De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 4 januari pagina 4

4 januari 1903 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. . No. 1332 personeel en eene begrensde ruimte kunnen worden gegeven. Als de t;jd tot ruimte wordt", ben ik óver het stoffrlyke been en moet mijne fantasie mij zoozeer behulpzaam zijn, dat alle hulpmiddelen, waarover de bes;e schouwburg beschikt, daarbij als gebrekkig en geheel onvol doende een niet noemenswaardigen factor zou den vormen. Wanneer ik een tojneelatuk heb dat gewor teld is in de realiteit, ot althans door de wer kelijkheid kan benaderd worde a, is de tooneeltbeiitel van niet te versmaden waarde. In de Meistersinger, waar ik de middeleen wsch e stad Nürenberg, in de Louise van Charpentier, waar ik het hedendaagsch Montmartre kryg te zien, ?en zelfs in de Tristart und holde, waar ik steeds voet blyf houden in het algemeen menschelyke, doet de uitvoering in concertvorm zeer veel verliezen. B j da Pars fal, waar ik steeds in andere sfeer verkeer, denk ik my het daarvoor noodige, gemakkelijk er by, en veel mooier dan men het my met mogelijkheid kan vertoonen. Wat is nu m. i. de reden waarom ik b ij de Parsifal zooveel minder genoot dan bye. bij de Tristan of bij Stegfried's Tud, die ik ook in concertvorm heb gehoord ? Het ligt aan mij zelf en in dezen zin is my'n indruk dubbel een leekenindruk. Leek niet alleen in de muziek, maar ook leek in de mystiek, Da mystiek is geheel iets anders dan het symbolisme, de mystiek is eene geestesrichting waarin men moet verkeeren om in hei; myitiske genot, zelfs kracht te vinden, maar voor hem die, zoo ah ik, overal en ten alle tyde vast houd aan 2 X 2 4, voor diegenen is de mystiek niets en zoo zy hen nog iets zegt, is dit afstootend. Ik zie gaarne door mijne oogen, vrijwillig bind ik mij geen blinddoek voor, van hoe doorzichtig weefsel ook. De myiticus daar entegen, heeft gaarne een sluier en laat zich by de hand nemen en leiden zonder te weten waarheen. \\anneer nu een kunstwerk mystiek doet, maar geen waar mysticisme bevat, kan het mg, realist, nog in sommige gedeelten bekoren, maar hoe meer het geeft, datgene wat het wil geven, hoe meer het doordrongen is van den waren geest dien de t cbepper van het werk, zelf mysticus op dat oogenb-ik, er in heeft willen leggen, des te eerder en des te volkomener zal het my vreemd worden en geen vat op my hebben. De Parsïfal is een mystiek kunstwerk. Ia hec begin bly'kt dit nog niet zao duidelijk en gaan wy mede, doch op zeker oogei.blik breekt het karakter zoo sterk door, dat de band, waaraan de realist tot dusver is meegevoerd, plotseling afknapt. Hat contact is verbroken en ofschoon van tyd tot tijd wy wel eens weer wat dichter bij elkaar komen, het verbroken verband wordt niet weer hersteld. Ik kan nauwkeurig aangeven waar dit by' my' geschiedde. Het was in het eerste bedrijf, als Parsifal door Gurneroanz wordt medegenomen naar het maal der Graalridders. De componist heeft my nog in zyne macht, als de ridders opkomen en voldaan over den verrichten ar beid in dienste der heilige zaak zich verheu gen in de lafenis die hen tot loon wacht, maar dan komt die lafenis en daar knapte by my de band af. Wy stonden hier aan de mysterie van de katholieke mis, een mysterie aat ik niet kan binnen gaan, maar dat Wagoer is in gegaan, en terwyl hy doordringt in het wezen dier mysterie slaat de deur zich voor my toe, en blyi ik buiten staan. Ik beklaag my daarover niet. Er zyn ge bieden die ik niet wensch te be'reden en het is billijk dat ik daar dan ook niet komen kan. Ik sta vol bewondering voor den kunstenaar die zoo diep in zyn onderwerp is doorgedrongen, zoo geheel er van is vervuld, dat zyn werk de kracht heeft van de mysterie zelf, en ik wend my af met een zeer gelaten: Dit is niet voor my; voor my zyn de zonneschy'n en de lerende natuur, die lief heef c en verjongt. Het tweede bedrijf speelt op diabolisch terrein. H er is de 'indruk ontzaglijk zwakker, trouwens het is my steeds voorgekomen dat Wagner op het terrein van den vorst der duisternis niet thuis is. Al hetgeen in zjn werk diabolisch is, zelfs in de Niebelungen, is zwakker van uitdruk king dan het reine, het verhevene, het hemelsche; zyn duivel is geen duivel uit de middeleeuwen, maar brengt het hoogstens tot een Eobold uit het Schwarzwald. Het derde bedrijf is geheel mysterie, da mysterie der Verlossing, da mysterie van den Goeden Vrydag, de mysterie van de Mis, de mysterie van de Euischheid. Plaatst men zich niet op het standpunt der mysterie dan is de geheele Parsifal een onbegryp ly'k samenweefsel. Parsifal is niet de reine, edele, zelfopofferende ridder, niet het ideaal van mannelijke kracht, gesteld in dienst van het goede en schoone, niet een Siegfried, herboren in de middeleeuwen. Wat weten wij van hem? Hy heeft den do ad zijner moeder op het geweten, want ondank baar voor hare teere zorgen, verliet hy' haar; hy miskende het recht der moederliefde. By zy'.i eerst optreden, miskent hy het recht op het leven, dat elk schepsel heeft; hy doodt den onschuldigen zwaan, alleen om te dooden. Later doodt en verwondt hy de ridders bij KJingsor, van wie ons niets erger bekend is dan dat zy met de toovermeisjes een luchtig, lichtzinnig leven leidden, maar die hem, Parsifal, geen kwaad deden. Dan doolt hy' rond, vechtend en strijdend, een ware houwdegen, nadat hy' van zich afgestooten heeft de vrouw, die hem niets anders vroeg dan een weinig liefde. Hy is dus niet rein van menschenbloed, hij is niet vervuld van edele gedach'en, hy is alleen kuisch. Dat is alles en daaruit put hy' zyne kracht. Hy is zelfs heerschzuchtig, en nauwelijks wordt hem da kroon van het gebied des Graals aange boden, of zonder te letten op Amfortas' rechten neemt hy haar aan en vóór de kroon hem werkelijk is opgedragen, vóór dat de koning zelf s er iets van weet, oefent hy reeds ten bate van Kundry zyn nieuw gezag uit. Dit alles wordt hem vergund, om lat hy kuisch is, doch, en hier gevoelen wy dat wy staan voor de mysterie, en met gewoon realis tische opvatting niet verder komen, de kuischheid is geen vereischte voor den koning van Montsalvat. De eerste koning Titurel heeft een zoon, en zelfs Parsifal zal koning bly ven en blyven heerschen ook als zyn zoon Lohengrin op zjjne beurt in het huwelijk treedt. Dit weten ?wij uit den Lohengrin. Wij staan hier dus voor iets dat slechts de mystiek, de diepe mystiek, kan verklaren. Ik kan alleen opmerken dat Wagner er in geslaagd is van dit gevoel zijn werk 100 te doordringen dat de realist er vóór en er buiten blijft staan,'en dat de vertolking te Amsterdam zoo goed was, dat dit alles tot zyn recht is gekomen, zoodat alleen de mysticus kan oordeelen of werkelijk de mysterie hem heeft gevat. MK. H. Louis ISRAÉLS. Nationaal LOT. L. SIMONS. 0/er Vondel'» Gybreght" en over Nationaal kven" 1891?1892. Met n titel zou de heer L. Simons hebban kunnen volstaan. De zes vertoogen of studiën over nationaal leven, over stambelangen, over Eagelschen en Nederlanders, enz. staan niet naast de studie over Gy,bi(ght, ze hangen er mee saam. Is ook Gysbreght niet eene schoone en krach tige uiting van Nationaal leven geweest? Vondel heeft gewis Gysbreght niet uit toe valligheid of willekeur geschapen. Neen, de natie, verpersoonlijkt in het alles-te-zeggen hebbende Amsterdam, ? zal Vondel, in vroomheid, gedrongen hebben te getui gen van het nationale leven, van de groot heid van zijn Amsterdam, van de aerdsche Goden" zooals hg de burgemeesters van Amsterdam noemt van het land, welks ge schut hij hoorde donderen op alle vier de winden, en welks zeevaarders bij gedenkt op hunne verre en gevaarlijke ontdekkingstochten. Gy,breght toch was met de stichting van het Athenaeum Illustre, eenige jaren te voren, eveneens een gevolg der sterke uiting van nationaal leven, zoo mag men het leven van Amsterdam in de 17 eeuw wel noemen : want Amaterdammer-te-ïijn en zich Amsterdammer-te-voelen, bsteekende in die dagen heel wat. Breeroo, er prat op gaande, zette op alle zijne werken, onder zyn naam: Amsterdammer, alsoi hy zeggen wilde: die ben ik, doe me wat, kom op, als je lef hebt", gelyk hij feitelyk doet in het optreden tegen Haarlem, met veel bluf, de bewoners uitda gende: Wy, Amsterdammer*!'' Gij, Haarlemsche droge harten nu Komt, toont nu \vie gij zijt; Wij, Amsterdammers, tarten U, Te drinken hier om sti'ij 1. Het is hetzelfde hooge-in het--rapen als koningen schrijven: Wy luard, by' de gratie Oods, koning van, enz. Werkelyk was het zoo; de Burgemeesters van Amsterdam hebben zich dadelyk koningen, heer van 't land, gevoeld; velen in edelen zin, als bestevaer Corn. Piet. Hooft, de vader van den d chter die L°icester weerstond en den Nederlanders van zyn tyd den weg van geluk, voorspoed en ry'kdom wees, toen hy op de zee als hun toekomst duidde; later door den dichter Huygens: de Zee is uw geveerl" Het zeggen van Oud-vader Hooft -heeft Keizer W.lhelm II overgenomen in zyne bekende, tot spreuk geworden woorden: Duitschland's toe komst ligt op zee," en daarbij even als de ouie Amsterdammers de hand aan den ploeg slaande. De Amsterdammers in den aanvang der 17de eeuw leefden ia het leyen der stad een wereldleven. Het bewustzijn van macht en recht er door geboren, sprak zelfs in volksuitdrukkingen. Werd een Amsterdammer vaa de smalle ge meente in zyn recht te kort gedaan, dan was het dadelyk: Pas op, ik ben iteêhind!'' En dïden de H;eren hun plicht niet, dan durfden zy wel dapper zeggen en dreigen: Ben jy een schout en doe je zulke dingen, pas op, de jongens zullen spoedig een liedje op je zingen, als je weer op leely'kheid wordt betrapt." De grootheid en de almacht van Amsterdam ontwikkelde een allerkrachtigst nationaal leven, zich zeker niet het minst uitende in den strijd om oorspronkelijkheid in taal, hare ontreiniging van vreemden invloed, en het opwerpen van bolwerken tegen het Latijn, waarin werd gebeden en de wetenschap bediend, om waarheid te maken den wensch uitgesproken tot de Leidsche bedienaren der wetenschap: Laat het land in 's lands taal uw geleerdheid genieten!" Het Atnsterdamsche, het nationale leven aan het einde der 161e en het begin der 17de eeuw werd geleefd in de Rederijke'^kamer en de latere Academie, en voad er uiting. In t>eide werden naast er, misschien boven de aan bidding der maagd Rhetorica, Stads-, Riligieen Staatsbelangen besproken en behartigd. Zij voorzagen in de behoeften, thans vervuld door dagbladen en vereenigingen van allerlei aard. Daarom waren op zeker tydstip alle burgemeesters en vele voorname lieden van Amsterdam lid der Kamer. De Academie wilde naast de kunst, de geleerdheid, nog gebonden aan de Lafy'nsche taal, in de landstaal onderwazen, gemeengoed maken voor allen, voor kooplieden zoowel als voor zeevarenden en voor klerken, die naast koopmanschap, nutte geleerdheid wilden be vorderen. Uit het krachtige Amsterdamsche, zy'nde het nationale leven, voorgestaan door de Academie, z\jn zoowel de ideeën tot stichting het werd reeds aangestipt van Athetaeum Illustre als Schouwburg voortgekomen. Het Amsterdamsche Athenaeum Illustre heeft het nationale leven dienende, zich verheven tot Hoogeschool; de Amsterdamsche Schouw burg, breeder opgevat: het Amsterdamsche tooneel, is den oorsprong blyVen gedenken. Hoe verbasterd en ontsierd ook, in dagen van nationale beproeving ging het terug tot dien oorsprong. In de dagen der Fransche heer schappij was het Amsterdamsche tooneel een leerschool der geschiedenis, en weid er het nationaal bewustzijn levendig gehouden. Op het Rotterdamsche tooneel is, in 1813, door Louis Bouwmeester's groot rader, het eerst Orauja gedragen. Na de doorgestane beproevingen in den Belgi schen opstand, uitte zich in den stadsschouwburg van Amsterdam het nationaal gevoel, en sprak er sterk het nationaal bewustzijn: van het samen gaan van Oranje met Nederland. Het geheele koninklijke gezin was, kort naden eersten tyd van rust, in den schouwburg te Amsterdam. Mr. Jacob van Lennep deed toen op het tooneel ver leden en heden geienken, en by woorden van herdenking: wat Oranj 3 voor Nederland, en Nederland voor Oranje geweest was, treffend gebleken in den Belgischen opstand door de daden der Prinsen, rees de Koningin op, wendde zich tot haar beide zoons, den lateren Koning Willem II, omhelsde hen en kuste hen op beide wangen,... en allen die er getuigen van waren, gevoelden bezegelen de kracht van Nationaal leven, korts gebleken. Het ontstaan, de aanleiding tot en het gevolg van het ontstaan van Vondel's Gysbreght, zou den dus recht geven Simoas' opstel over dit treurspel, met de overige vertoogen, te brengen onder het hoofd: Nationaal kven. * * De kritische blik van L. Simons verscherpt zich als hu staat bij den weefstoel van den tyd. Dan ziet en monstert hy, allen die aan dien weefstoel werken, met doordringenden blik, en onderzoekt het weefsel tot op den draad. Men hebbe slechts een der zes nationale vertoogen te lezen om hem te onderkennen als meelevende met zy'n tyd, en scherpzinnig beoordeelende dien tyd, d.w.z.: verklarende en toelichtende. Daar is allereerst zyne merk vaardige studie: Perfide Albion, die reeds by de openbaar making in De Gids" van 1896 de aandacht trok. Sinds het begin van dit jaar, van 189S zegt Simons zyn de E ngelschen zeer speciaal op het zondebankje gezet, al de niet E->gelachen in de jury. PeruIe A'bion is een bijnaam geworden, die op de Engelschen met vischlym ge patenteerde, nooit loslatende schijnt vast gekleefd. Z'j mogen doen wat zij willen, voor over buitelen, zich ten-achterste toonen iedereen leest het scherpe vonnis van hun kleeren. Voor menschen in zulk een roep en onder zulk een ban, gedragen zy zelf zich intusschen met uiterste onverschilligheid. Er is geen hoofdbniging van schaamte en geen bekentenis van schuldbesef. Veeleer het tegendeel. Zy dragen het hoofd met sty'fnekkiger trots recht-op en maken, tegen wie hen naroepen, met pleizier een beweging, die gemeenly'k als sein van uiterste geringschatting geldt. Maar al doen z\j zelf zoo schouderophalend hun vrienden zitten in s'ille benauwdheid. Engeland: leidster van sociale vooruitgang brandpunt van politieke vryheid toekomstland van sociale rechtvaardigheid hei ligdom van het recht middenpunt van bekeeringsyver beschermster der zwakken en vervolgden, Wat is er geworden van haar rechtszin, haar deemoed, haar trouw aan woord en beginsel, haar strenge onkreukbaarheid ? Is niet een licht ondergegaan, en de toekomst nu alleen maar zwart ?'' Breedvoerig en met klem van redenen be antwoordt L. Simons deze door hem gestelde vraag. Het antwoord geeft den lezer een dui delyk begrip van het wezen van den Engelsenman, naar ziel en lichaam, of, om Simons pleizier te d>en, naar ziel en lyf, want hy' lydt liever 7^/jmarten dan lichaamssmarten of lichamelijke smarten. Het lyt" gaat in den nieuweren tijd voorop! Het opstel Perfide Albion van 1896 thans herlezende, beeldt het de houding en de han delwijze der Engehchen in en na den Transvaalschen Ojrlog, op iedere blad«yle af, in treff jnde gelijkenis, als een proef op een som Parfile A'bion zy' ieder, die een helderen en onpartydigen blik wil hebben op het wezen en doen der Eagelschefl, ter lezing aanbevolen. Even levenswaard zyn Simons ernstige be schouwingen o/er de taal- en letterkundige congressen, de S ambelangen en de Volksteelt, Nederland en Vlaanderen, Nederlanders en Engelschew, en niet het minst Ds, eeuw die nu dood is. Deze opstellen zyn geen lif-Iafj^s," maar doorwrochte studies, geschreven, zioals P<irfiie Albion en Nederlanders en Engelscben, na eigen onderzoek en aar schouwing. Al riekt het werk van Simons, nasr olie van arbeid, het mist de duf heid van het boekvertrek Handelende over het leven, staat het in het volle leven van den tyd. Liefde voor e'g^n land en luiden gaat door het geheele boek, by a!le erkenning van klein heid en tekortkoming. Di, eeuw, die nu dood is getuigt dit nadrukkelyk. Sympathie spreekt uit de erkenning van vooruitgang van Nederland op velerlei gebied, voornamelyk wat kunst en wetenschap aan g» at. Het streelt den schryver, s'aande by een lyk, op nieuw leven te kunnen wijzen. Alleen be;luit Simons in zelücheppende musici zyn we zwak gebleven. Ei evenzoo in tooneelschryvers." Ojk is er voor vriend Droogstoppel inder daad nog een toevluchtsoord: hy kan nog naar ons Nederlandsch tooneel gaan, voor weinig serieus vermaak. .In de wetenschappen, in handel en nijver heid is het laatste tydperk van de doode eeuw eveneens levend" geweest. Onze kunsthistorie en onze historische kunstcritiek zyn niet langer alleen aan den vreemdeling overgelaten. De godsdienstwetenschap zoowel als de nieuwe pbysische chemie zyn by ons te lande geboren en in taalkunde z.iowel als in de andere natuur wetenschappen hebben we stoere werkers en vindingryke geesten gesteld, die des werelds schat van weten en begrijpen door eigen onder zoek vermeerderd hebben. In het Internationale R^cht hebben wy geheel buiten de Vredesconferentie oin onze plaats herwonnen en zyn nuttig geweest door practisch initiatief. Zelfs de wijsbegeerte begint weer by ons op te bloeien en vruchten te zetten. Onze nijverheid heeft zich, hoeveel werk zy nog ongedaan laat, evenals onze kunst nijverheid ontwikkeld: we zyn weer onze eigene pottenbakkers als onze scheepsbouw meesters geworden; onze landbouwers gaan in de leer by' de wetenschap en leeren ook de machten van het vereenigd handelen; we heb ben weer een groot deel van het internationaal vervoer tot ons getrokken en markten gevestigd, waar heel de wereld moet komen inkoopen, en zwak als we nochtans in ondernemingsdurf voor stoomvaart gebleven zy'n, is ook hier zelfs beterschap te bespeuren. Zoo luidt dan het vonnis over de scheidende, thans reeds verscheiden eeuw: dat zy ons volk zeker in elk opzicht, kloeker en sterker achter laat dan het op de helft der eeuw was, doch ons tegelyk, een ontzaggely'ke hoop werk in te halen, vermaakt. Heel wat ontginnings- en ondernemirgswerk eerst. Daarna en daarbij de betere verdeeling van het gewonnene, opdat we uit heel ons volk alle kracht mogen trekken. Met Max Havelaar kan men zich over het vele, dat nog te doen en te zoeken is, verheugen." Deze klanken van Simons' toekomstmuziek bly'?en naklinken. De soort menschelyke troon rede die hy' houdt, opent, wy'zend op een beter heden, een bly verschiet voor Nationaal leven" en de liefde voor zyn land, een ieder aangeboren." J. H. EÖSIIKO. Aescnlaps-rflinanlicns, Tragedie van Liefde (Un Giorno a Madera), door PAOLO MANTEOAZZA. Naar het Italiaansch door ESTELLA LOPES SUASSO. Boekhandel en Drukkery voorheen E. J. Brilt, Leiden, 1902. Paolo Mantegazza.... vaag herinner ik my eenige geschriften van zyne hand, meest over geslachtelijke liefde of geslachtsliefde, op ver schillende wijzen behandeld : medisch, cultuur historisch, ethisch. Maar altijd populair-weten schappelijk, altijd voor het groote publiek. Toen ik bovengenoemd boek in handen kreeg, dacht ik: .Ou, diable, Ie romantique va-t-il se nicher?" Aescnlapins als romanticus l In het begin leek my deze roman, pathe tisch k la Chateaubriand, ontspanningswerk van den Italiaanschen geneesheer te zyn. Tot opeens... Op bladzijde 104 staat het: >Het geluk behoort aan de sterken, de zegepraal aan hem die zijn verstand gebruikt, en geen verstand kan den epilepticus, den teringlijder, den krankzinnige rechtvaardigen, die door het huwely'k in een ras epilepsie, tuberculose, krankzinnigheid wil voortplanten." Ziedaar de medische strekking van het werk geformu leerd O a die medische kern heen het roman tische vruchtvleesch, ter verorbering door het groote publiek. In briefvorm wordt de groote, reine liefde behandeld tusschen William en Emma, die elkear niet »krygen,'' omdat E nma teringlyderes is en aan het sterfbed van haren vader, die, zelf teringlijder, al zijr.e kinderen op Etnma na aan die vreesely'ke kwaal heeft zien sterven, den duren eed heeft gezworen nooit te zullen trouwen en moeder te worden, op grond van bovenomschreven stelling. Alleen wanneer zy' genezen kon en w&*, zoo zei haar de goede huisdpkter Thom, mocht zy zich van dien eed ontslagen achten. Maar Enma genas niet, zelfs niet door haar ver bly'f op het heerlyke, paradijs achtige eiland Madeira. Z'j stierf En later kwam Mantegazza, die ook een'dag in Madeira is geweest, door een', ook romantischen, samen loop van omstandigheden in het bezit van de tusschen de beide gelieven gewisselde brieven, die hy' nu heeft gepubliceerd. Mantegazza is een handig schryver. Ik geef er twee voorbeelden van: Om dit boek hybridisch uitteraard niet geheel onwetenschappelijk te doen zyn, vond hy' het noodig, van de litteratuur over tuberculose een overzicht te geven, met wat kritiek er tusschen. In een' van hare brieven aan William vertelt Emma van haar bezoek aan den tuberculose-specialist T. en geeft zy de overstelpende geleerde ontboezemingen van dien beroemden geneesheer weê\ Da lezer, verbaasd over Eonma's wonderbaarlijk geheugen, kty'gt argwaan en vermoedt, dat Mantegazza haar den brief heeft gedicteerd. Ooi nu dien argwaan weg te .... schrijven, dicteert hy' haar verder: «Ik zweer j =, mijn William, dat ik my n geheugen (dat gij buitengewoon noemt) nooit zóó heb verwenscht als op dien dag toen ik tegenover die praatmachine, die zich dokter T .... noemt, gezeten, door mijn natuur werd gedwongen dien breeden stroom van geleerd heid te onthouden zonder n naam, n cy'fer, n enkel woord te kunnen vergeten." Zeg nu, dat dat niét handig is! Met Etnma's geheugen is alle stenographie volslagen overbodig. Ia de brieven van William en van Emma vindt men dezelfde uitingswyze, dezelfde woordenkeuze. Mantegazza is geen litterair artist en vermocht daarom tusschen beider schrijfwijze geen verschil te brengen. Ojk op dat verwijd was echter de handige man voor bereid. »Welnu, my'n William", schreef Eoama eens, «terwijl ik vele, vele bladzijden van je brieven en de my'ne overlas, ontdekte ik dat wy' denzelfden styl hebben, dat wy zelfs identieke woorden voor dezelfde begrippen gebruiken, dat, ten slotte, een oningewijde met gesloten oogen dikwyls niet zou kunnen raden wiens brief hy hoort voorlezen." In William's ant woord wordt die zonderlinge overeenkomst aldus verklaard: »Wy' zijn twaelingbladen van n stengel, twee bloembladen van n kroon. .. Emma heeft geen eigen gedachten omdat Wil liam de ideeëa van E'n ma heeft; omdat er in ons beiden slechts a vreugde; slechts n smart, slechts n idee, slechts a ziel is. Ziehier de oplossing van jq raadsel." Is dat niet wee gaasch handig? Uit het zinsdeel >sn de mijne" in E oma's uiting blijkt, dat zy hare liefdesbrieven of copieerde of eerst in 't klad schreef, wat toob, cospetto di Bieco! althans ten opzichte van naar verbazend gehengen niet noodig was. De vertaling is vry vlot, maar slordig. Er komen vry veel taalfouten in voor Dat de oor spronkelijke titel »Un Giorno a Madera" omgezet is in «TrEgeJie van L;efde,"is misschien ook eene handigheid, ditmaal van de vertaalster. »E^u dag op Madeira" zeüzeker minder lezers trekken. En let wel: niet het oudbakken »Liefdestragedie", maar het meer moderne «Tragedie van Liefde." In dit perk van tyd schy'nt de geest van tyd mee te brengen, dat in de Nederlandsche kunde van letteren de schrijvers van romans naar lust van harte ge bruik maken van een' vorm van genitief, die, ontleend aan de Romaansche kunst van spraak, stry'dig is met het gebruik van taal in ons lani van vaderen, maar toch veler smaak van kunst schy'nt te bevredigen. Oef l OTTO KNAAP. Hut Leven een Zegen, van RALPH WALDE TRINE Vertaald door ? Met een voor rede van P. H. HUGBNUOLTZ Jr. Uitgave van J. C. Dalmeyer, Amsterdam. »De mensch van tegenwoordig vat niets van den levendigen invloed der (menschelyke) gedachten op aardsche toestanden.... Het feit dat 's menschen gedachten krachten zyn en wy' door hen scheppende kracht bezitten, is een der meest levende feiten van 's menschen zyn. En door haar hebben wy' de macht om van het leven te maken wat wy willen. Door onze gedachten-krachten hebben wy scheppende kracht, niet in nguurly'ken zin, maar in werkelijkheid. Alles in het materieel heelal heeft zyn oorsprong in den geest.... De geheele wereld ishet gevolg der energie van het goddely'k verstand of gemoed ? van God, of boe men die scheppende kracht wil noemen.... Elk individueel leven maakt deel uit van en is daardoor n met het oneindige leven en beschikt daardoor over diens onein dige macht.... Het erkennen dezer waarheid geeft u een onbezorgde houding, maakt u vry' van zorg. De oneindige kracht, altoos om, in, by u doet het werk voor u als en zoolang gy u bewust bly'ft van haar, op haar vertrouwt Dan is niets u onmogelijk?" In dien geest is ook dit boek vervat dat wy zouden kunnen noemen de levenspraktyk van de leer die de schryver in zyn: «In Harmonie met het Oneindige" heelt uiteengezet. En als we dan weten dat liefde in zyn schatting, liefde tot don naaste, de hoogste scheppende macht in de oneindige wereld is, dan verstaan wy dat deze schryver aan naar het volle weten van ongekende dingen smachtende menschen geen nieuwen weg wijst: >wilt gij ?het leven hebben, heb dan God lief bovenal en uw naaste als uzelve", maar dat hy' die oude waarheid weer als nieuw doet uitschijnen en de overtuiging vernieuwt, dat zy' alleen onze maatschappij en elk harer leden her scheppen kan. Deventer. W. ZAALBERG. IIIHIII iiiiiiiiiiiniiiiiii minimum l BLANUS. t ,Te V ionen is na, een ziekte van eenige dagen overleden de nu vergeten, maar vroeger bij oud en jong lekende circus-directeur Blanus. Teen Blanvi nog in zijn goeden, doen was, toen zijn stal nog verscheidene paarden bevatte, hij met terscHillende wagens rondtrok en allerlei artisten des avonds in zijn tent optraden, toen was Blanus de man, toen was hij beroemd, iedereen lende hem. Op kermissen was hij onmisbaar, in groote scharen trok men n ar zijn linnen tenten.'" Dit berich'je las ik in een der bladen; het trof mij vooral om het slot: i Maar ook Blanus heeft zijn tijd gehad. Andere paardenspellen zijn gekomen, groiler, meer naar de eischen des iijds ingericht. En hècircus tan Bla nus raakte in verval De beste paarden werden verkocht, rijders en, rijder essen we den hun direc teur ontrouw, zij konden op betere voortcaardeii werken. Slechts enkele getrouwen zijn gebleven. En op een Icoen van roem en zonder zorgen volgde een Itten van vergetelheid en kommer. Slechts met twee wagens en eenige- oude paarden trok de oude directeur rond, M hij te Vianen door een ziekte werd aangetast en de dood aan zijn veelbewogen leven een einde maakte. i/Door slechts enkelen gevolgd, is de oude direc teur naar zijn, laatsle rustplaats gebracht." Er is iets zeer tragisch in dit levenseinde, vooral als men den ontslapene heefc gekend in al zyn grootheid en kracht. Sic transit l" dacht ik terwyl ik het bericht las, en my'n herinnering bracht my den onvergelykelyken Blanus weer voor oogen, zooals ik hem in zyn beste dagen, toen ik nog een knaap was, heb aangestaard met jaloersche bewondering, luisterende naar zyn krachtige'stem, die het hooggeëerde en gedistingeerde Amsterdamsche publiek uitnoodigde tot het by wonen van de geregeleerde avondrepresentatie, waarbij de echoonste toers de fors, de hoogere ryschool in al zyn evolutiën en moevementen, de intermessoos van de komieke clowns en de stieplesjees, waarin de groote hindernissen voor komen, de algeheele simpitie en de hoogste goedkeuring van ry'k en arm, van edelman en burger, zelfs van de fijnste jongejuffrouwcn, wegens de kuischheid en de netheid der ko stuums en de fatsoenlijkheid der bewegingen zullen wegdragen." Ik zie hem nog, staande op een vierkant wit piedestal, rechts van den ingang van zyn groote houten tent, van buiten kunstvol behan gen met bontgebchilderde zeilen, waarop stei gerende paarden voor Romeinsche zegewagens, onberispelyk gekleede schoolryders, gracelyk wuivend met den hooge-zijden, en dansende Bayadèren met ontbloote boezems waren afge beeld. In de verte reeds kon men hem hooren want hy had een stem als een klok en spaarde die niet; in de eerste dagen der kermis overstemde hy evenals Demosthenes het runchen der zee het joelen der menigte op de Botermjrkt, waar zyn tent stond, naast die van De jonge Hagenaar", zyn doo 5svyand. In de tweede helft der kermis werd zyn orgaan minder krachtig en op de laatste dagen, als de .laatjes" zoogoed als gemaakt waren, liet hy het spelrecommandeeren" dikwyls aan een van zyn ondergeschikten o/er, omdat by dan wel esns in 't geiieel geen geluid meer had. Blanus was een prachtige verschijning; zijn hooge zyden, fransch model met opstaa^iden rand, glom altijd ils een spiegel; zij a astrakan pslsjas was overheerlijk, zooals hy haar droeg, zwierig loshangend over een zwarten sluitjas op welks linker lappel een onder scheiding" pry'kte. S:xns als het druk liep op Donderdag (lijnstmeisjesavond) of pp dollen Zaterdag, droeg hy die pels over z\jn ambts gewaad, een rose-tricot met kort zwart fluweelen broekje, vol schitterende pailletten rond de goed gevormde dy'en afgezet mat vuurrooda zylen ruches" om de enkels had hy schit terende banden en om de polsen eveneens. Op zyn breede borst prijkten varschillende gouden medailles, Souvenirs" noemde hy ze, van vorstelijke potentaten uit Europa en Azië" Al die heerlijkheid bedekte by' echter, zoolang hy tot den volke sprak, beacheidenlyk met zyn pelsjas, totdat het oogenblik kwam, waarop hy' triomfantelijk uitriep: Allo, allo, dames en heer en l boeren en buitenluil burgers en handwerkslieden l hier is het eenige, wereldvermaarde, van de Noord tot de Zuidpool be kende en geaccrediteerde paardenspel, d^ hippologieche akademie van B anus l ... Staat niet te twijfelen, maar treedt binnen. Je krygt hier wier voor je geld. Ik zal de muzikanten nog n waarschuwing doen geven, vóór de repre sentatie gaat beginnen. Voorziet u van plaatsen. E :rste rang : vijfenzeventig cents, tweede rang: twee kwartjes, derde rang : vijfentwintig cents en goeie staanplaatsen, boven, voor tien centen of n dubbeltje ! .. . allo, allo ! vooruit!" Dan sloeg hij eensklaps de pels open en vertoonde zich in al zijn heerlijkheid, soms vergat hij in het vuur zyner rede den op drie haren staande kachelpiip af te nemen, maar de toeschouwers, geboeid door zy'n indruk wekkende, schitterende verschijning, letten niet op die kleine onregelmatigheid. Ze waren geheel onder den indruk van zyn persoon en welsprekendheid, en stroomden, dikwyls elkaar dringend en duwend, onder de vroolyke toonen der laatste waarschuwing de tent binnen. Blanus hal alty'd eenmoaien wanlelstok met een ivoren haak in de hand; zij diende hem als maarschalkstaf, als dirigesrstok en als wapen. Zie vervolg op pagina 9. eftcciaww* 40 cents per regel. en hooger 4 Meter l Franco en vrU van invoerrechten toegezonden ! Stalen ommegaand ; evenzoo van zwarte, witte en gekleurde Hemieberg-Zijde" van OO cent tot II II. O 5 per Meter. G. Henneberg, Zijde-Fabr. (k. & k. Hof),), Zürlch. Voor Maaglijden Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten. Piano-, Oriel- en MraettanJel MEYUOOS & KALSHOVEB, Arnhem, Eoningsplein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Ha». Eep*reer«n Stammen Ruilen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl