De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 28 december pagina 2

28 december 1902 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEE KB'L AD VO OR NEDERLAND. No.1331 behoort gedurende eenigen tijd op Zondag geopend te zijn. Voor ons gevoel, ijverende voor gods dienstvrijheid, is - het den Carislenen on waardig, den Israëlieten aldus te behandelen. En wat het wel bet meest bewijst. Hoe weinig juist zij, die zich op hun Cnristendom verheffen, aan den godsdienstzin hunner Israëliet is che medeburgers hechten. Nu wij over plagerij door de postadminislratie schreven, meer in 't bijzonder ge richt tot den directeur van het Postkantoor, was het ons een verrassing den heer Buning, postcommies 83 klasse te ont moeten. Hoe aangenaam de kennismaking ook mocht zijn, in dit geval hadden wij liever een antwoord en inlichtingen van den chef ontvangen, die allicht iets vol lediger en meer afdoende zouden zijn ge weest dan die van den heer commies. IntusBdbett willen wij dien laatste nog een opmer king maken, welke hem in zijn verder leven van dienst kan zijn. »Was die klacht geplaatst als ingezonden stuk, dan zou haar de be langstelling ten deel zijn gevallen, die zij verdient, n.l. een medelijdend schouder ophalen" zoo schrijft bij. Hieruit blijkt, dat de heer Buning de naarde van ingezonden stukkeu in vergelijking met artikelen onderschat. 'Hij kan er zeker van zijn, het is ons meermalen gebleken, dat meii te 'e Hage wel degelijk kennis neemt van »ingez,anden stukken", bevattende klachten omtrent rijks-administratief!, en het zou ons niet verwonderen als die ingezonden stukkien over 't algemeen meer invloed uitoefenden dan de deftigste artikelen, welke van de redacties uitgaan. Het kan daarom ook den commiezen bjj de Postergen ten zeerste woeden aanbevolen, niet te veel met een medelijdend schouderophalen der gelijke uitingen van het publiek onoverwogen te laten. tijen, die de hoofdstad heeft aan te wijzen, j m. a. w. wie tegen eenzijdigheid, verdrukj king van minderheden, wie tegen Onrecht is, zal zich daarover niet verheugen ? i Jammer echter voor, de kerkelij ken, dat zij na zelf door het billijkheidsbeginsel bij 1 gemeenteraadsverkiezingen getriomfeerd te hebben nu niet deze victorie van een zoo bekwam en talentvol man als H. Polak aan hun werkzaamheid mede mogen toeschrijven. Het in den steek laten van een zedelijk beginsel straft altijd zichzelf. i De liberalen hebben 't ondervonden den kerkelijken zal het niet anders vergaan. De eerste Socialist in den Baad. De uitslag der gemeenteraadsverkiezing voor District IIE beantwoordde geheel aan de verwachting, die de verschillende par tgen »ich daarvan gevormd hadiien, alleen k*a «ij die der Sociaal-Democraten nog iets overtroifdn hebben. Ofschoon deliberaie tegencandidaat ditmaal den verkieztngsstïijd BWt onttoopen heeft, en hij, evenals de iieer Poiflk, tot de Israëlieten moest ?warden gerekend, bracht de laatstgenoemde het tot 2610 «temmen, tegen slechte 1052 op den keer Lioni vereenigd. Hoewel «elf niet tot de Socialistische party behoorend verheugen wij OBS ten zeerste in «foxen efl»ep. Sedert ongeveer twintig }*ar k-ebben wij de Tert«g«nwoordiging der minderheden voor den Gemeenteraad bepleit, met woord en dawl. Wel werd destijds aan de katho lieken «en paar zetels gedund, doch dezen hadden toen nog niet het beslist karakter van anti-liberaal, gelijk later het geval is geworden ; en alzoo kon er ook moeilijk sprake zijn van een vertegenwoordiging een«r politieke minderheid in hetAmgterdamsche raadscollege. De anti-revolutio nairen echter kondigden van den beginne af zich aan als een staatkundige antiliberale partij, en voer hen werd dan ook het Prinsenhof gesloten gehouden. Onder de leuze »vertegenwoordiging der minderheden", als behoorende tot eene moreele politiek, heeft het Weekblad, tegenover de liberale partij zich toen krachtig inge spannen, om aan bet bestaand onrecht een eind te maken, en zoo gelukte het voor de heer-en Hovy en Glinderman een plaats in den Raad te winnen. Na dien tijd is dat zelf de beginsel door een deel deHiberalen, die toen nog niet radicalen heetten, in vereenigtDg met de antirevolutionairen en katho lieken toegepast, totdat langzamerhand al deae minderheden hun afgevaardigden in den Raad zitting konden doen nemen. Edoch dit beginsel en het doet ons zeer leed het te moeten getuigen heefc bij de kerkelijken slechts in zoo ver steun gevonden, :als het er toe mocht dienen hen zelf te helpen. Toen .de socialisten aanspraak konden maken op een vertegenwoordiging van hunne minderheid, bleef er van de moreele politiek, oni ook den zwakke recht te doen, niets over, -en zoo geschiedde het, dat de eociaUstieebe partij, tot de sterkste alier mindecbecten gegroeid, nog op de meest onbillijke wijs alle toegang tot den gemeen teraad werd ontzegd. V De liberalen, wifcn steeds, en terecht, verweten «as, dat zij geen .oog hadden voor het rec&t der minderheden, bleken nu dan toch geen andere politiek en taktiek 4e hebben.gevolgd, dan die welke ook naar het hart der Gtiristelijken >was : het recht van den sterkste was waarlijk ook ket eeaige rechl, dat met de liberalen ook de anii-fevolutioBflairen en katholieken tegenover /de .socialistische minderheid .meenden te mogen doen, gtlden, nu ,zij .zelf uit hetjgediang waren/gekomen. Eindelijk hebben de Socialisten dan nu door ei^en kraoht ,zich n van de/.zetels verworven, .die Jiun rechtens toekomen; en natuurlijk zullen er nog verscheidene volgen,..want hun etemmental nu reeds in Benige .districten .uügebiacht bewijst, dat zij veel talrijker zijndan n der oyeiigeminderheden, -welke onder de -leus : vertegenwoor diging der minderheden zich recht hebben kunnen verschaffen. Wie weet -wat er in District "VIII ware geschied, als de Sociaal Democraten daarop al hun kracht hadden kunnen doen werken ! En wie, die meent, dat de gemeenteraad een getrouw beeld behoort te.geven van de getalsterkte niet van alle dp n na, maar van al de politieke en economische parHet leven van den zeeman te Amsterdam, door W. BAKKEE, bjj Tierie en Kruyt. De heer W. Bakker heeft zich als zeeman vermond, en met een echten .stoker, die groot Molum als de besten kent, is hjj nog eens gaan kijfcen hoe in Amsterdam de aftuigers, baaien en keelifonijders 'c maken. Want hij vond, dat ik in mijn feuilletons Van af- tot aanmonsteren in de N. Rolt. Cc. aan deze heeren (én dames t) riet de noodige eer heb bewezen, omdat ik *) als rechtgeaard Rotterdammer, Am sterdam niet voor vol kon aanzien." Ik wil al dadelijk verklaren er zóó weinig prys op te stellen dit eerbaar gild van zeemans rildars te rehabiliteeren, dat ik van harte hoop, dat de beer Bakker hun DU met zijn boekje de laatste e«r bewezen mag hebben. Ea itderdaad, aan hém zal dit niet liggen. "Want wie het bijgeval nog niet weten moch ten, zullen uit deze vlot en eerlijk geschre ven mededeelingen van zelf geziene, gehoorde en beleefde ervaringen kunnen leeren, dat er zeker geen klasse van arbeiders is, die zoo stwffeloos van alle kanten kunnen worden afgeeet en mishandeld alsdez-elui. O jnidlellijk bjj wmjiomst in de ha,«eo, r,a een zeereis van hard werken, met vaak slechte, onvoldoende voeding, en weinig iust in een logies, waar een heereboir mfeestal zijn varkens niet zou willen vetmesten, raken zij verstrikt in een web van listen; f n de vette spinnen de slaap- en huurbaaen met hun staf pakken ze aan, en zuigen ze zoo gauw mogelijk alle geld en veel laefkrach*', en niet zilden hun gezondheid uit; dan laten ze hen w;er los om hen opnieu» in gebaren en ontbering hun schrale loon te la'.en verdienen, en zoo Ira de reifl w««r volbracht is, vangen ze hen weer op, om hen mé: leeg te zuigen. Ea dat gebeurt in de donkere buurt jas ip de centra van verlichting, Beschaving en soci alen ttrijd, in een land dat «ijn welvairt hoofdz*kel\jk B*n de zeevaart dunkt, in de haven steden, opgebouwd uit de rijkdommen die het zeevolk sedert eeuwen van over zee heeft aan gebracht. Ea telkens, en telk«£8 weer in den iMtatea tijd is bet verteld aan de fatsoenlijke es brave «n invUiedryke menschen, die leven vlak aast waar die eeuwigdurende misdaden geschieden; en se bebban er over verga Ier J en gogehieven in de kranten en meewarig de heoiüen gegehjid en gebloosd over zóó veel Wg3 en ontucïitigs. Ea r u is de beer Bikker weer eens gaan cien hoe 't er na al dat geprotesteer en gezucht en geurai, na al dat getoost op de blauivoogige, blonde, zongebruinde, b'eedborstige jatimaïts, met hun leven in de hoofdstad stond -En in iet rapport van z;jn onderzoekiftgitoeht 'komt hij tot déze conclusie: En zoo konkelen de huuibazen met slaapbazen, leveranciers van kleeding en schoeisel en met alles w»t daar loert op 't zuur verdiend geld van Jan maat zóó on,gehooid bru'aal, dat men zou gaan twijfelen aan den gorden wil van re.-ders en bestuurders van scheepvaartmaatschappijen om hier eens voor goed 'n e'nde aan te maken. Gén huur- pf slaapbaaa die niet konkelt. De eo.n doet 't cpeolijb, dwingend tut veiteren, eischenJ zooveel procent van noot of gage ; de ander loert over de tafel, wat de an".monbterende laat liggen, hem hoo?er of lager noteerend op z'n lijst raar de grootte der fooi. En met elkander ?oi men ze 'n vloek op 't gehuwd zijn van den zeeman. Want 't is alleen de ongehuwde, die bij sl^spbazen kan logeeren en verteren, en bij hnurbazen kan drin ken en diep in dtn ?ak tasten, om te beloonen den halsaf-iifliler, die 'm helpt aan werk. Den gehuwden komt 't niet geleden om eiken dag du rondte te doen langs de vele kroegen, waar sjans" te koop is voor rondjes; hij ia dikwijls te arm om weik te koopen. Wie de proef neemt en zich in seemnnsklfeeren naar do kantoren der huurbazen begeeft, zal ondervinden, dat niet een van hen ongevoelig is voor omkooperij, 't Oordeel is kras, maar 't berust op ervaring " Het boei j 3 van den heer Bakker is e» n eerly'k, warm protest Geen mooischry verij; op den rand van zijn ledikant in 't z emansiuis, op 'n paal aan 't I J, op een sto'p, heeft bij tersluiks opgeschreven wat hu telkens weer voor afschuw-elijlis had weervaren. En dat zit er in ; 't is triEch van vaak echte, kantige zeemanswoorden, en met iets van den humoristifchen kijk, dien zij op het leven hebben Na ja, 't kan erkend, dat hij is uHg-gaan om misstanden te zoeken, en dat eens een enkele maal zijn kritiek ongegrond fcbjjnt; maar als je rordzwerft in een omgeving van gluiperigheid en valschheid en rooverij en rottend bederf, dan is je gemoedsstemming er niet naar «m j; woorden van -protest te wikken en te wegen. Enkele, erns'ige aar klachten tegen hen die buiten de aftuigers beeten te staan, wil ik hier citeeren, omdat ik nog altijd hoop, dat er ten slotte -wel wat ter verbetering gedaan zal ?worden, wanneer 't maar telkens en telkens iweer den menschen van invloed onder den neus wordt gehouden. Oak in Amsterdam hebben de groote stoomvaartlijnen oifioieel besloten hun volk aan den invloed van de UUUTbazen te onttrekken, door «en eigen ambtenaar aan te stellen, die de zeelieden zonder tusschenpereonen huurt. O fl :ieel, want Bakker vertelt: De maatschappijen Nederland en Oceaan hebben hun vertegenwoordigers ten kantore waar hun schepen, liggen aan de Handelskade. Maar ook dit ia geen waarborg tegen misbruiken. Bij beide wordt nog slaapbazen-tuaschenkomst geduld, zon der dat ze er aan de hoofdkantoren iets van weten. De sJaapbnas Sc'hlechtermüister van d«n Zeedijk die de goedheid had om tijdens de staking van 1901 >deize Maatschappijen van zeelieden door de stakers onderkruipers genaamd te voorzien, ziet uit pure .dankbaarheid sinds weken en maan den al z'u logus van wie hij veronderstelt, dat ze vooreerst lang genoeg acht gulden per week kostgeld hebben betaald, dat ze bier en jenever genoeg hebben verorberd, dat ze zich diep genoeg in de schuld steken en 't dus tijd wordt dat ze weer eens wat gaan verdienen.... met graagte *) Yoor mij als An ste-.Jammer, een niet zeer aannemelijke veronders'elli g. door dien huurbaas aangenomen. St >kers neemt i in a'n logement niet aan, seder. de Oceaan het voordeeliger heeft gevonden, voor dezen tak van dienst Cbineezen te gebruiken, die zeer gedwee zijn en zich voeden met 'u handvol rijst. Het in d enst nemen van klemlingeD, hoe laoger boa meer in gebruik brj verschillende reederijen, is 'n epook voor onze j tntjes. De Kon. West Indische Mail heeft <p elke boot twee uit Curac.»o geïm porteerde zwarte trammers geplaatst." En in verbind met hst bovens'aande geeft Bikker een zelf beleefd geval. Hij kwaoi op z'n verplichte dranktochten ia een kroeg io de Buiten- Brouwerstraat. Diar veHelle hij dat hij weliswaar R nsctrpp^r wi", maar dat h\j zoo graa^j gpplaatst wille worden op eei boot van de M *atschap[>\j Nsderland. Hij stopte Ai krosgvrouw wat aanmoedigend, zilver ia de hand: Moeder ging even in de achterkamer en kwam i teru< m it 'n ka.u-lje met 't vulgeade beirukt : | W. Tiureau, verhuu-der van V*r< ingezellen, loods voor de Zuiderzee, Zieland en dan Bijn, Buiten Brouwci'oti aat, Amsterdam," wat ze me in de hand drukte met de woorden: Laat dat maar '0 aafi de Nederland zien ; dan weto ze waar je ' vandaan komt". En hiarm^e wist ik, dat de Maat- j echapptj Nederland, die ©r geen huurbazen. meev ; op nahoudt, om den zeeman te be'ioeden tegen af«tterij, nog alty l volk betrekt ?an aftuigeude slaapbazen " E m andere maatregel die blijkbaar aanleiding tot misbruik geeft: In het Zjeminshuia zit d«g aan dag een veldwachter in de koffl :kam3r. Wat moet die hier toch? vroeg B^kk^r aan. zijn zeeraaat. E i die vertelde hem toen het volgende: Z >o:lra de monsterrol is geteekend en ds naam van den aangemonsterde sta-it opgeteekend in de boeken vaa den Waterschout, heeft hij dienst ge nomen en is z'n niet op tgd aan boord verschijnen desertie. Nu is er tussohen het verplicht aan boord zijn der bemanning en het uitvaren van 't schip altjjd een kleine tijdruimte gelaten, gewoonlijk van 'n paar dagfn. Is er nu iemand niet op tijd aan boord, dan wordt deze veldwachter, vonrzien Tan das deserteurs signalement er op uitgezonden om hem te vangen. Heeft-i 'm te pakken en duurt 'c nog ean paar dagen vóór het schip vertrekt, dan vervoert-i 'm per rijtirg naar 't Huis van Bewaridg aan den Weteringschans, waar Lij dan opgesloten blijft tot even voorda' da ankers gelicht wordfn. Alsdan wordt i Wt-er per rijtuig gehaald en aan lioord gebracht. Het opsporen van deserteurs is voor onzen veldwachter een buitenkansje. Vuor elke gevangene krijgt-i zes gulden boven z'n traktement; welke zes gulden, evenals do rijtuigkosten, van des desertexi'-s gage worden ingehouden. Dit voordeeltje prikkelt hem nog w^l eens tot al te veel dienstrjver. Iemand, die b.v. den laa'sten avond aan den wal wat al te druk afscheid heeft gedronken en dientengevolge 's morgens doof blijft voor 't porren van den nachtportier, om acht uur nos; te bed ligt, wanneor-i om zeven uur reeds aan boord had moeten zijn durft hg gerust uit z'n slaapkamer en z'n bed te halen, in 'u rijtuig te slOjjp-n en als deserteur naar de Sohans" of aan boord te brengen. De ongelukkige, met geen haar op z'n hoofd dat aan deserteeren dacht, mag zea gulden betalen plas 't rijtoertje " Verl«rop vertelt hu het volgende stailrjavan optreden van dezen, dieaaa- van het gerecht: Bij 't ter vertrek gereed liggen van de Zaanland stond de vroaïv van een matroos haar man aau den wal toe te wuiven. Hij verliet even 't schip j om afscheid van haar te nemen. Te mot an boord bljjve," had hem de rijksveldwachter toegevoegd. Maar hij stoorde zich niet aan deze vermining, nam afscheid van z'n vrouw en dronk met haar '11 glas bier aan 'n daa>- aanwezige bierkar. Toen wilde de veldwachter hem arresteeren; maar daar verzette hij zich tegen. Hij wilde uit zich zelf weer naar boord gaan en niet als deser teur w..rden opgebr.tcht, wetend dat dit 'm geld zou kos'en. Da veMwacht-r ging echter met 'm mee ontving z'u zes gulden deserteur vangers-loon, die den zeeman van z'n gage werden ingehouden." Dan déze welsprekende verzuchting van Jan den S'oker: Hei je nou ooit z.>o'n rommel gezien ! Die zeilscbepe zijn nou van den himbaas van de Kon. West Indische Mail, die in 't Zeemanshuis zit, en in plaats van nou lui uit 't Zejmanbhu^ te neme je heb zelf gezien, dat er genoeg zjjn laat-i ze levere door 'n kroc-jhoudster van den Zeedijk, die ovar de plaat-e beschikt aUof 't er ei^e schuite zijn W it 'n knoeizooi toch !' Maar de groote en steeds weerkeerenIe klicht blijft, dat de zeelui in-jsten drinken, moeten slapen in de vunze kroegen en krotten van de huur- en slaapbazen, zich moeten ophouden met, mMgt zieke, vrouwen; drie-, v.erdubbslen prijs nueten betalen vo>r hun uitrustingen van geae=ne kwaliteit, alks orn die kerels in 't ge «lei te komen, in wier gunst bet ligt of ze een plaa's op een schip krijgen om te mogen werken. Alles in het leven van den zeeman aai den wal is even plat en ellendig en sinister om hem heen; steeds voelt hij de lo?rende cogen van de geldsuigers op h^m gericht; en t'aa-om slaat hij zoo gewillig de grif aangeboden borrels om, diia-om laat hij zich zoo gemakkelyk door de broeiige Zaadijkverleidingen overhalen: omdat er zich niets beters voordoet in zy bestaan, dan de roes, waardoor hij de ellende vergeet I En zelfs een Zaemanshuis is zoo gestichtachtig ongezellig ingericht, zoo goor ook al, en zoo heelemaal niet gastvry met prettig hartelüke gezichten, dat wie daar slapen en zich het betaalde onsmakelyke voedsel inproppen, zoo gauw mogelijk in kroegen en damhuizen inti miteit gaan zoeken. Zoo was het, toen ik in M si 1899 in Antwerpe% Amsterdam en Rotterdam rondzag, om Van af- tot ain monsteren te schryven. Sedert het verschenen daarvan is er niets, niets hoegenaamd veranderd zegt de heer Bakker. Voor de Enselsche schepen monsteren en lialsafynijden Grootvold en ll'anus nog aU tevoren. VlasmuUer neemt tien procent van de noot der arme stakkers, die hij gelukkig maakt met 'n huur op de booten van Vmke en Co. De Noorman voor de Nooïdsehe bark^chepen en Vrijheuvel voor andere vreemde vaartuigen doen hetzelfde. De j reederijen, die, om paal en perk te stellen aan i die afzetterijen, 'n vast gesalarieerden makelaar hebben geplaatst in 't Z«emansbuis, hebben met deze middelen naast 't doel getast. Aan de maat schappij Nederland zou ik werk hebben gekregen op 'n kaartje van den slaapsteehouder W. Taureau ; de maatschappij Oceaan betrekt bij voorkeur haar bemanning van den ronselaar in zeelieden S-lileohtermeistor; de makelaar der Kon. Xed. Stoomb. Maatschappij ziet gaarne dat de aangemonsterden 'n fooi op tafsl laten liggen, en de i huurbaas van de Kon. West-Indiecbo Mail durft, i wanneer Janmaat 't vergeet, er om te vragen l Nog even brutaal als te voren provoceeren slaapbazen tot grove vertering, omklemmen ze den zeeman ala met polyparmcn, en koopcn ze l de plaatsen aan booid voor hun logo's die diep i genoeg in do schuld steken, en ze laten de koop som dikwijls dubbel betalen door de verkwan selden zelf! Zoo is 't to land. E'i aan boord is het verblijven in 'n hok, y.ö(> ellendig, dat, wanucor in Amsterdam 'u woning aan driemaal hoogere eisclu-n voldeed, ze door den overi^ens-op-dit gebied-tocb nict-van- j vitterij-tc beschuldigen-gemecnteraad voir onbe woonbaar zou worden verklaard. Hun voedsel, bij het uitvaren reeds ver van -weelderig, -wordt op de lange reis dikwijls ongenietbaar, hun werk is zwaar en groot 't gevaar, waarin z* voortdurend verkeeren. En het loon ? Toen Jan, m'n trouwe makker bij m'n zwei f tochten, was aangemonsterd om stoom te stoken in 'n ondraaglijke atmosfeer, schier zonder kleeren aan 't, lijf, zwetende dat 't met stralen langs z'n l chaam loopt, tegen een en veertig gulden per maand, dat is nog geen tien, gulden per week, plus 'n hap eten toen schoten me tranen in de oogen. En wat ik ge voelde bfl 't ho iren van dien trammer, die in dezelfde atmosfeer steenkohn moet aanvoeren, 'n werk, waarvoor van de t en stervelingen negen te zwak zijn, voor een loon van een en dertig en een halve gulden per maand, welken arbeid hij nog voor 'n daalder had moeten knopen ..... dat valt me moeilijk te beschrijven." Ik begrijp best, dat de heer Bakker, bij 't rordzien in dat rotte wereldje, waar de zeelui in Aiisferdam pissagieran, tot zya wanhopige conclusie is gekomsn: hoegenaamd niets ver anderd seder: igoo. Toch is dit niet volkomen juist. HJ zelf vertelt, dat na de staking vaa UOO het stelsel van de voorschotnoten dat tot zooveel afzetterüaanleiding gaf, in Ansterdam is afge schaft. De Algemeene Nederlan.lsche Zeemanebond, organisatie van zeelieden beneden den rang van olti 'ier, heeft dat tot stand gebracht. En de hesr Bikker zegt nu wel, dat het ge hate systeem w;er in zwang dceigt te komen, maar de Bmd schijnt m\j th\ns moreel var plicht om de eenmaal behaalde overwinning m H haii en tand vftst te houlen. Doch er is meer verbeterd. In Rotterdam hebben de reeders zich sedert verbonden om met diensten van de huurbaze.i te breken. Het meerendeel hoeft zich vereenigd om n kantoor tot aanwerving van zeelieden te stich ten. Dat warkt nu raeis een paar jsar met succes; aan da* kantoor worden da bemannin gen voor alle Rotterojamsche schepen gehuurd, naar vaste en billyke voorwaarden, zonder dat de menschen op eenigerlei wys worden af gezet. Allsen de ? groote s'oomvaartlünen, de Holland?Ammlfa-Lijn, de R'tterdamsche Lloyd en die van de fi ma Wh. Muller & Co, zyn hiervan uitgesloten, omdat zij elk afsonderIgk hui volk avi een eigen k.antoor laten aan werven, eveneens ter voorkoming van misbruiken. In Bslgiëheeft de heer Van Anseele in de Kamer de beschreven Autwerpsche misstanden grondig ter sprake gebracht en op zyn initiatief is men daar sedert duchtig aan het hervormen. En ook hier te lande heeft de regeering zich aanvankelijk het lot der zeelieden willen aan trekken. Op aanUichting van minister Lely heeft de Cjmmissie voor de handelspolitiek op 't eind van 't jiar 1899 zoawel verbetering in het slaapitee-wezen, als in bet aanwerven van zeevolk, in ernstige studie genomen ter over weging van wetgevende maatregelen.... S >dert is daarvan wel niets naders vernomen, maar toch meen ik, dat de kanaen op eenig feitelijk resultaat niet ongunstig staan, nu een der leden dier commissie die de hartelijkste deel neming toonde in de mishandelingen van jan maat, de bfler d/e Marez Oyens, Minister van Waterstaat is, van wiens departement des betreffende wetsvoorstellen zullen moeten uitgaan. Maar de heugelijkste verandering, die er na dien in den toestand heelt plaats gehad, is wel de krachtige organisatie van den Algemeenen Nederlandschen Zeemacsbond. Want ook hierin stem ik volkomen met de heer Bikker in: alleen van de matrozen en stakers zelf, door een drachtige saroenwerking sterk, kan er een radicale hervorming in hun thans zoo wreede bedrijf uitgaan. M. J. BAÜSSE IIIIIM iMHiiMiMinimiiiiiiiiiimimiitiifmiiiliiiiiiMiiiiiimnii Sociale, HniiiiiiiiiriiMinntiMiiiiiiiiiuiiiHiniiiiimiiiMMiimtiiiiiiiini Arbeidswet en leerplichtwet. Onlangs heb ik in dit blad uitvoerig de aandacht gevestigd op een adres van de commissie tot wering van schoolverzuim te Almeloo aaa den minister van Binnenl. Zaken, waarin wordt gewezen op eene kemte in de verhouding tusschen Arbeidswet en Leerplichtwet. Ik heb die klacht ten volle onderschreven, en er het betoog aan toe gevoegd, dat, wil men de leerplichtwet ten volle tot haar recht laten komen, en niet de verstandelijk-vlugge kinderen vroeger binnen de fabriek jagen dan de minder vlugge, dan op het voorbeeld van Duitechlaud en Zwitserland de leeftijds grens van verbod van loonarbeid dient te worden verhoogd tot 13, resp. 14 jaar. Waaroo kwam de klacht uit Almeloo neer? Wanneer kinderen van fabrieks arbeiders den leeftijd van 12 jaren hebben bereikt, zenden de ouders hen naar de fabrieken, ook al hebben ze nog niet ten volle aan de Leerplichtwet voldaan. Daar van ondervindt het onderwas groot nadeel, maar de ouders beweren, het loon van het kind noodig te hebben; de arbeidskaart mag niet geweigerd worden, en de werk gevers schijnen geen aanleiding te vinden, de kinderen die niet de leerplichtwet heb ben voldaan, te weigeren. Naar aanleiding daarvan werd mij toe gezonden .een circulaire, door den commis saris der koningin in de prov. Groningen verzonden ^aan de burgemeesters, waaruit blijkt, dat inderdaad minister Kuijper zich reeds vroeger aan deze zaak gelegen heeft laten liggen. Deze circulaire aan de burge meesters (f1 ie vermoedelijk ook wel in de andere provincies verspreid zal zijn) luidt o. m. als volgt: »Bjj missive van den 30 November j l, lit(«. G, Afd B., deelt de heer minister van binnenlandsche zaken my mede, dat zy'ner excellentie'» aandacht is gevestigd op de wanschelijkhsid om tusschen de arbeidswet en de Iserplichtwet meer aansluiting aan te brengen dan thans bestaat. Wanneer toch door de burgemeesters overeenkomstig ,het voorgeschrejene in de arbeidswet arbeidskaarten worden verstrekt, dan schijnt het bezit van eene dergely'ke kaart aanleiding te geven om te meenen, dat door het kind arbeid kan worden verricht zonder dat zy'ne verzorgers zich blootstellen aan over treding der voorschriften, der leerplichtwet. ? Aangezien het afgeven van eene arbeids kaart niet kan worden geweigerd op grond, dat het kind nog schoolplichtig is en het toch wenfcheüjk is om voor zooveel mogeiyk de aanleiding tot bovenstaande orjuiate meening weg te neaien, komt het zy'ner excellentie noodig voor, dat door de Burgemeesters geen arbeidskaarten meer worden afgegeven voor personen, die den 14 jsrigen' leefiijd niet hebben bereikt, zonder dat door hen da/irbg eene. waarschuwing wordt gevoegd, inhoudende dat het bezit eener arbeidskaart geenszin» medebrengt, dat geen overtreding der'Leer plichtwet meer mogelijk is." Deze circulaire dateert van 5 December 1901. Ik heb alle reden om te ver moeden, dat niet alleen aan de burge meesters in de provincie G:pningen, maar ook aan die in de andere provinciën een dergelijk schrijven verzonden is, zoodat reeds gedurende een jaar de minhterieele beschikking bestaat, dat, bij het afgeven van eene arbeidskaart voor een kind be neden' 14 jaar, pok tevens eene waarschu wing wordt afgegeven, waarin de ouders er op worden attend gemaakt »dat het be»zit eener arbeidskaart geenszins mede brengt, dat geen overtreding der Leerplicht «meer mogelijk is". Ik heb den geachten lezer uit Groningen, die mij deze circulaire deed toekomen. daarvoor vriendelijk dank te zeggen, wijl ik daardoor in de gelegenheid ben te constateeren, dat minister Kuypej reeds toen de leemte waarop in het Atmelooscheadres wordt gewezen, had gevoeld, en een poging deed om er'aan tegemoet te kqmén. Of inderdaad m alle geméeLten deze ministerieele beschikking is opgevolgd, en een dergelijke w.aaiischiwing T)fl elke ar beidskaart is uitgereikt geworden, waag ik te betwijfelen. Maar bovendien: bewijst het Almeloosche adres niet, dat die leemte niet door eene ministeriëele beschikking, maar slechts door eene wetswijziging is te helpen? Immerg, in de eerste plaats: oo,k. aj weten de ouders, uit de hen uitgereikte .waar schuwing, dat ze strafbaar zyn, is dit voor hen geen reden, het kind op school te doen blijven. Integendeel zenuen ze hjet kind mét die wetenschap naar de fab,iipk,' omdat de boete voor déze overtreding '??indien ze wordt opgelegd slechts nmaal komt, en slechts h&el gering is, in vergelijking met de loonopbrengst van des kinds fabrieks arbeid! Daarom moest deze, by ministerieel besluit uitgereikte y?aarschuwing wel zonder uitwerking blijven. Maar ten tweede: bly/t het niet een zon derlinge verhouding tueschen wetten die beide het welzijn van vooral d3 arbeiderskinderen bedoelen, dat in de Arbeidswet uitdrukkelijk staat geordonneerd, dat een kind van 12 jaar aan den arbeid mag worden gezet, en dat, indien de ouders zulks doen, zij krachtens een andere, latere wet straf baar zvjn ? Ware het niet de meest elementaire eisch was sociale wetgeving, dat dan ook deze uitzondering op den regel die de Arbeidswet stelt, in de Arbeidswet zélf ware neer gelegd ? De noodzakelijkheid hiervan, die in het Almelposche adres zoo nadrukkelijk was betoogd, is door de ministeriëele circulaire van Dec. 1901 aan de burgemeesters, slechts bevestigd! S. On wöi naar» een nieuwe laatsclpii. Gaarne wil ik voldoen aan het verzoek van de redactie van dit Weekblad om in het kort mijn indruk weer te geven dien het lezen van het werk onder bovenstaanden titel van den heer Cornelissen op mij ge maakt heeft. Het doel van het boek is het schetsen van den ontwikkelingsgang van den klas senstrijd. De schrijver tracht aan te toonen , dat de vervanging van het iieregeeringsstelsel door het andere of' van de ne r^geeringspartij door de andere nooit het djel van den strijd kan zijn. Hij stelt zich een hooier ideaal. Door wetsartikelen kan volgens hem de structuur van de geheele maatschappelijke inrichting niet gewijzigd worden. Dat alles zal slt.ch.ts blijven Japwerk en naar zijne overtuiging zullen der gelijke maatregelen ontzenuwend werken op het organisme der maatschappij. Daarom moet de werkelijkheid materieel, geestelijk en zedelijk worden veranderd en moeten er gemaakt worden andere menschen met andere levensopvattingen en beschou wingen. Eerst in de vr\je communistische samen leving zullen de nog sluimerende geesten worden opgewekt, zullen alle krachten het meest productief worden. Uit zijn werk spreekt een die e overtuiging en wij moeten ons er over verwonderen hoe de vurige partijganger in kalme bewoordingen ons een geheel stelsel van maatschappelijke inrichting voorlegt hetwelk zijn aanvang moet zoeken in werkstakingen en revolu tionaire daden. Als ik zeg: een geheel stelsel, dan be doel ik niet, dat ons een sfelsel wordt gegeven, kant en klaar, tot in alle bizonderheden 'afgewerkt. Neen, integendeel. Daaraan ontbreekt veel en dat is ook een van mijn grootste grieven tegen het werk. Wanneer de schrijver ons geeft een beschriJ7ing van de door hem .gedachte nieuwe maatschappij, wanneer hij ons wil schetsen den werkkring, die de arbeidersorganisaties wacht, hoe deze zich moeten omwerken van strijdlichamen in productievereenigingen; wanneer hij ons wil vertellen wat er op den dag der revolutie moet worden gedaan en hoe de verlaten werkplaatsen, winkels, fabrieken enz. door de organisaties moeten worden bezet, dan wordt meestal de be schrijving of de schets niet tot het einde «'oorgevoerd. Oiis wordt dan voorgehouden, dat a les zich zal rqgelen naar den loop der omstandigheden en lat de regeling der bizonderheden gerust kan worden overge laten aan de grootmoedigheid en kameraadschappelijkheid. Ik ben evenwel niet zoo gerust en kan geen stelsel aanvaarden hetwelk op zulke losse schroeven staat. Wil men een geheele oiakeering der maatschappij prediken, dan dient men een aieer uitgewerkt systeem te geven waarover ieder kan oordeelen, opdat elkeen kan overwegen wat hem in de nieuwe maatschappij staat te wachten. In tegenstelling met dr! leerstellingen van vele sociaal-democraten wil de heerCorrelissan de daad. Volkomen terecht zegt hij, dat er ov^r het algemeen te veel wordt geredeneerd en te weinig wordt gehandeld.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl