Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEK BLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1326
Model A.
Antwoord-Betaliag bg Briefwisseling in het Baitenlandsch Verkeer.
Model B.
Couvert Réponse Payée.
Union Posiale Univorselle.
25
Cent.
NEDERLAND.
itwoord Belaa
A.
Couvert Réponse.
Union Postale Universelle,
NEDEELA.ND.
Antwoord Omslag
B
f Sedert lang doet zich de behoefte gevoelen,
om aan een geadresseerde in het buitenland,
met wien men niet in financiëele relatie staat,
de gelegenheid open te stellen om zonder
kosten van porto, een gevraagd antwoord terug
te zenden.
Reeds bij herhaling werden pogingen aan
gewend om in deze kwestie tot eene oplossing
te komen,
Tegen alle systemen, welke toegepast zullen
kannen worden bestaat het bezwaar, dat daar
door de. eer e Fostadministratie diensten zon
kunnen bewezen, terwy'l eene andere de bate
KOU genieten.
Het instellen der briefkaarten met antwoord
betaald berust op de stelling, waarbij wordt
aangenomen, dat nagenoeg in gelijke mate
door alle landen van dit formulier gebruik
zal worden gemaakt en van onvergolden
diensten dus geen sprake meer kan zyn.
" Het gewicht es de afmeting, de opschriften
en het feit, dat geen afzonderlijke
antwoordhelften verkrijgbaar zy'n, verminderen en
vernietingen bijna de kans, dat dit stuk, dat
bovendien geene algemeene geldigheid heeft,
voor betaalmiddel wordt gebruikt.
De ondergeteekende heeft gemeend, dat op
twee manieren in deze behoefte zal kunnen
worden voorzien en wel als volgt:
A. Door instelling van een formulier, be
staande uit een tweetal gekoppelde couverten
(model a), waarvan het eene zal te voorzien
zijn van een zegelafdruk van 25 cent, waarvan
opgenomen de aanwijzing «Antwoord Betaald"
en van het opschrift «Couvert Réponse P,iyéa",
terwijl het tweede zal voorzien worden van
een zegelafdruk zonder waarde-aannwrjzing,
waarin de woorden «Antwoord Omslag" en
van het opschrift «Couvert Réponse."
Het formulier wordt aan de postkantoren
slechts in zijn geheel verkrijgbaar gesteld,
Voor dit tysteem is aan te voeren, dat
omvang en gewicht van da antwoord-couverten
een beletsel zullen zijn om deze in het groot
als betalingsmiddel te gebruiken, evenals dit
het geval is met de antwoord-helft van de
reeds bestaande briefkaarten met betaald
antwoord.
Nadeelen van dit systeem zijn:
1. Het gewicht zal vrij hoog zijn, zoodat
bij eerste verzending het gewicht van de in
te sluiten correspondentie zeer gering zal
moeten zy'n, zal niet de limiet van 15 gram
worden overscheden. Tenzij, dat door het
Congres der A'gemeene Postvereeniging in het
algemeen een hoogere limiet wordt vastgesteld,
zou voor deze zandingen eene uitzonderings
maatregel moeten worden getroffen, wil dit
formulier praktisch bruikbaar zijn.
2. Hat publiek zal by het, gebruik van
deze formulieren gebonden zijn aan bepaalde
afmetingen, terwijl de meest gebruikelijke
formaten van het briefpapier in de meeste
landen aanmerkelijk afwijken.
Zoo dit als eena bele/nmering in het gebruik
moet worden beschouwd, zoo zou het voor de
verzanding van stukken ten eenenmale zijn
uitgesloten.
3. Iidien het gevraagde antwoord of be
scheid da zanding zwaarder dan 15 gram zou
doen woHen, zou het meerdere porto niet
kunnen worden vergoed.
II >ewal de ondergeteekende meent dat dit
formulier van de z\jde der Postadministratiën
als eene oplossing zou kunnen worden aan
vaard, zoo kan het toch niet geacht worden
aan alle eischen van de praktijk te voldoen.
B. Door instelling van een postzegel m«t
antwoord-betaling (model b) bestaande uit
twee door perforatie gescheiden deelen, waarvan
het eene als frankeerzegel voor het antwoord
in den brief kan worden gesloten.
Da deelen zullen respectievelijk zijn te
voorzien van de opschriften «antwoord zegel
is ingesloten" en «antwoord zegel".
Slechts het eene deel draagt eene waarde
aanwijzing.
Voor dit systeem is aan te voeren:
1. De correspondenten zullen volkomen vr\j
zijn ten opzichte van vorm en gewicht van
hunne correspondentie, daar zoo noodig van
meerdere zegels zal kunnen worden gebruik
gemaakt of desnoods meerdere antwoord-heiften
zullen kunnen worden ingesloten.
2 Daar de zegels ia hun geheel verkrijg
baar zullen zijn gesteld, kan het publiek zich
slechts van eene bepaalde waarde in
antwoordzegels voorzien, door voor da dubbele waarde
zegels te koopec. Do opschriften «antwoord
zegel is ingesloten" en »antwoord-zegel" be
perken het gebruik.
3. Da zegels zullen in blad gedrukt zoo
daarin voorkomen, dat helften voor verschil
lende doeleinden bestemd elkander begrenzen.
tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiMiniiiiiiiiuiiiiiiiiuiiiitiimiimimmmiiHmmtiiiiHimim
Wat mij betreft, ik keer naar Abessini
terug tot hervatting van den arbeid, waaraan
ik mg beb gewijd en ben er van overtuigd
dit herhaal ik u gaarne dat door mijn ver
blijf alhier een vriendschappelijke overeen
komst is tot stendgekomen tu schen de
MohamneiHanBch» en Christelijke volkss'ammen,
die op den duur de meest zekere waarborg
voor beider onafhankelijkheid zal wezen.
Utrecht,260ct.l902 F.H.v.d.Kor.
Bare huishouding.
Onder bovens'aand opschrift komt in uw
weekblad van 19 October 1.1. een lezenswaardig
artikel voor, geteekend G. W B., waarin de
veeartsenijkunde en de veeartsenijschool te
Utrecht besproken wordt.
JJe schrijver wenscht ophiffiig van die vee
artsenijschool, cmdat da eischen aan 's lauds
schatkist zoo groot zijn geworden, dat alle over
bodige uitgaven moeten worden gestaakt. Da
opleiding voor veearts kon dan gescnieden m
het buitenland, waarvoor a&n de betrokken
candidaten een rijkstoelage van ? 800 pir jaar zou
kunnen worden toegestaan. Stellen wij de studie
eer veeartseiiijknnde op 5 jaar, dau z'.-u de
vorming van een veearts 5 X / 800 =z ? 4000
kosten.^Het is Liet op te mafceu uit liet oettjog
van den geachteo schrijver of deze som van de
schatkist mag gevorderd worden voor de vorming
van a veearts. E-f«n m in is uit een fiaantieel
oogpunt het groote voordeel van deze wijze van
opleiding voor veeartsen te begrijpen; want
zoodra bet aantal gevormde veeartsen per jaar
stijgt «a klimt tot 16, dan bedragtn de kosten
toen nog 16 X ? 4000 =; / 6-1 000, terwijl de
ui'gave ten benoeve van de veeartsenijschool in
1898 ? 61 504 185 bedroeg.
Ec is verder eeu klein versciil met de opgave
van net aautal veeartsen in Nederlxnd.
Op 31 D cember 1900 oefenden 377 veeartsen
de praküjk in ots vaaerlaud uit, vermeerdïrt
men d i* getal met de veeartsen, die in militairen
en burgelijken dienst zijn zoowel hi^r als in de
koloniëi', dan is een aantal van 400 veeartsen
meer overeenkomstig de waarheid dan nog gt en
200 veeartsen. Zij zijn aldus over de verschillende
provinciën verdeeld. Noord-Brabant telt 40,
Gelderland 61, Zuid-Holland 69, Noord-Holland
3', Zeeland 31, Utrecht, 22, Friesland 25,
Ovtr?"sel 35, Groningen 33, Drenthe 10 en L mburg
9 prakt iseerende veeartsen. Hoe de geachte
schrijver er toe komt om te beweren, dat kleine
veenouders telden de hulp van een veearts in
roepen, kat zich moe.ehjk verklaren. Kleine
veenouders kunnen toch OOK ziekten ouder bun
vee hebben en moeten zij dan zonder hulp Mij vet P
Juist voor hen is het vtrlies vaii eea btuk vee
het moeielijkst te dragen, vandaar spoedige on
gerustheid als er gevaar voor verhes ontstaat
en de hulp v»n een veearts het eerste, dat
verlargd w-ordt.
lugevóerd in het jaar 1900 werden :
17.099 paarden, 526 veulens, 153S runderen,
27 kalveren, 986 varkens, 59.805 schapen, 2383
lammeren, terwijl de uitvoer in datzelfde jaar
bedroeg: 10215 paarden, 1700 veulen?, 49.359
runderen, 5591 kalveren, 3540 varkens, 48.498
schap», en 20.050 lammeren. Vermeerdert men
deze getallen met de paarden, veulen», runderen
enz. die reeds aanwezig waren, dan krijgt men
eea denkbeeld van de uitgebreidheid van den
veestapel binten onze grenzen.
Is nu de vraag gewettigd of Nederland het
recht heeft een veeartsenijschool in stand te
houden teneinde mannen te vormen, die bekwaam
zijn de ziekten onder het vee te bestrijden?
Mij dunkt zoo, het antwoord hier p kan niet
twijfelachtig zijn.
Ik herincer mij, toen jaren geleden de vee
artsenijschool te Utrecht werd bezocht door don i
president der Zuid-AfrikainscliB republiek deze j
zich in zijn toespraak aldus uitte : hoe gaarne j
had ik zoo'n inrichting in Transvaal om jonge
mannen, bekend met ome taal en gewoonten,
te vorjien tot veearts, teneinde de ziekten van
ons vee te kunnen bestrijden, waardoor thans
jaarlijks schatten verloren giaa.
Ik haal deze woorden aan om het verwijt te
ontgaan dat iedere tak van dienst, zich z«lf on
misbaar acbt, immers hierin wordt het uut van
een vee»rtsenijschool erkend door het hoofd van
een zeer veerijke st&it.
Is de uitgave van ? 6000 voor de vorming
van een veearts evenredig aan het nut, dat dsee
in de maatschappij st cW? Wellicht heeft de
geachte schrijf er G. W. B. niets gekost voor
zijne vorming aan den staat en is het nut dat
deze in de maatschappij sticht ieer groot ! Niet
iedereen verkc<rt in deze gelukkige omstandig
heden, vele ambten wordt n btkleed door ambte
naren wier opleiding den staat, geld beeft gekost.
De vraag zelf is zeer moeiehjk te beantwoorden,
omdat dit in de eerste plaats afhangt van den
persoon in kwet-tie, de opleiding voor alle vee
artsen is gelijk, maar de vervulling van hun
roeping verschilt.
Groote waardeering voor de veeartsenijkunde
blijkt uit de zoo gestelde vraag niet. Vooral
onder de ouderen worden tradities eo overleve
ringen nog Lardnekkig vastgehouden. Zij meenen
dat het. zeer voldoende is een ziek dier te laten
bloeder, een dracht te zetten of een aloëpil te
gever, voor hen is de veearts vrijwel overbodig
en r.utteloos. De kwakzalverij telt nog verstokte
aanhangers, zelfs plaueetlezeressen en
kaartlegsters verdienen immers tot helen nog bun brood,
wie zal l aar dat nu benijden ?
Een groot aantal leden der maatschappij waar
deert de diensten van den veearts wei degelijk,
dat blijkt wel het beste hieruit, dat de
veeartsenijkunde langzaam maar zeker de plaats
gaat innemen, die haar toekomt. Andere rijken
piügen daarin Nederland steeds voor. Het kleinere
Zwitserland be/.it twee veeartsenijscholen die
reeds zijn verheven tot universiteiten.
Het wil er bij mij nog niet in, ,ook na kennis
genomen te hebben van de argumenten tot
ophiffidg der veeartsenijschool van den geachten
schrijver G. W. B.", dat die inrichting te Utrecht
moet worden opgeheven.
Veeleer schijnt het mij redelijk toe, wanneer
er rekeniig wordt gehouden met de schatten,
die or ze vei stapel vertegenwoordigt, dat het in
's lands belang is alles t? doen om de
veeartseriijkunde te steunen, ook omdat daarmede de
bclargen van duizenden belastingbetalers kunnen
worden gebaat. Hierin zosk ik alleen de reden
?waarom voor uitbreid,ng van het onderwijs der
vteartseLijkuiide en bestudeerii.g van veeziekten
meer geld wordt aangevraagd op de aanstaande
bezrooting vau Handel,Nijver eid en Waterstaat.
U mijtheer de redacteur, dankzeggende voor
de mij verleende plaatsruimte in uw weekblad,
heb ik de eer te zijn.
Met de meeste hoogachting
Bergen op Zoom, Uw dienstw.
27 Oef, 1902. L, J. VAN RUIJJT,
V ei arts.
* *
#
De heer Van Rhijn kan gerust zijn; er was
hoegenaamd niets parsoonlyks tegen de vee
artsen door mij bedoeld ; ik heb den werkking
van velen van r abij leeren waardeeren en
vooral stel ik op hoogen prijs, hos sommigen
als onderwijzers bij landbouwcursussen in de
laatste juren werkzaam zijn ter verspreiding
van nuttige kennis betreffende rundvee en
paarden. Dit neemt niet weg, dat het grootste
dsel van hun vakkennis uitsluitend ten goede
komt aan enkile, mee-t gegoede ingezetenen
en het te betwijfelen valt of het billijk is
daarvoor groote sommen uit de algemeene kas
beschikbaar te stellen. Ik baast mij hier bij
te voegen, dat dit werkelijk niet het geval is
bij veeartsen alleen, ik stel my juist voor dit
later ook aan te toonen voor andere
studievakken, dokters, advokaten, die eveneens voor
hunne oplaiding van de schatkist e.ffJra vergen,
niet in evenredigheid met de beschikbaarheid
van hun hulp voor allen zonder onderscheid,
welgestelden en minder gegoeden. Gaen enkele
arbeider op het platteland roept een veearts
bij zijn zieke geit of zijn varken, omdat bij de
kosten eener geregelde behandeling niet dragen
kan; de kleine veehouder handelt niet veel
anders; zijn verliezen tracht hij ta dekken
door onderlinge veeverzekerirg, die, zij het ook
niet in een wettigen vorm, bijna in alle
zanddorpen bestaat.
De heer Van Rhijn geeft trouwens zelf bat
bewijs, hoe weinig de hulp van een veearts
wordt ingeroepen. Ietwat zonderlirg schijnt hij
te meener, dat vooral het vee, dat in- en
uitgevoerd wordt hierbij in aanmerking komt,
althans hij neemt dit als punt van uitgang bij
de berekening van den veestapel. Wanneer hy
eenvoudig de statistiek van den landbouw had
geraadpleegd dan vindt hij de volgende cijfers
voor het vee in Nederland.
Paarden .... 178.6 duizend
Randvee . . 1.6465 »
Schapen .... 75 4 »
Bokken en geiten 179 4 »
Varkers . . . 1.348.5 >
Voor meer dan 4 millioeu stuks groot en
klein vee zy'n dua rauwelijks een paar honderd
veeartsen beschikbaar ; van geregeld toezicht
en behandelii.g in het algemeen Kan dus gaen
sprake zijn en cu zijn juist, de «kleine vee
houders, die toch ook ziekten onder hun vee
hebben" van hun hulp verstoken, omdat wegens
da groote afstanden en het daarmede in verband
staande tarief die hulp te duur is, al moge
dit tarief met het oog op de studie en kennis
der tegenwoordige veeartsen nog zoo billijk
gesteld zy'n.
Het cy'fer van ongeveer 200 meen ik te
moeten handhaven om twee redenen. Ten
eersten noemt een collega van den heer Van
Rhijn, de veearts A. Mareus, in z\jn pas ver
schenen Schema eentr wetttlyke regeling van
verplichte vleeschkeuring alech's 245 aanwezige
veeartsen, terwrjl de heer Van Rhyn door
optelling der verschillende provinciën komt
tot 377. Het blpt echter, dat hy hier heeft
by"een geteld allen, die de veeartser.ykundige
praktijk uitoefenen, ook de zoogenaamde
empirici, die door traditie daartoe gerechtigd
zijn, nooit eenige studie hebben gehad en
daardoor zoo goed als niets weten ; de heer
Van Uiy'n zal de eerste z\jn hen niet ais
collega's te erkennen. Neemt men echter allesn
de veeartsen dan krijgt men b v. voor
NoordBrabant 18 in plaats van 40. In dezelfde ver
houding de andere provinciën verminderende,
moet het totaalcijfer van den heer Van.Rhijn
dan tot op de helft worden teruggebracht.
G. W. B.
Scciafó
iiiimmimimiiiiiiitimmmuiiiiiimtmiiimiiiiimmimiuiiimiiiiiiiiit
Een sciLatkaier,
Het zy mij vergund, nog even hetzelfde
stokpaardje te beraden als in mijn voorgaand
artikel, Sociale adviezen." Daarin heb ik
getracht, den lezers een denkbeeld te geven
van de gewichtige i ol, welke de drie jaren oude
vereeniaing Cinttaal Bureau voor Sociale
adviezen" in de sociale ontwikkeling van onzen
tijd vervult, door, aan de hand van het derde
jaarverslag, aan te toonen, wat het Bureau der
vereeniging in het derde vereeuigingsjaar op het
gebied van de verstrekking van sociale adviezen
heeft verricht, en hoezeer dit doel van zijnen
arbeid óók door andersdenkenden dan de
Directeur van het Bureau wordt op pry's gesteld.
Da ongewilde uitvoerigheid vaa dat myn
voorgaand opstel noodzaakte my echter een
ander deel van den arbeid, in bedoeld Bureau
verricht, onbesproken te laten en ik acht het
toch wel van belang voor de lezers van dit
weekblad ook dairop bet licht te doen vallen,
temeer w\jl het meerendeel van dezen geacht
mag worden minder spoedig van den tak van
dienst adviezen" te zullen gebruik maken, dan
van dien anderen, die hier thans nog ampel
besproken worde.
Niet genoeg toch is het bekend, naar het
my voorkomt, dat het Bureau niet alleen
iaarly'ks een echat van raadgevingen de wereld
inzendt, doch ook binten zijne materieele muren
een echat van sociale wetenschappelijke gegevens
hèbergt, weiker beteekenis voor allen, die er
belang by hebben, niet ma< worden onderschat.
Ndmen wij allereerst de bibliotheek in 't
oog. Voorzeker zullen er leden ijti, die, by
het beschouwen der rekening an verantwoording
in de jaarverslagen, met eenige verwondering
zullen hebben ketnis genomen van de bearagen,
welke in de bibliotheek waren vastgelegd.
Ind en men echter bedenkt, dat geen enkele
andere instellir.g in ons vaderland zich eu;p
toelegt in 't bijzonder eene sociïal-economische
bibliotacek aan te leggen, indien men bedenkt,
dat meermalen door tal van lieden de be
hoefte aan zulk een speciaal feodale boekerij
dringend is gevoeld, dat zorder zulk eene
met pijnlijken zorg samengestelde boekery' de
geschiedenis der sociale ontwikkeling der
maatschappij nimmer volledig kan worden
nagevor.-cht en te boek gesteld, zoo kan men
zeker niet langer de wenkbrauwen fronsen over
de bedragen betrekkelijk toch steeds nog
geringe welke voor de bibliotheek van het
Bureau worden besteed. En wie
elesniettegenstaaride nog niet gerustgesteld is, die drenge
eens een btzoek aan het Bureau en late
zich leiden langs de wèl-ge?ulde boekenkasten
en zich toonen den steeds omvangrijker
wordenden catalogus.
O, voorzeker, menig werk, dat b\j daarginds
op het Bareau zal aantreffen, zal hy niet ver
geefs in eene andere bibliotheek, de
universiteits-bibliotheek bijvoorbeeld vraaen, doch het
meerendeel der aangekochte werken zin, naar
ik meen, afgescheiden natuurlijk van verschil
lende particuliere boekerijen, elders niet in
leen verkrijgbaar.
En ook, voorzeker, is onas Sociaa
-Bnreaviboekerij nog lang niet volledig; daartoe zy'n
de middelen nog laag niet voldoende geweekt,
maar Keulen en Aken zijn niet op n dag
iimiiiiimiiiMmiiuiiiMiiiiMiiii
De antwoord-heiften znllen dns nooit
aaneengehecht in eene reeks bet taan baar zijn. Dit
zal in verband met hunne vorm en met het
sub 2 vermelde een belemmering, zooal geen
beletsel zy'n om de antwoord-zegels als be
taalmiddel te misbruiken.
Al moge er dan eene geringe kans bestaan,
dat de se zegels tot misbruik aanleiding geven,
waarvan de nadeolen voor de betrokken
adminUtratiën in werkelijkheid elkander allicht
zullen ophf ffan, zoo is dit zegel het middel
om aan de eischen van het internationaal
verkeer te voldoen, daar waar de invoering
van de internationale postzegel cog lange tijden
op onoverkomelijke bezwaren zal stuiten.
Amst, M. J. D. MBHENS,
lOOct. 1902. Oud-Commies der Posteren.
NASCHRIFT.
Törwy'1 het bovenstaande persklaar was,
vond ik in no. 4 d.d. 7 Nov. van bet Tydschnft
voor Potteryen en Tetegraphie, overgenomen
uit Zeitsehrift für Post und Telegraphie bet
bericht, dat een Deensch postambtenaar, de
heer Holstein uit Kopenhagen eveneens in een
zegel met Antwoord- coupon, voorzien van het
woord »réponse" de oplossing van het vraag
stuk meent te hebben gevonden.
Daar de boven asngogeven stelsels bereids
dd. 12 Oit. j!, ter kennis van den Kamer van
Koophandel hier ter stede werden gebracht,
blykt het dat onderling geheel onafhankelijk
door ons allicht een stelsel is gevonden, dat
in eene in bet buitenland blijkbaar evenzeer
gevoelde leemte in het internationaal
postverkser zou kunnen voorzien.
Tot mijn spijt worden nadere bijzonderheden
betreffende het ontwerp Holstein niet vermeld,
en bestaat er daardoor geen gelegenheid beida
stelsels onderling te beschouwen.
Amst., 18 Nov. 1902. MEBENS.
MiiiiiniiiiiiiiiitiiiiiiiiitiiiiiiitiMiigiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiHniiiiiiiiitiiitiiii
gebouwd en veel minder nog kan, met be
perkte geldmiddelen eene zoo moeilijk saam te
t e lezen boekenverzameling als die van
eociaaleconomischen aard in een drietal jaren volledig
worden tot stand gebracht, maar toch mag
nu reeds da catalogus van het Bureau gezien
worden zoodra hy' in druk den lezer ztl
zijn toegezonden, hetgeen binnen niet te laig
tijdsverloop thans ook gebeuren zal, zroals in
het derde jaarverslag met cadruk werd
mtdegedeeld. I an zal ook bly'ken, dat ik niet onge
lijk heb, op grond van de aanwezigheid dier
prachtige boekerij allén reeds het huis waarin
het Centi aal-Bureau voor Sociale Adviezen
thans gevestigd is, Vossiusstraat 37 en 38
Amsterdam) een schatkamer te noemen.
Maar toch plaatste ik niet alleen daarom
dien eeretitel van het Bureau boven deze regelen.
Behalve de bibliotheek toch bevindt zich ia
dat huis een uitgebreid archief, welks waarde
met die der eerste blijft wedijveren. Daarin
worden alle stukken en beschei-. en van sociale
strekking, welke niet in eene bibliotheek
behooren te worden ondergebracht, bewaard en
behoorlyk gerangschikt en men kan veilig
aannemen, dat reeds nu, ra drie jaren dns,
reeds een groote schat van gegevens daar ver
zameld is. Daarvan een catalogus uit te geven
is natuurlijk niet mogelrjk; wie echter de proef
op de som, door mij gegeven, hebben wil,
schry've maar naar Amsterdam om eenige be
langrijke gegeveis, of, beter nog, brenge ook
voor dat doel daar haar of zijn bezoek, en ik
houd mij overtuigd, dat zy of hy' niet geheel
zal worden teleurgesteld.
Natuurlijk is ook dat archief nog verre van
onvolledig en onberispelijke volledigheid is
daarmede natuurlijk niet te bereiken; elke
dag dtet nieuwe leemten ontstaan, die echter
geregeld zooveel en zoo spoedig mogelijk weder
worden aangevuld. Vooral de liieuwbereemde,
zoogenaamde Document en-commissie, welker
taak het b, in zoo ruimen kring als mogelijk
allerlei documenten, het vakvereenigingslevtn
betreffende, als brochure?, brie;tn, staruten,
enz. te verzamelfcn vooral uit vroegere jaren
zal tot de cornpleteering van dat archief
zotder tw\,fel veel bijdragen en ik herhaal dan
ook met volle overtuiging, dat, zelfs ir.dien de
bibliotheek i.og r,iet ware, het huis van het
Ceiitraal Bureau voor Sociale Adviezen" we
gens het daarin aanwezige archief een ware
sociale schatkamer mocht worden genoemd. Nu
het a op bibliotheek n op archief mag bogen,
is er zeker i * minder reden, dien eereLaam
aan het Bureau te ontzeggen.
Maar rè^ ben ik met iny'ne scbat-delving
niet ten einde: nog in een derde opzicht
denk ik aan het Bureau als aan een schatkamer
en dat in 't 'ny'zoi d«.-r, wanneer ik d"iik aan
de volontairs, die daar werkzaam zijn, maar
vooral als ik denk aan hen, die daar «erkzaam
kunnen zy'n, want nog maar al te wein g wordt
door jongelieden, die zich in sociale ontwik
keling willen bekwamen gebruik gemaakt van
deze bij uitstek gunstige gelegenheid, om naast
de theorie ook met een hoogst leerzaam stuk:e
der praktijk kennis te maken. loam rs kunnen
j ngeliedeii, die zich tot de ttudie en de
praktijk der fociale economie aai ge'rokken
gevoelen, ooit betere gelegenheid v;iiden z-'ch
daartoe voor te bereiden of zich nog verder
daarin te bekwamen, dan door gedurende
korteren of langeren tyd werkzaam te zy'n
san eene instelling als het C. B. v. S. A.",
waar zij, als 't ware door een socialen
atmospheer" omgeven zijn, waar zy te hooren en
te zien krygen van alles wat op sociaal gebied
.