar hun hart, die aan zijne bekwaamheden
wel zooveel behoudende of
manchesteri.aaasehe inzichten paarde, als in onzen
tjjd oog maar even mogelijk is.
Met zeer begriioeljjk leed zien ze hem
?cUua ook gaan. Maar daaraan is nu een
maal niets te veranderen: voortaan zal
atet meer de gemeente-huishouding van
Rotterdam, maar zal ons eerste
bankierefauie van «yn .gaven en talenten profiteeren.
En noij dunkt, dat z(j, die de nieuwere
inzichten van gemeente-politiek, -beheer
en -zorg, zoowel op commercieel als op
sociaal terrein, en dat vooral de arbeiders
die voor hunne klasse meer zorg en op
offering wenfiohea, om zijn heengaan niet
toeuren kunnen, ook al erkennen zij, dat
de gemeente in hem verliest een hoogst
bekwaam, voorzichtig en toch doortastend
leidsman op financieel terrein.
Maar voor de RaadsmeerderheiJ is het
nu zaak, voor hem een plaatsvervanger te
vinden. En die keuze is niet gemakkelijk.
Men had, om zoo mogelijk te big ven onder
het eigen personeel van den Raad, algemeen
het oog gericht op mr. Muller, een der
langst aan zijnde en namest-invloedrijke ledan
van den Raad, eveneens toegerust met veel
bekwaamheden. Mr. Muller behoorde vroe
ger tot de vooruitstrevend-liberalen, ge
organiseerd in «Rotterdam", in haar besten
tjjd. Maar hij kon de ietwat voorwaartsche
bewegirg der »Lib. Unie" niet meemaken,
en retireerde derhalve naar «Vooruitgang",
die hem bij de jongste Kamerverkiezing
uitspeelde tegen mr. Van Raalte in district
V, maar daarmee een zware nederlaag leed.
Gelijk ik zeide: men had, toen het voor
nemen van den heer Hintzen bekend was, de
vrij algemeen e opinie, buiten den Raad
althans, dat mr. Muller de aangewezen
plaatsvervanger zou zijn. Maar het is op
dit oogenblik zoo goed als zeker, dat men
hem niet wenscht. Dat bleek uit het volgende.
Er moe*t onlangs wegens het bedanken
van mr. W. A. Mees, een verkiezing plaats
hebben voor een lid van de commissie van
financiën. Dïlt was dus de meest passende
gelegenheid om mr. Muller in zijn nieuwen
werkkring te introdueeeren. Maar kijk ...
heelemaaïonverwacht kreeg daar niet mr.
Muller, maar de heer Van Oordt de meer
derheid.
De heer Van Oordt, de drager van een
ouden Rotterdamschen naam, is zoo onge
veer de schakel die de kerkelijken aan de
oud-liberalen verbindt. Hij is christelijk,
maar bovenal historisch. En nu zou men
kunnen deuken, dat de christelijke fractie
hem die meerderheid had bezorgd, maar
zij vormt toch, borje bij botje eelegd, nog
maar een geringe minderheid. En due moe
ten ook de oude liberale oomes het hunne
voor mr. Muller's echec hebben bijgedragen.
Margrete's Bedevaart,
VAN
2) CLARA VIEBIG.
Naar htt Duitsch, door M. Y. O.
Margreet's gezicht glansd» van vreugde!
Paar was de Moezel l nu kon 't niet v»r meer
zijn, nu mosst ze spoedig de klokken van Trier
kunnen hooren! En daar naderde eok reeds,
plee Wig en langzaam, 'n statige processie met
vaande.s en banieren; vooraan schreed de voor
ganger; bjj bad het Ave Maria en zette 'n
gezang in en 't koor viel dan in de tweede
helft zacht p»almodieerecd in. Margreet maakte
'n kruis en trad geheel tersijde van den weg.
Wat veel metcschen! Hoe graag zou ze zich hy
hen aangesloten hebben, maar de vrouwen die
achteraan liepen keken haar ióó «.vriendelijk
aan, en 'n mooi jong mei (je, dat 'n rooden
rok droeg, monsterde ha«r zóó brutaal van top
tot teen, dat ae er geen moed toe had. Ze
wachtte tot allen voorbij waren, toen volgde
ze op eenigen afotand den stoet, die als 'n
knge zwarte slang langs den Moezel
voortschuifelde. Waar 'n geheele kudde den w«g
wysi, kan 'n enkel Echatp nifet dwalen. De
zon brandde, de s! of wolkte rotodom haar op,
was Trier dan rü^ niet te zien? Margreet's
maag begon te knorren, haar voeten deden
py'n; zou 't niet beter zijn de schoenen aan te
trekken? Wel net n! dïe moesten mooi zwart
blij vee ; dus maar weer dapper verder l Einde
loos strekte zich de weg uit; aan den kant,
regelmatig afwisselend n appel- en n
peereb»om, soms 'n steenhoop en hier en daar 'n
mylsteer, o! daar kwam geen eind aan!
De bedevaartgangers waren reeds vér vooruit,
Margreet strompelde langzaam achterna. Hoe
graag zou ze op 'n steen wat uitgerust hebber,
maar dan zou za den a^oet uit 't oog verloren
hebben en dat mocht toch riet. Ze haalde
dus slechts 'n stukje brood eo. 'n brok geiten
kaas uit haar bundeltje en al voortgaande beet
ze er met haar frische gezonde tanden in.
De zon neigde zich ter ruste, de avond
weefde lichte sluiers boven stroom en dal; alleen
de toppen der bergen glansden nog in gouden
licht en in de lucht zeilden zacht rose gerande
wolken.
Margreet's heldere oogen hadden 'n moede
uitdrukking en loomer was haar gang. Ach,
als ze toch maar rusten ken als de vogels die
EU in hun nestjes slapen I... maar luister l.. l
kloek daw niet *n toon door de lucht, diep en
En dat komt me zeer waarschijnlijk voor.
Want met al z'n geleerdheden, mogen ze
mr. Muller niet, en willen ze 'm niet. Hij
is hen te eigenzinnig en te lastig, misschien
ook wel 'n p aar graden te veel geavanceerd.
Maar daarmee is tevens het zonderlinge
feit geboren, dat de aanstaande wethouder
van fiaanciën niet uit de commissie van
financiën en evenmin uit den Raad be
noemd zal worden, omdat.._. er daar geen
naar den zin der meerderheid te vinden is.
Onze groote gemeenten eischen, vooral in
de huidige benarde financieele omstandig
heden, in de wethouders van financiën
mér bekwaamheden, dan gewoonlijk onder
onze Raadsleden voorhanden en vereeuigd
zijn in n persoon. En de R'jtterdarüsche
vroedschap maakt daacop geen uitzondering.
Zij heett noodig een man, die niet slechts
bekwaam is op financieel gebied, maar ook
de zeer behoudende pjlitiek van heeler
harte moet zij« toegedaan, en bovendien
zóó een goed debater is, dat hij de krachtig
opkomende oppositie het hoofd biedt. En
goede hemel, wie zou diU uit ons 45 tal
kunnen z\jn ? De heeren Havelaar,
Droogl«ver Fortuin en De Lange hebben als
leden der Cornm. van fiaanciën stellig veel
ondervinding. Maar 't zijn oude lieden,
alles behalve bekwame debaters, en geen
hunner hoeft het om het tractement te
doen. Hun nieuwe collega Van Oordt ?
Hij zelf is misschien ijdel genoeg om het
te geloover, en praten kan hij goed, maar
dat de Raad hem voor die zware functie
competent acht, (Jat kan ik toch moeilijk
aannemen. En nu men mr. Muller heeft
laten glippen, moet men wel weer, evenals
iü1898, builen den Raad gaan zoeken
naar een functionaris ...
Daartoe nu, bkdt deze tusschentijdsche
verkiezing voor den Raad hen een welkome
gelegenheid. District IV is in gewone om
standigheden een beslist liberaal district;
en buitengewone omstandigheden zijn niet
aanwezig. Men heeft zich er nu op voor
te bereiden, dat de candidaat de oud-libe
ralen in IV, behalve de candidaat voor
den Raadszetel, ook tevens de candidaat
voor de wethouders-plaats zal zijn. Zóó
zal wtl reeds ter sociëteit de zaak in scène
zijn gezet. En men heeft depersonagrata
daarvoor, naar de wél-ingelichte Handels
blad correspondent de vorige week meldde,
reeds gevonden. Het zal zijn mr. Nolst
Trenité. Hij is «aangezocht", een
candidatuur te aanvaarden. Da bron waaruit het
komt, waarborgt mij dat h\j 't ook reede
heeft aangenomen. Ea ik moet zeggen:
in hun soort is de keuze onzer gemeente
voogden niet slecht. De genoemde is een
zeer geleerd man in het Burgerlijk Recht,
een knap advocaat, wiens naatn ook in het
openbare leven niet voor 't eerst genoemd
wordt, en geen slechten klank heeft. Op
politiek gebied is hij conservatief genoeg
om voor de heeren van de sociëteit niet
gevaarlijk te zijn als ten minste, evenals
bij Van Raalte, de vooruitstrevende knepen
niet zoo komen op lateren leeftijd en
hij is toch man van zijn tijd genoeg om
voor de moderne eischen iets te voden.
Hy beweegt zich daartoe bij voorkeur op
het meest onschuldige terreic: dat van het
feminisme, wat in hem een voorvechter
vindt, en de burgerlijke moraliteit, als b.v.
strijd tegen den gemeente-keur vau pro
stituees. Diize kleinigheden zullen de
oudoomes gaarte mcêin den koop remen,
want de collectie van degenen die geschikt
zijn en bereid, is niet bijster groot
De vraag is nu natuurlijk maar, of dit
plannetje zóó gemakkelijk zal slagen, als
waarmee ik het hier schrijf'. Ik weet het niet.
De christelijke fractiërf zullen stellig den
zetel niet onaac ge vochten laten, zoo min als
de sociaal-democraten als deze laatsten
ten mintte amtnunitie hebben. Maar beiden
zijn goeddeels afhankelijk van de meerdere
of mindere gewildheid van den eventueelen
IIMmHffUCIKlIIMM
voïluidend? en nu nog n en nog n en
droeg de wind niet nog mér klanken over, die
mede invielen, tijae hooge stemmen, die met
zacht gebiramel dien eerstenzwarentuon
omrankten ? De klokken van Trier l ... Hot vermoeide
kind vouwde eerbiedig de handen saam, daarna
spoedde ze zich opgewekt verder nu nog
een bocht ven den weg... zie! daar lag het
grootmachüge Trier, zich glanzend keetterend
in de avendzennestr&len, met zijn grijze daken
en torenspitsen, aan de overzijde der brug, die
met haar steenen bogen de rivier overspande.
En over die brug 'n wemeler.de schare.
Enkele voetgangers en troepj«s menschen haast
ten er zich overheen, wagens rolden, vlaggen
woeien; dat was 'n haasten en jagen naar da
gezegende stad; het eenvoudige meisje:ehrikte
er van terug. Neen, nu nog maar niet daar
heen; dan bleef ze van nacht nog maar li»ver
aan deze zijde vau den Moezel, waar niet
zooveel huizen waren. Een enkele herberg
stond a*n den weg, t nar wilde ze binnengaan.
Haar hand tastte raar de enkele groschen in
haar zak za had immers geld, ze kon
b«talen. En nu sloeg ie 't kleine voetpaadje in
dat van op zy naar 't huis voerde. Bijna was
ze maar weer omgekeerd, waat 'n woest
gekry'üch van stemmen bruischte haar tegen, uit
de open vexsters kloek gezang, gejoel en
gelach. Op de binnenp'aats stonden wagens,
knechten en meiden liepen bedrijvig heem en
weer. Verlegen trad «e binnen ; niemand lette
op h*ar; ze legde haar bundeltje op 'n vry'
hoekje van 'n bank neer en hok;e daar z<;be
naast, terwijl ze haar hand vast gedrukt op
hare schatten hield, 't Duizelde haar. Wat
'n ontzettend getier en geschreeuw was dat!
Daar was geen plaatsje meer vry' en ieder deed
wat hy verkoos; h»ier speelden drie lui kaarten,
daar waren er twee aan 't vechten en dreigden
elkaar met de vuisten; c iiar zaten enkele v*ouwen
neer en baden bij hare rozenkransen; verderop
had er n zich al op 'n bos stroüneer ge
worpen en snurkte luid; en t'dar in 'n hoek
herkende M&rgreet 't mooie mewje in rooden
rok, dat ze van te voren by den stoet
gezien had en die nu met 'n paar jongemannen
schertste wi stoeide. Zou ze die eens aan
spreken ? ze scheen toch wel vriendelijk te
zyn. Blozend kwam ze naderbij: Gaat u ook
rwar Trier? raar den Heiligen Rok?"
*J«."
Blijft u van nacht hier? Ik zou ook graag
hier overcachten" zy haalde haar gpld uit
den zak daar, betalen kan ik wel, maar zoo
alleen vind ik 't zoo griezelig!"
De aangesprokene had eerst rustig geluisterd,
daarop gaf ze n der jorgens 'n duwtje in de
zy, knipoogde tegen den anderen, waarop alle
drie in 'n onbedaarlyk, luid gelach uitbarstten.
Nou, je mag wel by mij blijver," riep de
candidaat. De katholieke heer Vetter heeft
dat maar al te wreedaardig ondervonden.
Maar streden zullen ze zeker, want ook al
ligt het gemeentebelang hen zeer i.S, aan
het hart, ze hebben geen reden, vóór alles
te wenschen, dat de voornaamste posten dtr
gemeenteregeering immer blijven toegewe
zen aan menschen, die daarvoor in de oogen
der liberale cöterie genade vinden.
Wél ben ik benieuwd naar de houding
der kiesvereenigirjg»R >tterdam". Z\j immers
is in 't leven geroepen om, met behoud
der liberale beginselen, aan de
familieregeering een einde te maken! Zij zou zich
hier geroepen moeten gevoelen, om aan dit
streven der conservatieven paal en perk te
stellen! Maar... haar beste tijd ligt reeds
vér echter haar, en wat er overbleef, ge
voelt zich zoo weinig krachtig, dat zij zich
hoogstens ... «lijdelijk" zullen verzetten,
door zich van bemoeiingen in dezen te
onthouden!
En zoo zullen we straks weer het verhef
fende schouwspel zien, dat door de
oudliberele gemeen te-voogden op nieuw een
wethouder zal worden giïmporteerd van
buiten-af, die nooit in den Raad zitting
had, maar die geprotegeeid wordt alleen
opdat hunne politiek maar in v ei trouwde
handen blijft.
En er is helaas! nog geen uitzicht, wan
neer aan dat spel een einde zal komen.
Rotterdam, P.
Rusland en Servië.
Sedert vele jaren is het voor de meer
of minder onafhankelijke Balkan-Staten
de groote vraag geweest, of zij voor hunne
binnenlandsche politiek steun zouden zoe
ken bij Rusland of hij Oostenrijk. De
kleinste van de drie, Montenegro, heeft
zich onvoorwaardelijk onder de hoede, of
beter gezegd onder de voogdij van Rus
land gesteld. Het land vau de Zwarte
Bergen is een Russische voorpost geworden
aan de Adriatische Zee. Vorst Nikita heeft
zich niet te beklagen over zijn «grooten
vriend'', die hem lederen denkbaren
mattrieelen steun verleett en de talrijke
prinsessen uit het Montenegrijneche vor
stenhuis, direct of indirect, aan goede par
tijen hetft geholpen.
Minder gemakkelijk is het met Bulgarije
gegaan. Vorst Alexander, »de
Battenberger'', hetft de populariteit, die hij zich
door iijne kranige houding in den oorlog
met Serviëhad verworven, te vergeefs
trachten te gebruiken om ziju land te
onttrekken aan den al te drukkenden in
vloed van den czar-beviijder. In zijn wor
steling met den kolos van het Noorden,
heeft hij het onderspit moeten delven en
ten slotte, moedeloos en machteloos, het
land moeten verlaten, waaraan hij zijne
beste k> achten had gewijd. Als een ridder
lijke en sympathieke, maar ook pathetische
figuur lotft hij in onze herinnering voort.
Zijn opvolger, vorst Feidinand, heeft
zich beter diplomaat geloond. Hij heeft
het zich blijkbaar iaei, aangetrokken, dat
zijn naam, onder de ernstige politici
van Europa, steeds met een glimlach
werd genoemd. Hij behoort tot een be
rekenend geslacht, dat op tal van
Europeeeche tronen vertegenwoordigers heeft.
Hij hetft geschipperd en gelaveerd, en is
ten slotte veilig in de Russische haven
binnengeloopen, zonder belangrijke averij
in den vorm van COL fl ie te n rnet andere
mogendheden. Nog heeft hij het doel van
zijn streven, de Bulgaarsche koningskroon,
niet bereikt, maar hij kan wachten.
Ferdinand met den langen neus laat de
UNHIHIIIIHIIHIMIIttlllMlllimUIIMimmSIIMUIf
cene joigen en draaide z'n snor ondernemend
op dan hoef je niet griezelig te zijn." Meteen
wilde hij Margreet om 't middel vatten, maar
zij stootte hem inet kracht van zicii af, pakte
fluks haar bundeltje en vluchtte de deur uir,
zoo snel als 'n eekhoorn! je. Als voortgejaagd
rende ze weg en eerst nadat ze 'n heel eind
ver geloopen had en er niets meer van 't
getier van den herberg te hooren wa°, stond
ze diep ademhalend stil
Wat nu ? Voor geen geld zou ze weer terug
wil'en gaan naar dat huis. O neen! Dan nog
duizendmaal liever den nacht doorgebracht hier
buiten onder God's vrijen hemel, waar de
sterren als vriendelijke oog-:-n haar schenen toe
te lachen en de krekels m 't graa1 zoo ver
trouwelijk tjirpten. Daar stond achter de
struiken 'n laag stroohutje, stellig v*n den
pachter der vruchtboomtn, die er van hier
uit 'n wakend oog op hield. Zou er iemand
in zya ? Voorzichtig keek Margreet naar binnon;
de hut was leeg en reeds half vervallen; met
'n lucht van verlichting kroop ze onder 't
lage da!; j e. Ze haalde haar laatste stukje brood
voor den dag en toen dat opgepeuzeld was,
schoof ze haar bundel als 'n kussentje onder
't hsofd, trok haar rsk over haar gezicht en
sliep in.
De zan stond .reeds hel stralend aan den
hemel toen Margreet uit haar isjvarsn slaap
ontwaakte. Verwonderd keek ze rond, de
vorige dag leek haar 'n droom en zelve kwam
ze zich zoo anders, zoo vieemd en onbekend
voor. Ja, daar lag'het machtige Trier, daar
stroomde de Moezel, da:ir stond de herb-rg,
waaruit ze gevlucht was... «n zij zelve? Wel,
«U was immers de arme Margreet d.e op weg
was naar den Heiligen Rok I ... Na opgepast,
en niet langer getreuzeld! Vlug sloop ze
lusschen de struiken door naar den Moezel,
niemand zag haar. Achter 'n vollen wfelgenboom
entdeed ze zich van haar kleed, bevochtigde
gezicht, hals en armen niet 't frissche water
en Het de heldere golfjes over haar bloote
voetjes kabbelen. Hare lange vlechten vlocht
ze op nieuw, na de strengen met wat water
natgemaakt te hebben, zoodat ze netjes glad
gestreken achter haar rose oortjes lagen; nu
nog den zilveren pijl er door gestoken, kousen
en schoenen aangetrokken, de mooie tchort
voorgehouden ... klaar was ze!
Op straat scharen van wandelaars; menigeen
keek met welgevallen naar 't jonge,
lentefrisBche boerendeern'jc, dat met vroom geloovige
uitdrukking in de oogen, naar den Heiligen
Rok toog. Was 't gisteren reeds vol op de
brug van daag was 't nog honderdmaal
slimmer. Als 'n mierenhoop wemelde en
krioelde 't door elkaar en de lucht trilde van
't aanhoudende eentonige gemurmel, Heilige
Rok, bid voor ons!" Heilige Rok, bid voor
spotters hun gang gaan. Hij is te St.
Petersburg officieel ontvangen, hetgeen hij
all eene voorloopige wijding beschouwt, en
dankbaar zal hij vroeger of later de kroon
aannemen uit de handen van den grooten
witten czar. De Bulgaren sympathiseeren
over het algemeen met die Russophile
houding; stamverwantschap en gelijkheid
van godsdienst voegen zich bij de dankbare
herinnering van hetgeen Rusland met
welke bedoeling dan ook voor de bevrij
ding van Bulgarije heeft gedaan. En
Rugland dit moet erkend worden heeft,
zonder hts van zijn invloed prijs te geven,
wijselijk afgezien van de ruwe, aanmati
gende, vaak misdadige praktijken, waar
mede Kaulbars en diens handlangers in
het vorstendom allen tegenstand trachtten
te breken.
Voor ons Westerlingen is er iets vreemda
in, dat in de Balkanstaten de radicale
partijen een samengaan met Rusland in
haar program schrijven, terwijl hare poli
tieke tegenstanders, die zich liberalen,
progrejEÏtten of wat dan ook, maar vooral
niet conservatieven noemen, meer voor
cene aannluiting bij Oostenrijk zijn. Op
den keper beschouwd, is deze verhouding
echter niet wonderlijker dan de
FranschRussische alliantie: men sluit zich aan
bij hen, door wie men verwacht zijn be
langen het best gediend te zien.
Dit hetft de vorige koning van Servi
van Oostenrijk verwacht. Ware hij een
ernstig man geweest, zich bewust van de
groote verantwoordelijkheid, die op hem
rustte, dan zou bet hebben kunnen blijken,
of zijn Austrophile" politiek bij de meer
derheid der Serv.ërs instemming vond.
Met een cliënt als wijlen koning Milan,
voor wien geen weldenkend en eerlijk man
een greintje respect kon hebben, was echter
voor Oostenrijk weinig eer te behalen.
De jonge koning Alexander, die op een
goeden dag zich zelf meerderjarig ver
klaarde en de raadslieden, onder welke
zijn destijds nog in het leven zijnde vader
hem had gesteld, zonder complimenten
wegzond, heeft het scheepje weer den
Russischen kant uitgestuurd. Zijn veelbe
sproken huwelijk heeft de hofkringen te
St. Peterfcburg wel wat ontstemd, maar
men heeft er bonne mine d mauvais jeu
gemaakt, ook later nog, toen de
teleurgeitekle verwachtingen van koningin Draga
vele tongen op uiterst onwelwillende wijze
in beweging brachten. Eenige weken ge
leden ontving het Servische koningspaar
zejfs eene uitr.oodigicg om te St. Petersburg
te komen. Rechtstreeks of zijdelings ? Dat
zal wel een geheim blijven, nu er een
kink in de kab«l is gekomen. Want....
de czarina wil H. M. Koningin Draga
niet ontvangen! En met haar verzetten
Kich tegen de ontvangst aan het Russische
hof de grootvorstin Militza en de hertogin
Anastasia van Leuchtenberg, beide
prinseeeen .... van Montenegro !
Wat zal het gevolg zijn van hetgeen
zelfs de voor Ruslan-l zoo
eerbiedig-welwillecde Temps noemt xl'-intranzi/eance
eoliel inontéde la tsarine ?" Het Servisch
ministerie, dat bij de voorbereiding van
het bezoek was betrokken geweest, heeft
rijn ontslag genomen. »De regeering"
zoo verklaarde de afgetreden
ministerpresident Vouitch aan een vertegenwoor
diger van de Nette Freie Presse »heeft
k»»», met het oog op het sedert anderhalf
jaar telkens opnieuw uitgestelde bezoek
aan het hof te St. Petersburg, haar plicht
on» l" Dat zoemt aldoor als 'n by'enzwerm, 't
dringt door de nauwe steegjes, die in feiatelykon
dos schitteren. Daar is geen huis of buitje,
hoog of laag, van rijk of arm, waarvan de
vensters n.et getooid zijn met bonfe tapijter,
waaiende vlagjes, of Heiligenbeelden tuuschen
brandende kaarsan; 'n nieuwsgierige menigte
glijdt langzaam door de straten. Hoe nader
by den Dooi, hoe dichter de masn*. Op de
pkinen in kraamjjes pryzen verkoopers luid
schreeuwend hunne waren aan. Rozenkransen
versche koekjes, koopt! Pelgrimastaffan lek
kere worst! Beschrijving der Domrel:<]'ji- er,
waaronder 'n tand v^n Petius, 'n hand van
de Heilige Atna, 'n splinter en spijker v»n
't Heilige Kruis koopt, koopt!" Eenige
wftre en getrouwe afbeelding van den Heiligen
Rok spot goedkoop ! voor maar tien pfennig
't stuk!" Heilige Rjk hier! Heilige Rok ("aar l
overai in 't rond ! 't Is 'n oorverdi>o?end leven,
'n roezige drukte. Ka tusschen dien chaos van
kleuren en klanken, »tof en damp, bedrog en
waarheid, geloof en ongeloof, klinkt als bege
leiding het eentonige gemurmel der processies
en het dt Si gelui der klokken.
Margreet was geheel van streek. In 'n
baJrkerswinkel had ze 'n brcodjs gegeten en
ds vriendelijke bakkersvrouw haar den weg
gewezen; nu stond ze verlegen ia 't steepje,
ha*r bunde.tj« rast onder den aim gedrukt.
'n Nieuwe prowafcie naderde; zy drong zich
achter eene der laatste vrouwen van den stoet
en stapte irès voort. De yvrig biddende keek
knorrig om: Wees gegroet Maria vol genade,
de Heere is... Mei* j J, wat wM je?" Naar
den Dom, naar den Heiligen R>k."
Hoe durf je 't te wagen! Dit ia onze pro
cessie, 't kost ons veel geld mask dat je
weg komt!" De vrouw duwde haar ruw met
de ellebogen. Verder trokken de vrome pel
grims em met oogen vol tranen staarde Margreet
te na. Daar gingen ze, die gelukkigen, die
uityerkorenen ! Die zouden er nu eerder zyn,
en hnn schonk de Heilige Rok reeds alles, voor
laar bleef dan niets meer over. En ze had
toch 'n zieke moeder thuis o ! snel liep zij
ze achterna. Nu was ze op het keikplein,
maar 'n onafzienbare dichte menigte scheidde
haar van 't grijze kerkportaal, dat wijd geopend,
dien deinenden menschenstroom nauwelijks be
vatten bon. De Domwachters in hunne roode
kleeding met den langen staf stonden ais
vlammende Cherubynen aan den ingang van
het parady's, en beijverden zich de rijen te
ordeten en onwetenden terecht te wyzen. Lang
zaam schoof de menigte voorwaarts. Achteraan
stond Margreet geheel ingesloten. Eindelijk
kwam er beweging in dien levenden muur, zij
wist door te dringen, zich niet storende aan
de duwen en stooten die ze kreeg nu was
x* dicht bij het portaal maar nu kon ze
geacht, aan den koning in deze delicate
zaak een volkomen vrijheid vanhandelea
te laten en hem te ontslaan van de nood
zakelijkheid, rekening te houden met de
politiek van het kabinet (toenadering tot
Rusland), indien hij dit noodig rat ebt
achten."
Het zal spoedig blijken, in hoever konirg
Alexander zich door persoonlijke, en zeker
niet geheel ongegronde grieven laat dringen
tot eene wijziging in zjjne politiek. Wat
hiervan zijn moge, het is te hopen, dat
het incident geen aanleiding zal geven tot
wijziging van de tusschen Oostenrijk en
Rusland gesloten overeenkomst, om den
status quo op het Balkan schiereiland te
handhaven.
illiiiliiiilliiHilliliin
Met in de Hoofdstl
Conceiten van oud-Nederlandsehe muziek
hebben meermalen plaats gevonden, doch nog
nooit cnn, gegeven door de Vereeriging vonr
Noord -Nederlands Muziekgeschiedenis. De<:a
Vereeniging dankbaar voor al hetgeen anderen
tot dusrere voor haar streven gedaan hebber,
meende dat nu de tijd gekomen was oai stelf
de handen aan het werk te slaan en besloot
daarop een concert te geven, hetwelk 1.1.
Dinsdag in het Concertgebouw plaats vond.
In de voorrede van het tekstboek zet de heer
D. F. S. uiteen wat de Vereenigir g in haar
ruim dertigjarig bestaan heefc verric bit, zoovel
op zuiver wetenschappelijk terrein als in po
pulair opzicht Obrecht, Schoyt, Wanning,
R'jii ken, Van Noordt, Boskoop en Tvillius,
zouden vermoedelijk niet eens !-y name bekend
zy'n, zonder de bemoeiingen der Vereeniging.
En wanneer Sweelinck's naam thans een
goeden klank het ft, dan h het al weer de
Vereenigirg, die zich de eer mag toekennen
daarvan de oorzaak te zyn, want esrst door
bare separaat-uitgaven en later door de uitgave
der gezamenlijke werken van dezen grootmees
ter, gaf zij den stoot tot beoefenii g dier bij
zondere kunst.
Terecht vestigt de heer D. F S. er de aan
dacht op, dat de psalmen van Snedmck liet
voor het gebruik in de kerk gecomponeerd zgn,
aangezien de hervormde godsdienst slechts de
eenstemmige psalmwijzen met begeleiding van
het orgel in hare kerken tolereerde. Omstreeks
1597 echter moet te Amsterdam een «?Cjllfgium
MuBicum" bestaan hebben van begaafda en
ontwikkelde personen, die zich bezig hielden
met de beoefening der muziek en speciaal met
den zang. Louis Mocgatt schijnt een der leiders
te zijn geweest van dat Muziek-Goliege. Men
j kent van hem een >Sammeiwerk" waarin c
jmpositiëa voorkomen van verschillende meöbters,
o.a. van Orlando di Lasso, Goudimel,
Povernage, Sabin enz. Dsze werken moeten door
het muziek-college met ijver beoefend zijn ;
het stond dan ook zeer hoog aangeschreven
in do schatting van kunstetaaraen leeken. Jan
Tüllias uit Atjersfoort maakt gewag van het
«beroemde Ainsterdamsche MuziekcoJlege'" en
Sivteliuck zocht op een ieer eiger.aardige wijze
met het genootschap in aanraking te kooien. Ia
bovengenoemde verzamelirg van Monerart n.m ,
liet hij twee psaimen opnamen (psalm X
vyfstemmig en psalm III zeestemmig) zonder by toeging
van het auteurschap. T jen het hem nu ter coro
kwam dat deze psalmen van den onbekenden
compojiist een goed onthaal voeden 1) zatte
1) Swealinck had zi«h tot hiertoa nog niet
veel met de compositie bezig gehoudw), maar
het voornaamste gedeelte tan zy'n tyd besteed
aan de studie van het orgelppe).
ook niet verder, dicht samengepakt stond de
menigte. Ze kon noch voor- noch achteruit, de
wachtere hielden hunne staven, voor den ingang,
niemand mocht meer door.
Met zwaar, dof gebrom eindigde het
klokkengelui, volle orgelklanken bruisten; wierook
damp wolkte op. ,0 Vestis inconsutilis" klonk
het als door engelenstemmen gezongen uit de
kerk naar buiten in de zondoorgloeide lucht,
plechtig en als gedragen boven de ho&fden der
vrome schare; als 'n rijp korenveld, waarover
de wind strijkt, bogen zich die hoofden, allen
zonken op de knieën en sloegen 'n kruis. O
Vestis iLconsutilis" ademde 't van duizend'e
lippen. Iedereen luisterde ingespannen. In clfe
kerk zweeg h=t gezang, mon hoorde de stem
des priesters weergalmen toen werd 't sul.
Nu wordt de Heilige Rok get»ond LU rakan
ze hem aan" hoorde Margreet om zich heen
fluisteren nu worden a van al hunne
zonden bevrijd en de zieïsen gezond." O, die
gelukkigen! over Margreet's wangen rolden
dikke tranen. Zühad zoo ver gebopen, ze
was zoo doodmoe, nu stond ze vlak voor de
open poort en kon toch niet by den Heiligen
R_k komen! Ze was ziekbedroefd en schreide
bitter, 'n Paar net gekleeds heeren die naast
haar stonden keken haar aan : Meit-jo, waarom
schreit ge ?" Eerst schrikte ze, daarop stame
lend: Ik ik kom vsui zoover heel boven
van den Jffifel ik heb daar thuis 'n zieke
moeder hier is haar hemd" ze trok 'n tipja
er van uit 't bimdeltja daar moest ik den
Heiligen Rok mèd aanraken nu kan ik er
tiet in, ach Jezus... O! o! en nu wordt rn'n
moedertje ook niet beter!"...
I>e heer beet zich op de lippen en stootte
zijn metgezel aan; deze hield den hued vuor
zijn gezicht eo wendde zich snel om. Toen
sprak de eerste wear: Luister 's kindlief, en
schrei nu niet, 't is niet eens noodig dat j 2
in de kerk komt; ga maar hier op ja teei.en
staan ; zoo! zie j» daar binnen vóór 'c
altaar dat roode ? dat is de Heilige Rok. L&t
's op ! Nu wordt 't bewogen zie je wel 't"
O! dat roode, was c at 't ? Zoo schitterend
rood, bijna als de rok van dat mouio mei je
onder de bedevaartgangers. Maryeet ging op
haar teenen staan en de handen uitstrekkende:
Heilige Rok l m'n moedertje!" beefde 't
van hare lippen....
Sst ! de vreemde drukte haar zacht neer."
Zie je wel ? nu heb je 'in gezien «n hy' jou
ook, en da-t is voldoende; hy kan je ook tot
hierheen hooren ; EU moet je bidden zoo goed
ak je maar kunt en wamaetr ge nu daarginds
in de kerk weer zingen en de klokken luiden,
dan wordt je moeder gezond."
(Slot volgt).