Historisch Archief 1877-1940
Na 1332
DE A Mg T $ B D A MM E R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
IJ VEELHEID.
De Porceleyne Fles.
L
Het vervaardigen van artistiek aardewerk
is van ouds eene vaderlandsche nijverheid
bij uitnemendheid, al deden ook
buitenland«che, aanvankelijk met name italiaansche,
vormen en bevallige lijnen, het publiek
graag maakte.
»De Delvenaars der 17de eeuw nemen
hun uitgangspunt in het vaderlandsch
kwispedoor, den vaderlandschen trekpot,
de vaderlandsche theestoof, de vaderland
sche bier- of wijn- of koffiekan, en halen
^ OHC E: L.E i N ~ ;" "FLES ?
Fries door A. Lecomte.
naderhand vooral oostersche invloeden zich
daarin gelden.
Delft bezit op dit stuk zoowel oude als
nieuwe brieven. De eerste plateel bakker,
die zich en de later zoo bloeiende
aardewerknijverheid te Delft vestigde, was af
komstig uit Haarlem, waar zijn bedrijf,
gelijk van der Mander weet mede te deelen,
destijds door een Italiaan werd uitgeoefend.
Wat indertijd, in de 17e en 18e eeuw de
delftsche plateelbakkunst beteekend heeft,
is zeker moeilijk juister en bondiger onder
woorden te brengen, dan Busken Huet het
<leed in zijn «Land van Kembrand".
«Neem de delftsche plateelbakkunst", zoo
zegt hij teneinde door een treffend voor
uit het nuttige het elegante. De smaak der
nederlandsche huismoeder wordt gevormd
en gestreeld door hetgeen hare binnen
kamer, hare slaapkamer, haar pronkvertrek,
tooien kan; schotels om aan den wand te
hangen, vazen om bloemen in te kweeken
of ruikers in te bevestigen, pullen voor de
gebogen kroonlijst der linnenkast. Ten
behoeve der bruiloften worden dessert
borden met toepasselijke liedjes vervaar
digd, wier onzedigheid ons somtijds
bevreemdt. Zoo in Nederland de kunst
nijverheid der 17de eeuw die der 16de in
eenig opzicht overtroffen heeft, het was
door dit aardewerk. Nooit had op dit gebied
het land iets zoo nationaals voortgebracht.
laconisch luiden en eene erkenning be
vatten van het feit dat thans De Porce
leyne Fles, als eene on aangevochten glorie
der herboren vaderlandsche kunstnijverheid
een wereldvermaardheid geniet, die de
oude Delvenaars haar wellicht zouden be
nijden.
Van Delftsch schijnt vooral op den vreem
deling eene zekere fascineerende bekooring
uit te gaan.
In Amerika wordt alle aardewerk zonder
onderscheid van herkomst »Delft" genoemd.
»Delftware" is een soortnaam geworden,
die den goedgeloovigen maar slecht
ingelichten liefhebber verleiden kan tot het
koopen van soms minderwaardige producten,
welke veelal in overeenkomstigen zin »genre
Delft" zijn als de »Japanneesjes" wie kent
ze niet 't zij van hooren zeggen, 't zij uit
eigen aanschouwing in natura of in 't
panopticum ? «genre Japan" waren. Een
likeurtje van Bols in een flacon of kruik
van Delft, wie zijn vrienden in de vreemde
een geschenk wil maken van bij uitstek
nationaal karakter, kan moeilijk typischer
keuze doen.
Eene dusdanige vermaardheid, is niet,
zooals men dat wel eens noemt, gestolen
en de bestuurders van De Porceleyne Fles
konden niet van zich getuigen als Byron,
dat zij zekeren morgen ontwakende, be
roemd waren geworden, maar zij is het
beeldi te 'doenjuitkomen hoe de kunstenaars
van onzen bloeitijd geen weerstand konden
bieden aan den nationalen aandrang, «neem
de delftsche plateelbakkunst die in de 17e
en de 18e eeuw, zulk eene buitengewone
hoogte bereikt heeft. Nevens de motieven,
door de delftsche decorateurs ontleend aan
Japan, aan China, aan Indië, aan de klas
sieken en aan de renaissance, ontmoet gij
talrijke vaderlandsche van den dag en uit
den voortijd: hollandsche stadsgezichten,
eene beroemde graftombe, landschappen,
familiewapens, binnenhuizen,
zedetafereelen. Men kan er de vermaarde personen
bijvoegen: het portret van Johannes
Bogerman, den voorzitter der synode van
Receptiekamer in de Porceleyne Fles"
Zoo vele bierbrouwers er te Delft voorheen
een ruim bestaan gevonden hadden, zoovele
plateel bakkers bloeiden er nu. Het aan
geboren kunstgenie van den landgenoot
had een uitweg te meer gevonden".
Ware deze aanhaling niet ontleend aan
«Het land van Rembrand", ik had voor
haren omvang mijne verontschuldiging te
maken.
Houdt men dit citaat in gedachten, dan
zal het niet moeilijk vallen door vergelij
king na te gaan, welke punten van ver
schil er tusschen het oud en nieuw Delftsch
bestaan en waarin zij overeenstemmen.
In een noot voegde Busken Huet aan
Vazen in blauw camaïeu.
Dordrecht. Meer dan n bladzijde der
nederlandsche beschavingsgeschiedenis is
te Delft in oud-blauw gebracht, of in
kleuren en verguld.
»Nog opmerkelijker zijn de voorwerpen
waarop deze kunstindustrie hare keus ves
tigde en naar welke zij, om hunne sckoone
zijne beschouwing toe: «Te Delft herleeft
sedert eenige jaren deze kunst onder Thooft
en Labouchere, plateelbakkerij De Porce
leyne Fles". Kon hij thans zijn arbeid
nogmaals herzien, deze noot, al viel haar
onderwerp eenigszins buiten het door hem
behandeld tijdsbestek, zou wellicht minder
resultaat van zoeken' en werken. Al had
nu ook misschien de faam van het nieuwe
delfsche aardewerk zich niet zóó spoedig
en zóó algemeen kunnen verbreiden indien
niet van ouds de naam Delft op
fayencegebied een klank had gehad, die zelfs tot
de ooren van leeken was
doorgedrongen,omgekeerd stelde het waardig ophouden
eener zoo roemvolle traditie bijzondere
eischen. Het ging als met kinderen van
beroemde mannen. Om gelijken naam als
de vaders te verwerven, wordt -van de
zonen veelal een zwaarder proefstuk ge
vergd. Overtreft de nazaat den voorvader
niet, dan wordt hij al spoedig verdacht
een decadent wezen. De Porceleyne Fles
van Thooft en Labouchere echter behoeft,
de vergelijking niet te vreezen met die van
Jacobus Pijnacker, welke haar reeds in
1655 bezat, of met die van Marcellus de
Blugt, van Pieter van Doorne, van Jo
hannes of Dirk Harlees of hoe overigens
hare verschillende eigenaars in tijden van
bloei meer of minder mogen hebben geheeten.
Toen in 1876, dea 12dea Juni, De Porce
leyne Fles door Joost Thooft werd over
genomen en tot nieuw leven gewekt, kon
deze fabriek behalve haren ouden naam
met de plateelbakkunst van voorheen geene
punten van overeenkomst meer aanwijzen_.
Het bedrijf moest zoowel technisch als
artistiek van meet af aan worden opgebouwd.
En met welk schitterende uitkomst dit
geschiedde behoeft zeker nauwelijks in het
bijzonder vermeld. Het is overbekend;
zelfs zoo mag waar het eene inheemsche
nijverheid geldt worden opgemerkt zelfs
hier te lande.
Dat navolging de oprechte vorm van
vleierij is, de hoogste uiting van bewonde
ring tevens, wordt ten aanzien van de
voortbrengselen der Porceleyne Fles een
keer te meer bewaarheid. Die vorm van
hulde zal echter weinig waardeering vinden
en moet onaangename aandoeningen op
wekken bij hen, die alleen den boom
plantten en dien zonder moeite noch kosten
te ontzien opkweekten, als zij machteloos
moeten toezien hoe anderen mede trachten
zijne vruchten te plukken. Daar de neder
landsche wet geene wederkeerige bescher
ming verleent, kunnen ook in het buitenland
alle vormen en dessins straffeloos worden
«nachempfunden" om| geene krachtiger
uitdrukkingen te gebruiken.
\ Tot 1891 bracht De Porceleyne Fles
slechts «Delftsch" voort; in den zin dien
men daaraan gewoonlijk hecht: blauwe of
bruine borden, pullen, schotels sedert
ook andere fabricaten, waarop wij nader
zullen terugkomen als Berbas, Jacoba- en
sectiel-aardewerk, biscuit en wanneer zich
daarbij ook porcelein zal voegen 't geen
Het oude Delftsch bestond uit eene
grauwe grondmassa van inlandsche klei,
welke overtogen was met een ondoorschij
nend tin-email van blauwachtig witte kleur.
Hierop werd het decor geschilderd. Het
aldus samengestelde aardewerk was voor
huiselijk gebruik echter weinig geschikt,
Ontwerp voor een Tegelpaneel in eene
schouw door A. Ie Comte.
weldra 't geval zal worden dan zal De
Porceleyne Fles ook ten volle aan haren
naam beantwoorden.
Boven is reeds gezegd hoe het
plateelbakkersbedrijf in de herlevende Porceleyne
Fles van meet af moest worden opgebouwd.
omdat bij de minste beschadiging de grauwe
scherf bloot kwam en de broze
glazuurlaag afbrokkelde. Toen dan ook omstreeks
het midden der 18de eeuw Wedgewood zijn
«Flin t-aardewerk" -~ aldus geheeten naarde
toevoeging An gemalen vuursteen in den
Wandfontein in blauw camaïeu.
Daaruit vloeide voort dat oud en nieuw
Delftsch, twee zoowel artistiek als technisch
wel te onderscheiden fabrikaten werden.
Een enkel woord ter toelichting.
handel bracht, waren aldra de dagen van
het oud-Delftsch geteld.
Het Flint-aardewerk, dat eene uit witte
grondmassa met een doorschijnend
gla