De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 14 december pagina 10

14 december 1902 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

D A MME R E'S/KL A D VOO E NJE D'ER L A N D. So. 1329' l- ' reserve zon de directie geheel voor afschrij ving willen doen amnfeftöen. Den aandeel houders zou bovendien uitgekeerd worden een millioen aMtfMfen tegMr den prijs vatr250 pc. Dctto uitgiften die den 29 deeer Een gedaan worde», soa den houders wier aandeelen «edevt de vorige week- van 460 tot 468 in vooruit gingen, een mooi buitenkansje Da {Mtroleompröcen gaan in den laatstön ty'd wat vooruit. Voor zoover deze verbooging> de Oostersoh» rilverlanden betreft, moet echter rekening worden gehouden met de vermindering van dékoopkracht der zilveren standpenningen. Da noteering van de Int. Rameeneehe brokkelde, onder contraminen in vloed, van 9 D tot 89 af. Mij dunkt, dat in verband met- vroegere, uitvoerige betichten deze koers vele góëdV kansen aanbiedt voor hen, d'e petroleftfepepier zicta moaen veroor loven. Niervhnys, Frits Olie en Van Duinen i|jn goedklinkende namen, die vertrouwen wekken en eerlyke leiding verzekeren. De fcoersvergely'king van de Russian leidt tot' de' mededeeling dat dividendbewijs No. 16 betaalbaar is met f3628 van preferente aan deelen van .£100.?en met ?8426 van de commons van £ 100.?. Bovendien moet gelet worden op de uitgifte, de vorige week vermeld. Ook voor de Singkep Tin m pij was de zil verdaling niet voordeelig. Dat behoeft voor deze slechte tijdeiflk te- zyn. Een aangenamen indruk nritótf hfctïjwmsrrtag' niet. Wat is 't toch moeilfyjt energieke, toewydende en tevens deskundige leidere voor zelfstandigen indischen latdingBtfbeld" te vinden. De groep der mynbouwmaatschappy'en geeft de volgende* koersveranderingen te constateeren : December 4 11 Guyana Goud PI. Maatschappij 65 44 Ned. Ind. Mynbouw .... 10^ 7% Redjang Lebsug ...... 182 191 Soemalatan ....... 82,'ó 80 TAHBV ....... . . 80Ü79M De »9igenaardige?' uitgifte van de Guyana Goud PI. waarvoor de Groene de vorige week nog een waarschuwende wenk kon geven, zal «el misluk! zijn, al heeft de directie nu stukken die zy' langzamerhand nog hoopt te kunnen spuien. Waar is toch het geld gebleven, vragen de ?iiiHiHHiliiiiiHHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiHimiiiiiiiiiiiii iiiiiiiim Allén op S(. Nicolaas-avond", Sdtets DOOR JUSTUS VAN MAÜRIK. Frit* de Hausbursche" van het Eötel Rosenbad is even in myn kamer gekomen om nog wat kolen in de kachel te doen. Hij meende: der Herr sollte es heute Abend 'mal scb :.warm halten; so mutterseelen allein am Sanct Niclaus-Abend «ar doch echon frostig genug". 't I» een goeie jongen, die Fritz, hij komt trouw- om de twee of drie uur ky'ken of myn kachel ook gevuld moet worden, want 't is sedert een dag of drie, vinnig koud. Op de groote ruiten van de hooge corridorvensters groeien langzaam en stil, wonderbaar mooi, ijs-varens en- bloemen, schitterend in 't zonlicht 's morgens, blauwig tintelend als vol kleine jaweelen in den maneschijn, die op de blauwsteeren vloeren der gargen, een breede jichtfaafe teekent. Ifier en daar brandt, roodaehlig-walmend, Op de trapleuningen of in de vensterbanken nêergeJMf, een petroleumlampje, wamt in den winter, als de Bad Hotels slecht worden bezocht, nemen de eiger aars de grootste spaarzaamheid in aéht. Gaskranen en luchters hangen overal non-actief, als de bewijzen, dat l et in't Rosenbad, in 't goede > eizoen, lichter kan zyn dan nu. In de eetzaal, ruimte biedend voor meer dan honderd gasten, brandt by' een dient af el n gaspit, en daaronder zit een sjaperige aapmenscti; puritig van schedel met een verloopen gezicht, te lange armen en te korte beenen. In den zomer is hij ergens portier geweest; hier treedt hij op als Obeikellner". Wanneer by 's morgens nog niet boven zyn biertje is, zit by' stil en ziet er afgemat en landziekig uit, maar als hy tegen den avond zyn rantsoen Korrbranntwtin'', bier en wy'nrestjes heelt ingenomen, wordt zyn uiterlijk kleuriger, zijn optreden gemoedelyk-lastig en raakt zyn tong in onophoudelijke beweging, totdat de een of andere gast hem beleefd maar dringend uitnnodigt: zu verschwitden" of Luft zu werden" 't Is hier in Burtscheid doodstil, een uitge storven plaatsje. Geen gerij of straatiumoer, geen voetstap, zelfs geen hondengeblaf, hoort jBien in de verte. Men kan het als 't ware buiten hooren vriezen; in den fuin kraken de takken «n ploit nu en dan een afvriezende kluit sneeuw van de boomen op de harde aarde. Van ty'd tot ty'd fplijt voer een oogenblik een schelle trambel, de Ipome stilte en klinkt van den toren der Abtei Kirche" het uur. Als ik naar buiten zie in den tuin is alles donker, slechts hier en daar schijnt een rood achtig licht uit de omringende huizen, en de boven op den heuvel brandende gaslantaarn verlicht fliuwfjcs de toppen der conileeren, de saamgewaaide sneeuw in de paden en den altijd opstijgende!; damp van de .warme bron onder myn venster In het Hotel zelf, geen enkel geluid; 't is pas even zes uur, maar het kan in het holst van den nacht niet stiller zyn De ,vyf gasten, die hier nog logeeren en elkander ied ren dag met dezelfda woorden: En hoe grót het nu met uw rheumatiek?" vervelen, zijn op hun kamers en in de ruim% hooge voorhal,, geschikt voor een groot avocdieest, staan de vele levensgropte gips-beelden op hun voetstukken als een rij onbeweeglijke, witte spoken, tusschen de bocmen en sierplanten. De Piccolo en zyn collega, Joseph, ook een aardig miniatuur-kellner'j?, die 'u middags aan taiel bedienen, zitten druilend bij de reus achtige kachel die, blozend van inspanning, te vergeefs de enorme Hal tracht te verwarmen^ Wanneer het zomer was, met bloemengeur, zoele lucht en dennen-reuk zou men zich kunnen verbeelden in het betooverde slot der Schoone Slaapster te zy'n, altijd indien er een aanminniger Prinses was dan de keuïenprinses van ruim vijftig, die met een wrat op 't voorhoofd en kleverig haar, snuffelneuzend rondloopt, of met een groote grauwe natte lap aan een stok, de zerken der portalen dweilt. Ook het roodharig kamer?meisje, dat, zoodra men schelt, heel gedienstig de trappen opstormt en buiten adem vragend: _Was g'la lig?" haar koffiadoekjes en de bres in haar tanden laat zien, kan daarvoor niet in aanmerking komen. Er is van middag aan table d'hó'e veel over den S'. N:colaasavond gesproken. De twee Belgische dames wisten dat 't in 'Olland 'u il greute festivetait was, en dat niet allienig verontwaardigde houders van Mindrinetti-papieren. Nogmaals verwijs ik hen naar het Van Gighéonttté, dat een onbescHroomd onderzoek zal instellen om' het juiste antwoord te vinden en te geven. Leestafel. Bijiondere aandacht vraagt en verdient het honderdste nummer van hetMuandblad' voor Boekhouden, onder hoofdredactie van den hee* W. Kreukttiet te Rotterdam, uitge geven bij G. Deiwei & Co., aldaar. JS^^^ll.M.'W.D.S??. «IHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIII Leefregels voor teringlijders in ons land. Systeem van dr. Walther te Nordrach enz. door J. A. GIBBON. Vertaald uit het Engelsen door C. & J. W. K. Uitgave C. L. G. Veldt, Amsterdam. Het mag «uilen naar Athene dragen" ge noemd worden, thats nog een boek te schrij ven of te vertalen, om aan te toonen dat, daar volop zuivere lucht', overvoeding en gepaste afwisseling tosscben rust en beweging de eenige factoren zy'n welke aldddr in toepassing wor den gebracht, men sanatoria overal kan stich ten, waar de lucht zuiver is en zuiver wordt gehouden. Voor ons land behosfJe waarlijk de doelmatigheid van dergelijke inrichtingen niet meer te worden aangetoond, sedert men te Orarje-Nassauoord, Helledoorn, Patten enz. de hier bedoelde beginselen is gaan toepassen op eene wij se, die de toets van vergelijking met hetgeen elders, dus ook te Nordrach, ge schiedt, zeer goed kan doorstaan. IntusBchen willen wy gaarne aannemen dat het uit een gevoel van innige dankbaarheid is, zoo schryver en vertaler van bovengenoemd boek het licht zoozeer op het sanatorium te Nordrach laten vallen, dat zij meenen door dit voorbeeld anderen ter navolging te moeten opwekken. In dien zin kan dit geschrift wel licht veel nut stichten. We kunnen ons echter niet geheel vereer.igen met den vorm, waarin het onderwerp hier is behandeld. Door langdradigheid en het telkens vervallen in herhalingen maakt men de lectuur van een boek niet aanlokkelijk en bovendien is de vertaling te veel Engelsch in den stijl «llimiiiiliHiimiiiiiiiitiiitiiitiiliilliimiiiiiiiHiiitiimmniiMttiimiiiniH' de kienderkens, moar ook de greute minsehen der 'nen plaisanten aovo^d af hadden", de Dusseldorfer vertelde, dat in Duitichla'nd, vooral in de Rynstreek, Santa-Claus wordt gevierd, maar alleen op het land en de dikke, gemoe delijke Amsterdammer, mijn tafelbnur, kent natuurlijk zoo goed als ik ons vrooiijk feest. In Aken ziet men in de winkels uitstallingen evenals by rns, met de opschriften ,fSMtaClaus Geschenke", men vertelde my dat er hier zelfs vél werk van wordt gemaakt en schreef i dat toe aan de onmiddellijke nabijheid der l Hollandsche grenzen. De Aacbener Speculatie l en Irinten, het wijdberoemde steenharde gebak | dat vooral op St. Nicolaas en met Kersttyd gegeten wordt, kan echter niet in de schaduw van onslekkerSt.Nicolaas goed staan en verschaft m. i. niemand genot cf voordeel-, slechts de Dentisten kunnen er wél by varen. Na tafel is ieder als gewoonly'k naar zyn kamer gegaan ... en daar zit ik LU, als een ! banneling in een doodenstal, allén en eenzaam, j De wenech naar huis, naar het gezellige woon- ; vertrek, naar de vroolyke schitteroogjes der i kinderen, wordt een weemoedig verlangen. In j gedachten ben ik weer by de vele prettige ' St. Nicolats-avonden, die ik mee heb gemaakt , ik zie den grond bezaaid met snippers, stro o, j houtwol, papieren van allerlei vorm en kleur, j de hulsels der verschillende surprise-pakjes, die ; de Sint heeft gebracht. Ik ruik de kruiderige ; lucht van het St. N colaasgoed en den zoeten i amarjdelgeur van Jetterbai ket. Ik hoor frisch en j vroolyk lachen om de malle verrassingen, de : dwaze verpakkingen of grappige versjes een ; surprise zonder vers is m. i. geen surprise met ; eerel en de huichelachtige betuigingen tan : Ik weet nergens van hoor!" of: Fan mij ? Geen idee! Ja, i'; gal jvu zóó ielx zenden" en meer van die onschuldige jokKentjes. Ik geloof dat nooit mér geveinsd, gejokt en g«ïntrigetrd wordt dan op 8t.Nicolaa-avond. O! die goeie, heilige man moest tijdens zyn leven eens hebben geweten hoe vreeselijk er op zijn r aamdag zou worden gezondigd, hoe hij, de reit e christen-Mss-chop. een dienaar zou worden van den heidénschen Amor, want dat is een waarheid als e^n paal boven water, de ou<le S'.nt is de liefd'-.bode bij uitnemend heid gewerden ; immers wat het jonge bedrem melde hart, zelf niet durft verklaren, legt het vrijpostig den braven kerkvorit in den eer waarden moed. O, Nicolaas l als ge het weten kondt, gij keerdet u nu nog in uw graf om ! 't Wordt killer in mijn kamer, de kachel begint zach'j;s te knappen' het ijzer verkoalt ik krijg yxkoude voeten. Hè! wat is 't ongezellig, allén op zoo'n avor d, 't is om sooabcr te worden . . . waar bh.ft Fritz EU ? Ah ! daar is hij! Herein l ' Neen 't is Frita niet, maar de kleine kellncr... E''n telegram, II OT ! Dai.kje ! Bitte! Lang le.ce <<nze jongen! met eenige aar.doening las ik dat. Ze oebben das thuis aan vader gedacht; mijn vrouw seint me die woor den, omdat onze j >ngs:e op St Nicolaaa jarig is, daarom hett bij ook naar den Hailigen man. Mijn somber oogei.blik is vrori>y' ! Ik schel, steek een sigaar op en bef-tel thee. Machen sie mein Thee heute 'mal recht gut? Hat kellnertje lacht, want de rakker weet heel goed, dat het vocht, wat men hier las terend thee durft noemen, slechts een slap aftreksel is van lindeblarei, gruist hee en eenige, tot dusver in de botanie onbekende vareiis, maar, als m en niets anders krijgen tan, behelpt men er zich blijmoedig mede. In mijn reistasch heb ik nog een pakje V e e n ' s chocolade. Moeder de vrouw gaf 't my' mede voor 't geval ik eens heerlyk snoepen wou. Praciuig I nu heb ik toch iets extra's voir mijn S'. Nicolaas. E^n fijae vanillegeur zweeft in mijn kamer als ik het pakje openmaak. Twee plakken vind ik erin ik zend er dan per Piccolo aan de Viaamsche dames, om haar te overtuigen dat ik in mijn ntje St N;coiaas vier. En nu voeren myn gedachten mij terug naar myn ouderlijk hu^s, naar de dagen toen ik rog een broekecmannetje was dat, onwrikbaar vast aan St. Nicolaas gelooverid, met een beklemd hart bij den schoorsteenn'antel stond, zingend van Sinterklaas goed heiiig man, trek ja j beste tabbaard an!" en de woordenkeus gebleven om Nederlandsche lezen te boeien. Dat men ia 1902 no? den lof verkondigt van tuberculine- inspuitingen, dat men tal van isktfn als vaststaande aanneemt en daaruit besluiten trekt, terwy'l het bewijs der feiten nog: moet worden geleverd, b v. in zake de mogelijkheid dat men de tuberculose nmaal geheel zal kunnen uitroeien enz., dit alles verraadt de hand van den leek, die op het gebied der wetenschap grasduinend, het kaf niet van het koren heeft we'en te scheiden. Hetzelfde geldt voor de tweede helft van het boek, waar in het algemeen het groote nut van »open lucht" met meer enthousiaste emphase dan met juistheid van argumenten wordt aan geprezen De theorieën over het ontstaan van alle ziekten door «kiemen" laten we voor hetgeen ze zijn, nl. theorieën. Zoolang de schryver verkondigt dat gebrek aan frissche, zuivere lucht tal van kwalen en ongesteldheden doet ontstaan en dat bet leven in zuivere lucht voor ieder noodzakelijk is, zal elk hygiënist zich ?gaarne aan die meening aansluiten ; maar waar die schry'ver aan het theoretiseeren slaat over »het hoe en het waarom", da;ir zou men gaarne hier en daar een vraagteeken plaatsen. Het groote nut van dit boek is wel gelegen in het feit, dat ook bier de tegenwoordig al gemeen geldende meening n.l. dat tuberculose kan worden genezen, mits men tijdig de meer genoemde natuurlyke en eenvoudige maat regelen ten strengste toepast, verkondigd en verder verspreid wordt door menschen, die uit eigen ervaring kunnen meespreken. Als zoodanig wenschen wij het geschrift eea ruime verspreiding toe. Dr. K. Te wapen tegen de tering. Katechismus betrtff3nde de tuberculose, uitgegeven van wege de Afd. Rotterdam der Z.Hollandsebe Vereeniging >Het Groene Kruis". Rotterdam, W. J. v. Hengel, 1902. In 29 vrager» en antwoorden wordt hier de moderne strijd tegen de tuberculose gepopu lariseerd, op even practische als juiste wijze. ofschoon hier en daar de uitspraken wel wat j al te positief zyn uitgevallen. Terecht zegt j de uitgever dat dit boekje van onberekenbaar nut zal kunnen zyn voor teringlyders en voor hen, die in gevaar verkeeren het te worden. De geringe pry's (10 ets.; 25 ex ? 2; 50 ex. ? 2 50) zal er mede toe bydragen om de ver spreiding algemeen te maken, «vooral ook ter uitdeeling onder de leden van Ziekenfondsen en ter verspreiding door vereenigingen, die den strijd tegan de tuberculose hebben aan gebonden". Dr. K. Vereeniging de Laeckenhalle te Leiden. De tentoonstelling van historieprenten (col- j lectie-wylen dr. Frnin) wordt in het Stedelijk i Museum van 10?24 December van 10?4 uur gehouden. xiiiiniHiinifiininifHimffimtHinmiimiiNiitHiniiuiinnii Ik herinner my plotseling een kleine gebeurteids uit myn kinderleven, die een grooten indruk maakte op mijn gemoed en mijn geloof aan een echten Sinterklaas een doodelyken schok gaf ik wil het eens even vertellen. Bg ons 'thuis werd desfyds de St. Nicolaasavond niet zóó gevie-d als thans gebruikelyk is. Da groote menschen deden er toen, geloof ik, minder aan mede; 't was meer bepaald een kmderfeest. Of nu heden ten nage de vol wassenen kinderlyker zijn geworden, of dat de kinderen vroeger als volwassen werden be schouwd, zou ik niet durven beslissen, maar tegenwoordig is het feest meer een wedstrijd, waarin hy' of zy, die aan een ander het mooiste en kostbaarste cadeau geeft, het record slaat. In den tijd waarvan ik spreken wil waren de mecschen nog wat eenvoudiger, en stelden de kinderen bun eisenen minder hoog. Een taai-taaipop van flinke afmetirg, een p»ar St. Niklaasvrijers of vrijsters met bladgoudstreepjes beplakt, eenige borstplaten en wat strooigoed waren toen meer tlan voldoende om de kinde ren dankbaar te doen zingen: Dackie Sinterklaassie l" Kwam er dan nog een cadeau hy', in den vorm van speelgoed of een kleedingstuk, dan steeg de vreugd ten top Wij mochten thuis, een poosjs \oordeieestdag aanbrak, een verlarg-lyst maken, die moeder voor onze oogen met wat hooi voor 't paard van Sinterklaas in een schoen deed en order den schoorsteen zatte. Op geheimzinnige wy's verdween een paar dagen Ja er die lijst, en zagen wij 's morgens bij het ontwaken op zes December in de slaspkiuner een keurig gedekte tafel s'aan, waarop we behalve een rijkdom van lekkers, de begeerde voorwerp an. tenminste de meesten ervan, ronden uitgestald. Ik kon nu rooit goed begrijpen, hoe het mogelijk was dat St. Nicolaaa met zijn paard over daken en schoor&teeneii leed en altijd zoo precies wist hoe ik ma thuis gedroeg ik vond er iets geheimzinnig» in dat me ge weldig aantrok en waarover ik zoo jong als ik was toch log!sch redeneerde. Emi paard op gladde, soms besneeuwde daken in smalle goten, over en tusschen hco-üe schoorsteenen loopend .. . het wilde er bij mij niet in. Ik ging nasr Gijs, de meesterknecht van de fabriek, die mijn speciale vriend was en vroeg hem om opheldering. Gijs was, in zijn stand, een ontwikkeld man, zeer belezen en opgeruimd. Hy bad me a's 't ware zicu gi-boren worden en hield veel van mij dat bewees hij voortdurend door bogen en pijlen, die bij van m*ttenriet voor me maakte, of door scheepjes van oude klompen en andere voor een jongen heerlijke zaken. Oijs! vroeg ik, Zeg me ru eens de waarheid is er wel echt efn Sinterklaas ? Wat zeg je daar, inakkertj-ï? dit aardige woord gebruikte hij altijd als hij met me sprak. WiiMitfU? 'k Hfb 'rn gisterenmorgen rog zelf gesproken; toen kwam ie op de fsbriek om te vragen of de werklui boterletten of liever fpeculaas wilen hebben .. ? En hoe zag hij er uit ? Nou hrn! oud, grij«, met zóó'n largen baard en een groote j*< aan roet hont. Had by geen hooj,e mijter op, Gijs? Neen, rnakker'je, die draaft ie allén 'savo;.ds; over.fag zou ie te veel last hebben van de jir.gets op straat. Wat had ie dan op? Nou, een hooge hoed, net als je pa... En zyn paard ? 01 dat stalt ie zoolang bij Ha!s«yk op de Kolk; van avond g-tat ie d'r »êrop.... Maar Gijs, hoe kan dat ru;u in 't donker rijen en dan o?er die ongelyke daken; is 't wel heusch waar? Heb je pa en jg ma, 't je niet precies zó(5 verteld? Jawel! maar.... Nou, makkertj», als die 't zeggen is 't «cui- ook. Je pa en ma zullen toch niet jokken. Nou ja Ggs ... maar ze kuraen het wel voor de grap zeggen ik geloof het toch niet voor ik het gezien heb. Kijk me ZOO'E Thomas n's an, geloof J3 dan ook niet dat je wat krijgt? Vindt j=) '« morgens niet wat j -. gevraagii heb, op tafel." Ja, Gijs maar hne komt die tafel in onze slaapkamer Sinterklaas kan 'em toch niet door den schoorsteen nuwen, die is veel te nauw hoe kan dat nou? Ja, hm! Zie je, dat is roa voor jou een vraa,j en voor S nterklaas eeu weet. Gajjnou Het woord van cambroime, De heer mr. J. A. Levy heeft in zijne merkwaardig» beschouwing over wijlen jhr. mr. J. W. H. R'Ugers van Rozenburg, een voor mij, der behartiging waardigen regel van Lncanus ingelascht. »Nil actum credens, dum quid superesset agendum." »Er is niets gedaan, zoolang er iets te doen overbljjfi", luidt de vertaling. In de quaestie, die ons bezig-houdt, blijft n>y' niets over dan mr Lsvy de verzeke ring aan te bieden van mijne diepgevoelde erkentelijkheid voor de mededeeling dat'Z.Ed. Gastr. mij volgaarne het onschuldig genoegen laat, om by myn twyfel te volharden. Met groote ingenomenheid aanvaard ik dit geschenk uit handen van den geachten schry?er. Het doet mij pleizier dat niets, van hetgeen ik in mijn opstel te berde bracht, voor mr. Levy nieuw is. Wederkeerig moet mij de bekentenis uit de pen, dat Edouard Fournier met zyn boek: »l'Esprit dans l'histoire" een oorspronkelijk en serieus werk heeft geleverd Ik erken ook dat de ^merkwaardige beschouwing1', in den aanhef van deze regelen bedoeld, weinig ' heeft uit te staan met eene, in het voorby'gaan ' gemaakte opmerking van mr. Levy. Maar het is juist de beshM id, waarmede de, in casu, ondergeschikte opmerking gemaakt maar ka-'mpies naar je bed, makkertje dan zul je morgen eris wat zien. ... 0. Ja, waeut! Hy riep me terug. Hier, pa1* aan, dit heeft Sinterklaas nu al voor j3 gegeven, gisteren, maar voorzichtig ermee hoor! anders krijg ik je moeder an m'n hals.,.. Gy's gaf me een bordpapieren schild, prachtig met zilverpapier en rooie streep-n beplakt en een piek, met een gele kwast en een blikken punt erop. Die heb jij gemaakt Gijs! Nituurlyk! maar op bevel van Sinterklaas. Maar dan ben j g Sintei klaas, redeneerde ik vry logisch toe z?g me nou eris eerlijk ; wie is ie nou eigenlijk ? Afijn! als je 'c dan aan niemand oververteld beloof j? dat? Ja, heusch l aan niemand ... nou l wis is ie dan ? Gijs keek me ernstig aan, nam zyn pijp uit zyn mond en zei: 't I< de neef van van der Hummes, die getrouwd is geweest met juffrouw Dinges en familie is van van Puffjlen. Zie zoo makkertje, nou weet je er alles van, hou je nou maar taai adjul Ik moet an me werk. Zonder complimenten schoof hij me, zachtjes grinnekend, de deur uit. Ik was nog even wy's! 't Werd a?ond we hadden dien da» heel gauw met eten gedaan gemaakt de tafel was afgeruimd, het theeservies stond gereed. Moeder zat op haar gewone plaatfje en keek r.u en dan glimlachend naar mijn ZUFJS en mij, die popelend van ongeduld, naar elk gedruisch buiten luisterde, van tijd tot tijd vragend: Komt ie r.on haast? Vader rookte een sigaar en las aandachtig de krant. 't Was ech* St. Nicolaas-weer, de sneeuw lag een voet dik in de straten en de Cbstewind blies r.u en dan hevig in den schoorsteen, zcodat de vorken uit de opening van de ouderwetsche kolomkachel stoven. E»en opziende zei vader, op de vonken wijzend: "Hij is in aantccht... boor je wel, zijn paard briescht en snuift boven den schoorsteen. * HèPa! dat is immers de wind . . . Bat denk je maar . .. luister, nu hoor ik hem (hii'ieü.ik op 't dak rijen. Wa'-ht ! Vader stond op en riep onder de schoorsteen nis stamde1 : S ntnrklaas is u daar? Ja! O! jawel ik versta u bo,st! Jawel de kinderen zijn heel lief geweest, wil u a\j»blieft maar i incenkomen ? O, komt u door de deur, deze keer, heel goed ! Ik zal u opendoen .... I!i voelde me toch niet erg op mijn gemak, toen ik vader d« deur op een kier zag zetter, wa"' t al mijn pekelzonden kramen me eensklajs vnor d?n geest en toen moeder opstaande mei flui-terende stem zei: Sjuut kinderen daar kont ie !'' f-chrikte ik even. Zware, s'ampei.de voet-tappen k or.ken in d«n maroieren gang; myn zu»j-i zocat baar beil eensklaps by mama en ik greep angs'u vader's hand. Maar onmiddellijk daarop was ik weer gerust en moest zelfs lachen, wai't in plaats van de zware holle ma'inc-i>8tem, die ik verwachtte, vroeg een pieperig s'emmetje : JBenne de kin dertjes tuaat 'eweest ? Dat srbikt nog al, Sinterklaas! zeidan vader en moeder tegelijk. D*n zulle z^ 'i wat van mien 'ebbe ! klonk het piepend terug en meteen verscheen om het hoekje der deur een roode werkhand, die een meiJgie pjpernoten, moppen, chocolaadjes en suikerboonen in de kamer wierp. O .middellijk gingen wij aan 'C grabbelen, en de goede S:,nt strooide vrijgevig verder, totdat ik, dicht bij de deur was gekomen eensklaps zeer oneerbiedig uitriep: Sinterklaas heeft winterbanden, ma, net als Aa'.tje, en hij praat ook net zoo raar. E=m lawine van strooigoed belette mij verdere heiligschennis te begaan ik hoorde achter de deur gesmoord lachen en haastig wegsloffende schreden. Toen opende ik moedig de kamerdeur en ... zag niemand, maar hier en daar op de marmeren steenen lagen: chocolaadjes, pepernoten en suikertjes, even als klein-Duimpjes kittelsteemjes een spoor wijzend ... naar de keuken. Ma ! zei ik binnenkomend, kordaat: Aaltje is Sinterklaas l Mis, lieve jongen ! Aaltje heeft 'em maar 'n beetje moeten helpen omdat ie 't zoo erg druk heeft van avond de echte Sinterklaas komt vannacht als j'lui slapen. Warm en moe van 't pleizier, met een grooten zak vol strooigoad, ging ik dien avond naar De grootste Italiaansche componist Giuseppe Verdi schreef over Odol: Odol is werkelijk een uitstekend en uiterst nuttig middel; ik gebruik het dagelijks ter reiniging van den mond". werd, die my noopte eens na te gaan wat Thiers en Cuvillier-Flenry verhalen. Nu komt toevallig, verleden week het bericht, dat het voorstel gedaan is om bet stoffelijk overschot van Balzac, Michelet, Edgar Quinet en Zola over te brengen naar het Pantheon. Alzoo eene nationale hulde aan de na/edachtenis van twee romanschrijvers en twee historici. Het bericht bracht my op de gedachte op te slaan wat Q linet in zyn Hittoire de la Canipagne de 1815 vermeldt en na die leciuur is myne dank baarheid jegens mr. Levy. die my wel heeft willen vergunnen, .te volharden by mijn twyfel, (by wy'ze van onschuldig genoegen) nog een graad of wat gestegen. P. J. VAN ELDIK THIEMB. Blo«mendaal, 8 Dec. 1902 bed. Moeder kwam me als nasr gewoonte een i nachtkus geven en vroeg: Heb je wel ge beden, ventje ? Neen, ma ! ik kan r u niet... Waarom niet, vent ? Ojndat ik te veel pleizier heb gefcad... Dan moet je onze-lieve-Heer daar juist nog eens extra voor bedanken, Doe u 't van avond maar eris voor me, a*j sblief t ? 'k Had zeker al een heele poos geslapen, misschien wat onrustiger dan andert, door de ongewone avondpret, toen ik plotseling wakker werd door een lichteciiijn, die op myn gezicht viel en een onaangenaam knarsen, alsof er een weinig gebru:kte deur werd opengedaan. Met kloppend hart, me doodstil houdend, bleef ik liggen luisteren. Zou het dan toch werkelijk waar zyn dat Sinterklaas zelf komt in den nacht zou ik hem nu heusch te zien kry'gen ? Ik weet rog heel goed, dat ik zenuwachtig werd van spinning, maar dat ik leep genoeg was, om mij zonder gedruisch te maken, in myn bed op-eu-om te werken zóó, dat ik op mijn knieën liggend, door de opening der gordy'nen heen in de kamer kon zien. Ik hoorde iets in vader en moeders kamer, zacht heen en weer schuiven. De anders altijd gesloten tueschendeur stond open en 't licht van de in het andere vertrek brandende lamp scheen me vlak in royn cogen. Bang was ik in 't gtheel niet, maar nieuws gierig, verbazerd nieuwsgierig l Ik hield mijn adem in en k- ek. zoo voorzichtig als ik maar kon, naar . .. vader en moeder, die samen heel langzaam een tafel door de deur schoven. Zachtjes, zachtj s, langzaam &an !" hoorde ik moeder fluisteren, anders worden de kin deren wakker. Moeder duwde, vader (rok, de tafel was iets te breed voor de deur, maar eindelijk kwam zij schuins met twee pooten vooruit bini.en en stond in een oogeriblik dicht by myn bed. Vader haalde de lamp, met zijn b»rd het licht beschuttend; ik zag dat hij in cbambercloak was en zijn tlaapmuts met den witten doek erom, reeds op bad. Moeder was even eens in nachtgewaad, maar had een blauwgeruit keukeiiÊCQort voorgebonden. Ik kon alles uitstekend zien, want vader had de 1-imp achter in de kamer op de coinmi!de gezet met een fechern>r>j i er voor. HIJ bracht een dienbak vol verschillende zaken binnen en ; dekte r,u heel handig een wit servet over onze feesttafels. Moeder liep op baar teenen heen en weer, zette van alles neer en girg naar achteren. Zy' kwam terug met een vol boezelaar. Simen legden vader en moe Ier nu taai taai poppen, chccolaad fijuren, suikergoed en specula»s in sierlijke figuren op het witte tat'-llsken. Ze hadden er zelf pret in en larhtten zacht jes, al vooruii over de vreugd, die hun l<i> d»ren zouden heb'w-n EU en dan tot elkaar fluis terend : N en, leg dit hier, voor i em Zóó ! Hier is een chocolaad S die er by en aan dien kant voor zm ot. . . ton «ef f ^me dat pcpje eens aan, snoezig hè? Wat zal 't kind er een plezier in hebben.. . Mo:>i, rui wat suikergoed er om heen . . . '' Ik kon het niet langer uithouden, ikmoett laten merken dat ik hier groote geheimen ont dekt had. Plotseling st >nd ik rechtop in mijn bed, sloeg 1 de gordynen wy'd open en riep: j Hoerahl Nou weet ik 't! Jullie bent ? samen Sinterklaas, een echte is er niet! Myn moeder schrikte zóó, dat ze al het suikergoed wat ze nog in haar schoot had liet vaüen. Vadej pakte me ze zonder iets anders te zeggen: Wacht, rakker! lachend . beet en bracht me in de andere kamer. j Duur heb ik dien nacht, lekker warm toai gedekt op de kanapee geslapen en to r ikdtn volgenden morgen werd wakker geku t door mijn lieve moeder, vroeg ze: Vent! zeg 't nu niet aan zus, hè? Laat die nog maar een beetje in S nterklaas gelcoren, .. j Eu sedert, heb ik geweten dat er niet n echte Sinterklaas bestaat, maar dat er duizende echte vaders en moeders zy's die de nagedachtenis van den Heiligen man trouw en blijmoedig in eere houden, Burtscheid, by' Aachen, 5?6 Dec. 1^02. Hotel Rosenbad.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl