De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 11 januari pagina 1

11 januari 1903 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

H°. 1333 DE AMSTERDAMMER A°. 1903 WEEKBLAD YOOK NEDEELAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden f l .50, (r. p. post ? 1.05 Voor Indie per jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . , . . . 0.12'/2 Dit Uad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Canucines tegenover liet Grand Café, te Parijs. Zondag 11 Januari. Advertentien van l?5 regels / 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel . 0.40 Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden n tsluitend aangenomen door de firma KUDOLÏ1 iMOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. I S H O U Dt VAN VEEEK EN YAN NABIJ: Emigratie en Immigratie, I, door P. C. C. Hansen Jr. Zaakwaarnemerrj, door Gerard L Lenselink. ??Militair Allerlei, door O. J. Rotterdamsche Armenzorg, door H. Spiekman. De Duitsche regeering en de partyen in den Eijksdag. SOCIALE AAN GELEGENHEDEN: Wettelijke regeling van den rechtstoestand der handels- en kantoorbedienden, door Isidore Hen. KUNST EN LETTEREN: Geo Poggenbroek f, door J. W. N. Beproefden, door J. Eigenhuis, beoordeeld door Th. P. Een doniinees-vronw. Roman van Arie van Veen, beoordeeld door J. H. Amsterdamsen Jaar boekje voor 1903. Onder redactie van E. W Moes, beoordeeld door F. Nogmaals : Openbare Volks bibliotheken in Nederland, I, door dr. H. C. Muller FEUILLETON: Spookhuizen te Amsterdam, door Justus van Maurik, III. RECLAMES. VOOR DAMES : Ia een Engelsch werkhuis, door M K. Allerlei, door Cap.iee. UIT DE NATUUR, door 1. J. van Uildriks. KUNSTNIJVERHEID : De Porceleyne Fles, II, door J. H. W. Leliman, B. I. KUNST: Jan Striening Jzn. f, door H. D. Vrijheid, door Jan Holland, beoordeeld door D. G. Jelgersma. SCHAAKSPEL. FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK, door D. Stigter. INGEZONDEN. ADVERTENTIEN. Emigratie en Immigratie. i. In sommige streken van Java heerscht over bevolking er, gedeeltelijk als gevo'g daarvan, hongersnood. Bij de bestrijding van de voort. zetting der Salovalleiwerken in bet nummer van 91 April 1901, gaven we den raad de bewoners dier vallei, voor zooverr ? hun toestand werkelijk veel ia wencchen mocht overlaten, liever o\er te brengen naar Sumatra of Borneo, waar pracblij;e gronden onbenut blijven, omdat er geen menschen genoeg zijn. Tegen dit denkbeeld kwam de heer J. Homan van der Heide op aan het slot van zijn, een half jaar later, verschenen boek: Economische studiën en crilieken met betrekkivff tot Java. De schrijver rekende daarin uit, dat een afdoende landv«rhuizirg neer zou komen op eea uitgaaf van 40 milhoen gulden 's jaars, een cijfer wel in staat het plan voor een klein land als het onze zoo goed ah onmo gelijk te maken, hoewel met die som bet geheele jaarlijksche surplus van 400.000 zielen afgevoerd zou worden, waardoor op Java geen sprake meer zou zijn van oveibeTo'kiDg, terwijl daar entegen Borneo in vrij korten tijd van een onherber^zame woestenij in een rijke,' welvarende bezitting zou veranderen, welke aan belastingen jaarlijks een belangrijk bedrag zou opbrengen. Indien B-iteeh-lndiëvoor dat bedrag en op zoo voordeelige wijze van zijn hongersnood bevrijd kon worder, zou men daar dan niet reeds lang tot dien maatregel zijn overgegaan ? Waar de quaestie zoo hoogst belangrijk i>, vonden we deze alleszins een radere overweging waard en poogden de noodige gegevens te ver. zamelen, ten einde na te gaan of die som van 40 millioen door den heer Homan van der Heide genoemd, wel juist was, want ons scheen ze veel te hoog aangenomen. Daar de gevraagde inlichtingen ons met de meeste bereidwilligheid verstrekt weiden, zijn wij thans in staat deze aangelegenheid aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Naar ons medegedeeld werd, bedroegen de kosten van contractkoelie?, aangevoerd van Java, tot ver in het binnenland van Borieo ? 60. per hoofd, alles inbegrepen. Het Gouvernement heeft echter geen aanbreng- of werfgeld te be talen, zooals voor deze koelies geschiedde en kan bij overbrenging in groote getale, voordeelige contracten met stoomvaartmaatsehappijen sluiten. De landverhuizing zal dus per gezin, bestaatde uit een man, een vrouw en een paar jonge kin deren, stellig niet meer dan ? 9O.?kosten. Het bouwen hunner woningen, het beplanten der erven en het ontginnen van de bouwgronden kan den landverhuizers gerust zelf worden over gelaten. Ook de vele ontginners op Java, die zich op de woeste gronden in het gebergte vestigen, doen dit alles zonder andere Gouver nementshulp dan een tijdelijke vrijstelling van belasting, De Javaansote emigrant, die zelf zijn huisje naar eigen inzicht bouwde en zijn erf met nuttige gewassen beplantte, zal veel minder hinder van heimwee hebben d»n contractkoelies pp land-of mijnbouwondernemingen. Hij zal z'.ch eerder tehuis gevoelen dan zelfs wanneer het Gouverne ment een woning en erf voor hem gereedmaakte. Juist die bezigheid ter inrichting van eeneigen verblijf en de zorg voor zijn erf zullen voor komen dat de emigrant in den eersten tijd sterk naar zijn geboorteland terug verlangt en later wanneer het geplante flink is opgegroeid en het geheel een gezelliger aanzien krygt,<fan zal van heimwee geen sprake meer zijn. Bij hunne aankomst moeten de lieden voorloopig echter onder dak gebracht, waartoe tijde lijke verblijven vooraf ter plaatse dhnen te worden opgericht. Yeel zullen deze ruw gemaskte loodsen niet kosten, zoodat, als / 2O. per gezin aangenomen wordt voor onvoorziene uitgaven, ook het voor dien loodsenbouw benoodigde bedrag daaruit wel gevonden kan worden. Zaai en plantmatemal zal het Gouvernement evenwel moeten verstrekken, doch groot behoeft de uitgaaf daarvoor niet te zijn, mits teruggave in natura verlangd wordt (niet van klappers, maar wel van rijst, djagoetg, cassavestekken enz.) opdat daarmede nieuwe immigranten < p hun beurt geholpen kunnen worde. . Op die wijze geregeld zal bij voortgezet ts landverhu'zing de uitgaaf psr gezin door dit onkostenhoofJ slechts weinig verhoogd worden, hetgeen ook gezegd kan worden vau de kosten voor htt zoeken van geschikte ttrreiner, daar dit op hunne dienstreizen door de plaatselijke ambte naren gedaan an worder. De omslag vooreen en ander op ? 2.5O per gezin stellend is zeker eer te hoog dan te laag geraamd. Zoolang niet geoogst if, moeten de immi granten gevoed worder. Verstrekking van rijst van Gouvernementswege is daarbij aan te bevelen want geeft men de lieden alleen geld, dan zullen ze ten prooi vallen aan handige Chineesehe of Arabische handelaars. Aan het Gouverne ment kan de rijst op groote schaal ingeslagen of aanbesteed en gtlsverd ter plaatse misechien ook bij plaatselij ken inkoop niet duurder komen dan drie u vier gulden de picol, zoodat de voedingskosten in het eerste jaar niet hooger zullen z'jn dan ?00.?per gezin, met inbe grip van eene geldelijke toelage voor toespijs en voor aanschtffiig van enkele andere benoodigdheden. Een hooge geldelijke toelage of verstrekking van kleeding is onnoodig, mits de aar lig van de vereischte nieuwe wegen in be hoorlijk betaalden arbeid plaats vindt, ten einde de landverhuizers gelegenheid te geven aldus wat geld te yerdienerj. Die betrekkelijk weinig belangrijke uitgaaf voor wegenaanleg moet be schouwd worden als te komen ten bate van het tot nu toe zoo verwaarloosde Borneo, dat uit de landverhuizing zoo groote voordeeleu zal trekken, direkt en indirekt. In de behoefte aan ploegvee zal het Gouverne ment moeten voorzien. Zooals ons van bevoegde zijde verzekerd werd, kosten goede, jonge trekstieren ter plaatse ?40.?psr stuk. Jtekent men n span ploegvee op de vijf gezinnen, dan zouden de kosten per gezin/l6.?bedragen. Er bestaat evenwel niet het minste bezwaar, na afloop van de grond bewerking voor den Barsten oogst, dit p'.oegvee tegen inkoopsprijs aan de meest ge schikte landbouwers op afbetaling over te dot n, De anderen kunnen htt dan van hen huren tegen afstand van een gedeelte van den oogst, zooals ook op Java gebruikelijk i?. Aldus geregeld zon het Gjnvernement wel eerst de aanscheffiig moe ten bekostigen, doch, behoudens eenig verlies door sterfte gedurende de ontginning, 'a'er alles terug ontvangen. De te lijden ichade en derving van rente, inclusief de kosten van eenig gereed schap aan de immigrai teu te verstrekken, be hoeven niet hooger geschat te worden dan op ? 7.5O per gezir. Ten slotte heeft men nog di ko<t°n voor be stuur, voor geneeskundige hu'p en medicijnen, terwijl ook eenig deskundig Europeesch toe zicht bij het maken van dammen, sluizen en?. aan te bevelen is. Het bestuur zal zooveel moge lijk op Javaansche leest geschoeid moeten wor den, doch zonder heeren- of dessadiensten (met uitzondering van onderlinge bewaking van eigen dom) en geen loerahverkiezirgs- comedies, maar behoorlijk betaalde arbeid en door het Bestuur aangestelde kampocgl cnfden, we ke, daar zij tevens hun eigen bouwgrond krijgen, slechts een klein traktement noodig hebben, in den aanvang door het Gouvernement, la'.er door de gezamen lijke ingezetenen te betalen. Wanneer iedere dessa uit veertig gezinnen wordt samengesteld te midden eener wildernis mag dit ter ver mijding van heimwee niet minder zijn en de kosten voor een Javaansch onderdistrictshoofd, een Europeesch opzichter B. O. W. en een dok ter djawa over een complex van minstens tien desea's, die waarschijnlijk zeer verspreid zullen liggen, worden verdeeld, dan zullen dezen per gezin ongeveer/1O.?bedragen. Wanneer we nu de ko tenberekening op maken voor een landverhuizing van 400 gezin nen, bestaande in doorslag uit man, vrouw en twee kleine kinderen, van Semarang naar een onontgonnen streek in Borneo dan krijgen wij aan de hand van het bovenstaande ah uitgaaf psr gezin: Voor keuze van terrein en verschilfing van zaad en plant mate riaal (DB aftrek van gedeeltelijke terugontvangst in natura). . . ? 2.50 Overtocht 90. Rijstverstrekking gedurende eenjaar 30. Toelage voor toespijs enz. . . . 30. Gereedschap en verlies op vee-verstrekkitg 7.50 Bestuur (onder1istriktshcord, opzich ter B. O. W., dokter djawa). . , 10. Tijdelijke loodsen en onvoorziene uit gaven , 20. ? 190.Het tweede jaar zal aan de landverhuizers geen voedssl of toelage verstrekt behceren te worden, mits dadelijk na aankomst onverwijld werd overgegaan tot beplanting der erven met padi gogo, djagoeng, cassave en gewassen, zooals lombok, térong, katjang enz. Hiermede kunnen de lieden zich na all «p van het eerste jaar zeer goed voeder, totdat enkele maanden later de eerste oogst binnen is van de nieuw aangelegde sawahs of van de t> gals. Op vruchtbare, nieuw ontgonnen gronden is namelijk: 'dadelijke sawahaanleg overbodig, zelfs jammer, want door al dat graafwerk wordt de humus verplaatst en gaat daarvan bij iedere regenbui een groot deel door wegspoeling ver loren. Eerst wanneer de humuslaag na een paar tegaloogsten zijn grootste vruchtbaarheid heeft verloren, zal tot sawahaanleg overgegaan moeten worden. Daar tegalbebouwing bovendien natuur lijk veel minder arbeid vereischt dan sawahuanleg, verdient de eerste verreweg de voorkeur voor nieuwe nederzettingen, alwaar nog zoovele andere wi rkzaamheden te verrichten vallen. Ook wara het aan te bevelen slechts zooveel der gronden met voedingsgewassen te beplanten a's voldoende is om in de behoefte te voorzien, en het overige te gebruiken voor verbouw van tabak en de cultuur van andere produktep, die gemakkelijk verhandelbaar zijn en het noodige geld verschtffm zullen voor aankoop van klee ding enz. Vooral op nieuw ontgonnen boschgrond groeit tabak uitstekend, ook zonder sawahaan leg, en naar ons werd medegedeeld moeten kli maat en bodem op Borneo zich voor de cultuur van tabak voor de inlandsche markt zeer goed leenen. Slechts de kosten voor bestuur en', aange nomen op ? 10 psr gezin komen bet tweede jaar opnieuw voor. Wil men die ook nog bij de kosten voor landverhuizing rekener», dan wordt het totaal bedrag psr gezin daardoor zooveel hooger, maar deze tien gulden ook voor latere jaren tot de landverhuizingsuitgaaf te brengen zou bepaald onbillijk zijn, want aangenomen mag worden dat de Gouvernementsinkomsten order den invloed der nieuwe volksplanting wel zooveel zullen stijgen, dat daardoor die luttele kosten gedekt worden, terwijl bovendien na vijf jaar de nieuwe dessa's belasting zullen kunnen opbrengen. Mocht onverhoopt in het tweede jaar nog eenige vosdselverstrekking moeten plaats vinden of een andere uitgaaf te doen zijn, dan zal de groote som uitgetrokken voor tijdelijke loodsen en onvoorziene uitgaven daartoe ruim schoots voldoende zijn. Het totaal benoodigde bedrag per gezin wordt dus; Eerste jaar ? 190 Tweede jaar , 10 Totaal .... . ? 2OO. Voor tweehonderd gulden per gezin zal land verhuizing van Java naar Borneo dus waar schijnlijk mogelijk zijn, alle kosten inbegrepen tot op het oogenblik dat de menschen op hun nieuwe woonplaats in eigen ouderhoud kunnen voorzien. Of later overgegaan zal moeten worden tot jaarlijksche emigratie van de 400.000 zielen, waarmede de bevolking op Java per jaar ver meerdert, kan voorloopig buiten beschouwing blijven. In ieder geval blijkt dit mogelijk voor 20 millioen gulden en zijn daarvoor geen 40 millioen gulden noodig, zooals de heer Homan van der Heide berekende. Verralt daarmede ook diens conclusie (ilz. 403), dat emigratie op staatskosten op een eenigszins afdoende schaal financieel geheel onmogelijk is? Is een bedrag van 20 millioen in de eerste jaren en een aan merkelijk geringer som in latere jaren te hoog, wanneer daarmede Java afdoend behoed wordt voor overbevolking en Borneo, dat thans voor een groot deel een vdslagen wildernis i«, be trekkelijk snel tot een tweede Java worden zal, bsdekt met sawahs en dessa's en bewoond door een talrijke, tevreden en welvarende bevolking? De beantwoording dezer vragen zij ook den heer Homan van der Heide in overwegitg ge geven, die, welke ook de fouten mogen zijn, die zijn boek aai kleven, zoo duidelijk toont den inlander een warm hart toe te dragen. (SM volgt). P. C. C. BAKSEN JR. Zaakwaarnemer|j. Bijna geen vak, waarin zooveel schakeeringen zijn als in de zaakwaarnemerij. Daar hebt ge den eerlijken, bekwamen zaakwaarnemer, bij rechters, advocaten en publiek geacht, aan wieu de behandeling van kantonzaken veilig is toe vertrouwd. Deze is kieskeurig in 't aannemen van zaken; hij ziet eenigszius n t aar de zaak n naar den man en vo r vuile verweringen" is hij niet te vinden. Hij is stipt en ordelijk in zij te handelingen en rekent, ah een zaak afgeloopen is, onmiddellijk met zijn cliënt af. D Aar hebt ge den zaakwaarnemer, die ofschoon bij jaren in het vak werkzaam is geweest als procureurs- en deurwaarders-bediende, meestal zijn zaakjes verknoeit en wiens verdediging een trek van misnoegen op 't gelaat van den rechter te voorschijn roept. Deze is minder kieskeurig in 't aannemen van zaken; hij weet vooruit som?, dat hij met zijn verweer onder water gaat" en is dat 't geval, dan zet hij een onverschillig gezicht en zegt tegen zijn collega's: ,\ kan me heelemaal niets settelen !" Daar hebt ge den gefailleerden koopman, die, ofschoon nauwelijks lezen en schrijven kunnende, uit de stukken, welke hij in den tijd, dat hij gerechtelijk vervolgd werd, van deurwaarders ontvangen heeft, zooveel rechtskennis meent te hebben geput, dat hij nu wel de recbtspractijk kan uitoefenen. Zijne klanten scbarrelt hij op in kroegen, of wel in de wachtkamer van het kantongerecht. Hij treedt meestal voor ge daagden op en zijn liefste bezigheid schijnt te zijn vorderingen te ontkennen. Met een zekere beslistheid en met 't eerlijkste gezicht van de wereld ontkent hij de weekhuur en poseert de jaarhuur. Van afrekenen met cliënten is hij geen vriend en wee den schuldenaar, die aan zoo'n zaakwaarnemer gelden tot uitbetaling aan crediteuren toevertrouwd heeft. Tien tegen eer, dat de schuldenaar niet nog eens moet betalen, maar nu regelrecht aan zijn schuldeischer. Zijn kantoor is ergens in een nauw straatje en als men »meneer" noodzakelijk moet spreken, komt indien hij lont ruikt een jongetje u vertellen, dat ,meneer" zoo juist de deur uitgegaan is. Daar hebt ge den zaakwaarnemer, die ver schillende handelsgebruiken Bp de rechtspractijk heeft overgebracht. Hij heeft een reiziger, die bij firma's rondgaat om dubieuse pos'en in handen te krijgen. Zelfs voor oude zaken, welke reeds in handen van anderen geweest zijn zonder resultaat en voor allerlei ,orders" houdt hij zich aanbevolen. Daar hebt ge den zaakwaarnemer, die steeds acht r de schermen blijft, er zijn fort van maakt rechtskundige (?) adviezen te geven of contrac ten Ie maken van af 50 cents, speciaal ter voorkoming van faillissement of executie. In de bladen plaatst hij groote advertenties, waarbij het legio werkzaamheden wordt opgenoemd, waarmede hij zich belaet vaak zaken, WParvoor men bij een procureur of notaris moet wezen en waarin de zaakwaarnemer dus een overbodig tusschenpersoon mag heeter. Heeft hij al eens een kantonzaakje, dan laat hij een zijner collega's die habiiuéaan 't kantonge recht en niet al te kieskeurig is, voor hem versclrjnen. Eindelijk zijn er nog vertegenwoordigers van informatie- en incasso-bureabx, die bijna uit sluitend koopmansvorderingeu behandelen en zich onthouden van verdediging van schuldena ren. Van deze kantoren staan enkele gunstig bekend, w l ie dan ook 't een meer 't ander minder in eene behoefte van den handel voor zien. Nog kunnen hierbij genoemd worden vertegenwoordigers der vereenigingen van huis eigenaren, welke zich bijna uitsluitend bezig houden met huurvorderingen en gerechtelijke ontruimingen. O A dergelijke instellingen mogen niet overbodig heeten. Z'.edaar een overzicht van de soorten, die men bij de zaakwaarnemers aantreft! Da vraag of de zaakwaarnemerij in eene groote stad noodig is, aarzel ik niet, op grond van mijne ondervinding, bevestigend te beant woorden, waarbij 't haast overbodig is te zeg gen, dat ik hier den eerlijken, bekwamen zaak waarnemer op 't oog heb. De practijk aan de Amsterdamscbe kanton gerechten is grootendeels in handen van zaak waarnemers, waarbij ik gemakshalve ook reken de vertegenwoordigers van informatie- en in casso-bureaus en van vereenigingen van huiseigenarer, ofschoon die bureaux niet tot de practizijns gerekend willen worden. Nu en dan ziet men er ook wel jonge advocaten of be dienden van aadere advocaten, maar het gros der zaken wordt toch door zaakwaarnemers behandeld. Tooi mag hieruit niet afgeleid worden, dat al die zaken nu ook »eigen zaken" der practi zijns zijn. Dit soort zaken wordt hen door hun eigen chënten aangebracht. Ook bevinden zich daa:or_der wel die oorspronkelijk bij heeren advocaten in handen geweest zijn, maar ;ang zijn blijven ligger, totdat de cliënt, het wach ten moede, de zaak teruggehaald en bij een practizijn gebracht heefr. Onder *geen eigen zaken" kunnen gerekend worden, die welke hun door advocaten, deurwaarders en collega's ter geheele of gedeeltelijk zelfstandige behan deling toevertrouwd zijn. . De opmerking is gemaakt (sie De Nederlan der van 17 en 20 Ootober 11. NOS 2772 en 2774), dat de zaakwaarnemer in de groote ste den, waar advocaten genoeg zijn, misschien overbodig is, maar in dorpen, waar vaak de kanton deurwaarder de eenige man is, tot wien een adrocaat zich voor de Behandeling van een kanton-zaak kan wenden, behouden kan blijven otn dien advocaat, zoo noodig, te verrangen Tevens meent dat blad, dat daarmede dan tege moet gekomen zou zijn aan het bezwaar, dat een dorps-deurwaa der wel eens zijn eigen cliënt moet executeeren. Het wil mij voorkomen, dat daarmede dat bezwaar volstrekt niet in elk geval zou zijn opgeheven. De deurwaarder op het dorp zal veelal de raadsman der kanton-be woners zijn en llijver, onverschillig, of er een practizijn gevestigd is of niet, maar krijgt de crediteur die door een zaakwaarnemer vertegen woordigd is, een vonnis tegen een debiteur op het dorp, dan zal de executie toch door den kaïton-deurwaarder, tevens raad-man van den debiteur, moeten geschieden. De executie door een arrondissementsdeurwaarder, die buiten het kanton woont, te doen serrichten zou oanoodige kosten van afstand na zich sleepen, welke men mijns inziens niet op den debiteur mag verhalen. Neer, juist in de centra van handel en nijverheid zijn zaakwaarnemers, althans informatie- en incasso-bureaux nood'g, welke laatste zich fp> ciaal bezig houden met het innen van koopmansvorderinge", vaak van kleine bedragen. Het incasso-bureau, dat tevens informatie bureau is, heeft dikwijls meer prestige op eea sc'mldenaar dan een advocaat of zaakwaarnemer en er zijn dan ook debitturen, die wanneer zij door een zoodanig bureau tot betaling eener handelsschuld aangeschreven zijn, zich wel twee maal bedenken, alvorens een chicaneus verweer te voeren, uit vrees, dat 't bureau informaties over hen verstrekt, welke hun crediet benadeelen. Komt een koopman met eene kleine vordering bij een advocaat, dan verwijst deze hem wel naar een zaakwaarnemer, met de bij voeging, dat bij (Ie advocaat) bij succes nog gtld toe zou moeten hebben. Ojk voor het opstellen van nquesten aan verschillende auto riteiten is de bekwame zaakwaarnemer de aange wezen man. Hij werkt goeókooper dan een advo caat en kan dat doen omdat bij op kleineren voet leven kan en geen zocg>naamd hoogen of deftigen stand bee t op te houden. Met rechtbankzaken is 't in de meeste ge vallen verkieselijk zich dadelijk tot e^n fatsoen lijk procureur te wecdsn. Deze spreekt dan zelf den persoon voor wisn hij ageeren zal, dat al thans bij 't voorbereiden van een proces gewetscht, ja noodzakelijk mag heeten. Ook een zaakwaarnemer moet toch voor rechtbank-zaken bij een procureur terecht komen. Dat vele dier zaken bj practizijns gebracht worden is vooral hieraan te wijten, dat 't overigens ontwikkeld publiek niet het minste begrip heeft van de behandeling van rechtzaken. Verklaarbaar is dit zeker! Zoolang op middelbare eu kweekscholen en andere inrichtingen van voortgezet onderwijs wel de namen van al'erlei verafgelegen plaatsjes en jaartallen uit 't leven van groot e (?) mannen, maar niet de voornaamste bepalingen van bur gerlijk- en handelsrecht, waarmede zelfs de armste in aanraking kom', worden onderwezen, zal die toestand voortduren. Zoolang ook zal't publiek, dat van onbekwame of oneerlijke zaakwaarne mers gebruik maakt, beetgenomen worden. Veelal is 't ook de eigeüschuld Fan een rechtzoekende wanneer hij in verkeerde banden valt. Waarom niet eerst eens b:j een fatsoenlijk informatie bureau geïnformeerd omtrent de moraliteit en soliditeit van den zaakwaarnemer, wien men de behandeling eecer zaak wil toevertrouwen? Onbekwaamheid en oneerlijkheid zij a echter ec? speciale gebreken van, den zaakwaarnemer alleer. Men trefc die fouten in iederen rangen stand aan, ook onder advocaten, notarissen, secretarissen en ontvangers. Ook de jonge, onbrdreven advocaat maakt voor't kantongerecht wel eens een treuiL; figuur en meer dan eens heb ik opgemerkt dat zulk een advocaat door den rechter of door een zaakwaarnemer, die toevallig dicht bij hem stond, als 't, ware de pjp in den mond moest worden gegeven. Dat men een gepromo veerd jurist moet zijn om kantoizaken te kunnen behandelen, zooals sommige advocaten meenen, wil er bij mij dan ook niet in. De procureurs vóór 1879 waren veelal geen meesters in de rechten. De meeste notarissen en vele plaats vervangende rechters en dito gr:'ffi;rs bij kanton gerechten bezitten evenmin den meesterstitel. Weliswaar zijn daar vele geëxamineerde lui onder, maar eene universitaire opleidirg hebben de bierbedoelden toch niet gehad (Ouder plaats vervangende kantonrechters trefc men aan, be halve advocaten, burgemeester», gemeente-secre tarissen, notarissen, candidaat-notarissen en ontvangers der registratie; plaatsver vangend griffhrs bij kantongerechten en rechtbanken zijn wel gewone G: ffiï-klerkeL). Het komt mij voor, dat, onder den bestaanden toestand in de zaakwaarnemerij, de koopman of fabrikant met bandelsvc r leringen beneden ? 200 bij een als fatsoenlijk bekendstaand bureau voor handels-informatiëa en incasso terecht, moet komen. Met vorderingen boven de ? 200 en in 't algemeen met alle rechtbankzaken bij een procureur. Is echter aan 't zweven genoemd bureau een vast adv.-proc. verbonden, dan be staat er geen bezwaar ook rechtbank-zaken daar aan in handen te geven. Betreft 't huurvorderingen of vorderingen tot OLtrniming van huizen, welke door den kanton rechter mogen worden berecht, dan zal 't publiek zich veilig kunnen wenden tot een-gunstig bekend staand bureau, 't welk zich speciaal met de be handeling van dat soort zaken bezig houdt. Voor den eigenlijk gezegden zaakwaarnemer blijft toch nog genoeg werk over, o. a. de ver dediging van schuldenaren ia kautonzaken; de behandeling van vorderingen op particulieren (uiet-kooplieder) en het opmaken van acten en verzoekschriften. Aan den kantonrechter zon echter de bevoegdbeid moeten worden toegekend, personen, die te slechter naam en faam bekend staan, als ge machtigde te weren. Het .moest niet mogelijk zijn, dat 't eerste 't beste verloopen sujet, w»arvan gebleken is, dat hij zijn eigen zaken niet heeft kunnen of willen waarnemen, zich nu maar plotseling in rechtzaken als de waarnemer der belangen van anderen kan opwerpen. Teneinde onware en al te chicaneuse defensiën tegen te gaar, zou de kantonrechter, m?er dan tot heden van zijn recht om de persoonlijke verschijning van partijen te gelasten, gebruik kunnen miken. Nu wordt den rechter vaak door den practizijn van eischer of door dien van ge daagde, ook wel door beiden, een rad voor de oogen gedraaid, waarvan 't gevolg kan zijn, dat degene, aan wiens zijde het recht is, in 't on gelijk wordt gesteld en degene aan wiens kant 't onrecht is, gelijk krijgt. O.danks dit alles, blijf ik gelooven, dat de zaakwaarnemerij ii eene groote stad onmisbaar is, vooral ook omdat vele advocaten, om welke reden dan ook, zich liefst niet met kantonzaken inlaten en bovendien te duur zijn voor kleine zaken. Maar wenscheiijk, ja noodzakelijk is't zeker, eenige vereischten te stellen, waan an zaakwaar nemers behooren te voldoen. De regeering zou een examen voor hen kunnen instellen en in elk arrondissemsnt een bepaald aan'al practizijns kuani n benoemen. Men geve hun den titel van kanton-procureur bijv., ofschoon m. i. de titel er weiiig toe doet. E-n reglement in den geest -'- 't reglement van orde en disc'pline op de als advocaten en procureurs, maar dan scherper ge formuleerd, zou op de practizijns toepasselijk kunnen worden verklaard, opdat in geval van nalatigheid of fraude het publiek wete tot wien het zich wenden kan. Bij dit alles be denke men echter dat noch examens noch regle menten van een immoreel wezen een fatsoenlijk man zullen maken; getuige de reglementen op advocaten, notarissen, secretarissen en ontvan gers, welke niet beletten dat cl.ëcten en instel lingen in hunne relaties met genoemde personen vaak bedrogen uitkomen. Wenscht men genoemd examen niet, dan zou de regeering bijv. een examen voor candidaatdeurwaarder in 't leven kunnen roepen en ge slaagde candidaten tot aan hunne eventueele benoeming tot deurwaarder als zaakwaarnemer kunnen aanstellen. Wie dan geen deurwaarder wil worden, blijft practizijn. Wordt het optreden van zaakwaarnemers voor 't kantongerecht een voudig verboden zonder meer, dan zal men daardoor toch niet kunnen beletten, dat de groote practizijns-kantoren een advocaat in dienst nemen en hem voor 't kantongerecht laten op treden. Men zegge niet, dat een advocaat daar voor niet te vinden zal zijn. Er zijn bij 't ge leerde proletariaat wel advocaten, die zoo'n betrekk;ng zouden begeeren. Mijn aanwijzing tot zuivering en verheffing van den stand der zaakwaarnemers is, zooah blijkt, geen vast omlijnd plan. Het was alleen mijn doel eens de aandacht op een en ander te vestigen en te doen zien, dat er werkelijk iets als een vraagstuk der zaakwaarnemerij bestaat. GERAKD G. LENSELIKK, gedipl. cand,-gem.-secr. Militair allerlei. Het ijzeren Regiment. Het lieve vaderland kan gerust zijn, want al ging majoor Pop voor het leger en de(n) Militairen) Spectator verloren, kapitein Pop treedt op als redacteur van het »orgaan, dat zich sedert tal vanjaren een eervolle plaats in de militaire litteratuur verworven heeft'' en de zaak zal alsnu op

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl