De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 30 november pagina 5

30 november 1902 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No, 1327 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. utiiHiMfHMiiimiimiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiifiMitiiiiiiiiniHiimiiimmiimimiMiiiiiiii imiiiiiiiiiimHiiiimiiiiiimiMiiiimjiiiiiimiiiiimiiiiiimiHMiiiiiHiiiinMiiiiiim a II* Sinds 30 jaar is Mme Fortier te Parus een needer van weezen. Weduwe zonder kroost, heeft se reeds 14 kinderen aangenomen. Zóó heeft ze een grooten zoon, een zeeman, een dochter, die gehnwd is en goed getrouwd ook, en haar «grootmoeder" gemaakt heeft. Heur laatste klein* was, toen -E. Petit (schoolop ziener te Parijs, aan wien ik deze by'zonderheden ontleen) haar bezocht, een kindje van 14 maanden. «Veertien maanden en veertien tandjes'', zegt.Mme Fortier, en haar lach vindt gnlweg weerklank by 't pleegkind. Beknor Mme Fortier gerost, houd haar voor, dat ze zich overwerkt, dat ze haar kapitaaltje en haar gezondheid verspeelt, dat ze althans 's avonds, na zware dagtaak, eenige rust ver dient : ge hebt goed praten; 't helpt u niets. Wat voor een ander zorg en moeite is, dunkt haar voldoening en belooning. Ze moet weldoen, deze fhéroine laïque," die heilig verklaard zon worden, wanneer de «school1' daaraan deed. Haar kamer, 't is een slaapzaal, vol wiegen en bedjes, haar eetkamer een vertrek, waar 8 kilogram brood, en de rest naar rato, eiken dag met grooten smaak genuttigd wordt. Denk iiiet aan rust: deze kleine republiek is aldoor ia beweging en geeft heel wat hoofdbrekens. Wel bestaat er een soort van reglement: elk kind kleedt zich zelf (voor zoover 't daartoe in staat is!), maakt zyn eigen bed op, brengt zjjn boeltje in oide, veegt, neemt stof af. Maar als een hunner eens wat lui valt, of 't zint hem niet, dan springt Mme Fortier in. En hoeveel uren zit ze te pikken op allerlei soort van kinderkleedingstnkken. Want ook in dit opzicht komt er heel wat kijken, als onze naarstige huismoeders 't best zullen begrijpen, gezegend met een stuk of wat gezonde, levens lustige kinderen. En hoe ze aan heur «kroost" kwam? Wel, daar verneemt ze, dat Jan's moeder ziek is; dat Piet's vader werkeloos werd; dat Klaas verlaten is door zy'n ouders: zoo jong en lief als hy' is, zon bij »bestedeling" moeten worden ? Is 't mogelijk? En rechtvaardig? Kan het kin d er voor, dat zy'n natuurlijke verzorgers het in den steek lieten? Dut redeneert Mme Fortier nn reeds 30 jaar aaneen. En zoo is 't gekomen, dat ze een moeder van weezen is geworden, van arme schapen zonder dak en zonder eten, van wie ze de ellende ontdekt en de tranen droogt Ver hoeft ze o*«ag«u niet te loopen, om haar kudde te verzamelen: de wijk is zoo arm I De school zit zoo vol met stnmpertjes, mager en bleek, voor wie te zorgen »men" zoo graag aan anderen overlaat. ? Ook had ze opgemerkt; na jaren van dienst, met eigen oogen bad ze gezien, hoe de water landers voor den dag kwamen, als in Augustus, in September oudere broertjes en zusjes met een vacantie- kolonie uittrokken en de heele kleintjes in crèche, bewaarschool of 't treurig tehuis achterbleven. Liefde maakt vindingrijk. En zóó kwam ze op het denkbeeld (in 1898), mee te werken aan de tot-stand-koming van een colonie maternette tcolaire, voor kinderen van 2?6 jaar. Waarop dan volgde (in 1899) een colonie enfantme seolaire voor kleinen van 6?10 jaar. Zat het in 't bloed? Is ze niet een rechtstreeksche afstammeling van dien Fortier uit het departement de l'Oise, die reeds in 1795 't geniale idee had vacantie kolonies te stichten: voorlooper dus van Pfarrer Bion in Zwitser land? De «colonie Fortier" dus wil Petit ze genoemd hebben ligt niet op grooten afstand van Parijs. Geld was er niet voldoende om de deelnemers ver te laten reizen. En ook was 't niet kwaad, dat vader en moeder ze af en toe eens kwamen opzoeken, voor 't kind niet en voor de ouders al evenmin. Ge vindt ze bü't bois de Vincennes, in een nederig huisje, slechts des nachts in gebruik genomen; overigens zjjn ze in den tuin, in een aardig prieeltje, wanneer de zon te fel schijnt of het regent, en waar ze eten ook; of in de bosschen, die weergalmen van vroolyke kreten en helderen lach: welk 'n feest, zoo ze daar tevens kunnen »pic-nic"-en. En dan om 8 uur te kooi, om er »vyf kwartier in een uur" te slapen en versterkt te ontwaken. Maar Mme Fortier is hiermee nog niet te vreden: ook 's winters stelt ze haar kolonie open, zoo lang, helaas! als er arme kleinen zijn, rammelend van honger, blauw van kou." Hier zullen ze een warmen haard, een krach tige soep vinden. De ziekten, noodlottige ge volgen van de misère der ouders, zullen aldus voorkomen kunnen worden in vele gevallen. De kolonisten wisselen onderricht met wande lingen in de se boon e omstreken af. En waar moet het geld vandaan komen voor dit alles? 't Is treurig, het te zeggen, maar er is een permanent tekort. Wel komt het ge meentebestuur te hulp, maar niet in voldoende mate. Wél steunen enkele vrienden der zaak ook financieel, doch niet om de onkosten alle goed te maken; wél verleende de «Académie fraucaise" Mme Fortier een harer »prix Montbyon": de kleine mondjes hebben zoo gauw de 500 francs van het instituut verorberd... En Mme Fortier gaat voort. Gezegend zy haar naam, gezegend haar arbeid. n haar voorbeeld worde ook hier gevolgd, honderdvoud, zoo lang onze samenleving het duldt, dat er kleine, onschuldige slachtoffertjes zy'n van maat schappelijke wanverhoudingen. P. Vijf nienwe KMerooetoD. Allen die eenigszins van onze kinderlitteratuur op de hoogte zy'd, zullen me wel moeten toe stemmen dit een der beste, zooal niet de beste van onze uitgevers op dat gebied is: de heer Van Dishoeck. Het komt me altijd voor, alsof hy zeli iets gevoelt voor de belangen der jeugd. In elk geval is hy' bepaald artistiek ontwikkeld, en de by' hem verschenen boeken zien er alty'd uiterst smaakvol uit. Zoo nu ook weer dit vy'ftal. Beantwoordde de inhoud slechts overal aan het mooie uiterlijk, dan waren het in alle opzichten juweeltjes. Maar om daarover te oordeelen, moet ik ze een voor een ter hand nemen. Allereerst: Klein Jantje en de kinderen van Modderstad, door OTTILI ADELBOBG. Een echt prettig boek voor de kleintjes. Allergeestigste teekeningen, die ons een voor stelling geven hoe klein Jantje", een aardig clowntje, de kinderen van Modderstad, die oorspronkelijk maar liefst in den modder rondplassen" en vuiler zy'n dan de vuilste grond", tot netheid en orde bekeert. Kleine en groote kinderen zullen van dit boekje genieten, dat is zeker. Zulk soort boeken moeten we hebben l Ella in het Feeënrijk, van A GA TH A SNEL LEN, met plaatjes van EDZARD KON ma, is uiterlijk een boekje, waarnaar stellig ieder dadelyk de hand zal uitstrekken in de boek winkels, 't Ziet er heerlijk uit. Inwendig wordt men echter eenigszins teleurgesteld, 't Geeft niet zooveel als de mooie band deed verwachten. Agatha Snellen was in haar Klaproosje en Korenbloempje" van verleden jaar veel beter dan in Ella". Ook de plaatjes van Wenckebacb, die dat lieve maar middelmatige ver haaltje werkelijk ophieven tot iets heel bijzon ders, waren mooier dan deze. Misschien dat dezelfde teekenaar ook dit sprookje door zy'n kunst en bezieling evenzoo had kunnen heiligen de heer Koning, hoe fijn en fan tastisch zy'n teekeningen ook zyn, heeft minder meegeleefd met de schrijfster, zoodat we hier missen die heerlijke inénsmelting van tekst en illustratie, die by een kinderboek toch zoo wenschelyk ja, eigenly'k onmisbaar is ! Maar we hebben in ons land te weinig volmaakt goede prentenboeken, om Ella" zoo maar ter zyde te leggen, Als geheel staat toch dit werkje nog verbazend hoog boven het meeste wat ons op dat gebied wordt aangeboden. Het is in elk geval een loffelijke poging om iets werkelijk goeds te geven, en 't sprookje laat zich, vooral door kinderen, vlot en prettig lezen. Er is slechts ne uitdrukking in die ik gaarne gemist zou hebben, n.l. deze: wanneer de fee nkinderen tegen Ella zeggen, dat ze haar toch niet zoo leelijk" vinden voor een mensch. Leelyk? Ella kreeg een kleur. Daarover had ze nooit gedacht, iedereen had altijd ge zegd, dat zéer zoo lief uitzag, vooral als ze haar witte, geborduurde jurk aan had." Commentaar overbodig. Overigens geloof ik, dat vele ouders en kin deren met dit boekje zeer in hun schik zullen zijn. Een spannetje van vier, van ANNA HUBEBT VAN BEUSBKOM, met plaatjes van VAABZON MOREL. Dit boekje, hoewel goed en vlot geschreven, wil me toch niet recht bevallen. Ten eerste komen ook hierin nog al wat uitdrukkingen voor, die m. i. de ijdelheid bevorderen. Na een voorstelling van «Sneeuwwitje" door een gezel schap kinderen b.v., vindt het publiek de beide hoofdpersonen een snoezig paartje" een goed middel om aan alle kleine lezertjes voort aan hun heerly'ke, onschuldige onbevangenheid te benemen, wanneer ook zy'zelve eens voor een of ander welwillend publiek moeten op treden. En dan is er nog iets, wat me in dit overigens met talent geschreven boekje niet bevalt, en dat is het feit, dat de kinderen die er in voorkomen, zoo rijk zyn, en dat al de genoegens welke die rijkdom hen brengt, zoo in het breede worden uitgesponnen. Echte bourgeois-satisfaits!" Voor hen die zelve ruimschoots met aardsche goederen zyn geze gend, is dit boebje bestemd. De anderen zullen, vrees ik, slechts een min of meer onbevredigd gevoel van de lezing overhouden, en het mis schien hun eigen ouders kwalijk gaan nemen, dat deze ook hen niet nu en dan eens zulke kostbare verrassingen" bereiden, als waarvan het spannetje van vier" telkens en telkens weer geniet. De plaatjes, dat zou ik haast nog vergeten, zyn heel leelyk. Het beleg van Groningen, van J. G. KBAMEB, geïllustreerd door VAABZON MOBEL. Een ernstige, degelijke historische studie, een boeiend boek tevens, voor de grootere kinderen. Wel had de auteur het Drentsche boerenleven evengoed mogen bestudeeren a's hy het blijkbaar de geschiedenis gedaan heeft, want indien hy' deze luidjes in zyn werk goed geschilderd heeft, dan waren ze in 1672 al vry wat beschaafder in hun doen en denken dan ze nu zy'n, en hadden ze toen een liefhebberij om elkaar te zoenen en zelfs vreemden die hen 't leven redden te omhelzen, die ik nooit by eenig Nederlandsen dorpsbewoner heb opgemerkt. En toch, al springt de heer Kramer een beetje mal met zy'n personen om toch mag ik overigens zy'n manier van schrijven wel. Men merkt zoo aan alles, dat hy maar niet een beetje kletst", dat by maar niet denkt: 't Is maar voor de kinderen en dan is 't gauw goed genoeg". Integendeel, we voelen dat we met een ernstig man te maken hebben, wien het er om te doen is, ons een beeld te geven van het tijdvak dat hy schetst. Wilde hy by zy'n trouwe historische studieën nu echter ook nog een beetje meer de beschavingsgeschie denis en de oekonomische toestanden van die tyden in het oog houden, dan zou zyn werk daarby°nog aanmerkelijk winnen. Ook dit boek alweer door Vaarzon Morel geïllustreerd! Helaas, had de uitgever er maar liever in 't geheel geen plaatjes by ge geven l Nu worden de illusies die de jongelui zich maken van de helden van dit boeiende verhaal, te wreed verstoord door de teekenpen des heeren V. M., die nu eenmaal alle goede menschen of met boeven tronies, of als uit steen gehouwen daarstelt. Slechts enkele typen zy'n goed gelukt en dat zy'n de slechtaards. Ook in historisch opzicht, als toelichting by den tekst, geven deze plaatjes weinig of niets. Waarom bly'ft de heer V. M. niet bij zy'n eigen ly'k genre ? Want voor het weergeven van de stille, stereotype Oostersche figuren in: Uit het Wonderland, is zyn teekenpen veel meer geschikt Ook zy'n fantasie komt daar veel beter tot zy'n recht. In het vijfde deeltje van deze door den heer Krebbers met veel animo weergegeven verhalen uit de 1001 Nacht", dat ook door dezen zelfden teekenaar geïllustreerd, is deze veel beter op zy'n dreef. Geen enkel van de daarin voorkomende plaatjes is in ttry'd met den inhoud van het boek integendeel, men ziet dat de teekenaar in dit werkje geheel in den tekst meeleeft en den indruk dien deze teweeg brengt, steeds tracht te verhoogen. En daar slaagt hy' dan ook wer kelijk in. Het doet me heel veel genoegen dat ik ge legenheid heb, dit waardeerend oordeel toe te voegen aan alle minder aangename oordeel vellingen over des heeren V. M.'s werk, die ik by' de bespreking der overige beide boekjes onmogelyk achterwege kon laten. Dit 5e deeltje van In 't Wonderland" is dan ook werkelijk mede door zyne plaatjes, alweer een succes. N. VAN HlCHTUM. StaatHieïenforfls YDOF vrouwelijke dienstboden. Een staats-ziekenfonds voor vrouwelijke dienstboden, bestaat sedert geruimen ty'd in Hamburg (misschien ook wel in geheet Duitschland, doch ik weet alleen de détails uit Hamburg), en dit trof mij zoo bijzonder, dat ik 't wenschte onder ruimer kring bekend te maken. By' ons in Holland is 't eene goedheid, wanneer de familie, waar de meisjes in betrekking zy'n, dokter en apotheker of hun ziekenfonds vol doen, dat acht ik zeer verkeerd en wel om twee redenen. 1. Iedereen weet wel hoe ver dikwijls de dankbaarheid voor onze goedheid reikt, dit hangt van de min of meerdere be schaving van het meisje af, die 't ondervindt, en ten tweede schikt het allen families niet, die eene dienstbode houden, dit als voor hen te betalen, al zonden zy' er wellicht wel iets voor voelen. Nu vraag ik in gemoede en daarom cursiveerde ik, 't woord goedheid, is dit woord wel goed gekozen ? Ik voor mij zeg vrij uit, neen, 't is geen goedheid, doch plicht, wanneer men een kind van andere ouders in huis neemt, waar je alle diensten van hebt, dat, onder de menschlievende behandeling, ook de zorg voor hen by' ziekten, stilzwijgend begrepen moest zijn; en hiervoor moest geen dankbaarheid noodig zy'n, dit moest van zelf spreken, doch de dienstbode zelf, die zoo dik wijls uitgaven voor kleeding en soms voor luxe durft uitgeven, zou het niets hinderen, hiervoor ook iets bij te dragen, waarvoor zij later de vruchten plukte, want zoo is dat fonds in Hamburg (bekend als >Krankenkasse">. De Krankenkasse verplicht 't meisje evenals de familie, waar zy' dienstbaar ie, ieder de helft der te storten som te betalen, daarvoor krijgt zij: vrij dokter, geneesmiddelen en kostelooze verpleging in 'n ziekenhuis als 't noodig is. Nu weet ik wel, dat by ons dergelijke fondsen ook bestaan, doch alles is particulier en in Hamburg op order der politie, dus onder staatstoezicht, en by 't in gebreke blijven, wordt streng onderzocht naar de oorzaken. Ook is elk meisje in 't bezit van een dienst boek, dat ook door den staat door middel van de politie gecontroleerd wordt. Aldus is er van die getuigennemery en -gevery, die dikwijls niet geheel vrij van onbaatzuchtigheid is, geen sprake; in dit boekje, dat ieder meisje onmiddely'k by de politie halen moet, als ze in betrekking gaat, na aan de politie haar adres opgegeven te hebben, staat haar naam en beroep; verlaat ze de betrekking, dan is die mevrouw of juffrouw verplicht, naam, beroep en woon plaats er in te schrijven, erenzoo te vermelden hoe lang 't meisje in betrekking was, duidelijk datum van komst en vertrek er bij. By ver wisseling van betrekking moeten de families de politie hiervan in kennis stellen. Met deze tweede staatsbemoeiing ben ik het niet geheel eens, daar alles vóór de families is en de klachten der meisjes hierdoor veel aan waarde ver liezen, ik vertel dit alleen dus maar als eene Hamburgsche gewoonte, die veel, doch niet afdoend, beter is, dan by ons. U dankend voor de verleende plaatsruimte. G. F. W. Watmrs. Beeclier-Stüwe orcr co-edncatie dacht. In een harer boeken beschrijft Mrs BeecherStowe het leven der studenten aan een der kleine universiteiten van Nieuw-Engeland en zegt: ?Dikwyls wordt de vraag opgeworpen of mannen en vrouwen dezelfde studie kunnen volgen zonder schade voor hnn zedelijkheid? Is het groote mysterie der sekse-aantrekking met zy'n vreemden, verblindenden invloed een voldoende reden om de twee helften der schep ping, die tot eikaars aanvulling gemaakt zy'n, gedurende den tyd van hun opvoeding op school van elkaar te scheiden? In Nieuw-Engeland hebben onze wy'ze Puriteinsche voorouders van die kwestie geen kwestie gemaakt, maar haar, als zooveel an dere verstandige dingen, zonder discussie in gevoerd en het opvoedingswerk tot een zoo waardig en grootsch werk gestempeld, dat de beste krachten het zich tot een eer rekenden er hun leven aan te wy'den. 't Gevolg is, dat jongens en meisjes, mannen en vrouwen in alle onderwijsinrichtingen met goed gevolg samen werken en studeeren. Maar, zegt, de tegenstander van den nieuweren tyd: »Als men mannen en vrouwen samenbrengt, blijven de liefdesbetrekkingen en de hofmakerytjes niet lang uit." ?Misschien is dat waar", antwoord ik dan, «maar liefdesbetrekkingen tusschen eenvoudig opgevoede kinderen in eene reine omgeving, waarin over liefde alleen gesproken wordt als iets ernstigs, dat tot een levenslangen band moet leiden, zijn niet de slechtste, die een jonge man of vrouw kan vormen. Ze zy'n heel wat beter dan de grove, brutale, gemeene wijze waarop in scholen van enkel jonge man nen over liefde en over vrouwen gesproken wordt, waar deze niet door haar by'zyn een tegenwicht vormen en een beschavenden in vloed uitoefenen. Wat mij betreft, ik vind hofmakerytjes tusschen 't Latijn en 't Grieksch in heel wat beter dan de vuistgevechten en het groenloopen en negeren, dat in gebruik is op de Engelsche scholen met hun omgeving van enkel mannen. De gisting van den jongelingsleeftyd vindt in de knapen een uitweg in een blind voorthollen, wee bun als hun pad niet geëffend wordt door den kalmeerenden invloed van moeders of zusters. 't Is uitgemaakt, dat de jongen in toom wordt gehouden door het by'zyn van het meisje, maar heeft op haar co-educatie ook eengunstigen invloed? Wordt niet de teerheid en kuischheid van haar gemoed geschaad door haar omgang met jongens en vooral door de galanterie en de vleierytjes, waarvan ty het voorwerp is ? Maar is het dan erger, dat zy deze dingen ondervindt in haar studie uren dan als zy walst of een muziek-soiree by'woont? Ik zou denken, dat de nuchtere schoolatmosfeer een meer kalmeerenden invloed zal uitoefenen dan de balzaal of het salon met hun zinnenstreelende bekoring. In een goede school, waar verstands-ontwikkeling op den voorgrond staat, beperkt deze zich niet tot de lessen alleen. Het meisje wordt bovendien door de knapen nog naar een anderen maatstaf beoordeeld dan naar de aantrekkingskracht van haar lichaam, ook haar karakter en temperament uiten zich on vervalsen t; zy wordt, wat geen gering voor deel is in haar daagsche pakje, ook in geeste lijk en zedelijk opzicht, gezien en gekend. Er is bij den omgang op school geen sprake van het geheimzinnig waas waarin eenige weinige ontmoetingen in feeststemming, in den roes en de schittering van bals en soirees man en vrouw voor elkander hullen. De tucht en het regelmatig dagelyksch werk op school nemen alle bedriegelyke, phantastische voorstellingen over elkaar weg." M. G. Tentoonstellini van SiDger-KnnstDordnnrwerL Blijkens eene in dit blad opgenomen annonce zal op 25 November in het gebouw «Bellevue" alhier eene tentoonstelling worden gehouden van borduurwerk, met de Singer-naaimachine vervaardigd. Over eene dergelijke, onlangs in den Haag gehouden tentoonstelling schreef bet Dagblad van Zuid-Holland en 'sGravenhage: ?Werkelijk de resultaten, door een korten leertijd verkregen, nl. een drietal weken, zyn hoogst verrassend, 't Is merkwaardig hoe vlug hier de leerling vorderingen heeft gemaakt, en daar komt by dat de arbeid door de machine veel sneller geschiedt dan met de hand. ?Men moet hier evenwel niet vergeten dat op het gebied van kunst de arbeid op de Singer machine zeker even hoog staat als werkte men met de hand. Slechts de machine doet de naald op en neer gaan, zoodat schepping van patroon en kleurennuance geheel aan de borduurster wordt overgelaten 't is slechts sneller arbeid die de machine produceert. «Als voorbeeld van correct en netjes werken, gepaard met artistieke opvatting, zagen we tal van zaken, zoowel voor luxe als huishoudelijk gebied bestemd: mooie kleedjes, tafelloopers, tafeldoekjes, kussens, vuurschermen, niet te ver geten, patronen om meubels te decoreeren, enz. ?Ook de verstelafdeeling was zeer interessant; we zagen stopwerk, haast niet van het origineele werk er om heen te onderscheiden en dat alles op de Singer-machine gedaan, 't Was niet alleen verbazend knap, maar het getuigt zeker van de uitnemende constructie van de origineele Singer-machines. Het onderricht geschiedt in alle borduursystemen, als veelkleurig en mos-, koord- en monogram-borduurwerk, holle zoom en a jour werk, en wordt op de borduurcursussen kosteloos verstrekt." iiiiiHiiiiiiiniii Clllvdvi Mevrouw Pomeroy in Old Bond Street, Londen. Gedenkschriften van koningin Mirie Henriëtte van BelgiëRoning Leopold. Prinses Clémentine. Prins Albert. Björnson-fonds. Auto's in Amerika. Onder de gunstige gevolgen van Eddy's kroning, rekenen wy de eindelooze reeks handels-artikelen die in omloop zy'n gebracht, nadat Edward VII, ondanks schrik-aanjagende voorspellingen van nijdige waarzegsters, tóch de kroon op-den-kop kreeg I Kronings-hoeden, kronings-mantels, kronings-zonne- en regen schermen, kronings-schoentjes, kronings-geuren, enz., enz. Wsiiir te beginnen? wa,ar te ein digen ? Verhooging van uiterlijk-schoon, zoeken Engelsche dames mouwen hebben wel wat beters te doen by de goede fee, mevrouw Pomeroy, in haar keurige, aanlokkende salons in Old Bond Street. Z\j zoeken. Of tij ook vinden? Weinig dames hebben den moed er geleidelijk wat ouder, en ten slotte oud uit-te-zien. O! die gry'ze haren! die heillooze rimpels I Tóch kunnen gry'ze, ja, sneeuw-witte hoofden en rimpel-gezichten verwarmend en weldadig aan doen, mits de oude mond zich niet in stroefheid kluistere, maar in minzaamheid zich ontplooie, mits in oude oogen geen stugheid sombere, maar lieflykheid lichte. Mevrouw Pomeroy,'laat de gezichten harer clientèle, eene hygiënische? l schoonheids-kuur ondergaan. In hoofdzaak komt de behandeling hier op neer: Het gelaat wordt eerst uitgestoomd, daarna gemasseerd, dan bestreken met een papje havermeel met rozenwater. De patiënt bly'ft eenige oogenblikken met dit gips-masker zitten, om later de uitwrijving van het aan gebrachte mengsel te ondergaan. Daarna wordt het gezicht bewerkt met een elektrisch batte rijtje, om de spieren te versterken en bloedtoevoer naar de wangen te verkrijgen. Om de huid-porieën te sluiten, die by het nitstoomen geopend zijn, wordt een onschadelijke ? ! op lossing van samentrekkend vocht over het gelaat gepenseeld. Eindelijk wordt het gezicht luchtigjes gepoeierd. Daarmee is de sessie afgeloopen, tenzij, men nog vóór het poeieren de wonderen der electrische 'naald wil zien toegepast, die alle overtollige haartjes wegschroeit. ? Vooral in het uitgaan-seizoen wordt hard gewerkt aan het verkrijgen van frissche, blo zende gezichten. Verflenste après-bal-dames worden s'middags bekoorlijk en stralend afgeleverd voor de dinner-party, die haar weer ten avond wacht. In de Duitsche taal zullen verschijnen de Gedenkschriften, van de overleden Koningin Marie Henriëtte van België. Deze mémoires zullen belangwekkende mededeelingen bevat ten over den armen Maximiliaan en zy'n droe vig einde in Mexico. Koningin Marie Henriëtte was een ontwik kelde vrouw. Zij bezat een beschaafden geest die vél in zich opnam en verwerkte. Haar herinneringen aan den omgang met Napoleon III, Victor Emmanuel, Keizer Wilhelm I, Garibaldi, Lord Beaconsfleld en Gambetta, zul len voor den lezer, weggedoezelde feiten, scherp-omly'nd te voorschijn roepen. Koning Leopold luistert niet naar het ad vies zy'ner geneesheeren die hem naar aanlei ding zyn er keelaandoening het motorrijden ontrieden. L'automobile est plus fort que lui l De ko ning blijft in vliegende vaart langs 's heeren wegen snorren. Prinses Clémentine, la bonne et donce compagne harer overleden moeder, zon, volgens voorbarige berichten, den sluier aannemen. Hare koninklijke Hoogheid oordeelt er an ders over. Zy vindt dat haar arbeids-veld niet tusschen kloostermuren ligt, maar midden in het woelig beweeg jan het leven. Zij is steeds in- de-weer om het lot te verzachten van ar men en zieken, van hen, die hulp en troost behoeven. Prins Albert is weer in Brussel terugge keerd. Met groote nauwgezetheid neemt hy' zy'n militaire plichten waar. Hy is populair in België. Wanneer hy' eenmaal de teugels van 't bewind in handen zal kry'gen, zal die algemeene bemindheid hem ten goede komen. Koning der Belgen zy'n, is niet zoo'n hél makkelijk baantje I Naar een plan der bouwkundigen Balat en Maqnet, zal het koninklijk paleis te Brussel een groote wijziging ondergaan. De fac.ade wordt geheel vernieuwd en er worden vleugels aan gebouwd. Op 8 December e. k., zal Björnsterne Björnson zyn TOaten verjaardag vieren. By die feestelijke herdenking staat de stich ting van een Björnson-fonds bovenaan. De renten daarvan zy'n bestemd tot steun van onderwijzers en onderwijzeressen in Noorwegen. Overwegingen hiertoe zy'n geweest Björnson's leiding van het paedagogische hervormingsblad Norsk Folkblad, en de sociale achterafstelling van den onderwijzersstand. . Te Christiania zal een pendant van Laboremns worden opgevoerd, een nieuw drama van den meester, dat nu nog den niet vertaalden oorspronkely'ken titel draagt van: Pd Storhove. In Amerika is de mode der motor-cars een rage geworden. Wat zullen veel paarden op stal gezet, of, naar den vilder gevoerd worden ! Het verhuren van automobiles blijkt zeer winstgevend te zy'n. In Nieuw-York rekent men 15 dollars per uur. Een motorverhuurder in genoemde stad, klaagde er over dat hy nog niet meer wagens te verhuren had. Ik zou geld kunnen verdienen als water, zei de ambitieuze man. Je verhuurt die dingen 's morgens, 's middags en 's avonds. Tooneelspeelsters in Amerika hebben even goed haar eigen motor, als haar papegaai en schoothondje. De heer H. C. Frick, een der staal- koningen uit Pittsburg, woont 22 kilometer van zyn kantoor af. In den tyd van 22 minuten ly'dt hy van zy'n huis naar zy'n .office". Door den tyd dien ik tegenwoordig door myn automobile uitzuinig (time is money) speelt het nieuwe vervoermiddel my minstens een half millioen dollars 's jaars in-den-zak. Amerikanen zijn niet bang van cijfers! CAPBICE. Caramel-vla. Benoodigdheden: 200 gram suiker, M liter melk, 30 gram van Vean's puddingmeel, 2 eieren, desverkiezende 1A stokje vanille. Bereiding: Laat in een koekenpan 150 gram suiker (met een lepel water bevochtigd) roerende donkerbruin worden, giet daarby'langzamerhand de melk en roer dan deze vloeistof voorzichtig door de eierdooiers, die met 50 gr. suiker en het meel glad geroerd zy'n. Breng de vla, steeds roerende, aan de kook, laat ze even doorkeken en vermeng ze na bekoeling met het sty'fgeklopte eiwit, waarvan desverkiezende een gedeelte als garneering gebruikt kan worden. (Martine Wittop Koning.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl