Historisch Archief 1877-1940
DE AM8TEKDAMMEB WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.1332
zuur bedekt, bestond, bezat behalve zijn
meerdere sterkte de aanbeveling goedkoop
te wezen omdat het kon bedrukt worden,
terwql het Delftsch met de hand beschil
derd werd.
De eene oven voor, de andere na werd
onder den druk dier buitenlandsche mede
dinging voorgoed gedoofd en het getal der
delftsche plateelbakkerijen zag ten slotte
Jardinière in blauw camaïeu.
evenals dat der voor hen zoo bloeiende
brouwerijen, zich tot een enkel teruggebracht.
Het was De Porceleyne Fles, sedert 1800
eigendom van Piccardt, die den strijd vol
hield, maar dit alleen kon doen doordien
zq opgehouden had Delftsch in den ouden
zin van het woord te maken. Piccardt had
werklieden uit Engeland laten overkomen
en leverde behalve aardewerk, uitsluitend
volgens het Engelsche procédé, »Stone ware",
ook en dat wel als een hoofdproduct,
vuurvaste steenen.
In 1876 werd die fabriek van de iamea
Piccardt, dochters van den bovengenoemden
reorganisator van het bedrijf, overgenomen
door Joost Thooft, een ingenieur, in wien
zijne werkzaamheid o.a. bij de firma
Liernur en de Bruyn Kops, voor welke hij de
hoogst onaesthetische opdracht volvoerde
een rioolstelsel aan te leggen aan de
Looyerssloot te Amsterdam, niet vermocht
hadden een hoogen en aangeboren kunst
zin te dooden.
Thooft begreep dat niet opnieuw de
oude werkwijzen konden worden ingevoerd
op strafie dat zijne onderneming wel verre
van, gelijk het streven was, opnieuw eene
artistieke beteekenis te erlangen, geheel te
gronde zou gaan. Hq hield dus het be
ginsel bij on s wit aardewerk, »fayence fine",
te vervaardigen, waartoe steeds buiten
landsche en met name Engelsche
kleisoorten gebruikt werden. De uit de «e gevormde
stukken worden gebakken, vervolgens op
dit biscuit beschilderd en na indompeling
in een doorzichtig loodglazuur nogmaals
gebakken.
Technisch werd dit procédésteeds meer
volmaakt en doordien thans alle verven
en glazuren aan de fabriek zelve worden
vervaardigd, heeft zij het in hare macht
deze steeds te doen aanpassen aan de
zich aldoor, zij het ook in kleinigheden
wijzigende samenstelling der kleisoorten.
Deze worden thans betrokken uit ons land
zelf en voorts uit Frankrijk, Duitschland,
Engeland en Noorwegen. De men
ging dezer kleisoorten luistert
uiterst nauw en eischt eene voort
durende controle.
Een gebruiks-aardewerk is het
nieuwe Delftsch evenwel toch niet
weer geworden zal het ook ver
moedelijk niet worden. Het bleef
al levert het ook voorwerpen
die niet slechts tot sieraad dienen,
maar waaraan ook eene praktische
bestemming gegeven werd een
weel de-artikel en moet dat blijven,
reeds door zijne kostbare wijze van
vervaardiging, geheel als hand
werk.
De beschildering van het aar
dewerk eischt bovendien eene {bij
zondere oefening en vaardigheid,
door de krachten der fabriek ver
worven in eene speciale opleiding.
Eene groote moeilijkheid is niet
alleen dat de kleuren bij het bran
den geheel veranderen en helzeer
veel ervaring eischt om daarmede
bij het opbrengen te rekenen, maar
ook dat in het eens geschilderde
niet de minste verbetering kan worden aan
gebracht; geen foutje is te herstellenende
kleinste vergissing, een ongelukkig spatje
of vlekje kan oorzaak wezen dat een
tableau te loor gaat.
Artistiek beschouwd staat het nieuwe
Delftsch even zelfstandig nevens het oude
als technisch. En als enkele zuivere copieën
gemaakt werden, dan geschiedde dit slechts
bij wijze van uitzondering en meer met de
bedoeling de twijfelaars te overtuigen, die
meenden dat de schoonheid van het oude
Delftsch te imiteeren, boven het vermogen
van De Porceleyne Fles was gelegen. >Ja,
die Porceleyne Fles maakt wel mooi werk,
heette het dan, maar, zie je, dat oude
Delftsch is toch maar wat anders." Hen
werd evenwel proefondervindelijk het tegen
deel bewezen en menig kenner heeft in de
collectie der fabriek reeds opgetogen gestaan
voor een door hem oud-gewaand stel, dat
alleen door het moderne merk hem nieuw
bleek.
Overigens valt geene directe navolging
maar slechts aansluiting van het algemeene
type zoowel wat betreft de gedaante als
de decors waar te nemen, zoodat van
den voet tot den deksel de vormen van,het
nieuwe Delftsch het heden toebehooren-.
'Reeds de wijze van beschildering moest
onvermijdelijk tot andere uitkomsten leiden.
Op het oude aardewerk immers kon slechts
met omtrekken en vlakke tinten gewerkt
worden, op het nieuwe daarentegen is het
mogelijk de tableaux en camaïeu, 't zij
in blauw, 't zij in sepia, uit te voeren.
Hans Kgk-in-de-lucht.
Vervolg, in proza, voor groote mensehen,
van het berijmde kinderverhaal.
Toen Hans uitgekleed, gewasschen, ver
schoond en vermaand was, kon hij weder met
de tasch in de hand naar school gaan. Wie
echter mocht meenen dat het onverwachte
koude bad en de spotlach der visschen eenigen
bljjvenden indruk op hem gemaakt had, toont
daardoor eenvoudig dat hij den aard van Hans
niet begrypt. Hans was niet iemand die indruk
ken opneemt en ze verwerkt. Hjj merkte niet
op; hy nam niet waar; hij deed niet aan
onderscheiden en vergelijken. In zijn geest
was geen plaats voor het gewone, het werke
lijke; hij zag alles gekleurd en vermooid in
hooger sferen en voelde zich n met die
hoogere, betere, reinere luchtbeelden. De op
voeding die hy kreeg en het onderwy's dat
hy genoot, werkten mee om zijn geest voort
durend op stelten te doen gaan. De harde
school des levens bleef voor hem gesloten.
Zoon van gefortuneerde ouders, vond hij zy'n
plaats aan den maatschappelyken disch bereid,
een zilveren vork, lepel, servetring met
initialen, een glas en een flesch by zy'n bord.
Den strijd om het bestaan leerde hy nooit
kennen. Als tevreden bezitter genoot hy zyn
welbereid maal, alsof er geen zyn die zelfs
een droge korst missen om op te knabbelen;
kleedde zich met zorg, alsof er geen zyn die
zich hunner lompen schamen; bewoonde zyn
ruim en geriefelyk huis, alsof er geen
dakloozen bestaan. Toch was hij geen egoïst:
alleen een blinde voor de werkelijkheid. Hy
werd het ornement van de familie. Hy was
niet op den penning als oom Fiet; niet
heeraehznchtig als oom Frans; niet eerzuchtig als
oom Flip; niet hypochonder als oom Thy's
die veel genoten had. Een zondagskind, ging
er een zondagsstemming van hem uit. Hy was
zacht en blijmoedig; hy hield vrede met alle
menschen. De verhoudingen dier menschen
zag hij berusten op liefde en onderling ver
trouwen. De fabrikant was iemand die tot
zegen van velen, met opoffering van eigen rust
en gemak, eene industrieele onderneming leidt.
De handelaar was de onmisbare schakel
tusschen producent en consument, die de waren
brengt waar zy het meest noodig zyn en zoo
gebrek en hongersnood voorkomt. De professor
was de bron van wijsheid en dankte zy'ne
benoeming alleen aan zijn meerdere kennis.
De dominénad meer nog dan andere menschen
de essence van het christendom in zich opge
nomen. De advocaat was de redder der onschuld
en de voorspraak der schuldigen. De notaris,
meer nog vertrouwensman dan man der wet
alleen, waakte voor de belangen der eco
nomisch-zwakken bij het sluiten der con
tracten. De caféhouder opende gastvrij zijn
huis voor tijdelijk ter-plaatse-vertoevenden.
De diplomatie was het heerlijk instrument tot
vreedzame ontwarring van internationale ver
wikkelingen. En de oorlog waa het weldadig
onweer dat de atmosfeer weer voor gernimen
tijd zuivert. Zoo zag hij alles in een aureool
van poëzie; en stuitte hy op enkele beroepen
waar hij zelfs geen kleine lichtzijde aan kon
ontdekken: jeneverstokers, -slijters, -.tappers,
houders van pandjeshnizen en erger huizen, dan
keek bij in de lucht want hu wilde het kwaad
niet zien. Had hu gewaad door modder en vuil
de kamerdienaar wachtte hem met een goed
geborsteld pak kleeren en trok hem de
bemodderde laarzen uit, terwijl mijnheer achterover
leunde. De straten waren zoo vuil niet, ze waren
schoon; de toestanden waren zoo slecht niet,
ze waren goed; de armoe was zoo zwart niet,
want rijkdom bestaat in de beperking der
behoeften. En zooals hij de menschen zag, zoo
zag hij de kinderen. Na een schoolbezoek nam hy
den ouden hoofdonderwijzer vertrouwelijk ter
zijde en deelde hem als zyn gemoedelijke
overtuiging mede, dat een kind »is als een blad
wit papier, waarop slechts dat komt te staan
wat opvoeders en onderwijzers er op schrijven."
Voor zooveel wijsheid boog de oude meester
het grijze hoofd en zweeg.
In de vaderlandsche geschiedenis hield de
zeventiende eeuw den geest van Hans gevangen.
Hy kon er niet uit komen. Na 80 jaren
strydens zag hy Nederland, groot en vrij, als eerste
viool in 't Europeesch concert, in kunst en
wetenschappen aan de spits der volken, met
den bezem in de mast op zee. En zoo bleef
het voor hem. Nog dekte de driekleur alle
zeeën en waar die geplant was daar bloeiden
vryheid, welvaart en ontwikkeling. Waar een
ander slavernij zag, daar zag Hans vryheid.
Waar een ander uitbuiting, knevelary en ver
arming zag, daar zag Hans welvaart. Waar een
ander verstomping en verdierly'king zag, daar
zag Hans ontwikkeling. Hy zag Neerland groot
en vry door eendracht. Hy zag die eendracht
in de kerk en in de politiek; in de kunst en in
de pers zag hy eendracht, zooals hy harmonie zag
in de natuur en liefde in de menschen. Lag het
aan zy'ne oogen ? Hy zou geheel-onthouder
en vegetariër geworden zijn als zyn vrouw
daarin was meegegaan. Om der lieven vreden
wille liet hy dit na. Maar antivivisectie en
vredebond konden op hem rekenen. En hij
droeg gaarne een steentje bij aan dierenbe
scherming en zending. Ja vooral aan de zending,
hoewel hy geenszins kerksch was, opdat de
welvaart en ontwikkeling door Neerland aan
zyn koloniën gebracht, daardoor de wijding
zouden krijgen van onze hoogere beschaving die
we aan het christendom danken.
Toen Hans gestorven was, sprak de dominé,
een oud huisvriend die zoo dikwijls by hem
gedineerd had, aan de groeve treffende woorden
uit het hart. Het tekstwoord, indien gij niet
wordt gelijk de kinderkens, zeide hy, was voor
dezen man niet geschreven, immers hij waa een
kind en wy mochten dus met vertrouwen
verDe tafereelen met copieën naar onze oude
en nieuwe meesters de laatste gedeeltelijk
naar originalen van o. m. laraëls, Bisschop,
Mauve, Koelofs in het bezit der fabriek
met af beeldingen van typisch Hollandsche
landschappen en stadsgezichten, deze tafe
reelen die tot de machtigste attracties onzer
kunstnijverheid blijken te behooren, waren
dan ook vroeger niet mogelijk geweest.
Tot de laatste en tevens hoogste voort
brengselen der Porceleyne Fles behoort
sinds niet langer dan een jaar het aarde
werk «genre Pijnacker", gedecoreerd in
rood, blauw en goud. Hoewel de beschil
dering op biscuit en onder doorschijnend
loodglazuur, gelijk die bij het moderne
Delftsch steeds werd toegepast verschillende
voordeelen met zich medebracht, stond daar
tegenover dat men met deze werkwijze niet
die melkwitte, fluweelachtige fond kon ver
krijgen welke een der charmes van het
oude Delftsch is.
Na langdurige proefnemingen want
de samenstelling van het email was ver
loren gegaan keerde de Porceleyne Fles
voor een deel van haar fabricaat terug tot
het procédévan voorheen, waarbij gelijk
boven gezegd is, geschilderd werd niet op
biscuit en onder email maar op een tin-email.
Dit nieuwe aardewerk, in den geest van
Pijnacker in rood, blauw en goud
gedekoreerd, is tevens een illustratie ervan hoe
door bestudeering en verwerking van enkele
oude motieven ten slotte werk te voorschijn
kwam van geheel oorspronkelijk en per
soonlijk karakter. Dit superieure aardewerk,
dat door uitvoering en decor veilig mag
gerangschikt worden naast of althans kort
bij het hoogste en meest aristocratische
wat de fayence-industrie ooit voortbracht,'
werd aanleiding dat ook de
porcelein-fabricatie in Delft werd ter hand genomen,
wier eerste specimen thans gereed zijn en
zeker die waardeering zullen vinden waarop
zij recht hebben. De kleuren en versiering
van het aardewerk «genre Pijnacker" leen
den zich bij uitstek voor bijv. fijne thee
serviezen ; daar bij uitvoering in aardewerk
deze echter te zwaar, te massief zouden
moeten worden, werd tot porcelein over
gegaan.
Niet treffender kan iemand doen uitkomen
hoe in betrekkelijk weinig jaren de Delftsche
aardewerk-industrie zich heeft ontwikkeld
door wier toedoen en onder wier leiding
zullen wij later zien dan door nevens
elkander te plaatsen een stel in dit «genre
Pijnacker", en een dier zoogenaamde «boeren
stellen" in vloeiblauw, waarmede in 1876
de Porceleyne Fles van Piccardt was ge
indigd en die van Thooft begonnen. Die
tegenstelling ziende, krijgt men overeen
komstige gewaarwording als een architekt
voor een hol uit den oertijd zal bekruipen.
Men zal niet de _schouders ophalen noch
spottend critiseeren, weerhouden door de
overweging dat dit onbeholpen begin voor
werkdadige mannen toegerust met smaak,
met kennis en ondernemingslust het uit
gangspunt van meesterwerken is geworden.
J. H. W. LELIMAN. B. I.
in i m" in n
wachten dat hy aan de deur van het vaderhuis
niet zoude afgewezen worden. En aan het eind
zijner rede verklaarde hy dat Hans geleefd had
en gestorven was als een ongeschokte idealist!
Wy zongen nog: «hier beneden is het niet1'en
verlieten het kerkhof onder den indruk dat
i hier een ongewoon man was ter aarde besteld.
j
i De woorden van de dominéklonken m
[ lang na in de ooren en ik nam mjj voor het
j beeld te schetsen van Hans-kyk-in-de-lucht,
| den ongeschokten idealist. Maar van den
doodenakker teruggekeerd in de maatschappij bleek
me alras, dat Hans-ky'k-in-de-lujht niet dood
is, maar'voortleeft in velerlei gestalte; dat hy
in alle commissies en vereenigingen zit, lid is
van den gemeenteraad, van de tweede kamer,
van de eerste kamer; dat hy couranten redi
geert en verslagen opstelt.
En het werd me duidelijk dat hij het is,
die elke verbetering in maatschappelyke toe
standen stelselmatig tegenwerkt door zyn
voorstelling »dat het toch zoo erg niet is,"
«dat er toch zooveel goeds en schoons hier of
daar in is"; het stond my op eenmaal glas
helder voor den geest, dat hij de lauwen, de
onverschilligen en zwakken weer in hun
doezeligen dommel terugwiegt en hen weer met
zichzelven tevreden doet zyn, als een ander
met de grootste inspanning ze heeft wakker
gemaakt, hun oogen heeft geopend voor de
werkelykheid en ze byna gebracht had tot
schaamte over zichzelven. De dominéhad by
de begrafenis van dien eenen Hans laten zin
gen: «hier beneden is het niet". En nu begreep
ik dat zoolang menschen als Hans
Kyk-inde-lucht in ons publiek leven den toon aan
geven, »het" er hier beneden wel nooit zal
komen ook. En daarom kreeg ik een hekel
aan Hans Kyk-in-de-lucht; ik werd zyn
tegenstander en waar ik hem nu te pakken
krijgen kan, daar vat ik hem by den kraag
en duw dat achteroverliggende hoofd rechtop,
zeggende: kyk voor den drommel nu ook eens
op de aarde, op uwe medemenschen, op hunne
nooden, op hun ellende, op hunne lompen
en krotten. En ik neem hem zyn gekleurden
bril af en zeg: zie nu hoe zwart het zwart,
en hoe treurig vaal het grijs is. Maar hy ziet
het niet. Hy ziet niet langer als een gewoon
mensch met gezonde oogen. Als ik hem loslaat,
zet hij zijn bril weer op, werpt het hoofd in
den nek en roept triomfantelijk uit: Wat is
de wereld toch schoon ! Als de uchtendzon
gloort aan de kimme, als de leeuwerik opstijgt uit
het bloeiende koren en zyn morgenlied zingt....
Hans Kyk-in-de-lucht is ongeneeslijk.
H. L.
Veelkleurig aardewerk op tin-email.
INI II" l III l III II" III l l INI III" IIIIMIIIII "Illllll HIIMIII Illlllll Illl
Zunstsaal Panorama.
Panoramag-ebouw, Plantage.
41TIQUITEITEV.
Bijzoüder fraaie KASTEN, BUREAUX,
BUFFETTEN en andere Meubelen.POROELEIN
en AARDEWERK, PERSISOHE TAPIJTEN.
Knfrér vrjf. Zondag* gropenit.
HEÜBILEER-INHlCHTfflB
234 Spuistraat,
AMSTERDAM.
TOtal } CNtË«ro»t»te InrlehUn»
ir . voor
?ftrnp CompleeteMeubileering
tegen vooruit bepaalden totaalprijs.
torüj.
fT«l«foon3978| Volledige garantie/ Voordeelige prjJMB.
Levering en plaatsing door eigen personeel door geheel Nederlani
L BINNEN-.'
.:.:.: .HUIS
INRICHTING TOT
MEUBELEERING
EN ? VERSIERING
B2DER-WONING
120-ROKIN-12O
EN TEGEL
FABRIEK k
MOLLAND
NAAML-VENN-CEV-TE
C UTRECHT ^
KUNSTZAAL
PRINSENGRACHT 878.
GOUDEKET & C*.
childerijen, (Aquarellen,
ffsea, en (gravures.
Telefoonnummer 4465.
12 Etsen van
WILM STEFXINK.
Met Tekst van J. F. VAN SOMEREN,
Bibliothecaris te Utrecht.
Gedrukt op zeer fraai papier, de tekst
in rood kader met vele vignetten en
handt eekeningen, kost dit pracht werk
(groot folio form.) gebonden slechts
? 12.5O.