De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 9 november pagina 3

9 november 1902 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1324 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Het heMimr maakt zijne eigen leua t» BcbarKfe en verwart sich fn zijne tegenBtrijdigltedten. De afJeeHngen volgea met zeldzame gedweeheid1, zooals het onmondigen betaamt, eene vaüsehe banier om «en droombeeld na te jagen van weerbaar heid «B burgerdeugd. TonBfj. er e*n onverwachte omrkeer plaata grijpt^ z»l Volks-weerbaarheid onder de algemeeae nwnachti»g in haar eigen karak terloosheid smadelijk terr onder gaar/. H. J. P. A. KiEEseir. Rotterdam, 12 Oct. Da poes en de kinderen. Z«ker had mr. Jacob van Lennep het ook niet gedroomd, dat hij, zooveel jaren na zijn dood, nog «ens ia den Amsterdamschen Gemeenteraad bedaeht zou worden ak een ... oapractkeb. man! In bet Weekblad van 23 Maart schreef mr. M. J. v. Lïnnep eenige intieme medetieelirjgen omtrent rijn vader, door ons daartoe aangezocht bij mr. Jacob v. Lennep's benderaten geboortedag. Daaronder kwam voor., als een blijk boe de dichterschfijver ook in tegenspoed een grappenma ker was, den raad a»n mevrouw v. Lennep gegeven ooi ter bezuifiiging de kat »f te sditffea. Van dit huttrorislréch scènefje maakte mr. v. Nierop als volgt melding in de raadszitting van Woensdag 20 Oct. »In zeker huisgezin wilde men ook bezuinigen, man en vrouw overlegden en kwamen tot de conclusie d« kat af te schaffen, die gebrutkte aooroel melk; maar zulke midde len geven niets." Wanneer nu een grappenmaker als Van Nierop, naar uit het verslag van de raads zitting schijnt te blijken, geen grap meer verstond dan behoeft men niet te vra gen, onder welk een aanval van zwaar moedigheid de «algemeene beschouwingen" over de begroot ing ditmaal zijn gevoerd! Hoe te bezuinigen, dat was de vraag. Nooit werd zij in eenig college ernstiger gesteld, en zóó ijverig hebben de leden zich eeu week lang ingespannen, dat bet waarlijk niemand huneer te wijten is, nu het procentage van S'%4 niet tot 5l:'./r.4en de 120 opcenten niet tot 119';:!M zijn terug gebracht. Het is waar... de poes werd genade beweeen. JS«n kopje thee zal de Amsterdamsche stedemaagd schenken. Ook bet centen-«bakje" mag bij haar in 'te gang blijven staan. Maar «verval" zal er bij de datae met de keizerskroon voor haar dienaren niet meer te halen sijn, of het zou er voor een moeten zijn die tot de dakloozen kan wor den gerebeBd. Met bet presentiegeld is het zoo goed als uit. Daar er eigenlijk niet anders overschoot, ?wijl zjj aan haar eigen levensstaat niet kon en mocht roeren ... heeft ze 't verder op de kinderen gezocht. De heer Fabius heeft de eer der viading. De schoolprijzen, tot een bedrag van / 14850 moeeten vervallen. De schoolop ziener San vage Nolting hoopte, dat de Raad zou bestuiten deze kleine gave aan het kind genade te doen vinden ... maar het mocht niet. Geenszins omdat de heeren, zij waren 32 in getal, de kindertjes niet liefhadde», maar omdat Amsterdam 't Die beste Mr. Wigge!t. UU het EngeUch. Mr. Sol Kefchtnaid, herbergier van de SU'p," zat in z'n nette gelagkamer, en telkens als het vereisebt werd, Btond hij op van zija stoel by de lapkast,ten einde de gasten in het geze.Iige vertrek aanwezig, van het noodige te voorzien. De veertig jwen op zee, voor den mast, halden mr. Ketehmaid gestempeld tot een autoriteit op zeevaartkurdig gebied; terwyl de laatste >\jf jaar, die hu als eigenaar van de herberg Sbip" gesleten had, met den naa,ten corcutrant op vyf mijlen «fatanda, hem tot een auioc aat hadden gemaakt. Gieten in zijn leunstoel met kussens, luisterde hy met groote voornaamheid naar de gesprekken. Nu en dan mangda h-g er zteh in, en by die gel«^enheid wist men al rap te voren, dart de aijle door heai j«kö»eB, tïiomfeeren zou. Hoe v<«ta»MliSQokd«»rguiDieqteiidertegenparty, of ho« gewichtig dfi_8angehaald« getuigen w ar er, mr. Kstchmaid, ia zijne hoedanigheid als gabtheer, had steeds deze onfeilbare repliek by de hand de man was dronken. Ea had mr. Ketchm&id eenmaal dit vonnis gebeld, dan was geen verder apjè! weer mogeiyk. Hoewel gewoonlijk geen schroom kennende, kon heai in »oo'n geval d*a plotseling zekere angst voor het behoud zijner vergunning over vallen, en, terwyl hy liet heijs dat toegang veilewide tot do tapkast opecschopte, gebood hij dan barsch den delirqjent hoen te gaan. In den laat&tsn tjjl was iwt reeds tweemaal gebeurd, dat hy het noodig had gevonden mr. Ned Clark, dea dcrpsscko«nm*ker, die al jaren in 't gansche dorp bekesd stond ala een man die veel verdragen kon eeu wenk te geven Dea derden lieer waru de veroc t waardigste schoenmaker in h*t midckn van een opgewon den betaeg over het recht vaa het vrije woord, do»r da.i knecht de krogg uitgesmeten. Voortaan waa niemand meer veilig: Drie avonden waa de schoenlapper, bij wijze van pr»test, «eggeWevea zoodat toen hy dea vierden weer biafieakwaaa, Kötetoaaid, verbolgtn over zooveel weerspannigheid, hem slechts mat eea stug hoofdknikje befia»«digde. Goeden arond, DU'- K»tcb)maid; sprak de schoenmaker, zjjne kleine zwarte oogjes ha'f toeknijpend, een ktein flescbje limonacte, als 't je blieft Mr. Clsrk's gezellen lachten, en de herber gier, ca hea even te h*bbtn anngtlssken, ooi te zien of het hem ewist was, bediende hem zwy'gew?. onmogelijk mee» betalen kon, en die kiadei-ijver n kinJerWijdsöhap <Joor schoolprijzen- gewekt, toch wel lïet! eerste wa», dat zonder schade voor een arme gemeente ook uit de achterbuurten kon verdwijnen. Geen kinderprijzen dus meer, dat zeer onnutte speelgoed! En ook geen paiitoftals,.kleedirng en voed sel voor ban die haveloos e» hongerig ter school fcomen. O, zei de dame met de keizers kroon, mijn kinderen zijn de oorzaak van al mijn verdriet... dat goedje maakt me mijn bestaan haast onmogelijk... ze eten me de ooren van het hoofd, en als ik zon der dat de wet me daartoe verplicht nu nosc bran voetjes ga steken in warme pan toffels, en ze la*t eten tot zij gedurende enkele dagen van de week zoo goed door voed zijn als een soldaat in de kazerne... hoe zou de schoolmeester ze kunnen op leiden tot alle Christelijke en maatschappe lijke deugden... In de eerste plaats ver leerden zij dan naar hun huis te verlangen, want juist, ik ben een tegoedCnristea om dat niet te weten de honger ia het cement der huiselijkheid, het ware steunsel der tevredenheid en der gemoedelijkheid ook in de maatschappij. Wat wij de stedemaagd al zoo verder hebben hooren zeggen, zullen wij hier niet herbalen; alleen wenschen wij er op te wijzen, dat de gemeenteraad, onder zeer onganslige omstandigheden over het hulp verstrekken aan h«t arme schoolkind heefi beslist. Niet, omdat het belasting-percen tage moest verhoogd worden ; immers bij de niet te keeren verzwaring van »druk", waa reeds 14 800 van de kindertjes «afge haald", wat hun dadelijk op andere wijs weder teruggegeven had kunnen worden. Ook niet, wijl het aan de noodige inlichtin gen zou ontbroken hebben ; want de commis sie, waarin ook kerkelijke onderwijzers waren gezeten, had uitvoerig rapport uitgebracht en den Raad voorgerekend dat er f 150,000 gevorderd werd. Neen het ongunstige lag j onzes inziens eenvoudig in de afwezigheid j van hat meest gewentchte publitk bij de hoogst belangrijke discussie tot wering van gemeentelijke hulp in de allerergste nooddruftigheid. De heeren zateu daar onder elkander zoo wél geschoeid, gekleed en doorvoed, dat het hun hoogst moeilijk moet geweest zijn zich ook maar een enkel kind met natte voeten, het kleumsche bloedarme lichaam iu doorzichtige todden gewik keld, en met een leege maag, naar behooren voor te stellen. Misschien hadden de Raads leden 's avonds te voren, ter belooning wan de betoonde inspanning, wel een oester! je gegeten, iets wat wij hun allerminst ten kwade zouden willen duiden, en wie weet op welk schoteltje ze voor den middagdisch weer rekenen mochten. Welnu, waaneer nu eens daar op «Ie ballustxade vaa de publieke tribune een rijtje, laat ons aeggen een twintigtal van die bleeke, in de liverij der ellende gestoken knaapjes hadden gezeten, en de heeren hadden, bij afwisseling eens tot den voorzitter en dan weer tot die achterzitters zich onder hun diepzinnige speeches gericht... zouden wij dan al die treurige hartelooze taal, eensdeels juristerij, anderdeels christelijke wijsheid te hooren hebben gekregen ? Intussehen voor i dezer heeren zou zulk een schouwspel weinig leerrijk zijn gew-eest. Wij bedoelen voor den heer BI ank enberg, die met anderen een voorstel inmmiMJimummiuiiinniiiiiii Liwonaie, sprak de schoenmaker, met kleine teusjes het vockt opshirpend, heeft n groot veordeel, niemand, al drork je er ook emmers vol va"1, zou kunnen beweren dat je dreuien was. Volgdöeen drukkande stilte, eindelijk ver broken door mr. Clark, die raet de lippen smakte. Is er ook nieuws geweest in mijne afwe zigheid, vrienden? vroeg hij, of het>b«n jelui ais naar gewoonte hier zitten luittpren naar de buitengewone avonturen, die mr. Ketchmaid zyu overkomtn in d<;n tijd dat hij ttr zee voei ? De waa> hMci is vaak vreemder d>a:i vur lich ting, Ned, fprak mr. Peter Ssiith, de kleer maker. Dit beaatada de schoenmaker. Maar ik ben daar iioou zoo van doordrongen geweest, als sedert ik eenige ^s.n mr. Ketciiiü&ki's verhalen heb genoten, verklaards bij. Wel, dan weet je 't r.u, zei de waard schsrp. En me dutikt, de meest ware van j? ver halen, zyn tevens de wondtrbaarlykste, ver volgde mr. Clark. Wat bedoel je raet de me-est ware? vroeg de herbergier, z^jne sto ll*utiing«n vastgrijpend. Wiil, <ie vreeuidsoortig^te, klonk het grinnikend antwoord. Ja, ja, die Ket«bmaid heeft al heel wat doorg -maakt, zei de kleermaker. Myns inziens, herna-ïi de seboanlapper, den waard boosaardig beglurend, is het meest ware verhaa.1 dat, waar ller.ri V'igge-lt, de boDtsmansmóat, ?ijn been liet af bjf.sn d.or een haai, om mr. Ketchaaaid te red er, tv dat VÜR z'n kameraad Sam Jones, den negerkok, die gewi)ii4 werd, toen hjj hem redde uit ila hadden der ZniiJ-Zoa o^glanuqrs. Juist vaa dat verhaal heb ik nooit genoeg, spuak de beijair.iielyke mr. Stnith. Msw ik «.el, z«i mr. Clark. Mr. Köiciiioaid keek op van zijn pijp, ea sioeg esn töornigen blik op hetn ; de tchwumaker glimlachte, vergenoegd. Nog-zooVklein-fbscbja limonade, waard, zei hij lang^aiu. Bi8t*4 je limonade eld<rs, barstte de woedende Ketcbmaid los. Maar ik drink d'e liever hief, was het antwoord ; en jij moet me die geven, Ketcbmaid. Een waard met vergunning" is verplicht zijne gasten t« bedienen, of hij 't prettig \icdt of niet; anders raakt hij die vergunning" kwijt. Niet als ze zich een stuk iu d-sn hebban gedronken, zei de waard. Natuurlek niet, zei de schoenmaker;daaroni houd ik me bg limonade, Ketchmaid. De verontwaardigde mr.Ketchmaid liet de kurk tegen de zoldering vliegen. Clark nwn het glas v*n hem aan, en keek uitdagend sluw in't rond. Hier gaat Haniy Wi'ggelt, wiens been verloren ging om het leven van m-, Ketchmaid diende om eerst eens door de gemeente te laten onderzoeken in hoeverre de bestaande efJadigheidBrere«Bigingen te subsidieeren zijn, om haar werkkring langs geleidel.yken ivey uit te breiden. Een onderzoek dus om te komen tot gedeeltelijke uitbreiding. Nu weet echter niemand beier dan de heer Blanken-berg dat dit onderzoek naar de gehidelijklieid in gewone taal beteefcent, dat dtzen winter, en nog gedurende vele jaren er bonderden kinderen OTB hem been zullen leven, wier ontbering een schrik wekkend licht werpt op onze christelijke en zoogenaamd philantropische maat schappij. Zoo van iemand, dan had men toch van hem mogen verwachten dat hij den Raad bezworen zou hebben <iie sc/ïawrf«uitons midden te verwijderen, welke hij zoo vaak heeft erkend ; maar neen hij heeft blijkbaar in zijn leven te vee] armen gezien om week van hart te zijn. Daarvoor is hij te zeer «denker" geworden ; hij duldt de hongerige kindei en om zich heen zonder het vurigste protest. En als zijn geleidelijkheida-voorstel reeds verwor pen is stemt hij zoo waar ook tegen het panti fr'el-voorstel van B. en W. met al wat kerkelijk christelijk is !! Helaas, daar bleken dan in den R*ad van Amsterdam zeven liberalen te zijn: de hefren B'ankenberg, Sarrurier, Kruseman, Jitta, Roelvink, Altes en Zeehande laar, die uit «welbegrepen" filantropie het met de ^Christenen" eens waren: voorloopig zelfs geen pantoffels voor het arme kind. Lraat ons op onze beurt filantropisch en christelijk genoeg zijn den heeren toe te wenschen, dat zij de slachtoffertjes hunner onbarmhartigheid niet mogen tegen komen op straat, alsmede dat zij, bij de wetenschap van hetgeen er om hèi heen, ook door hun schuld geleden wordt, zich Irun overvloedig maal goed zullen laten smaken. Een conflict tusschen Burge meester en Raad. Ssdeit Juni is er tusschen den Rotterdamfchen burgemeester eener, en den R-jtterdamschen Ganaeenteraad anderzijds, een jresch.il gaande, wat mtt het woord «con flict'' misschien nog juister is uitgedrukt, maar 't welk in elk geval, om meer dan r.e reden, van genofg beteekenis is om er de aandacht op Ie vestigen ook op deze plaats, wiil ht>t etu preceieiit kan blijken. In het kort gezegd, komt het op het vol gende neei: Rotterdam is onder de groote steden tot nu toe de oenj^e, waar nog het ofliaieele geneeskundig toezicht op de opoubare hui zen van ontucht wordt uitgeoefend. Er be staat geen verordening op deze inrichtingen, maar het salaris voor den met dit toezicht belasten geneesheer paraissewde tot EU toe toe op de begrooting onder het hoofd: «Geneeskundig toezicht op de openbare huizen van ontue1!'", velke past van jaar tot jaar door deu Raad wud goedgekeurd. Deze geneesheer verlicht echter eveneens de functie van politie-dokter, en ressorteert als zoodanig onder de politie-ambtenaren. Dat te Rotterdam dit geneeskundig toe zicht pog s'.etds bleef gehandhaafd, heeft verschillende oorzaken. Het gemeentebefctuur wordt door christelijke beginselen niet bewogen, en haar havenverkeer, met haar vloUendie schippersbevplkiDg van oost tn west voedt de prostitutie op meer dan ge wone wijze. Maar de instelling van »o verhei ds-toste redden, sprak hij zalvend. En ook de ge zondheid van Sam Jjnes, wiens borst door een speer werd doorboord voor hetzelfde edele doel. Evenzoo kapitein Peters, dis mr. Ketchmaid verpleegde als z'n eigen zoon, toen deze ziek wan t'e-vor.iea door aMaen hè' werk te dosn van d i v\;f man die veriiros ken. En eindelijk B'rtt. hi?r D:ok Ls«, die mr. Ketchmaid een Cnines sche j ink hielp vermeenterer, en die alle znventiea zeerooyers doodde door fhje z»i j s ook weer dat j? ze doodde, Ks circaid ? Da waard hield zich bezig met zijne kranen, en lieer! of bij hem w'st hoorda. Aile zeventien deoid-?, door ze eerst in slaap ta wiegen met eilei/langs verbalen, en daarna ze t* doen stikken mat het houtrn been van Heniy Wiggfi-, besloot de schajnrnaker. Kie hie, barstte een ongelutkige toehoorder los ; kie hie k e. Met moeite bedw-irg hy aieli eensklaps, en trachtte een onschuldig gezicht (e zetten, want de wa&rd keek zijn kaat uit. Je d*ed beter naar huis te gian, Jfm Sammers. sprak de ziedende mr. Ketcbmaid. Ja bent dronk -n. Dat ben ik niet, protesteerdïdj ander bordaat. Er uit! klonk 'act be.-el kortaf. Je kent de regels vsa mijn hiiL". 't h hier een fatso?nlijke h'rbirg. en die ge?n mait weten te houden, mo^en niet bij mij zijn. Waarom hojd je jo niet l«j limormde, Jem'i1 zei N.3d Clark. Dai kan j s net zeggen wat je wilt. M?. S'i'ume.rs keek ateunnoekend het kringetja eens ro. d, en toen. ziende dït de w<iird onverhUdeJij',: bl-itf, verlro'k bij. zichzeif in stilte sfVra^end, hoe hij het, o range van den avond :o'i doorbrengen. De achterblijvend;-n kekao op hua neus, en b.'gonnen ondeiling te fl listersn. Versta me wel, Ned. Ciarkc, sprak de toornige mr. Ketchmaid, ik heb je geld hier niet Piiodig. Verteer het elders Dank je, maar bij vosrkeur kom. ik hier, zei d.1 schoenmaker, met veel vertoon zjjne liow-ade slurpend. Ik hoor zoo graag je ver halen van are. Op 'n kalme manier amuseer ik me zoodoende best. Trek je soms mijn woorden in twyfel? vroeg rar. Kefchnwi i driftig. Ja, natuurlijk, was het antwoord; dat doen we allen. Je zou zelf inzien hoe zot ze eigenlijk zijn, els je eens even nadacht. Jij en je haaien! g?en haai zou 't in z'n kop krygen jsu te bijter, tenzij die blind was. Schijnbaar onopgemerkt liet mr. Ketchmaid deze persoonlijke bsleediging aan zich voorbij gaan; en voor het eerst sedert vele avonden zat hij zwijgend, met verbeten woede, te luisteren naar den schoenmaker, die nu een r<Leks lotgevallen opdischte aan een zyner zee varende naven (naar hij beweerde) overkomen. zichi" op deze zonde is toch op deu duur tegen, de sterker wordende eritiek niet be stand gebleken. Reeds sedert jaren was de strijd daartegen gevoerd door enkele autirevolutioiiairen in den Raad. Hun voosnaamste woordvoerder, mr. Vaa Sta-verea, verkeerde in de gunstige positie van behalve anti-rerolutionair, ook de eenige geneesheer in den Kiad te zijn, en was daarmee, wat de geneeskundige zijde der zaak betreft, in argumenteer in g den voorstanders der keu ring «überlegen". Maar de burgemeester hield steeds met groote overtuiging aan de oude methode vast, en vond voortdurend een groote, zij bat ook zwijgende, meerder heid aaa zij» zijde, zoodat, waaneer niet van andere zijden hulp ware gekomen, het groepj a aiiti revolutionairen het wel nimmer tot eene victorie zou hebban gebracht. Maar de hulp kwam. De burgerlijke vrouwen-yereenigiDg, waarvan ra&vr. Rutgera?Hoi teem a de bekwame leidster wag, had reeds van den beginne af den strijd tegen de keuring mee gevoerd. Maar een meer gezaghebbende hulp kwam van ge neeskundige zijde. Dr. van Staveren had uitgelokt dat de Riad zou vragen de mee ning van de R'damschje afd derMaatsch. van Geneeskunde. En in dien kring toog natuurlyk dr. van Htaveren aan verigen arbeid om die uitspraak te krijgen ten gunste vaa ~,yn standpunt, iegen de «keu ring". EU alzpo geschiedde: met geringe meerderheid viel die uitspraak aldus uit, zoodat ook uit Ca', oogpunt de keurings maatregel veei van zijn grond verloor. De uitvoerige discussiëa en polemieken die daarop volgden, deden ook büeen aan tal liberale raadsleden de overtuiging vestigen, dat het voortduren van het genees kundig toezicht van overheidswege immoreel, en uit sanitair oogpunt vruchteloos wa?, en 7,00 werd er reeds het vorige jaar bij den Riadeen motie ingediend, onderteekend zoowel doar liberale als door aati revoluti onaire raadsleden, en gesteund door eene zich sterk manifesteerende publieke opinie, om het geneeskundige toezicht af te schaffen. I u Juni kwam deze motie aan de orde. Maar niet, dan nadat de burgemeester, als hoofd der politie, eu als verantwoordelijke voor dat toezicht, in een uitvoerige nota zijn standpunt had verdedigd, en, het dient ge zegd, zeer (/oed verdedigd. Aan het slot van dat stuk gaf de magistraat niet onduidelijk te ver v taan, dat, ook al mocht de Riad zich uitf pieken tegen ZIJD, des burgemeesters, zienswijze, hij zich toch verplicht zou achten, ala veiarilwoordelijk hoofd der politie, het geneeskundig toezicht te laten voortbestaan. Oadér dit gegeven kwam den 26 Juni de zaak dtfiaiti«-f aan de orde, en na een uitvoeriee btraadslaging werd de motie, die zich vóór (ie afechaifiug van het gereeekuiidig toezicht uitsprak en waaraan in laatste instantie, om enkelenogweifelei.de stemmen te winuen, nog was toegevoegd dat er in de plaats van het medisch toezicht poliklinieken moesten komen met 22 Ug«n 19 stemmen aangenomen. De Raad had nu zijn msening gezegd, men moest dus uu afwachten, welk gevolg dit zou hebben bij den Burgemeester. En de tngvooüng bracht daaromtrent opheldering. De verwachting, dat de bur gemeester aan den uitgesproken wensch van den R ia-i geen gevolg zou ge ven, werd bewaarheid: de post voor het Geneeskundig toezicht op de openbare huizen was uitge trokken voor nihil en het salaris voorden, met dat toezicht belaste n geneesheer onder gebracht onder het hoofdstuk »politie", m. a. w.: niet meer de Raad had voortaan de verantwoordelijkheid daarvan te dragen, maar de burgemeester. En al mocht deze enkel furinccle »oplowing" van de kwestie ook allerminst in di_s Raads bedoeling hebben gelegen, al was het dezen niet om .fttïiiilmiÏMmriiniHiMÏMiiiiMmiiiiitiii MHIIIttlHHIIIIIIIItllllllllllUI» Vele dezer lotgevallen hadden eene treffende gelijkenis met die van mr. Ketchmaid, met dit verschil evenwel, dat de neef blykbaar geen oog voor het waarschynlyke haJ. In dit libf'de w«rk werd nvr. Clark de volgende a,vonder. dapper bügestawi door den diep beiaedi^den Suaimers, als ze naas: slkaar g.-zetep, hunne limonade slurpten. D*n werJsn ds verbalen van den wa&rJ onbarmhartig aan Ac kixk ge steld, terwijl dsze slechts eau zwakken troost von4 in de gedtch'e hoezeer bei;et' genoegen vergald werd door het i^emis aan sterken drank. K'inmaal, en ook naia»! tlech's, bejwekeu onze beide boostvichten voor de grooiere bskoriiig van den alcobo'. Mr. Kïtchmsiil moes", teruggekeerd van eea bezoek aan zijn brou*c-r te Burnsea, van zijn knecht de bijzonderheden vernemen van e n drir.kgel&g, dat tijdens xyns afwzigheid had plaats geh»d, en dat hy, de knecht, niet hij rnaente was geweest teger; tega»n. Hst tweetal keerde tjrug tot limonade der. volj>ei;d«'« ayond, «V bleef dien drank getrouw. tot er iets gebeurde waardoor alle vsr.iere zelfverloochening tenvoulig c^raashe.il zou z^jn Hat was ongeveer eien week later. Mr. Ketcb,maid was juist w«tf gaan y.it.ten na een zijner gasten te hebben bediend, toen een eigenaardig, re>gelaijtig g^slatnp buiten, ('P hst s'eenen trottoir, aller op-nerkz-ia'uaaid trok. B:j de gelag'.aiaer hield het op, tirwyi het $ el ui d van stemmen door de g^opaLde d«ur naar binnen drong Vervolgens ward de deur dicM gedaau, en een luMe., doordringen ie &tem riep den naam van Sjl Ketcbmaid. Allemach ig! r;ep ds verbiasiie herbergier, ha.!f van zijn stoel oprijseai OBJ er weer in neer te valie^, die htwa inojt ik kennen. Sol K '.u-.hmaid, bruWe da stem weer, ouwe echeepf-ksmeraid, waar beu js? Heunery Wiggelt ! stamelde de watrd, toen een kleine man met vereasrloosde bakkebaardeo voor het bakje verachecr, het is rftet moge l y' k ! De nieuw aai'gektnaeiie kef k hem een oogenblik vol teederöeid »an, eji toen, met ijn onmiskenbaar houten been het hekje opeustcotecd, hir.kte hij tot achter de toonbank, en schudde de hem toegestoken hand met grosts hartelijkheid Ik heb hl Melbourne kap'tein Peters or,tmoet, sprak d* vreemdeling, terwijl zijn vriend tie» in z'n eigen steel drukle, en hew opge wonden met allerlei vragen bastorra.de. Die vertelde me waar je woonde. Je geeicht, Henneiy Wiggel r, is me meer waard dan dianuanten, sprak mr. K^tchrnaitl opgetogen. Hoe kwam je hier? Eea zijner vrienden, kaptein Jones, van de bark Vtnui, nam me mee r.a,ar Londen, zei mr. Wiggelt, en ik ben hierheen gesukkeld zonder een cent op zak. En. Sal Ketchmaid is bly u t« zien, de verantwoordelijkheid, maar om het to&zicht z.èlf te'doen nu stood de Riai tegenover deze manoeuvre van dea Burgemea&ter eenvoudig tnaeh.telo.06, omdat de geneesheer zijn taak vindt omschreven in de politie-verordening, en die politie-vecordenLug ter uitoefening niet staat onder het gezag van den Riad, maar uitsluitend oi.der dat van den burgemeester. In. de afdeelingeu dtr begiooting kwam, gelijk te verwachten, was, blijkens het afdeelingsverslag, deze zaak zeer druk ter sprake.. Men wenschte beslist te weten, of het werkelijk in da bedoeling van den burgemeester Lag, de keuring te handhavea? E a er sprak een niet geiicge veibj,zbg, oio, niet te zeggen verontwaardiging uit over deze burgemeester j-halstarnaheid. Gaen wonder! Immers het vraagstuk van het geaeeskandig toezicht is toch geheel iets anders, ie veel mér, daa een gewone politie-raamregel! Het is een vrsa? van j openbare gezondheid, van openbare moraj liteit, van veel wijder strekku g dus dan 'dati geue waarover de politie aaar willekeur heef t te beschikken. Men kan van meen ing zij o, dat, indien met toestemming vaa den Riad de keuring beslaat, aan raar dient te worden ! overgelaten Iwe zjj die wil oefenen. Maar of er keuring zal zija, dat te beslissen be hoort toch niet tot da bevoegdheid der politie, maar aan den Riad! De burgemeester was, blijkens de memorie van Antwoord van andere meaning. IQ een zeer onduidelijk antwoord verklaarde hij nogmaals, geneeskundig toezicht te zullen handhaven, ook al speet het hem, dat hij voortaan deu moreelen steun van den Raad daarbij zal moeten ontberen. Zoo kwam dus. bij de bshaadeltng der begrooticg, de Riad opnieuw voor de kwestie te staan. De Raad maar na tuurlijk niet de geheele R*a1. E f was immers voor de motie slechts een zeer gericge meerderheid geweest. En het is bekend, dat de burgemeester, met hoevael toewij iing hij ook zijn ambt vervult, toch vari deze kwestie niets minder daa een p >rtefeuillekwestie maakt: mocht de Raad hem de uitoefen iu g van het geneeskundig toezicht onmogelijk willen maiten, dan />ou de heer 's Jacob stellig heengaat! ! 0;jd;r dit be klemmende vooruitzicht zou natuurlijk de meerderheid al sp:jeiig wegzinken tot een kleine minderheid, ir,dien jou word. n ge tracht, de zaak door te drijven. E-i niet ten onrechte, want wie overijlen* in den burgemeester ziet »the right mau in the right placs" en dat is toch bij de groots meerderheid des raad<s het ge f al die zullen om déze, ondergeschikte, redenen tot zijn heen gaan niet medewerken. Maar toch. moest er iets gebauren. De Raad kon en mocht zich niet maar eventjes zoo in den hoek laten drukke!! 1,-idien hij ernstig van rneeamg id, dat niet da bur gemeester, maar hij het over het »;o be or not to be" van het geneeskundig toe zicht heeft te beslissen, kan hi) zich pok bij daze «oplofsirg" die gefn oplossing is, niet zwijgend neerleggen! Hij dted dit dan ook niet, naaar legde bümonde van den heer Van Oordt-?eene verklaring af, waarin een en ander nog eens wordt ge constateerd, en aan het slot wp.arvaa de Raad^meesrderheid zegt dat zij *o/j dit oogenblik alleenj (wenschO te constateeren, dat de burgemeester, indien hij hot sanitaire toezicht zou handhaven, zou handelen in strijd met dea daaromtrent uitdrukkelijk keu baar getnaakten weaïeh van den Raad." Dat, zou men zeggen, wiet de burgemeester ook reeds vóór die verklaring was afgelegd. Er is over die verklaring nitt nader meer gediscussieerd. En dus blijft des zaak nu voorloopig voor 'n jaar rusieo, en wordt de keuring uitgeoefend alsof er nooit een uit HiAiiiiriiuiiimiiiunuiiiimiiutuuiiiiiiiiiuiiiifiiiHiiilimmiiitiiiiiiiiin meneer, sprak mr. Stoith, dr, even als de O'/eriger, dit tooieal vol bswondarinïha<l gade geslagen. Uo is ar tooit ov'er uitgpprast hoe u hè» redt^ van disn baai, en daarbij zelfs uw beau verloor. Eti 't aalere zou ik oak voor h«ra over haïjbsn vin ganschtr hartp, zei mr. Wiegelt, terwijl de waard hem hvtelijk op len i-chouder klopte 01 een glas grog ia de hand duwde. De braaf: te baste moedigste m w, die ooit geboren wen!, ia ouive Sjl KetchmaU. Weer nam by de hand vaa den herbergier in do zjjae, drukte die met warate, en keek met welbshagsn ds gezellig* geiagkaixer r«nd. Toen oafsjion zich op gedeiqpten to;>n eea vertrouwelijk gesprek tuischen de beiden, waarbij herhaaldelijk ramen uit da wt-btkerul» verbalen \ati den waard, het oor der gasi«a trcff-m. Je hebt nooit meer iets gehosrd van dien armen S*m Jones, is 'c wel? vro?g <cr. Ke'.chinaid. Mr. Wigijalt sstte zyn «Iss neer. _ Ik liep een man tegen 't lijf in Rio Janeiro tw?e jaw gelegep, zei hy op drcevigen toon, Arme ouwe Sam ia in zijne araien ge storven met jm njAoi op z'n eeiiüke zwarte . Genosg om ieder dsn doo l aau te doen, klonk het uit den mond van den uit 't ve'd gelagen GJftrk, terwijl bjj een uitdsj-eaden (,ji^ op zyn protesteerende vrierden bloeg. Wie is dia bleel -neuage zwabber, SD!? vroeg mr. Wiggelf, die t«»ri)ig ia d-j richting keek w«ar de schoenmaker z&f. Dat is onn.8 schoenlapper, zei de waard ; neem maar geen notitie van den -,er.t: nie mand st«oVt zich aan Ju m. Hg is do man die me voor een leugenaar uitmaakt. Wat ! bralde mr. Wifgelt, omspringend en na*r hem toestampend ; J3 trekt dat dade lijk in, maat. Ik heb raaar n beer, maw niemand zal S»l helefdjjjen zooJarg ik leef. De voortreffelijkste matroos ejie owt eau dek betrad, U Sjl en de edelmoedigste. Hoor, hoor ! riep nw. Smith ; erken je ongelijk, IST2d. Toea ik in m'n kooi ia 't vooronder las, vervolgde Wigge!* vol geestdrift, en d«.k zij de teedwstc terzorgtrg weer begon te kerstellea wie «at er b^j me, wie htejd m'a ban J vasi-, en smeekte me ooi ztjnectwil in 't levaa te blijven ? W«J., Sol Kstchiuaid. Wie zei dat, zoolang, hij nog eeo korsi broed bad, ik het zcu dealen, m zso'an.f hij eea. mAtra* bsjat, ik er de helft van zou hebben? wie anders dan Sal Ixetchmaid. Hy zweeg een oo^enbJik om op adem te komen, en er steeg een vleiend gemurmel op uit d«a kiing zijner toehoorders, terwyl liefvosrwfrp dezer lofspraak wel eenigszics eeo gezicht zette alsof die weli-prekendJbeid ham veibaasde. (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl