De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 21 december pagina 8

21 december 1902 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

Sc DE A MS T EB DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1330 bijzonder na te gaan; slechts enkele grepen deden wq uit de rijke voorraad afbeeldingen die «selected specimens" van >Indonesian Art" geven. Maar zij brachten ons de dingen zalven weer voor den geest, en deden ons begrepen worden, ten slotte het gevoel voor het schoone in hun zou dooden, en daardoor bet mooiste uit hun leven zou wegnemen. Het is daarom dat deze uitgave, die door Gekleurde Wajangfiguren uit buffelleder gesneden, afbeeldingen van Qiva, Mahadeva, Brahma, Vishnoe, enz. weer zien die kunstzin en dat kunstgevoel dat den inlander kenmerkt, en de gedachte kwam weer bij ons op, dat men, door niet gerfoeg waarde te hechten aan het bestaan dezer kunstuitingen, die door heel het volk IIIIIIIIIIIIIIIHII IIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1I Taco Mesdag en Van mol, In Polchri Studio wordt, beginnende met 13 Deo., een reeks groepententoonstellingen gebonden van de leden. Het bestuur heeft evenwel gemeend, deze tentoonstellingen te doen voorafgaan van eene tentoonstelling van werken van de kort na elkaar overleden kunst schilders Taco Mesdag en Van Thol, beiden, leden van het genootschap; opdat, zooals het voorwoord van den catalogus zegt: deze ten toonstelling er toe zal bijdragen de nagedach tenis der beide leden in levendige herinnering ! te honden. j De Drentsche hei was voor Taco Mesdag, wat de Noordzee was voor zijn broeder H. W. Mesdag: het onderwerp voor een reeks schil dergen, die, wat H. W. Mesdag betreft, daar mede een juist beeld heeft gegeven van zqne stoere persoonlijkheid, van zy"n wilskracht en van zijn kunstenaarstalent. Afgaande op het werk van Taco, komt men er toe om te besluiten, dat diens persoonlijk heid meer op den achtergrond is gebleven en verdrongen is geworden door de omgeving te midden waarvan hu leefde, vandaar in het werk eene zekere weifeling, eene onbeslistheid, eene angstvalligheid, waar de stilte van het atelier, de eenzaamheid van de landstreek waar hij z\jne studies maakte, nog eene zekere zwaarmoedigheid aan meedeelde, die omgezet werd in een aschgreuwen toon, die vele zy'ner schilderden kenmerken en minder aantrek kelijk maken. Heeft Taco Mesdag misschien niet geheel kunnen weergeven, waardoor zijn oog zoo vaak door de aanschouwing van de grootsche eentonigheid van de Drentsche heide getroffen werd, en die hem in die heerlijke natuur tot peinzen en mijmering stemde, toch liet hy eenige werken na, waarin hy ten minste zekere bevrediging en voldaanbeid zal gekend hebben, en dan noem ik zyn heide b\j Vries, uit het museum H. W. Mesdag. Zijn de voorbeelden der Fransche meesters hem zichtbaar van krachtigen steun geweest, hij heeft de voldoening gekend van den kun stenaar, die een werk tot stand bracht, waarin hQ, al was het dan niet luide, dan toch heeft kunnen uitdrukken, wat bij gevoelde, al heeft b.y dat nooit volkomen kunnen doen. Het werk van H. O. van Thol, is dat van iemand, die in de kracht van zijn leven, in volle bewustheid, te midden van zijn werk in eens door een noodlottig toeval weggerukt werd van de zijnen,, uit het leven, dat hem nog vreugde schonk, illusies, die hu nog wilde verwezenlijken. Daar is toch zijne laatste stu die, geschilderd een dag voor zijn dood. Een studie buiten by Vierhouten (No. 93). Daarin is alles vreugde, de vreugde, de blij heid van het mooie licht op dien zomersenen achtermiddag, dat hem tegenstroomde uit die hooge lucht en door zijn oog ontleed werd in een rijk maar teer palet; dat licht, dat hem nog de laatste verrukking gaf, die hij kon vertolken, de laatste ontroering, die hu als kunstenaar intens gevoeld heeft en nog heeft kunnen ontleden door zijn kleurminnend oog. Het werk van Van Thol is dat van eene zachte, gelijkmatige, eenvoudige, kalme, rustige natuur, die wel vatbaar was voor hevige emo ties ; doch die hu wist te beheerschen, wat zichtbaar is wanneer wij eenige zijner studies met zijne schilderijen vergelijken. Daar zijn eenige wel mooie studies (45, 47, 65, 84, 88, 90, 91, 92) naar eenvoudige gegevens: o. m. heidegezichten met sneeuw en wat kreupelhout met hier en daar nog een oranjekleurige of roestklenrige noot van het verdorde herfstblad, dat is blijven hangen; een paar kereltjes met grijs-blanwe kieltjes verhoogen de blankheid van de sneeuw, terwijl het zonlicht rose en lichtgele lichtvlekken teekent op da blauwige sneeu».] tal van goede reproducties er toe mede werkt, belangstelling te wekken in Indische kunst en kunstnijverheid, ten volle onze waardeering en sympathie verdient. R. W. P. Jr. iimiiiiiiiiiiiiiiii Deza studies waren hem een steun bij het maken zijner schilderijen; meestal landschap pen met sneeuw, waarin hy dan die momen ten uitdrukte, wanneer het buiten stil was, wanneer de sneeuw was als een zachte witte wade, die uitgespreid lag op de aarde, en deze zacht verwarmde. Van Thol gaf niet den ijskouden, guren winter met zyn onheil spellende rossige luchten, met zy'n aanblik van verschrikking en ellende, zooals Jacob Maria en Breitner die weergaven; Van Thol gaf de vredige wintersene stilte van het besneeuwde Geldersche landschap op de Velu we of van den Hollandschen polder, eenvoudig, intiem weer. Een klein honderdtal geencadreerde schil derijen en studies, benevens een zestigtal losse schetsjes en studies, geven te samen een beeld van den jonggestorven, fijngevoeligen schilder, die het geluk in zy'n werk vond, die eerlijk en oprecht beeft weergegeven wat hem als kunstenaar in de natuur heeft getroffen, waar door hij genoten heeft en vreugde heeft gekend door de voldoening, die hem zy'n werk schonk. 20 Nov. L. LACOMBIÉ. UIT DE NATUUR V. In Artis. « Etn Paradijsvogel. Dat is het heerlyke van Artis; nooit is men er uitgekeken, telkens is er wat nieuws te zien, van de week hier of ginds in een volière, in de een of andere galerij, de volgende week in een vijver of een museum, in 't aquarium of in de mopien tuin zelf met zy'n prachtboomen en kostelgke heesterpartijen, zyn bloemperken en serres, zyn wilde bloemen, vlinders en vogels. Wie geen Amsterdammer is, en maar een dood enkelen middag in Artis mag doorbrengen verkeert, net als ik vroeger, in de stellige meening dat ieder Amsterdammer, die 't maar eventjes missen kan, ook lid van't Genootschap cal wezen. En je voelt iets als jaloerschheid, als je bedenkt, dat die heerlijkheid eiken Zondag, eiken vrijen dag voor hen openstaat. Och wat vergissen zy zich, die zoo denkan. Zeker, er zijn er duizenden, die heel wat voor Artis over hebben. Er zyn evenwel ook nog heel wat Amsterdammers, die het om het geld niet behoeven te laten, en die toch geen steun geven aan de diergaarde, welke om zy'n rijkdom aan vormen en de wetenschappelijke waarde de trots is van de hoofdstad. En vraagt ge naar de reden, Ja, we hebben 't ons al lang voorgenomen, maar er is tot nu toe niets van gekomen en dan, het nieuwtje is er zoo gauw af." Och, kom, dat heeft u immers maar van hooren zeggen, het nieuwtje behoeft er nooit af te gaan, als men maar een ziertje van dieren houdt en wat oog heeft, of zoekt te krijgen, voor mooie vormen en kleuren. Een beetje geduld om hier en daar een poosje te blijven luisteren of kijken, is alles wat er noodig is; ge moet vooral uw kinderen aanraden niet bij elk bezoek den heelen tuin af te loopen, maar telkens een klein hoekje nemen. Als ik 's winters Artis binnenloop, sla ik altyd dadelijk bij 't groote hek linksom, tusschen kameelen en lama's. Die spuw-beesten zien er nu nog haveloozer uit dan de bedelaars van Jan Steen en Teniers; 't is of ze schrikkelijk geplubhaard hebben, zoo hangen de baardotten, als losgerukte pruiken by hun lijf neer. Vooral die voorste lama, de guanaco, de gemeenste spuwer van de vyf, is bepaald ontoonbaar; maar dat is enkel en alleen de najaars-schoon maak, straks zyn de diertjes weer zoo glad als geroskamde paarden. Nu even 't zaaltje in, dat in den uitersten noordoosthoek van den tuin ligt, tegenover Plancius. Ge weet wel, het logies van de pape gaaien en van wy'len de kiwi. Maar eerst moet ik een oogje gunnen aan die ry hoornen, die 's zomers het gebouw in de schaduw houden; mooie, foifche boomen toch die platanen met die artistieke naamkaartjes op hun stam; de takken van hun kroon doen eikenkronkels na, en bee! boven in de kruin schommelen een paar koolmeezen, (je ziet 't duidelijk aan de zwarte streep op de gele borst) op de enkele vruchten die er nog bengelen; dat zy'n twee of drie bolletjes aan een draadje, net kleine semaphoren; aardig speelgoed voor de vogels; jammer dat die, net als de kinderen, ook zoo graag weten willen wat er binnen in zit. In de zaal is iets heel moois te zien, de paradysvogel is bezig zijn galapak aan te trekken, hij ia er al eenige maanden mee doende, maar 't is nu zoowat half gereed. Het zit prachtig, dat is al te zien en 't is zoo gaaf en zoo vlekkeloos rein, dat het haast niet te gelooven is by een gekooiden paradysvogel. De twee lange bruine draadveeren missen geen puntje en de staartveeren lijken witte wolken van 't fijnste asparaguslpof; dat zyn geen veeren meer, dat zyn fijne zy'den haren, alle keurig op hun plaats; geen dartel pluisje mag het verloop der heerlyke golflynen storen, die zachtjes neerdalen van zijn bruinen rug. En wat een kop l De lange snavel van 't fijnste en zachtste blauw, rondom een zwart randje, de keel gpudgroenbrons, dV schedel effen crème; en dan die prachtige roodgele zy veeren, ook daar smetje noch verschoven veertje. Hoe kan dat?" vraagt elke kenner. Zoo'n beest met lange veeren moet ze toch stuk vliegen!" Toch niet. Ten eerst is de glazen, kooi, heel groot en dan, het dier is zoo mak als een sysje. De oppasser gaat heel kalmpjes in de kooi de glazen van binnen lappen, en de vogel blijft bedaard op z'n stokje zitten. Hy' weet wel, dat de baas meelwormen in den zak heeft en bedelt er om. 't Is verbazend hoe behendig de paradijsvogel het larfje weet op te vangen, dat zyn oppasser omhoog of voorlangs hem gooit. Nooit mist zyn lange snavel den greep. Hy rekt en draait den hals en weg is 't wormpje. Van den bodem neemt hy' niets op, daar komt hy' alleen om te baden; den geheelen zonnigen morgen besteedt hy' aan 't maken van zy'n toilet, elk oranje zy'veertje gaat door den snavel, elk stofje, elk smetje wordt weggewasschen. 't Is dan ook een verbazend zinde lijke vogel, en koket er by. Let maar eens op hoe hy zich laat bewonde ren en zich zelf met welbehagen bekijkt. Men heeft hem al eens een spiegel voor gehouden en 't dier herkende zich zelf, of hy meende een soortgenoot te zien; in elk geval blijkt het, dat hy' zy'n vorm en kleuren kent. Is hy eenmaal goed schoongepoetst en op gekamd dan past hy' heel goed op, niet weer vuil te worden en komt niet van zy'n tak, al werpt men 't lekkerste hapje op den bo dem. Ook pronkt hy' tegen 'zich zelf als niemand naar hem kijkt. Ge kunt u nu best voor stellen, hoe hy' indertijd op Nieuw-Guinea in de vy'geboomen zat en den gepluimden hals bedaard rek kend en buigend, de voorbij vliegende insecten snapte of een vruchtje afpikte; ge herinnert u nu stellig weer hoe ge als kind al gelezen hebt, dat de Papoea's, met blaasroeren of py'l en boog gewapend, in de boomen klauteren en de paradysvogel het giftige py'ltje in 't Ijjf blazen of schieten, heel stil letjes en moorddadig. Zoo'n vogel zit er dan ook net voor om beslopen ea geraakt te worden; kyk maar naar den onzen. Jam mer van het prachtige dier. Maar de Europeanen betaal den de huiden heel duur, vooral in de eerste tijden van de Compagnie werd de vogel met uitroeiing be dreigd; en in de laatste jaren opnieuw, toen de mode vogelhuiden by millioenen verlangde. Dat is ook alweer voorby' en geleden, niet waar? Dit zelfde zoo vaak vergeten zaaltje bergt nog veel meer, dat 't bekyken ruimschoots waard is. Dat laten we voor een andere keer, een diergaarde moet niet bewandeld worden als een gewone tentoonstelling; alles leeft hier en juist dat leven maakt het zoo aantrekkelijk. 't Is buiten heel wat frisscher dan daar by de beestjes. De apenkooi draaien wy groote menschen^ onmiddellijk den rug toe, al jankt die groote klapperaap om aangehaald te worden; hy' heelt zeker indertijd voor onze Jantjes heel wat cocosnoten uit de palmplnimen gehaald en is gewoon te soebatten om lekkers, Hy heeft het ook erg eenzaam; zyn wijfje is tydelyk apart gezet, 't is beter voor haar dat züeen poosje niet gestoord wordt, straks is de vreugde van 't weerzien drie maal zoo groot. Vlak voor ons hebben we 't laantje met de hazelaars, daar hangen ze al weer, de veelgeloofde katjes, die nog voor de sneeuwklokjes den mooien ty'd van bloeien en geuren inwyden. Ze hangen nog wat strak, toch al kant en klaar om te gaan stuiven, maar eerst zal de melkboer nog wel eens in zijn wanten blazen. Schuin tegenover den hazelaar staat ook al iiiiifiiiiimiiiiHiiiiiiiiiiiiMiiifiiiiimiiiiimiijmiiiiiliiiiiiiiiiiiii een boom op bloeien, de gele kornoelje; die zou je ook willen wijsmaken dat de lente al op handen is, zoo overvol zit hy met bloemknoppen en zoo dik zijn ze; eerst als de hazelaar heelemaal uitgebloeid is, zal hij zyn duizend sterretjes laten flikkeren in 't Februari zonnetje, 't Is een van onze ongeduldigste boomen. Als 't geen strenge winter wordt, moet ge in Januari al eens gaan kyken, dan barst er hier en daar al een bloemknop en een veel kleiner geel bloemknopje, soms twee of drie, turen er nieuwsgierig uit, voorzichtig, heel schuchter opent er een zy'n kroontje, maar sluit weer gauw potdicht zoodra de wind naar 't Oosten draait. E. HEIMANS. iiliiiliiiimiimmiiiiiMiiiitiiiillimiMiMiiiiHii ZWITSERSCHE MAATSCHAPPIJ v a ii Levensverzekering en l.ijfreiile. OPGERICHT?1857?ZÜB1CH, N.-Z. Voorburgwal 232, AMSTERDAM. Is de oudste der Zwitsersche Maatschappijen. Behoort tot de soliedste en zuinigst beheerde. Sloot in Zwitserland meer Kapitalen en Renten af dan eenige andere Maatschappu- Heeft de voordeeligste verzekeringsvoorwaarden die bestaan Bestemt haar geheele winst voor de verzekerden. Bezit voor elke / 100 verplichting, f 115 vermogen. Een Polis van Levensverzekering die tevens een rentegevend effect is verschaft u THE MUTUAL Life Insurance Company of New-York. Rictoi t MctMy, Prestal OPGEE1CRT 1843. Verzekerd Kapitaal f 3.300.000.000 of 3 Milliard en 300 Millioen Gulden. Onder alle bestaande Maatschappijen van Levensverzekering en Lijfrente is The Mutual" de belangrijkste en de voordeeligste Haar Waarborgfonds behaalt thans het reusachtig cijfer van ruim 945 Millioen Gulden ; het bedrag van gedane Uitkeeringen van af oprichtirg tot nu toe, aan Polishouders in Teven of aan hunne Erven meer dan 1475 Millioen Gulden, waaronder alleen als Divider d of Winst verre over de 260 Millioen Gulden. Hoofdkantoor der Directie voor Nederland: Gebouw Mercurius"', Spui , Amsterdam. Polissen van Lijfrente of Levensverzekering van af Fl. 1000.?kapitaal en hooger tot elk gewenscht bedrag en onder elk gewenschten vorm. N.B- Aan het einde van het 3e Premiejaar gaat voor de Contracten met Winstaandeel in het recht op herleiding, afkoop en beleening, waarvan de rubrieken in elke polis staan aangegeven. Inlichtingen, Prospecti, etc. verkrijgbaar bij de Heeren Inspecteurs: H. P. Schalekamp, Den Haag, J. J. H. Grolle, Zalt-Bommel, J. W. van Beurden, Amsterdam, A. E. Meister, Enschedé, P. de Graaff, Groningen, Ant. L. Akkerhuys, Watergraafsmeer bij Amsterdam ; eveneens bij onze Heeren Agenten op verschillende plaatsen des lands en ten Directiekan tore voornoemd. THEOD. J. A. BIEN, Directew. * fflEÜBILEER-INKlCBTIÏG cte ^hoenix", 234 Spuistraat, AMSTERDAM. Grootste Inrichting voor CompleeteMeubileering tegen vooruit bepaalden totaalprijs. P»le1o»n 39781 Yolledige garantie. Voordeelige prtJM* Lroring en plaatsing door eigen personeel door geheel Nederland. Zunstsaal Panorama. Panoramagebouw, Plantage, Bijzonder fraaie KASTEN, BUREAUX, BUFFETTEN en andere Meubelen,POROELEIN en AARDEWERK, PERSISOHE TAPIJTEN. Entree vrij* Zondag» geopend, KUNSTZAAL PROSES6BACHT 872. GOUDEKET & C". (Schilderijen, (Aquarellen, en gravures. Telefoonnuuaer 44U. FAIENCE EN TEGEL FABRIEK HOLLAND NAAML-VENN-CEV-TE UTRECHT i BINNEN-: .rü.'HUIS INRICHTINGTOT MEUBELEERING EN-VERSIERING ^DER-WONING 12O ? ROKIN 12 Etsen van WILM STEFXINK, Met Tekst van J. F. VAN SOMEREN, Bibliothecaris te Utrecht. Gedrukt op zeer fraai papier, de tekst in rood kader met vele vignetten en handteekeningen, kost dit prachtwerk (groot folio form.) gebonden* slechts ? 12.5O.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl