De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 18 januari pagina 4

18 januari 1903 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1334 den we thans een 35'al rqnarellen van J. v. Oort, din daar nitmunraiid tot hiv recht komnn. De belangstelling van v. O >rt in de dieren wereld is van genoegzame hekendheH, maar op deze tentoonstelling kan m«n zi<-h eerst goed overtuigen met hoeveel liefde en to^w dirg hy zich aan de studie der liiarwi en hunne omgeving heeft gegeven, hoe grondig zijn kennis is van vorm en beweging er. hoe juist z\jn begrip van den aard en het wezen van elke diersoort. Gonstateeren we daarhy dat v. Oort is een handig en correct teekenaar, dat hij beschikt over een ryker palet en ongemeener kleurenzin dan de meeste teekenaars vat pro fessie eigen z\jn, terwjjl hij de goede gewoonte heeft geen stuk zjjn atelier te doen verlaten dat nist ten volle geaeheveerd is, dan behoeft het geen betoog dat by deze resultaten rau zjjn onvermoeid werken respectabele dingen te zien zijn. Hoewel alle stukken zonder onderscheid de sporen van de hierboven opgesomde deugden dragen, is zjjn werk niettemin van z«er ongeljjk gehalte «n zyn daarin drie vrij sterk van elkaar verschillende soorten te onderscheiden. Ten eerste geeft hy wat we eenvoudig die ren porti etten zouden kunnen noemen, vogels meestal, zooals we ze in Artis kunnen zien, minus tralies en kooi en hier op boomstam of rotsblok in de landschapomgeviiig waarin ze thuis behooren. De mlnitieuse behandeling tan dit soort werk dwingt eerbied af, maar kunstwerken, althans zulke, die als zoodanig kunren blijven boeien, z\jn het m. i. niet. Er is iets in de geduldige af werking iets watje kregel maakt; met mathema tische zekerheid en jjzige kalmte is veertje voor veer'j s geteekend en zelden verraadt de behande ling eenig.; aandoening of ontroering voor 't geen hy' maakte. En dat behoeft toch by correcte, zelfs stelselmatige afwerking niet, getuige bet werk der Japani.ers er Chinezen. En dat stuk ken, waarin de uiterste grens van uitvoerigheid is bereikt, toch kunnen tintelen van geest en laven bewyst Kv. het heerlyte stilleven van \Villem v Aelst met den dooden haan in 't Kijksmuseum. Uitgezonderd z\jn Filoeofan, een gevoelige frissche teekening waarin bij de hand wat meer vrijheid liet, zou ik dit deel van zijn werk liever dan als geëncadreerde aquarel, in een prachtwerk over dierkunde ontmoeten, waar de niet te miskennen goede eigenschappen beter naar waarde konden worden geschat. De tweede soort werk is die waaraan v. Oart zyn reputatie dankt. Want bekend en gewild zjjn zyn scèes uit de dierenwereld, waar hy zy'n beesten allerhande menschelyke verrich tingen laat uitvoeren, soms in 't koddige, soms in 't komisch-tragische, maar alty'd zóó, dat de dieren kleine menseden moeten verbeelden, waarby in de voorstelling der voor die dieren ongewone handelingen het pikante van de boertigheid gelegen is. Qjk dit deel vin zyn talent is belichaamd in aquarellen, die in uitvoerigheid en anatomische kennis niet onderdoen voor die der eerste soort, wat niet alty'd in het voordeel is van de dramatische kracht, die er pan moet uitgaan. De taak die hy zich hier stelt is ook niet licht; 't is gecnakke yker gteUig te zyn en een actie vol te houden in een luchtige krabbel dan in een serieus doorwerkte rquarel of teekening en ik betwijfel of b.v. Ober a ider voor dit dilemma gesteld, zyn suggestieve kracht zon behouden die uitgaat van zyn hoog-zotte scènes van mensch geworden beesten, dingen waa aan we hier riet moeten denken om het koddige in de vertoonirgen van v. Oort soms niet wat goedkoop en groi te vinden. Het zou ook ta bezien staan of, indien van Oort in dezen geest was blyren voortwerken, de kui.stenaar te langen leste niet was opgegaan in den bandigen maker van gewilde stukjes. 't Is dan ook verblijdend te constateer en dat v. Oort zich niet met het verkregen succes heeft tevreden gesteld, maar met ongewone wils kracht zyn garen heeft gebruikt om te komen tot hetgeen we als de derde soort van zyn werk willen aanduiden. In deze pquarellen als «Morgenbezoek'1, »Qele waterlelies", «Een gevaarlyk hapje" en nog een paar andere geeft hy zyn kikkers ongedresseerd, maar hy weet zich te verplaatsen in het Ie/en dier dieren en hunne omgevirg, die zoo intressant bly'kt als men de moeite van nader bekyken neemt. Hoe ryk aan sierlyke vormen ea verscheiden heid van kleuren zyn die dicht begroeide sloten, waar krenkelblaren statig dryven op het helderblauwe watervlak, pijlkruid, gele plompen en al l er hand grassen en riethalmen als een statig wond uit de mollige kroos dak ten op ry'zen; waar de slakkenhuizen kasteelen lyken en 't ritselen van een blad, 't voorby trippelen van een kever, het soemen van een vlieg of 't spartelen van een visch gebeurte nissen zyn, die alles in dit kleine wereldje in rep en roer kunnen brengen. Van Oort heeft dit «Hes me; veel innigheid gezien en weer gegeven en de vreugde om er zich in te leven deed zyn schildertalenten hier schitterend voor den dag komen. De lichtverdeeling is meestal heel gelukkig, de planten, wairnaar een kruid kundige zou kunnen detèrmineeren, zyn natuurlyk en los gebleven en passend in de omgeving. Bizonder gelukkig is bij in de weergave der bladen van de witte waterlelie, met de prachtige schakeeringen van groen naar bruin-rood. We hopen dat de toekomst nog veel van dit laatste soort werk te zien zal geven. J. W. N. MlllltlUltlHlKfJ W. KERREMANS, Wat iedereen van de Nedtrl. en Vlaamsche Letterkunde weten moet (Amst. Cohen Zonen).. Met hoeveel mér genoegen zou ik hebben voldaan aan 't verzoek van de redaktie om dit wertja te bespreken als het anders was uitgevallen! Stel u eens voor dat de heer Kerremans OES nauwkeurig te zeggen wist, wat men móé.-t weten van die bergen literatuur, opgestapeld in zeven eeuwen! Of dat de auteur een scherp getekende schets had gegeven, die deed be grijpen: toen was het zus, en later werd het, hierom of daarom, zó.... Neen. De heer Kerremans heeft op zulk een hoog doel niet gemikt. Hy heeft alleen maar weer een uittreksel willen maken van een paar uitvoeriger boeken. En daarby terloops gezegd wat volgens hem of anderen mooi" was en .prachtig", of wat te werschen overlaat." Hy onderscheidt ook rymelary van ware litte raire kunst" en is met de eisen bekend die een drama gesteld worden: eenheid van tijd, plaats en handeling." Op die esthetiese kennis laat de heer Kerre mans zich weinig voorstaan. Is men bet eens met hem, best; anders evengoed vrind. Want: over den smaak valt niet te redetwisten." Toch. was er smaak toe nodig om, volgens het plan van de schrgver, aan de corypheën" een betrek <elik grote plaats af te staan en twee regels, n, of geen, aan het grut Daar zgn i'.v. Jacq'ies Fe* k en Herman Gorter. Lantaarns zonder licht. Niet genoemd Albert V-rwey staat met n regel in de schaduw van L'iuise B. B. (twee regele) Emants isvoltens de maatstaf der corypheën" half zoveel waard als Bernard Canter. < >ntwapent de heer K hier de kritiek door zijn over de smaak.." enz., er is eenandere aanmerking op zijn boekje te maken. Het is namelilj zeer slordig bewerkt. Niet veel gewicht wil ik hechten aan het onjui-t noemen van titels: Beahkte Swaeniji aan de.n trap i. pi. v. tnp; Brieven van Curnelia Wildschut voor Jh'tone van Me j enz.; Fantasia voor FantiiMO; Puen Pautette voor Po en Paoletto; ]'J tiA. Vere; de Roman van Bernurd Bnandl; de Kiemereeniging van StcllenoAM, enz. enz. Ook niet aan auteursnaamsverba tering als: Ju eana de Lonnoy ; J F. van Ry'swyk (voor J Theodoor v. R) ; Corc'ence; Zetterman (voor Zetternam); Dierex (/oor Diricksens) enz. i (Dat Michiel de Ruyter een generaal wordt l genoemd is natuurlik een vergissing). ' EP zyn erger dingen. De heer K»rremans schry'ft in 't begin van zijn werk: Van een eigenlijk letterkundig leven j kan in ons land niet vroeger gesproken worden dan bij het einde der lle eeuw... Er zyn uit i de jarrn voor 1200 wel eenige krijgszangenen | mythologische overleveringen ons bewaard ge bleven, maar bijna alle uitsluitend in het latyn. Slechts enkele uitzonderingen zyn er, zooals . ." Ik laat de zin met al zyn onjuistheden daar, om op die uitzonderingen te wijzen. Wy zullen dus voorbeelden krygen van literatuur in de volkstaal, in ons land," voor 1200. Mooi. .. .?Zooals ren bybelvertaling (+ 350) van den bi schop UlS'at, het beroemde Hildebrandslied (+ 750), een psalmrartaling (± 92 >). De taal, waarin deze geschreven zijn, is meestal Oud Hoogduitsch .. " Enz. Nu volgen als voorbeeld" een paar regels van het Wessobrunnergebed (+ 800) afkomstig uit het klooster (Wessobrunn zou men denken ? Ne; i) Weissen". Dat ga f'regin ih mit firahim ftriicizso meiita" enz. De twee laatste woorden betekenen: der wonderen grootst Hoe komt de heer Kerre mans er toe ze te vertalen met als meeste menschen weten ?" Tot de MHdelnederl. Arthurromans rekent de schrijver de Tristan (die er niet i?) en de Galahed (waarmee de Graa^ueste wel bedoeld zal zijn). Van de Parthenopeus en Melior,in mindere mate ook van de Floris en Blavci floer, heet het, dat er in worden verhaald avonturen der kruisvaarders." Het dierenepos ontstond volgens de heer K. nrtat het volk niet alleen verhalen en avon turen wilde hooren, ma w ook gaarne practische lessen aanvaardde." Als romans van Jacob van Maerlant noemt de auteur Sompniarijs en Lapidarigi verloren geschriften, die over droomuitlegging en ge neeskracht van stenen moeten hebben gehandeld. De schrijver van de Gnmbirgse Oorlog zou" zyn .. Philips Utenbroeke! (blz. 11). En Jan de Weert wordt vereenzelvigd met Jan Praet (blz. 12) Da oudste verzameling van orze volksliederen vinden wy ..in het Suuterltedekemboeck ? an 1544. (Bedoeld is: het Antwerpse Liedboek. Souterliedekens waren psalmberymingen). Als ik zo door wilde gaan, werd ik veel te uitvoerig Uit de large lyst van onnauwkeurig heden vermeld ik nog maar enkele staaltjes. Op blz. 20 verplaatst de tchr, de rederijkers kamer Troit moet blvjcken naar Amsterdam, en daarentegen de Eylai.tier naar Haarlem. Een schrijffout P Neen, want op blz. 23 lezen wy dat Coornhert, nadat hij zich te Haarlem had ge vestigd een ijverig lid was van de Haarlemsche Rederijkerskamer De Eglantier, mefr bekend onder den naam In liefde Bioeyende.' Op diezelfde bladzij 2i) worden personen die in een Sinne.pel voorkomen, met Sinnespelen verward. Coornhert, de verdraagzame, die herhaaldelik met de Cal <inisties.e predikanten debatteerde, heet een fel tegenstander van de Katholieken." Van Hooft wordt gezegd dat by zyn blyspel Sdtvjnheiligh ... uitgaf onder den i aam van Brederoo, ó adat in bedoeld stuk de predikanten scherp gehekeld worden." Al voor zeven jaar heeft Dr. Eymael aa-getoond dat Bredero hoogstwaarschy'nlik het proza van Hooft berymde. Van Vondel wordt verzekerd dat by in 1620 plan" had Katholiek te worden Het duurde dus twintig jaar nagenoeg, eer het plan tot uit voering kwam. Wél lang voor iemand als Vondel. De reeds lang afJoendj weer'egde onder stelling dat in de romans van Wolf en Deken het werk van de luimige" Beije gemahkelik is te onderscheiden van 't geen de ernstige" Aagje schreef, wordt als onomstotelik feit weer eens opg< dist. Op blz. 78 sterft Bilderdijk in 183(3. Op blz. 81 staat: bij stieif den ISsn Dec. 1813." En in overeenstemming met dit laatste wordt van zyn levensloop i il die tyd (tot 1831) dan ook niets gezegd. Genoeg over de inhoud van 'c boekje. Wordt het misschien gered door de vorm? Een paar kenschetsende staaltjes maar van de stijl des heren Kerremans: Vol gruwelen door onbestaanbare harts tochten en geheel in hoogdravende taal ge schreven, toont [de Aran en Titu ] wel eenige overeenkomst met Sbakespeare's Ttius Andronicui, te meer daar er ook..." enz. De romance EI us, waarin (Bilderdyk) zyn afstamming ophemelde met het Teisterbantsche Gravenhuic... ." De treffende roman van G. H. Priem, De Doude, schrijver rok van Nini en de dichter van den bundel Mtta, werd tot een drama omgewerkt." Orer de taal van de heer Kerremans zullen wy verder maar zwijgen. 1) O ja, nog zou ik by'na vergeten dat het boekje versierd" is met portretten. De weinige corypheën" aan wie de dubbele eer te beurt viel van n te worden besproken n afgebeeld, zyn: l METEÏX. 2 Vondel. 3 Nicolaas Beets. 4 Multatuli. 5 Con (s)cience. t> Fred. van . Eden 7 Anra de Savornin Lohman. 8 ! Justus van Maurik. E. A. KOLLEVVIJN. 1) Ik heb niet de minste lust een lyst van taal fouten te geven. Eén vraag. Vanwaar toch die neiging om te schrijven: Zyn vollen naam was"; hem komt den naam toe van..."; ... paren zich fijne geest en zuiveren smaak"; zyn prachtigen roman wordt nog druk ge lezen"; .zijn dichterlyken arbeid is van minder beteekenis", enz.? De strijd lunchen Boer en Brit. De HcriiiDt-ring van den horrer -Centraal CIIK. Il, DJJ WET. Met, 120 p au n eu pormtteii. Amstf.rdaiii/PrKtori", Bo k a ddvuoriuen Höveker tn Worm-er, 1902. rlltit karakter der Bjeren breiigt, mede" aldus luidde de memorie, wc-ike de Ei'gdscke regeering kort vóór de 2u f-AfukaaLSuhe oorlog aan bare i llicieren uitreikte ,dat zij gedekt vechten, eu de weerzin het 1( veii te wagen, vermindert in beduidende mate Luune militaire waarde voor aauval uie bewekiüeeu of in etn sulling,waarvan de Hinten omtrukkeu kui.ntn wordec. De HoUaudsche Afrikaners zijn wel is waar door afkomst, en van nature van een onver. zettelijk kaïakter, tiet z u ecoter . eu dwsas ieid zijn, van ongetraii.de Boen u bereidw.lhgbe d te verwaclitei', het leveu te wagen op h.-t 'tilan^en van een nieerderp, een eigenschap, die, zooals de getcüiedenis nadrukkelijk leert, slrchts door d scipLne wordt verkregen ta aangtkwi ek'. Een andere ernstige oorzaak van zwakte der burgermac.it. in vroegere oorlogen was de Oi.vol maaktheid van lm n tiautport- en virplegingewezeu. Geen enkel georganiseerd sys eem was hiervoor iu faet Itveu gtrotp-L; de burgers waren verplicht voor eigen verpltgii g te zorgen, en mochten te dun einde de eigen o»seiiwat;eLS mede voeren, waarin meer dai BBLS vrouwen en kil deren de krijgsmacht vergezelden. Bij zulk een systeem, was hoe groot de tactische beweeglijkueid moge geweest zyn strategische snelheid van beweging onmogthjk, en ten neder laag zou tot groote onheilen gele,d hebben. Een zaak van misschien nog groo'tr beiarg is de groote vermeerdering vau liet aantal Boerenstrijders en het gebrek aan een leider, die, hetzij door ooriogs-of maüO uvre-ondtrviudiiig m staat is om groote massa's in bet, veld te le'-dec. Zondert men het snel verloopen incident van den Jameson-raid uit, dan is Joubert de etnige leider, die eenigermate onJervuiiu.g heeft van het hooger bevel; men ie ooft dat, dt macht bij L'iingstek, OLgevetr 3000 man, do grootste was, die ooit onder zijie orders vertenigd is geweest. Do distrcts eomuiaudauten, uit de laatste oorlogeu overgeblever, hadden geen ervaring van beveUoering ctau over eenheden van minder dan 1000 mar. Met litt oig op ue bovengenoemde beschou wingen, mag meii aaunemei, dat de burgermacht, hot wel veel sttrker, Liet uu, zoo goede e-leraenten sameigtsteid zal zijn als in J 880. lutu>scheD, zij zullen een beur geweer in handen hebbeii, over een onbi perkte hoeveelheid munitie be schikker, en het voordeel bezitten van met efn modeue veld-artillerie en machinegeweren be wapend te zijn. De massa's burgers welke de Transvaal zich voorneemt te zenden en vermotjdeli_k bii.nen ! zekere grenzen ook in het veld zal zenden, zullen desniettemin met, het oo* op hun gemis | aan een hoogere organisatie en geoefenden staf, een groote rnoeilijkLe.d in het, leven roepep, terwijl de noodzakelijkheid drie of vier batterijen veld-artil erie zoowel op marsch als in actie te beschermen, eenige wijziging noodig zal maken ia de verspreic'e vormen der Boeren en dus tot bezwaren aanleiding zal gever. Bovendien lietft men er rekenschap mede te houden, dat de Boeren zeer gevoelig zijn in flükm en rug en om die rejen de Eugelscae cavalerie altijd gevreesd hebben. Ojk zullen zij voor het eerst kennismaken met de uitwerking van het modem; granaat kartets vuur en het is zeer onwaarCiijnlijk, dat hunne ve!d-i tillerie, hetzij in materieel, hetzij in personeel, in het gevecht i nitt verre ten achttr zal staan bij de on<e. l Wij mogen dus verwf c'iten, dat, terwijl de Bjeren iets van bun oude ervarenheid m de guerilla zullen betconen, in terreinen gunstig voor een dergelijke tactiek, zij slechts weiiig kans van slagen zullen htbben, wanneer zij gedwongen zijn in opsn vlakten van den O ar jeVrijstaat of de Transvaal een voldoende macht van gedisciplineerde troepen uit de drie wapens bestaande, te ontmoeten, eu het schijnt zeker da1, na een ernstige nederlaeg, hun gemis aan disc'plme en organ satie zich m te hooge mate zal doen gevoelen, om hen in staat te stellen verder nog ernstiger tegenstand te bieden. We mogen verwachten, dat in een vocr'gczetten strijd, de burgermachten veel last zuilen hebbeu van versmelting, iets dat onvermijdelijk is- bij onvoldoend gedisciplineerde vrijwilliger.»; het verlangen naar vrouw, kinderen en woning, die onbeschermd en onverzorgd zijn achterge laten, zal te sterk blijken voor de menscbelijke natuur, na eenige maanden van afwezigheid...." Met het boek van de Wet voor on?, is het baast onbegrijpelijk, hoe de regee ringen van de Transvaal en den Oranje-Vrijstaat welke reeds kort na het begin van den oorlog een ixemplaar van deze memorie in banden kngen tiet Log veel meer hebben gedaan om iri de organisatie harcr strijdkrachten verbeterirg te b etii-'fn. En hoe meer wij dan ook den worstelsuij t der Bjeren van nabij beschouwen, boe m<er wij versteld staan over de grenztlooze verwarring en ordeloosbeid, welke iu de legeiklompj s van de Zuid-Afrikaanders heerschten, en tot etn noodlottig einde moesten leiden. Dit voorop stellende, zoo wordt onze be wondering voor een man ais de Wet, nog grooter. Hij toch heeft niet alleen getoond te zijn een onverschrokken aanvoerder, nifar bij is ook de eerste geweest,, welke orde beeft gebracht in de schier luchtelooze benden. Meer nog: hadde Croi je geluiste-rd naar de Wet's waarschuwii gen, zoo zou de catastrophe van l'aardenberg zijn voor komen en hadde vermoedelijk de oorlog een ander einde gehad. Maar Croijékoppig, eigenwijs, zich niet willer.de losmaken van zijn trein niet alle rompslomp van niet-combattauten tot vrouwen en kinderen ircluis Ipat zich gevangen nemer, ondaiiks de uitstekende maatregelen van de Wet, om een ontsnapping mogelijk te maker. «Helaas" zoo schrijft de Wet mijn laatste pogirg was ook te vergeefs geweest. Ui; onverzettelijke Generaal wilde i aar goedtn raad liet luisteren. Ik moet hier herhalen, dat, zoover ik Gen. Croijékei de, zijn blijven in het lager daaraan moet 1 omgeschreven worden, dat het van hem, onverschrokken dappere held die bij wa?, te veel gu^scht was, zijn groot lager in den steek te laten. Hij meende, dat hij, als man daarbij staan of vallen moest; en hij dacht er niet aan wat de uitwerking van zijn vangst zou kunnen zijn. liij dacht er niet aan, dat daardoor een nekslag aan vele burgers zou kunnen ge geven worden, en dat die grootelijks de oorzaak kon worden van een onbeschrijfelijken schrik in al de lagers in bet veld niet alleen daar, maar te Coksberg, Stormberg en Lac'ysmith. Want als Crocjé, de man die het hoogste ge noemd werd, gevangen werd, hoe zou een gewoie burger nog den moed hebben om te vo!hardeu ? Het kan zijn dat het 't doel van God v a% die de lo'gevallen van elk volk op aarde besch kt, om den kelk in te schetken, dien wij daar ledigen moesten; doch dit neemt nitt weg dat het gedrag vau Gen. Cion,éi itt te Terscboonen is, daar bij, indiea lij geluisterd Lad, en den aanval des nachts beproefd had, zou doorgekomen zijn. Ik hoor iemand zeggen, dat, daar Generaal Croi jé's paarden alle doodgeschoten waren, het to.;h een miflukkn.s ?ou geweest zij?', en dat hij toch door L">rd Roberts' macht achtervolgd en 'i£jbaa!d zou geworden zijn. Het an!wO"rl ligt vror de Land. Da Engeltcl'e la-.ers pebruikten Uien ter tijd nog nie-t de National Scout», de kfffiis en de tiottentotlen, die ze dis nacht», zoowel a's des daags konden Ie den. Behalve dit, had ik met, de versterking, die ik gekregen had, ongeveer '600 man onder mij, en zij konden veel doen om den vijand teg>-n te houden, totdat Gen. Croi je wig wai. Geen pen kan beschrijven, wat in uiij on gin?, toen ik zag, dat Cronjézich overgaf, en wat de uitwerk n; daarvan op de burg rs was. Op aller aangezicht stonden ver slagenheid eu m «di bosheid te lezer. Die versaatdueid ik zeg niet te veel werkte do)r tot tiet einde vau den oorlog.' Z o kon aan de verdediging van Bloemfonle'm wel worden gedac'it, doch de voorbereide1 de n;aitrexelcn dcor de Wet, genomen, waren vruch teloos : wat, bij en zijne cfficitren ook deder, lij «konden de burgers niet, keeren, allen weken mordwaarts" en de hoofdstad van dm OranjeVrijstaat viel R, jberts zonder slag of stoot in handen. Het Ifger dtr Republieken ging eenigen tijd met verlof! ,Watï' vroe? generaal Joubert aan de Wet, ^moeten de Engelschen nog doen wat zij willen?" «U kan niet, Generaal, een haas met onwillige honden vangen." Maar de oude krijgsman kon maar niet te vreden gesteld wordep. T«n laatste zei de Wet: ?Generaal, kent u dan een Afrikaander niet? U, noch ik kan het verhelpen, dat er zoo weinig discipline is. De burgers moeten nu naar huis en degenen, die dan terugkeeren, zullen met nieuwen meied vechten." De Wet bleik goed te hebben gezien, de ware vaderlaaders kwamen op den bipialden dag terug. En daarna begon die krijg van bijna twee jaien, welke de naam van de Wet voor goed beeft vereeuwigd, niet alleen door zijn moed, zijn wilskracht, zijne ongeë-enaarde krijgs kundige ta enten, maar ook door zijn juisten blik e p menschen en toestanden. Hij heeft uit de soldaten, d:e hij zelf noemt »bijna bandeloos ten aanzien vrn het gebrek aan disc pline in oorlogstijd" gevormd een helden*chaar, wier we'ergade moeilijk is aan te wijaen. En te merkwaardiger is dit, wijl ook zij, die na htt verlof tf rugkesrden, zulks geheel vrijwillig deden. ,Alles hirg van de vrijwilligheid van de burgers af. Zij kwamen raar de commando's tf zij bleven er van we.", i aar hun goeddunken. E-i dat niet alleen de minderen, neen, ook de meerderen, de aanvoerders. Eea trturig voorbeeld daarvan gaf al dadelijk commandant Vilonel. //Niettegenstaande het uitdrukkelijk verbod van den krijgsraad, b'e<k het, dat er een dertigtal wagen?, die van de burgers van Winberg onder bem behoorden, bij ons wj^.n. Ik herii nirde hem"?zegt de Wet »aan het besluit van den krijgsraad, waarbij hij mij ten antwoord gaf, dat hy aan zijn bur gers geen orgenak wilde opleggen, door ze zonder wagens te laten trekken." Vilonel l et dan ook de wagens niet thuis, nam als 't ware in 'r, gezicht van den vijand ? zijn ontslag en de zorgzame commandant «ging huis toe" om later 003 den verrader te fpp.len. Met den terugkeer van verlof der Boeren in Maart 1900 begint het eigen'ijke optreden van de Wet als onaf ba'.kelijk aanvoerder, en hetgeen hij daaromtrent heeft geboekstaft mag geen onzer ongelezen laten. N'et alle photographieën van dit hoogst inteusiante boek zijn t ven gelukkig. Sommige hadden kunnen gemist wordin; vele andere daarentegen vormen een aardige illustratie van den tekst, A. N. J. F. iiiiiiitiiiiiiriMiiniMiiiiiiiiitiiiifiiiKfiifiirririrninriiiifiiirdiiMfDiiiirniH Nogmaals: Openbare Volks bibliotheken in Nederland. II. (Slot.) Mst een enkel woord heb ik reeds gewezen op het uitnuatecde tn lesenswaarde boek over dit onderwerp van Dr. E. Schul'zc, datin 1900 te Stettin is vereciienen, maar nitt genoeg algemeen bekend schijnt te wezen. Het bevat etn overzicht der bibhothcekbewegirg, om het zoo uit ta drukken, over de geheele wereld. Het bevat een groot aantal afbeeldingen, en juit-t dfze laatste mogen tot studie en navol ging opwekken, want als eermaal de zaak in Nederland tot stand komt, dan hoop ik dat men baar ook nyial zal aanpakken, en dat de «pu blic libranes;' ten onzent zullen kunnen wed ijveren met het leste dat het buitenland op levert'. //D,e Nieder andiscben Volksbibliotiifkfii (zegt ,Schultze, t. a. p. blz. .'04) sind insofern merk» d p, als sie, soviel HIT bekacnt, ist, fust ,,lediylii-li una L'iilerhultuiii/slcktüre bestellen, uiid //nur hier uud da populiu wisienscriafiJiche. B //cher seit den allerlttzten Jahren eingestellt baben." l)e juistheid hiervan vereischt nader onderzoek, trouwens ik heb er reeds op gewe zen dat ook het gebru k van belletne. (in engeren z'n) zeer opvoedend kan werken, mits maar die belletrie niet, zooals heden ten dage dikwijls, vooral in ,reahstische" boeken bestaat. H storitche r< mans b. v., althans de beste danrvar, bübooren wel degelijk tot de opvoedende ljctuur. Maar het onderwerp kan l ier ter plaatse niet worden uitgewerkt, over de juiste keuze van boeken wareneen bc ekdeel zelf te schrijven, en vooral wil ik nog Vtrwijsen niar die blad zijden in Scbultze's btek, waarin hij spreekt over de vtrjpreiditg van goede en gezonde lectuur. Wat daarvoor ia JJuitscbland wordt gedaan vereischt ook behartiging bier te lande. De slechte zijden van orze romanlectuu' (<cha'daallectuur somtijds) kunnen niet beter wordui bestreden dan door het allerwer;e verspreiden vau gezonde, fris cb.^, latuuvlijke leesstof. En dit moet geschieden zondtr aai zien des persoons, met de grootste orpartijdigheid, het oprichten van vo!ksbibliotheken kan trouwens m. i; door alle partijen worden gesteund ook hierover leze men de t re ff^nde opmerkingen van Schultze. Wil men het volk ontwikkelen, dan leere men bet voor alles uit eigen oogen 1e zien. De afbeeldingen van volksbibliotutken in bet genoemde werk zijn ontleend aan de navolgende plaatsen: Boston,Chicago.Northampton, Dedham, Eastou, Middleton?Londen, Liverpool, Preston, Reading, Newark upon Trent?Berlijn, Hamburg, Breslau, Frankfurt, Jeca, Fnedberg i. H. Göteborg ia Zweden?Zwhtau in Oostenrijk. Zooals men ziet, een rijke keuze, en volstrekt re", uitsluitend aan groote steden, of hoofdste den, oi.tleerjd. Door samenwerking van krachten of door htt krachtige initiatief van n vermnct'nd volksvriend is ook op sommige kleine plaatsen in bet buiteülai-d veel scLoons tot stand gebracht. Men spiegele zich aan die voor beelden. Natuurlijk kan ik in de bescheiden ruimte, mij toegestaan, onmogelijk alle vraaes'ukken bespreken, welke zich bij de vorming vau vulksbibhotbeken kunnen voordoen. Het eerste Lood ge schijnt wel dat een nationaal cumi 6 worde gevormd, dat overal de zaak krachtig ter hand neemt. Of plaatselijke cornné's, die onderling samenwerken. De steun VPU de pers en zooveel mogelijk van alle partijen moet worden ge'wonten. Eo zoodra een voidoei de snm bijeen is, beginne men hier of daar met het stich'er. van een tpenhare volksbiblii'theek (of bet "e j vormen van een leitaaudi) volgens den teeenwoor.iigen stand van het vraagstuk en naar alle moderne eischen des tijds. E-n schitterend voorbeeld schijnt door de bibliothei k te Boston te worden g«-ltverd (men zie Schultze t. a. p. blz. 45 vlg.) Vooral wil ik daarop wijzer, omdat die bibliotheek het uitganefpunt is geweest tot het, oprichten van 10 «Zweigb.bbotheken", hulpbiil otheken of )>oe men Let, ten onzent zou willen noemen, in alle dfelen der stad. Zoo iets zoude ook bij ons motten geschieden; in groote plaatsen met druk verkeer moeten overal kleinere b bhotheken bestaan die onderlin» vertiaud Inuden. Voor de wtrkliedsnbevolking is zco iets op den duur noodzakelijk. Terloops voeg ik er bij dat de bibliotheek t.p. Boston (in 1900 dus) een »Beamtenbfer" van 209 personen bezat, wei een duidelijk bewijs hoe uituebreid de inrichting is. Ziehier verder, zoo kort mogelijk aangestipt, eenige der belangrijkste vragen die bij de inrich ting van een volksbibliotheek moeten worden beantwoord; De bibliothecaris en zijn staf. Wat moet gelezen worden? Hoe moeten de bot ken naar vakken ingedeeld ? Wat is een lijst der beste boeken ? («gi.Lubbock's bekende ,100 best books", en andere bekecde lijsten). Hoe kan staatkundige partijdigheid ten volle worden vermedei, ? Op wi Ue tijden moet de bibliotheek worden open gesteld? Is opening op Zindagen gewenscht? (?ian den eenea kant verbiedt dit de Zondagsrust, aan den anderen kant is juist de Zoadai? voor zeer velen een gewerschte dag voor lec'uur). Moet er een leesgeld (eLtiéegelo) worden geheven, of niet? Hoe mojt de garantie voor het uitleeuen worden ingericht, en hoe kan het best gewaakt worden tegen bederven, tegen verloren gaan enz. vaa boekwerken ? Wat in het bizonder het gebouw betreft, ont leen ik aan het boek vau Schultze nog de volgende vr»agpuuteK Hoe moet de vloer zijn F Hoe moeten de zalen ingericht? Wat is de beste manier vau opstellen der boek( n? Hoe kau voor de gezondheid het reit gezorjd, hoe kunnen de erchen der bibliotheek! y^iëne in acht worden genomnn ? Aan deze vragen kuoopen zich na'uurlijk vele andere vast. Doch het aangehaalde zij genoeg om aan te toonen dat er cog oteindig veel te doen is. Van sommige kanten heb ik wel eens de tegenwerping gehoord »tlat de sUff;lijke belan gen tegenwoordig vóór des gelden, en dat dus voorshands aan openbare volksb bliot'iekfn geen dringende biliitfte bestaai," (nog onlai gs van een bekend vrijzinnig-de-mocrhtisch" politicus). Die tegenwerp n^ aanvaard ik in geinen deele. Afgezien van het al te uitsluitend mater ahstiscie van dit s'an^puut mag men dan j oogenb'ik vergeten dat juist ontwikkeling d-) onmis bare grondslag is van welvajrl? Dat alleen een ontwikkeld volk tot welvaart kan geraken? Dit geldt mijns inziens op ieder geb:eH. Zeer zeker is tectiniscbe bekwaamheid hoog te waardeerer, zeer zeker ia bet handwerk, het fabriekswerk, kortom de industrie, op technische vaardigheid gebaseerd. M|ar waarom niet aan die techi.ische vaardigheid theoretische kennis toevoegd? Zal de theorie nitt leiden tot verhooging der waarde van de praktijk? Ojgetwijfeld. De natuurwetensc'iarp n nemen tegenwoordig zulk een hooge vlucht, en hare toepassing cp de tijveiheid zijn zoo veelomvattend en zoo belangrijk (men dcnke aan de scheikunde, H in de e'tc ricitei', aaa de plantenp'jjsiologie, enz. enz.) dat voor een werkn.ai de theoretische kennis daarvan ook in de praktijk van allerlei nut zal kunnen worden. De bedoe.de, geen steek houdende tegecwerpirg ; angt samen met een soort vtn staa*huisDouikuLdig wanbegrip, alsof »wilvaart" absoluut mtt het bezit van st, ff-li]ke go dereu" zou moeten worden gelijkgttseld. Maar wtet men dan niet dat de bezitter van duizend gul den, die huishoudelijke en staathuis! oudkutdige keni is, vooral de eerstgenoemde, bezit, eigenlijk rijker, me-er welvarend is dan de bezitter van tienduizend gulder, die zulk een kennis mist en van bet zijne geen oordeelkundig gebruik weet te maken? Is niet het betrekkelijke van alle rijkdom een der grondslpgen van fen ge zonde huishoud- en staathuishoudkunde? Juist de eenvoudigste begrippen, juist de minst in gewikkelde stellingen en waarheden, ontbreken maar al te vaak bij het proote publiek vtat zeg ik? bij ben, die voor btscl)iar en ont wikkel! doorgaan, of tot een soort van uiterlijke welvaart gtkomeu zijn, die dikwijls geen gelijken trtd heeft geh.ouden met de ontwikkeling van buu brein, hun d. 11 (vermogen. Alleen door ver spreiding van keunis, door opwekken tot denken en nadei.ken, door goede lezingen voor Int volk, door gezonde in grondige popuia re lectuur, kunnen de wanbegrippen worden best.iedtn. Alweer een argument (zij 't ook niet rtc'itstrteks!) voor het krachtig bevorderen van oieahire vo t s'jibliotheken. D-. H. C. MULLER. Utrecht, Dec. 1902?Jan. 190:i. [Wordt bij //e leg en lic i J voortgezet.] 40 cents per r e g ? 1. Versterkend, lichtverteerbaar en opwekkend is Verkrijgbaar uy apothekers en drogisten. "Jechnikum Altenburg S.-A. für Maschlneobau', Elektroterhnïk und Cbcni'e. I.chrivurksüitti1. - - Pri^raiiniic ln;i. _^__ H cu' i e r u u "? s - K D in in i s s a r _^__ Piano-, Onel- ei * KAI.SIIOTE]», Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Hu». Repareeren Stemmen Bullen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl