De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 21 december pagina 1

21 december 1902 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

-fi 1330 DE AMSTERDAMMER A*. 1902. WEEKBLAD VOOB NEDERLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS YAN MAURIK Jr. Uitgevers: VAN HOLEEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar . mail 10. Afeonderhjke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar , 0-121/» ?H U*d h ?nrkrxjgbtw Ku»k 10 Boulevard dei Ctpneinw tegenoTer het G r au J Café, te Parij». Zondag 2 i December. Advertenticn van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel 0.40 Annonce* uit Duitschland, Oostenrijk «n Zwitserland worden uitsluitend aangenomen don de rma RUDOLF MOSSE te Keulen en door alle B ialen deur firma. I N H O U Ds VAN VEBBE EN VAN NABIJ: Auti-Snikeraccijns Bond. Het suikervraagstnk, door G. Birnie. Postnnie tussehen Nederland en Doitschland, II, (Slot.) Enkele bezwaren tegen het Algemeen Kiesrecht nader weerlegd, II, (Slot.), door mr. S. J. Visser. Rechtstoestanden in Dnitsculand. Venezuela en de Mogendheden. SOCÜLE AANOÈLEGENHEDEN: Beohtmatig protest, door dr J C. Eringaard. KUNST EN LETTEREN: Muziek in de Hoofdslad.'door Ant. Averkamp. G. F. Haspels, Zee en Heide, beoordeeld door J. Tersteeg. Dagen, door Styii Strenvela, beoor deeld door Cyriel l'uysse. Björnson's Jubileum, door R Magelssen. FEUILLETON: De School meester Uit het Italiliaansch van Verga, III, (Slot) RECLAMES. BEELDENDE KUNST: Indonesian Art, door E. W. P. Jr. Taco Mesdag en Van Tol, door L. Lacomblé. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. SCHAAK SPEL. FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KBONIEK, door D. Btigter. AD VERTEN TIEN. Anti-Suikeracctjns Bond. Deze dagen werd het initiatief genomen tot oprichting van bovengenoemden Bond door de Heeren: G. Birnïe, Eere-Voor zitter, Deven'« ; H. F. Hesselink van Sucbtelen, Voorzitter, Wageningen; F. J. Potter, Secretaris, Wageningen; Dr. R. N. de Haas; Penningmeester, Wageningên; K. de Boer Cz., Assendelft; Dr. G. AV. Bruinema, Ttteringen; Dr. Vitus Bruinsraa, Löcnwn; D. de Ciercq, Bloenïendaal; H. Geilings. Ameterdam; A. van Leeuwen, Leiderdorp; Prof. Dr. Adolf Mayer, Wageningen; Prof. Dr. C. H. Pekelharing, Utrecht; Mr. H. Smeenge, Amsterdam; J. W. Sanders, Wageningen; Zij vereenigden zich tot eene commissie voor de oprichting van dien Bond, welke zich. ten doel zal stellen door woord en Echrift propaganda te maken om: lo. algemeen, in alle kringen des volks, de waarheid ingang te doen vinden, dat euiker een voortreffelijk voedingsmiddel is; 2o. den suikeraccijns aanzienlijk te ver minderen, zoo mogelijk geheel af te schaf fen, opdat de suiker als voedingsmiddel onder het bereik kome der economisch zwakkeren. Zij veroorloofden zich een beroep te doen op alle landgenooten, (mannen en vrouwen) die met dat streven instemmen, om, voor eene contributie van ten minste f 1.00 per jaar, als leden of, voor eene van ten minste f 100 per jaar, als leden donateurs zich bij den «Anti Suikeraccijns Bond'' aan te sluiten en daarvan aan een der bovengenoemde kennis te geven, die gaarne bereid ie, zoodra de statuten der vereeniging zijn goedgekeurd, hun een afdruk daarvan, op aanvrage, toe te zenden." De Eere-Voorzitter, heeft de vriende lijkheid gehad het onderstaande te schrij ven, ter nadere toelichting van de waar heid, dat euiker een onmisbaar voedings middel is. * ** Het suikcrvraagstuk. Het suikervraagstuk wordt beheerscht door de vraag: is suiker slechts een nuttig genotmiddel ? of moet ze bij ons, evenals in Engeland, een belangrijk deel uitmaken van de Volksvoeding? Is euiker slechts een genotmiddel en een prikkel, die, naar het oordeel van prof. Stokvis, volkomen door saccharioe kan worden vervangen, dan is het niet de moeite waard er veel papier om vuil te maken. Als onze suikerindustrie zich aan de pre mies vergaapt heeft, en nu verlegen zit met haar overproductie, dat is haar zaak en van harte hoop ik dat alles terecht moge komen. Het is niet waarschijnlijk dat zij spoedig zal pro fileer en van hetgeen in Duitschland, Frankrijk en Belgiëals het eenige redmiddel wordt beschouwd, n.l. lage of geen accijns. Dddr ziet men de noodzakelijkheid in, de suiker te brengen in het bereik der minstvermogenden. Goedkoope suiker toch is het eenige middel om te geraken tot: «la vie , bon marché, »waarnaar iedere regeering, die waard is «dien naam te dragen, zonder ophouden moet «streven; daar ligt de meest practische en «verstandigste oplossing van de sociale «kwestie, veel meer dan in sommige bedrie«gelijke gevaarlijke utopiën." 1) 1) Journal des fabricants de sucre 12 Novr. 1902. Merkwaardig is de omkeering, die de publieke opinie betreffende de suiker in den laatsten tijd heeft ondergaan. Toen de Brusselsche conferentie in 1898 voor de eerste maal bijeenkwam, werden de werkzaamheden geopend met een rede voering van den franschen gedelegeerde M. de Sébline, die aantoonde dat suiker, een artikel van weelde zijnde, gevoegelijk de zware lasten kon dragen, waaraan zij bijna overal onderworpen is. Diezelfde M. de Sébline hield een paar maanden ge leden een redevoering voor senatoren en gedelegeerden, waarin hij de suiker een noodzakelijk bestanddeel noemde van de vólksvoeding. Op welke wijze is die omkeering tot stand gekomen? Den lOen September 1898 zond ik aan prof. Chauveau te Parijs de Juli afWering van de MiUtaranlwhe Zeitung, waarin de proeven beschreven werden door dr. Leitensdorfer, het vorige jaar bij de najaars manoeuvres, met suiker genomen. Hij bevond ze honger en dorst stillend, kracht gevend en een snel werkend voorbehoed middel tegen zonnesteek. Ik schreef aan Prof. Chauveau. «Tandis que l'arméa frangaise reste igno«rante de votre dêcouverte, rAHemagne en »proflte. Les expériences de l'anr.éepastéa sseront poursuivies pendant les manoeuvres »d'autorune, sur une plus grande jhelle, »at biemöt Ie sucre y fera son entiéa dans «l'alimentation du soldat. «De plus, Ie sucre tant meilleur march »en Allemagnequ'en France, toute lanation »profhera de votre découverte, tandis qu'en «France les campagnards tuourront par »centaines, faute d'ê:re elaircis. «Les journaux sont pleins d'accidents «occasionnéj par la grande c^aleur. Ua «seul jour on comptait 169 victimes a «New-York. «Une bataille livrés par une telle chaleur «serait crasante pour une arn ?, qui n'au»rait pas pris les précautions, dont vous »seul, monsieur Chauveau, pouvez la munir. «Il n'y a que votre autoriiê, universelle»ment reconnue, qui puisse accréditer un «préservatif aussi simple qu' ef'ficace." Drie dagen daarna ontving ik een kort antwoord, eindigende met de woorden: «croyez que je ne perds pas de vue Ie »(ö.épratique et que je provcquerai une «campagne dans mon pays." Prof. Chauveau heeft woord gehouden en in weinige maanden was de suiker in Frankrijk eikend als: »apiè* Ie pain »l'aliment par excellence pour les pauvres." De ontdekking, waarvan hier sprake is, was niet nieuw. Meer dan 50 jaar geleden vond prof. Coauveau dat alle spierarbaid gevoed wordt door een klein gehalte, in het bloed aanwezige, suiker. Claude Bernard constateerde dat feit en vond in de glycogeenvorming van de lever het middel waardoor de toevoer van suiker naar het bloed geregeld wordt. De gevolgtrekking van deze ontdekking was, dat alle voedingsmiddelen, die niet dienen tot herstel van het dierlijk orga nisme moeten worden omgezet in suiker (glycose) om voor willekeurigen en onwillekeurigen spierarbeid te kunnen dienen. Van de eiwitstoffen was dat bekend: wanneer een dierlijk lichaam gedurende e nige dagen aan dezelfde voeding wordt onderworpen, scheidt het dagelijks evenveel stikstof af, als het in het voedsel opneemt: «het bevindt zich in stikstofevenwicht1', zeggen de physiologen. Dat het vet, door een gedeeltelijke ver branding, in het dierlijk lichaam in glycose zou worden omgezet, vond geen bijval in Duitschland, waar de leer van Rubner, dat de voedingsmiddelen elkander kunnen vervangen in verhouding der verbrandings waarde, algemeen werd aangenomen. Theoretisch was de leer van Chauveau daarmede in strijd, daar bij die gedeelte lijke verbranding '/a van het arbeidsver mogen van het vet verloren gaat. Van dat groote energie-verlies had Cüauveau zich geen rekenschap gegeven. Toen in 1896 zijn aandacht daarop werd gevestigd, zag hij er terstond net hooge belang van in en constateerde door zeer eenvoudige en vernuftige proeven, die achtereenvolgens in de »Comptes rendus de l'Academie des Sciences" gepubliceerd werden, dat de theorie en praktijk met elkander instemden. Voor het verrichten van spierarbeid moest men niet langer de verhouding van suiker (koolhydraat) tot vet aannemen als 10 : 24 zijnde de verhouding van de verbrandingswaarde maar als 10 : 16. Tevens bleek toen de hooge waarde van de. suiker in de volksvoeding (Comptes rendus 14 Mars 1898). De eigenschappen der suiker, waardoor zij een onmisbaar bestanddeel is der volks voeding, zijn: Ie. de gemakkelijke en volledige ver teerbaarheid. Geen voedsel wordt zoo snel en zoo volkomen opgenomen als suiker. Bij hevige vermoeidheid kan men binnen weinige minuten de uitwerking van 30 gram suiker reeds bespeuren; de verteerbaarheid is 100 pCe. 2e. euiker is een voorbehoedmiddel tegen zonnesteek. De zonnesteek (Hitzschlag) wordt ver oorzaakt door de warmte van buiten ge paard met de warmte van binnen, het gevolg van zwaren spierarbeid. Bij gefor ceerde marschen is herhaaldelijk een tem peratuur van meer dan 39°waargenomen. Het toedienen van suiker werkt aldus: door de gemakkelijk opneembaarheid der suiker voorkomt zij de gedeeltelijke ver branding van vet tot glucose, waarbij V' der verbrandingBwaarde vrij wordt en zich door het lichaam verspreidt. 3e. suiker, vooral in den vorm van «jams" is het middel waardoor vrouwen en kinderen in Engeland, zelfs in de huisgezinnen der armen, nun gezondheid bewaren. 4e. Als het lichaam geen ander voedsel kan verteren, wordt suiker nog altijd op genomen. Daarom is suiker onmisbaar bij ziekenverpleging. Men zal wellicht vragen: hoe kwam dr. Leitentdorfer er toe de suikerproevea bij de manoeuvres te nemen ? De rei klaring daarvan vindt men in een brief van hem aan Henriëtte Hirschberg te Berlijn, mijn medestrijdster voor goedkoope suiker, waaruit blijkt, dat bare brochure: «die Zuckerration des Soldaten," daartoe aan leiding gaf. In die brochure worden de schoone resultaten beschreven, die (ie roeivereenigiug «Daventria" in 1889 en 1893 met suikertraining heeft, verkregen. Ook wist dr. Leitensdorfer, dat die suikertraining, op aanraden van dr. G. Kolb door de »Mainzer Ruderverein',' met even schitterend gevolg was toegepast. Zoo vestigde zich, langs wetenschappelijken en practischen weg, in Duitschland, Frankrijk en Bulgiöut overtuiging, dat de suiker e«n noodzakelijk voedingsmiddel is voor hen, die met spierarbeid hun brood moeten verdienen. Tal van goedkoope brochures weiden bij duizendtallen, vooral in Duitschland verspreid. Het gevolg daarvan is dat daar overal ernstige pogingen worden in het werk ges-teld tot verlaging van den suikeraceijus. Na l September 1903 zal hij in Duitechlaml van 20 mark op 14 mark, in Frankrijk van 04 franc op 25 franc en in Belgi van 45 franc op 15 franc gebracht worden en dus resp. bedragen f 8 -10, f 125U en /' 7 50. Bij ons bestaat het voornemen den accijns van f 27.?op ? 24 te brengen : suiker is bij onze regeering slechts een nuttig genotsmiddel] Merkwaardig is ook de houding, die onze regeering ten opzichte van de saccharine aanneemt. Terwijl overal elders het gebruik daaraan wordt geweerd en tot de apotheek beperkt, doet men bij ons alsof dat voor de gezondheid schadelijke vervalschingsmiddel niet bestaat. Ver schuilt men zich ook hier achter het gezag van prof. Stokvis, die eenige jaren geleden van meening was, dat voor mtngegoeden de dure suiker gevoegelijk door goedkoope saccharine kon worden vervangen ... ? Uit het volk moet de eisch opgaan om goedkoope suiker. Dat was de meening van den Minister Sprenger van Eijk toen in 1896 de laatste suikerwet in bewerking was. Zonder dat was er aan geen vermin dering van accijns te denken. Thans, nu de wetenschap heef t gesproken, is het mogelijk het volk voor te lichten ten opzichte van de hooge belangen, die hier in 't spel zijn. Deventer, 8 Dcc. 1902. G BIRNIE. Postanie tusschen Nederland en Duitschland. II. (Slot). In tegenstelling met de inzichten van den heer Havelaar, meenen wij, dat er wel degelijk grond is, om de gewichtsgrens, zoowel in het binnen- als in het buitenlandsch verkeer te verhoogen van 15 tot 20 gram. De berekeningen van den heer Havelaar, wat al niet gesloten kan worden in een brief tot een gewicht van 15 gram, spotten dikwijls met de werkelijkheid. In dit opzicht schijnt_men ook in het buiten land een ander ii.zicht te hebben. In Duitschland, Oostenrijk, Hongarije en Zwitserland is de gewichtsgrens uitgebreid tot 20 gram, evenals in het wederziidsch verkeer. De vroegere Duitsche Post meester Generaal dr. von Stephan was óók een tegenstander van gewichtsuit breiding voor een enkelvoudigen briet, zijn opvolger, generaal von Podbielski, die het verkeersbelang als hoofd van een zeer belangrijke Berlijnsche firma (von Tippels kirch en Co.) van nabij hau leeren ken nen was een tegenovergestelde meening toe gedaan en voerde de gewichtsuitbreiding in. Waar in een verkeerskwestie van onder geschikt belang verschil van inzicht be staat, meenen wij, dat men als onpartijdig beoordeelaar, de balans moet doen over hellen naar de vragende partij, indien althans de belangen van anderen niet worden geschaad, zooals in deze kwestie het geval is. Een voorstel tot algemeene verhooging van de gewichtgrens van een enkelvou digen brief van 15 tot 20 gram zal onge twijfeld weder op het a. s. postcongres te Rome (in Februari 1904) worden inge diend en onze regeering zou goed doen, den Nederland :chen gedelegeerden instructie te geven met kracht daaiop aan te dringen. Evenzoo is het n. o. m. beslist noodzake lijk, dat er in het buitenlandsch verkeer een milder tarief wordt ingevoerd voor zware brieven. De heer Beelenkamp, die in het «Tijdschrift voor Posterijen & Telegraphie" van 18 Juli 1902 ook een opstel schreef over "Po t unie of P<>steenheid tusfchen Nederland en Duitschlaud'' en zich ook een tegenstander verklaarde van de voor' gestelde postunie, zegt o a »Ik kan mij niet voorstellen, dat het tegenwoordige port van 12V3cent voor een enkelvoudigen brief (-n daartoe behoort toch 80 & 90 pCr. van het briefposlverkeer) naar Duitschland een be lemmering kan zijn voor de uitbreiding van de commercieele en industrieele betrekkin gen. Doch wel kan ik mij voorstellen, dat het port voor zware brieven drukkend werkt en ontstemmend. Ik geloof eigenlijk, dat van Nederlandsche zijde dit de vooruaamste grief is. Liet toch de voorzitter op de gecom bineerde vergadering te Utrecht niet onder scheidene couverten zien, om door de vele postzegels waarmede die beplakt zijn aan te toonen hoe. zwaar de porto's zijn? En vestigde ook de R )tterdampche Kamer van Koophandel ook daarop niet reeds de aan dacht? De vraag is het echter of ten dergtüjk voorttel, op het a. s. wereldpostcongres te Rome ingediend, om verminderde tarieven te verkrijgen voor zware brieven kans van slagen heeft. In dit opzicht wordt men eenigszins pessimistisch gestemd na kennisneming van de handelingen van het vorige postcongres te Washington. Reeds vroeger werd in dat Tijdschrift gewezen op den fell< n tegenstand, dien Enfeland'a voorstel ontmoette, om in het ver eer van dut land met de andere vereecigingslanden een port van 2 pence in plaats van 2Va pence te mogen toepaésen, hoewel daar wel iets voor te zeggen viel, omdat de waarde van 2 pence die van 25 centimes zeer nabijkomt. terwijl die van 2'/2 pence die waarde viij aanzienlijk overschrijdt. Ander zijds weet men, dat op dit congres voor postvvisselbediagen bedragen boven 50gul den het recht werd verminderd. Het ver minderen van het port voor zware brieven zou dus wel eenigszins in denzelf'den gedachtengang liggen, zoodat het riet onmogelijk is, dat het a. s. congres te Rome aan zulk een voorstel, gesteld dat het wordt inge diend, zijne adhaesie schenkt." In onze veeljarige praktijk namen ook wij steeds waar, dat die hooge porten voor zware brieven ontevredenheid wekten. Het stre ven van de wereldpostvereeniging gaat ook daarheen de transietrechten voor het ver voer der brievenmalen verminderd te krij gen en werkelijk zijn deze op het postcon gres te Washington reeds aanmerkelijk ver laagd. In verband daarmede, meenen wij, dat het een billijke wensch is de porten voor zware brieven te verminderen. Het financieel voordeel verkregen door de ver mindering dier rechten behoeft toch wer kelijk niet yeïteel in de schatkist te vloeien! Wat de zware brieven betreft moet echter nog worden opgemerkt en de heer Havelaar verzuimt niet daarop de aandacht te vesti gen, dat de onbekendheid met de in het buitenlandech verkeer toegelaten «papiers d'affaires" dikwijls oorzaak is, dat onnoodig zulke met hooge porten belaste brieven worden verzonden. Een treffend staaltje daarvan ondervonden wij eenige jaren gel"den. Een firma verzond geregeld met eiken mail naar Indiëaangeteekende brieven met porten van ettelijke guldens belast. Het hoofd «porto's" vertegenwoor digde dan ook 's jaarlijks een aanzien lijk bedrag in hare boeken. Toen die firma ons de vraag stelde of er geen middel was om deze hooge uitga ren te voorkomen, althans aanzienlijk te vermin deren, raadden wii het gebruik van «papiers d'affaires" aan. Ea werkelijk bleek dat ?'ji o van de correspondentie in die zware aangeteekende brieven gesloten, op den voet van »papiers d'aff aires" verzonden had kunnen worden! Alle geheel of gedeeltelijke geschreven of geteekende stukken, die niet het kenmerk dragen van een briefwisseling over zaken van actueelen of persoonlijken aard kunnen toch als »papiers d'affaires" verzonden worden, waaronder dan te be grijpen zijn: rekeningen, bescheiden betref fende assurantie maatschappijen, procent stukken enz. en waarvan het port slechts 2Vs cent per 50 gram bedraagt met een minimum van 12Vs cent. Wij durven dan ook veronderstellen, dat de f'ameuse brief met fl 396 gefrankeerd en door den voor zitter van het congres te Utrecht getoond, | om aan te toonen hoe zwaar de porten i drukken, bij goede kennis der voorschriften, l die toch iedereen in de «Postgids" kan j lezen, met 25 cent gefrankeerd had kunnen j zijn, indien men namelijk de ingesloten j handelspapieren, rekeningen enz. als »papiers d'affaires" had verzjnden. Doch wij stemmen toe, dat velen ook ' voor die papieren verzending als brief wen- j schen, ten einde ook voor deze de geheim- l houding tegenover derden te verzekeren. Wij meenen dan ook, in verband met het laatste, dat een vermindering van het port voor zware brieven, in plaats van verlies nog winst voor de schatkist kan opleveren, omdat veel, wat nu als »papiers d affaires" wordt verzonden, bij verlaging der porten voor zware brieven, als brief zal worden verzonden. Eenige verlaging van het telegramtarief naar Duifcchland komt ons wel wenschelijk voor, in dit opzicht is het tarief naar Belgi veel milder, verlaging van het telephoontarief, ook in het grensverkeer, het is niet minder gewenscht. Verlaging van het tarief voor post pakketten daarentegen komt ons minder gewenscht voor. Het taritf (50 cent voor een postpakket tot 5 K.G) is niet te hoog, Het kan ook moeielijk verminderd worden, indien daaraan niet yooraf'gnat een ververlaging van het binnenlandsche postpakkettentarief, doch dit tarief houdt weder verband met de uitkeeringen aan de spoor wegmaatschappijen. H^t aandeel, dat het Rijk behoudt, is naar wij meenen, zelfs niet toereikend om de kosten te dekken. De heer Havelaar verzekert, dat aan het sluiten van bijzondere post-unies, gewich tige bezwaren zijn verbonden. Wij nemen deze uitspraak gaarne aan, d tch die bezwaren kunnen nimmer zóó gewichtig zijn, dat daaronder, indien het noodig ie, de verkeers belangen zouden moeten lijden. Waar een wil is, is een weg! Ea wanneer het a. s. postcongres te R >me mocht wei geren, aan billijke wijzigingen en tariefsveroiinderingen zijne sanctie te veileenen, dan staat de weg open, om door het sluiten van bijzondere postunies, tojh degewenschte yoordeelen te verkrijgen. Doch niet alleen in het Ncderlandsch Ihiitsch verkeer w. (wij cursiyeerer) dit zou zeer onbillijk zijn, doch op zijn minst ook met de aangrenzende of' naburige lijken (Bjlgiëen Engeland) Op het congres te Utrecht werd door den voorzitter uit een brief van een ambtenaar te Tegelen bij Venlo het feit medegedeeld. dat vandaar uit handwagens vol met brieven en drukwerken over de grenzen worden gebracht, om de hooge porten te ontgaan. Wij zijp niet in de gelegenheid de juistheid dezer bewering na te gaan, doch nemen het gaarne op gezag van dien ambtenaar aan. Duch men meene niet, dat invoering van binnenlandsche tarieven inhetNsderlandsch-Duitsch verkeer v.v. dit frauduleus vervoer zal opheffen. Ia Duitschland kost een binnenland?che brief tot een gewicht van 20 gram 10 pfenning of volgens den koers 5912 cent, in Nederland 5 cent, zoodat men bij vervoer van Duitschland naar hier op iederen brief 09L2 cwnt kan verdienen. En bij massa's vervoerd, z m het frauduleus vervoer nog een voordeelig zaakje blijven. Nu nog een enkel woord over het batig saldo der post- en telegraafdiensten. H >ewel wij meenen, dat de uitkomsten door beide diensien opgeleverd, niet geheel uit het oog mogen worden verloren, komt het ons toch voor, dat de uitkomst van den postdienst allén (en over posttariefverminderingen loopt toch bijna uitsluitend de kwestie), meer gewicht in de schaal moet leggen. DO heer Havelaar deelt in zijn bekende artikelen mede, dat het batig saldo van den postdienst in 1901 ongeveer 23Va pCt. der inkomsten bedroeg en dan komt ons deze winst exorbitant hoog voor en is men geneigd te vragen of een winst van 10 a 15 pCr. niet ruimschoots voldoende zou zrjn en het meerdere aangewend kon worden voor verbetering van den binnenlandschen post-, telegraaf en telephoondienst, waaraan toch zoozeer behoefte bestaat, zooals de heer Havelaar, een zeer zeker competente beoordeelaar, toch mededeelt. Wij meenen te weten, dat de Duitsche postadministratie zich met een winst van 10 15 pCc. tevreden stelt. Het verlies op den telegraaf en telephoon dienst is zeer aanzienlijk, doch men verlieze niet uit het oog, dat dit verlies voor een groot gedeelte wordt veroorzaakt door bui tengewone uitgaven, n.l. voor aanleg van telegraaf- en intercommunale telephoonlijnen. Men zou een zuiverder beeld krijgen, indien men de buitengewone uitgaven : aan leg van lijnen, aankoop van telegraafkabels, stichting van gebouwen en koopen van grond enz, afzonderlijk vermeldde, zooals in Duitschland geschiedt, waar dergelijke uitgaven in een »auszerordentlichen Etat" worden gebracht. Straks zal men voor het feit geateld worden, dat te Rotterdam een nieuw post en telegraafkantoor zal gebouwd moeten worden. Het batig saldo van den postdienst zal dan natuurlijk door die hooge uitgaven verminderen. Mogen nu, vragen wij, der gelijke buitengewone omstandigheden van invloed zijn op het verkrijgen van wenschelijke verbeteringen en tariefsw^zigingen ? Wij meeoen, dat een postunie te sluiten tusschen Nederland en Duitschland vrijwel algemeen hier te lande veroordeeld is en een verder in e aan op deze kwestie door de Utrechtsche Kamer nutteloos besteed werk is. Ook de Amsterdamsche Kamer van Koop handel heeft zich thans »in plenum" uitge sproken en met overweldigende meerderheid verklaard, dat het niet op haren weg ligt thans de totstandkoming van een postunie tusschen beide landen te bevorderen. Bravo! Terwijl hier te lande de belangstelling voor zoo'n postunie hoe langer hoe meer verflauwt, wordt deze in Duitschland . integendeel levendiger. Heel natuurlijk overigens. Het is het groote Duitsche rijk, dat bij de postunie voordeel zou hebben, hel kleine

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl