De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 23 november pagina 2

23 november 1902 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEK BLAD VOOR NEDERLAND. No. 1326 Model A. Antwoord-Betaliag bg Briefwisseling in het Baitenlandsch Verkeer. Model B. Couvert Réponse Payée. Union Posiale Univorselle. 25 Cent. NEDERLAND. itwoord Belaa A. Couvert Réponse. Union Postale Universelle, NEDEELA.ND. Antwoord Omslag B f Sedert lang doet zich de behoefte gevoelen, om aan een geadresseerde in het buitenland, met wien men niet in financiëele relatie staat, de gelegenheid open te stellen om zonder kosten van porto, een gevraagd antwoord terug te zenden. Reeds bij herhaling werden pogingen aan gewend om in deze kwestie tot eene oplossing te komen, Tegen alle systemen, welke toegepast zullen kannen worden bestaat het bezwaar, dat daar door de. eer e Fostadministratie diensten zon kunnen bewezen, terwy'l eene andere de bate KOU genieten. Het instellen der briefkaarten met antwoord betaald berust op de stelling, waarbij wordt aangenomen, dat nagenoeg in gelijke mate door alle landen van dit formulier gebruik zal worden gemaakt en van onvergolden diensten dus geen sprake meer kan zyn. " Het gewicht es de afmeting, de opschriften en het feit, dat geen afzonderlijke antwoordhelften verkrijgbaar zy'n, verminderen en vernietingen bijna de kans, dat dit stuk, dat bovendien geene algemeene geldigheid heeft, voor betaalmiddel wordt gebruikt. De ondergeteekende heeft gemeend, dat op twee manieren in deze behoefte zal kunnen worden voorzien en wel als volgt: A. Door instelling van een formulier, be staande uit een tweetal gekoppelde couverten (model a), waarvan het eene zal te voorzien zijn van een zegelafdruk van 25 cent, waarvan opgenomen de aanwijzing «Antwoord Betaald" en van het opschrift «Couvert Réponse P,iyéa", terwijl het tweede zal voorzien worden van een zegelafdruk zonder waarde-aannwrjzing, waarin de woorden «Antwoord Omslag" en van het opschrift «Couvert Réponse." Het formulier wordt aan de postkantoren slechts in zijn geheel verkrijgbaar gesteld, Voor dit tysteem is aan te voeren, dat omvang en gewicht van da antwoord-couverten een beletsel zullen zijn om deze in het groot als betalingsmiddel te gebruiken, evenals dit het geval is met de antwoord-helft van de reeds bestaande briefkaarten met betaald antwoord. Nadeelen van dit systeem zijn: 1. Het gewicht zal vrij hoog zijn, zoodat bij eerste verzending het gewicht van de in te sluiten correspondentie zeer gering zal moeten zy'n, zal niet de limiet van 15 gram worden overscheden. Tenzij, dat door het Congres der A'gemeene Postvereeniging in het algemeen een hoogere limiet wordt vastgesteld, zou voor deze zandingen eene uitzonderings maatregel moeten worden getroffen, wil dit formulier praktisch bruikbaar zijn. 2. Hat publiek zal by het, gebruik van deze formulieren gebonden zijn aan bepaalde afmetingen, terwijl de meest gebruikelijke formaten van het briefpapier in de meeste landen aanmerkelijk afwijken. Zoo dit als eena bele/nmering in het gebruik moet worden beschouwd, zoo zou het voor de verzanding van stukken ten eenenmale zijn uitgesloten. 3. Iidien het gevraagde antwoord of be scheid da zanding zwaarder dan 15 gram zou doen woHen, zou het meerdere porto niet kunnen worden vergoed. II >ewal de ondergeteekende meent dat dit formulier van de z\jde der Postadministratiën als eene oplossing zou kunnen worden aan vaard, zoo kan het toch niet geacht worden aan alle eischen van de praktijk te voldoen. B. Door instelling van een postzegel m«t antwoord-betaling (model b) bestaande uit twee door perforatie gescheiden deelen, waarvan het eene als frankeerzegel voor het antwoord in den brief kan worden gesloten. Da deelen zullen respectievelijk zijn te voorzien van de opschriften «antwoord zegel is ingesloten" en «antwoord zegel". Slechts het eene deel draagt eene waarde aanwijzing. Voor dit systeem is aan te voeren: 1. De correspondenten zullen volkomen vr\j zijn ten opzichte van vorm en gewicht van hunne correspondentie, daar zoo noodig van meerdere zegels zal kunnen worden gebruik gemaakt of desnoods meerdere antwoord-heiften zullen kunnen worden ingesloten. 2 Daar de zegels ia hun geheel verkrijg baar zullen zijn gesteld, kan het publiek zich slechts van eene bepaalde waarde in antwoordzegels voorzien, door voor da dubbele waarde zegels te koopec. Do opschriften «antwoord zegel is ingesloten" en »antwoord-zegel" be perken het gebruik. 3. Da zegels zullen in blad gedrukt zoo daarin voorkomen, dat helften voor verschil lende doeleinden bestemd elkander begrenzen. tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiMiniiiiiiiiuiiiiiiiiuiiiitiimiimimmmiiHmmtiiiiHimim Wat mij betreft, ik keer naar Abessini terug tot hervatting van den arbeid, waaraan ik mg beb gewijd en ben er van overtuigd dit herhaal ik u gaarne dat door mijn ver blijf alhier een vriendschappelijke overeen komst is tot stendgekomen tu schen de MohamneiHanBch» en Christelijke volkss'ammen, die op den duur de meest zekere waarborg voor beider onafhankelijkheid zal wezen. Utrecht,260ct.l902 F.H.v.d.Kor. Bare huishouding. Onder bovens'aand opschrift komt in uw weekblad van 19 October 1.1. een lezenswaardig artikel voor, geteekend G. W B., waarin de veeartsenijkunde en de veeartsenijschool te Utrecht besproken wordt. JJe schrijver wenscht ophiffiig van die vee artsenijschool, cmdat da eischen aan 's lauds schatkist zoo groot zijn geworden, dat alle over bodige uitgaven moeten worden gestaakt. Da opleiding voor veearts kon dan gescnieden m het buitenland, waarvoor a&n de betrokken candidaten een rijkstoelage van ? 800 pir jaar zou kunnen worden toegestaan. Stellen wij de studie eer veeartseiiijknnde op 5 jaar, dau z'.-u de vorming van een veearts 5 X / 800 =z ? 4000 kosten.^Het is Liet op te mafceu uit liet oettjog van den geachteo schrijver of deze som van de schatkist mag gevorderd worden voor de vorming van a veearts. E-f«n m in is uit een fiaantieel oogpunt het groote voordeel van deze wijze van opleiding voor veeartsen te begrijpen; want zoodra bet aantal gevormde veeartsen per jaar stijgt «a klimt tot 16, dan bedragtn de kosten toen nog 16 X ? 4000 =; / 6-1 000, terwijl de ui'gave ten benoeve van de veeartsenijschool in 1898 ? 61 504 185 bedroeg. Ec is verder eeu klein versciil met de opgave van net aautal veeartsen in Nederlxnd. Op 31 D cember 1900 oefenden 377 veeartsen de praküjk in ots vaaerlaud uit, vermeerdïrt men d i* getal met de veeartsen, die in militairen en burgelijken dienst zijn zoowel hi^r als in de koloniëi', dan is een aantal van 400 veeartsen meer overeenkomstig de waarheid dan nog gt en 200 veeartsen. Zij zijn aldus over de verschillende provinciën verdeeld. Noord-Brabant telt 40, Gelderland 61, Zuid-Holland 69, Noord-Holland 3', Zeeland 31, Utrecht, 22, Friesland 25, Ovtr?"sel 35, Groningen 33, Drenthe 10 en L mburg 9 prakt iseerende veeartsen. Hoe de geachte schrijver er toe komt om te beweren, dat kleine veenouders telden de hulp van een veearts in roepen, kat zich moe.ehjk verklaren. Kleine veenouders kunnen toch OOK ziekten ouder bun vee hebben en moeten zij dan zonder hulp Mij vet P Juist voor hen is het vtrlies vaii eea btuk vee het moeielijkst te dragen, vandaar spoedige on gerustheid als er gevaar voor verhes ontstaat en de hulp v»n een veearts het eerste, dat verlargd w-ordt. lugevóerd in het jaar 1900 werden : 17.099 paarden, 526 veulens, 153S runderen, 27 kalveren, 986 varkens, 59.805 schapen, 2383 lammeren, terwijl de uitvoer in datzelfde jaar bedroeg: 10215 paarden, 1700 veulen?, 49.359 runderen, 5591 kalveren, 3540 varkens, 48.498 schap», en 20.050 lammeren. Vermeerdert men deze getallen met de paarden, veulen», runderen enz. die reeds aanwezig waren, dan krijgt men eea denkbeeld van de uitgebreidheid van den veestapel binten onze grenzen. Is nu de vraag gewettigd of Nederland het recht heeft een veeartsenijschool in stand te houden teneinde mannen te vormen, die bekwaam zijn de ziekten onder het vee te bestrijden? Mij dunkt zoo, het antwoord hier p kan niet twijfelachtig zijn. Ik herincer mij, toen jaren geleden de vee artsenijschool te Utrecht werd bezocht door don i president der Zuid-AfrikainscliB republiek deze j zich in zijn toespraak aldus uitte : hoe gaarne j had ik zoo'n inrichting in Transvaal om jonge mannen, bekend met ome taal en gewoonten, te vorjien tot veearts, teneinde de ziekten van ons vee te kunnen bestrijden, waardoor thans jaarlijks schatten verloren giaa. Ik haal deze woorden aan om het verwijt te ontgaan dat iedere tak van dienst, zich z«lf on misbaar acbt, immers hierin wordt het uut van een vee»rtsenijschool erkend door het hoofd van een zeer veerijke st&it. Is de uitgave van ? 6000 voor de vorming van een veearts evenredig aan het nut, dat dsee in de maatschappij st cW? Wellicht heeft de geachte schrijf er G. W. B. niets gekost voor zijne vorming aan den staat en is het nut dat deze in de maatschappij sticht ieer groot ! Niet iedereen verkc<rt in deze gelukkige omstandig heden, vele ambten wordt n btkleed door ambte naren wier opleiding den staat, geld beeft gekost. De vraag zelf is zeer moeiehjk te beantwoorden, omdat dit in de eerste plaats afhangt van den persoon in kwet-tie, de opleiding voor alle vee artsen is gelijk, maar de vervulling van hun roeping verschilt. Groote waardeering voor de veeartsenijkunde blijkt uit de zoo gestelde vraag niet. Vooral onder de ouderen worden tradities eo overleve ringen nog Lardnekkig vastgehouden. Zij meenen dat het. zeer voldoende is een ziek dier te laten bloeder, een dracht te zetten of een aloëpil te gever, voor hen is de veearts vrijwel overbodig en r.utteloos. De kwakzalverij telt nog verstokte aanhangers, zelfs plaueetlezeressen en kaartlegsters verdienen immers tot helen nog bun brood, wie zal l aar dat nu benijden ? Een groot aantal leden der maatschappij waar deert de diensten van den veearts wei degelijk, dat blijkt wel het beste hieruit, dat de veeartsenijkunde langzaam maar zeker de plaats gaat innemen, die haar toekomt. Andere rijken piügen daarin Nederland steeds voor. Het kleinere Zwitserland be/.it twee veeartsenijscholen die reeds zijn verheven tot universiteiten. Het wil er bij mij nog niet in, ,ook na kennis genomen te hebben van de argumenten tot ophiffidg der veeartsenijschool van den geachten schrijver G. W. B.", dat die inrichting te Utrecht moet worden opgeheven. Veeleer schijnt het mij redelijk toe, wanneer er rekeniig wordt gehouden met de schatten, die or ze vei stapel vertegenwoordigt, dat het in 's lands belang is alles t? doen om de veeartseriijkunde te steunen, ook omdat daarmede de bclargen van duizenden belastingbetalers kunnen worden gebaat. Hierin zosk ik alleen de reden ?waarom voor uitbreid,ng van het onderwijs der vteartseLijkuiide en bestudeerii.g van veeziekten meer geld wordt aangevraagd op de aanstaande bezrooting vau Handel,Nijver eid en Waterstaat. U mijtheer de redacteur, dankzeggende voor de mij verleende plaatsruimte in uw weekblad, heb ik de eer te zijn. Met de meeste hoogachting Bergen op Zoom, Uw dienstw. 27 Oef, 1902. L, J. VAN RUIJJT, V ei arts. * * # De heer Van Rhijn kan gerust zijn; er was hoegenaamd niets parsoonlyks tegen de vee artsen door mij bedoeld ; ik heb den werkking van velen van r abij leeren waardeeren en vooral stel ik op hoogen prijs, hos sommigen als onderwijzers bij landbouwcursussen in de laatste juren werkzaam zijn ter verspreiding van nuttige kennis betreffende rundvee en paarden. Dit neemt niet weg, dat het grootste dsel van hun vakkennis uitsluitend ten goede komt aan enkile, mee-t gegoede ingezetenen en het te betwijfelen valt of het billijk is daarvoor groote sommen uit de algemeene kas beschikbaar te stellen. Ik baast mij hier bij te voegen, dat dit werkelijk niet het geval is bij veeartsen alleen, ik stel my juist voor dit later ook aan te toonen voor andere studievakken, dokters, advokaten, die eveneens voor hunne oplaiding van de schatkist e.ffJra vergen, niet in evenredigheid met de beschikbaarheid van hun hulp voor allen zonder onderscheid, welgestelden en minder gegoeden. Gaen enkele arbeider op het platteland roept een veearts bij zijn zieke geit of zijn varken, omdat bij de kosten eener geregelde behandeling niet dragen kan; de kleine veehouder handelt niet veel anders; zijn verliezen tracht hij ta dekken door onderlinge veeverzekerirg, die, zij het ook niet in een wettigen vorm, bijna in alle zanddorpen bestaat. De heer Van Rhijn geeft trouwens zelf bat bewijs, hoe weinig de hulp van een veearts wordt ingeroepen. Ietwat zonderlirg schijnt hij te meener, dat vooral het vee, dat in- en uitgevoerd wordt hierbij in aanmerking komt, althans hij neemt dit als punt van uitgang bij de berekening van den veestapel. Wanneer hy eenvoudig de statistiek van den landbouw had geraadpleegd dan vindt hij de volgende cijfers voor het vee in Nederland. Paarden .... 178.6 duizend Randvee . . 1.6465 » Schapen .... 75 4 » Bokken en geiten 179 4 » Varkers . . . 1.348.5 > Voor meer dan 4 millioeu stuks groot en klein vee zy'n dua rauwelijks een paar honderd veeartsen beschikbaar ; van geregeld toezicht en behandelii.g in het algemeen Kan dus gaen sprake zijn en cu zijn juist, de «kleine vee houders, die toch ook ziekten onder hun vee hebben" van hun hulp verstoken, omdat wegens da groote afstanden en het daarmede in verband staande tarief die hulp te duur is, al moge dit tarief met het oog op de studie en kennis der tegenwoordige veeartsen nog zoo billijk gesteld zy'n. Het cy'fer van ongeveer 200 meen ik te moeten handhaven om twee redenen. Ten eersten noemt een collega van den heer Van Rhijn, de veearts A. Mareus, in z\jn pas ver schenen Schema eentr wetttlyke regeling van verplichte vleeschkeuring alech's 245 aanwezige veeartsen, terwrjl de heer Van Rhyn door optelling der verschillende provinciën komt tot 377. Het blpt echter, dat hy hier heeft by"een geteld allen, die de veeartser.ykundige praktijk uitoefenen, ook de zoogenaamde empirici, die door traditie daartoe gerechtigd zijn, nooit eenige studie hebben gehad en daardoor zoo goed als niets weten ; de heer Van Uiy'n zal de eerste z\jn hen niet ais collega's te erkennen. Neemt men echter allesn de veeartsen dan krijgt men b v. voor NoordBrabant 18 in plaats van 40. In dezelfde ver houding de andere provinciën verminderende, moet het totaalcijfer van den heer Van.Rhijn dan tot op de helft worden teruggebracht. G. W. B. Scciafó iiiimmimimiiiiiiitimmmuiiiiiimtmiiimiiiiimmimiuiiimiiiiiiiiit Een sciLatkaier, Het zy mij vergund, nog even hetzelfde stokpaardje te beraden als in mijn voorgaand artikel, Sociale adviezen." Daarin heb ik getracht, den lezers een denkbeeld te geven van de gewichtige i ol, welke de drie jaren oude vereeniaing Cinttaal Bureau voor Sociale adviezen" in de sociale ontwikkeling van onzen tijd vervult, door, aan de hand van het derde jaarverslag, aan te toonen, wat het Bureau der vereeniging in het derde vereeuigingsjaar op het gebied van de verstrekking van sociale adviezen heeft verricht, en hoezeer dit doel van zijnen arbeid óók door andersdenkenden dan de Directeur van het Bureau wordt op pry's gesteld. Da ongewilde uitvoerigheid vaa dat myn voorgaand opstel noodzaakte my echter een ander deel van den arbeid, in bedoeld Bureau verricht, onbesproken te laten en ik acht het toch wel van belang voor de lezers van dit weekblad ook dairop bet licht te doen vallen, temeer w\jl het meerendeel van dezen geacht mag worden minder spoedig van den tak van dienst adviezen" te zullen gebruik maken, dan van dien anderen, die hier thans nog ampel besproken worde. Niet genoeg toch is het bekend, naar het my voorkomt, dat het Bureau niet alleen iaarly'ks een echat van raadgevingen de wereld inzendt, doch ook binten zijne materieele muren een echat van sociale wetenschappelijke gegevens hèbergt, weiker beteekenis voor allen, die er belang by hebben, niet ma< worden onderschat. Ndmen wij allereerst de bibliotheek in 't oog. Voorzeker zullen er leden ijti, die, by het beschouwen der rekening an verantwoording in de jaarverslagen, met eenige verwondering zullen hebben ketnis genomen van de bearagen, welke in de bibliotheek waren vastgelegd. Ind en men echter bedenkt, dat geen enkele andere instellir.g in ons vaderland zich eu;p toelegt in 't bijzonder eene sociïal-economische bibliotacek aan te leggen, indien men bedenkt, dat meermalen door tal van lieden de be hoefte aan zulk een speciaal feodale boekerij dringend is gevoeld, dat zorder zulk eene met pijnlijken zorg samengestelde boekery' de geschiedenis der sociale ontwikkeling der maatschappij nimmer volledig kan worden nagevor.-cht en te boek gesteld, zoo kan men zeker niet langer de wenkbrauwen fronsen over de bedragen betrekkelijk toch steeds nog geringe welke voor de bibliotheek van het Bureau worden besteed. En wie elesniettegenstaaride nog niet gerustgesteld is, die drenge eens een btzoek aan het Bureau en late zich leiden langs de wèl-ge?ulde boekenkasten en zich toonen den steeds omvangrijker wordenden catalogus. O, voorzeker, menig werk, dat b\j daarginds op het Bareau zal aantreffen, zal hy niet ver geefs in eene andere bibliotheek, de universiteits-bibliotheek bijvoorbeeld vraaen, doch het meerendeel der aangekochte werken zin, naar ik meen, afgescheiden natuurlijk van verschil lende particuliere boekerijen, elders niet in leen verkrijgbaar. En ook, voorzeker, is onas Sociaa -Bnreaviboekerij nog lang niet volledig; daartoe zy'n de middelen nog laag niet voldoende geweekt, maar Keulen en Aken zijn niet op n dag iimiiiiimiiiMmiiuiiiMiiiiMiiii De antwoord-heiften znllen dns nooit aaneengehecht in eene reeks bet taan baar zijn. Dit zal in verband met hunne vorm en met het sub 2 vermelde een belemmering, zooal geen beletsel zy'n om de antwoord-zegels als be taalmiddel te misbruiken. Al moge er dan eene geringe kans bestaan, dat de se zegels tot misbruik aanleiding geven, waarvan de nadeolen voor de betrokken adminUtratiën in werkelijkheid elkander allicht zullen ophf ffan, zoo is dit zegel het middel om aan de eischen van het internationaal verkeer te voldoen, daar waar de invoering van de internationale postzegel cog lange tijden op onoverkomelijke bezwaren zal stuiten. Amst, M. J. D. MBHENS, lOOct. 1902. Oud-Commies der Posteren. NASCHRIFT. Törwy'1 het bovenstaande persklaar was, vond ik in no. 4 d.d. 7 Nov. van bet Tydschnft voor Potteryen en Tetegraphie, overgenomen uit Zeitsehrift für Post und Telegraphie bet bericht, dat een Deensch postambtenaar, de heer Holstein uit Kopenhagen eveneens in een zegel met Antwoord- coupon, voorzien van het woord »réponse" de oplossing van het vraag stuk meent te hebben gevonden. Daar de boven asngogeven stelsels bereids dd. 12 Oit. j!, ter kennis van den Kamer van Koophandel hier ter stede werden gebracht, blykt het dat onderling geheel onafhankelijk door ons allicht een stelsel is gevonden, dat in eene in bet buitenland blijkbaar evenzeer gevoelde leemte in het internationaal postverkser zou kunnen voorzien. Tot mijn spijt worden nadere bijzonderheden betreffende het ontwerp Holstein niet vermeld, en bestaat er daardoor geen gelegenheid beida stelsels onderling te beschouwen. Amst., 18 Nov. 1902. MEBENS. MiiiiiniiiiiiiiiitiiiiiiiiitiiiiiiitiMiigiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiHniiiiiiiiitiiitiiii gebouwd en veel minder nog kan, met be perkte geldmiddelen eene zoo moeilijk saam te t e lezen boekenverzameling als die van eociaaleconomischen aard in een drietal jaren volledig worden tot stand gebracht, maar toch mag nu reeds da catalogus van het Bureau gezien worden zoodra hy' in druk den lezer ztl zijn toegezonden, hetgeen binnen niet te laig tijdsverloop thans ook gebeuren zal, zroals in het derde jaarverslag met cadruk werd mtdegedeeld. I an zal ook bly'ken, dat ik niet onge lijk heb, op grond van de aanwezigheid dier prachtige boekerij allén reeds het huis waarin het Centi aal-Bureau voor Sociale Adviezen thans gevestigd is, Vossiusstraat 37 en 38 Amsterdam) een schatkamer te noemen. Maar toch plaatste ik niet alleen daarom dien eeretitel van het Bureau boven deze regelen. Behalve de bibliotheek toch bevindt zich ia dat huis een uitgebreid archief, welks waarde met die der eerste blijft wedijveren. Daarin worden alle stukken en beschei-. en van sociale strekking, welke niet in eene bibliotheek behooren te worden ondergebracht, bewaard en behoorlyk gerangschikt en men kan veilig aannemen, dat reeds nu, ra drie jaren dns, reeds een groote schat van gegevens daar ver zameld is. Daarvan een catalogus uit te geven is natuurlijk niet mogelrjk; wie echter de proef op de som, door mij gegeven, hebben wil, schry've maar naar Amsterdam om eenige be langrijke gegeveis, of, beter nog, brenge ook voor dat doel daar haar of zijn bezoek, en ik houd mij overtuigd, dat zy of hy' niet geheel zal worden teleurgesteld. Natuurlijk is ook dat archief nog verre van onvolledig en onberispelijke volledigheid is daarmede natuurlijk niet te bereiken; elke dag dtet nieuwe leemten ontstaan, die echter geregeld zooveel en zoo spoedig mogelijk weder worden aangevuld. Vooral de liieuwbereemde, zoogenaamde Document en-commissie, welker taak het b, in zoo ruimen kring als mogelijk allerlei documenten, het vakvereenigingslevtn betreffende, als brochure?, brie;tn, staruten, enz. te verzamelfcn vooral uit vroegere jaren zal tot de cornpleteering van dat archief zotder tw\,fel veel bijdragen en ik herhaal dan ook met volle overtuiging, dat, zelfs ir.dien de bibliotheek i.og r,iet ware, het huis van het Ceiitraal Bureau voor Sociale Adviezen" we gens het daarin aanwezige archief een ware sociale schatkamer mocht worden genoemd. Nu het a op bibliotheek n op archief mag bogen, is er zeker i * minder reden, dien eereLaam aan het Bureau te ontzeggen. Maar rè^ ben ik met iny'ne scbat-delving niet ten einde: nog in een derde opzicht denk ik aan het Bureau als aan een schatkamer en dat in 't 'ny'zoi d«.-r, wanneer ik d"iik aan de volontairs, die daar werkzaam zijn, maar vooral als ik denk aan hen, die daar «erkzaam kunnen zy'n, want nog maar al te wein g wordt door jongelieden, die zich in sociale ontwik keling willen bekwamen gebruik gemaakt van deze bij uitstek gunstige gelegenheid, om naast de theorie ook met een hoogst leerzaam stuk:e der praktijk kennis te maken. loam rs kunnen j ngeliedeii, die zich tot de ttudie en de praktijk der fociale economie aai ge'rokken gevoelen, ooit betere gelegenheid v;iiden z-'ch daartoe voor te bereiden of zich nog verder daarin te bekwamen, dan door gedurende korteren of langeren tyd werkzaam te zy'n san eene instelling als het C. B. v. S. A.", waar zij, als 't ware door een socialen atmospheer" omgeven zijn, waar zy te hooren en te zien krygen van alles wat op sociaal gebied .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl