De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 7 december pagina 1

7 december 1902 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

I*. 1328 DE AMSTEEDAMMEE A'. 1902. f Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JüSTüS VAN MATJR1K Jr. TJiteevers: VAN HOLK1MA & WARENDOBT, Heerengracht 457, Amsterdam. Hot auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 23 Juni lb:81 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post /' 1.Ü5 Voor Indiëper jaar mail 10.AfconderUjke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar ,, 0.121/» Mft U*d h verkrijgbaar Kiotk 10 Boulevard d«« Capuciues tegenover het Grand Cifé, te Parrji. Zondag 7 December, Aiivertcntiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer ? 0.20 Reclames per regel 0.4U Ajuaoüota uit Duitaehinntl, Oostenrijk ea Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de f-rm» KUDOLP rUOSSE te Keulen en door alle 8 ialen d««er firma. I M H O V Di VAN VEEEEEN VAN NABIJ: Sluipmoord." De begrooting van het departement van oorlog, ?ver 1903, II, (Slot.) Indiëverloren, II, door G. Dure huishouding, door dr. H. Markus en . W. B. Korte metten, slechte wetten. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Arbeidswet en Leerplichtwet door S. KUNST EN LETTEREN : Muziek in de Hoofdstad door Aut. Averkamp. Afscheid professor Bad. Stang. Kunstveiling in de Brakke Grond, door J. W. N. Een nieuw Julias Caesar-drama, door W. G. van Nouhuyg De Berg der Pagoden, door H. Steengracht en Getrouwd bij volmacht, Indische novelle, door J. H. Heppener, beoordeeld door Otto Knaap. Ons Thuis, beoordeeld door G. C. SlellingwerfJentink. FEUILLETON: De Schoolmeester. Uit het Italiaansch van Verga, II. BECLAMES. VOOB DAMES: Zonder t'huis, vert. door E. KunstHeynneman. Kastanjes, door Yronwke. Allerlei, door Caprice. BOUWKUNST: De Nieuwe Beurs te Amsterdam, II en III, door H. Walenkamp. Het voor nitvoering bestemde ont werp eener Eemonstrantsche kerk te Arnhem. Zal er een nieuwe bouwstijl komen ? Vrij naar het Dmtsch, van H. A. Waldner, door L. Emile Claus, door Cyriel Buysse. - UIT DE NATUUR, oor E. Heimans. SCHAAKSPEL. FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KEONIEK, door D. Stigter. SCHETSJES: Trein-schetsen III, door A. INGEZONDEN. ADVERTENTIES. IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIMIIIIMIIIHIIIIIIM Sluipmoord." In het vorig nummer namen wij het communiquéop, aan de dagbladen gezon den, naar aanleiding van onze plaat, over l oelie- ordonnanties, verschenen 23 Nov. Wij wezen er toen op hoe het Handels blad het eenige blad was geweest, dat aan dat communiqué, correct naar den vorm, een boosaardig karakter verleende; dat het den aanvang veranderde om ons 'hatehjkheden en vinnighederi" toe te schrijven; dat het den naam van het Weekblad opzettelijk wegliet, om zonder ons te noe men ons zwart te maken, maar toch zóó, dat de lezers konden bemerken wien het bedoelde. Wij noemden dat kwajongensacMig van de beide redacteuren, die de zestig reeds achter den rug hebben ; herin nerden er aan hoe zulk een handel wijs in etrijd verkeerde met de deugdspredikatie, die het Handelsblad schier dagelijks te lezen geeft, en eindigden met de woorden: >trek dan toch eindelijk de kinderschoenen eens uit en word in het strijdperk ... een man!" Hieraan ging vooraf een omstandige verklaring van de beteekenis der plaat, welke volstrekt niet ontworpen waa met het oog op de behandeling van koelies op de Deli plantages, waarbij de heer Cremer betrokken zou zijn, maar op diens verzuim als mmister en als Dehman om de afschu welijke koelieschandalen onmogelijk te maken. En wat deed nu het Handelsblad? Bracht het, gelijk de N. Rott. Ct., dadelijk zijn lezers verslag van onze mededeeling ? Neen, als hadden wij geen woord ge sproken liet het ons beladen met de ongure beschuldiging van hatelykheden, vinnigheden, aantijgingen enz. Het zweeg, maar gaf Maandagavond, dus twee dagen na het verschijnen van onxe verklaring, het onderstaand «ingezonden stuk" te lezen: Laster. Aan de Redactie! De ktatigs en »ge 'urfde" rede van Keizer Wilhelm bij de begrafenis van Krupp, waarin hij de daad van de J'orKdrts vergeleek met sluipmoord, en zeide gt-tu verschil te kennen tusscheu een giftmeiigir en hem, die veilig uit een redactiebureau met vergiftigde pijlen schiet, zal wel door iedereen trn volle beaamd worden, die met v. a'ging en verontwaardiging deze las ter-compagnie tegen een hoogstaand man als Krupp gelezen heeft. liet komt mij echter voor, dat deze zelfde be oordeeling ook toepasse ijk is op rerdacutmakingen van geachte personen in woord en beeld, met politieke partij-oogmerken. Ik heb hierbij het oog op de plaat, die bij de Groene Amster dammer van Zateidag 22 dezer gevoegd was. Velen zullen zeker met mij de lage insinuatie teeen een man ala oud-umister Cremer rerfoder, die uit die plaat spreekt; laag, waar niets bepaalds gezegd, maar des te meer te den ken gegeven wordt, maar vooral onwaar, daar die voors.elling van geketende en afgeranselde inlaiders laster is! Waarom i i t nog meer mar- j telingen en ijselijke tooneelen geterkend p Het papier is gewillig en het doel om du massa te gen enkelen op te zetti n, zon misschien nog be ter bereikt worden! Zij die willets en wetens dergelijke lasteringen verspreiden, hebben vrij spel. Zij weten, dat bet v. Ik, de ai b iders, de «man in de straat,", die dergelijke piut-n voer de winkels zien banger*, daardoor geprikkeld : wordeu tut baat en verbittering ; zij weten dat : dat volk alleen oordeelt naar hetgeen het ziet ' «n. geen tijd heeft om z ch op de hoogte te hou- ? d(.n en dus ook niet weet, dat ju st Van Kol over ' de toestanden op de groote plantages in Deli gunstig geoordeeld heeft; zij weten, dat het vo!k in die ijzeren hahbanden niet zuilen zien eene figuurlijke beteekenis, dat de in'auders door de con'racten ais aan ijzeren handen zouden zijn gelegd maar eene voorstelling van mishande ling. Maar dat komt er niet op aan ! Willens en weten*, en met het doel om op la ruien, worden Van Kol en oud-minister Cremer daar nedergezet, om te laten geloove", dat het kapitaal (?rertegenwoordiu'd door Cremer) de arbeMers verdrukt en dat de sociaal-democraten ( erpergoonlijkt door Van Kol) die armen zullen ver lossen ! En daarvoor worden het talett en de teekeustift van een der beste, zoo niet den bes ten caricaturist van den tegenwoordige» tijd misbruikt. Sluipmoord en geniepig schieten met vergif tige pijlen, daarmede kunnen dergelijke platen vergeleken worden ! Helaas, wie vindt het geneesmiddel tegen der gelijke vergiftige paddestoelen P! U dankend, mijnheer dfi Redacteur, voor de op ieming dezer regeler, Nov. 1902. B. Zoo worden wij dus, na eerst met voor bedachten rade nameloos, in het redactio neel gedeelte als een kwaardaardig wezen te zijn voorgesteld, acht dagen later, met verzwijging van ons verweer, als een soort sluipmoordenaar, die er zich op toe legt met vergiftige pijlen te schieten, aan de verachting van het Handelsbladpubliek prijsgegeven; niet in overhaaiting dus, neen, na rijp beraad, met de medewerking van een geestverwant een verwante ziel van de redactie, wiens naam alleen bij het Handelsblad bekend is; iemand, die zich zoo iets mag veroorloven ... ge dekt en geholpen door de heeren Polak en Eoissevain. Wij hebben gedurende ons journalist schap van zeer nabij kunnen kennis maken met de menschelijke zwakheden, zich open barende in de krantenschrijverij, meer be paald in de polemiek, en volkomen gezond zal wel niemand zich achten. Maar bij alles wat wij beleefd hebben, dit is nieuw. Zoo iets, herinneren wij ons niet, dat in eenig blad, van welke richting ook, ooit is voorgekomen. Iemands verdediging den lezers te onthouden niet alleen, maar haar te beantwoorden met de grofste, de uliergrofste, de beleedigenciste taal die men bedenken kan, bij monde van een... held, die een masker draagt.... Dat is toch al te onwaardig*). Toen het Handelsblad, nog onlangs, zich in een socialistisch artikel had hooren aanduiden als het »veilste beursorgaan'', heeft de Van Dag tot Dagscbrijver wel veertien dagen getoornd over zulk een verdachtmaking, en zijn woede vergaf men hem gaarne, omdat men begreep dat hij zich gekwetst moest gevoelen. Maar wat zegt »veilheid" nog bij sluipmoord en het schieten met in venijn gedoopte pijlen, het opdisschen VS.D giftige paddestoelen ? Hoe zal het Handelsblad na dezen ooit weer van goede persmanieren, van eer en rid derlijkheid durven spreken ? Toch, wij zullen het er niet mtêblijven vervolgen. Eenmaal zoo iets op de kaak gesteld te hebben is genoeg. Het Handels blad vergeve ons onze ijdelheid, maar boven dergelijke aanvallen achten wij ons ver heven. Het moge gerust nog vier-en-twintig maal dergelijke schotschrijverij opnemen, het zal ons niet buiten ons humeur brengen of onzen naam schaden. Onze journalistische arbeid gedurende zoo vele jaren ligt voor ieder ter inzage en men weet wel, dat welfce fouten onze tegenstanders of vijanden ons ook zullen meenen te moeten toere kenen, het sluipen, het zich bedektelijk opstellen en valschelijk zich te gedragen, de giftmengerij in welken vorm ook, geens zins tot onze natuur behoort. Wij zijn ons bewust ons leven lang gestreden te hebben, zonder masker; de soms misschien te vroeg of ook wel eens te laat getrokken degen, open en bloot. * * * Tot ons leedwezen hebben niet alle bladen, die het communiquéopnamen, gelijk de N. R- Ct., hun lezers de verkla ring ter kennisse gebracht, die wij in ons vorig nummer gaven. Onbegrijpelijk is het ons, dat redacties ten onzent vaak zoo weinig gevoelen voor het droit de réponse van den aangevallene. Dit moest toch een recht zijn, dat nimmer geschonden werd. Hun die het communiquéof naar aanlei ding daarvan een beschouwing opnamen of van anderen overnamen, vragen wij als nog daarom. Voor 't overige mogen de aanvallen op onze persoon, niet tengevolge hebben dat wij de «aak laten rusten. *) In een antwoord van Braakensiek, die protesteerde teaen de hfsobuldigii.g, als zoude hij diensten hebben verlei-nl bij sluipmoord en het afschieten van vereiftiue pijlen, zegt de m'ao'eur van het Handelsblad, dai hij keus had uit verschillende iugtzoiid-n s ukken. De zaak werd' hier nog slechter door. Dit aLonyme stukje W88 dus het meest naar den smaak van bet blad. Welk een fijue collectie correspondenties dat doet onderstellen! l In ons vorig.nummer vroegen wij: »Denkt men er wel eens niet zoo iri 't voorbijgaan, doch met vollen ernst aan, wat Nederland tot zijn rechtvaardiging in het midden zou kunnen brengen, als de een of andere egi Ht-overweldiger naar onze bezittingen de hand uitstrekte, om, in naam der humaniteit, dat kleine volkje te berooven, d^t dertig jaar lang tegen Atjeh oorloogde op Indië's kosten; dat honderden millioenen bovendien aan Indi onthield; dat de bevolking van zijn win gewest in een jammerlijken economischen toestand heeft gebracht; ja, dat zelfs zich niet ontzag onder een anderen naam aan zijn industrieelen slaven te verschaffen tot verzekering van winsi?" Die vraag zullen wij blijven stellen tot aan de koeheschandalen een einde is gemaakt, want elke dag, dat de koelieordonnantiën, met andere woorden deze slavernij, in Indiëlanger bestaat, is een bedreiging te meer voor Neerlands eer en Neerlands rust. Geen hervorming in Nederland of in Indiëeischt meer spoed, Eu intlien er eer» Bond, een Vereeniging, 't doet er niet toe in welken vorm, een krachtige samenwerking van een aantal burgers ontstond, om een volksbeweging te wekken, die zich ten doel stelde het menschonteerend koeliestelsel te doen verdwij nen men verrichtte uit humanitair en uit politiek oogpunt beide, een nuttig en noodig werk. Waut wat men ook van den leges woord igen Minister van Koloniën mag verwachten, als men let op de stoffelijke belangen die bij dit gruwelijk stelsel betrokken zijn, en den langen bestaansduur die het reeds geschonken werd, behoeft men niet te denken, dat het zoo gemakkelijk maar zal worden ter zijde gezet. Aangaande het boek van Mr. J. v. d. Branrl: »De Millioenen uil Deh" schrijft Dr. Schaepman in het juist verschenen No. zijner Chronica. »Dit is een schrikwekkend geschrift. »Het openbaart cns een wereld van laagheden en getneenheden. Van walgelijke en wtêrzinwekkende dingen. >Ik houd hier alle hoogopgeschroefde woorden in. Alleen dit wil ik zeggen : indien de auteur ter kwader trouw deze dingen in de wereld heeft geworpen, dan h hij een meester in het lasteren. En dat geloof ik tot nader bewijs nog niet. Het nige wat mij in het geschrift mishaagt is het vermelden van bijzonderheden, die, niet ter wille van het kapitaal, maar ter wille van hoogere dingen beter »met ge sloten deuren" worden behandeld. De verde digers van het recht behoeven de schaamte loosheid der plegers van het onrecht niet ten voorbeeld te nemen." Wij voegen hier nog aan toe de volgende uitspraken van den heer Rookraaaker in ons blad van 16 November. »Toch zijn het feiten en daadzaken uit de werkelijkheid, die schrijver ons too^t en wat meer is dat voorbeeld van Deli met zijn rijkgeworden en rijkwordende planters spiegelt zich af schier overal op de Buiten bezit tingen waar met contract koelies gewerkt «mrdt. (Ik had het treurig voorrecht mij op verschillende plaatsen van den archipel persoonlijk daarvan te kunnen overtuigen en heb alzoo wat ik hier beweer, niet van hooren %eyyenj." Als mtt zeer gewone maatschappelijke toestanden is heel Sumatra s Oostkust be kend met al zulke fe.üen als de heer van den Brand aantoont.'' »Daar wordt zoo.él bestaan dat als gruwel ten hemel schreit, in en buiten Deli, waar met contract koelies gewerkt wordt, en een zware verantwoordelijkheid voor dit alles draagt het Gouvernement dat de koelie- ordannanties creëerde en bleef handhaven, trots de vele stemmen die zich ditidelijk en luid verhieven tegen dit nieuwerwetsch soort slavernij, tegen het onrecht dat KOO schrikkelijk vloekt legen den geest omer tijden." »In Nederland zelfs wint meer en meer de overtuiging veld dat men met onhoud bare en otitoonbare toestanden te doen heeft." »In stede van onbekendheid, hebben we hier dus veeleer teekenen des tijds, die de afschaffing gaan voorbereiden van instel lingen, die behalve door de belanghebben den, worden veroordeeld en verafschuwd." xNeen, gelukkig, het nationaal geweten is gewekt, en het zal niet weder tot rust komen, hopen wij, vóór Nederland zich van de schande heeft gezuiverd, door de afschaffing dezer vermomde slavernij." Men schijnt ten onzent den oud-minister, die meer dan iemand anders door zijn nalatigheid schuld draagt aan het voor zijn land even vernederend als gevaarlijk feit, dat het als een slavenhoudende Kolo niale Staat kat) worden gebrandmerkt, buiten debat te moeten laten ; en gaarne nemen wij aan, dat geen andere reden dan medelijden met den man die onder zelf verwijt gebukt gaat, oorzaak is van het zwijgen o^er deze zoo treurige zaak. De vraag is echter of het niet plicht blijft, uit medelijden 'met de lallooze slachtoffers der koelie ordonnanli'én, omtrent wier lijden niet alleen door Mr. v. d Brand maar door tal van personen is gesproken en geschreven, zonder aanzien des pe.rsoons recbt te doen. Dit «Siuipmoordenaarswerk1' zullen wij, voor zoover wij oas daartoe geroepen achten, ondanks alle onaangename bejegeningen, blijven voortzetten. Dit neemt echter niet weg, dat het ons een waar genoegen zal zijn, tevens melding te maken van elk argument, dat wordt bijgebracht t' t rechtvaardiging van des heeren Cremers houding als Minister en als oud-Minister ten opzichte van het zoo infame koelie stelsel ; daar de heer Cremer even goed als wij zelf zal weten dat er van eenige persoonlijke bedoeling te zijnen nadeele geen sprake kan zijn. Intusschen van iets wat op een argument gelijkt, hebbeu we nog niets vernomen. De begrooting van het departe ment van oorlog over 1903. II. (Slot). De uitgaven voor de voltooiing van het vesting stelsel, waarop in het slot van het vorige artikel werd gedoeld, worden geraamd op ?1,146500. Eigenaardig mag de toelichting genoemd worden, welke minister Bergansius daarbij geeft. Hij begint met te herinneren dat hij in het vorig jaar aan de Volksvertegen woordiging hetft medegedeeld, dat het be paald noodig is, in de naaste toekomst, met meer kracht dan tot nu toe geschiedde de ontworpen kringstelling van Amsterdam te voltooiien en dat hij daarbij de toezegging deed eene uitgewerkte kostenberekening aan de Kamers voor te leggen. Alhoewel de gegevens daarvoor door het departement van oorlog zijn verzameld, zegt de minister dat hij nog niet in de gelegenheid was een ! en ander grondig te onderzoeken en hij j daardoor, tot zijn leedwezen, niet in staat ? is, reeds uu de gedane toezegging gestand ' te doen. j In verband hiermede wordt voorgesteld intusschen voort te gaan met een en ander aan de Stelling te verrichten en daarvoor grootendeels te besteden het bedrag hier(boven genoemd. ; Voorzeker heeft de minister wel begrepen, dat bij de lezing van een en ander een glimlach op het gezicht zou komen van hen die weten dat de heer Bergansius over de jaren 1888?1891 minister van oorlog was, vervolgens eenigen tijd com mandant van de Stelling van Amsterdam, daarna inspecteur der artillerie en einde lijk (?) nu weer anderhalf jaar aan het hoofd van het departement van oorlog staat. Zij toch mogen met recht vermoeden, dat de minister de zaak grondig kent en dus geen jarenlang onderzoek meer noodig heeft om te weten te komen wat noodig is voor de voltooiing van de Stelling van Amsterdam. De minister begreep voorts ook wel dat bedoeld argument te weinig steekhoudend ; was. Daarom laat hij onmiddellijk op het j voormelde volgen: »Hoe gaarne hij (de i minister) ook met meer kracht de afwerking i van de Stelling van Amsterdam had ter j hand genomen, zoo is door hem, met het j oog op de vele en belangrijke uitgaven die voor andere diensten gevorderd worden, het i totaal der vestingbegrooting nagenoeg gelijk j genomen met het bedrag dat voor den l dienst 1902 werd toegestaan". Deze openhartige bekentenis geeft al dadeJijk aanleiding tot de opmerking, dat, waar aan te nemen is dat in de toekomst hooger en hooger uitgaven voor andere diensten noodig zullen zijn, gerust van een spoedig afwerken der Stelling kan wor den afgezien. De ware toedracht der zaak komt echter daarop neer dat de minister terugdeinst voor de verbazend groote uit gaven, welke niet alleen de voltooiing en de bewapening van de werken, maar vooral ook de behoorlijke voorbereiding van de approviandeering der Stelling zullen vor deren. De commissie welke was ingesteld om laatstbedoeld onderwerp te bestudeeren, is met voorstellen voor den dag gekomen waarvan niet alleen de minister maar ook de generale staf en het departement van oorlog zijn gaan duizelen. Meer en meer hoort men dan ook stem men opgaan, om den tot dusverre gevolgden weg te verlaten. Men gaat inzien dat de financieele draagkracht van hefe land ver zou overschreden worden wafineer de Stel ling van Amsterdam naar behooren inge richt, bewapend en geapproviandeerd zou moeten worden naar den bestaanden grondMen begint te begrijpen dat er een eind moet komen aan de voltooiing van het vestingstelael, om daardoor het Rijk de jaarhjksche uitgave van + ?38,000 voor tractementen, pnz. van in dienst zijnd perso neel en ? 22,000 voor toelage voor officieren der genie te besparen. Het is in 's lands belang te hopen en te verwachten, dat eindelijk de oogen wijd genoeg zullen zijn opengegaan om te be seffen, dat het dringend noodig i?, dat er eene commiseie van burgers en officieren worde benoemd om aangaande het vraag stuk, in zijn geheelen omvang, een srondig en onpartijdig onderzoek in te stellen. Met de daarbij te verkrijgen uitkomsten in de hand zou moeten worden nagegaan welken weg in den vervolge ten opzichte van het verdedigingsstelsel zou moeten worden ingeslagen. De tot dusverre gevolgde methode tost schatten en schatten, terwijl nog slechts half, om niet te zeggen hoogst onvoldoend werk is verkregen. Bij al het geknutsel en gemodler wordt ook nog tiet altijd met den noodigen ernst te werk gegaan zooals uit de memorie van toelichting blijkt. Een paar voorbeelden mogen daartoe tot bewijs dienen. Bij het maken van sectorparken in de .Stelling van Amsterdam heeft de aannemer van dat werk, tengevolge van eene zeer aanzienlijke indrukking van den ondergrond, veel meer zand moeten aanwenden dak waarop bij het samenstellen van het besten was gerekend en is dientengevolge eene belangrijke vertraging bij de oplevering van het werk ontstaan. Hiervoor brengt de minister op de be grooting ?8700 onder de omschrijving: »Tegemoetkomirjg wegens vergoeding voor verrichte levering en werkzaamheden in het dienstjaar 1901 en teruggave van in gehouden boete." Een ander geval is het volgende: Het voor de voltooiing vau de forten aan den Ham en bij Krommeiiiedijk op da begrooting van 1902 toegestane bedrag van ongeveer f 45,000 kan niet voor dat doel worden verwerkt, omdat op dat dienstjaar, ten behoeve van den bouw van het fort bij Zuid wij kermeer, nog een bedrag moest wo»len verevend, waarop bij het samenstellen van de begrooting voor het dienstjaar 1902 niet was gerekend. In verband hiermede wordt het bedrag van ?45,000 over 1903 op nieuw aangevraagd. Dat het hier, uit een financieel oogpunt, een belangrijk onderwerp geldt, kan blijken uit onderstaande opgave van aan de vol tooiing van het vestingstelsel in ons land besteedde bedragen. Over 1875 . 1876 . 1877 . 1878 . 1879 . 1880 . 1881 . 1882 . 1883 . , 1884 . , 1885 . , 1886 . . 1887 . . 1888 . . 1889 . . 1890 . . 1891 . . 1892 . . 1893 . . 1894 . . 1895 . . 1896 . . 1897 . . 1898 . . 1899 . . 19UO . . 1901 . . 1902 . . Samen ?2222.76240 » l 650843.17' » 2,918549.17 » 2 551,431.23:> » 1,929,480.20* 2 347.958.73 2.122.87239 2,10919598 2,231.978 38* l 548,626 9P 2 520.036 98 1,608,46301,1,525,921 85r' 888 815 50r> 1,337 882.93 1.858.302.62s l 931,110.74 1.374 870.72» 1.787 102.31 1,660,534 19 1,10749152 760,007 875 ?» 1,04557097 » 1,227.683.47 » 652.570.26 » 888.292 64'' > 915 825.00 j»jU32 348.79-' ?45.856.529"99> Het verwijt dat het liedje van verlengen wordt gezongen kan het oorlogsbestuur niet ontgaan. Met belangstelling wordt te gemoet ge zien hoeveel het toch reeds zoo zwaar belaste Nederlandsche volk nog in dezen bodemloozen put zal moeten storten. Alhoewel gaarne geneigd bij de tegen woordige regeering op volledig licht aan te dringen, twijfelen we of ze genegen zal zijn daaraan te voldoen. Ze zal, in haar eigen belang, vermoedelijk liever den mod derweg blijven bewandelen. Indiëverloren. n. Onderstaande staat dient om een over zicht te geven van de legersterkte. Infanterie OP JAVA. [ 23 cpmp. Europf anen Veldtroepen \ \ï/, Amboineez. l OT 1 Oejöt-batalj. 31 3 l 7 Javaaei'. Europeanen Amboineez. Javanen,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl