Historisch Archief 1877-1940
li
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR
? : ?? , /, 2 (J
N E D E R L A ND.
1332
bsdraagt, voor de 5 pCt. Italianen is deze'
3 pCt. ; voor de Owtenryksche Julirente
2 pCt ; voor de 3 pCt. Portugeezen 5 pCt. De
4 pCt. Binnenland Spanje avanceerden zelfa
van 71 tot 81 ; Turkije serie C van 26 tot 32.
De ongunstige uitzondering die de zilver C
aineezen maken is boven uitvoerig verklaard.
Gelukkig dat voor de Mexicanen tegenover de
daling van den zilverpry's staat een verbete
ring in de solidrteit van den Staat. Groote
vooruitgang maken de Brazilianen van 1889
en de Funding loan. Treffend gunstig was
If02 voor de Zuid Amerikaansche Staatsfond
sen ; Columbia avanceerde van 14 tot 19 K pCt.
Uruguay 3/4 pCt. van 50 tot 56 en Venezuela
van 26 tot 33. Rijkdom heeft 1902 gebracht
aan de aandeelhouders van de Northwest, f AC.
Hypotheekbank door stijging van 46 tot 149.
Buitengewoon proot is ook de stijging geweest
vgn de Z1A pCt. panèbrieven, die van 97 tot
128 monteerden. Met genoegen herrinnert
zich de Groene dat ook op die stukken in deze
rubriek meermalen de aandacht is gevestigd.
Den 7 den dezer wordt door de North.
Pacific Loan & Trust Cbrnpany de inschrijving
opengesteld op 4K pCt. pandbrieven die min
stens 5 en hoogsten 20 jaren zullen uitstaan.
Voor geldbelegging mag hieraan wel aan
dacht geschonken worden.
Den 5ien van deze maand kunnen lief
hebbers van 4 pCt. pandbrieven tegen den
parikoers inschreven op % ton, 4 pO. schuld
brieven ten laste van de Utreehtsche Hypo
theekbank, die haar aandeelhouders steeds met
buitengewoon hooge dividenden verheugde.
Buitengewoon gunstig was 1902 voor de
aandeelen Int. Kameensche die van 52 tot 90
vooruitgingen. Ook voor de Koninklijke was
dat jaar goed , de styging liep van 390 tot
434. Voor de overige petrolenmwaarden was
het afgeloopen jaar over het algemeen ongun
stig. De Elzasser liep terug van 77 % tot 49;
de Java petroleummy van 30 tot 13, en de
Moeara Enim van 13854 tot 92>i. Ook voor
de Sum. Pal. moet een groote achteruitgang
vermeld worden en wel van 80% tot 57.
De Mynbonwmaatscbappyen leiden ons in
het sterfhuis van de Mindrineti wier gezond
heid op 31 December van het vorige jaar nog
getaxeerd werd op 110 pCt. Van dit sterfhuis
komen we in de ziekekamer van de Guyara
Goud, wier gezondheidstoestand van 80 tot 40
daalde ; voor de Ned. Indische Mynbouwmy
z|jfl deze eyfere 60 en 6 ; voor de Rsdjang,
die nog tamelftk gezond is, zy'n de bedoelde
cijfer» 330 en 385; voor de Soemalata 210 en
83 ; voor de Pagoeat zyn deze noteeringen 30
en 23. Opvallend is de gunstige uitzondering
die voor de Trantvalia gemaakt moet worden.
De aandeelen stegen van 31 tot 74.
Maandag a s. kan tegen 97 pGt. ingeschreven
worden op 4 pCt. obligatiën van / 1.000.
ten laste van de Electrische Spoorwegmaat
schappij, die raar ik meen, wel de aandacht
van de lezers verdient.
Veer de belanghebbenden bjj de Pretoria
Pietersburg Spoorwegmaatschappij is te Londen
een vergadering gehouden die bemoedigende
vooruitzichten opent. Hierover en over de
c\jfer der Madeera StooKtrammaat «happy de
volgende week meer.
Amst, Marnixstr. 409
Bnssum, Borneo".
T -n
Jftn'
o
' STIGTEB'
Inhoud van Tijdschriften.
IIygièitif(Ae Bladen No. 12: Dr. . W. S.
Lingbeek, Het vaccinatievraagstuk, Gjedkoope
suiker. Dr. G. W. S. Lingbeek, Landelijke
Opvoedings te-huizen. Dr. G. W. S Ling
beek, Winkelbedienden. Bladvulling. (De
duur van den slaap). Dr. G W. Bruinsma,
De beurs of het leven. Dr. G, W. Bruinsma,
Bestemming der openbare gezondheid in het
buitenland.
De Gezondheid in Huis. Afbvering V. W.
Hilarius Wz , Almelo.
De Natuur. Afl. 12 : Tapytmotten,. (ver?olg
en slot), door dr. J. C. H. de Mtyere.
Demorjstratieproeven uit de leer van het licht,
(vervolg en slot), ctftor dr. L. Bleekrode.
Wat een mensch eet en hoeveel hy eet, door
dr. A. J. C. Snyders. De eiectrische
bovenen ondergrondsche baan te Berlyn, (vervolg
en slot), door dr. J. H. E. Rückert. Een'
merkwaardige luchtspiegeling, waargenomen
aan boord S. S. Gédéter reede Suez, door
dr. v. d. Stok. Korte mededeelinpen.
Boekaackondigirg, door dr. H. J. C.
Sterrekundige opgaven en mededeelingen, door
dr. Ant. Pannekoek.
Eigen Haard No. l: Familieoverlevering,
door L. E, I. »De Gouden Koets" op de
Poppententoonstellirg, (met afb ). Ia een
Atelier, door Jeanne. Het spoorwegongeluk
by Waarder, (met afb) Dieren en Muziek,
door Davida J. van Heeckeren van
Brandsenburg. Zy'n brood, (by de plaat), door Jeiu.
de Vries. Zy'n brood, naar de schildery van
H. J. Scholten, in het Museum »Fodor'' te Am
sterdam. Een Indisch klaverblad (met
portrelter). Van een vergeten uithoekje, door
Kartici, (met afb). Feuilleton,
iimttiititiimmm
De strijd nier
door F. J. VAN UlLDKIKS.
Hoordet g|j reeds van den stry'd, den heftigen,
die er ontstaan is
Hier in het lage land bider zee, die 't gemoed
ons in vlam zet,
Zocals in zuidlyke landen de hartstocht het
bloed kan doen bruisen ?
't Onderwerp is een meesleepend, een
veelvermogend, dat mannen
Even stevig kan boeien, als 't vrouwen in 't
harnas kan jagen.
't HarcaB der vrouwen, j i juist, daarom han
delt het zich, zou u zeggen
D'ingeniense auteur, in Eu^en Haard aan het
woord,
Als hy zyn slotzinnen pent van het mooie
artikel van Galand.
Nu dan, 't corset van de vrouwen, dat is hier
in 't strijdperk geworpen
Door een professor, een man kennend geen
vrees en geen blaam,
Specialiteit in materies, die raken d'intiemste
, ploblemen,
Ojit door het lichaam der vrouw slechts aan
medici geopenbaard.
Hu nu wierp in het eerste Decembernommer
? de*r Lelie
Ieder den handschoen toe, die nog den
treurigen moed mocht bezitten,
CraigsUr te zijn of verdedigster maar van 't
corsetloos toilet.
Nimmer, zoo sprak de professor, zal ik de
reformkleeding dulden,
Lselyk is ze, aesthetisch gesproken en, moet
ik als medicus
Oordeel vellen, ook dan acht ik haar
afkeurenswaard.
Gronden gaf voor zijn meening h'j, hoopte al
thaas ze te geven,
Maar in het licht der practy'k bleken ze
wankel en zwak.
Juist die practijk is 't, die my eren de pen
im de hand dringt,
Om aan de zy mij te scharen van wie den
geleerde verweten,
Dat bij de waarheid miskent en idealen zich
voorhoudt
Omtrent een passend, niet drukkend, op maat
te vervaardigen keurslijf,
Dat dan als steunapparaat aan te bevelen
zou zyn.
Meer bevoegden dan ik hebben reeds die
bewering weersproken.
Steik zal juist worden de rog, die dezen steun
heeft versmaad,
Sterk ook, physiek en moreel, wordt de vrouw,
die haar kleeding laat volgen
Rustig de ly'nen baars lichaama. Dan zal zij
ook lichter en dunner
Stcffsn zich kunnen kiezen, die even warm
haar beschutten.
En die haar 's zomers in Juni de warmte
zullen doen dragen,
Zonder een enkele klacht over het drukkende
weder.
Immera de luchtlaag, die vriendly'k, veer
krachtig en soepel
Tusschen de huid en de kleeding zioh legt,
is een slechte geleideter,
Zy bergt 't geheim van de weldoende werking,
reformkleeding eigen.
'k Druk in gedachten met warmte u de hand,
gy' moedige strijdsters,
Die in het perk met den man van de weten
schap u dorst wagen.
Flink, juffrouw Sannes uit Groningen, plaats
maar het licht op den blaker,
Ginds uit het Noorden heeft vaak 't heldere
denkbeeld gestraald!
Ook mevrouw Heineken-Daum, een der eersten,
die naar de pen greep,
Deed wat haar hart en geweten onverwyld
van haar eischten,
Noodde professor, om zelf eens zoo'u keurslijf
een poos te gaan dragen
En eens te proeven, hoe 't smaakte, vooral in
den tyd afttr dinner,
Wees ook, terecht uit de hoogte, den mogelyk
taalkundig juister,
Maar absoluut ontoepasselyken hobbezaknaam
van de hand,
Dien naam, dien een tëekenaar geestig en
scherp in een prent parodieerde
Door in den mond hem te leggen van Hector,
Andromaché's echtvriend
Koel verstandig was t woord ook van H. A Elias,
dun schry'ver,
Die een gevaar zag voor veten in Treubsche
keurs!|jf beschouwing,
Omdat nu vaders en moeders en vooral ook
oudere zusters
't Jonge geslacht, dat gymnastisch geoefend,
aan 't harnas ontgroeide,
Weer daarin zullen persen terwille van '
wesper fiijuurija.
't Moet wel ontmoedigend zy'n voor de dames
van de Vereeniging,
Die thans het vraagstuk der vrouwerkleedij in
ernst bestudeert,
Dat een hartstochtlyk professor, voor bloam*
potten reeds zoo gevaariyk,
Ook aan een quaestie zich waagt, die hy
eenzijdig beschouwt,
Jv ff rouw Kerlen deed op waardige wy'ze
haar afkeuring hooren.
Boissevair, man van het «niets evenaart voor
my", trad ook in 't strydperk
Tegen den hoon, hier gepleegd aan gezordheid
en schoonheid door iemand
Bij wien deze dingen juist veilig hadden
behooren te zy'n.
»Foei, professor, kiest gij party voor con
ventie en sleur ?
Ziet gy' niet, dat de modeptaatvrouw buiten
de werklykheid staat,
Dat zy geen spieren, geen longen heeft, dat
zy' niet vry' zich beweegt? '
Naast die allen verschenen in 't strydperk ook
de doktoren,
Bereid den degen te kruisen met hem, die
de moedige vrouwen
Graag weer terug zag gedrongen ind'eEgheid
van 't huis en van 't keurslijf.
Zoo trad de arts, Dr. Eykman naar voren
met Hermanides en Pioos van Amstel,
Allen betoogend op gronden, ontleend aan
praktyk en aan boeken,
Dat voor gezonde ontwikkeling van lyfenvan
leden voor d' arbeid,
Die by' 't verteren der spijzen en ook bij de
functie der longen
Van de inwendige deelen gevraagd wordt, de
druk dient vermeden.
Fünke bewegirg, die moeten wy' hebber,
arbeid der spieren
Die maakt weer stevig en recht wat er verzakken
mocht gaan.
Eén echter, oo's een geneesheer, koos partij voor
den steunenden gordel, !
Voor dokter Stratz is die waarlyk kroon van het
vrouwentoilet,
Zooals in 't eeuwenverlcop het geleidelyk zich
hefft ontwikkeld,
«Tijdelijke mode of modeziekte" ipialifijeert bij.
Wat de vereeniging wil, die gezond en natuurlijk
het meisje
En ook de vrouw wii doen leven, haar sterk en
veerkrachtig wil maken,
Dat zy' het leven, het moeilyke Hink in de oogen
durv' k|jken
En niet haar kleeding haar hicdre, bij uitspan
ning, noch l ij haar werk.
En dan ten slotte verschenen in 't blaadje De
Jlullandiche Lelie
Waar tegenwoordig, dit en parenthcie, geen
geuren van bloemen
Zacht u omwasemen, woorden van vrouwen, die
kwamen getuigen
Van haar eryaiing in zake de nieuwe
vrouwenkleeiij.
Dankbaar gevoelden zy' zich bij teruggekregen
gezondheid,
Vry, niet gedrukt door een kleedin^r, als verou
derde mode vereischt.
(Zoo ook sprak juffrouw Haighton ; ze deed het
kort maar toch krachtig.
En mevrouw Bouman?de Lïrga betoogde toen
heel wat uitvoerger,
Dat de Hoogleeraar zich leelijk voorwaar in zy'n
vingeren had gesneden.)
Vrouwen alleen kunnen weten, zoo schreef me
vrouw Scheltema?liaduin,
Dat by het ruimer toilet alles haar beter gelukt,
Dat zij gezonder zich voelen, werkkrachtiger en
dua tevredener,
Vatbaarder ook voor den, geestelijk gesproken,
ruimeren blik.
Straks zal het vuurwerk van meeningen knettrend
in rook zy'n vervlogen.
Wat ervan blijft zal voor velen deze opinie wel
zy'n,
Dat de reactie zoo luid niet haar schettergeluid
zou doen hooren,
Als niet de nieuwere kleeding der vrouw zich
reeds baan had gebroken,
Als zy niet dagely'ks aan voorstandsters en
aan adepten mocht winnen,
Staag zich verovrend terrein, niet wetend van
weifelen of wanklen.
Merkt gy den zegetocht niet van de stof, die
poreus is en soepel,
Die van de kous, ook pareus en toch zoo aange
naam warm,
Van de intieme laag, combineerend twee vroegere
itemc,
't Bovenkleed dan nog van wol, weefsel zoo licht
en toch sterk,
Zoo ga het voortaan crescendo den weg van
natuur en van waarheid
Voorwaarts in dienst van Hygieia, 't meerdere
volgt dan vanzelf!
27 December.
NASCHRIFT.
Op Oadejaarsdag vernamen wy 't slotwoord van
Treub in de quaestie
't Mihi constat nog eens onderstreepend by 't
»Lsve 't corset l
't Wankele standpunt, vooral aan het slot van 't
artikel zoo duidelijk
By 't voor een medicus vreemde be:oog van sub
jectiviteit,
Wiegelde allerbedenkely'kst, want in 't zelfde
nommer der Lelie
Schaterde vroolyk en luid de mooie heldre
klaroen,
Waar dokter Maas mee geleidde 't gezonde en
geestige woordje,
Punctum, dat waardig besluit den geneeskun
digen strijd.
F. J. v. .
"»'" tiHiimiii minimin miiitimmmmumiilliiliiii
Sniïer als
Ia uw nummer van 21 Deo. komt behalve
een artikel van onzen suikerkasopioer, den
heer G. Birnie ook voor de aankondiging van
den nieuw op te richten
Anti-Suikeraccy'nsbond. Blijkens deze aankondiging stellen de
heeren der voorbereidende commissie zich
voor propaganda te maken om 1°algemeen,
in alle kringen des volks de waarheid (?)
ingang te doen vinden, dat suiker een voor
treffelijk voedingsmiddel is; 2°den suiker
accijns aanzienlijk te verminderen, zoo
mogelyk geheel af te schaffen, opdat de suiker als
voedingsmiddel onder het bereik kome der
economisch zwakken.
Wie zon er bezwaar hebben tegen dit
laatste streven? Suiker is eenmaal een alge
meen gebruikt genotmiddel ook der minder
gegoeden; hoe goedkooper hoe beter dus.
Maar suiker een voortrfffily'k voedings
middel ? De heer D, de Clercq, onze yverige
voorvechter voor eene catuurlyke voeding
meent dat ook ? Hoe verbaasd was ik zy'n
naam aan te tr( W -m onder de oprichters van
dien bond. Moet ik hem nog vertellen, dat
Biet n scheikundig zuiver product ooit een
voortreffelijk voedingsmiddel kan zy'n en dus
dat heele opstel van den heer Birnie niets
bewijst omtrent de voortrtffalykheid van'suiker
als voedingsmiddel 't
«Goedkoope suiker is het eenige middel om
te geraken tot: la vie a bon marché, waarnaar
iedere regeerin?, die waard is dien naam te
dragen, zonder ophouden moet streven; daar
ligt de meest practischa en verstandigste
oplossing van de sociale kwestie, veel meer
dan in sommige bedriegelijke gevaarlijke
utopicn," zegt de heer Birnie, daarin het
Journal des fabricants de sucre nasprekend.
Prof. Caauveau noemt de suiker «l'alienent
par excellence pour les pauvrec, apiös Ie pain."
H|j vond dat alle spierarbeid gevoed wordt
door een klein gehalte in het bloed aanwezige
suiker.
Ciaade Barnard vond in de
glycogeenvorming van de lever het middel waardoor de
toevoer van suiker naar het bloed geregeld
wordt. Ik zal den lezer de verdere opsomming
van de pbysiologische kennis van den henr
Birnie sparen. Al deze ontdekkingen hebben
voor den pbysioloog ongetwijfeld waarde, voor
den mensch die zijn voedsel moet uitkiezen,
absoluut geen. Zij bewyzen alleen dat voor
de voeding van den mensch noodig is, suiker,
koolbydra-.en in 't algemeen. Dat weet tegen
woordig elke Hoogere burgerscholier en heeft
voor hem ook alleen maar theoretische waarde.
Als een Boscbjesman of Papoea of een asp
honger heeft komt het nooit in zy'n hot f i op,
voedsel te nemen zonder koolhydraten. De
heer Birnie had zijn lezers die gaieerdaeden,
met die onkiesche en oijuiste opmerking aan
het adres der socialisten kunnen besparen.
'Wat by' nagelaten heeft, en wat hij toch in
de eerste plaats bad moeten aantoonen is de
superioriteit van scheikundig zuivere suiker
als voedingsmiddel boven d^ na'uurlyke
voedingsmiddelatf, waarin koolhydraten, suikers
in rijkelijke hoeveelheid aanwezig zy'n.
Rietsuiker wordt verkregen uit de suikerbiet,
het suikerriet, soms oak wel uit palmen. Het
sap dezer planten wordt door uitpersing of
uitloogen verkregen en daarna van alle stoffen,
die geen suiker zijn, gereinigd (!) Door ver
menging van het uitgeloogde sap met kalk
wordt een deel van de verontreinigende stc ffan
(eiwit enz ) neergeslagen, door koolzuur wordt
deze kalk dan weer uitgescheiden. Het ge
reinigde sap wordt gtfl'treerd on ingedampt.
Zoo verkr|jgt men ruwe suiker. Deze ruwe
suiker wordt nog verder gezuiverd of geraffi
neerd door raiddel van beendermeel en bloed.
«Met deze vermindering in voedingswaarde
en uitloogirg van deze voedingsmiddelen"
schrijft dr. Kü.iig in zijn Chemie der
Nahrurgsmittel, »gaan gepaard bizondere verontreini
gingen en vervslschingen, welke de suiker nog
meer tot een hoogst ongezonde voedingsstof
maken.
Om da gezuiverde suiker zy'u geelachtige
kleur te ontnemen, voegt men aan de suiker
b|j de kristallisatie dikwijls een hoogst
orgezonde kleurstof toe, n.l. ultramarijn of
Berlynsch blauw."
Ook door da fabricage knnnpn vergiftige
stoften in den suiker geraken. Poenige methodes
tol afscheiding van suiker uit het sap berusten
op de aanwending van sterk vergiftige
Barytverbindingen en Strontium-verbindingen. Ook
lood en zink worden b|j de bereiding van
suiker niet zelden aangewend. (Dr. König,
Chemie der Nahrungsmittel, 3. Anfl, pag. 767).
»A1 gaan," schrift Dr. Köaig, >by zorgvuldige
bereiding slechts sporen dezer vergiftige metalen
in de zuivere snikersoorten over, in de
goedkoopera kunnen zij toch licht in groote en
sehadelyke hoeveelheid voorkomen", afgezien
nog van het gevaar dat arbeiders loopen die
dagelijks met deze stoffan omgaan en aan ver
giftiging blootstaan.
Maar dat alles daargelaten. Waarom, mag
men den heer Blrnie vragen, is volkomen
zuivere suiker, dus zonder vergiftige
bymengselen een zoo bij uitstek geschikt voedsel voor
den arme ? Waarom bijv. beter dan aardappelsn,
brood, groenten, vruchten ? Die geheele omslag
van zuivering doet het lichaam toch veel beter
en goedkooper ? Als het nooiig was. Maar het
is niet noodig en zelfs schadelijk.
Alle voedingsmiddelen, die de natuur den
mensch verschaft bevatten behalve eiwitten,
koolhydraten en vetter, ook nog andere stoffen
van onorganischen oorsprong, kalium, natrium,
calcnm enz. Zijn dat toevallige of soms schade
lijke b|jmengselen, die de mensch eigenlijk
eerst moet verwijderen ? Neen, dat z|jn zeer
nuttige, onontbeerlijke bestanddeelen van alle
voedingsmiddelen. Wat gebeurt er namelijk in
ons lichaam met de voedingsmiddelen ? Zy
worden geoxydeerd, verbrand: koolhydraten
tot koolzuur en water, eiwitten tot koolzuur,
phosphorzuur en zwavelzuur, en de anorgani
sche lichamen dienen om de b|j deze oxydatie
ontstane zuren te binden en onschadelijk te
maken. Bevat de voeding een tekort aan deze
anorganische sttffjn dan ondervindt het lichaam
daarvan zeer treurige geïolgen. Het bloed, de
urine worden zuur, inplaats > ai alkalisch, zooals
b|j normaal gevoede en gezonde individuen,
en de gevolgen ? De zuur reageerende lichaams
sappen werken voornamelijk vernietigend op
het zenuwstelsel, maar alle organen van de
voeding en da uitscheiding l|jden er onder.
Nierziekte, suikerziekte, gebrekkig
tandstelsel, Engelsche ziekte b|j kinderen z|jnalle
gevolgen van een tekort aan onorganische be
standdeelen in de voeding, veroorzaakt door
eenzijdige voeding, te veel eiwitten, kool
hydraten en te weinig kalinm, calcium en
natrium. De natuur heeft de voedingsmiddelen
zoo prachtig den mensch voorgezet.
Zoekt men in een scheikundig handboek
op de samenstelling van onze voedingsmiddelen
en berekent men de hoeveelheid kalium,
natrium en calcium, die noodig z|jn om de
zuren die b|j de oxydatie ontstaan te binden,
dan kan men zien wat een prachtig evenwicht
de natuur hier heeft gesteld, de hoeveelheid
kalium en natrium enz. kooit alt|jd overeen
met de hoeveelheid zuren die ontstaan kunnen.
Ik bedoel nu op goeden oorspronkelyken
grond gekweekte voedingsmiddelen, niet de
met afval en uitwerpselen gemeste ziekelijke
vruchten en groenten, die zich in plaats van
met kalium en natrium met ammoniak hebben
moeten opbouwer.
Het zou my' te ver voeren aan te wijzen
hoe reeds uit de pbysiologie van den groei
der planten dit verband noodzakelijk blijkt.
Ganoeg z|j het, dat bij alle natuurlyke voe
dingsmiddelen dat verband bestaat.
De verhouding dier stoffen is:
b'j de suikei-ljii't bij het suikerriet
witer 82.25 75.40
stikstofverb. ... l :!0 l 50
vet 0.12 055
suiker 1250 l i 82
suikervorm. sterfin . 1.90 7 00
onorg. lich. ... 082 070
Zuiver rietsuiker is;
0.05 j,Ct. water
i 1990 » suiker
0.05 *> overige 8t( ft'an
dns in 't geheel 0.1 pCt. «verontreiniging".
Suiker bestaat uit koolstof, waterstof, zuur
stof, verbrandt in hst lichaam tot koolzuur
en water. Het mag dus wat warmte en arbeids
vermogen leveren, maar is niet in staat een
levend lichaam gezond op te bouwen en gezond
en geschikt tot arbeid te houden. Het is dus
geen gezond voeding3midde[,.mv»r niets dan
een ongezond genotmiddel, o ereenkomend
met alcohol, dat evenals suiker tot koolzuur
en water verbrandt zonder ook maar iets aan
het lichaam voor zy'n opbouw af te geven.
De gunstige werking die de heer Birnie
noemt by marschen b|jv. van het Duitsche
leger is dezelfde als die van alcohol. Z>j is
tijdelijk en wordt bij voortgezet gebruik tot
hoofdpijn en een algeowene o^behagelykheid.
Al die voedingsmiddelen van den nieuweren
tijd, op de fabrieken uit de normale gezonde
en volkomen voldoende voedingsmiddelen ge
condenseerd, zijn mi?gewassen; zij halen de
arbeiders van dan gezonden gezegden land
bouw af, ooi zo slavan te makan in ongezonde
ellendige fabrieken en geven hun onvoldoend
prikkelend en giftig voedsel in plaats van den
eenvoadigen, normalen en gezonden kost, die
onze voorouders tot krachtige, goed ge
q'iilibreerde inenschen maakte; ze gaven ze steenen
voor brood.
Den Haag, 22 Dec. 1902. Dr. L KOM.
En wanneer nu 'beambten zich verongelijkt
of gekrenkt achten door eene orjuiste
toapassing van de voorschriften of'goen genoegen
nemen met de tegen hen genomen maatregelen
van orde of discipline, dan wordt hun de
gelegenheid niet onthouden, ieder .voor zich,
daaromtrent aan den directeur de gewenschte
inlichting te vragen.
Van dergelijke gevallen, die aan de orda
van den dag kupnen komen, zy'n, de positie
van den directeur in aanmerking genomen,
besprekingen en beschouwingen met bestuurs
leden'of afgevaardigden van bonden of
vereenigingen onnoodig, or gegrond en ongepast
en zelfa in een hierarchiich ingericht corps,
praktisch onmogelyk.
Want b|j geschillen kan er alleen sprake z|ja
van de meerder of minder juiste toepassing
van voorschriften, waaraan zoowel de directeur
als de beambten, zich hebben te honden.
Van plagen, vernederen en machtsvertoon
van de z|jde des directeurs kan, in het gegeven
geval van weigering om over eene zuivere
dienstaaogelegenheid met het bestuur van een bond
te onderhandelen, geen quaestie zy'n, evenmin
als het waar ia, dat wel eene deputatie uit eene
vereeniging van commiezen door hem zou wor
den ontvangen, want m|j is bekend dat de
directeur tegenover eane dergelijke corporatie
van commiezen, consequent hetzelfde stand
punt heeft ingenomen, vóór het gebeurde met
den Band »de Post":
Die commiezen werden dus op dezelfde wy'ze
behandeld als de beambten van »de Post" die
niet zy'n de arbeiders van den directeur, doch
dier aren van den S aat, zooals hyzelf en de
commiezen en andere ambtenaren, die toevallig
onder^zijn beheer z|jn, werkzaam gesteld.
Indien de heer Eringaard voorts de qaaestie
beter had onderzocht zou hy zy'n schryven, op
grond van zyne eigene argumenten, hebben
moeten achterwege houden. Immers hy toah zegt
te billyken dat een werkgever niet onderhan
delen wil met personen, die niet tot zy'n eigea
personeel behooren, welnu, de bond «.iePjst*
bestaat niet zooals h|j meent, uitsluitend uit
postbeambten, maar ook uit telegraaf oeambten,
dus zelfs uit personeel dat tot een anderen
tak van dienst behoort.
Da directeur van het postkantoor zou dus
in relatie moeten treden met beambten met
wie hy niets uitstaande heeft.
De exceptie van den heer Edngaard is dus
hier volkomen van toepassing.
Eindelyk wensch ik nog omtrent de conse
quente houding van den directeur met opzicht
tot z|jn standpunt als ambtenaar te releveeren,
dat hem door de afgevaardigden van den Bjnd
»ie Post", die hy in die qaaliteit niet wenschte
te hooren, zelfs het doel van hun bezoek niet
was kenbaar gemaakt. De aanleiding tot de
gevraagde besprekirg was hem dus ten
eenenmale onbekend.
Ten slotte verwacht ik dat den heer Erirgaard
die, oppervlakkig genoeg, tot zyn geschryf aan
leiding vond in hetgeen hy uit de dagbladen
heeft vernomen, nu wel zy'te meening zal
«yzigen omtrect de houding, welke een boven
een uitgebreid personeel gesteld ambtenaar
van den Slaat Imft in te nemer, in
vergelyking met een «werkgever".
Uw dv.,
Amsterdam, 26 Dec. '02. S.
Ds Post1',
Aan da Redactie van het ]\'eel;blad
voor NaleilciH'l, Amsterdam.
Mijneheeren.
e beschouwing van den heer Eringaard te
's- Gravenhage, onder het ho'jfl «Rachtmatig
protest", voorkomende in uw bla.l van Zondag
21 December l l, geeft my aanleiding tot de
volgende opmerkingen:
Ia Je eerste plaats dan kan er geen sprake
van zyn dat het bestaan van den Nederiandschen
Band van Post- en Telegraaf beambten »de
Past'1 niet door den directeur van het post
kantoor te Amsterdam wordt eikend, waLtdat
bestaan wordt door niemand, ook niet door
hem, betwy'feid; doch do eigenlijke quaestie
is dat de directeur zich r.iet verplicht cf ge
roepen acht ontrent dienstaangelegeaheden of
maairegelen van orde, gegrond op de bestaande
voorschrifter, met het bestuur of de afgevaar
digden van eane vereeniging van beambten in
bepchouwirgen te treden of daarover te rede
twisten. Ei daze opvatting is volkomen juist
en zijne houding correct.
Want de directeur heeft namens de
postadministratie te zorgen voor eene juiste toe
passing van de bestaande reglementaire
bepaHng^r, zonder aanzien des persoons.
De beambten zyn niet de bedianden van den
directeur, doch zyne ondergeschikten en hij
is niet gelijk te stellen met een patroon of
werkgever, dis zelf zyn personeel in dienst
neemt en dat naar eigen goedvinden weder
kan ontslaan.
* *
*
Aan de bevelende verwachting van den heer
S. kan ik r.j'df voldoen. My'n oordeel over de
houding van den directeur van het
Amsterdamsche postkantoor kan ik niet wy sigen, trots
de verontwaardiging van den inzender Maar
ik bevind my dan ook in goedgezelschap. Da
heer S. gelieve slechts kennis te nemen van
het antwoord van den minister van Water
staat op de opmerking van den afgevaardigde
van Hoogezand, die de zaak in de Tweede
Kamer ter sprake bracht op 24 Dec. 1.1. Da
minister sprak toen woordelijk het volgende:
»Ik wensch een enkel woord te spreken in
antwoord aan den afgevaardigde uit Hoogezand.
Ik deel zy'n gevoelen, dat het principieel niet
juist zou wezen, om afgevaardigden van
vakvereenigingen niet te willen ontvangen, wan
neer men staat aan het hoofd van een grooten
diensttak. Of de directeur van het postkantoor
te Amsterdam dat heeft gedaan, is my tharis
riet bekend. Intusschen moet rekening gehou
den worden met het feit, dat de directeur van
het postkantoor te Amsterdam door zy'n drukken
werkkring riet altyd den tijd heeft, om de
besturen van vakvereenigingen te ortvargen.
Maar, zoosla ik zeide, in begirsel zon ik
het niet goedkeuren, om altijd te zeggen, dat
men ze tiet kan ontvargen. Integendeel, ik
heb genoegzaam blijk gegeven bij de behande
ling van de spoorwegen, dat £,elet wordt op
de wenschen en klachten, die ter kei!r,is der
regeerirg worden gebracht door de
vakvereenigirgen en hare afgevaardigden."
(Handelirgen blz. 875)
En wat nu des heeren S.' bewering betreft,
dat het betiaan van den bedoelden band ook
niet door den directeur te Amsterdam betwyfeld
wordt, dat die directeur zich van dat bestaan
viel bawust is hetgeen door mij niet is
ontkend ; ik spiak toch van erkennen , zoo
stel ik ook tegenover die apodictische uitspraak
wederom de «Handelingen" der Ksmer.
Volger.g deze las de heer Ter Laati aan de
Tweede Kamer eer. brief voor \iln den be
doelden directeur ain een zy'ner ambtenaren,
die van den volgenden inhoud was:
»Jn antwoord op zyn schryven van 18 dezer,
waarbij hij als voorzitter der sfdeeling Amster
dam van den Ned. Band van Past- en Tele
graaf beambten, met Iwee andere bestuursleden
een onderhoud met mij verzocht, wordt den
kantoor knecht J. H Wessels medegedeeld, dat
ik ham in de door hem genoemde kwaliteit
niet kan ontvangen. In de samenstelling van
het personeel van my'n kantoor is mij geen
bond, ren welke ambtenaren of beambten ook,
bekend."
Mij dunkt, dat verder commentaar overbodig
is, al zou op des heeren S's stuk i.o» wel
het een en ander te zeggen zijn. Maar waartoe r
Het zal den heer S. intueschen EU
welduidelyk zijp, waatön ik aan zijne «verwachting"
niet wssasch te voldoen. Ik echter hoop, dat
de heer S ten eerste geen naamlooze aanvallen
meer zal doen', en ten tweede zich niet meer
bemoeien zal met dingen, waar by niet van ef
weet. Ik doe er verder het zwijgen aan toe,
totdat ik beter portuur vind.
Den Haag, 00,12/02. Dr. J. C. ERINOAAUJJ.