Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEE KB'L AD VO OR NEDERLAND.
No.1331
behoort gedurende eenigen tijd op Zondag
geopend te zijn.
Voor ons gevoel, ijverende voor gods
dienstvrijheid, is - het den Carislenen on
waardig, den Israëlieten aldus te behandelen.
En wat het wel bet meest bewijst. Hoe weinig
juist zij, die zich op hun Cnristendom
verheffen, aan den godsdienstzin hunner
Israëliet is che medeburgers hechten.
Nu wij over plagerij door de
postadminislratie schreven, meer in 't bijzonder ge
richt tot den directeur van het Postkantoor,
was het ons een verrassing den heer
Buning, postcommies 83 klasse te ont
moeten. Hoe aangenaam de kennismaking
ook mocht zijn, in dit geval hadden wij
liever een antwoord en inlichtingen van
den chef ontvangen, die allicht iets vol
lediger en meer afdoende zouden zijn ge
weest dan die van den heer commies.
IntusBdbett willen wij dien laatste nog een opmer
king maken, welke hem in zijn verder leven
van dienst kan zijn. »Was die klacht geplaatst
als ingezonden stuk, dan zou haar de be
langstelling ten deel zijn gevallen, die zij
verdient, n.l. een medelijdend schouder
ophalen" zoo schrijft bij. Hieruit blijkt, dat
de heer Buning de naarde van ingezonden
stukkeu in vergelijking met artikelen
onderschat. 'Hij kan er zeker van zijn, het is
ons meermalen gebleken, dat meii te
'e Hage wel degelijk kennis neemt van
»ingez,anden stukken", bevattende klachten
omtrent rijks-administratief!, en het zou
ons niet verwonderen als die ingezonden
stukkien over 't algemeen meer invloed
uitoefenden dan de deftigste artikelen, welke
van de redacties uitgaan. Het kan daarom
ook den commiezen bjj de Postergen ten
zeerste woeden aanbevolen, niet te veel
met een medelijdend schouderophalen der
gelijke uitingen van het publiek
onoverwogen te laten.
tijen, die de hoofdstad heeft aan te wijzen,
j m. a. w. wie tegen eenzijdigheid,
verdrukj king van minderheden, wie tegen Onrecht
is, zal zich daarover niet verheugen ?
i Jammer echter voor, de kerkelij ken, dat
zij na zelf door het billijkheidsbeginsel bij
1 gemeenteraadsverkiezingen getriomfeerd te
hebben nu niet deze victorie van een
zoo bekwam en talentvol man als H.
Polak aan hun werkzaamheid mede mogen
toeschrijven. Het in den steek laten van
een zedelijk beginsel straft altijd zichzelf.
i De liberalen hebben 't ondervonden
den kerkelijken zal het niet anders vergaan.
De eerste Socialist in den Baad.
De uitslag der gemeenteraadsverkiezing
voor District IIE beantwoordde geheel aan
de verwachting, die de verschillende par
tgen »ich daarvan gevormd hadiien, alleen
k*a «ij die der Sociaal-Democraten nog
iets overtroifdn hebben. Ofschoon deliberaie
tegencandidaat ditmaal den
verkieztngsstïijd BWt onttoopen heeft, en hij, evenals
de iieer Poiflk, tot de Israëlieten moest
?warden gerekend, bracht de laatstgenoemde
het tot 2610 «temmen, tegen slechte 1052
op den keer Lioni vereenigd.
Hoewel «elf niet tot de Socialistische
party behoorend verheugen wij OBS ten
zeerste in «foxen efl»ep.
Sedert ongeveer twintig }*ar k-ebben wij
de Tert«g«nwoordiging der minderheden
voor den Gemeenteraad bepleit, met woord
en dawl. Wel werd destijds aan de katho
lieken «en paar zetels gedund, doch dezen
hadden toen nog niet het beslist karakter
van anti-liberaal, gelijk later het geval is
geworden ; en alzoo kon er ook moeilijk
sprake zijn van een vertegenwoordiging
een«r politieke minderheid in
hetAmgterdamsche raadscollege. De anti-revolutio
nairen echter kondigden van den beginne
af zich aan als een staatkundige
antiliberale partij, en voer hen werd dan ook het
Prinsenhof gesloten gehouden.
Onder de leuze »vertegenwoordiging der
minderheden", als behoorende tot eene
moreele politiek, heeft het Weekblad, tegenover
de liberale partij zich toen krachtig inge
spannen, om aan bet bestaand onrecht een
eind te maken, en zoo gelukte het voor de
heer-en Hovy en Glinderman een plaats in
den Raad te winnen. Na dien tijd is dat zelf
de beginsel door een deel deHiberalen, die
toen nog niet radicalen heetten, in
vereenigtDg met de antirevolutionairen en katho
lieken toegepast, totdat langzamerhand al
deae minderheden hun afgevaardigden in
den Raad zitting konden doen nemen.
Edoch dit beginsel en het doet ons
zeer leed het te moeten getuigen heefc
bij de kerkelijken slechts in zoo ver steun
gevonden, :als het er toe mocht dienen hen
zelf te helpen.
Toen .de socialisten aanspraak konden
maken op een vertegenwoordiging van
hunne minderheid, bleef er van de moreele
politiek, oni ook den zwakke recht te doen,
niets over, -en zoo geschiedde het, dat
de eociaUstieebe partij, tot de sterkste alier
mindecbecten gegroeid, nog op de meest
onbillijke wijs alle toegang tot den gemeen
teraad werd ontzegd.
V De liberalen, wifcn steeds, en terecht,
verweten «as, dat zij geen .oog hadden
voor het rec&t der minderheden, bleken
nu dan toch geen andere politiek en
taktiek 4e hebben.gevolgd, dan die welke ook
naar het hart der Gtiristelijken >was : het
recht van den sterkste was waarlijk
ook ket eeaige rechl, dat met de
liberalen ook de anii-fevolutioBflairen en
katholieken tegenover /de .socialistische
minderheid .meenden te mogen doen, gtlden,
nu ,zij .zelf uit hetjgediang waren/gekomen.
Eindelijk hebben de Socialisten dan nu
door ei^en kraoht ,zich n van de/.zetels
verworven, .die Jiun rechtens toekomen;
en natuurlijk zullen er nog verscheidene
volgen,..want hun etemmental nu reeds in
Benige .districten .uügebiacht bewijst, dat zij
veel talrijker zijndan n der
oyeiigeminderheden, -welke onder de -leus : vertegenwoor
diging der minderheden zich recht hebben
kunnen verschaffen. Wie weet -wat
er in District "VIII ware geschied, als de
Sociaal Democraten daarop al hun kracht
hadden kunnen doen werken !
En wie, die meent, dat de gemeenteraad
een getrouw beeld behoort te.geven van de
getalsterkte niet van alle dp n na, maar
van al de politieke en economische
parHet leven van den zeeman
te Amsterdam,
door W. BAKKEE, bjj Tierie en Kruyt.
De heer W. Bakker heeft zich als zeeman
vermond, en met een echten .stoker, die groot
Molum als de besten kent, is hjj nog eens
gaan kijfcen hoe in Amsterdam de aftuigers,
baaien en keelifonijders 'c maken. Want hij
vond, dat ik in mijn feuilletons Van af- tot
aanmonsteren in de N. Rolt. Cc. aan deze heeren
(én dames t) riet de noodige eer heb bewezen,
omdat ik *) als rechtgeaard Rotterdammer, Am
sterdam niet voor vol kon aanzien." Ik wil al
dadelijk verklaren er zóó weinig prys op te
stellen dit eerbaar gild van zeemans rildars te
rehabiliteeren, dat ik van harte hoop, dat de
beer Bakker hun DU met zijn boekje de
laatste e«r bewezen mag hebben.
Ea itderdaad, aan hém zal dit niet liggen.
"Want wie het bijgeval nog niet weten moch
ten, zullen uit deze vlot en eerlijk geschre
ven mededeelingen van zelf geziene, gehoorde
en beleefde ervaringen kunnen leeren, dat er
zeker geen klasse van arbeiders is, die zoo
stwffeloos van alle kanten kunnen worden
afgeeet en mishandeld alsdez-elui. O jnidlellijk
bjj wmjiomst in de ha,«eo, r,a een zeereis van
hard werken, met vaak slechte, onvoldoende
voeding, en weinig iust in een logies, waar
een heereboir mfeestal zijn varkens niet zou
willen vetmesten, raken zij verstrikt in een
web van listen; f n de vette spinnen de
slaap- en huurbaaen met hun staf pakken
ze aan, en zuigen ze zoo gauw mogelijk alle
geld en veel laefkrach*', en niet zilden hun
gezondheid uit; dan laten ze hen w;er los om
hen opnieu» in gebaren en ontbering hun
schrale loon te la'.en verdienen, en zoo Ira de
reifl w««r volbracht is, vangen ze hen weer op,
om hen mé: leeg te zuigen.
Ea dat gebeurt in de donkere buurt jas ip
de centra van verlichting, Beschaving en soci
alen ttrijd, in een land dat «ijn welvairt
hoofdz*kel\jk B*n de zeevaart dunkt, in de haven
steden, opgebouwd uit de rijkdommen die het
zeevolk sedert eeuwen van over zee heeft aan
gebracht. Ea telkens, en telk«£8 weer in den
iMtatea tijd is bet verteld aan de fatsoenlijke
es brave «n invUiedryke menschen, die leven
vlak aast waar die eeuwigdurende misdaden
geschieden; en se bebban er over verga Ier J
en gogehieven in de kranten en meewarig de
heoiüen gegehjid en gebloosd over zóó veel Wg3
en ontucïitigs. Ea r u is de beer Bikker weer
eens gaan cien hoe 't er na al dat geprotesteer
en gezucht en geurai, na al dat getoost op de
blauivoogige, blonde, zongebruinde,
b'eedborstige jatimaïts, met hun leven in de hoofdstad
stond -En in iet rapport van z;jn
onderzoekiftgitoeht 'komt hij tot déze conclusie:
En zoo konkelen de huuibazen met slaapbazen,
leveranciers van kleeding en schoeisel en met alles
w»t daar loert op 't zuur verdiend geld van Jan
maat zóó on,gehooid bru'aal, dat men zou
gaan twijfelen aan den gorden wil van re.-ders en
bestuurders van scheepvaartmaatschappijen om
hier eens voor goed 'n e'nde aan te maken.
Gén huur- pf slaapbaaa die niet konkelt. De
eo.n doet 't cpeolijb, dwingend tut veiteren, eischenJ
zooveel procent van noot of gage ; de ander loert
over de tafel, wat de an".monbterende laat liggen,
hem hoo?er of lager noteerend op z'n lijst raar
de grootte der fooi. En met elkander ?oi men ze
'n vloek op 't gehuwd zijn van den zeeman. Want
't is alleen de ongehuwde, die bij sl^spbazen kan
logeeren en verteren, en bij hnurbazen kan drin
ken en diep in dtn ?ak tasten, om te beloonen
den halsaf-iifliler, die 'm helpt aan werk. Den
gehuwden komt 't niet geleden om eiken dag du
rondte te doen langs de vele kroegen, waar sjans"
te koop is voor rondjes; hij ia dikwijls te arm
om weik te koopen. Wie de proef neemt en zich
in seemnnsklfeeren naar do kantoren der
huurbazen begeeft, zal ondervinden, dat niet een van
hen ongevoelig is voor omkooperij, 't Oordeel is
kras, maar 't berust op ervaring "
Het boei j 3 van den heer Bakker is e» n
eerly'k, warm protest Geen mooischry verij; op
den rand van zijn ledikant in 't z emansiuis,
op 'n paal aan 't I J, op een sto'p, heeft bij
tersluiks opgeschreven wat hu telkens weer
voor afschuw-elijlis had weervaren. En dat zit
er in ; 't is triEch van vaak echte, kantige
zeemanswoorden, en met iets van den humoristifchen kijk,
dien zij op het leven hebben Na ja, 't kan
erkend, dat hij is uHg-gaan om misstanden te
zoeken, en dat eens een enkele maal zijn
kritiek ongegrond fcbjjnt; maar als je
rordzwerft in een omgeving van gluiperigheid en
valschheid en rooverij en rottend bederf, dan is
je gemoedsstemming er niet naar «m j; woorden
van -protest te wikken en te wegen.
Enkele, erns'ige aar klachten tegen hen die
buiten de aftuigers beeten te staan, wil ik hier
citeeren, omdat ik nog altijd hoop, dat er ten
slotte -wel wat ter verbetering gedaan zal
?worden, wanneer 't maar telkens en telkens
iweer den menschen van invloed onder den
neus wordt gehouden.
Oak in Amsterdam hebben de groote
stoomvaartlijnen oifioieel besloten hun volk aan den
invloed van de UUUTbazen te onttrekken, door
«en eigen ambtenaar aan te stellen, die
de zeelieden zonder tusschenpereonen huurt.
O fl :ieel, want Bakker vertelt:
De maatschappijen Nederland en Oceaan hebben
hun vertegenwoordigers ten kantore waar hun
schepen, liggen aan de Handelskade. Maar ook dit
ia geen waarborg tegen misbruiken. Bij beide
wordt nog slaapbazen-tuaschenkomst geduld, zon
der dat ze er aan de hoofdkantoren iets van weten.
De sJaapbnas Sc'hlechtermüister van d«n Zeedijk
die de goedheid had om tijdens de staking van
1901 >deize Maatschappijen van zeelieden door de
stakers onderkruipers genaamd te voorzien,
ziet uit pure .dankbaarheid sinds weken en maan
den al z'u logus van wie hij veronderstelt, dat
ze vooreerst lang genoeg acht gulden per week
kostgeld hebben betaald, dat ze bier en jenever
genoeg hebben verorberd, dat ze zich diep genoeg
in de schuld steken en 't dus tijd wordt dat ze
weer eens wat gaan verdienen.... met graagte
*) Yoor mij als An ste-.Jammer, een niet zeer
aannemelijke veronders'elli g.
door dien huurbaas aangenomen. St >kers neemt
i in a'n logement niet aan, seder. de Oceaan
het voordeeliger heeft gevonden, voor dezen tak
van dienst Cbineezen te gebruiken, die zeer gedwee
zijn en zich voeden met 'u handvol rijst.
Het in d enst nemen van klemlingeD, hoe laoger
boa meer in gebruik brj verschillende reederijen,
is 'n epook voor onze j tntjes. De Kon. West Indische
Mail heeft <p elke boot twee uit Curac.»o geïm
porteerde zwarte trammers geplaatst."
En in verbind met hst bovens'aande geeft
Bikker een zelf beleefd geval. Hij kwaoi op
z'n verplichte dranktochten ia een kroeg io de
Buiten- Brouwerstraat. Diar veHelle hij dat hij
weliswaar R nsctrpp^r wi", maar dat h\j zoo
graa^j gpplaatst wille worden op eei boot van
de M *atschap[>\j Nsderland. Hij stopte Ai
krosgvrouw wat aanmoedigend, zilver ia de hand:
Moeder ging even in de achterkamer en kwam i
teru< m it 'n ka.u-lje met 't vulgeade beirukt : |
W. Tiureau, verhuu-der van V*r< ingezellen,
loods voor de Zuiderzee, Zieland en dan Bijn,
Buiten Brouwci'oti aat, Amsterdam," wat ze me in
de hand drukte met de woorden: Laat dat maar
'0 aafi de Nederland zien ; dan weto ze waar je '
vandaan komt". En hiarm^e wist ik, dat de Maat- j
echapptj Nederland, die ©r geen huurbazen. meev ;
op nahoudt, om den zeeman te be'ioeden tegen
af«tterij, nog alty l volk betrekt ?an aftuigeude
slaapbazen "
E m andere maatregel die blijkbaar aanleiding
tot misbruik geeft: In het Zjeminshuia zit d«g
aan dag een veldwachter in de koffl :kam3r.
Wat moet die hier toch? vroeg B^kk^r
aan. zijn zeeraaat. E i die vertelde hem toen
het volgende:
Z >o:lra de monsterrol is geteekend en ds naam
van den aangemonsterde sta-it opgeteekend in de
boeken vaa den Waterschout, heeft hij dienst ge
nomen en is z'n niet op tgd aan boord verschijnen
desertie. Nu is er tussohen het verplicht aan boord
zijn der bemanning en het uitvaren van 't schip
altjjd een kleine tijdruimte gelaten, gewoonlijk van
'n paar dagfn. Is er nu iemand niet op tijd aan
boord, dan wordt deze veldwachter, vonrzien Tan
das deserteurs signalement er op uitgezonden om
hem te vangen. Heeft-i 'm te pakken en duurt 'c
nog ean paar dagen vóór het schip vertrekt,
dan vervoert-i 'm per rijtirg naar 't Huis van
Bewaridg aan den Weteringschans, waar Lij dan
opgesloten blijft tot even voorda' da ankers gelicht
wordfn. Alsdan wordt i Wt-er per rijtuig gehaald
en aan lioord gebracht.
Het opsporen van deserteurs is voor onzen
veldwachter een buitenkansje. Vuor elke gevangene
krijgt-i zes gulden boven z'n traktement; welke
zes gulden, evenals do rijtuigkosten, van des
desertexi'-s gage worden ingehouden. Dit voordeeltje
prikkelt hem nog w^l eens tot al te veel
dienstrjver. Iemand, die b.v. den laa'sten avond aan
den wal wat al te druk afscheid heeft gedronken
en dientengevolge 's morgens doof blijft voor 't
porren van den nachtportier, om acht uur nos; te
bed ligt, wanneor-i om zeven uur reeds aan boord
had moeten zijn durft hg gerust uit z'n
slaapkamer en z'n bed te halen, in 'u rijtuig te
slOjjp-n en als deserteur naar de Sohans" of aan
boord te brengen. De ongelukkige, met geen haar
op z'n hoofd dat aan deserteeren dacht, mag zea
gulden betalen plas 't rijtoertje "
Verl«rop vertelt hu het volgende stailrjavan
optreden van dezen, dieaaa- van het gerecht:
Bij 't ter vertrek gereed liggen van de Zaanland
stond de vroaïv van een matroos haar man aau
den wal toe te wuiven. Hij verliet even 't schip
j om afscheid van haar te nemen. Te mot an boord
bljjve," had hem de rijksveldwachter toegevoegd.
Maar hij stoorde zich niet aan deze vermining,
nam afscheid van z'n vrouw en dronk met haar
'11 glas bier aan 'n daa>- aanwezige bierkar.
Toen wilde de veldwachter hem arresteeren;
maar daar verzette hij zich tegen. Hij wilde uit
zich zelf weer naar boord gaan en niet als deser
teur w..rden opgebr.tcht, wetend dat dit 'm geld
zou kos'en. Da veMwacht-r ging echter met 'm
mee ontving z'u zes gulden deserteur
vangers-loon, die den zeeman van z'n gage werden
ingehouden."
Dan déze welsprekende verzuchting van Jan
den S'oker:
Hei je nou ooit z.>o'n rommel gezien ! Die
zeilscbepe zijn nou van den himbaas van de Kon.
West Indische Mail, die in 't Zeemanshuis zit, en
in plaats van nou lui uit 't Zejmanbhu^ te neme
je heb zelf gezien, dat er genoeg zjjn laat-i
ze levere door 'n kroc-jhoudster van den Zeedijk,
die ovar de plaat-e beschikt aUof 't er ei^e
schuite zijn W it 'n knoeizooi toch !'
Maar de groote en steeds weerkeerenIe klicht
blijft, dat de zeelui in-jsten drinken, moeten
slapen in de vunze kroegen en krotten van de
huur- en slaapbazen, zich moeten ophouden met,
mMgt zieke, vrouwen; drie-, v.erdubbslen prijs
nueten betalen vo>r hun uitrustingen van
geae=ne kwaliteit, alks orn die kerels in 't
ge «lei te komen, in wier gunst bet ligt of ze
een plaa's op een schip krijgen om te mogen
werken. Alles in het leven van den zeeman
aai den wal is even plat en ellendig en
sinister om hem heen; steeds voelt hij de
lo?rende cogen van de geldsuigers op h^m
gericht; en t'aa-om slaat hij zoo gewillig de
grif aangeboden borrels om, diia-om laat hij
zich zoo gemakkelyk door de broeiige
Zaadijkverleidingen overhalen: omdat er zich niets
beters voordoet in zy bestaan, dan de roes,
waardoor hij de ellende vergeet I
En zelfs een Zaemanshuis is zoo
gestichtachtig ongezellig ingericht, zoo goor ook al, en
zoo heelemaal niet gastvry met prettig hartelüke
gezichten, dat wie daar slapen en zich het
betaalde onsmakelyke voedsel inproppen, zoo
gauw mogelijk in kroegen en damhuizen inti
miteit gaan zoeken.
Zoo was het, toen ik in M si 1899 in
Antwerpe% Amsterdam en Rotterdam rondzag,
om Van af- tot ain monsteren te schryven.
Sedert het verschenen daarvan is er niets,
niets hoegenaamd veranderd zegt de heer
Bakker.
Voor de Enselsche schepen monsteren en
lialsafynijden Grootvold en ll'anus nog aU tevoren.
VlasmuUer neemt tien procent van de noot der
arme stakkers, die hij gelukkig maakt met 'n huur
op de booten van Vmke en Co. De Noorman voor
de Nooïdsehe bark^chepen en Vrijheuvel voor
andere vreemde vaartuigen doen hetzelfde. De
j reederijen, die, om paal en perk te stellen aan
i die afzetterijen, 'n vast gesalarieerden makelaar
hebben geplaatst in 't Z«emansbuis, hebben met
deze middelen naast 't doel getast. Aan de maat
schappij Nederland zou ik werk hebben gekregen
op 'n kaartje van den slaapsteehouder W. Taureau ;
de maatschappij Oceaan betrekt bij voorkeur
haar bemanning van den ronselaar in zeelieden
S-lileohtermeistor; de makelaar der Kon. Xed.
Stoomb. Maatschappij ziet gaarne dat de
aangemonsterden 'n fooi op tafsl laten liggen, en de
i huurbaas van de Kon. West-Indiecbo Mail durft,
i wanneer Janmaat 't vergeet, er om te vragen
l Nog even brutaal als te voren provoceeren
slaapbazen tot grove vertering, omklemmen ze
den zeeman ala met polyparmcn, en koopcn ze l
de plaatsen aan booid voor hun logo's die diep i
genoeg in do schuld steken, en ze laten de koop
som dikwijls dubbel betalen door de verkwan
selden zelf!
Zoo is 't to land. E'i aan boord is het verblijven
in 'n hok, y.ö(> ellendig, dat, wanucor in Amsterdam
'u woning aan driemaal hoogere eisclu-n voldeed,
ze door den overi^ens-op-dit gebied-tocb nict-van- j
vitterij-tc beschuldigen-gemecnteraad voir onbe
woonbaar zou worden verklaard. Hun voedsel, bij
het uitvaren reeds ver van -weelderig, -wordt op
de lange reis dikwijls ongenietbaar, hun werk is
zwaar en groot 't gevaar, waarin z* voortdurend
verkeeren.
En het loon ? Toen Jan, m'n trouwe makker
bij m'n zwei f tochten, was aangemonsterd om stoom
te stoken in 'n ondraaglijke atmosfeer, schier
zonder kleeren aan 't, lijf, zwetende dat 't met
stralen langs z'n l chaam loopt, tegen een en
veertig gulden per maand, dat is nog geen tien,
gulden per week, plus 'n hap eten toen
schoten me tranen in de oogen. En wat ik ge
voelde bfl 't ho iren van dien trammer, die in
dezelfde atmosfeer steenkohn moet aanvoeren, 'n
werk, waarvoor van de t en stervelingen negen te
zwak zijn, voor een loon van een en dertig en
een halve gulden per maand, welken arbeid hij
nog voor 'n daalder had moeten knopen ..... dat
valt me moeilijk te beschrijven."
Ik begrijp best, dat de heer Bakker, bij 't
rordzien in dat rotte wereldje, waar de zeelui
in Aiisferdam pissagieran, tot zya wanhopige
conclusie is gekomsn: hoegenaamd niets ver
anderd seder: igoo.
Toch is dit niet volkomen juist. HJ zelf
vertelt, dat na de staking vaa UOO het stelsel
van de voorschotnoten dat tot zooveel
afzetterüaanleiding gaf, in Ansterdam is afge
schaft. De Algemeene Nederlan.lsche
Zeemanebond, organisatie van zeelieden beneden den
rang van olti 'ier, heeft dat tot stand gebracht.
En de hesr Bikker zegt nu wel, dat het ge
hate systeem w;er in zwang dceigt te komen,
maar de Bmd schijnt m\j th\ns moreel var
plicht om de eenmaal behaalde overwinning
m H haii en tand vftst te houlen.
Doch er is meer verbeterd. In Rotterdam
hebben de reeders zich sedert verbonden om
met diensten van de huurbaze.i te breken.
Het meerendeel hoeft zich vereenigd om n
kantoor tot aanwerving van zeelieden te stich
ten. Dat warkt nu raeis een paar jsar met
succes; aan da* kantoor worden da bemannin
gen voor alle Rotterojamsche schepen gehuurd,
naar vaste en billyke voorwaarden, zonder
dat de menschen op eenigerlei wys worden af
gezet. Allsen de ? groote s'oomvaartlünen,
de Holland?Ammlfa-Lijn, de R'tterdamsche
Lloyd en die van de fi ma Wh. Muller & Co, zyn
hiervan uitgesloten, omdat zij elk
afsonderIgk hui volk avi een eigen k.antoor laten aan
werven, eveneens ter voorkoming van misbruiken.
In Bslgiëheeft de heer Van Anseele in de
Kamer de beschreven Autwerpsche misstanden
grondig ter sprake gebracht en op zyn initiatief
is men daar sedert duchtig aan het hervormen.
En ook hier te lande heeft de regeering zich
aanvankelijk het lot der zeelieden willen aan
trekken. Op aanUichting van minister Lely
heeft de Cjmmissie voor de handelspolitiek op
't eind van 't jiar 1899 zoawel verbetering in
het slaapitee-wezen, als in bet aanwerven van
zeevolk, in ernstige studie genomen ter over
weging van wetgevende maatregelen.... S >dert
is daarvan wel niets naders vernomen, maar
toch meen ik, dat de kanaen op eenig feitelijk
resultaat niet ongunstig staan, nu een der
leden dier commissie die de hartelijkste deel
neming toonde in de mishandelingen van jan
maat, de bfler d/e Marez Oyens, Minister van
Waterstaat is, van wiens departement des
betreffende wetsvoorstellen zullen moeten
uitgaan.
Maar de heugelijkste verandering, die er na
dien in den toestand heelt plaats gehad, is wel
de krachtige organisatie van den Algemeenen
Nederlandschen Zeemacsbond. Want ook hierin
stem ik volkomen met de heer Bikker in: alleen
van de matrozen en stakers zelf, door een
drachtige saroenwerking sterk, kan er een
radicale hervorming in hun thans zoo wreede
bedrijf uitgaan.
M. J. BAÜSSE
IIIIIM iMHiiMiMinimiiiiiiiiiimimiitiifmiiiliiiiiiMiiiiiimnii
Sociale,
HniiiiiiiiiriiMinntiMiiiiiiiiiuiiiHiniiiiimiiiMMiimtiiiiiiiini
Arbeidswet en leerplichtwet.
Onlangs heb ik in dit blad uitvoerig de
aandacht gevestigd op een adres van de
commissie tot wering van schoolverzuim te
Almeloo aaa den minister van Binnenl.
Zaken, waarin wordt gewezen op eene kemte
in de verhouding tusschen Arbeidswet en
Leerplichtwet. Ik heb die klacht ten volle
onderschreven, en er het betoog aan toe
gevoegd, dat, wil men de leerplichtwet ten
volle tot haar recht laten komen, en niet
de verstandelijk-vlugge kinderen vroeger
binnen de fabriek jagen dan de minder
vlugge, dan op het voorbeeld van
Duitechlaud en Zwitserland de leeftijds
grens van verbod van loonarbeid dient te
worden verhoogd tot 13, resp. 14 jaar.
Waaroo kwam de klacht uit Almeloo
neer? Wanneer kinderen van fabrieks
arbeiders den leeftijd van 12 jaren hebben
bereikt, zenden de ouders hen naar de
fabrieken, ook al hebben ze nog niet ten
volle aan de Leerplichtwet voldaan. Daar
van ondervindt het onderwas groot nadeel,
maar de ouders beweren, het loon van het
kind noodig te hebben; de arbeidskaart
mag niet geweigerd worden, en de werk
gevers schijnen geen aanleiding te vinden,
de kinderen die niet de leerplichtwet heb
ben voldaan, te weigeren.
Naar aanleiding daarvan werd mij toe
gezonden .een circulaire, door den commis
saris der koningin in de prov. Groningen
verzonden ^aan de burgemeesters, waaruit
blijkt, dat inderdaad minister Kuijper zich
reeds vroeger aan deze zaak gelegen heeft
laten liggen. Deze circulaire aan de burge
meesters (f1 ie vermoedelijk ook wel in de
andere provincies verspreid zal zijn) luidt
o. m. als volgt:
»Bjj missive van den 30 November j l, lit(«.
G, Afd B., deelt de heer minister van
binnenlandsche zaken my mede, dat zy'ner excellentie'»
aandacht is gevestigd op de wanschelijkhsid
om tusschen de arbeidswet en de Iserplichtwet
meer aansluiting aan te brengen dan thans
bestaat. Wanneer toch door de burgemeesters
overeenkomstig ,het voorgeschrejene in de
arbeidswet arbeidskaarten worden verstrekt,
dan schijnt het bezit van eene dergely'ke kaart
aanleiding te geven om te meenen, dat door
het kind arbeid kan worden verricht zonder
dat zy'ne verzorgers zich blootstellen aan over
treding der voorschriften, der leerplichtwet.
? Aangezien het afgeven van eene arbeids
kaart niet kan worden geweigerd op grond,
dat het kind nog schoolplichtig is en het toch
wenfcheüjk is om voor zooveel mogeiyk de
aanleiding tot bovenstaande orjuiate meening
weg te neaien, komt het zy'ner excellentie
noodig voor, dat door de Burgemeesters geen
arbeidskaarten meer worden afgegeven voor
personen, die den 14 jsrigen' leefiijd niet
hebben bereikt, zonder dat door hen da/irbg
eene. waarschuwing wordt gevoegd, inhoudende
dat het bezit eener arbeidskaart geenszin»
medebrengt, dat geen overtreding der'Leer
plichtwet meer mogelijk is."
Deze circulaire dateert van 5 December
1901. Ik heb alle reden om te ver
moeden, dat niet alleen aan de burge
meesters in de provincie G:pningen, maar
ook aan die in de andere provinciën een
dergelijk schrijven verzonden is, zoodat
reeds gedurende een jaar de minhterieele
beschikking bestaat, dat, bij het afgeven
van eene arbeidskaart voor een kind be
neden' 14 jaar, pok tevens eene waarschu
wing wordt afgegeven, waarin de ouders
er op worden attend gemaakt »dat het
be»zit eener arbeidskaart geenszins mede
brengt, dat geen overtreding der Leerplicht
«meer mogelijk is".
Ik heb den geachten lezer uit Groningen,
die mij deze circulaire deed toekomen.
daarvoor vriendelijk dank te zeggen, wijl
ik daardoor in de gelegenheid ben te
constateeren, dat minister Kuypej reeds toen
de leemte waarop in het Atmelooscheadres
wordt gewezen, had gevoeld, en een poging
deed om er'aan tegemoet te kqmén.
Of inderdaad m alle geméeLten deze
ministerieele beschikking is opgevolgd, en
een dergelijke w.aaiischiwing T)fl elke ar
beidskaart is uitgereikt geworden, waag ik
te betwijfelen. Maar bovendien: bewijst
het Almeloosche adres niet, dat die leemte
niet door eene ministeriëele beschikking,
maar slechts door eene wetswijziging is te
helpen?
Immerg, in de eerste plaats: oo,k. aj weten
de ouders, uit de hen uitgereikte .waar
schuwing, dat ze strafbaar zyn, is dit voor
hen geen reden, het kind op school te doen
blijven. Integendeel zenuen ze hjet kind mét
die wetenschap naar de fab,iipk,' omdat de
boete voor déze overtreding '??indien ze
wordt opgelegd slechts nmaal komt,
en slechts h&el gering is, in vergelijking
met de loonopbrengst van des kinds fabrieks
arbeid! Daarom moest deze, by ministerieel
besluit uitgereikte y?aarschuwing wel zonder
uitwerking blijven.
Maar ten tweede: bly/t het niet een zon
derlinge verhouding tueschen wetten die
beide het welzijn van vooral d3
arbeiderskinderen bedoelen, dat in de Arbeidswet
uitdrukkelijk staat geordonneerd, dat een
kind van 12 jaar aan den arbeid mag worden
gezet, en dat, indien de ouders zulks doen,
zij krachtens een andere, latere wet straf
baar zvjn ?
Ware het niet de meest elementaire eisch
was sociale wetgeving, dat dan ook deze
uitzondering op den regel die de Arbeidswet
stelt, in de Arbeidswet zélf ware neer
gelegd ?
De noodzakelijkheid hiervan, die in het
Almelposche adres zoo nadrukkelijk was
betoogd, is door de ministeriëele circulaire
van Dec. 1901 aan de burgemeesters, slechts
bevestigd! S.
On wöi naar» een nieuwe laatsclpii.
Gaarne wil ik voldoen aan het verzoek
van de redactie van dit Weekblad om in
het kort mijn indruk weer te geven dien
het lezen van het werk onder bovenstaanden
titel van den heer Cornelissen op mij ge
maakt heeft.
Het doel van het boek is het schetsen
van den ontwikkelingsgang van den klas
senstrijd. De schrijver tracht aan te toonen ,
dat de vervanging van het
iieregeeringsstelsel door het andere of' van de ne
r^geeringspartij door de andere nooit het
djel van den strijd kan zijn. Hij stelt zich
een hooier ideaal. Door wetsartikelen kan
volgens hem de structuur van de geheele
maatschappelijke inrichting niet gewijzigd
worden. Dat alles zal slt.ch.ts blijven
Japwerk en naar zijne overtuiging zullen der
gelijke maatregelen ontzenuwend werken
op het organisme der maatschappij.
Daarom moet de werkelijkheid materieel,
geestelijk en zedelijk worden veranderd en
moeten er gemaakt worden andere menschen
met andere levensopvattingen en beschou
wingen.
Eerst in de vr\je communistische samen
leving zullen de nog sluimerende geesten
worden opgewekt, zullen alle krachten het
meest productief worden. Uit zijn werk
spreekt een die e overtuiging en wij moeten
ons er over verwonderen hoe de vurige
partijganger in kalme bewoordingen ons
een geheel stelsel van maatschappelijke
inrichting voorlegt hetwelk zijn aanvang
moet zoeken in werkstakingen en revolu
tionaire daden.
Als ik zeg: een geheel stelsel, dan be
doel ik niet, dat ons een sfelsel wordt
gegeven, kant en klaar, tot in alle
bizonderheden 'afgewerkt. Neen, integendeel.
Daaraan ontbreekt veel en dat is ook een
van mijn grootste grieven tegen het werk.
Wanneer de schrijver ons geeft een
beschriJ7ing van de door hem .gedachte nieuwe
maatschappij, wanneer hij ons wil schetsen
den werkkring, die de arbeidersorganisaties
wacht, hoe deze zich moeten omwerken van
strijdlichamen in productievereenigingen;
wanneer hij ons wil vertellen wat er op den
dag der revolutie moet worden gedaan en
hoe de verlaten werkplaatsen, winkels,
fabrieken enz. door de organisaties moeten
worden bezet, dan wordt meestal de be
schrijving of de schets niet tot het einde
«'oorgevoerd. Oiis wordt dan voorgehouden,
dat a les zich zal rqgelen naar den loop
der omstandigheden en lat de regeling der
bizonderheden gerust kan worden overge
laten aan de grootmoedigheid en
kameraadschappelijkheid.
Ik ben evenwel niet zoo gerust en kan
geen stelsel aanvaarden hetwelk op zulke
losse schroeven staat. Wil men een geheele
oiakeering der maatschappij prediken, dan
dient men een aieer uitgewerkt systeem te
geven waarover ieder kan oordeelen, opdat
elkeen kan overwegen wat hem in de nieuwe
maatschappij staat te wachten.
In tegenstelling met dr! leerstellingen van
vele sociaal-democraten wil de
heerCorrelissan de daad. Volkomen terecht zegt hij,
dat er ov^r het algemeen te veel wordt
geredeneerd en te weinig wordt gehandeld.