Historisch Archief 1877-1940
Sc
DE A MS T EB DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1330
bijzonder na te gaan; slechts enkele grepen
deden wq uit de rijke voorraad afbeeldingen
die «selected specimens" van >Indonesian
Art" geven. Maar zij brachten ons de dingen
zalven weer voor den geest, en deden ons
begrepen worden, ten slotte het gevoel
voor het schoone in hun zou dooden, en
daardoor bet mooiste uit hun leven zou
wegnemen.
Het is daarom dat deze uitgave, die door
Gekleurde Wajangfiguren uit buffelleder gesneden, afbeeldingen van
Qiva, Mahadeva, Brahma, Vishnoe, enz.
weer zien die kunstzin en dat kunstgevoel
dat den inlander kenmerkt, en de gedachte
kwam weer bij ons op, dat men, door niet
gerfoeg waarde te hechten aan het bestaan
dezer kunstuitingen, die door heel het volk
IIIIIIIIIIIIIIIHII
IIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1I
Taco Mesdag en Van mol,
In Polchri Studio wordt, beginnende met
13 Deo., een reeks groepententoonstellingen
gebonden van de leden. Het bestuur heeft
evenwel gemeend, deze tentoonstellingen te
doen voorafgaan van eene tentoonstelling van
werken van de kort na elkaar overleden kunst
schilders Taco Mesdag en Van Thol, beiden,
leden van het genootschap; opdat, zooals het
voorwoord van den catalogus zegt: deze ten
toonstelling er toe zal bijdragen de nagedach
tenis der beide leden in levendige herinnering !
te honden. j
De Drentsche hei was voor Taco Mesdag,
wat de Noordzee was voor zijn broeder H. W.
Mesdag: het onderwerp voor een reeks schil
dergen, die, wat H. W. Mesdag betreft, daar
mede een juist beeld heeft gegeven van zqne
stoere persoonlijkheid, van zy"n wilskracht en
van zijn kunstenaarstalent.
Afgaande op het werk van Taco, komt men
er toe om te besluiten, dat diens persoonlijk
heid meer op den achtergrond is gebleven en
verdrongen is geworden door de omgeving te
midden waarvan hu leefde, vandaar in het
werk eene zekere weifeling, eene onbeslistheid,
eene angstvalligheid, waar de stilte van het
atelier, de eenzaamheid van de landstreek
waar hij z\jne studies maakte, nog eene zekere
zwaarmoedigheid aan meedeelde, die omgezet
werd in een aschgreuwen toon, die vele zy'ner
schilderden kenmerken en minder aantrek
kelijk maken.
Heeft Taco Mesdag misschien niet geheel
kunnen weergeven, waardoor zijn oog zoo
vaak door de aanschouwing van de grootsche
eentonigheid van de Drentsche heide getroffen
werd, en die hem in die heerlijke natuur tot
peinzen en mijmering stemde, toch liet hy
eenige werken na, waarin hy ten minste zekere
bevrediging en voldaanbeid zal gekend hebben,
en dan noem ik zyn heide b\j Vries, uit het
museum H. W. Mesdag.
Zijn de voorbeelden der Fransche meesters
hem zichtbaar van krachtigen steun geweest,
hij heeft de voldoening gekend van den kun
stenaar, die een werk tot stand bracht, waarin
hQ, al was het dan niet luide, dan toch heeft
kunnen uitdrukken, wat bij gevoelde, al heeft
b.y dat nooit volkomen kunnen doen.
Het werk van H. O. van Thol, is dat van
iemand, die in de kracht van zijn leven, in
volle bewustheid, te midden van zijn werk in
eens door een noodlottig toeval weggerukt
werd van de zijnen,, uit het leven, dat hem
nog vreugde schonk, illusies, die hu nog wilde
verwezenlijken. Daar is toch zijne laatste stu
die, geschilderd een dag voor zijn dood.
Een studie buiten by Vierhouten (No. 93).
Daarin is alles vreugde, de vreugde, de blij
heid van het mooie licht op dien zomersenen
achtermiddag, dat hem tegenstroomde uit die
hooge lucht en door zijn oog ontleed werd in
een rijk maar teer palet; dat licht, dat hem
nog de laatste verrukking gaf, die hij kon
vertolken, de laatste ontroering, die hu als
kunstenaar intens gevoeld heeft en nog heeft
kunnen ontleden door zijn kleurminnend oog.
Het werk van Van Thol is dat van eene
zachte, gelijkmatige, eenvoudige, kalme, rustige
natuur, die wel vatbaar was voor hevige emo
ties ; doch die hu wist te beheerschen, wat
zichtbaar is wanneer wij eenige zijner studies
met zijne schilderijen vergelijken. Daar zijn
eenige wel mooie studies (45, 47, 65, 84, 88,
90, 91, 92) naar eenvoudige gegevens: o. m.
heidegezichten met sneeuw en wat kreupelhout
met hier en daar nog een oranjekleurige of
roestklenrige noot van het verdorde herfstblad,
dat is blijven hangen; een paar kereltjes met
grijs-blanwe kieltjes verhoogen de blankheid
van de sneeuw, terwijl het zonlicht rose en
lichtgele lichtvlekken teekent op da blauwige
sneeu».]
tal van goede reproducties er toe mede
werkt, belangstelling te wekken in Indische
kunst en kunstnijverheid, ten volle onze
waardeering en sympathie verdient.
R. W. P. Jr.
iimiiiiiiiiiiiiiiii
Deza studies waren hem een steun bij het
maken zijner schilderijen; meestal landschap
pen met sneeuw, waarin hy dan die momen
ten uitdrukte, wanneer het buiten stil was,
wanneer de sneeuw was als een zachte
witte wade, die uitgespreid lag op de aarde,
en deze zacht verwarmde. Van Thol gaf niet
den ijskouden, guren winter met zyn onheil
spellende rossige luchten, met zy'n aanblik van
verschrikking en ellende, zooals Jacob Maria
en Breitner die weergaven; Van Thol gaf de
vredige wintersene stilte van het besneeuwde
Geldersche landschap op de Velu we of van
den Hollandschen polder, eenvoudig, intiem
weer.
Een klein honderdtal geencadreerde schil
derijen en studies, benevens een zestigtal losse
schetsjes en studies, geven te samen een beeld
van den jonggestorven, fijngevoeligen schilder,
die het geluk in zy'n werk vond, die eerlijk
en oprecht beeft weergegeven wat hem als
kunstenaar in de natuur heeft getroffen, waar
door hij genoten heeft en vreugde heeft gekend
door de voldoening, die hem zy'n werk schonk.
20 Nov. L. LACOMBIÉ.
UIT DE NATUUR
V. In Artis. «
Etn Paradijsvogel.
Dat is het heerlyke van Artis; nooit is men
er uitgekeken, telkens is er wat nieuws te
zien, van de week hier of ginds in een volière,
in de een of andere galerij, de volgende week
in een vijver of een museum, in 't aquarium of
in de mopien tuin zelf met zy'n prachtboomen
en kostelgke heesterpartijen, zyn bloemperken
en serres, zyn wilde bloemen, vlinders en vogels.
Wie geen Amsterdammer is, en maar een
dood enkelen middag in Artis mag doorbrengen
verkeert, net als ik vroeger, in de stellige
meening dat ieder Amsterdammer, die 't maar
eventjes missen kan, ook lid van't Genootschap
cal wezen. En je voelt iets als jaloerschheid,
als je bedenkt, dat die heerlijkheid eiken Zondag,
eiken vrijen dag voor hen openstaat.
Och wat vergissen zy zich, die zoo denkan.
Zeker, er zijn er duizenden, die heel wat voor
Artis over hebben. Er zyn evenwel ook nog
heel wat Amsterdammers, die het om het geld
niet behoeven te laten, en die toch geen steun
geven aan de diergaarde, welke om zy'n rijkdom
aan vormen en de wetenschappelijke waarde
de trots is van de hoofdstad.
En vraagt ge naar de reden, Ja, we hebben
't ons al lang voorgenomen, maar er is tot nu
toe niets van gekomen en dan, het nieuwtje is
er zoo gauw af."
Och, kom, dat heeft u immers maar van
hooren zeggen, het nieuwtje behoeft er nooit
af te gaan, als men maar een ziertje van dieren
houdt en wat oog heeft, of zoekt te krijgen,
voor mooie vormen en kleuren. Een beetje
geduld om hier en daar een poosje te blijven
luisteren of kijken, is alles wat er noodig is;
ge moet vooral uw kinderen aanraden niet bij
elk bezoek den heelen tuin af te loopen, maar
telkens een klein hoekje nemen.
Als ik 's winters Artis binnenloop, sla ik
altyd dadelijk bij 't groote hek linksom, tusschen
kameelen en lama's. Die spuw-beesten zien er
nu nog haveloozer uit dan de bedelaars van
Jan Steen en Teniers; 't is of ze schrikkelijk
geplubhaard hebben, zoo hangen de baardotten,
als losgerukte pruiken by hun lijf neer. Vooral
die voorste lama, de guanaco, de gemeenste
spuwer van de vyf, is bepaald ontoonbaar;
maar dat is enkel en alleen de najaars-schoon
maak, straks zyn de diertjes weer zoo glad als
geroskamde paarden.
Nu even 't zaaltje in, dat in den uitersten
noordoosthoek van den tuin ligt, tegenover
Plancius. Ge weet wel, het logies van de pape
gaaien en van wy'len de kiwi.
Maar eerst moet ik een oogje gunnen aan
die ry hoornen, die 's zomers het gebouw in de
schaduw houden; mooie, foifche boomen toch
die platanen met die artistieke naamkaartjes
op hun stam; de takken van hun kroon doen
eikenkronkels na, en bee! boven in de kruin
schommelen een paar koolmeezen, (je ziet 't
duidelijk aan de zwarte streep op de gele borst)
op de enkele vruchten die er nog bengelen; dat
zy'n twee of drie bolletjes aan een draadje, net
kleine semaphoren; aardig speelgoed voor de
vogels; jammer dat die, net als de kinderen,
ook zoo graag weten willen wat er binnen in zit.
In de zaal is iets heel moois te zien, de
paradysvogel is bezig zijn galapak aan te trekken,
hij ia er al eenige maanden mee doende, maar
't is nu zoowat half gereed.
Het zit prachtig, dat is al te zien en 't is zoo
gaaf en zoo vlekkeloos rein, dat het haast niet
te gelooven is by een gekooiden paradysvogel.
De twee lange bruine draadveeren missen geen
puntje en de staartveeren lijken witte wolken
van 't fijnste asparaguslpof; dat zyn geen veeren
meer, dat zyn fijne zy'den haren, alle keurig
op hun plaats; geen dartel pluisje mag het
verloop der heerlyke golflynen storen, die zachtjes
neerdalen van zijn bruinen rug. En wat een
kop l De lange snavel van 't fijnste en zachtste
blauw, rondom een zwart randje, de keel
gpudgroenbrons, dV schedel effen crème; en dan
die prachtige roodgele zy veeren, ook daar
smetje noch verschoven veertje.
Hoe kan dat?" vraagt elke kenner. Zoo'n
beest met lange veeren moet ze toch stuk
vliegen!" Toch niet. Ten eerst is de glazen,
kooi, heel groot en dan, het dier is zoo mak
als een sysje. De oppasser gaat heel kalmpjes
in de kooi de glazen van binnen lappen, en
de vogel blijft bedaard op z'n stokje zitten.
Hy' weet wel, dat de baas meelwormen in den
zak heeft en bedelt er om. 't Is verbazend hoe
behendig de paradijsvogel het larfje weet op
te vangen, dat zyn oppasser omhoog of
voorlangs hem gooit. Nooit mist zyn lange snavel
den greep. Hy rekt en draait den hals en weg
is 't wormpje.
Van den bodem neemt hy' niets op, daar
komt hy' alleen om te baden; den geheelen
zonnigen morgen besteedt hy' aan 't maken
van zy'n toilet, elk oranje zy'veertje gaat door
den snavel, elk stofje, elk smetje wordt
weggewasschen. 't Is dan ook een verbazend zinde
lijke vogel, en koket er by.
Let maar eens op hoe hy zich laat bewonde
ren en zich zelf met welbehagen bekijkt. Men
heeft hem al eens een spiegel voor gehouden
en 't dier herkende zich zelf, of hy meende
een soortgenoot te zien; in elk geval blijkt
het, dat hy' zy'n vorm en
kleuren kent. Is hy eenmaal
goed schoongepoetst en op
gekamd dan past hy' heel
goed op, niet weer vuil te
worden en komt niet van
zy'n tak, al werpt men 't
lekkerste hapje op den bo
dem. Ook pronkt hy' tegen
'zich zelf als niemand naar
hem kijkt.
Ge kunt u nu best voor
stellen, hoe hy' indertijd op
Nieuw-Guinea in de
vy'geboomen zat en den
gepluimden hals bedaard rek
kend en buigend, de voorbij
vliegende insecten snapte of
een vruchtje afpikte; ge
herinnert u nu stellig weer
hoe ge als kind al gelezen
hebt, dat de Papoea's, met
blaasroeren of py'l en boog
gewapend, in de boomen
klauteren en de paradysvogel
het giftige py'ltje in 't Ijjf
blazen of schieten, heel stil
letjes en moorddadig.
Zoo'n vogel zit er dan
ook net voor om beslopen
ea geraakt te worden; kyk
maar naar den onzen. Jam
mer van het prachtige dier.
Maar de Europeanen betaal
den de huiden heel duur,
vooral in de eerste tijden
van de Compagnie werd de
vogel met uitroeiing be
dreigd; en in de laatste
jaren opnieuw, toen de mode
vogelhuiden by millioenen
verlangde. Dat is ook alweer
voorby' en geleden, niet
waar?
Dit zelfde zoo vaak vergeten zaaltje bergt nog
veel meer, dat 't bekyken ruimschoots waard is.
Dat laten we voor een andere keer, een
diergaarde moet niet bewandeld worden als
een gewone tentoonstelling; alles leeft hier en
juist dat leven maakt het zoo aantrekkelijk.
't Is buiten heel wat frisscher dan daar by
de beestjes. De apenkooi draaien wy groote
menschen^ onmiddellijk den rug toe, al jankt
die groote klapperaap om aangehaald te
worden; hy' heelt zeker indertijd voor onze
Jantjes heel wat cocosnoten uit de palmplnimen
gehaald en is gewoon te soebatten om lekkers,
Hy heeft het ook erg eenzaam; zyn wijfje is
tydelyk apart gezet, 't is beter voor haar dat
züeen poosje niet gestoord wordt, straks is
de vreugde van 't weerzien drie maal zoo groot.
Vlak voor ons hebben we 't laantje met de
hazelaars, daar hangen ze al weer, de
veelgeloofde katjes, die nog voor de sneeuwklokjes
den mooien ty'd van bloeien en geuren inwyden.
Ze hangen nog wat strak, toch al kant en
klaar om te gaan stuiven, maar eerst zal de
melkboer nog wel eens in zijn wanten blazen.
Schuin tegenover den hazelaar staat ook al
iiiiifiiiiimiiiiHiiiiiiiiiiiiMiiifiiiiimiiiiimiijmiiiiiliiiiiiiiiiiiii
een boom op bloeien, de gele kornoelje; die
zou je ook willen wijsmaken dat de lente al
op handen is, zoo overvol zit hy met
bloemknoppen en zoo dik zijn ze; eerst als de
hazelaar heelemaal uitgebloeid is, zal hij zyn
duizend sterretjes laten flikkeren in 't Februari
zonnetje, 't Is een van onze ongeduldigste
boomen. Als 't geen strenge winter wordt,
moet ge in Januari al eens gaan kyken, dan
barst er hier en daar al een bloemknop en
een veel kleiner geel bloemknopje, soms twee
of drie, turen er nieuwsgierig uit, voorzichtig,
heel schuchter opent er een zy'n kroontje,
maar sluit weer gauw potdicht zoodra de wind
naar 't Oosten draait.
E. HEIMANS.
iiliiiliiiimiimmiiiiiMiiiitiiiillimiMiMiiiiHii
ZWITSERSCHE MAATSCHAPPIJ
v a ii Levensverzekering en l.ijfreiile.
OPGERICHT?1857?ZÜB1CH,
N.-Z. Voorburgwal 232, AMSTERDAM.
Is de oudste der Zwitsersche Maatschappijen. Behoort tot de soliedste
en zuinigst beheerde. Sloot in Zwitserland meer Kapitalen en Renten af
dan eenige andere Maatschappu- Heeft de voordeeligste
verzekeringsvoorwaarden die bestaan Bestemt haar geheele winst voor de verzekerden.
Bezit voor elke / 100 verplichting, f 115 vermogen.
Een Polis van Levensverzekering die tevens een rentegevend effect is
verschaft u
THE MUTUAL
Life Insurance Company of New-York.
Rictoi t MctMy, Prestal
OPGEE1CRT 1843.
Verzekerd Kapitaal f 3.300.000.000
of 3 Milliard en 300 Millioen Gulden.
Onder alle bestaande Maatschappijen van Levensverzekering en Lijfrente
is The Mutual" de belangrijkste en de voordeeligste
Haar Waarborgfonds behaalt thans het reusachtig cijfer van ruim 945
Millioen Gulden ; het bedrag van gedane Uitkeeringen van af oprichtirg tot
nu toe, aan Polishouders in Teven of aan hunne Erven meer dan 1475 Millioen
Gulden, waaronder alleen als Divider d of Winst verre over de 260 Millioen Gulden.
Hoofdkantoor der Directie voor Nederland:
Gebouw Mercurius"', Spui , Amsterdam.
Polissen van Lijfrente of Levensverzekering van af Fl. 1000.?kapitaal
en hooger tot elk gewenscht bedrag en onder elk gewenschten vorm.
N.B- Aan het einde van het 3e Premiejaar gaat voor de Contracten met
Winstaandeel in het recht op herleiding, afkoop en beleening, waarvan de
rubrieken in elke polis staan aangegeven.
Inlichtingen, Prospecti, etc. verkrijgbaar bij de Heeren Inspecteurs:
H. P. Schalekamp, Den Haag, J. J. H. Grolle, Zalt-Bommel, J. W. van
Beurden, Amsterdam, A. E. Meister, Enschedé, P. de Graaff, Groningen,
Ant. L. Akkerhuys, Watergraafsmeer bij Amsterdam ; eveneens bij onze Heeren
Agenten op verschillende plaatsen des lands en ten Directiekan tore voornoemd.
THEOD. J. A. BIEN, Directew.
*
fflEÜBILEER-INKlCBTIÏG
cte ^hoenix",
234 Spuistraat,
AMSTERDAM.
Grootste Inrichting
voor
CompleeteMeubileering
tegen vooruit bepaalden totaalprijs.
P»le1o»n 39781 Yolledige garantie. Voordeelige prtJM*
Lroring en plaatsing door eigen personeel door geheel Nederland.
Zunstsaal Panorama.
Panoramagebouw, Plantage,
Bijzonder fraaie KASTEN, BUREAUX,
BUFFETTEN en andere Meubelen,POROELEIN
en AARDEWERK, PERSISOHE TAPIJTEN.
Entree vrij* Zondag» geopend,
KUNSTZAAL
PROSES6BACHT 872.
GOUDEKET & C".
(Schilderijen, (Aquarellen,
en gravures.
Telefoonnuuaer 44U.
FAIENCE
EN TEGEL
FABRIEK
HOLLAND
NAAML-VENN-CEV-TE
UTRECHT
i BINNEN-:
.rü.'HUIS
INRICHTINGTOT
MEUBELEERING
EN-VERSIERING
^DER-WONING
12O ? ROKIN
12 Etsen van
WILM STEFXINK,
Met Tekst van J. F. VAN SOMEREN,
Bibliothecaris te Utrecht.
Gedrukt op zeer fraai papier, de tekst
in rood kader met vele vignetten en
handteekeningen, kost dit prachtwerk
(groot folio form.) gebonden* slechts
? 12.5O.