De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 11 januari pagina 3

11 januari 1903 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Ho. 1333 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. maken voor het op pag. 7 gememoreerde waar 't heet dat het «Centraalbureau voor Sociale Adviezen" den auteur meedeelde dat de laatste rechterlijke uitspraak waarbij de artikelen 1037?'39 B. W. niet van toe passing kwamen op handelsbedienden, da teerde van Amsterdam 4 Oct. 1883 en de laatste in bevestigenden zin van Heerenveea 15 December 1893. Dit is nu niet gelreel en al juist. Heeft het Centr.- Bureau v. S. A. verkeerd geadviseerd of is zijn advies verkeerd begrepen ? Zoo vind ik dat Hand' Isreizigers niet vallen onder het begrip dienst- of werk lieden, uitgemaakt bij: Hof' Arnhem 3 Febr. 188G W. 5280 Kgr. Groenlo 13 Aug. 1888. Maandbl. Deurw. V, 8. Op Boekhouders zijn de bepalingen om trent dienst- en werkboden niet toepaseeHik, volgens Amsterdam 3 April 1885 W. 5280 en Rotterdam 14Nov.'85 IF, 5231. en, ofschoon in 't bovengemeld vonnis van Heerenveen de notarisklerken tot werklie den en diermtboden werden gestempeld, aangaande de kantoorbedienden rs dejurispf uctentie al sinds 1863 (W. 2514) viij conBtant «n gunstig. .Ben kantoorbediende bij ienmrd die »iu agenturen" deed is een hacdelsbediendeen jreen dienstbode in den zin van art. 1G37 E. W. Amsterdam 9 Febr. '93 - W. 6399 , gelijkluidend Almelo 16 Oct. 1895, W. C728. Waar uit het advies van meergemeld Bareau de auteur de corclusie trok dat in het algemeen ziin stand onder de artikelen 1G37 vlg. B. W. viel, meerde ik even op ?de onjuistheid der premisse te moeten wijzen. De «chiijver Vraagt zich af »wat is de beteekenis van onzen stiijd ?"' en welke middelen leiden tot zijce oplossing? Welke strijd ? waren wij geneigd te vra gen, icdien niet uit den verderen inhoud van. 't boekske bltek dat de auteur bedoelde 'n strijd tot betere sociale positie. Voor 't antwoord op de eerste vraag acht hij 't noodig ca te gaan jfelke de huidige sociale toöstand is der handels- en kantoorbe dienden. Die vraag wordt evenwel niet beantwoord. Eren wordt er op gewezen dat de bedienden, nagenoeg orgeorganiseerd, geen kracht kunn«n ontwikkelen, waar alierwege verwan ing heerscbt en geen eenheid van program bestaat, terwijl icgeling van den rechtstoestand der handels«n kantoorbediecden de gewichtige factor wordt genoemd om verbetering in hun sociale positie te brengen. Dit zonder nadere argumentatie. De nadenkende lezer bJijf't staan voorde vraag: Moet de wetgever verbetering bren gen in hun scciale positie en daarmee de »rerwarrJng" ordenen of wil de schrijver 'n bewutt geworden, georganiseerde »handelsetand" doen streven naar wettelijke regeling van zijnen toestand ? ? Een kijkje wordt genomen in 't pover arsenaal van Nederlands arbeidsrecht, ge noeg om de conclusie te wettigen dat de belangen van de kantoorbedienden (van welke bedienden of arbeiders niet?) in ons Burgerlijk Wetboek schromelijk zijn ver waarloosd. Maar kan het anders ? vraagt schrijver. Kan het anders bij ons gemis aan orga nisatie ? En dan wijst hij er op wat Duitechteud, met een zeer krachtige organisatie, verkregen heeft. W«l is waardoen enkele feiten bij mij 't vermoeden oprijzen dat de schr. de D-wetten zelf niet heeft gelezen, althans niet in 't oorspronkeiijke, immers : hier en daar wordt gesproten van »de" Duitsche wet en de D. wetgeving, een vage aar duiding voor 't doolhof van artikelen en paragrafen, -wordt op p. 8 gezegd dat naar D. recht als h*ride]6b(dier.de ieder wordt erkend, dte tegen genot van salaris *anSpookhuizen Ie Amsterdam, DOOR JUjTÜS VAN MAÜRIK. Er is te Amsterdam, vooral in vroeger jaren, altijd veel liefhebberij toor tpoken en spook huizen geweest; bijna in kdfr stadsgedeelte vond men i of meer huizen, waaraan de volksmoi d zei dat het er niet pluis was" en dat bygevolg door de buurt gemeden werd of waarvoor de menschen nu en dan te hoop" liepen. In 't jaar 1853 o. a was te Amsterdam op den Zeed^k 's avonds en gedurende een groot ge deelte van den r acht, verscheiden maanden lanp, een menigte menschen op de straat om het tpook te hoeren, dat in een huis links, van de Nieuwmarkt gerekend, rumoerde Volgens een geschrift uit die dagen berustende in het Sted Jijk Archief, alhier, * ,/icas er vcorld-ttrend veel tolk op de been; dui zenden stroom/Jen naar den Zeedijk, tfc'chtten iets Ie, zien of Ie hooren van hel spook dut in een /tuis, waarin 2 gezinnen l/oven elkand'-r woonden en beneden een koiiieneisch winkel gehouden werd, spektakelmt'vlte. Et>-niemand zag iets; er va s groot gedrang, meer hiel en sotiix we'ren twintig liolüeayeulen i/oodig or/i de orde Ie bewaren. Tol laat in den nat-lil, dikwijls lot in den morgenstond, wat de Zee dijk propvol", Niemand voer er beter bij dan de kroeg houders, schaftkelders en wijnhuizen, die d-n goheelen nacht door klandisie hadden. Ook de zakkei rollers beleefden in dat jaar een gulden tijd en... zegt het bericht verder: H Wat was er? feitelijk niets ! Alleen vernam men r,u en dan een klagend geluid, sterk ge noeg i m op eenigen aj'stunelle worden gehoord. V H^as alsof een smartelijke stem door een 8chee[,sroepf!r schreeuwde". De politie deed met loffelijken ijver overal in de huizen onderzoek, klom zelfs op daken en tchoorsteeneD, keek spiedend rond in snijingen en sloppen, zette posten nit en wachters, maar zonder gevolg. Het spook bleef jammeren en Echreeuwen, tot dat het er plotseling zelf genoeg van kreeg en zonder afrcbeidneraen vertrok, de bewoners van den Zeed\jk, die in hun winkels drukke r. ei ing gehad hadden van de kijkers, diep bedroefd en verslagen achterlatend. De schrijver van het stuk, dat ik in het archief vond, verhaalt verder, dat hij op den Zeedy'k die spookbistorie bijwonend, zich herinnerde, t'nuis in een boeken kist op zo!der, eenmaal een zeer oud tandschrift te hebben gezien, waarin hem dtsty'ds bij 't vluchtig doorbladeren een stukje opgevallen was, getigesteld is tot het presteeren van koopmansdiensten, terwijl 59 H. G. B. aanvangt met de (hier vergeten) woorden W er in einem Ilandelsyewerbe.. ? enz. Zoo zegt de schr. dat bij gebreke van plaatselijk gebruik werden toegepast de voor die dienstverrichting over het algenteeu Qeldtnde bepalingen, waar 't zelfde artikel spreekt van die den Umstanden noch angemessenen Leistungen en zoek ik vergeefs het wets artikel waarbij (pag. 10) de handels bediende zich niet kan onttrekken aan de zooge naamde «overuren" indien gewichtige of dringende zaken dit vereischen. Dd Fchrijyer, alle andere wetgevingen links latend liggen, behandelt achtereen volgens de Duitsche wetgeving ontrent salaris en werkkring (wat niet geheel tynoniem is met Umfang seiner Dienstleistungen), lokalileilen en arbeidutijd, verze kering tegen ziekte, ongelukken, inealidileit en ouderdom. ouderdoinspensioen, bèta lingstermijn van lut salaris, provisiebeta ling, termijn van opzegging, getuig schrift, maatregelen tol het tegengaan van eene ' beperking der concnrrentierryheid,_ het pre/erent zijn der salarissen bij failliste ment en de proeftijd regeling. Wat het salaris betreft wil tchr. een zeker minimumsalaris toegekend zien aan boekhouders en correspondenten in 't bezit van eene akte. Erkent echter de onhoudbaarheid eener dergelijke wetsbepaling zoolang de orga nisatie zelf die niet kan handhaver, laat zich verleiden tot 'n uitspraak elat de wet geving niets anders te duen heeft dan het zegel te hechten aan het werk dat door de organisatie dient voorbereid te zijn, wat met het voorafgaande niet wel te rijmen is * en wraakt het als unfaireconcwrer.tie dat ambtenaren, vooral gepensioneerde, bijwerk zoeken als kantoorbediende. Daar over kan ook anders worden gedacht. In zijn criliek is de echr. niet steeds gelukkig. De bepalirgen van 74 en 75 H. G, J3. worden door hem afgekeurd, waaiin Duiischland onder zekere reserves toestaat dat den bediende gedurende eeni gen tijd na zijn ontslag contractueel be perkt wordt in zijn bedrijf'. De toelating dezer beperking wraakt hij op grond dat daaruit geschillen kunren voortkomen, waar de wet deze bepalingen den bediende slechts in zoover laat binden als deze geen onbillijke bemoeilijking (vol gens schr.: onbillijke hinde) paal) voor zijn vooruiikomen in de wereld is. 'k Geloof niet dat de Duiteche jurispru dentie in aibeidsaangelegenheden blijk heeft gegeven niet «practiseh ' te zijn. En zelfs al zou de grens moeilijk zijn te trekken, kan ik me niet voorstellen waar om dit artikel zi,o uiterst gefchikt om ondeikruiperij door ontslagen bedienden te «eren uit den booze is. Men bedenke \\èl dat nu elke reiziger terstond na ont slag, zijn oude firma kan concurreeren of in den gror.d boren door naar concurrenten over te looper-, of zijn oude firma de agen turen enz. afhandig te maken. Aan dea anderen karn kimt 'tookvcor dat technici door hun eigen onderneming worden aan den dijk gezet, nadat hun ge heim e.f vaardigheid door handlai gers van aandeelhouders e. d. g. is afgezien. Voor patroon en werkman ware 't dik werf' zeer gelukkig indien de regel mee bracht eenigszins beperkte concurrentievrijheid na't einde van eenig arbeidtcontract. Hierna woidt de vraag behandeld of de handelsbediecde moet streven naar eene speciale regeling van zijn contract, dan wel naar eene algemeene, alle arbeiders omvattende regeling. Schr. wer scht het eerste om, de bijzondere toestanden welke geboren worden uit de *tiiiittitmtmuiiiitttiiiitti<niittiiiiiimit<nittlinHniniiiiiinliiiiitlinin teld: De historie van het spook op de Z:edijk, wel een bewijs dat er vroeger op deu Zeedyk reeds rare dingen gebeurden. Hij ging naar huis, zccht de kist op en vond werkelijk nog het oude m»r,usc:ipt, waaruit hij dai een ge deelte laat volger;. Hy schryft: lul is zeer eenvoudig in acliltiende-efvtcsehe spelling geschreriin en getiteld: Su guliere zakeu en vreemde verschiJLsels bh nen Atnsterdsm in di u Jare 1733. Fermoeilelijk is liet afkomstig vu n een oudoom van i/iij, een bonkccrkooper, vieux loedel ik beredderde, na zij/i oi-erlijden. Ik rond het ten minste bij het inpakken Kun IcoJ/'ers met hoeken ronr de verlioojiing bestemt/; Knartchijnlijk in hel voorheen door iemand bij mijn oom gebracht om hel uit Ie gccen en olijf en liggen. Iloeicel verbleekt en geel geteerden ifiis hel toe h >.og goed leesbaar". Om hier het geheele verhaal als citaat af te drukken zou te veel ruimte vorderen en nitt tangena&m zijn voor den lezer, want het is zeer breedsprakig geschreven en langdradig; ik geef daarom tlechts den zakelijken inhoud ervan. Er woonde te Amsterdam op den Zeedy'k by de Meuwmarkt in het huis Ikt verdoolde ichaap" een zekere Gerbards, algemeen bekend eri geacht om zijn eeriijk en braaf karakter. Hij was leerlooier en dreef handel in buirenlandsene huiden (Ir. oude stukken van het Lierlooiersgild wordt hij als overman genoemd). Zy'n vrouw stierf vroeg en liet hem twee dochters na, Helena eri Dii a. Gdibardf, hoewel betrekkelijk nog jong en dikwyls in de gelegenheid otn een nieuw en goed huwelijk te doen, bleef echter ongetrouwd, omdat hij zijn dccliters geen stiefmoeder wilde geven. Hij hield veel van beide kirdt-ren, maar zijn hart hing 't meest aan Dica, de jorg^te, teerste en zachtzinnigste. Hslena was buitengewoon mooi en telde haar aanbidders bij dozynen. Toch trouwde zij niet, want: tde jonkmans waren bevreesd voor kaar kartstocltlrlij/c, juloerseh g et Ie l en haar drij/ifje luidruehtiykeid. n Dina ranker, bleeker en z«eliler, schee-i een blanke lelie naast feu nol ont!Auei'!e, roode rcti.1. Uelenu u-as hcefsehzuchlic/, iqicliegend en zetj'ztichtig in hooge mate; Dina daarentegen liefderijk run inborst mei meer aungebi.rcn li"/ïalligheid, gezond verstand en yeealbeschawi'j !" Toch konden beide zusters het vlij goed samen vinden, totdat een zekere Wouter, een verre neef vati moederszijde, zijn opwachting kwam naken in den huize Gerhards. Hij trof alleen Dina aan, want Helena logeer ie juist te Deventer bij een rijke en vroolijk levende erftat.te. Wouter, achtentwintig jaar, stuurman, flink, rond, trouwhart:g en Dins, twintig jaar, een beelje sen timen teel, onschuldig aanbelig en meegaande van aard 't kon niet anders of die twee moesten emoorlijk" op elkander wor den - genoeg, een heimelijke vet keer'incj." verhouding UiBEchen principaal en handelsbedieLde, het bestaan van eenbepaald wetboek van koophandel en het hebben van een grooteren waarborg dat de ver houding tegenover den werkgever voor zijn stand behoorlijk geregeld wordt bij afzon derlijke wet. Geen dezer argumenten acht ik gelukkig gekozen. Althans afgezien van dogmati sche kwesties kan ik mij absoluut L iet voorstellen hoe kantoorbedienden te klagen /ouden hebben, indien mét hen, ook de andere arbeiders 'n betere wettelijke positie zouden mogen innemen. Wat er voor bijzor.ders is in de ^verhouding tusschen principaal en handelsbediei.de" wordt door schr. niet gezegd. Ik w;et het niet. En dat 'n afzonderlijk wetboek van koophandel (nog) bestaat, is nu geen reden om aan dezen ouden kikvorsch (om'n oneerbiedige vergfclijkirjg te beziger) een nieuwe poot te laten groeien. Ten ware de handelsbedienden gesteld zijn op den naam van "koopman" of hun hervormingen wilden laten wachten tot tijd en wijle het oude besije van 1838 met Duit.gchen rutdecijn een verjoEgingskuur onderga... Eindelijk na even te hebhen aargestipt wat hij van 't tegenwoordig ministerie verwachten kan de (uit geen der pre missen volgende) conclusie dat eene regeling van den rechtstoestand der handels- en kantoorbedienden eene eeiste voorwaarde is ter vérkrijgirg van bf.tere arbeidscondities. en 'n naschrift. Blijft de vraag : als de wet slechts heeft te sanctipneeren wat de organisatie heeft voorbereid p. 910) waai om dan aan dringen op de wetieJijke rfgelirg? Mij dunkt dat 't antwoord hierin te zoe ken is. In 't algemeen komt de wetgever hirkend achteraan en ear.ctioneert of gtrtrdiseert bestaande toestander!. De werkelijke veibt tering der toestar den zal dus in handen zijn van cerie organi satie, krachtig geroeg omen haar wil door te zetten, n invloed te oefenen op't rechtsbewustzijn der regeerders. De handels en kantoorbedienden missen deze organisatie en die t)£cht. Deels uit laksheid, deels uit dubbelheid van hunrjen toestand. Vooreerst kan 't kla?sebelang niet bij zonder bij hen ontwikkeld zijn, daar de bedienden 'n tueechendirg vormen luetchen arbeider en bourgeois. Een nitt onaanzienlijk deel hurner be staat daarenboven uit aanstaande patroons of' agenten, hun gedachten kunnen zich dus niet cor centreeren op 't heden, dcch zijn meest gericht op de toekomst. De voorwaarde voor organisatie, i'nhcid van belangen, ontbreekt. Dit wordt (intb'üief) tevoeld. Vandaar het eene cog op versier ing der organisatie 't andere e>p hulp van de werkgever gericht. Indien ik de voorfpellirg mag wagen, dan zal bij 't behandelen van 't arbeids contract niet gedacht, worden aan'n afzoneierlijke regleiuemtering van den handelsstand maar als de zaken der »heeren" worden behandeld bij een mogelijke her ziening van ons Wetboek van Koophandel zal er voor de employés e;en kluifje over schieten. Tenzij hun klassebewubtzijn dan ontwaakt zij ... 't Boekske van den heer Rubens, oftchoon in kantoorstijl geschreven, laat zich goed lezen en houdt den tniphyé} waarschuwend onder de oogen hoeveel hun nog ontbreekt. Zijn rede uit te geven was 'n goede gedachte van den auteur. A m s t., Oct. 1902. JSIDOKE HEN. cqLtTTdlEff Helena bleef langer tój haar bloedverwant dan zy aanvankelijk bedoelde, en daardoor kwam het dat Wouter, toen zy terug kwam, reeds weer ver! rokken was. Dina beker.de dadelyk argeloos haar liefde voor Wouter aaa haar zuster, Hjlena's jaloezie ontwaakte, m&ar zij toonde die niet. In zich zelf echter besloot zrj haar zuster di n knappen jorgen zeeman at han dig te maken. Een reis naar Batavia en Sotrabaia duurde in die dagen vrij wat langer dan nu een reis om de wereld en Dira "zat giduldig al die maanden lang te wachten op haar Wouter, zich kinderlijk verheugeLd, telkets_, als er een brief van hem kwam. Eindelyk kwam er bericht dat hij weer in 'eland was en binnen eenige dagen te Aas>terdaui hoopte te zyn. Helena, die den britt bij toeval in handen kreeg, hiel J dien iii haar bezj; en wist Dina ie \erwij:leren; zij wilde Wi-uter, van wien zy zooveel gehoord had, ontmoeten en ... zij kende de kracht van haar schoondbeU ! En zóó geschiedde het. De j irga zeeman kwam te Amsterdam, zag Helena on was eer hij er om dacht in de ttrikiten dtr volleerde ccquette verward. .Plotseling sloeg zy'r, luiis over op de mooie bloedrijie bartstochtejijke Helera, die hom «iet haar dor.kere, vurige oogen zoo uitdagend en verleidelijk aar zag. Spoedig waren Wouter en Ilelena het eens zy zongen het oude liedje dat altijd nieuw blrjft. Toch kon Wouter niet besluiten om zijn verloving met Dina ZOD plotsölii.g at te breken want bij wist, by voelde, dat het mei-ja met heel haar zitl aan hêin hing. Mistcbien ook begreep hij dat vooi1 een huweïijk de kalme, zachtzi! rd^e Dina beter geschikt was dan du opbruisende Helena. Hij bletïdus aan Diria schrijven, maar vertrok onder een voorwendsel zonder haar te hebben gezien en Ileleoa had al baar krachten ingespannen, om te rorgen dat Wouter haar zuster niet rceer ontmoette. H De :ee/ti{'i! tett/'u/i', maar :i-j/i har l i!*fis 'hiel geruit, hij KUS xonilief e/i droej'ijeesliy (,esli?id". Daarna stierf de oude Geihards, dio van Dina's heimelijke verloving onkundig was gebleven. Aan zijn sterf brd deed hij zijn dochters bij zich komen, lei Dina's hand in die van Iltlena en liet haar bslover, dat zij /,al/ij'l als ten miieIer covr //nar jn,ijere :«*ltr ;or;/eii zou'. Toen sprak hij aL'ün met de oudste en zei: ////? heb zoo oud als ik ben nog sr/ie/-/,e /''/«/en ei' ik ?iff del /iet tittsc/ten ll'ciuler ca ?a nu t riehlig is --- !r»uw zuo spoei/if/ mogelijk en denk uan je belofte". Helena beloofde alles wat hij wilde en de oude ruan stierf gerustgesteld. i/Kiin pooK tii'er /cieon door een loecal i/lles ji'otseliny uit, de zneliizinnii/e llina sto'i/'eensnli/ii-s ia tcoede (>j>. rircrlctttlde huar zuster niet fc/ier/ie verwijlen en rol<jde haar schreiend en Ui'/feaif, t',en ;>j :<aar beneden in hel onderhui$ giert. Daar KI/S ceii dein', ieegang gevend lot In d« kracht van zrjn leren o rerleed te Am sterdam den -Hen Januari de kunstschilder George Jan Hendrik Pogg-etbesk. Zal zy'n heengaan in d«n kring ayner vrien den diep worden gevoeld, met riet minder weemoed zal ver daarbuiten door allen, die zijn werk kerden, waardeerden en liefhadden, de trjding van zrjn dood worden vernomen. De eigenschappen, dre hij als mensen bezat, beminnelijke «envoud en fiji gayoel, wist nrj, eerlek werker, die hij wae, in hooge mate aan zyn kunst mede te deelen en daaraan een tyoopathi« te verzekeren, dre «on weinig kun stenaars zoo onverdeeld is te beurt gevallen. Pjggenbeek heeft den greoten bloei t y d van de Haagsche sctnlderscheol in zgn beste jaren meegemaakt. Baanbreker of toongeler is b\j rooit geweest, maar zeer nauw sloot zrjn wsrk zich aan brj dat van hen, die Hollands glorie van dez«n tijd geweest zrjn. Met hen behoorde by' tot de begetadigden, wier liefde en ver eering voor de natuur zoo sterk en gestadig zyn geweest, dat die, als een onverbroken draad, door al hun werk loopen en iedere uitirg iets verkondt van het groote genot der eigen aanschouwing. Er zijn schilders geweest, die Hollands grootheid machtiger hebben weergege/en en onder de jongeren zyn er, die verder door dringen, dieper ontleden, maar geen is er, die de vredige p jëzie van het Hoilandsche land schap aandoenlijker heeft weergpgeven dan Poggerbeek. Zyn kracht vond hij niet in groote, opzienbarende werken, ceer, zrjn bctetkenis ligt in die reeka van kleine, intieme schilderij jes en niet minder in zrjn cquarellen. Hy vond, ver van het gewoel der steden, zyn rustige plek j as in poldrr- en moerasland; daar ontdekte by de slooikanijes met doezelende eendjes, zijn boomgaarden met soezende kalfjes, wilgenlaanijes, stille plassen en turflmdj's. Maar aan die heel gewone onderwerpen wisten* zyn fijne beschaafdheid en zeldzaam kiesche smaak een bekoring en een cachet van voornaamheid te geven, die wij eveneens terugvinden bij de besten der oude Hollan der?, waar die de meest alledaagsche dingen of voorstellingen schilderden. Poggenbeek ook beschikt over die rustige toonverhouding, die wel overwogen krachtverdeeling, die by den eersten aanblik van het werk direkt zrjn wel dadige werking doet gevoelen En juist die degelyke eigenschappen van zijn hunst, zoo wars van alle vertooning en proi kzncht hebben gemaakt, dat hij by' zyn kunstbroeders in zoo hoog aanzien stond, een aanzien waaraan zyn bekendheid by het groote publiek niet geëvenredigd was. Vooral de Miatscbappy' »\rti et Atnicitiae" zal veel aan hem verliezen ; niet alleen ia bij herhaalde malen een yverig bestuurslid geweest, maar tevens was by een trouwe comparant op haar teEtoorstellingen, waar zijn werk door gaans tot het aller bts'.e behoorde, wat daar te zien was. Pugger.beek heeft een bescheidene, doch zeer waardige plaats in de kunst ingenomen en de voorspelling is, durkt mij, niet gewaagd, dat zy'n werk die plaats in de toekomst zal blijven behouder. J. W. N. een i/iep geiei ff, waarin vroeger looik-uipen en gereedschiif'pen xlonden c» in rorige jaren ten geldu isscliiar zipi ijzeren luiten had bewaard; iiCiOit kicani datir iemand in. Kenskliips opende Jlelena die dritf en atonlte onverhoeds huar taster nimf beneden in t/c donkere keldefruimle. Htieasfeluos bleef hit u r me meisje daar !igfjeii\ Nu volgt in het oorFprookelijke, een omstandig relaas van difn rnoordaar.slag, hoe Dira raar beneden vit), hoe Heiera angstig luisterde of ook iemand hsur bespied hai, van alles wat Dira in dat gewelf uitstond en van 't geen Helena wel dacht enz. gewone leetbibliotheek-kost de ik liever maar niet weer opschep. Dan gaat het verhaal voort : , Kt-niye dur/en la 'er diialtle Ifelwt i,iel een hctit ii' het ffntclj' t!j' om ztck te orertttif/en iij' Dhin iniy lee/'/e. Zij in,t'l huur rut-r/uos ?inlyet/reLt op den gron'l lit/yen. Hoi/dunk .:>> /v fii/o /.r' z<'t. ,v i// ziehïelve, i^nar /,lol^t'lintl cï^<'linltte z'n hei;i?,\ cttt/t Di/nt Inej' het lir.nf:/ n p i'H Ati/ malde: ,ïk lie.h dorst, ti'>i'ït!' /A; lii>iii'.i/driinïende terxe/ie IKC/I hrui-ht de /i('icii^telni':e //ij, e» /'"-,/x/i:lnj,s bei/on :ij l'ii'lkech run hul/i Ie mtyji'/i." DJZI; noodkreti n brachten Ilelena tot het uiterate. ,,Becree*il dut de bure/i it lx nirelilen hfioren en <tl/t>.:< li"(ir wi*</<i(id ohidtl(he,i, nt'in z'n ecu :i'.'t/!/r tt'k /iout e/i s/uey l)üi-:i ttinirmede O/) ll.'l /?; :?:/. i/.\'ny i'i'ii?in l l.ir/iM hel urme kiml bij ca )?><'/: sterf- ml, lle!i'K,i iri,r*l I/K t bloedefiye oni/i-n ucii',ii.'iidc: Mf>ord<'i<titir*ler, je :uil nfjtjit ruxl /ttl/icK, /lot'it.''" Hoe Helena hit ly'k van haar zuster wist te verwijderen, meldt de historie nut, Vièldathet haar gelukte /,/,?!?{ Ie doe» voorkomen alsof J)i»/i plotseli/iy ui'n "''/i hurtziekie f/ixion:'.it KUS". Toen Woutor na een lange reis weer in Holland kwam, trouwde hij Helena, maar het huwelijk was niet gelukkig, utij zag totftiitmud Dinc, hoorde onop houdelijk lit'ur stfi/i, en drie laren na Dina's dood f/ier/' lIi !?'/.'{/ f/efolterd door l/aar r/eicelcn, //'/(/' 1,-i'ciii/idr.iiit/. Ofl haar ster j bed bekende zij a Hes «on lutar muit, liein siiteekeu'l huur Ci'rgiJ/'ttiüIe ^che»/,en, /uuur liij stoute huar vun ;>r/r mei de iroofden: t II-'ces veri't'jek? ~'t.$tef!i)onrih.ü'.i', je z*'U ronddolen op d'' jileli ca.-t je ':,it>:daad. tot :a ceuiriyknd !'' " Dit gebeurde, volgens het door my gelezen geschrift, in Ao 1733, in de tweede helft van Juli. In de Singuliere Sa'ken e>i vreemde ver schijnsels binnen Amittldam" vindt men ver nield, dat in 1753, dus ongeveer twintig jaren later, in een huis, waar vroeger Htt verdoolde schaap uithing, spokery' plaats had, die degehcele stad in rep en roer bracht. Dat spoken hield twintig etmalen aan ; klagende geluiden, kermen, schreeuwen, deden zich dag en nacht Beproefden door J. EIGENHUIS, Amsterdam, H. W. J. Becht. Als we daar gaan schrijven van die weduwe Buizerd in het eerste van de vier vej halen , die in Eigenhuis' bundel zijn vervat , van die boerevrouw die alles rond zich nieuw z.iet wor den en begrijpt dat ze zelve oveibodig wordt, van die vrouw, die een halve dienstmeid wordt van haar eeii^en zoon, die gee» plaats voor haar inruimen wil als hij, eenmaal getrouwd, het huis van zijn moeder bewoont, dan zouden w« die vrouw een eenvoudige willen noemen En dat (.eenvoudige" -zouden we dan gaarLe schrijven met een groote e; dit dan ni«t ma*r zoo voor de arthtiekeriglieid, sooals de hteren en dames, die zoo nu en da» een bladzijde van de Giits met aaneengtrijmde trekbrokwojrden mojen vullen, waar omdat dit een bruikbaar tunstmwWeltje is, om aan te duiJeD, welke eea eerbiedig medelijden we gevoe'en voor zoo'n menaelije als die weduwe Buizerd, dit haar lot tocti zoo weinig hetft verdiend «n het mst zooveel gei»ten:ieid drsa^t. Het is werkthji. een mooie tc'iepp ng in Eigeniuio' schelp, die tot titel draagt »E?n huis niet met handen gemaakt." Het ia aan doenlijk door de klaarblijkelijke voorin fde waar mee de teer Eigenhuis dat irêtld van de weduwe heeft uitgewtrkt tot een stil, otbloidif, dood eenvoudig en alledaagsch drama'ije. L)j gescbiedenis van vrouw Buizerd is te simpel om niet gegnpen te zijn uit het lever." Zulke meiscben leven er bij tientalltn op het land en in de stad. Haar hardnekkige liefde voor baar zoon, die wat sukkelde met zij.u gezondheid gedurende zijn j >ag8 jaren en die ook stand hoiMit als hij geen bouffaLte met r noodig heeft ah bet een beetje waait en ook geen eitje behoeft 's ochtends bij zijn opstaan, is een psychologisch verujl>ijusel zoo waar en alle dag te bespeuren, als die andere, ook dcor E geLhuis in zijn Lovtlte aangttetfcende waarheid, dat uit zoo'u bedorvfn zoon vaak eeu ruw tir*n wordt vo r zijn moeder, die haar goede zorgen niet eens met een vriendelijk woord beloond ziet. O.n h«t drama'tje tot een einde te brenger, tad E genbuis nog een paar andere figurtn toudig : een tweede leeds vroeger getrouwde zoon en zijn viouv, die heel goed voor de weduwe zijn, een mei jf, die de ziektlijte Klaas tot echtgmoote kiest, en haar familie en een oude kt,tcht.. Met dat stelletje, speelt E)geiibuis_ het k'aar. Hij inoe&t ze ntbben, andtrs had'bij ze misschien wel achterwege gelater, want op lan n we maar zeggen, cp Wateikerksche map i r be handelt hij ze, de weduwe incluis, niet. Ue eenig'1, die in dien ziu wat relief krijgt is Arie Neus, de oude knecht van de weduwe Buizerd. Hij is een (yp?; hij springt wat i aar voren tussehen die novelle-mentchjep, die boe aardig ze hun rolletje ook spelen, toch in vergelijking met de typen, die Eigethais vroeger gnf( maar fattasietjes zijn zonder weerppiegeliLg van de werkelijkheid. We vinden het dan feitelijk ook a': de schets //Een huis niet met handen gebouwd" is heel mooi; een stuk werkelijkheid met zachte gevoel volle toontjes gtscbüderd maar tc'ieip'e vaa teekenirg, rake brokken realisme zitten er niet meer ir. Alleen Ntus is wel zio'n brokje frissche ware humor, ióó uit het platteland in de boeki u wereld giïnporteerd. Hst was een toartr. ffc'ijke eigensc'ap van Eigenhuis dat bij het eigenaardig do preven zonder sa-usj^ van novelle-dramatiek en ook tiet met de artistieke s-j°u van natuulii-me op de leestafel invlterde. Uit v»as feitelijk in onze joige literatuur ii geen jaren txp-otfd en in eik geval nooit in die mate gelukt Ea het gaf een gevoel van frischheid, weer eens wataidirs te digereeren te krijger, dan of novdlistische sentimenteele erf.ü3iojes, of naturalistisch woordengesputter, waarbij -als van jodenlijjes veel viezigheid meekwam. We moeten echter tot onzen spijt bekennen «iiniiiiiiiiiiiiniiiiinHiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiimiii imiir.ii hooren de schout en de dienders d^den alles wat zij konden, klommen op de daken en onderzochten alle belendingen, echter zonder eenig gevolg. Er werd niets ontdekt, evenmin in Ao 1653, dus honderd jaren later, toen het, toevallig ook in de tweetle helft van Juli, op diezelfde plaats op <ie Zeedy'k" spookte. Het schijnt wel alsof dat spook toen voor goed zyn afscheid genomen heeft, want sedert is er niets meer van veröomen en meteenigen grond kan men aar nemen dat he\ wanneer het een spook is dat met zyn ty'd mtcgaat, begrijpt dat met de hedendaagsche jihonographen en gratnophoEen niet te coccurreeren is. Tegenwoordig kan men met minder moeite en met meer kani van slagen zyn evennaaste de stuipen op het hj jagen, door op een gramophoon ebonietplaten met griezelige geluiden, dreigementen of vervloekingen te zetten. In het jaar 1853, to3n het spook op den Zeedijk, zooah LU blijir, zijn a'scheidsvoorstellingen gaf, inspireerde het zelfs een anonyrn dichter. Ik vond in het archief ten minste een gedicht, waarvan ik hier om de rariteit eenige coupletten inlasch. Dicht stuk. HET SPOOK, (hetwelk gondtr ptrmime te Amsterdam in een kaaswinkcl op de Zeedijk is komen wonen). Een schobbejak al van een duivel Schold zijnen heer, Voor deugniet, zwy'i'jak, menschenkluiyer En nog veel meer. De Helvorst moede van dit woe.'en Pakt' hem niet teer, En smeet hem uit de Helscho poelen Op aarde neer- . Hy kwam ter neder opgeMazep, Eer dood gtly'k, Op Leidtche, Eiammer en andere kazen Op den Zeedijk, Daar ligt hij als een beefct te kermen En zucht en steun^, Daar duizend harten zich ontfermen Elk met hem wfent. Doch hoe man kijkt en voelt en luister', Men ziet hem niet. Nocb. by het licht, noch in het duister O ! G.-oot verdriet ! Dan volgen een aantal coupletten die de spokerij beschrrjven en die ik das gevoegelijk weg kan laten. Het slotverre is echter wel aardig, het luidt : In de courant, van daag or morgen Leest men vast weer : 'k Bsdank 't publiek voor al zijn zorgen Ka spook niet meer ! (Worit vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl