Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1327
moeten worden. Gaan blijde boodschap. Wel
licht de volgende week hierover meer.
Voor de Amerikaansche sporen vind ik over
't algemeen wat betere noteering al gaat
er weinig om ter beurze. Hiervan getuigt de
volgende koersvergelijking: November.
20 27
Denver Rib c. v. a 38% 39M
Erie commons 33% 33 K
Kans. C. Sjnth. commons . . . 30H 32»6
> » » pref. .... 52% 55
» » » Ie hyp. . . . 69M G9%
Miss. Kans. Tex. c. v. a. . . . 25!^ 25 %
» » » pref 55X 54
Nas. Rwlr. of M«x. c. v. a. . . 16% 16%
N. Y. Ontario & West commons 28% 29^0
Norfolk & West 6t% 69X
Raading c. v. a 55 H 59 K
South. Pacifis commons. . . . 62% 62-%S
Union Pacifiüc. v. a. . . . . 100 99 «U
De ontvangsten blij ren volgens de laatste
opgave over 't algemeen goed. Voor de Kansas
City Southern, waarvan de commons van 30
tot 32, de preferente 52 tot 55 avanceerden,
bestond heden opnieuw bnitenlatdsche be
langstelling. Over Oktober is de
bruto-vertatrtntorirtg r ontrentten ruim zestig duizend
dollars. Ook voor de Reading was da vooruit
gang behmgtp. De c. v. B. gingen van 55
tot 59 vooruit.
De fcewijien Mexico-syndicaat klommen
tot 94%.
Houden van Modjofearto 4 pCt. obligatiën
zijn uitgenoodigd geworden hunne stukken
in te leveren bij de Nederlandscho vereeniging
tot behartiging van hunne belangen.
Groot-Nederland
Verschenen is het prospectus van
GrootNederland, letterkundig maandschrift voor den
Kederlandschen stam onder redactie van Cyriel
Buysse, Louis Couperus en W. G. v. Nouhoya.
Uitgave van Holkema & Warendorf, Amsterdam.
«Zijn t r" EOO lezan wij daarin, »na het noemen
van den titel en de verdere omschrijving, nog
veel woorden noodig om de oprichting van ons
maandschrift nader te motiveeren ?''
Wij meenen van niet.
Het is een schoon streven, dat zich in het
laatst der 19a eeuw onder ons zoo krachtig heeft
geopenbaard: het streven om zooveel mogeljjk
in een breed geestelyk verband saam te vatten
alle streken, waar de Nedertemjeche taal het
voertuig is der gedachte. Het breidt de grenzen
van ons land uit, trots staatkundige scheidin
gen ; het wordt niet gedeerd door afstanden,
niet gekeerd door oceanen, en zoekt in de
sympathie der zonen van een zelfden stam van
verre en nabjj de duurzame bestendiging van
een eenheid, feitelijk bestaande, maar te lang
verwaarloosd.
Uitbreiding van ons taalgebied: het is uit
breiding van onze letteren tevens, 't Is voeling
zoeken en onderhonden met allen die onze
taal spreken zij 't ook niet bis Nederlandsch
in beperkten zin en tevens de hand reiken
aan a' len, die als kunstenaars het Nederlandsche
woord kiezen tot materiaal voor hun werk.
Zjjn er niet hoopvolle verschijnselen van
een nieuwe Nederlandsen.-Indische literatuur
in wording ? Bestaat er geen reden tot de ver
wachting, dat in Zuid-Afrika, na de m eer dan
droeve dagen, een tot volle bewustzijn gekomen
volk aan dichters en schrijvers het aanzijn zal
geven 1 Zien we niet met groote vreugde een
frissohen herbloei der Viaamsche letteren r
Door ons tijdschrift wenschen we aan dich
ters en schrijvers uit Noord en Zuid de ge
legenheid te bieden elkaar te ontmoeten als
in 't zelfde huis, waar plaats is voor 'len.
Bovendien zullen we trachten by voortduring
onze lezers door bevoegden op de hoogte te
doen honden van de ontwikkeling der Neder
landsche letteren in den algemeenen zin. hier
boven omschreven.
De eerste tfbverirgen zullen bevatten:
Louis Couperus, «De Zonen der Zon," Cyriel
Buysse, >Daarna," (roman), Frans Netschar,
«Een Haas," prof. Van Mansvelt, »De
ZaidAfrikaansche letterkunde," W. G van Nouhuys,
?Een Keerpunt," Harm. Heijermans,
>Fantastisohe Verhalen," M. Scharten-Antink, »Hat
verzoenende leven," Marie Koning, »Dd Ring,"
Joh. de Meester, »Boersche Passie," en I a
Boudier-Bakker, »Speeluur."
Verder zullen geregeld verschijnen artikelen
over tooneel van Frans Coenen, een Vlaamsche
kroniek van Victor de Meijere, letterkundige
overzichten van Van Nouhuys en Bibliogrsfi)
door K. en zal eene nieuwe roman van Louis
Couperus in een der volgende afls?ericgen
aanvangen
Groot- Nederland verschijnt op den eersten
van iedere maand in aflavericgen van pl.m. 125
pagina's, royal octavo formaat.
De prjjs per geheelen jiargang is /12 50 voor
Nederland en ?15 voor Nederlandsen. Indië.
NIEUWE UITGAVEM
Frit» Wardland. Esn jongensboek, van C
Jou KIEVIET, geïllustreerd door Jou
BKAAKENSIEK. Tweede druk.
Vik liet Leven van T)',l; Trom. Esn jongens
boek, van C. JOH KIEVIKI, gtïlustreerd door
JOHAN BBAAKEKFIIK Dei de druk.
Zomer in Wtnttr. Vertellingen voor kinde
ren, door EMMA KIUFT, Uit het Deensch ver
taald door BETSY, Geïllustreerd door H. G.
LorWEKSEN.
BegM en Zonneschijn. Vertellingen voor
kinderen, door EMMA KEAFI. Uit het Daensch
vertaald door BÜTSY. Geïllustreerd door J. A.
LOITWERSEN.
Bovenvermelde vier kinderboeken zijn uit
gegeven door P. Kluitman te Alkmaar.
?j-.s maanden vrijaf, door S. KAKEBEEKE.
Met platen. Uitgave van D. Balie te Rotterdam.
Freule Kitty. Naar het Duitsch van EUFEMIA
vos ADLEBSFELD .BALT.ESTREM. Vertaling van
Ei). VAN DER GHEYN J n G.-ïilustreerd. Uitgave
van D. Balie te Rotterdam.
Uit Tante's Jeujd, door IDA HEÏEEMANS.
Geïllustreerd door C. BLANKENAAB. Rotterdam,
Masereeuw & Bonten.
Feesten, door JAC, VAN LOOT. Amsterdam,
S. L v. Looy.
Grondbeginselen ran het leekenen. Drie
brieven aan eerstbeginnenden. Naar het Engelsch
van JOHN RUSKIN, door En v AS DER GHÈ.YN JK.
Met 10 afbeeldirgen. Utrecht, H. Horig.
Ate Imperator '. Roman uit de dagen van
keizer Nero, door J. HAARDT. Leideo, A. H,
Adriani
De Vegetarische Keuken. Kookboek van den
Nederl. Vegetariërsbond, bevattende 475 recep
ten, 2e uitgave, herzien en vermeerderd door
E M. VALK-HEYSEMJK Amsterdam, S. L. v.
Looy.
Clarie Howald, door Jon W. BHOEDELET.
Amsterdam, C. L G Veldt.
Martinus Tlietwis Steyn, door FBEDEHIK
ROMPKIJ,
E J. POTGIETER. Brieven aan Cd. Busken
Iluet, uitgegeven door G. Busken Huet. Derde
deel 1870?1874 Haarlem, H. D. Tj?enk Willink.
Zes maanden by de commando's, door N.
HjpïMKYER 's Gravenhage, W. P. van Stockum
& Zoon.
Vriend Sart. Roman, door ANTON SMIT.
Amersfoort, Valkhoff & Co.
Ken klein gemoedrbezwaar. Naar het En gelach
van mevrouw WILFHIU WAED, door^AiBERTiMB
SMULDERS, 2 deelen. Leiden, J. W. van Leeuwen.
Gerechtigheid. Een roman, door J. B.
MEEBKEKK, 2 deelen. Sneek, J. F. van Druten
Kykj:s op het dageltykfch leven, door TONT
SCIIUMACHEK. Amersfoort, G. J. Slothouwer.
ED THORN PBIKKEB. Kunstmentchen, 2 deelen.
Amsterdam, Cohen Zonen.
Hwgo, door Gus VAN DE MEER. Amsterdam,
Co'en Zorei. (
Met de Boeren-Commando's Mrjtie ervaringen
als veldprediker, door J. D. KESTKLL Amster
dam?Pretoria, Boekh. voorheen. HÖVEKEB &
Wormser.
JÖRN UHL JSene FamilieGesck'edenis, door
GCSTAV FEENSSEN. Uit het Duitsch vertaald
door B. CANTER Afl 1. Van Holkema & Waren
dorf te Amsterdam.
Drinkivitervoorziening te plattenlande, be
werkt door dr. CH H. ALI COHEN, G.
GULDENSTERDEN EGELING, dr. H P. KAPTEIJN en P E.
RIJK, in opdracht van het Nedeilandsch Congres
voor Openbare Gezondheidsregeling, Zwolle,
De Erven J. J. Tjjl.
Blontlj',. Een verhaal voor jonge meisjes.
N»ar het' Duitsch van T. VON HEINZ, bewerkt
door CATÜ. A. VISSEB Met 4 platen. Uitgave
van boekhandel en drukkerij, voorheen E. J.
Brill te Leiden.
Onder de Vanen van Vriend en Vijand.
Naar het Duitsch door LOUISE ZAALBERG (H.
B er tr and) Geïllustreerd. Uitgave van W.
HilariuB Wzn te Almelo.
- DJ boeken der Meine zielen.
Zielenbeschewerwg, door Louis COUPEBUS, 2 deelen. Amster
dam, L J. Veen.
Ooer de nieuwe vrouw en hare lirfde, door
FBDA, Haarlem, A. E. van der Heide.
Tragedie van Liefdevoor PAOLO MANTEGAZZA.
Naar het Italiaanse!), door ESTELLA LOÏES
SÜASSO. Leiden, boekhandel en drukkerij voorh.
E. J. Brill.
Het leven een zegen. De weg tot waar leven,
ware grootheid, vrede, kracht en geluk, door
RALPH WALDO TBINB met eane voorrede van
P. H. HUGENHOLZ JR. en portret van den
schryver. Amsterdam, J. C. Dalmeyer.
Giovanna en JKbélö, van Soplius Michaëlis,
door D. LOGEMAN ? VAN DEE WILLIGEN. Haarlem,
Vincent Loodjes.
Drie sprookje, door ANNA VAK
GOGHKAULBACH Gtïlustreerd door P. M. VAN
WALCHREN. Haarlem, Vincent Loopjes.
Raadsels, verzameld door dr. G J.
BOEKENOOGEN Illustraties door NELLY BODENIIEIM,
Amsterdam, S L v. Looy.
Kamerplanten in echoot en huis. Handboekje
tot bet kweeken en verborgen van gemakkelijk
te behandelen bloem- en bJadplanten, voor de
hoogste klassen der lagere school en voor het
huisgezin, door B. BOON. Amsterdam, W.
Versluis.
ZISKA, Het raadsel van een verdorven ziel
door MARIE COKH.LI u'.t het En^elsch door
II. B. KENNEDY VAN DAM; Uitgave van C L.
G. Veldt te Amsterdam.
Een Jong Huühouditerije, door L. E.
TIDDBMAN Uit het Engelsen door Mevr. J. VAN DER
HOKVEN Geïllustreerd, uitgave van Cohen
Zonen te Amsterdam.
Op tnecumckocnen door Groenland, door
S. ABRAMPZ Naar DE FBITHJOF NANSBN, Am
sterdam, W. Versluys.
Aan mijne vrouw, door H. J BOEKEN Am
sterdam, W. versluys.
Sjimnlning door J. EVEETS JE Amster
dam, W. Versltys.
Inhoud van Tijdschriften,
Hygièiiscliz Binden. No. 11: De gemeentelijke
gezoi.dheids lier st te Amsterdam, door dr. A.
J. C Snijders. Da verspreiding van ziekte
kiemen in en door de huishouding, door J.
van der Bregtjen. Eisenen voor een gezonde
woning. Bescherming der openbare
gezondbei i in bet buitenland, door (G. W. B)
Varia.
De Natuur. Afl. 11 : Wat een roensch eet en
hoeveel bij eet, door dr. A J. C. S lijders.
De verspreiding van tijdseinen in Nederland,
door dr. P. J. Kiiser. Da elektrische
bovenen ondergrondscbte b»an te Barlyn, door J H.
E. Rocker t. Dsaion-itratioproeven uit de leer
van het licht, door dr. L Bleekrode.
Ilagobeck's Indische tentoonstellirg »da Malabaren",
door A. D. Hagedoorn. Tapyten, door dr. J.
H. C. de Meijere. Sterrekundigs opgaven en
mededeelingen Wear d>i zomer warmte blijft,
(vervelg en fcloi). door dr. Ant l'araiekoek
( aecilia, Maandblad voor Mitzijk. 15 Nov.
1902: Da gatualan, door Sisiro Prawiro.
Frederik de Groote als musinus, door S van
Milligen, II Mathilde Wesendonck, Da
dichteres van Wagner's liederen, door mr. H.
Vioiti. Roemcensch^ liederen, door mr. M.
G. L van Loghetn. Nieuwe rrnuijkuitgavea.
Eigen ll-utrd No. 48: Da R)!terdamscha
Juffer, historisch verhaal uit het midden der
17de eeuw, door F A lins, V. Hat
tprootje van de vijf >Putti", door C L van
Bilsn, met afb. E»n toont i.aar Tosari, den
Bromo en Norskodjidjir, door J. F,. Jasper,
roet afb. naar foto's van den Heer II. versnel,
firma H, Silzwedel, te Soerabfjv I De
brandweer-auto, cioor GOS. de Voogt met afb.
Otto von Guericke, met portret en afb.
Vloeibare lucht, raar bet Diiitsch van II.
Dominik. Voischeidenheid: Feuilleton.
miiilMiiiiiiiiiliiiHijMiiiiniMMiiiiiliiiiiijiiiniiniiiniiii
Trdi-sclictseü.
n.
Het" punt van verschil.
Waiiuecr wij, fort-Lser, zoo eikeu dag 's mor
gens op hetze f ie uur raar Amsterdam paan
en 's middags ook aliijd fteer nat dei.zelfden
trein huiswaarts ketr^ji, (!a>i weten »ij dal \vij
steeds reizeu met, meniciien, die ten aauzieii
vau de raanipj»tq'iaebue met ous volkomen
homogeen zijrj. J)ie q iai stie hetft een tpiUsing
in de gelederen geurtcjl : bij elkaar kiuip-n
de niensch-er, d!e vinden dat j.; aan j-; naam
van t'tu teDinau" verj'fich'. brut j: m den trein
eens Hink te iau-n doorvbui, u ; ii, een snc'c'e
coufó wordt de sHregel gehuldigd, dat de
vensters aau de vniidzijde steeds moeten ge
sloten zijn en ecu derde groep vonneu de
reizigers, die in een icok-couj:éjuist zooveel
lucht laten bitnpnko.nen, dat men niet stikt.
O, dat gaat zoo regelmatig, leder weet waar
hij wezen moet en de man, dis in het hoekje
komt te zitter, zorgt voor de toepassing van
het, sAilzwijgena siaiigimmen tysleem.
Ik behoor tot de middelste der zooeven ge
noemde drie groepen. We zitten 's morgens
nog niet, of jt kunt de vraag hooren: »Heeren,
van welken kant komt de wind P" Voor leeken
is 't antwoord op die vraag yrij eenvoudig,
maar daar zit het 'm juist in: wij zijn geen
leeken. Wij hebben bijna allemaal een wind
wijzer op ons huis staan of hebben althans htt
uitzicht op zoo'n instrument, dat aan onzen
buurman toebehoort. Kn zweert ieder bij zijn
eigen windwijzer en als vriend der vrije natuur
gaat 't niet aan om, wanneer je eenmaal ge
proclameerd hebt dat de wind Zuidoost is te
erkennen, dat Zuidwest de waarheid is. Rijdt
de trein eenmaal en zie-js de rookwolkens dan
moet j 3 natuurlijk wel toegeven, maar dat is
ook zoo erg niet, want je kuat dan toch nog
volhouden, dat de win! in de vroegte Zuidoost
was en sedert is gedraaid. Wanneer J3 dat met
je eigtn oogea &an je windwijiet hebt, geiien is
niemand zoo onbeleefd om je riet het laatste
woord te gunnen.
We lezen dan verder oaze courant en maten
naar aanleiding van frappante berichten onze
opmerkingen dan is 't eigenlijk jammer, dat
we zoowat een besloten gezelscbap zijn, watt
als onze woorden in ruimer l ring konden
worden gehoord zou 't met de regeering van
stad en land vrijwat b*tcr gesteld zijn.
O-ize manier van doen leeren wij 't best
apprecieeren, wanneer we eens met een anderen
trein dan onzen gewonen reizen, 't Kin ge
beuren, dat je vanwege den verjaardag vaa js
vrouw wat later r.aar stad moogt gaan of dat
je vanwege den verjaardag van je patroon wat
vroeger naar huis moogt tecugkeereu. Djn wil
't wel eens zoo treffen, dat je tusschen menschen
verzeild raakt voor wie 't iets hee,l bijzonders
is in den trein te zitten. Z1; willen dat
welis-waar niet weten, want in OES land scbijn-je
heel erg naar de provincie te rieken wanneer
ja niet Bet doet alsof je je in den trein vol
komen thuis voelt, maar wij meiken al keel
gauw, dat 't hier bloot schijn is en geen wezen.
De raampjes zijn een onfeilbaar criterium. Wan
neer ze daaraan zoo wanhopig zitten te sjorren,
hun vinger uit het lid trekken aan het koperen
oog aan den boverkant en soins zelfs met, de
vuist op het glas bommen, dan weten wij al
lang hoe laat 't is. Met behulp van welwil
lend verstrekte adviezen die tusschen twee
haakjes nooit gemakkelijk te begrijpen zijn,
want je moet naar beneden en naar je toe
trekken, zoodat 't op de resultante aankomt
lukt \ eindelijk wel. E'n merkwaardig toeval
wil, dat zulke onbereisde menschen in cegen
san de tien gevallen het i a \mpjs aan den
windkant openen. Onze forensen-hals, die op dit
punt zeer gevoelig is, bespeurt dadelijk tocht
dan moeten wij onze courant of ons boek uit
de handea leggen, verzoeken het met zooveel
moeite naar beneden gegleden raampje weer op
te bijscheu en zelf het andere opener, waarbij
wij dan een handigheid aan den dag leggen,
die toch wel even bewondering wekt. Zulke
stoornis brengt je uit j? doer. Ei LU heb ik
nog het gunstigste eeval genoemd. Maar er
zijn ook van die ktffïrs, die niet dadelijk aan
onzen neus zien, dat wij forens zijn en derhalve
het fp3orweg-reglement op ons du'inpj? kennen.
Zj aarzelen ooi aan j; sluiting i-verzoek te
voldoen en dan kua j? ze gaan betoogeii, dat
ze itts zoo onrec'itvaard g-i doen, dut er
een proces -verbaal op zit. Natuurlijk bezsf ijken
zij daarvoor in den regel, vu aar ik vraag y,
wa>, er op die manier van de bijmoedige stem
ming, dh in een coupébehoort te hcer^chen,
ttrecüt k'.jmt.
O, het venster," zooals 't ia Let
fpiorwegrrg:emeLt liett, kaïzooveel verhitten!,;; pev.-n.
Onlangs uojr. Daar zj.t me zoo'u
vreomiflirg die misschien voor de eerste maal <,]> 0113
traject reist, het laimpji ain rlen wiiidkaut
op'i'. Volgt et n werkelijk beleef! verzo'-k om
daaraan ten e nde te makel!. E';i si,auw is
het, antwoord. Nu b< imeien aiidrre f.jroiiseic
zich met het gev;i). Wij concludeert'; , dat h-t
rdivnpj" moet gv'slo'en word in. e m'j'idi^s'.c
haalt 'c ook wrrktl.'k in di hoo.'tc. I->:i (-aar
urniKten gaat dat goed; allttn is 'r, duidelijk te
zien, dat de in h c. t ongeluk gesteld* z t te
mokken en op wiMak zint I'lotselu g fUat hij
op, een gcriukkiiik van vallnid glas wordt
g<rtoo'd: intit zijn stok hetft hij z.ch luch' vir
sc'jaft. Tot het rahsie station htbieii wij (O'.u
in den tocht moeten zitten en dut. g n f onzin
vijand zooveel duifdsch geno gtr, dat hij de
verscjuldigde boete met h.t groots>!e pleizier
hfi-ft betaa'd.
A's de spoorweg-maatschappijen wa'. meer
met OD7.0 belaig.-u w.ldtn nkeiiig Louitu,
dan zouden zij ailai'g dat verhaal bij den rem.
dat, wij a'lemaa! op 'n prik u;t oi,s uoold
keni er, htbben vtivausjcn rioM ten boidje lust, d-;
bevelen van het fpiorweg-reglement in zake de
raimpjes. Da&rdoor zou het rei/en veil
veraangetaamd woi-dei', waarvan je de gevolgen
zou terugvinden in de sta'istitke Ojg?.vei;.
Maar neg iets crgers kan ois, f'jrersej', over
komen, wanneer we te midden var, zulke losse
reizigers belanden. S::ms verzeilen wij ouder
stadsme!;fc!ier, die al Lui deuren ra rum e u met
Zflf kar,t nebbeu laten bespiikeren, omdat 't ia die
A'nsterdain^che LuUeu zoo kaïi t>cbtei). Z'j
zoudeu iiiet liever willen dan dit al es gi:; l )ten
bleef. Rojk cc'', op dat pu'jt zija zij zoo
gemakkelijk, hoogstens gaan je ooguu tr wat
van trauei1, maar dat, is O''k a'lcf. Ais 'r, in
vredesrsam maar Liet tocht! Want daar kar.-jj
nou alles ui', krijgen.
Aai gezien wij, forensen, van vrede houden,
vragen wij mear niet eer.s om Ltt heele raampj:;
a*n den gotden kant te laten zakken. Wanneer
wij htt leer maar op htt tweede knoopsgat
mogen zetter, dan zullen wij nitt mopperen.
Als een groole concessie wordt dat, dan ni'eital
toegestaan; Urwijl j« uau met bezorgdbeii a^ii
je loi;gen debkt, hoor j; een lieflielibend echt
genoot aaa zijn vrouw vragen; //Moe, 't tocht
miiiniiiinmiiniilii
je hier toch niet, je zoudt wel gek zijn als je
voor het pleizier van een ander een stijven nek
zou oploopen." Ban je dan eindelijk 8an hi t
station van bestemming, dan hoor je nop; tfr*?ijl
Y: op het perron staat het raampje, nijdig
dichtfltppen.
Een staat)]0, door bet sluiten van de beide
raampjes ontstaan, zal ik niet zoo heel l.cht
vergeten. Ia de coupéwas een meneer, die op
dit punt niet te vermurwen was, ta'uurlijk een
vreemdeling. Hij zat bij het tent r.ampjs en
een ander, die zijn partij koos, bij het tweede.
Wie 'i hart had naar den leerop nem te grijpen
om een venster (e opeiien werd gewoon terug- :
geduwd. Wij waren met ons drieën forensen
en wij voaden dat onze reputatie ons van
bakkeleien diende terug te houden waren
wij sterker vertegenwoordigd gewetst, dan had
het geval natuurlijk ook anders gestaan. Wij
hebben toen het eeni.e middel //aangegrepen" j
in den letterlijken ziu des woords dat l
binnen ojs bereik wa^; een van ons beeft aan !
den noodrem getrokken. Dat gaf'u opschudding! ;
Om kalm te blijven spreek ik liever niet veel
meer ovtr dit geval; alleen kan ik zeggen, dat
wij wél in htt gelijk werden gesteld, maar dat
't tooh niet aanbevelenswaardig is om ooit ons
voorbeeld te volgen.
Orerigens moet ik erkennen dat, wanneer j?
elke luchtstrooming beschouwt als tocht, 't om
helsch te worden is>, wanneer je denkt voor je
genoegen uit te g»an en wordt blootgesteld aan
een permanenten aanval op je gezondheid. Er
ziju reizigers, die, wanneer er een raampje open
staat, werkelijk altijd tocht meenen te voelen.
Zij a zij te bescheiden om van zich af te spn ken
of vreezen zij voor verzet, zoodat, zij maar liever
in stilte lijden, dan stemt hun fijuur inderdaad
tot groote meewarigheid. Ais je er miar ver
stand vau hebt, dan kan zoo iemand je stof
leveren voor een completen p-ychologisehen
roman.
E rst zit hij te zuc'iten in zichzelf, dat het
noodlot hem nu juist in gezelschap moest
brengen van zulke Spartaansctie menscben, 'die
geen kou voelen. Dan deskt bij aan de
ellende, die hem te wachten staat, wanneer
hij deze tocht.reis m^t een zware verkoudheid
moest bekoopen. E ndelijk wordt hij bitter: op
de spoorweg-maatschappij, op de mede-reizigers,
ook op zichzelf, omdat hem hindert wat een
ander blijkbaar goed bekomt. Hij blijft echter
zwijgen, want anders komt er misschien no » een
heel kabaal. De anderen willen immers toc'i
niet naar hem luisteren: hij heeft zijn kraag
al opgezet, hij is steeds dieper ia zijn jas weg
gedoken en niemand heeft een hand tot ver
lossing uitgestoken. Alleen wanneer ten laatste
osk nog een ander reiziger tot de ontdekking
komt dat 't i3 de couj-éniet zuiver is van
tocht," dan borrelt over wat daarbinnen gistte,
dan steunt hij met klem het voorstel om het,
raampje i/iets" op te halen en de schuiven, van
boven eens na te kijken en dai beu je, als
forens, blij, dit j i j; voor zooveel lijdzaamheid
eenige opoffering moogt getroosten. Voor zoo'
eiikeie maal gaat dat ook best, maar j; waar
deert 't toch dubbel dat j? gewone reisgezelschap
van 'n ander kaliber is.
A'ieen in het hartje van den winter, wanneer
er sceeuwj icht is of wanneer \ vriest dat 't
kraakt, is in a'le coupé-, vooral wanneer de
zon (.-nier i», van de laampj-s-quapstie ni<:ts te
bespeuren. Daarvoor heeft men de
spoorwegrnaatïCjappijeu dank te weten. Zij zijn op het
idee gekomen, dat er bij fslle kou soms reizi
gers konden zijn, die maar al'es zouden wJlen
Muite» t n aangezien dit, voor de gezondheid
d ;r reui^ri toch heel slecht, ton wczsu, hebbca
zij er iets op beHsc'it, om de g poUen vau zulk
ee«i bedrijf te neiUralisaereu. VVat dat is?
\Ve', al i 'i van den wiMer weer eens zoo
waait a!s etkele digsn geleden en de tempe
ratuur ook weer zoo laag i.", houd', dan uw
liaud maar eei.s voor de gesloten portitrer,
vo'iral voor den onderkant i-u pe zult ten-tn-al
ver'üaz'ng zijn over het afloende van dez;n
saititfciren maatregel. Wij, forensen, vinden het
ceiiige vervelende trvaï', dat \v.i tr zu!ke koude
vue'tii door krijgen.
lllflIIMIMIinilllllllllllMinUIlllllllllllllllllllllMltlllIltllllllllllllllHlllllMI
Het woord van Cambronme.
De heer mr. J A. Lr;vy vangt, in dato
i dezer, zijne beschouwing over wijlen j'ir.
mr. J. W. H. Kutgers vau Rozenburg, in dn
Weekblad, aldus aan :
>-La garde rneurt et ne s? rend pas.
Door (J-unbronne is het woord nooit
gesproken".
Dat is alzoo voor mr. LTVV een uitge
maakte zaak. Wijlen de Leer tiiers, iets
voorzichtiger, koos geen partij en sclireel
(Hiïtoire du Consulat et de 1'E'iipire) met
bet rok kin s tot Waterloo :
*.L".s débris des bataillons de la garde,
pjiictós pê'e-ruêle dans Ie vallon, se battent
toujours sans vouloir se rendre. A ce moment
on entend ce mot, (jui traversera les siècles,
proïré. selon les uns, par Ie gé::éral
Cambronne, selon les autres par Ie colonel
Michel: La aarde meuri tl ne se rend pas".
Cuvillier-Fleury, lid van de Fransche
Academie, indertijd leermeester van den
hertog van Aumale, wiens Discours tle
réceptioa hij den 3 len April 1873 beant
woordde, heeft in zijn Etudes et Portrails
een hoofdstuk opgenomen, getiteld: Le
Mot de Cambronne. Het hei ft betrekking op
een fragment in Les Misérables van Victor
Hugo niet het opschrift: Cambronne. Ik
weet de betetkenis van dit stuk niet beter
te vertolken, dan door te zeggen dat Hugo,
in ongeveer vijf bladzij den, heeft getracht
de verheerlijking te leveren van een straat
woord, dat hii Cambronne, ten rechte of
ten onrtchte, ik laat dat geheel in het midden,
in den mond legt. Hugo be#eert daarmede
Ie hebben overschreden het verbod: "de
déposer du sublime da:>s l' histoire".
(Juvillier-Fieuiy neemt Victor Hugo over
diens tlicorie van het verhevene geducht or.der
handen; daarna volgt iu hetzelfde werk,
weifes titel ik hierboven vermeldde, een
Aanhangsel, uitsluitend gewijd aan »het
woord, dai volgens mr. Lnvy «nooit
door Cambronne is gesproken". Ik zou
meer ruimte behoeven, dan in dit Week
blad, voor het onderwerp in quaestie, be
schikbaar kan worden gesteld, indien ik
het Aanhangsel in zijn geheel wilde over
nemen. Ik meen met het volgende te kun
nen volstaan.
Tot de weinige overgeblevenen van het
beroemd geworden cané(Cambronne zelf
overleed den oden Maart 1842 bij Nantee)
behoorde, in 1802, Aiitoine Deieau,
tijdensden slag bij Waterloo 23 a 24 jaar oud.
Bij zijn terugkeer van Eiba had Napoleon
de oude garde met soldaten van de, jonge
garde aangevuld.
Deleau verhaalde het volgende:
»Ik stond in het eerste gelid, een voor
recht dat ik aan mijn hooge gettalte te
danken bad. De artillerie dtr Fjtigelschen
maaide ons weg en iedere losbarsting werd
door ons met een, hoe larger hoe minder
krachtig geweervuur bearitwooid.
Tusschen iwee salvo's riep deEngelsche
generaal: ^Srenadiers, geeft u over!" Gene
raal Cambronne ik heb het duidelijk
gehoord antwoordde; La garde meurt et
ne se rend pas.
Vuur! klonk het.
Wij herstelden het carréen schoten terug.
?Grenadiers, geeft u over! Gij zult be
handeld worden als de beste soldaten der
wereld," hernam de vijandelijke bevelhebber.
»La garde meurt et ne se rend pss:' riep
Cambronne en deze kreet werd door
oifiecieren en manschappen herhaald. Ik deed
als de anderen.
Wij kregen een nieuw salvo, dat wij
zoo goed mogelijk beantwoordden.
Geeft u over, grenadiers!'' riepen de
Engelschen, die ons van alle kanten om
singelden. Toen liet Cambronne, buiten
zich zelven van ongeduld en toorn, zicb
het bekende vloekwoord ontvallen. Het
was het laatste woord, dat ik hoorde. Een
kogel, die door mijn beeremuts drong,
deed mij bewusteloos op een hoop lijken
neerstorttn,"
Het bovenstaande, indertijd door den
Heer Charles Deulin meegedeeld in T Esprit
public, werd op verzoek van Cuvillier
Fteuiy overgenomen door het J urital des
Dtba.Cs ; hij drong er tevens op aan dat eene
commissie van Fransche generaals zou
worden benoemd om Deleau te ondervragen.
Daar tegenover stond de wensch van den
hetr L'ïcomte m Ie Monde illustréom ook
het geiuigenie in te roepen van den préfet
de la Cnarente, die'voor zijn vader, generaal
Michel, de eer verlangde de beroemde
woorden te hebben gf-spioken.
Aldus geschiedde in een brief', geda
teerd: Arigou'c.ue, l Juli 18G2, deelde de
preftct, graaf' Michel, mede dat z,i<n vader
op het. slagveld van Waterloo de bedoelde
woorden (en geen a'idire) had gesproken ;
hij beriep z;ch daarbij op etnige gefuigen,
in den britf genoemd, u.J.; de h
tenantkolond Mapr,nï:t. de maire van Nantesen
de genoaal Berlrand, die inlutschen geen
van diteë.i deel hebben uitgemaakt van
het lasstfie canévan de garde
l)<sar er itcds een jaar of tien waren
verloopen sedert Antoine Deleau het
bovenMaande aan den heer D-uhn had me
jedtdd f n di'ze vreesde dat zijn geheugen
hem vnet, op alle punten getrouw was ge
bleven, vroeg hij Deleau opnieuw om
inlichtingen. Deze bevestigde in alle op
zichten de juistheid van het veihaal, be
houder; s het cynische woord in les Misérables
vooi komende, dat hij Cambronne biet had
hooren zeggen.
Del-;au, c tu onbesproken en intelligent
landbouwer, die maire was geweest van d3
rerneente zijner inwoning, is toen taar
J'b'jssel ontboden en heelt daar in tegen
woordigheid van den maarschalk de
MacMahou, hertog van Magen!a, den heer
Valioti, «ptt-fet du 2sord'% den generaal
Mestiat. bevelhebber in de 3 Ie militaire
afdeelirig <n verscheidene andere
hoofdoiiijieien, het gerxurde medegedeeld. Een
daarvan opgemaakt proces-verbaal is toen
i,aar r»]ijs gczos.den.
Ik heb den slag van Wateiloo niet
bijgewoord en kan de quaestie niet uitmaken.
Mr. Le\y is in dat opzicht gelukkiger.
Ik htb slechts getracht, met behulp van
de bronnen, die ik hier op dit oogenblik
beschikbaar heb, het geval etnigszins toe
te lichten.
P. J. VAX ELDIK THIEJIE.
Bloemendaal, 17 Nov. 1902.