Historisch Archief 1877-1940
Ho. 1333
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
maken voor het op pag. 7 gememoreerde
waar 't heet dat het «Centraalbureau voor
Sociale Adviezen" den auteur meedeelde
dat de laatste rechterlijke uitspraak waarbij
de artikelen 1037?'39 B. W. niet van toe
passing kwamen op handelsbedienden, da
teerde van Amsterdam 4 Oct. 1883 en de
laatste in bevestigenden zin van
Heerenveea 15 December 1893. Dit is nu niet
gelreel en al juist. Heeft het Centr.- Bureau
v. S. A. verkeerd geadviseerd of is zijn
advies verkeerd begrepen ?
Zoo vind ik dat Hand' Isreizigers niet
vallen onder het begrip dienst- of werk
lieden, uitgemaakt bij: Hof' Arnhem 3
Febr. 188G W. 5280 Kgr. Groenlo 13
Aug. 1888. Maandbl. Deurw. V, 8.
Op Boekhouders zijn de bepalingen om
trent dienst- en werkboden niet
toepaseeHik, volgens Amsterdam 3 April 1885 W.
5280 en Rotterdam 14Nov.'85 IF, 5231. en,
ofschoon in 't bovengemeld vonnis van
Heerenveen de notarisklerken tot werklie
den en diermtboden werden gestempeld,
aangaande de kantoorbedienden rs
dejurispf uctentie al sinds 1863 (W. 2514) viij
conBtant «n gunstig.
.Ben kantoorbediende bij ienmrd die »iu
agenturen" deed is een hacdelsbediendeen
jreen dienstbode in den zin van art. 1G37
E. W. Amsterdam 9 Febr. '93 - W. 6399
, gelijkluidend Almelo 16 Oct. 1895, W.
C728.
Waar uit het advies van meergemeld
Bareau de auteur de corclusie trok dat in
het algemeen ziin stand onder de artikelen
1G37 vlg. B. W. viel, meerde ik even op
?de onjuistheid der premisse te moeten wijzen.
De «chiijver Vraagt zich af »wat is de
beteekenis van onzen stiijd ?"' en welke
middelen leiden tot zijce oplossing?
Welke strijd ? waren wij geneigd te vra
gen, icdien niet uit den verderen inhoud
van. 't boekske bltek dat de auteur bedoelde
'n strijd tot betere sociale positie. Voor
't antwoord op de eerste vraag acht hij 't
noodig ca te gaan jfelke de huidige sociale
toöstand is der handels- en kantoorbe
dienden. Die vraag wordt evenwel niet
beantwoord. Eren wordt er op gewezen dat
de bedienden, nagenoeg orgeorganiseerd,
geen kracht kunn«n ontwikkelen, waar
alierwege verwan ing heerscbt en geen
eenheid van program bestaat, terwijl
icgeling van den rechtstoestand der
handels«n kantoorbediecden de gewichtige factor
wordt genoemd om verbetering in hun
sociale positie te brengen.
Dit zonder nadere argumentatie.
De nadenkende lezer bJijf't staan voorde
vraag: Moet de wetgever verbetering bren
gen in hun scciale positie en daarmee de
»rerwarrJng" ordenen of wil de schrijver
'n bewutt geworden, georganiseerde
»handelsetand" doen streven naar wettelijke
regeling van zijnen toestand ?
? Een kijkje wordt genomen in 't pover
arsenaal van Nederlands arbeidsrecht, ge
noeg om de conclusie te wettigen dat de
belangen van de kantoorbedienden (van
welke bedienden of arbeiders niet?) in ons
Burgerlijk Wetboek schromelijk zijn ver
waarloosd.
Maar kan het anders ? vraagt schrijver.
Kan het anders bij ons gemis aan orga
nisatie ? En dan wijst hij er op wat
Duitechteud, met een zeer krachtige organisatie,
verkregen heeft. W«l is waardoen enkele
feiten bij mij 't vermoeden oprijzen dat de
schr. de D-wetten zelf niet heeft gelezen,
althans niet in 't oorspronkeiijke, immers :
hier en daar wordt gesproten van »de"
Duitsche wet en de D. wetgeving, een vage
aar duiding voor 't doolhof van artikelen en
paragrafen, -wordt op p. 8 gezegd dat naar
D. recht als h*ride]6b(dier.de ieder wordt
erkend, dte tegen genot van salaris
*anSpookhuizen Ie Amsterdam,
DOOR
JUjTÜS VAN MAÜRIK.
Er is te Amsterdam, vooral in vroeger jaren,
altijd veel liefhebberij toor tpoken en spook
huizen geweest; bijna in kdfr stadsgedeelte
vond men i of meer huizen, waaraan de
volksmoi d zei dat het er niet pluis was" en
dat bygevolg door de buurt gemeden werd of
waarvoor de menschen nu en dan te hoop"
liepen.
In 't jaar 1853 o. a was te Amsterdam op den
Zeed^k 's avonds en gedurende een groot ge
deelte van den r acht, verscheiden maanden
lanp, een menigte menschen op de straat om
het tpook te hoeren, dat in een huis links, van
de Nieuwmarkt gerekend, rumoerde Volgens
een geschrift uit die dagen berustende in het
Sted Jijk Archief, alhier, *
,/icas er vcorld-ttrend veel tolk op de been; dui
zenden stroom/Jen naar den Zeedijk, tfc'chtten
iets Ie, zien of Ie hooren van hel spook dut in
een /tuis, waarin 2 gezinnen l/oven elkand'-r
woonden en beneden een koiiieneisch winkel
gehouden werd, spektakelmt'vlte. Et>-niemand
zag iets; er va s groot gedrang, meer hiel en
sotiix we'ren twintig liolüeayeulen i/oodig or/i
de orde Ie bewaren. Tol laat in den nat-lil,
dikwijls lot in den morgenstond, wat de Zee
dijk propvol",
Niemand voer er beter bij dan de kroeg
houders, schaftkelders en wijnhuizen, die d-n
goheelen nacht door klandisie hadden. Ook de
zakkei rollers beleefden in dat jaar een gulden
tijd en... zegt het bericht verder:
H Wat was er? feitelijk niets ! Alleen vernam
men r,u en dan een klagend geluid, sterk ge
noeg i m op eenigen aj'stunelle worden gehoord.
V H^as alsof een smartelijke stem door een
8chee[,sroepf!r schreeuwde".
De politie deed met loffelijken ijver overal
in de huizen onderzoek, klom zelfs op daken
en tchoorsteeneD, keek spiedend rond in
snijingen en sloppen, zette posten nit en wachters,
maar zonder gevolg. Het spook bleef jammeren
en Echreeuwen, tot dat het er plotseling zelf
genoeg van kreeg en zonder afrcbeidneraen
vertrok, de bewoners van den Zeed\jk, die in hun
winkels drukke r. ei ing gehad hadden van de
kijkers, diep bedroefd en verslagen achterlatend.
De schrijver van het stuk, dat ik in het
archief vond, verhaalt verder, dat hij op den
Zeedy'k die spookbistorie bijwonend, zich
herinnerde, t'nuis in een boeken kist op zo!der,
eenmaal een zeer oud tandschrift te hebben
gezien, waarin hem dtsty'ds bij 't vluchtig
doorbladeren een stukje opgevallen was,
getigesteld is tot het presteeren van
koopmansdiensten, terwijl 59 H. G. B. aanvangt
met de (hier vergeten) woorden W er in
einem Ilandelsyewerbe.. ? enz. Zoo zegt
de schr. dat bij gebreke van plaatselijk
gebruik werden toegepast de voor die
dienstverrichting over het algenteeu Qeldtnde
bepalingen, waar 't zelfde artikel spreekt
van die den Umstanden noch angemessenen
Leistungen en zoek ik vergeefs het wets
artikel waarbij (pag. 10) de handels bediende
zich niet kan onttrekken aan de zooge
naamde «overuren" indien gewichtige of
dringende zaken dit vereischen.
Dd Fchrijyer, alle andere wetgevingen
links latend liggen, behandelt achtereen
volgens de Duitsche wetgeving ontrent
salaris en werkkring (wat niet geheel
tynoniem is met Umfang seiner
Dienstleistungen), lokalileilen en arbeidutijd, verze
kering tegen ziekte, ongelukken, inealidileit
en ouderdom. ouderdoinspensioen, bèta
lingstermijn van lut salaris, provisiebeta
ling, termijn van opzegging, getuig
schrift, maatregelen tol het tegengaan van
eene ' beperking der concnrrentierryheid,_
het pre/erent zijn der salarissen bij failliste
ment en de proeftijd regeling.
Wat het salaris betreft wil tchr. een
zeker minimumsalaris toegekend zien aan
boekhouders en correspondenten in 't bezit
van eene akte.
Erkent echter de onhoudbaarheid eener
dergelijke wetsbepaling zoolang de orga
nisatie zelf die niet kan handhaver, laat
zich verleiden tot 'n uitspraak elat de wet
geving niets anders te duen heeft dan het
zegel te hechten aan het werk dat door de
organisatie dient voorbereid te zijn, wat
met het voorafgaande niet wel te rijmen
is * en wraakt het als unfaireconcwrer.tie
dat ambtenaren, vooral gepensioneerde,
bijwerk zoeken als kantoorbediende. Daar
over kan ook anders worden gedacht.
In zijn criliek is de echr. niet steeds
gelukkig. De bepalirgen van 74 en 75
H. G, J3. worden door hem afgekeurd,
waaiin Duiischland onder zekere reserves
toestaat dat den bediende gedurende eeni
gen tijd na zijn ontslag contractueel be
perkt wordt in zijn bedrijf'.
De toelating dezer beperking wraakt hij
op grond dat daaruit geschillen kunren
voortkomen, waar de wet deze bepalingen
den bediende slechts in zoover laat binden
als deze geen onbillijke bemoeilijking (vol
gens schr.: onbillijke hinde) paal) voor zijn
vooruiikomen in de wereld is.
'k Geloof niet dat de Duiteche jurispru
dentie in aibeidsaangelegenheden blijk
heeft gegeven niet «practiseh ' te zijn.
En zelfs al zou de grens moeilijk zijn te
trekken, kan ik me niet voorstellen waar
om dit artikel zi,o uiterst gefchikt om
ondeikruiperij door ontslagen bedienden te
«eren uit den booze is. Men bedenke
\\èl dat nu elke reiziger terstond na ont
slag, zijn oude firma kan concurreeren of
in den gror.d boren door naar concurrenten
over te looper-, of zijn oude firma de agen
turen enz. afhandig te maken.
Aan dea anderen karn kimt 'tookvcor
dat technici door hun eigen onderneming
worden aan den dijk gezet, nadat hun ge
heim e.f vaardigheid door handlai gers van
aandeelhouders e. d. g. is afgezien.
Voor patroon en werkman ware 't dik
werf' zeer gelukkig indien de regel mee
bracht eenigszins beperkte
concurrentievrijheid na't einde van eenig arbeidtcontract.
Hierna woidt de vraag behandeld of de
handelsbediecde moet streven naar eene
speciale regeling van zijn contract, dan
wel naar eene algemeene, alle arbeiders
omvattende regeling.
Schr. wer scht het eerste om, de bijzondere
toestanden welke geboren worden uit de
*tiiiittitmtmuiiiitttiiiitti<niittiiiiiimit<nittlinHniniiiiiinliiiiitlinin
teld: De historie van het spook op de Z:edijk,
wel een bewijs dat er vroeger op deu Zeedyk
reeds rare dingen gebeurden. Hij ging naar
huis, zccht de kist op en vond werkelijk nog
het oude m»r,usc:ipt, waaruit hij dai een ge
deelte laat volger;. Hy schryft:
lul is zeer eenvoudig in acliltiende-efvtcsehe
spelling geschreriin en getiteld: Su guliere
zakeu en vreemde verschiJLsels bh nen
Atnsterdsm in di u Jare 1733. Fermoeilelijk is
liet afkomstig vu n een oudoom van i/iij, een
bonkccrkooper, vieux loedel ik beredderde, na
zij/i oi-erlijden. Ik rond het ten minste bij het
inpakken Kun IcoJ/'ers met hoeken ronr de
verlioojiing bestemt/; Knartchijnlijk in hel voorheen
door iemand bij mijn oom gebracht om hel uit
Ie gccen en olijf en liggen. Iloeicel verbleekt en
geel geteerden ifiis hel toe h >.og goed leesbaar".
Om hier het geheele verhaal als citaat af
te drukken zou te veel ruimte vorderen en
nitt tangena&m zijn voor den lezer, want het
is zeer breedsprakig geschreven en langdradig;
ik geef daarom tlechts den zakelijken inhoud
ervan.
Er woonde te Amsterdam op den Zeedy'k
by de Meuwmarkt in het huis Ikt verdoolde
ichaap" een zekere Gerbards, algemeen bekend
eri geacht om zijn eeriijk en braaf karakter.
Hij was leerlooier en dreef handel in
buirenlandsene huiden (Ir. oude stukken van het
Lierlooiersgild wordt hij als overman genoemd).
Zy'n vrouw stierf vroeg en liet hem twee
dochters na, Helena eri Dii a.
Gdibardf, hoewel betrekkelijk nog jong en
dikwyls in de gelegenheid otn een nieuw en
goed huwelijk te doen, bleef echter ongetrouwd,
omdat hij zijn dccliters geen stiefmoeder wilde
geven.
Hij hield veel van beide kirdt-ren, maar zijn
hart hing 't meest aan Dica, de jorg^te, teerste
en zachtzinnigste. Hslena was buitengewoon
mooi en telde haar aanbidders bij dozynen.
Toch trouwde zij niet, want:
tde jonkmans waren bevreesd voor kaar
kartstocltlrlij/c, juloerseh g et Ie l en haar drij/ifje
luidruehtiykeid.
n Dina ranker, bleeker en z«eliler, schee-i
een blanke lelie naast feu nol ont!Auei'!e, roode
rcti.1. Uelenu u-as hcefsehzuchlic/, iqicliegend en
zetj'ztichtig in hooge mate; Dina daarentegen
liefderijk run inborst mei meer aungebi.rcn
li"/ïalligheid, gezond verstand en
yeealbeschawi'j !"
Toch konden beide zusters het vlij goed
samen vinden, totdat een zekere Wouter, een
verre neef vati moederszijde, zijn opwachting
kwam naken in den huize Gerhards. Hij trof
alleen Dina aan, want Helena logeer ie juist te
Deventer bij een rijke en vroolijk levende
erftat.te. Wouter, achtentwintig jaar, stuurman,
flink, rond, trouwhart:g en Dins, twintig jaar,
een beelje sen timen teel, onschuldig aanbelig en
meegaande van aard 't kon niet anders of
die twee moesten emoorlijk" op elkander wor
den - genoeg, een heimelijke vet keer'incj."
verhouding UiBEchen principaal en
handelsbedieLde, het bestaan van eenbepaald
wetboek van koophandel en het hebben
van een grooteren waarborg dat de ver
houding tegenover den werkgever voor zijn
stand behoorlijk geregeld wordt bij afzon
derlijke wet.
Geen dezer argumenten acht ik gelukkig
gekozen. Althans afgezien van dogmati
sche kwesties kan ik mij absoluut L iet
voorstellen hoe kantoorbedienden te klagen
/ouden hebben, indien mét hen, ook de
andere arbeiders 'n betere wettelijke positie
zouden mogen innemen. Wat er voor
bijzor.ders is in de ^verhouding tusschen
principaal en handelsbediei.de" wordt door
schr. niet gezegd. Ik w;et het niet. En
dat 'n afzonderlijk wetboek van koophandel
(nog) bestaat, is nu geen reden om aan
dezen ouden kikvorsch (om'n oneerbiedige
vergfclijkirjg te beziger) een nieuwe poot
te laten groeien.
Ten ware de handelsbedienden gesteld
zijn op den naam van "koopman" of hun
hervormingen wilden laten wachten tot
tijd en wijle het oude besije van 1838
met Duit.gchen rutdecijn een
verjoEgingskuur onderga...
Eindelijk na even te hebhen
aargestipt wat hij van 't tegenwoordig ministerie
verwachten kan de (uit geen der pre
missen volgende) conclusie dat eene regeling
van den rechtstoestand der handels- en
kantoorbedienden eene eeiste voorwaarde
is ter vérkrijgirg van bf.tere
arbeidscondities. en 'n naschrift.
Blijft de vraag : als de wet slechts heeft
te sanctipneeren wat de organisatie heeft
voorbereid p. 910) waai om dan aan
dringen op de wetieJijke rfgelirg?
Mij dunkt dat 't antwoord hierin te zoe
ken is.
In 't algemeen komt de wetgever hirkend
achteraan en ear.ctioneert of gtrtrdiseert
bestaande toestander!.
De werkelijke veibt tering der toestar den
zal dus in handen zijn van cerie organi
satie, krachtig geroeg omen haar wil door
te zetten, n invloed te oefenen op't
rechtsbewustzijn der regeerders.
De handels en kantoorbedienden missen
deze organisatie en die t)£cht.
Deels uit laksheid, deels uit dubbelheid
van hunrjen toestand.
Vooreerst kan 't kla?sebelang niet bij
zonder bij hen ontwikkeld zijn, daar de
bedienden 'n tueechendirg vormen luetchen
arbeider en bourgeois.
Een nitt onaanzienlijk deel hurner be
staat daarenboven uit aanstaande patroons
of' agenten, hun gedachten kunnen zich
dus niet cor centreeren op 't heden, dcch
zijn meest gericht op de toekomst.
De voorwaarde voor organisatie, i'nhcid
van belangen, ontbreekt. Dit wordt (intb'üief)
tevoeld. Vandaar het eene cog op versier
ing der organisatie 't andere e>p hulp van
de werkgever gericht.
Indien ik de voorfpellirg mag wagen,
dan zal bij 't behandelen van 't arbeids
contract niet gedacht, worden aan'n
afzoneierlijke regleiuemtering van den
handelsstand maar als de zaken der »heeren"
worden behandeld bij een mogelijke her
ziening van ons Wetboek van Koophandel
zal er voor de employés e;en kluifje over
schieten. Tenzij hun klassebewubtzijn dan
ontwaakt zij ...
't Boekske van den heer Rubens,
oftchoon in kantoorstijl geschreven, laat
zich goed lezen en houdt den tniphyé}
waarschuwend onder de oogen hoeveel hun
nog ontbreekt. Zijn rede uit te geven
was 'n goede gedachte van den auteur.
A m s t., Oct. 1902. JSIDOKE HEN.
cqLtTTdlEff
Helena bleef langer tój haar bloedverwant
dan zy aanvankelijk bedoelde, en daardoor
kwam het dat Wouter, toen zy terug kwam,
reeds weer ver! rokken was. Dina beker.de
dadelyk argeloos haar liefde voor Wouter aaa haar
zuster, Hjlena's jaloezie ontwaakte, m&ar zij
toonde die niet. In zich zelf echter besloot zrj
haar zuster di n knappen jorgen zeeman at han
dig te maken. Een reis naar Batavia en
Sotrabaia duurde in die dagen vrij wat langer
dan nu een reis om de wereld en Dira "zat
giduldig al die maanden lang te wachten op
haar Wouter, zich kinderlijk verheugeLd, telkets_,
als er een brief van hem kwam.
Eindelyk kwam er bericht dat hij weer in
'eland was en binnen eenige dagen te
Aas>terdaui hoopte te zyn. Helena, die den britt bij
toeval in handen kreeg, hiel J dien iii haar
bezj; en wist Dina ie \erwij:leren; zij wilde
Wi-uter, van wien zy zooveel gehoord had,
ontmoeten en ... zij kende de kracht van haar
schoondbeU ! En zóó geschiedde het. De j irga
zeeman kwam te Amsterdam, zag Helena on
was eer hij er om dacht in de ttrikiten dtr
volleerde ccquette verward.
.Plotseling sloeg zy'r, luiis over op de mooie
bloedrijie bartstochtejijke Helera, die hom «iet
haar dor.kere, vurige oogen zoo uitdagend en
verleidelijk aar zag.
Spoedig waren Wouter en Ilelena het eens
zy zongen het oude liedje dat altijd nieuw
blrjft. Toch kon Wouter niet besluiten om zijn
verloving met Dina ZOD plotsölii.g at te breken
want bij wist, by voelde, dat het mei-ja met
heel haar zitl aan hêin hing. Mistcbien ook
begreep hij dat vooi1 een huweïijk de kalme,
zachtzi! rd^e Dina beter geschikt was dan du
opbruisende Helena. Hij bletïdus aan Diria
schrijven, maar vertrok onder een voorwendsel
zonder haar te hebben gezien en Ileleoa had
al baar krachten ingespannen, om te rorgen
dat Wouter haar zuster niet rceer ontmoette.
H De :ee/ti{'i! tett/'u/i', maar :i-j/i har l i!*fis
'hiel geruit, hij KUS xonilief e/i droej'ijeesliy
(,esli?id".
Daarna stierf de oude Geihards, dio van Dina's
heimelijke verloving onkundig was gebleven.
Aan zijn sterf brd deed hij zijn dochters bij zich
komen, lei Dina's hand in die van Iltlena en
liet haar bslover, dat zij
/,al/ij'l als ten miieIer covr //nar jn,ijere
:«*ltr ;or;/eii zou'.
Toen sprak hij aL'ün met de oudste en zei:
////? heb zoo oud als ik ben nog sr/ie/-/,e
/''/«/en ei' ik ?iff del /iet tittsc/ten ll'ciuler ca
?a nu t riehlig is --- !r»uw zuo spoei/if/ mogelijk
en denk uan je belofte".
Helena beloofde alles wat hij wilde en de
oude ruan stierf gerustgesteld.
i/Kiin pooK tii'er /cieon door een loecal i/lles
ji'otseliny uit, de zneliizinnii/e llina
sto'i/'eensnli/ii-s ia tcoede (>j>. rircrlctttlde huar zuster niet
fc/ier/ie verwijlen en rol<jde haar schreiend en
Ui'/feaif, t',en ;>j :<aar beneden in hel onderhui$
giert. Daar KI/S ceii dein', ieegang gevend lot
In d« kracht van zrjn leren o rerleed te Am
sterdam den -Hen Januari de kunstschilder
George Jan Hendrik Pogg-etbesk.
Zal zy'n heengaan in d«n kring ayner vrien
den diep worden gevoeld, met riet minder
weemoed zal ver daarbuiten door allen, die zijn
werk kerden, waardeerden en liefhadden, de
trjding van zrjn dood worden vernomen.
De eigenschappen, dre hij als mensen bezat,
beminnelijke «envoud en fiji gayoel, wist nrj,
eerlek werker, die hij wae, in hooge mate aan
zyn kunst mede te deelen en daaraan een
tyoopathi« te verzekeren, dre «on weinig kun
stenaars zoo onverdeeld is te beurt gevallen.
Pjggenbeek heeft den greoten bloei t y d van
de Haagsche sctnlderscheol in zgn beste jaren
meegemaakt. Baanbreker of toongeler is b\j
rooit geweest, maar zeer nauw sloot zrjn wsrk
zich aan brj dat van hen, die Hollands glorie
van dez«n tijd geweest zrjn. Met hen behoorde
by' tot de begetadigden, wier liefde en ver
eering voor de natuur zoo sterk en gestadig
zyn geweest, dat die, als een onverbroken
draad, door al hun werk loopen en iedere
uitirg iets verkondt van het groote genot der
eigen aanschouwing.
Er zijn schilders geweest, die Hollands
grootheid machtiger hebben weergege/en en
onder de jongeren zyn er, die verder door
dringen, dieper ontleden, maar geen is er, die
de vredige p jëzie van het Hoilandsche land
schap aandoenlijker heeft weergpgeven dan
Poggerbeek. Zyn kracht vond hij niet in
groote, opzienbarende werken, ceer, zrjn
bctetkenis ligt in die reeka van kleine, intieme
schilderij jes en niet minder in zrjn cquarellen.
Hy vond, ver van het gewoel der steden, zyn
rustige plek j as in poldrr- en moerasland; daar
ontdekte by de slooikanijes met doezelende
eendjes, zijn boomgaarden met soezende kalfjes,
wilgenlaanijes, stille plassen en turflmdj's.
Maar aan die heel gewone onderwerpen
wisten* zyn fijne beschaafdheid en zeldzaam
kiesche smaak een bekoring en een cachet
van voornaamheid te geven, die wij eveneens
terugvinden bij de besten der oude Hollan
der?, waar die de meest alledaagsche dingen
of voorstellingen schilderden. Poggenbeek ook
beschikt over die rustige toonverhouding, die
wel overwogen krachtverdeeling, die by den
eersten aanblik van het werk direkt zrjn wel
dadige werking doet gevoelen
En juist die degelyke eigenschappen van
zijn hunst, zoo wars van alle vertooning en
proi kzncht hebben gemaakt, dat hij by' zyn
kunstbroeders in zoo hoog aanzien stond, een
aanzien waaraan zyn bekendheid by het groote
publiek niet geëvenredigd was.
Vooral de Miatscbappy' »\rti et Atnicitiae"
zal veel aan hem verliezen ; niet alleen ia bij
herhaalde malen een yverig bestuurslid geweest,
maar tevens was by een trouwe comparant op
haar teEtoorstellingen, waar zijn werk door
gaans tot het aller bts'.e behoorde, wat daar te
zien was.
Pugger.beek heeft een bescheidene, doch zeer
waardige plaats in de kunst ingenomen en de
voorspelling is, durkt mij, niet gewaagd, dat
zy'n werk die plaats in de toekomst zal blijven
behouder.
J. W. N.
een i/iep geiei ff, waarin vroeger looik-uipen en
gereedschiif'pen xlonden c» in rorige jaren ten
geldu isscliiar zipi ijzeren luiten had bewaard;
iiCiOit kicani datir iemand in. Kenskliips opende
Jlelena die dritf en atonlte onverhoeds huar
taster nimf beneden in t/c donkere
keldefruimle. Htieasfeluos bleef hit u r me meisje
daar !igfjeii\
Nu volgt in het oorFprookelijke, een omstandig
relaas van difn rnoordaar.slag, hoe Dira raar
beneden vit), hoe Heiera angstig luisterde of
ook iemand hsur bespied hai, van alles wat
Dira in dat gewelf uitstond en van 't geen
Helena wel dacht enz. gewone
leetbibliotheek-kost de ik liever maar niet weer
opschep.
Dan gaat het verhaal voort :
, Kt-niye dur/en la 'er diialtle Ifelwt i,iel een
hctit ii' het ffntclj' t!j' om ztck te orertttif/en
iij' Dhin iniy lee/'/e. Zij in,t'l huur rut-r/uos
?inlyet/reLt op den gron'l lit/yen. Hoi/dunk
.:>> /v fii/o /.r' z<'t. ,v i// ziehïelve, i^nar
/,lol^t'lintl cï^<'linltte z'n hei;i?,\ cttt/t Di/nt Inej'
het lir.nf:/ n p i'H Ati/ malde: ,ïk lie.h dorst,
ti'>i'ït!' /A; lii>iii'.i/driinïende terxe/ie IKC/I
hrui-ht de /i('icii^telni':e //ij, e» /'"-,/x/i:lnj,s bei/on
:ij l'ii'lkech run hul/i Ie mtyji'/i."
DJZI; noodkreti n brachten Ilelena tot het
uiterate.
,,Becree*il dut de bure/i it lx nirelilen hfioren
en <tl/t>.:< li"(ir wi*</<i(id ohidtl(he,i, nt'in z'n
ecu :i'.'t/!/r tt'k /iout e/i s/uey l)üi-:i ttinirmede
O/) ll.'l /?; :?:/.
i/.\'ny i'i'ii?in l l.ir/iM hel urme kiml bij ca
)?><'/: sterf- ml, lle!i'K,i iri,r*l I/K t bloedefiye
oni/i-n ucii',ii.'iidc: Mf>ord<'i<titir*ler, je :uil
nfjtjit ruxl /ttl/icK, /lot'it.''"
Hoe Helena hit ly'k van haar zuster wist te
verwijderen, meldt de historie nut, Vièldathet
haar gelukte
/,/,?!?{ Ie doe» voorkomen alsof J)i»/i
plotseli/iy ui'n "''/i hurtziekie f/ixion:'.it KUS".
Toen Woutor na een lange reis weer in
Holland kwam, trouwde hij Helena, maar het
huwelijk was niet gelukkig,
utij zag totftiitmud Dinc, hoorde onop
houdelijk lit'ur stfi/i, en drie laren na Dina's
dood f/ier/' lIi !?'/.'{/ f/efolterd door l/aar
r/eicelcn, //'/(/' 1,-i'ciii/idr.iiit/. Ofl haar ster j bed
bekende zij a Hes «on lutar muit, liein siiteekeu'l
huur Ci'rgiJ/'ttiüIe ^che»/,en, /uuur liij stoute
huar vun ;>r/r mei de iroofden: t II-'ces
veri't'jek? ~'t.$tef!i)onrih.ü'.i', je z*'U ronddolen op
d'' jileli ca.-t je ':,it>:daad. tot :a ceuiriyknd !'' "
Dit gebeurde, volgens het door my gelezen
geschrift, in Ao 1733, in de tweede helft van
Juli.
In de Singuliere Sa'ken e>i vreemde ver
schijnsels binnen Amittldam" vindt men ver
nield, dat in 1753, dus ongeveer twintig jaren
later, in een huis, waar vroeger Htt verdoolde
schaap uithing, spokery' plaats had, die
degehcele stad in rep en roer bracht. Dat spoken
hield twintig etmalen aan ; klagende geluiden,
kermen, schreeuwen, deden zich dag en nacht
Beproefden door J. EIGENHUIS, Amsterdam,
H. W. J. Becht.
Als we daar gaan schrijven van die weduwe
Buizerd in het eerste van de vier vej halen ,
die in Eigenhuis' bundel zijn vervat , van die
boerevrouw die alles rond zich nieuw z.iet wor
den en begrijpt dat ze zelve oveibodig wordt,
van die vrouw, die een halve dienstmeid wordt
van haar eeii^en zoon, die gee» plaats voor
haar inruimen wil als hij, eenmaal getrouwd,
het huis van zijn moeder bewoont, dan zouden
w« die vrouw een eenvoudige willen noemen
En dat (.eenvoudige" -zouden we dan gaarLe
schrijven met een groote e; dit dan ni«t ma*r
zoo voor de arthtiekeriglieid, sooals de hteren
en dames, die zoo nu en da» een bladzijde
van de Giits met aaneengtrijmde trekbrokwojrden
mojen vullen, waar omdat dit een bruikbaar
tunstmwWeltje is, om aan te duiJeD, welke eea
eerbiedig medelijden we gevoe'en voor zoo'n
menaelije als die weduwe Buizerd, dit haar
lot tocti zoo weinig hetft verdiend «n het mst
zooveel gei»ten:ieid drsa^t.
Het is werkthji. een mooie tc'iepp ng in
Eigeniuio' schelp, die tot titel draagt »E?n
huis niet met handen gemaakt." Het ia aan
doenlijk door de klaarblijkelijke voorin fde waar
mee de teer Eigenhuis dat irêtld van de weduwe
heeft uitgewtrkt tot een stil, otbloidif, dood
eenvoudig en alledaagsch drama'ije. L)j
gescbiedenis van vrouw Buizerd is te simpel om
niet gegnpen te zijn uit het lever." Zulke
meiscben leven er bij tientalltn op het land
en in de stad.
Haar hardnekkige liefde voor baar zoon, die
wat sukkelde met zij.u gezondheid gedurende
zijn j >ag8 jaren en die ook stand hoiMit als hij
geen bouffaLte met r noodig heeft ah bet een
beetje waait en ook geen eitje behoeft 's ochtends
bij zijn opstaan, is een psychologisch verujl>ijusel
zoo waar en alle dag te bespeuren, als die
andere, ook dcor E geLhuis in zijn Lovtlte
aangttetfcende waarheid, dat uit zoo'u bedorvfn
zoon vaak eeu ruw tir*n wordt vo r zijn
moeder, die haar goede zorgen niet eens met
een vriendelijk woord beloond ziet. O.n h«t
drama'tje tot een einde te brenger, tad E
genbuis nog een paar andere figurtn toudig : een
tweede leeds vroeger getrouwde zoon en zijn
viouv, die heel goed voor de weduwe zijn, een
mei jf, die de ziektlijte Klaas tot echtgmoote
kiest, en haar familie en een oude kt,tcht.. Met
dat stelletje, speelt E)geiibuis_ het k'aar. Hij
inoe&t ze ntbben, andtrs had'bij ze misschien
wel achterwege gelater, want op lan n we
maar zeggen, cp Wateikerksche map i r be
handelt hij ze, de weduwe incluis, niet. Ue
eenig'1, die in dien ziu wat relief krijgt is Arie
Neus, de oude knecht van de weduwe Buizerd.
Hij is een (yp?; hij springt wat i aar voren
tussehen die novelle-mentchjep, die boe aardig
ze hun rolletje ook spelen, toch in vergelijking
met de typen, die Eigethais vroeger gnf( maar
fattasietjes zijn zonder weerppiegeliLg van de
werkelijkheid.
We vinden het dan feitelijk ook a': de schets
//Een huis niet met handen gebouwd" is heel
mooi; een stuk werkelijkheid met zachte gevoel
volle toontjes gtscbüderd maar tc'ieip'e vaa
teekenirg, rake brokken realisme zitten er niet
meer ir. Alleen Ntus is wel zio'n brokje
frissche ware humor, ióó uit het platteland
in de boeki u wereld giïnporteerd.
Hst was een toartr. ffc'ijke eigensc'ap van
Eigenhuis dat bij het eigenaardig do preven
zonder sa-usj^ van novelle-dramatiek en ook tiet
met de artistieke s-j°u van natuulii-me op de
leestafel invlterde. Uit v»as feitelijk in onze
joige literatuur ii geen jaren txp-otfd en in
eik geval nooit in die mate gelukt Ea het gaf
een gevoel van frischheid, weer eens wataidirs
te digereeren te krijger, dan of novdlistische
sentimenteele erf.ü3iojes, of naturalistisch
woordengesputter, waarbij -als van jodenlijjes veel
viezigheid meekwam.
We moeten echter tot onzen spijt bekennen
«iiniiiiiiiiiiiiniiiiinHiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiimiii imiir.ii
hooren de schout en de dienders d^den alles
wat zij konden, klommen op de daken en
onderzochten alle belendingen, echter zonder
eenig gevolg.
Er werd niets ontdekt, evenmin in Ao 1653,
dus honderd jaren later, toen het, toevallig ook
in de tweetle helft van Juli, op diezelfde plaats
op <ie Zeedy'k" spookte.
Het schijnt wel alsof dat spook toen voor
goed zyn afscheid genomen heeft, want sedert
is er niets meer van veröomen en meteenigen
grond kan men aar nemen dat he\ wanneer het
een spook is dat met zyn ty'd mtcgaat, begrijpt
dat met de hedendaagsche jihonographen en
gratnophoEen niet te coccurreeren is.
Tegenwoordig kan men met minder moeite
en met meer kani van slagen zyn evennaaste
de stuipen op het hj jagen, door op een
gramophoon ebonietplaten met griezelige geluiden,
dreigementen of vervloekingen te zetten.
In het jaar 1853, to3n het spook op den
Zeedijk, zooah LU blijir, zijn
a'scheidsvoorstellingen gaf, inspireerde het zelfs een anonyrn
dichter. Ik vond in het archief ten minste een
gedicht, waarvan ik hier om de rariteit eenige
coupletten inlasch.
Dicht stuk.
HET SPOOK,
(hetwelk gondtr ptrmime te Amsterdam in een
kaaswinkcl op de Zeedijk is komen wonen).
Een schobbejak al van een duivel
Schold zijnen heer,
Voor deugniet, zwy'i'jak, menschenkluiyer
En nog veel meer.
De Helvorst moede van dit woe.'en
Pakt' hem niet teer,
En smeet hem uit de Helscho poelen
Op aarde neer- .
Hy kwam ter neder opgeMazep,
Eer dood gtly'k,
Op Leidtche, Eiammer en andere kazen
Op den Zeedijk,
Daar ligt hij als een beefct te kermen
En zucht en steun^,
Daar duizend harten zich ontfermen
Elk met hem wfent.
Doch hoe man kijkt en voelt en luister',
Men ziet hem niet.
Nocb. by het licht, noch in het duister
O ! G.-oot verdriet !
Dan volgen een aantal coupletten die de
spokerij beschrrjven en die ik das gevoegelijk
weg kan laten. Het slotverre is echter wel
aardig, het luidt :
In de courant, van daag or morgen
Leest men vast weer :
'k Bsdank 't publiek voor al zijn zorgen
Ka spook niet meer !
(Worit vervolgd).