Historisch Archief 1877-1940
«0.1330
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
f
-i
K
s
He
Doel der vergadering was, te protesteeren
tegen willekeurige handelingen fan den directeur
van bet postkantoor, door wien het boete&telsel
xóó werd- toegepast d*t zij, die in een maand
meer dan 50 cent boete bekomen, nog gestraft
worden met inhouden van ren vrijen Zondag.
Het bestuur had gepoogd eei. onderhoud met
den directeur te verkregen over de quaestie,
maar deze had verklaard geen beetuur of bond
te erken: en, doch wel bereid te zy'n om hen
die meenen verongelukt te zjjn, te hooren.
Er werd nog verwondering te kennen gegeven
over een irgezoiden stuk in het Jl'ir.d l;l>lad,
«Midn.24 oxtdartetkecaten hunne
verontwaardigkg uitspraken over een tegen den directeur
gericht schandaal colportage. Door het bestuur
werd deze colportage echter ook afgekeurd.
Er bleek vertcbil van meeiiing te bestaan.
Een dei aanwezigen verklaarde zich op het
junt van de maatregelen, als er zieken zijn,
zeer voldaan over de houding van den directeur,
?aderen klaagden niet alleen over de toepassing
va» boete, maar ock over het willekeurig over
plaatsen van bettellers naar andere wijken. Er
werd in deze aangeraden de hulp van de hooge
autoriteiten, bijv. de leden der Tweede Kamer
in te roepen.
Tot slot van de vergadering werd de vol
gende motie aangenomen:
De afd. Amsterdam van den Nederlandschen
Bond tan Poet- en Telegraaf-beambten De
Pest", in bare vergadering op Zondag 30 Nov.
1902 in het gebouw d'Geeivinck" als protest
tegen de willekeurige omzetting van boeten in
straiaocdagec, door den directeur van het
postkanteot; gehoord de besprekingen, betreurt het
ten zeerste, dat de werkelijk goede bedoelingen
van het bestuur der afd. om bestaand» grieven
lang» den weg der organisatie in overleg met
den beer Directeur op te lossen, zyn miskend
dewrdien de directeur met het bestuur van den
Bond geen rekening weDscbte- te houden;
tpreekt a's iaar overtuiging uit dat alles
in- bet: werk moet gesteld worden de
vakvereenigicg als zoodanig te doen erkennen, draagt
het bestuur op dit hun goed recht by het
hoofdbestuur te bepleiten, en dringt er bij den
diieeltur op aao, meergenoemde omzetting van
'boeten in strafcondagen in te trekken'"
Wat raij in dit beticht ik citeerde tot
dusvtr grootecdeels het verslag van het
Handeltblad vooral trof, en wat mij dan ook
tot het Echryven van deze regelen noopte,
?was de verrassende bekendmaking van het feit,
dat de directeur van het postkantoor te Am
sterdam den treudgei moed heeft gehad
inderdaad behoort daartoe, gelukkig, in onzen
ty'd> wel eenige moed te weigeren eene or
ganisatie van leden van zyn personeel te er
kennen. Ik aarzel niet, een dergelijk vertoon
van persoonlijke macht in hooge mate be
krompen te noemen.
Hoe nu? De directeur van het postkantoor
in de hoofdstad van Nederland, waar de arbei
dersbeweging haat brandpunt viadt en in het
algemeen op sociaal gebied haren bewoners (en
dus ook den postdirecteur en verderen
postambten«e«) meer te keren geefc dan eenige andere
stad m ons land, weigeit na nog, in het tweede
jaar van de20J eeuw te erkennen, dat zijne lager
geplaatste ambtenaren eene eigen organisatie
kunnen hebben, die in staat en waardig 'K, om
namens al die ambtenaren, of velen hnnner,
bestaande grieven met hem te bespreken ?
Indien een patroon in geval van geschil
met zyn personeel, weigert te .onderhandelen
met mannen, buitel zijn personeel staande,
maar bet bestuur vormende van een
vakvereeniE SCHOOLMEESTER.
Uit het Italiaansch.
S) VAN
VERGA.
(Slot.)
Eindelyk scheen, op een dag, de roman
vasteren vorm te zullen aannemen, toen een
prachtige blondine, in rijke cqiipage, baar fijn,
bleek jongetje kwam halen en het geheele
tchoolvertrek vul ie met het geru'sch van haar
kleederen, den geur van haar zakdoek, den
weUuidenden klank van haar frissche, lachende
stem, waarmee zy den meester zoowel als de
leerlingen als betooverde. Ei achter het gor
dijn in de a'coof verborgen, verwachtte de arme
Carolina, maanden achtereen, op hetzelfde uur
weer dezelfde betooverende verschijning en
?voelde zy' haar hart bonzen en geheel haar
ziel aangegrepen door een diepe on roering,
als ware er een heerlijk geheim tot haar door
gedrongen. En met die aandoening vermengden
zich een nieuwe teederheid voor haar broer,
een vaag gevoel van jaloezie en ook weer een
heimelijke trots.
Dan weer deed de haar aangeboren nauw
gezetheid van geweten haar een weemoedige
onrust voelen over tet verkeerde en het
gevaarlijke dat er kon liggen ia een verborgen
roman, dien zij meende dat zich in baar na
bijheid ontspon. En dan wierp zij zich in haar
godsdienstijver, waarin zij ook, toea het
eerste groote leed van haar jeugd haar trof,
troost had gezocht, aan de voeten van haar
biechtvader, vroeg vergiffenis voor het zoete
kwaad, dat zyzelve tiet bedreef, desd boete
voor de *onde, die zij meende dat in haar huis
werd begaan. Ei, in haar godsdienstige ver
voering, kreeg zij moed haar broeder in zeer
bedekte termen over te halen, zich weer op
het rechte pad te begeven.
Peppino, zei zy eens, weet je wat voor
m"y' zoo'u groote troost zon zyn ? Als je trouwde.
Hy' keek op, eerst verbaasd en toen gevleid
door dit voorstel, dat hem zich opeens twintig
jaar jonger deed voelen. En mat hetzelfde
ongehuichelde enthousiasme van de jeugd bracht
by er tegen in dt\t het huwely'k het graf is
van de liefde, om zich nog meer te laten
bidden.
Luister nu eens naar me, Peppino. Leler
als het te laat is, zal het je berouwen, dat je
het niet hebt gedaan.
Maar hij bleef het hoofd schudden, zonder
den pynlijken klank op te merken, die er lag
in haar stem.
Neen, neen, ik laat me niet vangen, 'k Ben
veel te veel gesteld op my'n vryheid.
A's zy het ttrjgere knaapje zag, dat dien
middag door de schitterende blondine was
afgehaald en dat zij als de onschuldige oorzaak
ran dit alles beschouwde, voelde zy beurtelings
sympathie, medelijden en afkeer. Achter het
gordijn verborgen volgde zij hem met de oogen,
bijna brachten zijn kinderijke trekken iets als
een rtfljkt van de verleidelyke schoonheid zy'ner
moeder in het schoollocaal over. De enkele
ging, waartee <5ók zy'n personeel behoort,
indien hy zich slechts bereidt verklaart, alleen
met afgevaardigd* n uit zijn personeel te onder
handelen, zoo zal {k my' geenszins scharen
aan de zy'de van hen, die zulks pa' se
veroordeelen.
Hier betreft het echter een geheel ander
geval Hier is slec'ats sprake van eene
vereenigirg, waartoe uitsluitend po; tambtenaren
behooren, en daar er slechts ;i
postorganisatie is in Nederland, en bygevolg ook in
Amsterdam, behooren dos ook alle leden dier
vaksereeniging tot die iizelfde ondernemii-g,
de post, en kan hier dus vaa inmenging van
derden niet gesproken worden.
Plagen, vernederen, mach'svertcon kan bier
dus slechts het doel zijn van den directeur van
het Amsterdamsche postkantoor, dat dan ook
scherpe afkeuring verdient en dat waarly'k wel
eens door -Ie hooge autoriteiten, bijv. de leden
van de Tweede Kamer" in behandeling mag
worden genomen.
Over het feit, dat de oorspronkelijke
&valeidirg tot het gehouden protest is geweett
de boete- en straf- Zondagen-kwestie zy thans
hier maar gezwegen, ten einde het licht niet
van de hoofdzaak des directeurs
onbehoorlyke weigering van erkenning der
vakvereeniging- af te leiden. Van harte hoop ik echter,
dat althans een onzer honderd kamerleden
waarom niet weer een vry'zinnig demokraat?
toonen zsl, zich het rechtmatig protest
dier (waarlijk toch al miserabelst betaalde)
miskende post ambt en aren aan te trekken,
'» ministers oordeel over deie aangelegenheid
wil vragen en dan levers eens trachten te
ervaren of de AmsterdamEche directeur ook
eene deputatie der Broederschap der
Cummtezen" (ik cursiveer; commiezen zijn gén
arbeidere) zou weigeren te ontvangen.
* *
Reeds was het bovenstaande geschreven en
aan de redactie verbonden (l Dec.), toen ik
De Telegraaf van l Dec. in handen kreeg,
welk de uitkomsten van een vraaggesprek met
den nieuwen directeur-generaal der posterijen
en telegrafie, den heer G. J. C A Pop, bevatte.
Dat vraaggesprek mag hoop doen vatten, dat
ook de heer Pop zijne aandacht aan deze, om
het beginsel, dat er in opgesloten ligt,
belangry'ke zaak, wijden zal: l", wijl hy, sich zelv«-n
steeds heeft voorgehouden, dat werken htt zout
des levens is" ; 2°. wijl hy verklaarde, \óór
alles menscb, en daarna pas militair" te zyn ;
3°. wy'l hy als zy'n voornemen te kennen gaf,
in de allereerste plaats samenwerking te zoeken
met de leidende hoofdainbtenaren, maar toch
niet te zullen schromen, anders te h&ndelen,
waar een goede gang van zaken dat strikt
mocht gebieder," en 4'. en vooral ook, wy'l hy
dat voornemen omtrent het hoogere personeel
ook tot het lagere wei sch'e uit te breiden.
Ik stel er prijs op," moet hy gezegd habben,
volgens den Tehgraof vrager, daar nog iets
bij te voegen, en wel, oat ik iedereen volmaakt
vrij wensch te laten in politieke en godsdien
stige overtuiging, met de belangen van den
dienst natuurlijk als basis.
Wat EU speciaal het mindere personeel
betrefr, zal het my'n y'verig streven zijn, voor die
velen my'n uiterste best te doen, zoowel ter
bevordering van hun maatschappelijken welstand
als wat den dagelijks door hen te verrichten
arbeid betreft en in dit opzicht streven naar
beperking en waken tegen overlading. Ik zal
pogen taar volmaakte tevredenheid, omdat
tevredenheid met de levensomstandigheden de
beste motor is om de dagtaak met frischheid
«niiiiinimiimiiiiiiimiiiiiiimimiiiiijtiiiMMiiiiiiimimiiiiiiiiiiKmiM
keeren dat hij thuis bleef was zy onrmtig en
als zy kans za^ hem eenigs oogenblikken alleen
te spreken, riep zij beo, haalde hem aai,
praatte met hem en gaf hem lekkers, aange
trokken en afgestooten als zy werd door zijn
kinderlijke bevalligheid. Eens zei het k nd met
een stralecd gezichtje:
Na de vacantie kom ik niet meer op school.
Waarom niet ? vroeg ze met onvaste stem.
Moeder zegt dat ik nu groot ben. Ik
moet naar het gymnasium,
Zoo eindigde ook deze roaan. Eerst had
zy een gevoel van opluchting, maar spoedig
ook van verslagenheid en bitteren spijt, nu zy
dit laatbte romantische droombeeld, dat haar,
met haar broeder tot beM, voor den geest had
gezweefd, opeens moe-t zien vervluchtigen.
Di kwaal, die haar gestel sinds j wen sloopte,
hield haar eindelyk aan het ziekbed gekluis
terd. De araae schoolmeester had nu geen
oogenblik rust meer. Aity'd was hij in de weer,
ook in de weinige uren, dat de school geen
beslag op hem legde. Hy veegde den vloer,
legde de kachel aan, maakte de bedden op,
liep van den apotheker naar den dokter en van
den dokter naar dun apotheker, met ingevallen
wangen, en ongeverfde ba'ikebairden en
bemodderde schoenen. De buren, die medelijden
met hem hadden, kwamen hem af en toe een
handje helpen, donna Mena o. a , altijd bevracht
met zware, gouden kettingen en armbanden,
als iemand die naar een bruiloft gaat, en
Agaa'je, de handige, ally'd even vroolyke
Agaatje, die met den frisschen adem van haar
zonnige, levenslustige jeugd de sombere wo
ning vulde. Zoodat de oude vrijgezel geheel
van de wijs raakte door altijd door, in zijn eigen
huis, vrouwen om zich heen t« zien en hij soms
ie:s voelde als een tcrugkeerende jeugd en
zachtere, teedere aandoeningen zijn hart en
zinnen beroerden, waar hij dm later, in de
sombere uren, die volgden, weer bittere wroe
ging over had.
*
't Gaat beter, hoor, veel beter. Ze heeft
wat gerust.
Toen de arme don Peppino, bij het
thu'skomen, deze gelukkige tijding vernam, drukte
hij bevend een kus op de hand, die hem werd
toegestoken.
O donna M ma, wat een troost !
Ze wenkte hem zich stil te houden en zacht
jes, op haar teenen door de kamer sluipende,
bracht zij hem tot by het bed ^an de zieke,
die daar lag te rusten, met een gelaat, waar
boven reeds de grauwe schaduwen van den dood
scheden te zweven. Ei, alsof de rust, die er
over dat afgetobde lichaam was neergekomen,
zich, na al den angst, die hem kwelde toen tfij
met zijn leerlingen de stad doorkruiste, ook
mededeelde aan hem, ging hij stil naast het
bed zitten, zonder donna Mena's hand los te
laten. Heel zacht en ongemerkt wist zij zich
echter uit dien greep te bevrijden, llseds was
het schemerdonker in het vertrek en kreeg
alles er een waas van geheimzinnige, sombere
intimiteit.
Op eens ontwaakte de zieke en riep zij haar
broer, wiens by'zy'n zij raadde. En voor het eerst
voelde hy, terwy'l hij het licht aanstak, iets a's
verlegenheid, nu hy haar in tegenwoordigheid
van een andere vrouw onder de oogen kwam.
Het was een vreeselyke crisis gefeest: de
en opgewek-'heid te verhullen en dat is in
dezen 's lands belang."
Voorts wil ik u omtrent my'n voorgenomen
gedra^slyn tegenover het personeel nog zeggen,
dat ik de my' voorgelegde grieven zooveel
mogelyk zelf zal onderzoeken en by' juist be
vinden herstel zal bewerken. Doch het is dan
ook noodig, dat ieder met volkomen vertrouwen
tot mij komt en op passende wy'ze zyn
wenschen, verlangen of grieven te my'ner kennis
brengt."
Dat is een mooi en goed program, en al
zya wij in onze verwachtingen omtrent pro
gramma's door het huidige ministerie wat angst
vallig gexaa'-.t \-oorloopig zullen wij het weer
geduldig en hoopvol moeten afwachten, wat
des heeren Pops bestuur voor de postambtenaren
brengen zal
's Gravenhage. EKINGAAHD.
HIUIMIIIHIItUIIIIIIHIIIHIIIIIHHMIIIItlllflIlllllillllEfninUIIIIIIIIIMIIIinn
ITTCflUi
MUM in. de Hoofdstad.
De naam Friedrich Sinetaoa is hier niet
onbekend. Als componist van een tymphorisch
gedicht «Viatava'', heeft men hem meermalen
ontmoet op de programma's van onze Concert
gebouw-concerten. In dat werk geeft Smetana
blijk van zijn liefde en vereerirg voor zyn
vaderland ; want in een zestal cafereelen, die
men als ouderdeelen van een suite zou kunnen
beschouwen, geeft hij muzikale illustiatiën van
oiiderwtrpen aan de natuur van Bohemen ont
leend. Vooral »Aus Böimens Hain und F/ur"
is zeer bemind en wordt veel gespeeld. 11 dit
en andere orchestwerken helt de schrijver over
r aar de richting der z.g. »Neu- Deutsche Schade",
die zijne hooi'dvertegenwoordigers vindt in
Wsgner en Irszt Smetana is dan ook gedu
rende eenigen tijd leerling geweest van den
laatste *) B jhalve als componist van
»Symphonische Uichtungen" en kamermuziek heeft
Suetana voorts nog van zich doen spreken als
operacomponist. In zijn vaderland wordt hij
afgodisch vereerd en het sterk ontwikkelde
nationale bewustzijn der Tschechen vindt in
hem een fijuur, die veneratie waardig. Niet
het minst zyn het populaire eigenschapper,
welke zijne dramatische scheppingen kenmer
ken en die het Bjheemsche volk zoo in geest
drift brengen. Twee opera'a »die verkaufte
Braut" en »Ier Kuss" hebben hunnen weg
ook gevonden buiten het nationale tbeater te
Praag.
Het Amsterdarasch Lyrisch Tooneel heeft
eerstgenoemd wark ten tooneele gebracht en
door de uitstekende wijze, waarop het zulks
deed, heeft het zich den dank verworven van
ieder, die ontvankelijk is gebleven voor na
veteit in de kunst.
Er zit over het onderwerp, hetwelk overigens
niet bijzonder belangrijk is, eu dat zelfs heel
veel ongerijmdheden bevat, een
verkwik
*) Ojk als componist van
Kamermuziekwerken heeft Smetana z'.eti uaaru gemaakt. Ik
behoef slechts te herinneren aan het bekende
q'iartet »Aas meinem Lebsn1', door het
Boheemsche strijk-qiartet overal gespeeld.
eerste worsteling met den dood, die zyn prooi
reeds klemde in den klauw. De zieke, nu weer
wat bekomen, keek naar het licht, naar de
muren, naar het gelaat van haar broeder, mat
die vreemde, verwonder Je oogen, die verborgen
verschrikkingen schenen te hebben aanschouwd.
Ei zij liefkoaade hem met haar blikken, met
den weeken klank v»n haar stem, met haar
bevende hand, overvloeiende van teederheid
voor het eenige wat haar nog deed hechten
aan het leveo.
Ei teen zij alleen waren zei zy', nog alty'd
met die vreesde stem en dien vreemden biik :
Niet die vrouw, Peppino, die vrouw niet.
* *
Tegen Augustus scheen zij iets beter. Door
de deur van het plaatfj? heen, vielen de zon
nestralen tot op haar bed. E i 's avonds dron
gen alle geluiden van de straat tot baar door :
de kakelende stemmen der buurvrouwen, het
gerinkel der kettingen, wanneer in al de in de
nabijheid staande putten de emmers op en neer
werden galaten, de nieuwe straatdeunij is, de
accjorden, die de barbier op zijn guitaar aan
sloeg. Da dochter van den timmerman kwam
binnen rrnt een bloem in het haar en met een
vroolyken lach, die sprak van j-ugd en ge
zondheid.
Neen, ga nog niet weg! Ziet u dan niet
hoeveel goed uw tegenwoordigheid alleen de
arme zieke ai doet'?
Maar 't is al zoo laaf, m'jnheer. Ik boj
hier al een uur.
Neen, 't is nog niet laat. Ze weten bij
u thuis loch dat u hier bmt. Zeg liever maar
dat u verwacht wordt door een vriendin ...
O neen, neen . ..
Of door een vriend misschien. Ja, ja dat
zal 't zijn. 'c Is zeker het uur dat hij u
gawoonlijk opwacht met een sigaartj: in. den mond.
Wat voor onzin sprei kt u toch .. .
Zeker, zeker... 'c zal wel zoo wezen,
zoo'n mooi meii-je als u ... dat ij Inel natuur
lijk. Wie zou Liet verliefd op u worden a's hij
u ziet... en hoort lachen 'l
Dfe, hoe is 't mogelijk dat u nu aan zulke
dinaen denkt !
En eens, toen zij, door het licht der maan
beschenen, in de geopende d ur stonden, waagde
hij zelfs te zegden :
Kon ik die gelukkige zijn !
Zyn zenuwachtigheid belette hem haast te
spreken. Zou hij verder gaan V Maar zijn zuster
wensc'nte het toch Ojk ! ... Hst meL«je durfde
uit verlegenheid haar hand. die hy in de zijne
hield, niet terugtrekken. En hij stiet eenige
on ;amenhangende woorden uit: over liefde, die
allen gelijk maakt en verschil van stand en
vermogen en leeftijd uitvvischt, o?er de poëzie,
die van de ziel ie, wat de geur is van de bloem,
over de schatten vai zuivere liefde, verborgen
in de bedeesde z'elen. Het rneisj ?, wier d <or
de maau verlicht gezichtje doodsbleek was ge
worden, zag hem aan met grpote, opengesperde
oogen, v/aar ontzetting uit sprak.
Dit uur zal ik nooit vergeten, A»atha.
Ei dien naam ook niet. Al 'gn we ver van
elkaar ... tooh zullen wy' beiden ... dit uur
gedenken...
Toe, laat mij gaan, laat my' gaan. Goe
den avond !
* *
Tegen een berg kussens geleund lag de zieke
op gedempten toon te praten met haar broeder,
kend poë.issh waas uitgespreid; zoo iets van
woudgeur en boschlncht; het is een dorps
idylle, zonder schokkende of hefcig dramatische
accenten, maar waaraan een volk met edele
kern en van onverdorven karakter zyn oprechte
vreugde beleeft. Of nu deze tschechische vrucht
op onzen bodem kan overgeplant worden ?
Da tyd moet het leeren. Ons volk heeit echter
niet de eigenschappen om behagen te vin dan
in naïjven, onschuldigen humor. Het vermogen
om van de romantiek in de kunst te genieten
schijnt voor ons niet weggelegd. Pogingen om
Weber's »Freischütz'' hier populair te maken,
hebben tot dusverre vrijwel schipbreuk ge
leden en da», is toch een werk op ende op
romantisch en als het ware geheel ontstaan
uit den geest van het Duitsche volk.
In menig opzicht toonen Weber's
»FreiscLirz" en Stnetana's »Verkanfte Braut"
punten van overeenkomst. Niet dat de hande
ling van beide werken dezelfde of nagenoeg
dezelfde is, doch omdat in beide werken een
gelijke liefde doorstraalt voor den beminden
vaderlandschen bodem, en omdat in beide wer
ken de aard en het karakter der handelende
personen gezocht moeten worden by
debewor.ers van bosch en gebergte Ik zou het zeer
toejuichen indien »ie verkochte Bruid" hier
een groot aantal opvoeringen mocht beleven,
eerstens omdat op die wij ie de aandacht van
ons volk zou worden afgetrokken van stukken
met geraffi leerde tendens, ten tweede omdat
de muziek van Snetana's werk eigenschappen
bevat van by zondere schoonheid
De ouverture, met zy'ti bswegalyk fugatisch
hoofdthema, doet reeds vermoeden dat men
iets geheel aparts te hooren zal krijgen, en dat
vermoeden wordt bewaarheid
In den eigelijken zin modern, kan men »ie
verkochte Bruid" niet noemen Men vindt er
afgesloten nummers in, men ontmoet er recita
tieven in den ouden trant en men mist
het gebruik van het »L?itmotiv". Smetana
(1824?1881) schreef trouwens zyn opera reeds
in 18G6.
In hooge mate melodisch echter is het vocale
gedeelte behandeld en het orchest is steeds
rijk van inhoud en schoon van kleur. Hst
duet tusschen de beide hoofdpersonen in de
eerste acte, dat in de tweede acte tusschen
M«ie en Wenzel, het S 'X?et in de derde acte
en byna alle koren mogen hiervan als bewy's
gelden. Opmerkelijk is het fijne gebruik dat
de componist weet te maken van
allercharmantste dansrhy hmen, vooral in het fi lale der
eerste akte en by het aardige optreden van den
reizenden kermistroep.
Voorts zorgen Wan zei en Kezal voor »la
note corrrq ie" en .... men moet het erkennen,
ook in de muziek zijn de grappen goed
geteekend.
Als een buitengewoon voortreffelijke kunste
nares toonde zici wederom mej. Antoinette
Sohns. Waarlijk, zij haalde uit hare party'
wat er inzat Zoowel in momenten van teeder
heid, als in die van schalkschheid was zij uit
stekend, maar in de laatste toch nog meer.
Daarnaast noem ik den heer Joh. Sjhmier,
die een zeer goed typa gemaakt had van den
huwelijks-makelaar. Hidde de heer Sïhtnier
een weinig meer distinctie in zyn uitspraak
weten ta leggen, dan voorzeker zou zyn uit
beelding niet minder boog gestaan hebben dan
die van mej. Sjhns. Wenzel, de stotterende
dwaas, werd door den heer Baesnach mede
zeer goed getypeerd Bij zoo'n rol wil men
den zanger wel wat vergeven ten bate van den
too^eelspeler.
HtUHIimtMIMHïNtlflIllimMUIIIJtlHtnill
die, nog steeds met den hoed op en het
badientj? tusschen de baenen, naast het bed zat.
Het scheen dat zij hem iets gewichtigs te zeg
gen had, te oordjelen naar de zenu jachtigheid,
die haar telkens het spreken moeil.,k maakte,
naar de blikken, dis zij op hem wierp, naar
het vluchtige rood, dat telkens haar onvoldaan
gezicht kleurde. E nde'y'k vroeg ze, het hoofl
voorover buigende :
Waarom denk ja toch niet aan trouwen ?
Neen, wel neen, antwoordde hij het hoofd
schuddende.
- Waarom niet ? ... Nu, dat de tijd er nog
voor is... Liter, a's je oud bent... en al
leen .. . hoe zul je dan dosn ?
Haar broeder, wi^ti de tranen het spreken
beletten, zei om zoo epoe lig mogelijk een einde
te maken aan het gssprek:
Het is nu niet de tijd om hierover te praten.
* *
Toch kwam ze er telkens weer op teru?.
Als ie nu eens een mooi meii-ja vond,
een mooi, ryk, ontwikkeld meisjp, van goede
familie, dat heeiemaa! leefde voor jou . ..
En op een avond dat aj zich minder goed
voelde begon zij er weer over te praten, met
die ziekelijke onrus!, die van haar kyaal een
gevolg was.
N;en, laat me uitspreken, het praten
va't me op het oogeobük niet zoo heel moeilijk.
11 mag het niet langer lijielijk aanzien dat j1.
j; zoo opc;ff:rt en al je tijd geefc aan my ...
j.3 heele jeugd gaat er mee heen ... jij, die zoo
gemakkelijk een goed, rijk huwelijk zou kunnen
doen ... Je zou dm de tchool vaarwel zeg
gen . .. des te beter l... We zouden dan alle
maal samen kunnen wonen,... en oas eigen
huisje hebben, . . . n kamertjs zou voor mij
voldoende zij i.. . Ik wou dat het op den tuin
uitkwam ... Ik heb er altijd naar verlangd van
uit mijn bed dan hemel tg kuanen zien ... en
het groen en de boomen . .. b.v. oai een raam
te hebben, diar waar nu het gordijn is... een
raam dat uitziet op de velden...
Zj hoorde i don regen een dier regens,
die een voorbode zij a van den herfst een
tonig ruischen op het plaatsje en kletterend
droppsn op de tinnen pan, die buiten was
blijven staan. Djor het loeien van den wind
heen, klonk met menschelijk geluid, het ge
schreeuw van een kat.
De schoolmeester, die geluisterd had, naar
wat zijn zuster, met haar altijd werkende ver
beelding, overluld had gedacht van de lucht en
het groen en de zon, vrueg haar teeder:
Zm je, nu de herfst komt, blij zijn. als
je naar buitea kon gaan ?
En de school dan ? vroeg zij levendig .. .
Kien, ah j i miar trouwde met een meisje,
da1: een beetje geld heeft... of een klein bui
tentje ...
O die vrouwen ! Als zy' zich eenmaal iets
in het hoofd hebben gezet l ... zei bij met
een melancholiek lachje.
En hy scheen te twijfelen. Maar na eenigen
<ijd te hebben nagedacht zei hy beslist:
Ik verkoop mezelf niet, neen.
En met waardigheid knoopte hy zijn overjas toe.
Als ik een keus moest doen... als ik
ooit... Maar och, wat voor nut heeft het er
over te spreken basloot hy eindelijk. Ik ben
te veel ge:teld op my'n vrijheid
Zj b\e>.t volhouden dat men dien stap moet
doen, zoo lang men nog jong is, ea dat men,
H «is. de heer Schulre, had zeer goede
oogecblikken, vooral in de hoogte; in de
middeltonen bezit zyn stem alty'd nog weinig klank.
Zyn spel begint reeds wat losssr te worden.
Da dames Domela Nieuwenhais en Verhage
en de heer e a En beier en Deny's zongen teer
goed; het bovengenoemde B'x'et o. a klonk
zeer mooi; maar met hun spel schenen zij
nog niet recht te weten wat er mede aan te
vangen. Het kermis-intermezzo was wel aardig,
maar het vocale gedeelte er van valt wel ietwat
uit het kader dat hier in dit blad gewoonlijk
besproken wordt.
Hat was een ganot het koor te hooren.
Jonge, zuivere en friescha stemmen en over
het algemeen ook beschaafde uitspraak Ea
toch won hat orchest het nog van het koor.
Rbythmisch vast en juist en met veel scha
keering speelden de heeren onder de ener
gieke leiding van hunnen kapelmeester Psiter
Riabe. Indien de begeleiding, vooral va i het
strykquartet, ietwat meer gematigd ware ge
weest, dan zou men al heel wehiig hebben
kunnen aanmerken. Ilje klonk de ouverture
niet farm en fl nk I Als daar nu nog eens
strijk-instrumenten van beter gehalte waren
geweest l
Da regie van den heer Henry Eigelen was
zeer goed verzorgd; alleen aan het slot van
de eerste acte zou het misschien wenschelyk
zijn niet alleen de dansende paren, maar ook
de toeschouwers een wat meer bewegelijk
aandeel in de handeling te geven. Doch den
heer Peter Kiabe zy'n wy' den grootsten dank
verschuldigd voor de echt artistieke wy'ze
waarop hy' de opvoering heeft voorbereid en
geleid.
Met een gevoel van voldaanheid verliet ik
den schouwburg op het L^idscheplein. Ik kon
de gedachte aan een kort te voren in het
zelfde theater plaats gehad hebbende
Lohengrinopvosrirg niet uit mijn geest verbannen en...
doch getosg hierover. Als dit nummer
versshy'nt dan is misschien de opera crisis wederom
in een nieuw staiinm getreden.
Ouder de concert-uitvoerirgen, die deze
week hebben plaats gevonden, trok rog de
aandacht het optreden van Mcj Muriel Foster
een engelsche alt-zangsres, met een mooi, vol
en week orgaan, die een niet zeer bela gry'ke
aria uit Dvorak's Stabat Mater, met niet geheel
zuiveren toon ten be>te gaf, doch in liederen
van Brahms en Grieg eengroot en welverdiend
succea had. Op dezelfde uitvoering in het Con
certgebouw gaf het orchest, behalve een mooie
reproductie van Gide's ouverture Nachk a ge
van Ojsian, een reprise van Elgar's
orchestvariatiên. Het werk werd wederom zeer mooi
gespeeld en bleek opnieuw van superieur gehalte
te zijn. Da heer Mengelberg maakte de pauzen
tusschen de verschillende nummers naar my'n
gevoel ietwat te lang.
Het Fitzner- q'iartet uit Weenen, bastaan.de
uit de heeren II idolf Fitzner, Theodor Hess,
Jaroslow Cierny en Anton Walther, gaf in de
afgeloopen week een paar concerten, waarop
o a. een manuscript-strijkq'iartetvan Jan Brandts
Buys gespeeld werd. Zonder aan de aller
hoogste ehchei te kunnen voldoen, scbynee,
volgen* door my ingewonnen mededeelingen,
de vier heeren uit Weenen met grooten ernst
en onbetwistbaar meesterschap, het qiartetspel
te beoefmen.
Ten slotte nog de vermelding dat de
zesen-twintigste uitvoering van het onder my'n
leiding staande *K!ein- koor a Cappalla" Zondag
14 dezer plaats vond i* de lijnde Luthersche
Kerk en dat toen werden ten gehoore gebracht
llliiiitiiimiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiltiiiHiiiiitiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiu
als men zyn tyd Int voorbijgaan, later in de
handen valt van huurlingen en intriganten,
En toen haar broader maar niet zwichtte
Het zy' zich op de tu-en zinspelende in
een. opwelling van achterdocht en jaloezie
ontvallen:
Maar zie je dan riet dat ze zich al nestelsn
in j 3 huis en allerlei plannen hsbbea ?
En zij stierf met de schry'nende gedachte
dat haar broer achterbleef ten prooi aan de
listen en kuiperyen van intriganten.
# *
Daar zij, hoe bescheiden het plelj s ook was,
dat zy ty'dens haar leven had ingenomen, een
groote leeg'e achterliet in de kleine woning en
haar broer er zich verloren voelde als in een
eindelooze ruimte, ging hy 's avonds, na afloop
der lessen, bij den timmerman zitten, door een
weemoedige dankbaarheid aan het jonge meisje,
dat de arme zieke zoo vaak verzorgd had,
daarheen gelokt. Maar de timmerman, d e nu
juist liet hoog timmerde en niet altijd alles
begreep van wat zijn buurman te vertellen
had, g*f hem op nogal ondubbelzinnige wy'ze
te kennen dat hij in zijn winkel geen school
meesters gebruiken kon. Ook donna Mena, die
na eenigen tyd begon op te merken dat zyn
bezoeken elkaar hoe langer boe spoediger op
volgden en dat hij nooit ophield haar te be
danken voor de diensten, de arme doode
bewezen, zei hem eens zonder complimenten:
Hoor eens, don Peppino, 't is beter dat
ja maar in eens zegt wat je te zeggen hebt.
Want de heele buurt babbelt al over ons beiden.
De arme schoolmeester raakte, door dezen
onverhoedschen uitval, geheel van de wijs. Maar
hy probeerde zich goed te houden en al zijn
moed bij elkaar rapende, begon hij :
Nu dan, donna Mena, ik heb tot nu toe
geen besluit willen nemen omdat ik te veel
gesteld was op mijn vrijheid... maar nu dat
we elkaar beter kennen ... als je nu wilt.. .
O wou j's d*t ? .. . Nu, je bent waarachtig
no,* zoo dom niet. Je hebt er zeker genoeg
van, alty'd zoo met de jongens langs de straten
te gaan. Maar we hebben samen onze schaapjes
op het droge gebracht... mijn man zaliger en
ik. Ea dat hebben we niet gedaan voor het
plezier' van een derde.
* #
lederen ochtend en iederen avond zag men
den schoolmeester voorbijgaan, alty'd met een
onwillig knaapje aan da eene hand, terwijl de
anderen ordeloos achter hem aanliepen; alty'd
met denzelfden wonderlijken hoed op en met
zijn glimmende schoenen en koffl.ikleurige bak
kebaarden ; altijd met het lijdzame gezicht van
iemand, wieus geheele leven voorby is gegaïn
met de jeugd het b-a-ba \oor te spellen, en
altijd met den neus in den wind een zuster
ziel zoekende.
En als hij in zy'n eenzame woning was
teruggekeerd, sloot hij de deur en ging den
vloer veger, zyn bed opmaken en allerlei hui
selijke bezigheden verrichten, waar hij nu geheel
alleen voor stond, 's Morgens voordat het licht
was, stocd hij reeds op, maak'.e een vuurtje,
poetste zyn schoenen, borstelde zijn kleeren en
ging dan, met den kraag van nijn j»s hoog
opges'agen, alledn en melancholiek in het
plaatsje zijn kofflj drinken. En zelfs nu, dat
de arme doode het niet meer noodig ha J, legde
hy nog alty'd een paar stuivers op zy vóór de
melk.