De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 26 oktober pagina 3

26 oktober 1902 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

1322 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. den heer H. J. Bonn, die zitting had voor district IV, en behoorde tot de oud-liberale fractie. Deze ver k Lezing beeft een ietwat bijzon dere beteekeuip, om de volgende reden: Het is bekend dat onae wethouder van financiën, de heer Hintzen, het volgende jaar all zoodanig aftreedt, wijl hij van dien tijd «t* deel gaat uitmaken van de firma E. Mees «n Zonen* het voornaamste baakiershuis hier ter ste'ta. De heer Hintzen is wethouder van 1898 af, vervangende toen mr. E. E. van Kaalte, die toen tot lid der Kamer werd gekozen. _De eerstge noemde maakte vóór het tijdstip zijner be noeming .geen deel uit van den Raad, maar werd gekozen met de vóóraf beraamde bedoeling, onmiddellijk als wethouder van financiën op te treden. Dat kon alleen een man doen, die be schikte over de capaciteiten en het gezag van den heer Hiataen, en hij heeft dan ookde ver wachtingen v»u hen die hem daar brachten, en .bet .groote vertrouwen wat zij hem «chonken, niet beschaamd. Integendeel, van bet standpunt dtr oud-liberale Raad«me-erderheid vonden zij in hem een man naar hun hart, die aan zijne bekwaamheden wel zooveel behoudende of manchesteri.aaasehe inzichten paarde, als in onzen tjjd oog maar even mogelijk is. Met zeer begriioeljjk leed zien ze hem ?cUua ook gaan. Maar daaraan is nu een maal niets te veranderen: voortaan zal atet meer de gemeente-huishouding van Rotterdam, maar zal ons eerste bankierefauie van «yn .gaven en talenten profiteeren. En noij dunkt, dat z(j, die de nieuwere inzichten van gemeente-politiek, -beheer en -zorg, zoowel op commercieel als op sociaal terrein, en dat vooral de arbeiders die voor hunne klasse meer zorg en op offering wenfiohea, om zijn heengaan niet toeuren kunnen, ook al erkennen zij, dat de gemeente in hem verliest een hoogst bekwaam, voorzichtig en toch doortastend leidsman op financieel terrein. Maar voor de RaadsmeerderheiJ is het nu zaak, voor hem een plaatsvervanger te vinden. En die keuze is niet gemakkelijk. Men had, om zoo mogelijk te big ven onder het eigen personeel van den Raad, algemeen het oog gericht op mr. Muller, een der langst aan zijnde en namest-invloedrijke ledan van den Raad, eveneens toegerust met veel bekwaamheden. Mr. Muller behoorde vroe ger tot de vooruitstrevend-liberalen, ge organiseerd in «Rotterdam", in haar besten tjjd. Maar hij kon de ietwat voorwaartsche bewegirg der »Lib. Unie" niet meemaken, en retireerde derhalve naar «Vooruitgang", die hem bij de jongste Kamerverkiezing uitspeelde tegen mr. Van Raalte in district V, maar daarmee een zware nederlaag leed. Gelijk ik zeide: men had, toen het voor nemen van den heer Hintzen bekend was, de vrij algemeen e opinie, buiten den Raad althans, dat mr. Muller de aangewezen plaatsvervanger zou zijn. Maar het is op dit oogenblik zoo goed als zeker, dat men hem niet wenscht. Dat bleek uit het volgende. Er moe*t onlangs wegens het bedanken van mr. W. A. Mees, een verkiezing plaats hebben voor een lid van de commissie van financiën. Dïlt was dus de meest passende gelegenheid om mr. Muller in zijn nieuwen werkkring te introdueeeren. Maar kijk ... heelemaaïonverwacht kreeg daar niet mr. Muller, maar de heer Van Oordt de meer derheid. De heer Van Oordt, de drager van een ouden Rotterdamschen naam, is zoo onge veer de schakel die de kerkelijken aan de oud-liberalen verbindt. Hij is christelijk, maar bovenal historisch. En nu zou men kunnen deuken, dat de christelijke fractie hem die meerderheid had bezorgd, maar zij vormt toch, borje bij botje eelegd, nog maar een geringe minderheid. En due moe ten ook de oude liberale oomes het hunne voor mr. Muller's echec hebben bijgedragen. Margrete's Bedevaart, VAN 2) CLARA VIEBIG. Naar htt Duitsch, door M. Y. O. Margreet's gezicht glansd» van vreugde! Paar was de Moezel l nu kon 't niet v»r meer zijn, nu mosst ze spoedig de klokken van Trier kunnen hooren! En daar naderde eok reeds, plee Wig en langzaam, 'n statige processie met vaande.s en banieren; vooraan schreed de voor ganger; bjj bad het Ave Maria en zette 'n gezang in en 't koor viel dan in de tweede helft zacht p»almodieerecd in. Margreet maakte 'n kruis en trad geheel tersijde van den weg. Wat veel metcschen! Hoe graag zou ze zich hy hen aangesloten hebben, maar de vrouwen die achteraan liepen keken haar ióó «.vriendelijk aan, en 'n mooi jong mei (je, dat 'n rooden rok droeg, monsterde ha«r zóó brutaal van top tot teen, dat ae er geen moed toe had. Ze wachtte tot allen voorbij waren, toen volgde ze op eenigen afotand den stoet, die als 'n knge zwarte slang langs den Moezel voortschuifelde. Waar 'n geheele kudde den w«g wysi, kan 'n enkel Echatp nifet dwalen. De zon brandde, de s! of wolkte rotodom haar op, was Trier dan rü^ niet te zien? Margreet's maag begon te knorren, haar voeten deden py'n; zou 't niet beter zijn de schoenen aan te trekken? Wel net n! dïe moesten mooi zwart blij vee ; dus maar weer dapper verder l Einde loos strekte zich de weg uit; aan den kant, regelmatig afwisselend n appel- en n peereb»om, soms 'n steenhoop en hier en daar 'n mylsteer, o! daar kwam geen eind aan! De bedevaartgangers waren reeds vér vooruit, Margreet strompelde langzaam achterna. Hoe graag zou ze op 'n steen wat uitgerust hebber, maar dan zou za den a^oet uit 't oog verloren hebben en dat mocht toch riet. Ze haalde dus slechts 'n stukje brood eo. 'n brok geiten kaas uit haar bundeltje en al voortgaande beet ze er met haar frische gezonde tanden in. De zon neigde zich ter ruste, de avond weefde lichte sluiers boven stroom en dal; alleen de toppen der bergen glansden nog in gouden licht en in de lucht zeilden zacht rose gerande wolken. Margreet's heldere oogen hadden 'n moede uitdrukking en loomer was haar gang. Ach, als ze toch maar rusten ken als de vogels die EU in hun nestjes slapen I... maar luister l.. l kloek daw niet *n toon door de lucht, diep en En dat komt me zeer waarschijnlijk voor. Want met al z'n geleerdheden, mogen ze mr. Muller niet, en willen ze 'm niet. Hij is hen te eigenzinnig en te lastig, misschien ook wel 'n p aar graden te veel geavanceerd. Maar daarmee is tevens het zonderlinge feit geboren, dat de aanstaande wethouder van fiaanciën niet uit de commissie van financiën en evenmin uit den Raad be noemd zal worden, omdat.._. er daar geen naar den zin der meerderheid te vinden is. Onze groote gemeenten eischen, vooral in de huidige benarde financieele omstandig heden, in de wethouders van financiën mér bekwaamheden, dan gewoonlijk onder onze Raadsleden voorhanden en vereeuigd zijn in n persoon. En de R'jtterdarüsche vroedschap maakt daacop geen uitzondering. Zij heett noodig een man, die niet slechts bekwaam is op financieel gebied, maar ook de zeer behoudende pjlitiek van heeler harte moet zij« toegedaan, en bovendien zóó een goed debater is, dat hij de krachtig opkomende oppositie het hoofd biedt. En goede hemel, wie zou diU uit ons 45 tal kunnen z\jn ? De heeren Havelaar, Droogl«ver Fortuin en De Lange hebben als leden der Cornm. van fiaanciën stellig veel ondervinding. Maar 't zijn oude lieden, alles behalve bekwame debaters, en geen hunner hoeft het om het tractement te doen. Hun nieuwe collega Van Oordt ? Hij zelf is misschien ijdel genoeg om het te geloover, en praten kan hij goed, maar dat de Raad hem voor die zware functie competent acht, (Jat kan ik toch moeilijk aannemen. En nu men mr. Muller heeft laten glippen, moet men wel weer, evenals iü1898, builen den Raad gaan zoeken naar een functionaris ... Daartoe nu, bkdt deze tusschentijdsche verkiezing voor den Raad hen een welkome gelegenheid. District IV is in gewone om standigheden een beslist liberaal district; en buitengewone omstandigheden zijn niet aanwezig. Men heeft zich er nu op voor te bereiden, dat de candidaat de oud-libe ralen in IV, behalve de candidaat voor den Raadszetel, ook tevens de candidaat voor de wethouders-plaats zal zijn. Zóó zal wtl reeds ter sociëteit de zaak in scène zijn gezet. En men heeft depersonagrata daarvoor, naar de wél-ingelichte Handels blad correspondent de vorige week meldde, reeds gevonden. Het zal zijn mr. Nolst Trenité. Hij is «aangezocht", een candidatuur te aanvaarden. Da bron waaruit het komt, waarborgt mij dat h\j 't ook reede heeft aangenomen. Ea ik moet zeggen: in hun soort is de keuze onzer gemeente voogden niet slecht. De genoemde is een zeer geleerd man in het Burgerlijk Recht, een knap advocaat, wiens naatn ook in het openbare leven niet voor 't eerst genoemd wordt, en geen slechten klank heeft. Op politiek gebied is hij conservatief genoeg om voor de heeren van de sociëteit niet gevaarlijk te zijn als ten minste, evenals bij Van Raalte, de vooruitstrevende knepen niet zoo komen op lateren leeftijd en hij is toch man van zijn tijd genoeg om voor de moderne eischen iets te voden. Hy beweegt zich daartoe bij voorkeur op het meest onschuldige terreic: dat van het feminisme, wat in hem een voorvechter vindt, en de burgerlijke moraliteit, als b.v. strijd tegen den gemeente-keur vau pro stituees. Diize kleinigheden zullen de oudoomes gaarte mcêin den koop remen, want de collectie van degenen die geschikt zijn en bereid, is niet bijster groot De vraag is nu natuurlijk maar, of dit plannetje zóó gemakkelijk zal slagen, als waarmee ik het hier schrijf'. Ik weet het niet. De christelijke fractiërf zullen stellig den zetel niet onaac ge vochten laten, zoo min als de sociaal-democraten als deze laatsten ten mintte amtnunitie hebben. Maar beiden zijn goeddeels afhankelijk van de meerdere of mindere gewildheid van den eventueelen IIMmHffUCIKlIIMM voïluidend? en nu nog n en nog n en droeg de wind niet nog mér klanken over, die mede invielen, tijae hooge stemmen, die met zacht gebiramel dien eerstenzwarentuon omrankten ? De klokken van Trier l ... Hot vermoeide kind vouwde eerbiedig de handen saam, daarna spoedde ze zich opgewekt verder nu nog een bocht ven den weg... zie! daar lag het grootmachüge Trier, zich glanzend keetterend in de avendzennestr&len, met zijn grijze daken en torenspitsen, aan de overzijde der brug, die met haar steenen bogen de rivier overspande. En over die brug 'n wemeler.de schare. Enkele voetgangers en troepj«s menschen haast ten er zich overheen, wagens rolden, vlaggen woeien; dat was 'n haasten en jagen naar da gezegende stad; het eenvoudige meisje:ehrikte er van terug. Neen, nu nog maar niet daar heen; dan bleef ze van nacht nog maar li»ver aan deze zijde vau den Moezel, waar niet zooveel huizen waren. Een enkele herberg stond a*n den weg, t nar wilde ze binnengaan. Haar hand tastte raar de enkele groschen in haar zak za had immers geld, ze kon b«talen. En nu sloeg ie 't kleine voetpaadje in dat van op zy naar 't huis voerde. Bijna was ze maar weer omgekeerd, waat 'n woest gekry'üch van stemmen bruischte haar tegen, uit de open vexsters kloek gezang, gejoel en gelach. Op de binnenp'aats stonden wagens, knechten en meiden liepen bedrijvig heem en weer. Verlegen trad «e binnen ; niemand lette op h*ar; ze legde haar bundeltje op 'n vry' hoekje van 'n bank neer en hok;e daar z<;be naast, terwijl ze haar hand vast gedrukt op hare schatten hield, 't Duizelde haar. Wat 'n ontzettend getier en geschreeuw was dat! Daar was geen plaatsje meer vry' en ieder deed wat hy verkoos; h»ier speelden drie lui kaarten, daar waren er twee aan 't vechten en dreigden elkaar met de vuisten; c iiar zaten enkele v*ouwen neer en baden bij hare rozenkransen; verderop had er n zich al op 'n bos stroüneer ge worpen en snurkte luid; en t'dar in 'n hoek herkende M&rgreet 't mooie mewje in rooden rok, dat ze van te voren by den stoet gezien had en die nu met 'n paar jongemannen schertste wi stoeide. Zou ze die eens aan spreken ? ze scheen toch wel vriendelijk te zyn. Blozend kwam ze naderbij: Gaat u ook rwar Trier? raar den Heiligen Rok?" *J«." Blijft u van nacht hier? Ik zou ook graag hier overcachten" zy haalde haar gpld uit den zak daar, betalen kan ik wel, maar zoo alleen vind ik 't zoo griezelig!" De aangesprokene had eerst rustig geluisterd, daarop gaf ze n der jorgens 'n duwtje in de zy, knipoogde tegen den anderen, waarop alle drie in 'n onbedaarlyk, luid gelach uitbarstten. Nou, je mag wel by mij blijver," riep de candidaat. De katholieke heer Vetter heeft dat maar al te wreedaardig ondervonden. Maar streden zullen ze zeker, want ook al ligt het gemeentebelang hen zeer i.S, aan het hart, ze hebben geen reden, vóór alles te wenschen, dat de voornaamste posten dtr gemeenteregeering immer blijven toegewe zen aan menschen, die daarvoor in de oogen der liberale cöterie genade vinden. Wél ben ik benieuwd naar de houding der kiesvereenigirjg»R >tterdam". Z\j immers is in 't leven geroepen om, met behoud der liberale beginselen, aan de familieregeering een einde te maken! Zij zou zich hier geroepen moeten gevoelen, om aan dit streven der conservatieven paal en perk te stellen! Maar... haar beste tijd ligt reeds vér echter haar, en wat er overbleef, ge voelt zich zoo weinig krachtig, dat zij zich hoogstens ... «lijdelijk" zullen verzetten, door zich van bemoeiingen in dezen te onthouden! En zoo zullen we straks weer het verhef fende schouwspel zien, dat door de oudliberele gemeen te-voogden op nieuw een wethouder zal worden giïmporteerd van buiten-af, die nooit in den Raad zitting had, maar die geprotegeeid wordt alleen opdat hunne politiek maar in v ei trouwde handen blijft. En er is helaas! nog geen uitzicht, wan neer aan dat spel een einde zal komen. Rotterdam, P. Rusland en Servië. Sedert vele jaren is het voor de meer of minder onafhankelijke Balkan-Staten de groote vraag geweest, of zij voor hunne binnenlandsche politiek steun zouden zoe ken bij Rusland of hij Oostenrijk. De kleinste van de drie, Montenegro, heeft zich onvoorwaardelijk onder de hoede, of beter gezegd onder de voogdij van Rus land gesteld. Het land vau de Zwarte Bergen is een Russische voorpost geworden aan de Adriatische Zee. Vorst Nikita heeft zich niet te beklagen over zijn «grooten vriend'', die hem lederen denkbaren mattrieelen steun verleett en de talrijke prinsessen uit het Montenegrijneche vor stenhuis, direct of indirect, aan goede par tijen hetft geholpen. Minder gemakkelijk is het met Bulgarije gegaan. Vorst Alexander, »de Battenberger'', hetft de populariteit, die hij zich door iijne kranige houding in den oorlog met Serviëhad verworven, te vergeefs trachten te gebruiken om ziju land te onttrekken aan den al te drukkenden in vloed van den czar-beviijder. In zijn wor steling met den kolos van het Noorden, heeft hij het onderspit moeten delven en ten slotte, moedeloos en machteloos, het land moeten verlaten, waaraan hij zijne beste k> achten had gewijd. Als een ridder lijke en sympathieke, maar ook pathetische figuur lotft hij in onze herinnering voort. Zijn opvolger, vorst Feidinand, heeft zich beter diplomaat geloond. Hij heeft het zich blijkbaar iaei, aangetrokken, dat zijn naam, onder de ernstige politici van Europa, steeds met een glimlach werd genoemd. Hij behoort tot een be rekenend geslacht, dat op tal van Europeeeche tronen vertegenwoordigers heeft. Hij hetft geschipperd en gelaveerd, en is ten slotte veilig in de Russische haven binnengeloopen, zonder belangrijke averij in den vorm van COL fl ie te n rnet andere mogendheden. Nog heeft hij het doel van zijn streven, de Bulgaarsche koningskroon, niet bereikt, maar hij kan wachten. Ferdinand met den langen neus laat de UNHIHIIIIHIIHIMIIttlllMlllimUIIMimmSIIMUIf cene joigen en draaide z'n snor ondernemend op dan hoef je niet griezelig te zijn." Meteen wilde hij Margreet om 't middel vatten, maar zij stootte hem inet kracht van zicii af, pakte fluks haar bundeltje en vluchtte de deur uir, zoo snel als 'n eekhoorn! je. Als voortgejaagd rende ze weg en eerst nadat ze 'n heel eind ver geloopen had en er niets meer van 't getier van den herberg te hooren wa°, stond ze diep ademhalend stil Wat nu ? Voor geen geld zou ze weer terug wil'en gaan naar dat huis. O neen! Dan nog duizendmaal liever den nacht doorgebracht hier buiten onder God's vrijen hemel, waar de sterren als vriendelijke oog-:-n haar schenen toe te lachen en de krekels m 't graa1 zoo ver trouwelijk tjirpten. Daar stond achter de struiken 'n laag stroohutje, stellig v*n den pachter der vruchtboomtn, die er van hier uit 'n wakend oog op hield. Zou er iemand in zya ? Voorzichtig keek Margreet naar binnon; de hut was leeg en reeds half vervallen; met 'n lucht van verlichting kroop ze onder 't lage da!; j e. Ze haalde haar laatste stukje brood voor den dag en toen dat opgepeuzeld was, schoof ze haar bundel als 'n kussentje onder 't hsofd, trok haar rsk over haar gezicht en sliep in. De zan stond .reeds hel stralend aan den hemel toen Margreet uit haar isjvarsn slaap ontwaakte. Verwonderd keek ze rond, de vorige dag leek haar 'n droom en zelve kwam ze zich zoo anders, zoo vieemd en onbekend voor. Ja, daar lag'het machtige Trier, daar stroomde de Moezel, da:ir stond de herb-rg, waaruit ze gevlucht was... «n zij zelve? Wel, «U was immers de arme Margreet d.e op weg was naar den Heiligen Rok I ... Na opgepast, en niet langer getreuzeld! Vlug sloop ze lusschen de struiken door naar den Moezel, niemand zag haar. Achter 'n vollen wfelgenboom entdeed ze zich van haar kleed, bevochtigde gezicht, hals en armen niet 't frissche water en Het de heldere golfjes over haar bloote voetjes kabbelen. Hare lange vlechten vlocht ze op nieuw, na de strengen met wat water natgemaakt te hebben, zoodat ze netjes glad gestreken achter haar rose oortjes lagen; nu nog den zilveren pijl er door gestoken, kousen en schoenen aangetrokken, de mooie tchort voorgehouden ... klaar was ze! Op straat scharen van wandelaars; menigeen keek met welgevallen naar 't jonge, lentefrisBche boerendeern'jc, dat met vroom geloovige uitdrukking in de oogen, naar den Heiligen Rok toog. Was 't gisteren reeds vol op de brug van daag was 't nog honderdmaal slimmer. Als 'n mierenhoop wemelde en krioelde 't door elkaar en de lucht trilde van 't aanhoudende eentonige gemurmel, Heilige Rok, bid voor ons!" Heilige Rok, bid voor spotters hun gang gaan. Hij is te St. Petersburg officieel ontvangen, hetgeen hij all eene voorloopige wijding beschouwt, en dankbaar zal hij vroeger of later de kroon aannemen uit de handen van den grooten witten czar. De Bulgaren sympathiseeren over het algemeen met die Russophile houding; stamverwantschap en gelijkheid van godsdienst voegen zich bij de dankbare herinnering van hetgeen Rusland met welke bedoeling dan ook voor de bevrij ding van Bulgarije heeft gedaan. En Rugland dit moet erkend worden heeft, zonder hts van zijn invloed prijs te geven, wijselijk afgezien van de ruwe, aanmati gende, vaak misdadige praktijken, waar mede Kaulbars en diens handlangers in het vorstendom allen tegenstand trachtten te breken. Voor ons Westerlingen is er iets vreemda in, dat in de Balkanstaten de radicale partijen een samengaan met Rusland in haar program schrijven, terwijl hare poli tieke tegenstanders, die zich liberalen, progrejEÏtten of wat dan ook, maar vooral niet conservatieven noemen, meer voor cene aannluiting bij Oostenrijk zijn. Op den keper beschouwd, is deze verhouding echter niet wonderlijker dan de FranschRussische alliantie: men sluit zich aan bij hen, door wie men verwacht zijn be langen het best gediend te zien. Dit hetft de vorige koning van Servi van Oostenrijk verwacht. Ware hij een ernstig man geweest, zich bewust van de groote verantwoordelijkheid, die op hem rustte, dan zou bet hebben kunnen blijken, of zijn Austrophile" politiek bij de meer derheid der Serv.ërs instemming vond. Met een cliënt als wijlen koning Milan, voor wien geen weldenkend en eerlijk man een greintje respect kon hebben, was echter voor Oostenrijk weinig eer te behalen. De jonge koning Alexander, die op een goeden dag zich zelf meerderjarig ver klaarde en de raadslieden, onder welke zijn destijds nog in het leven zijnde vader hem had gesteld, zonder complimenten wegzond, heeft het scheepje weer den Russischen kant uitgestuurd. Zijn veelbe sproken huwelijk heeft de hofkringen te St. Peterfcburg wel wat ontstemd, maar men heeft er bonne mine d mauvais jeu gemaakt, ook later nog, toen de teleurgeitekle verwachtingen van koningin Draga vele tongen op uiterst onwelwillende wijze in beweging brachten. Eenige weken ge leden ontving het Servische koningspaar zejfs eene uitr.oodigicg om te St. Petersburg te komen. Rechtstreeks of zijdelings ? Dat zal wel een geheim blijven, nu er een kink in de kab«l is gekomen. Want.... de czarina wil H. M. Koningin Draga niet ontvangen! En met haar verzetten Kich tegen de ontvangst aan het Russische hof de grootvorstin Militza en de hertogin Anastasia van Leuchtenberg, beide prinseeeen .... van Montenegro ! Wat zal het gevolg zijn van hetgeen zelfs de voor Ruslan-l zoo eerbiedig-welwillecde Temps noemt xl'-intranzi/eance eoliel inontéde la tsarine ?" Het Servisch ministerie, dat bij de voorbereiding van het bezoek was betrokken geweest, heeft rijn ontslag genomen. »De regeering" zoo verklaarde de afgetreden ministerpresident Vouitch aan een vertegenwoor diger van de Nette Freie Presse »heeft k»»», met het oog op het sedert anderhalf jaar telkens opnieuw uitgestelde bezoek aan het hof te St. Petersburg, haar plicht on» l" Dat zoemt aldoor als 'n by'enzwerm, 't dringt door de nauwe steegjes, die in feiatelykon dos schitteren. Daar is geen huis of buitje, hoog of laag, van rijk of arm, waarvan de vensters n.et getooid zijn met bonfe tapijter, waaiende vlagjes, of Heiligenbeelden tuuschen brandende kaarsan; 'n nieuwsgierige menigte glijdt langzaam door de straten. Hoe nader by den Dooi, hoe dichter de masn*. Op de pkinen in kraamjjes pryzen verkoopers luid schreeuwend hunne waren aan. Rozenkransen versche koekjes, koopt! Pelgrimastaffan lek kere worst! Beschrijving der Domrel:<]'ji- er, waaronder 'n tand v^n Petius, 'n hand van de Heilige Atna, 'n splinter en spijker v»n 't Heilige Kruis koopt, koopt!" Eenige wftre en getrouwe afbeelding van den Heiligen Rok spot goedkoop ! voor maar tien pfennig 't stuk!" Heilige Rjk hier! Heilige Rok ("aar l overai in 't rond ! 't Is 'n oorverdi>o?end leven, 'n roezige drukte. Ka tusschen dien chaos van kleuren en klanken, »tof en damp, bedrog en waarheid, geloof en ongeloof, klinkt als bege leiding het eentonige gemurmel der processies en het dt Si gelui der klokken. Margreet was geheel van streek. In 'n baJrkerswinkel had ze 'n brcodjs gegeten en ds vriendelijke bakkersvrouw haar den weg gewezen; nu stond ze verlegen ia 't steepje, ha*r bunde.tj« rast onder den aim gedrukt. 'n Nieuwe prowafcie naderde; zy drong zich achter eene der laatste vrouwen van den stoet en stapte irès voort. De yvrig biddende keek knorrig om: Wees gegroet Maria vol genade, de Heere is... Mei* j J, wat wM je?" Naar den Dom, naar den Heiligen R>k." Hoe durf je 't te wagen! Dit ia onze pro cessie, 't kost ons veel geld mask dat je weg komt!" De vrouw duwde haar ruw met de ellebogen. Verder trokken de vrome pel grims em met oogen vol tranen staarde Margreet te na. Daar gingen ze, die gelukkigen, die uityerkorenen ! Die zouden er nu eerder zyn, en hnn schonk de Heilige Rok reeds alles, voor laar bleef dan niets meer over. En ze had toch 'n zieke moeder thuis o ! snel liep zij ze achterna. Nu was ze op het keikplein, maar 'n onafzienbare dichte menigte scheidde haar van 't grijze kerkportaal, dat wijd geopend, dien deinenden menschenstroom nauwelijks be vatten bon. De Domwachters in hunne roode kleeding met den langen staf stonden ais vlammende Cherubynen aan den ingang van het parady's, en beijverden zich de rijen te ordeten en onwetenden terecht te wyzen. Lang zaam schoof de menigte voorwaarts. Achteraan stond Margreet geheel ingesloten. Eindelijk kwam er beweging in dien levenden muur, zij wist door te dringen, zich niet storende aan de duwen en stooten die ze kreeg nu was x* dicht bij het portaal maar nu kon ze geacht, aan den koning in deze delicate zaak een volkomen vrijheid vanhandelea te laten en hem te ontslaan van de nood zakelijkheid, rekening te houden met de politiek van het kabinet (toenadering tot Rusland), indien hij dit noodig rat ebt achten." Het zal spoedig blijken, in hoever konirg Alexander zich door persoonlijke, en zeker niet geheel ongegronde grieven laat dringen tot eene wijziging in zjjne politiek. Wat hiervan zijn moge, het is te hopen, dat het incident geen aanleiding zal geven tot wijziging van de tusschen Oostenrijk en Rusland gesloten overeenkomst, om den status quo op het Balkan schiereiland te handhaven. illiiiliiiilliiHilliliin Met in de Hoofdstl Conceiten van oud-Nederlandsehe muziek hebben meermalen plaats gevonden, doch nog nooit cnn, gegeven door de Vereeriging vonr Noord -Nederlands Muziekgeschiedenis. De<:a Vereeniging dankbaar voor al hetgeen anderen tot dusrere voor haar streven gedaan hebber, meende dat nu de tijd gekomen was oai stelf de handen aan het werk te slaan en besloot daarop een concert te geven, hetwelk 1.1. Dinsdag in het Concertgebouw plaats vond. In de voorrede van het tekstboek zet de heer D. F. S. uiteen wat de Vereenigir g in haar ruim dertigjarig bestaan heefc verric bit, zoovel op zuiver wetenschappelijk terrein als in po pulair opzicht Obrecht, Schoyt, Wanning, R'jii ken, Van Noordt, Boskoop en Tvillius, zouden vermoedelijk niet eens !-y name bekend zy'n, zonder de bemoeiingen der Vereeniging. En wanneer Sweelinck's naam thans een goeden klank het ft, dan h het al weer de Vereenigirg, die zich de eer mag toekennen daarvan de oorzaak te zyn, want esrst door bare separaat-uitgaven en later door de uitgave der gezamenlijke werken van dezen grootmees ter, gaf zij den stoot tot beoefenii g dier bij zondere kunst. Terecht vestigt de heer D. F S. er de aan dacht op, dat de psalmen van Snedmck liet voor het gebruik in de kerk gecomponeerd zgn, aangezien de hervormde godsdienst slechts de eenstemmige psalmwijzen met begeleiding van het orgel in hare kerken tolereerde. Omstreeks 1597 echter moet te Amsterdam een «?Cjllfgium MuBicum" bestaan hebben van begaafda en ontwikkelde personen, die zich bezig hielden met de beoefening der muziek en speciaal met den zang. Louis Mocgatt schijnt een der leiders te zijn geweest van dat Muziek-Goliege. Men j kent van hem een >Sammeiwerk" waarin c jmpositiëa voorkomen van verschillende meöbters, o.a. van Orlando di Lasso, Goudimel, Povernage, Sabin enz. Dsze werken moeten door het muziek-college met ijver beoefend zijn ; het stond dan ook zeer hoog aangeschreven in do schatting van kunstetaaraen leeken. Jan Tüllias uit Atjersfoort maakt gewag van het «beroemde Ainsterdamsche MuziekcoJlege'" en Sivteliuck zocht op een ieer eiger.aardige wijze met het genootschap in aanraking te kooien. Ia bovengenoemde verzamelirg van Monerart n.m , liet hij twee psaimen opnamen (psalm X vyfstemmig en psalm III zeestemmig) zonder by toeging van het auteurschap. T jen het hem nu ter coro kwam dat deze psalmen van den onbekenden compojiist een goed onthaal voeden 1) zatte 1) Swealinck had zi«h tot hiertoa nog niet veel met de compositie bezig gehoudw), maar het voornaamste gedeelte tan zy'n tyd besteed aan de studie van het orgelppe). ook niet verder, dicht samengepakt stond de menigte. Ze kon noch voor- noch achteruit, de wachtere hielden hunne staven, voor den ingang, niemand mocht meer door. Met zwaar, dof gebrom eindigde het klokkengelui, volle orgelklanken bruisten; wierook damp wolkte op. ,0 Vestis inconsutilis" klonk het als door engelenstemmen gezongen uit de kerk naar buiten in de zondoorgloeide lucht, plechtig en als gedragen boven de ho&fden der vrome schare; als 'n rijp korenveld, waarover de wind strijkt, bogen zich die hoofden, allen zonken op de knieën en sloegen 'n kruis. O Vestis iLconsutilis" ademde 't van duizend'e lippen. Iedereen luisterde ingespannen. In clfe kerk zweeg h=t gezang, mon hoorde de stem des priesters weergalmen toen werd 't sul. Nu wordt de Heilige Rok get»ond LU rakan ze hem aan" hoorde Margreet om zich heen fluisteren nu worden a van al hunne zonden bevrijd en de zieïsen gezond." O, die gelukkigen! over Margreet's wangen rolden dikke tranen. Zühad zoo ver gebopen, ze was zoo doodmoe, nu stond ze vlak voor de open poort en kon toch niet by den Heiligen R_k komen! Ze was ziekbedroefd en schreide bitter, 'n Paar net gekleeds heeren die naast haar stonden keken haar aan : Meit-jo, waarom schreit ge ?" Eerst schrikte ze, daarop stame lend: Ik ik kom vsui zoover heel boven van den Jffifel ik heb daar thuis 'n zieke moeder hier is haar hemd" ze trok 'n tipja er van uit 't bimdeltja daar moest ik den Heiligen Rok mèd aanraken nu kan ik er tiet in, ach Jezus... O! o! en nu wordt rn'n moedertje ook niet beter!"... I>e heer beet zich op de lippen en stootte zijn metgezel aan; deze hield den hued vuor zijn gezicht eo wendde zich snel om. Toen sprak de eerste wear: Luister 's kindlief, en schrei nu niet, 't is niet eens noodig dat j 2 in de kerk komt; ga maar hier op ja teei.en staan ; zoo! zie j» daar binnen vóór 'c altaar dat roode ? dat is de Heilige Rok. L&t 's op ! Nu wordt 't bewogen zie je wel 't" O! dat roode, was c at 't ? Zoo schitterend rood, bijna als de rok van dat mouio mei je onder de bedevaartgangers. Maryeet ging op haar teenen staan en de handen uitstrekkende: Heilige Rok l m'n moedertje!" beefde 't van hare lippen.... Sst ! de vreemde drukte haar zacht neer." Zie je wel ? nu heb je 'in gezien «n hy' jou ook, en da-t is voldoende; hy kan je ook tot hierheen hooren ; EU moet je bidden zoo goed ak je maar kunt en wamaetr ge nu daarginds in de kerk weer zingen en de klokken luiden, dan wordt je moeder gezond." (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl