De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 16 november pagina 8

16 november 1902 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.1325 ling thans steu nen kan. Talrijk zijn de meubels en metalen voor werpen door Berlage ontworpen, zq dwingen ons respect af voor een talent en zoo groot een werk kracht als dezen man eigen is. Al zijn arbeid is door dacht, hij ziet het voorwerp in de ruimte, kent zijne eigenschappen en weet uitdrukking te feven aan het doel, waarvoor het bestemd is in juiste maten, ver houdingen en vor men. Van den heer van den Boscfc zqn er eveneens vele goedgeslaagde meubels, die van juist inzicht getuigen wat het doen en kunnen van het materiaal betreft. te] verbinden, die zonder t wgfel ern stige werkers zijn, men noemde mij de namen van Bünksma, me taalwerker en Van der Hoef als de artiest die de zeer fraaie voorwerpen van aarde werk maakt, waarvan hier en kele specimen zijn gereproduceerd, en al mogen deze slechts binnen het bereik van »n kelen vallen, ook de voorwer pen van meer dagelijks gebruik zqn niet minder i begeerlijk te noemen. Waar het boek en zijn uiterlijk reeds lang de aandacht onzer artiesten heeft getrokken mag het ons niet verwonderen ook hier enkele Vooral in den laatsten tijd zien wij dik.wgls 'meubels, waarbij overdaad, mate riaalverspilling, den indruk moeten teweeg brengen van dege lijkheid en stabi liteit. Zooals een goed musicus zqn instru ment kent, zoo moet ook een ont werper de eigen schappen der mate rialen kennen waarin hij zijn ont werpen belichaamt. Het slaapkamer ameublement van J. Kagelvoort, hier afgebeeld, vormt een mooi rustig geheel; de keuze der materialen is in dit ensemble geluk kig te noemen. Sommigen der meu bels zouden door eene rustiger ver deeling hebben ge wonnen, terwijl zeker bedenkingen gemaakt kunnen worden tegen een linnen kast waarbij men steeds moet klimmen, terwijl door de hoogte vau den bo dem de reinheid niet in alle opzichten kan betracht wordan. Da heer Hoeker is er in geslaagd, aan zijne werkplaatsen artiesten welgeslaagde proeven aan te treffen van fraai bindwerk o. a. van Loeber en de Roos. Met zoovele ge gevens kan' men dus in 't Binnen huis intérieurs sa menstellen, die door hun geheel en ' détails bekoren. Zonder twijfel is de oprichting van deze vennootschap van invloed ge weest op de bewe ging en richting der gebruikskunst in ons land. Het heeft tegenover het opdringerig gedoe van buitenlandschen arbeid, onze artiesten gelegenheidgegeven,hunne kunst bekend te maken. Bij het pu bliek heeft het op voedend gewerkt en veler oogen geo pend voor wat onze kunstenaars presteeren. Aan deze beginselen willen we hopen zal ze trouw blij ren, om de plaats te kunnen inne men van thans en niet geheel op te gaan in eene commercieele onderneming. H. ELLENS. Gtoles vaa Wijt büVosknil. Ze behooren tot de zeldzame geb urtenissen de tentoonstellingen van louter beeldhouwwerk en dan nog wel van Hollandsche meesters; ze komen tot ons like angels' visits few and f ar between en mogen daarom op onze volle be langstelling aanspraak maken. Niet dat we niet te hooi en te gras een enkel stuk beeldhouw werk te «ien krijgen, ge- n schilderijen of teekeningen-tentoonstelling die niet .opgeluisterd" wordt door een paar beelden, die daar de plaats innemen, welke by' hun afwezigheid door een vaas of plant bezet zou zyn. Er zyn ook enkele bezoekers, die, als ze er om denken, er een blik aan wijden en in besprekingen schieten er in den regel een paar regel» aan het eind voor over; maar de algemeene. ernstige aandacht, neon, die geniet het beeldhouwwerk by' zulke gelegenheden niet. Waarom? 't Ligt voor de hand, kleuren en tonen trek ken het oog sterker, takken eerder en gemakkelyker dan de strengere schoonheid van het beeld, die diepere be racbtii g en fijnere waar neming vereischt om tot den beschouwer door te dringen. Maar ondanks die grootere populariteit, die het schildery' geniet boven het bee'd, blijft het onverklaarbaar, als we de bestemming van beide nader nagaan, hoe het laatste door het eerste zoo ganecbeluk overvleugeld wordt. Sinds schilder- en beeldhouwkunst zich uit hun verband met de architectuur hebben los gemaakt en er door de formatie van kabii etschilderyen en statuetien uit die beide kunsten producten zyn ontstaan, die in den regel de bestemming hebben als luxe artikelen by uitnemendhe d het weeldeaat zien der moderne salons te verhoogen, zal toch de laatste soort in veel honger mate in die omgeving tot ha ir recht komen en bare goede hoedanigheden kunnen kenbaar manen dan de eerste. Van een schildery' by fel atelierticht geschil derd, geëxposeerd in een niet minder hel ver lichte ten: oonstellingszaal moet per se veel ver loren gaan als het terecht komt in een kamer of salon, waar het licht stelselmatig door vele en velerlei gordyaun wordt bui engesloten. Binnen het ka Ier der zacht se litterende gouden lijsten is meestal geen sp >or meer te ontdekken van 't geen het schildery in zich heett en dom melend in de kamer chemering wacht het ge duldig aan den wand ot het wellicht eindelyk in een spec aal daartoe inge icht kabinet of museum zyn langrerholen schoonheid weer ten toon kan sprei Ien. Anders de sta'uette. Zonder veel moeite is zij ook by schaarsch licht zó} te plaatsen, dat de vormen gunstig uitkomen en het geheel goed bekeken kan worden. Kn zou het niet van verkuisching van den smiak getuigen, als de over vloed van p uilig g«rei uit bazara en galanterie winkel», waarmee de m >oie" kamers thans gevuld zyn, plaa's maakte voor een enkel goed beeldje; zou a'S tot het b*sit (Uatvan neigirg bestond by' hen, die nu alleen kunst aan de winden hunner vertrekken verlangen, die meerdere erkenning niet velen opwekktn de technische en materieele moeielykhei n te overwinnen, die de thans weinig dankbaarheid oogstende beeldhouwkunst tot een terrein m takt, dat slechts door zeer enkelen optreden wordt ? Men zoese in dit pleit voor het goed recht van bestaan der b« ld bouwkunst in den vorm der statuette ge«n D'wsaeering van het werk van Charles van Wyk, diéthans eenige bronzen in Voskuils kunstuandel tentoonstelt. Z 10 ik vernam, behoeven zy zulk een aanpryzing geenszins en vinden de enkele afgietsels in brons, die de kunstenaar zeer minutieus zelf bezorgt gereedelyk hun we$. Te verwonderen is dat niet, want ti* kunst van v. Wyk is van zoo'n natuunyken eenvoud, zoo echt menschelyk en mist in keuze van onderwerp en in de uitvoering zoo teii renenmale alle zucht naar het ongewone, dat zy «el vele harten veroveren moet. De collectie, uitsluitend nieuw werk, is maar klein in vergelijking met 't geen de heer Vbskuil een vorig jaar van hem te zien gaf. Een zelfde model, een Nunspeetsche boerin, diende tot model van verscheidene dezer wer ken. Een bubte geeft haar type, het geslotene, achterdochtige boerentype, zooals de dieplig gende oogen, wantrouwend staren en de vast gesloten moni, de spaarzame woorden schijnt terug te houden, is zy' wél van het ras, dat ziel en lichaam offert in den levensi.angen, dagelykschen stry'd met den armely'ken grond, om dien te ontfutselen het weinige dat het nooddruftig bestaan toch eischen bly'ft, een La Terre figuur in beeld gebracht. Het komt my rationeel voor, dat Van Wyk zyn beelden uit het landleven kiest. In die passie re, rustige omgeving wordt elke stand, elk gebaar van het mensch-figuur tot iets treffends, soms iets plechtigs en, waar zoo'n actie juist gevoeld is en weergegeven, plaatst onze verbeelding als van zelf de handeling in het milieu waarin ze geschiedde. Het sterkst komt dit uit in de vrouw, die het kind draagt. Zooals die pootige vrouw zonder merkbare inspanning het tamelyk groote kind met zich draagt, met flinke groote stappen voortschry'dend, is zy voor ons het sterke moeder-mensen dat op den langen landweg het moegeloopen kind plotseling in de gespierde armen neemt en het zonder veel omhaal op de vooruitgezette heup plaatsend, als een gewoon vrachtje meedraagt. Een sentimenteeler op vatting had die arme vrouw doen zwoegen onder den last; maar van Wyk's interpretatie ly'kt my mooier en gezonder. Hetzelfde direct naar de natuur geziene en vastgehoudene bekoort in zijn Schovenbindster" en zyn Maaier" met het ernstige oude kopje en wellicht hindert juist in deze omgeving te meer de conceptie van zyn grootere groep in gips Moederzorg. De moeder, op de eene knie een zuigend kind, houdt aan de andere zijde een grooter kind, geheel naakt, tegen zich aangedrukt. Ontegenzeggelijk geeft deze groe peering een mooi, vol geheel, maar natuurlijk is ze niet en geen oogenblik verplaatst ze ons in het werkely'ke leven en doet ze vergeten, dat het een compositie" is. Het lichaamlooze lijf van den Scbepenjager" moge naturgetreu zyn en zich in die houding zoo voordoen, mooi is het niet. Met meer genot bezien we dan ook het knap gemodelleerde oude sjokkende jaagpaard. Deze groep is mooier van lynen van voren dan op zijde gezien. Behalve zyn bronzen en de bovengenoemde groep in gips is er nog een schets in klei, een slapend kinderkopje, aangevleid tegen de wang van een ouder meisje, het kopje van het laatste slechts in ruwe trekken aangegeven. Aangrijpend mooi is de weldadige rust in dat slapende kopje uitgedrukt, het zachte sluime rende leven onder die geloken oogjes, het kleine, halfopen mondje weggedoken tusschen de stevige dikke wangen. My dunkt het groepje kon er niet door winnen, als het tweede kopje eveneens werd afgewerkt, nu dient het als het ware alleen voor achtergrond en om de houding te rechtvaardigen, zonder de aandacht van het andere kopje af te leiden. Twee beeldjes stonden op gely'ke piedestals, die door vorm en maaksel aanstonds een bizonder prettigen indruk maakten. Zy' bleken my het werk van den heer Nieu «venhuis en uit de fabriek van ven Wisselingh te zyn. Zonder ander ornament dan vier zeepaardjes, die als consoles dienen, bestaai hun bekoring in juist gevoelde verhouding en sterke solide constructies, niet tuitelig noch plomp, rank zonder spichtigheid en ook de keuze der houtsoorten, warm mahonie en koeler donker asphaltkleurig hout, is zeer geluknig. We constateeren hiermede een ware vooruit gang en stellig zal het 't geheel ten goede komen als het beeldje niet meer gedragen wordt door een kunst- en vaak smakeloos voetstuk soms van pluche of andere weekestof en voor den fijn voelenden meubel-kunstenaar moet het een waardige en animeerende opgaaf zyn een piedestal te ontwerpen die, passend aan den aard en aansluitend aan de hoofdvormen van het beeld, daarmede een harmonisch geheel geeft. Dat dit by' de piedestals, die hier te zien zyn, nog niet volkomen het geval is, sluit niet uit, dat we ook in deze van het kunst-ambacht in de toekomst iets schoons verwachten mogen. J. W. N. Nu komt eon phase in de loopbaan van den kunstenaar, waar de lente en bloemenweelde in combinatie met het vrouwennaakt zyn kunst gaan beheerschen. Hier is eene weifeling in zyne richting sterk te bespeuren, Of het naakt te gebruiken als een rijke kleurnoot in zyn schildery (No. 33, 53, 65, 66,8ö), bf het graciele van jonge vrouwenlichamen in de cadans van den dans in verschillende houdingen, in rhytmisch lynenspel te doen overgaan, en daarmede te doen samengaan de spelende lynen van doorschy'nende, wapperende draperieën (No. 2 Fioralia, 1898, en No. 6 Consul Sullate Puteoli). Een warm rood, een goudachtig geel, ziedaar de twee kleuren, waarin hy het vrouwennaakt tracht te vatten om te doen schitteren. Hij bereikt het maar gedeeltelijk. Zoo in No. 53 in gepeins", waar hy wel even de emotie voelt van het mooi van het naakt, doch dat hy niet krachtig en vol weet weer te geven, zooals Breitner dit weet te doen met de sensueeie rijke kleurenpracht van zyn palet van sommige zyn er naaktstudies. Over 't algemeen ontbreekt aan het naakt van Hobbe Smitn die heerlyke vastheid der stof, zooals Rembrandt die zoo goddelijk moot weergeeft in zyne Susanna in het bad"; want juist daarom is het naakt zoo mooi, omdat het vleesch zulk een mooie stof is om licht uit te drukken, en dit toch moet hoofddoel zyn van den schilder. Het vrouwennaakt van Hobbe Smith heeft een geur van serailpastiiles, en men voelt er te veel verwantschap in met een zeker theatermooi met het travesti, dat er byhoort. Dat nu is het niet wat de schil der wil bereiken, hy wil meer. In No. 33, Romeinsch bad, waar hy' het naakt brengt in eene omgeving van warm rood, geel en wit, bly'kt dit duidelyk, en eene vaste stofuitdruk king, een voller toongehalte en meerdere om hulling van de figuren, hadden dit knappe werk, zeker aantrekkelyker gemaakt. In zyne studie 28, Hagar, is de hchtexpressie van het naakt beter bereikt. Hobbe Smith schynt iemand te zyn Van onvermoeide werkkracht, doch een, die te gemakkelyk werkt, waardoor zyn werk vaak een oppervlakkigen kant uitgaat, wat jammer is, omdat hy over zulke groote gaven beschikt. Misschien zyn de omstandigheden daar schuld aan, ten minste afgaande op het uiteenloopende zy'ner werken, doen vermoedens ontstaan naar werken voor de kunstkoopera wereld, waarby de kunstenaar om te kunnen leven, voortdurend maar concessies moet doen aan het publiek, waarvan hy afhankeJyk is en w&arby zyn kunst gevaar loopt. En dit gevaar is niet gering, cenzy hy van het gehalte is van een Jaap Maris, die zoo groot en sterk was, dat hy het publiek van zich afschudde door onvermoeid zyne groote persoonlykheid in zyn werk over te brengen en zóó het publiek onderwierp aan zyn wil. L. LAOOMBLÉ. Het pscMeflkufiute mefliscli-pliaraacentisclit. Müseni te Amsterdam. Het »Suasso"-Muaeum is verrijkt met eene zeldzaam mooie historische verzameling, een klein museum op zich zelf, door de goede zorgen van den volijverigen en bekwamen Dr. C. E. Daniels bijeengebrjcht. In 1899, op de Historisch Geneeskundige tentoonstelling te Arnhem, waa veel belangrijks te zien. H. M. de Koningin-Moeder, die daar door Dr. Daniels werd rondgeleid, sprak toen den weusch uit, dat de daar verzamelde historische voorwerpen niet na afloop der tentoonstelling naar alle windstreken zouden worden verstrooid, maar de kern 'eener blijvende collectie zouden vormen. Die wensch is in den korten tijd van drie jaren meer dan vervuld, ofschoon de Arnhemsche tentoonstelling voor het heden geopende museum slechts weinig heeft geleverd. Dr. Daniels verkreeg de beschikking over vier zaten van het Stedelijk Museum, den steun van het Gemeentebestuur en daarbij de toestemming om te grasduinen" op de zolders en rommeikamers van allerlei gemeentelijke inrichtingen, waar hij op de merkwaardigste zaken van onbe twistbare authenticiteit voor zijn doel beslag legde. Daarbij bewezen zijn speurzin en zijn historische kennis hem groote diensten. Zijn ijver voor de zaak werkte aanstekelijk; tal van - iimlllliim Tentoonstelling Hoüe Smitn in Pnlchri. l Een echt schilderstemperament, een kunste- E naar beschikkende over vele garen, die hem i in staat stellen bevrediging te geven aan zy'ne E nog al uiteenloopende kunstenaarsneigingen. I Nu eens aangetrokken do ar het typische stads- f karakter van het nooit volprezen Amsterdam, E dan weer getroffen door het schoon van een i eenvoudig, stil landschap- buiten, soms zyne i sujetten zoekend in de wereld der typen, en i die dan afbeeldend in den schilderachtigen toon van hunne binnenhuizen; of geheel over- E meescerd door het naakt van mooie vrouwen- = lichamen, wier graciele lynen hem nog meer = schynen te paktten, dan de kleur van het i vleesch en het »aste moieléder »ormen, en l deze lynen vastleggend in groote composities of in meer intiemere kleinere doeken. Opmer- = kely'ïde verschillende phasen in 's kunstenaars i loopbaan. Benige jaartallen geven hieromtrent E aanwyzingen. Zoo dateert No. 14 .aan het | spinnewiel" uit 1887, een schilderytje van mooie, breede factuur, vast van toon, dat als coloriet zeer sterk aaa Ribot doet denken, en = dat als bouw en vooriracht bewondering ver- | raadt voor de Oud-Hollandsche meesters. Uit E 1889 dateert No, 13 Waarzegster. In het i hoofdfiguur huldigt de schilder nog dezelfde i opvatting als van het vorige schilderij, de E andere daarop voorkomende figuren m mooie i gebroken tonen geschilderd brengen my de ten- | toonstelling van 1889 van Amsterdam in herin- i nering en de op die tentoonstelling gehuldigde i op »atiing vaa het portret door Jan Veth. | De harmonicaspeler van 189Übehoort nog tot deze serie. De laatste twee zijn breed aangepakte schilderden, waar het hoogste licht | wel wat sterk contrasteert met de diepe, wel | wat zware en niet genoeg verzadigde tonen van de schaduwen. Mede uit dien tyd, maar waarin | de Ribot-Remb andt-achtige verlichting achter- | wege blyft, is het wel gevoelig getoetste meisjasportretje van 1890, waarby overeenkomst met i de opvatting van Veth meer in het oog valt. = De stalagezichten zyn niet gedateerd, zij | treffen my' niet door lichtexpressie; oirer het = algemeen zyn zij wat bruinachtig geel van toon, als stofuitdrukking minder goed geslaafd, en E mhiende de friachheid van het plein air. Als i bouw zyn deze scailderyen over het algemeen l goed, en aan sommige luchten weet hij mooi E de beweging mede te deelen. Dat hy' toch het i plein-air mooi weet weer te geven, vertellen f zy'n molen h;j Abcoude (No. 35) en zyn hooi- = schelf (No 55), twee schilderytjes zeer zuiver = van toon, waar het zilveractitige, de teere | beving van het licht op een gryzen dag, heel i mooi en zuiver is weergegeven. f mannen van het vak stonden hem voorwerpen af, die van geslacht tot geslacht in huime zaak waren gebruikt en plaa's hadden moeten maken voor meer wetenschappelijke, en zeker doel treffende, maar minder teekenacbtige, vaak ook minder kostbare toestellen en instrumenten. En eikele Amsterdamscbe Maeceaaten, wier beurs voor wetenschap en kunst steeds geopend is, zorgden voor den nervus rerum. Want al is van al het hier bijeengebrachte, waaroiider zeer kost bare stukken zij a men zie slechts de unieke collectie oud-Delftsch niets aangekocht, de inrichting heeft heel wat geld gekost. -Maar zoo is dan ook eene reconstructie tot stand gekomen, die met het stuc-werk en het carton-fdtt van moderne tentoonstellingen niets gemeen heeft. De eerste der vier zalen is de oude apotheek; de tweede het laboratorium een gstrouwe kopie van het «Stoockhuys" der oude firma d'Ailly en Zoon, dat ruim een eeuw geleden door den veelzijdigen kunstenaar Jelgerhuis op bet doek werd gebracht; het derde is eene re constructie van de »hokketikamer" in het voor malig Buiten-Gasthuis, waar krankzinnigen, men kan moeilijk zeggen verpleegd, maar gevangen gehouden werden. De vierde geeft eene Oud-HoUandscbe kraamkamer te zien, zoo als die in 1757 door Cornelis Troost ia beeld en door Tanjéin plaat is gebrac.it. Ia de beide eerste zalen komt men onder den indruk, dat de oude artsenij bereiden zich in heel wat teekenacbtiger omgeving bewogen, dan hunne moderne collega's. De ingrediënten der zeer samengestelde recepten werden door den apotheker grootendeels zelf bereid, en den uitoefenaar van dit geleerd bedrijf moesten niet slechts een wei voorziene simplicia-kast en eene groote collectie zalven en poeders en titcturen ten dienste staan, waar ook een geheel arsenaal van vijzels en persen en fornuizen en kolven en retorten. In zijne werkplaats, tusschen vreemd soortige opgezette dieren, bij een batterij van de door Molière verheerlijkte lavemenUpuiten, troonde hij als een alchymist uit den ouden tijd, en al verstond hij de kunst niet, onedele metalen in goud om te zetten, langs indirecten weg gelukte hem de goudmakerij uit de zakken der cliënten des te beter. Maar de goede man was ongetwijfeld even als zijn cliënten overtuigd van de deugdelijkheid der middelen, die hij met nauwgezette vlijt bereidde, en zoo was ook deze arbeider zijns loons waardig. De oude ,hokkeukamer" uit het Buitengasthuis, hier met groote getrouwheid uit de echte stukken weder opgebouwd, mag wel een gruwelkamer heeten. Hier zien wij het stelsel van het restraint in al zijn hartelooze wreedheid toege past. Als wilde dieren iu een menagerie werden hier de arme lijders in nauwe en duistere hok ken opgesloten, maar oneindig minder goed ver zorgd dan de kostbare viervoeters. Men belette bun, op de ruwste wij «e, zich zelven en anderen kwaad te doen, maar daarbij bepaalde zich de zorg voor de patiënten. Eu men vraagt zich met eene huivering af, of ooit in zulk eene omgeving en onder zu k eene behandeling een krankzinnige is hersteld. Bet kijkje in 't ver leden, dat wij hier krijgen, is de beste lofrede op de humaniteit van onze dagen. Ten slotte de kraamkamer. Een rijke om geving; kostbare lambriseeringrn en spiegelomlijstingen, een monumentaal bed, sierlijke zijden gewadec, een weivoorziene linnenkast voor de baby, een zorgzame baker, een oog-in-'t zeil houdende grootmoeder, een ietwat kwijnende kraambeer in chambercloak en met de slaapmuts op 't hoofd, een vriendelijke, gelukkige jonge moeder. Maar wat zal*het m die rijkelni'a kamer benauwd zijn geweest l Kolen in de vuurmand, in de stoof van de baker, in de stoof zelfs van den kraamheer. En ... stellig geen raam open. Eu dan torscht de baby op zijn onschuldig bol letje het gewicht van niet minder dan vier mutsen ! Gelijk de man der wetenschap in de beide eerste vertrekken en de philanthroop in het derde, gevoelt hier de hygiënist, dat de goede oude tijd" rijk was in tekortkomingen van allerlei aard. Maar wat zal men over tweehonderd jaar van ons getuigen P Het nieuwe museum laat ons het maar kortheidshalve bet musenm-Dauiëls noemen, want dien naam verdient het ten volle zal onge twijfeld op stadgenoot en vreemdeling eene zeer groote aantrekkingskracht uitoefenen. Naar wij vernemen, zal het echter nog niet dadelijk voor het publiek toegankelijk zijn, daar voor een uitgang van de laatste der opeenvol gende zalen moet worden gezorgd. E, D. P. IIIIIIMIHimilllllllllMIUIIIIIIllllllllllllHIIIIIMIIIIIIMIIIIIIIIimilllllMIIHIMIinilll MEDBILEER-INRIGHTIH6 de 234 Spuistraat, AMSTERDAM. Grootste Inrichting ffl Compleeteveubileering tegen vooruit bepaalden totaalprijs. pilefoon3978| Volledige garantie. Voordeelige prezen. Levering en plaatsing door eigen personeel door geheel Nederland Zunstzaal Panorama. Panoramag-ebouw, Plantage. iNTlQIUTElTEI. Bijzonder fraaie KASTEN, BÜREAUX, BUFFETTEN en andere Meubelen,POROELEIN en AARDEWERK, PERSISOHE TAPIJTEN. Kntrée vrij. Zontlaatt i BINNEN-! INRICHTINGTOT MEUBELEZRING VERSIERING :20-ROKIN-120 KüNSTZAAL PRINSENGRACHT 872. GOUDEKET & C°. Schilderijen,- (Aquarellen, cgtsen en gravures, Telefoonnummer 4455.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl