De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 4 januari pagina 10

4 januari 1903 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

li DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR ? : ?? , /, 2 (J N E D E R L A ND. 1332 bsdraagt, voor de 5 pCt. Italianen is deze' 3 pCt. ; voor de Owtenryksche Julirente 2 pCt ; voor de 3 pCt. Portugeezen 5 pCt. De 4 pCt. Binnenland Spanje avanceerden zelfa van 71 tot 81 ; Turkije serie C van 26 tot 32. De ongunstige uitzondering die de zilver C aineezen maken is boven uitvoerig verklaard. Gelukkig dat voor de Mexicanen tegenover de daling van den zilverpry's staat een verbete ring in de solidrteit van den Staat. Groote vooruitgang maken de Brazilianen van 1889 en de Funding loan. Treffend gunstig was If02 voor de Zuid Amerikaansche Staatsfond sen ; Columbia avanceerde van 14 tot 19 K pCt. Uruguay 3/4 pCt. van 50 tot 56 en Venezuela van 26 tot 33. Rijkdom heeft 1902 gebracht aan de aandeelhouders van de Northwest, f AC. Hypotheekbank door stijging van 46 tot 149. Buitengewoon proot is ook de stijging geweest vgn de Z1A pCt. panèbrieven, die van 97 tot 128 monteerden. Met genoegen herrinnert zich de Groene dat ook op die stukken in deze rubriek meermalen de aandacht is gevestigd. Den 7 den dezer wordt door de North. Pacific Loan & Trust Cbrnpany de inschrijving opengesteld op 4K pCt. pandbrieven die min stens 5 en hoogsten 20 jaren zullen uitstaan. Voor geldbelegging mag hieraan wel aan dacht geschonken worden. Den 5ien van deze maand kunnen lief hebbers van 4 pCt. pandbrieven tegen den parikoers inschreven op % ton, 4 pO. schuld brieven ten laste van de Utreehtsche Hypo theekbank, die haar aandeelhouders steeds met buitengewoon hooge dividenden verheugde. Buitengewoon gunstig was 1902 voor de aandeelen Int. Kameensche die van 52 tot 90 vooruitgingen. Ook voor de Koninklijke was dat jaar goed , de styging liep van 390 tot 434. Voor de overige petrolenmwaarden was het afgeloopen jaar over het algemeen ongun stig. De Elzasser liep terug van 77 % tot 49; de Java petroleummy van 30 tot 13, en de Moeara Enim van 13854 tot 92>i. Ook voor de Sum. Pal. moet een groote achteruitgang vermeld worden en wel van 80% tot 57. De Mynbonwmaatscbappyen leiden ons in het sterfhuis van de Mindrineti wier gezond heid op 31 December van het vorige jaar nog getaxeerd werd op 110 pCt. Van dit sterfhuis komen we in de ziekekamer van de Guyara Goud, wier gezondheidstoestand van 80 tot 40 daalde ; voor de Ned. Indische Mynbouwmy z|jfl deze eyfere 60 en 6 ; voor de Rsdjang, die nog tamelftk gezond is, zy'n de bedoelde cijfer» 330 en 385; voor de Soemalata 210 en 83 ; voor de Pagoeat zyn deze noteeringen 30 en 23. Opvallend is de gunstige uitzondering die voor de Trantvalia gemaakt moet worden. De aandeelen stegen van 31 tot 74. Maandag a s. kan tegen 97 pGt. ingeschreven worden op 4 pCt. obligatiën van / 1.000. ten laste van de Electrische Spoorwegmaat schappij, die raar ik meen, wel de aandacht van de lezers verdient. Veer de belanghebbenden bjj de Pretoria Pietersburg Spoorwegmaatschappij is te Londen een vergadering gehouden die bemoedigende vooruitzichten opent. Hierover en over de c\jfer der Madeera StooKtrammaat «happy de volgende week meer. Amst, Marnixstr. 409 Bnssum, Borneo". T -n Jftn' o ' STIGTEB' Inhoud van Tijdschriften. IIygièitif(Ae Bladen No. 12: Dr. . W. S. Lingbeek, Het vaccinatievraagstuk, Gjedkoope suiker. Dr. G. W. S. Lingbeek, Landelijke Opvoedings te-huizen. Dr. G. W. S Ling beek, Winkelbedienden. Bladvulling. (De duur van den slaap). Dr. G W. Bruinsma, De beurs of het leven. Dr. G, W. Bruinsma, Bestemming der openbare gezondheid in het buitenland. De Gezondheid in Huis. Afbvering V. W. Hilarius Wz , Almelo. De Natuur. Afl. 12 : Tapytmotten,. (ver?olg en slot), door dr. J. C. H. de Mtyere. Demorjstratieproeven uit de leer van het licht, (vervolg en slot), ctftor dr. L. Bleekrode. Wat een mensch eet en hoeveel hy eet, door dr. A. J. C. Snyders. De eiectrische bovenen ondergrondsche baan te Berlyn, (vervolg en slot), door dr. J. H. E. Rückert. Een' merkwaardige luchtspiegeling, waargenomen aan boord S. S. Gédéter reede Suez, door dr. v. d. Stok. Korte mededeelinpen. Boekaackondigirg, door dr. H. J. C. Sterrekundige opgaven en mededeelingen, door dr. Ant. Pannekoek. Eigen Haard No. l: Familieoverlevering, door L. E, I. »De Gouden Koets" op de Poppententoonstellirg, (met afb ). Ia een Atelier, door Jeanne. Het spoorwegongeluk by Waarder, (met afb) Dieren en Muziek, door Davida J. van Heeckeren van Brandsenburg. Zy'n brood, (by de plaat), door Jeiu. de Vries. Zy'n brood, naar de schildery van H. J. Scholten, in het Museum »Fodor'' te Am sterdam. Een Indisch klaverblad (met portrelter). Van een vergeten uithoekje, door Kartici, (met afb). Feuilleton, iimttiititiimmm De strijd nier door F. J. VAN UlLDKIKS. Hoordet g|j reeds van den stry'd, den heftigen, die er ontstaan is Hier in het lage land bider zee, die 't gemoed ons in vlam zet, Zocals in zuidlyke landen de hartstocht het bloed kan doen bruisen ? 't Onderwerp is een meesleepend, een veelvermogend, dat mannen Even stevig kan boeien, als 't vrouwen in 't harnas kan jagen. 't HarcaB der vrouwen, j i juist, daarom han delt het zich, zou u zeggen D'ingeniense auteur, in Eu^en Haard aan het woord, Als hy zyn slotzinnen pent van het mooie artikel van Galand. Nu dan, 't corset van de vrouwen, dat is hier in 't strijdperk geworpen Door een professor, een man kennend geen vrees en geen blaam, Specialiteit in materies, die raken d'intiemste , ploblemen, Ojit door het lichaam der vrouw slechts aan medici geopenbaard. Hu nu wierp in het eerste Decembernommer ? de*r Lelie Ieder den handschoen toe, die nog den treurigen moed mocht bezitten, CraigsUr te zijn of verdedigster maar van 't corsetloos toilet. Nimmer, zoo sprak de professor, zal ik de reformkleeding dulden, Lselyk is ze, aesthetisch gesproken en, moet ik als medicus Oordeel vellen, ook dan acht ik haar afkeurenswaard. Gronden gaf voor zijn meening h'j, hoopte al thaas ze te geven, Maar in het licht der practy'k bleken ze wankel en zwak. Juist die practijk is 't, die my eren de pen im de hand dringt, Om aan de zy mij te scharen van wie den geleerde verweten, Dat bij de waarheid miskent en idealen zich voorhoudt Omtrent een passend, niet drukkend, op maat te vervaardigen keurslijf, Dat dan als steunapparaat aan te bevelen zou zyn. Meer bevoegden dan ik hebben reeds die bewering weersproken. Steik zal juist worden de rog, die dezen steun heeft versmaad, Sterk ook, physiek en moreel, wordt de vrouw, die haar kleeding laat volgen Rustig de ly'nen baars lichaama. Dan zal zij ook lichter en dunner Stcffsn zich kunnen kiezen, die even warm haar beschutten. En die haar 's zomers in Juni de warmte zullen doen dragen, Zonder een enkele klacht over het drukkende weder. Immera de luchtlaag, die vriendly'k, veer krachtig en soepel Tusschen de huid en de kleeding zioh legt, is een slechte geleideter, Zy bergt 't geheim van de weldoende werking, reformkleeding eigen. 'k Druk in gedachten met warmte u de hand, gy' moedige strijdsters, Die in het perk met den man van de weten schap u dorst wagen. Flink, juffrouw Sannes uit Groningen, plaats maar het licht op den blaker, Ginds uit het Noorden heeft vaak 't heldere denkbeeld gestraald! Ook mevrouw Heineken-Daum, een der eersten, die naar de pen greep, Deed wat haar hart en geweten onverwyld van haar eischten, Noodde professor, om zelf eens zoo'u keurslijf een poos te gaan dragen En eens te proeven, hoe 't smaakte, vooral in den tyd afttr dinner, Wees ook, terecht uit de hoogte, den mogelyk taalkundig juister, Maar absoluut ontoepasselyken hobbezaknaam van de hand, Dien naam, dien een tëekenaar geestig en scherp in een prent parodieerde Door in den mond hem te leggen van Hector, Andromaché's echtvriend Koel verstandig was t woord ook van H. A Elias, dun schry'ver, Die een gevaar zag voor veten in Treubsche keurs!|jf beschouwing, Omdat nu vaders en moeders en vooral ook oudere zusters 't Jonge geslacht, dat gymnastisch geoefend, aan 't harnas ontgroeide, Weer daarin zullen persen terwille van ' wesper fiijuurija. 't Moet wel ontmoedigend zy'n voor de dames van de Vereeniging, Die thans het vraagstuk der vrouwerkleedij in ernst bestudeert, Dat een hartstochtlyk professor, voor bloam* potten reeds zoo gevaariyk, Ook aan een quaestie zich waagt, die hy eenzijdig beschouwt, Jv ff rouw Kerlen deed op waardige wy'ze haar afkeuring hooren. Boissevair, man van het «niets evenaart voor my", trad ook in 't strydperk Tegen den hoon, hier gepleegd aan gezordheid en schoonheid door iemand Bij wien deze dingen juist veilig hadden behooren te zy'n. »Foei, professor, kiest gij party voor con ventie en sleur ? Ziet gy' niet, dat de modeptaatvrouw buiten de werklykheid staat, Dat zy geen spieren, geen longen heeft, dat zy' niet vry' zich beweegt? ' Naast die allen verschenen in 't strydperk ook de doktoren, Bereid den degen te kruisen met hem, die de moedige vrouwen Graag weer terug zag gedrongen ind'eEgheid van 't huis en van 't keurslijf. Zoo trad de arts, Dr. Eykman naar voren met Hermanides en Pioos van Amstel, Allen betoogend op gronden, ontleend aan praktyk en aan boeken, Dat voor gezonde ontwikkeling van lyfenvan leden voor d' arbeid, Die by' 't verteren der spijzen en ook bij de functie der longen Van de inwendige deelen gevraagd wordt, de druk dient vermeden. Fünke bewegirg, die moeten wy' hebber, arbeid der spieren Die maakt weer stevig en recht wat er verzakken mocht gaan. Eén echter, oo's een geneesheer, koos partij voor den steunenden gordel, ! Voor dokter Stratz is die waarlyk kroon van het vrouwentoilet, Zooals in 't eeuwenverlcop het geleidelyk zich hefft ontwikkeld, «Tijdelijke mode of modeziekte" ipialifijeert bij. Wat de vereeniging wil, die gezond en natuurlijk het meisje En ook de vrouw wii doen leven, haar sterk en veerkrachtig wil maken, Dat zy' het leven, het moeilyke Hink in de oogen durv' k|jken En niet haar kleeding haar hicdre, bij uitspan ning, noch l ij haar werk. En dan ten slotte verschenen in 't blaadje De Jlullandiche Lelie Waar tegenwoordig, dit en parenthcie, geen geuren van bloemen Zacht u omwasemen, woorden van vrouwen, die kwamen getuigen Van haar eryaiing in zake de nieuwe vrouwenkleeiij. Dankbaar gevoelden zy' zich bij teruggekregen gezondheid, Vry, niet gedrukt door een kleedin^r, als verou derde mode vereischt. (Zoo ook sprak juffrouw Haighton ; ze deed het kort maar toch krachtig. En mevrouw Bouman?de Lïrga betoogde toen heel wat uitvoerger, Dat de Hoogleeraar zich leelijk voorwaar in zy'n vingeren had gesneden.) Vrouwen alleen kunnen weten, zoo schreef me vrouw Scheltema?liaduin, Dat by het ruimer toilet alles haar beter gelukt, Dat zij gezonder zich voelen, werkkrachtiger en dua tevredener, Vatbaarder ook voor den, geestelijk gesproken, ruimeren blik. Straks zal het vuurwerk van meeningen knettrend in rook zy'n vervlogen. Wat ervan blijft zal voor velen deze opinie wel zy'n, Dat de reactie zoo luid niet haar schettergeluid zou doen hooren, Als niet de nieuwere kleeding der vrouw zich reeds baan had gebroken, Als zy niet dagely'ks aan voorstandsters en aan adepten mocht winnen, Staag zich verovrend terrein, niet wetend van weifelen of wanklen. Merkt gy den zegetocht niet van de stof, die poreus is en soepel, Die van de kous, ook pareus en toch zoo aange naam warm, Van de intieme laag, combineerend twee vroegere itemc, 't Bovenkleed dan nog van wol, weefsel zoo licht en toch sterk, Zoo ga het voortaan crescendo den weg van natuur en van waarheid Voorwaarts in dienst van Hygieia, 't meerdere volgt dan vanzelf! 27 December. NASCHRIFT. Op Oadejaarsdag vernamen wy 't slotwoord van Treub in de quaestie 't Mihi constat nog eens onderstreepend by 't »Lsve 't corset l 't Wankele standpunt, vooral aan het slot van 't artikel zoo duidelijk By 't voor een medicus vreemde be:oog van sub jectiviteit, Wiegelde allerbedenkely'kst, want in 't zelfde nommer der Lelie Schaterde vroolyk en luid de mooie heldre klaroen, Waar dokter Maas mee geleidde 't gezonde en geestige woordje, Punctum, dat waardig besluit den geneeskun digen strijd. F. J. v. . "»'" tiHiimiii minimin miiitimmmmumiilliiliiii Sniïer als Ia uw nummer van 21 Deo. komt behalve een artikel van onzen suikerkasopioer, den heer G. Birnie ook voor de aankondiging van den nieuw op te richten Anti-Suikeraccy'nsbond. Blijkens deze aankondiging stellen de heeren der voorbereidende commissie zich voor propaganda te maken om 1°algemeen, in alle kringen des volks de waarheid (?) ingang te doen vinden, dat suiker een voor treffelijk voedingsmiddel is; 2°den suiker accijns aanzienlijk te verminderen, zoo mogelyk geheel af te schaffen, opdat de suiker als voedingsmiddel onder het bereik kome der economisch zwakken. Wie zon er bezwaar hebben tegen dit laatste streven? Suiker is eenmaal een alge meen gebruikt genotmiddel ook der minder gegoeden; hoe goedkooper hoe beter dus. Maar suiker een voortrfffily'k voedings middel ? De heer D, de Clercq, onze yverige voorvechter voor eene catuurlyke voeding meent dat ook ? Hoe verbaasd was ik zy'n naam aan te tr( W -m onder de oprichters van dien bond. Moet ik hem nog vertellen, dat Biet n scheikundig zuiver product ooit een voortreffelijk voedingsmiddel kan zy'n en dus dat heele opstel van den heer Birnie niets bewijst omtrent de voortrtffalykheid van'suiker als voedingsmiddel 't «Goedkoope suiker is het eenige middel om te geraken tot: la vie a bon marché, waarnaar iedere regeerin?, die waard is dien naam te dragen, zonder ophouden moet streven; daar ligt de meest practischa en verstandigste oplossing van de sociale kwestie, veel meer dan in sommige bedriegelijke gevaarlijke utopicn," zegt de heer Birnie, daarin het Journal des fabricants de sucre nasprekend. Prof. Caauveau noemt de suiker «l'alienent par excellence pour les pauvrec, apiös Ie pain." H|j vond dat alle spierarbeid gevoed wordt door een klein gehalte in het bloed aanwezige suiker. Ciaade Barnard vond in de glycogeenvorming van de lever het middel waardoor de toevoer van suiker naar het bloed geregeld wordt. Ik zal den lezer de verdere opsomming van de pbysiologische kennis van den henr Birnie sparen. Al deze ontdekkingen hebben voor den pbysioloog ongetwijfeld waarde, voor den mensch die zijn voedsel moet uitkiezen, absoluut geen. Zij bewyzen alleen dat voor de voeding van den mensch noodig is, suiker, koolbydra-.en in 't algemeen. Dat weet tegen woordig elke Hoogere burgerscholier en heeft voor hem ook alleen maar theoretische waarde. Als een Boscbjesman of Papoea of een asp honger heeft komt het nooit in zy'n hot f i op, voedsel te nemen zonder koolhydraten. De heer Birnie had zijn lezers die gaieerdaeden, met die onkiesche en oijuiste opmerking aan het adres der socialisten kunnen besparen. 'Wat by' nagelaten heeft, en wat hij toch in de eerste plaats bad moeten aantoonen is de superioriteit van scheikundig zuivere suiker als voedingsmiddel boven d^ na'uurlyke voedingsmiddelatf, waarin koolhydraten, suikers in rijkelijke hoeveelheid aanwezig zy'n. Rietsuiker wordt verkregen uit de suikerbiet, het suikerriet, soms oak wel uit palmen. Het sap dezer planten wordt door uitpersing of uitloogen verkregen en daarna van alle stoffen, die geen suiker zijn, gereinigd (!) Door ver menging van het uitgeloogde sap met kalk wordt een deel van de verontreinigende stc ffan (eiwit enz ) neergeslagen, door koolzuur wordt deze kalk dan weer uitgescheiden. Het ge reinigde sap wordt gtfl'treerd on ingedampt. Zoo verkr|jgt men ruwe suiker. Deze ruwe suiker wordt nog verder gezuiverd of geraffi neerd door raiddel van beendermeel en bloed. «Met deze vermindering in voedingswaarde en uitloogirg van deze voedingsmiddelen" schrijft dr. Kü.iig in zijn Chemie der Nahrurgsmittel, »gaan gepaard bizondere verontreini gingen en vervslschingen, welke de suiker nog meer tot een hoogst ongezonde voedingsstof maken. Om da gezuiverde suiker zy'u geelachtige kleur te ontnemen, voegt men aan de suiker b|j de kristallisatie dikwijls een hoogst orgezonde kleurstof toe, n.l. ultramarijn of Berlynsch blauw." Ook door da fabricage knnnpn vergiftige stoften in den suiker geraken. Poenige methodes tol afscheiding van suiker uit het sap berusten op de aanwending van sterk vergiftige Barytverbindingen en Strontium-verbindingen. Ook lood en zink worden b|j de bereiding van suiker niet zelden aangewend. (Dr. König, Chemie der Nahrungsmittel, 3. Anfl, pag. 767). »A1 gaan," schrift Dr. Köaig, >by zorgvuldige bereiding slechts sporen dezer vergiftige metalen in de zuivere snikersoorten over, in de goedkoopera kunnen zij toch licht in groote en sehadelyke hoeveelheid voorkomen", afgezien nog van het gevaar dat arbeiders loopen die dagelijks met deze stoffan omgaan en aan ver giftiging blootstaan. Maar dat alles daargelaten. Waarom, mag men den heer Blrnie vragen, is volkomen zuivere suiker, dus zonder vergiftige bymengselen een zoo bij uitstek geschikt voedsel voor den arme ? Waarom bijv. beter dan aardappelsn, brood, groenten, vruchten ? Die geheele omslag van zuivering doet het lichaam toch veel beter en goedkooper ? Als het nooiig was. Maar het is niet noodig en zelfs schadelijk. Alle voedingsmiddelen, die de natuur den mensch verschaft bevatten behalve eiwitten, koolhydraten en vetter, ook nog andere stoffen van onorganischen oorsprong, kalium, natrium, calcnm enz. Zijn dat toevallige of soms schade lijke b|jmengselen, die de mensch eigenlijk eerst moet verwijderen ? Neen, dat z|jn zeer nuttige, onontbeerlijke bestanddeelen van alle voedingsmiddelen. Wat gebeurt er namelijk in ons lichaam met de voedingsmiddelen ? Zy worden geoxydeerd, verbrand: koolhydraten tot koolzuur en water, eiwitten tot koolzuur, phosphorzuur en zwavelzuur, en de anorgani sche lichamen dienen om de b|j deze oxydatie ontstane zuren te binden en onschadelijk te maken. Bevat de voeding een tekort aan deze anorganische sttffjn dan ondervindt het lichaam daarvan zeer treurige geïolgen. Het bloed, de urine worden zuur, inplaats > ai alkalisch, zooals b|j normaal gevoede en gezonde individuen, en de gevolgen ? De zuur reageerende lichaams sappen werken voornamelijk vernietigend op het zenuwstelsel, maar alle organen van de voeding en da uitscheiding l|jden er onder. Nierziekte, suikerziekte, gebrekkig tandstelsel, Engelsche ziekte b|j kinderen z|jnalle gevolgen van een tekort aan onorganische be standdeelen in de voeding, veroorzaakt door eenzijdige voeding, te veel eiwitten, kool hydraten en te weinig kalinm, calcium en natrium. De natuur heeft de voedingsmiddelen zoo prachtig den mensch voorgezet. Zoekt men in een scheikundig handboek op de samenstelling van onze voedingsmiddelen en berekent men de hoeveelheid kalium, natrium en calcium, die noodig z|jn om de zuren die b|j de oxydatie ontstaan te binden, dan kan men zien wat een prachtig evenwicht de natuur hier heeft gesteld, de hoeveelheid kalium en natrium enz. kooit alt|jd overeen met de hoeveelheid zuren die ontstaan kunnen. Ik bedoel nu op goeden oorspronkelyken grond gekweekte voedingsmiddelen, niet de met afval en uitwerpselen gemeste ziekelijke vruchten en groenten, die zich in plaats van met kalium en natrium met ammoniak hebben moeten opbouwer. Het zou my' te ver voeren aan te wijzen hoe reeds uit de pbysiologie van den groei der planten dit verband noodzakelijk blijkt. Ganoeg z|j het, dat bij alle natuurlyke voe dingsmiddelen dat verband bestaat. De verhouding dier stoffen is: b'j de suikei-ljii't bij het suikerriet witer 82.25 75.40 stikstofverb. ... l :!0 l 50 vet 0.12 055 suiker 1250 l i 82 suikervorm. sterfin . 1.90 7 00 onorg. lich. ... 082 070 Zuiver rietsuiker is; 0.05 j,Ct. water i 1990 » suiker 0.05 *> overige 8t( ft'an dns in 't geheel 0.1 pCt. «verontreiniging". Suiker bestaat uit koolstof, waterstof, zuur stof, verbrandt in hst lichaam tot koolzuur en water. Het mag dus wat warmte en arbeids vermogen leveren, maar is niet in staat een levend lichaam gezond op te bouwen en gezond en geschikt tot arbeid te houden. Het is dus geen gezond voeding3midde[,.mv»r niets dan een ongezond genotmiddel, o ereenkomend met alcohol, dat evenals suiker tot koolzuur en water verbrandt zonder ook maar iets aan het lichaam voor zy'n opbouw af te geven. De gunstige werking die de heer Birnie noemt by marschen b|jv. van het Duitsche leger is dezelfde als die van alcohol. Z>j is tijdelijk en wordt bij voortgezet gebruik tot hoofdpijn en een algeowene o^behagelykheid. Al die voedingsmiddelen van den nieuweren tijd, op de fabrieken uit de normale gezonde en volkomen voldoende voedingsmiddelen ge condenseerd, zijn mi?gewassen; zij halen de arbeiders van dan gezonden gezegden land bouw af, ooi zo slavan te makan in ongezonde ellendige fabrieken en geven hun onvoldoend prikkelend en giftig voedsel in plaats van den eenvoadigen, normalen en gezonden kost, die onze voorouders tot krachtige, goed ge q'iilibreerde inenschen maakte; ze gaven ze steenen voor brood. Den Haag, 22 Dec. 1902. Dr. L KOM. En wanneer nu 'beambten zich verongelijkt of gekrenkt achten door eene orjuiste toapassing van de voorschriften of'goen genoegen nemen met de tegen hen genomen maatregelen van orde of discipline, dan wordt hun de gelegenheid niet onthouden, ieder .voor zich, daaromtrent aan den directeur de gewenschte inlichting te vragen. Van dergelijke gevallen, die aan de orda van den dag kupnen komen, zy'n, de positie van den directeur in aanmerking genomen, besprekingen en beschouwingen met bestuurs leden'of afgevaardigden van bonden of vereenigingen onnoodig, or gegrond en ongepast en zelfa in een hierarchiich ingericht corps, praktisch onmogelyk. Want b|j geschillen kan er alleen sprake z|ja van de meerder of minder juiste toepassing van voorschriften, waaraan zoowel de directeur als de beambten, zich hebben te honden. Van plagen, vernederen en machtsvertoon van de z|jde des directeurs kan, in het gegeven geval van weigering om over eene zuivere dienstaaogelegenheid met het bestuur van een bond te onderhandelen, geen quaestie zy'n, evenmin als het waar ia, dat wel eene deputatie uit eene vereeniging van commiezen door hem zou wor den ontvangen, want m|j is bekend dat de directeur tegenover eane dergelijke corporatie van commiezen, consequent hetzelfde stand punt heeft ingenomen, vóór het gebeurde met den Band »de Post": Die commiezen werden dus op dezelfde wy'ze behandeld als de beambten van »de Post" die niet zy'n de arbeiders van den directeur, doch dier aren van den S aat, zooals hyzelf en de commiezen en andere ambtenaren, die toevallig onder^zijn beheer z|jn, werkzaam gesteld. Indien de heer Eringaard voorts de qaaestie beter had onderzocht zou hy zy'n schryven, op grond van zyne eigene argumenten, hebben moeten achterwege houden. Immers hy toah zegt te billyken dat een werkgever niet onderhan delen wil met personen, die niet tot zy'n eigea personeel behooren, welnu, de bond «.iePjst* bestaat niet zooals h|j meent, uitsluitend uit postbeambten, maar ook uit telegraaf oeambten, dus zelfs uit personeel dat tot een anderen tak van dienst behoort. Da directeur van het postkantoor zou dus in relatie moeten treden met beambten met wie hy niets uitstaande heeft. De exceptie van den heer Edngaard is dus hier volkomen van toepassing. Eindelyk wensch ik nog omtrent de conse quente houding van den directeur met opzicht tot z|jn standpunt als ambtenaar te releveeren, dat hem door de afgevaardigden van den Bjnd »ie Post", die hy in die qaaliteit niet wenschte te hooren, zelfs het doel van hun bezoek niet was kenbaar gemaakt. De aanleiding tot de gevraagde besprekirg was hem dus ten eenenmale onbekend. Ten slotte verwacht ik dat den heer Erirgaard die, oppervlakkig genoeg, tot zyn geschryf aan leiding vond in hetgeen hy uit de dagbladen heeft vernomen, nu wel zy'te meening zal «yzigen omtrect de houding, welke een boven een uitgebreid personeel gesteld ambtenaar van den Slaat Imft in te nemer, in vergelyking met een «werkgever". Uw dv., Amsterdam, 26 Dec. '02. S. Ds Post1', Aan da Redactie van het ]\'eel;blad voor NaleilciH'l, Amsterdam. Mijneheeren. e beschouwing van den heer Eringaard te 's- Gravenhage, onder het ho'jfl «Rachtmatig protest", voorkomende in uw bla.l van Zondag 21 December l l, geeft my aanleiding tot de volgende opmerkingen: Ia Je eerste plaats dan kan er geen sprake van zyn dat het bestaan van den Nederiandschen Band van Post- en Telegraaf beambten »de Past'1 niet door den directeur van het post kantoor te Amsterdam wordt eikend, waLtdat bestaan wordt door niemand, ook niet door hem, betwy'feid; doch do eigenlijke quaestie is dat de directeur zich r.iet verplicht cf ge roepen acht ontrent dienstaangelegeaheden of maairegelen van orde, gegrond op de bestaande voorschrifter, met het bestuur of de afgevaar digden van eane vereeniging van beambten in bepchouwirgen te treden of daarover te rede twisten. Ei daze opvatting is volkomen juist en zijne houding correct. Want de directeur heeft namens de postadministratie te zorgen voor eene juiste toe passing van de bestaande reglementaire bepaHng^r, zonder aanzien des persoons. De beambten zyn niet de bedianden van den directeur, doch zyne ondergeschikten en hij is niet gelijk te stellen met een patroon of werkgever, dis zelf zyn personeel in dienst neemt en dat naar eigen goedvinden weder kan ontslaan. * * * Aan de bevelende verwachting van den heer S. kan ik r.j'df voldoen. My'n oordeel over de houding van den directeur van het Amsterdamsche postkantoor kan ik niet wy sigen, trots de verontwaardiging van den inzender Maar ik bevind my dan ook in goedgezelschap. Da heer S. gelieve slechts kennis te nemen van het antwoord van den minister van Water staat op de opmerking van den afgevaardigde van Hoogezand, die de zaak in de Tweede Kamer ter sprake bracht op 24 Dec. 1.1. Da minister sprak toen woordelijk het volgende: »Ik wensch een enkel woord te spreken in antwoord aan den afgevaardigde uit Hoogezand. Ik deel zy'n gevoelen, dat het principieel niet juist zou wezen, om afgevaardigden van vakvereenigingen niet te willen ontvangen, wan neer men staat aan het hoofd van een grooten diensttak. Of de directeur van het postkantoor te Amsterdam dat heeft gedaan, is my tharis riet bekend. Intusschen moet rekening gehou den worden met het feit, dat de directeur van het postkantoor te Amsterdam door zy'n drukken werkkring riet altyd den tijd heeft, om de besturen van vakvereenigingen te ortvargen. Maar, zoosla ik zeide, in begirsel zon ik het niet goedkeuren, om altijd te zeggen, dat men ze tiet kan ontvargen. Integendeel, ik heb genoegzaam blijk gegeven bij de behande ling van de spoorwegen, dat £,elet wordt op de wenschen en klachten, die ter kei!r,is der regeerirg worden gebracht door de vakvereenigirgen en hare afgevaardigden." (Handelirgen blz. 875) En wat nu des heeren S.' bewering betreft, dat het betiaan van den bedoelden band ook niet door den directeur te Amsterdam betwyfeld wordt, dat die directeur zich van dat bestaan viel bawust is hetgeen door mij niet is ontkend ; ik spiak toch van erkennen , zoo stel ik ook tegenover die apodictische uitspraak wederom de «Handelingen" der Ksmer. Volger.g deze las de heer Ter Laati aan de Tweede Kamer eer. brief voor \iln den be doelden directeur ain een zy'ner ambtenaren, die van den volgenden inhoud was: »Jn antwoord op zyn schryven van 18 dezer, waarbij hij als voorzitter der sfdeeling Amster dam van den Ned. Band van Past- en Tele graaf beambten, met Iwee andere bestuursleden een onderhoud met mij verzocht, wordt den kantoor knecht J. H Wessels medegedeeld, dat ik ham in de door hem genoemde kwaliteit niet kan ontvangen. In de samenstelling van het personeel van my'n kantoor is mij geen bond, ren welke ambtenaren of beambten ook, bekend." Mij dunkt, dat verder commentaar overbodig is, al zou op des heeren S's stuk i.o» wel het een en ander te zeggen zijn. Maar waartoe r Het zal den heer S. intueschen EU welduidelyk zijp, waatön ik aan zijne «verwachting" niet wssasch te voldoen. Ik echter hoop, dat de heer S ten eerste geen naamlooze aanvallen meer zal doen', en ten tweede zich niet meer bemoeien zal met dingen, waar by niet van ef weet. Ik doe er verder het zwijgen aan toe, totdat ik beter portuur vind. Den Haag, 00,12/02. Dr. J. C. ERINOAAUJJ.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl