Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1334
den we thans een 35'al rqnarellen van J. v.
Oort, din daar nitmunraiid tot hiv recht komnn.
De belangstelling van v. O >rt in de dieren
wereld is van genoegzame hekendheH, maar
op deze tentoonstelling kan m«n zi<-h eerst
goed overtuigen met hoeveel liefde en to^w
dirg hy zich aan de studie der liiarwi en hunne
omgeving heeft gegeven, hoe grondig zijn kennis
is van vorm en beweging er. hoe juist z\jn
begrip van den aard en het wezen van elke
diersoort. Gonstateeren we daarhy dat v. Oort
is een handig en correct teekenaar, dat hij
beschikt over een ryker palet en ongemeener
kleurenzin dan de meeste teekenaars vat pro
fessie eigen z\jn, terwjjl hij de goede gewoonte
heeft geen stuk zjjn atelier te doen verlaten
dat nist ten volle geaeheveerd is, dan behoeft
het geen betoog dat by deze resultaten rau zjjn
onvermoeid werken respectabele dingen te
zien zijn.
Hoewel alle stukken zonder onderscheid de
sporen van de hierboven opgesomde deugden
dragen, is zjjn werk niettemin van z«er ongeljjk
gehalte «n zyn daarin drie vrij sterk van elkaar
verschillende soorten te onderscheiden.
Ten eerste geeft hy wat we eenvoudig die
ren porti etten zouden kunnen noemen, vogels
meestal, zooals we ze in Artis kunnen zien,
minus tralies en kooi en hier op boomstam of
rotsblok in de landschapomgeviiig waarin ze
thuis behooren.
De mlnitieuse behandeling tan dit soort werk
dwingt eerbied af, maar kunstwerken, althans
zulke, die als zoodanig kunren blijven boeien,
z\jn het m. i. niet. Er is iets in de geduldige af
werking iets watje kregel maakt; met mathema
tische zekerheid en jjzige kalmte is veertje voor
veer'j s geteekend en zelden verraadt de behande
ling eenig.; aandoening of ontroering voor 't geen
hy' maakte. En dat behoeft toch by correcte,
zelfs stelselmatige afwerking niet, getuige bet
werk der Japani.ers er Chinezen. En dat stuk
ken, waarin de uiterste grens van uitvoerigheid
is bereikt, toch kunnen tintelen van geest en
laven bewyst Kv. het heerlyte stilleven van
\Villem v Aelst met den dooden haan in 't
Kijksmuseum.
Uitgezonderd z\jn Filoeofan, een gevoelige
frissche teekening waarin bij de hand wat meer
vrijheid liet, zou ik dit deel van zijn werk
liever dan als geëncadreerde aquarel, in een
prachtwerk over dierkunde ontmoeten, waar
de niet te miskennen goede eigenschappen
beter naar waarde konden worden geschat.
De tweede soort werk is die waaraan v. Oart
zyn reputatie dankt. Want bekend en gewild
zjjn zyn scèes uit de dierenwereld, waar hy
zy'n beesten allerhande menschelyke verrich
tingen laat uitvoeren, soms in 't koddige, soms
in 't komisch-tragische, maar alty'd zóó, dat
de dieren kleine menseden moeten verbeelden,
waarby in de voorstelling der voor die dieren
ongewone handelingen het pikante van de
boertigheid gelegen is.
Qjk dit deel vin zyn talent is belichaamd in
aquarellen, die in uitvoerigheid en anatomische
kennis niet onderdoen voor die der eerste
soort, wat niet alty'd in het voordeel is van
de dramatische kracht, die er pan moet uitgaan.
De taak die hy zich hier stelt is ook niet
licht; 't is gecnakke yker gteUig te zyn en
een actie vol te houden in een luchtige krabbel
dan in een serieus doorwerkte rquarel of
teekening en ik betwijfel of b.v. Ober a ider voor
dit dilemma gesteld, zyn suggestieve kracht
zon behouden die uitgaat van zyn hoog-zotte
scènes van mensch geworden beesten, dingen
waa aan we hier riet moeten denken om het
koddige in de vertoonirgen van v. Oort soms
niet wat goedkoop en groi te vinden.
Het zou ook ta bezien staan of, indien van
Oort in dezen geest was blyren voortwerken,
de kui.stenaar te langen leste niet was opgegaan
in den bandigen maker van gewilde stukjes.
't Is dan ook verblijdend te constateer en dat
v. Oort zich niet met het verkregen succes
heeft tevreden gesteld, maar met ongewone wils
kracht zyn garen heeft gebruikt om te komen
tot hetgeen we als de derde soort van zyn
werk willen aanduiden.
In deze pquarellen als «Morgenbezoek'1,
»Qele waterlelies", «Een gevaarlyk hapje" en
nog een paar andere geeft hy zyn kikkers
ongedresseerd, maar hy weet zich te verplaatsen
in het Ie/en dier dieren en hunne omgevirg,
die zoo intressant bly'kt als men de moeite
van nader bekyken neemt.
Hoe ryk aan sierlyke vormen ea verscheiden
heid van kleuren zyn die dicht begroeide
sloten, waar krenkelblaren statig dryven op
het helderblauwe watervlak, pijlkruid, gele
plompen en al l er hand grassen en riethalmen
als een statig wond uit de mollige kroos dak ten
op ry'zen; waar de slakkenhuizen kasteelen
lyken en 't ritselen van een blad, 't voorby
trippelen van een kever, het soemen van een
vlieg of 't spartelen van een visch gebeurte
nissen zyn, die alles in dit kleine wereldje in
rep en roer kunnen brengen. Van Oort heeft
dit «Hes me; veel innigheid gezien en weer
gegeven en de vreugde om er zich in te leven
deed zyn schildertalenten hier schitterend voor
den dag komen. De lichtverdeeling is meestal
heel gelukkig, de planten, wairnaar een kruid
kundige zou kunnen detèrmineeren, zyn
natuurlyk en los gebleven en passend in de
omgeving. Bizonder gelukkig is bij in de
weergave der bladen van de witte waterlelie,
met de prachtige schakeeringen van groen naar
bruin-rood.
We hopen dat de toekomst nog veel van dit
laatste soort werk te zien zal geven.
J. W. N.
MlllltlUltlHlKfJ
W. KERREMANS, Wat iedereen van de
Nedtrl. en Vlaamsche Letterkunde weten
moet (Amst. Cohen Zonen)..
Met hoeveel mér genoegen zou ik hebben
voldaan aan 't verzoek van de redaktie om dit
wertja te bespreken als het anders was
uitgevallen!
Stel u eens voor dat de heer Kerremans OES
nauwkeurig te zeggen wist, wat men móé.-t
weten van die bergen literatuur, opgestapeld
in zeven eeuwen! Of dat de auteur een scherp
getekende schets had gegeven, die deed be
grijpen: toen was het zus, en later werd het,
hierom of daarom, zó....
Neen. De heer Kerremans heeft op zulk een
hoog doel niet gemikt. Hy heeft alleen maar
weer een uittreksel willen maken van een
paar uitvoeriger boeken. En daarby terloops
gezegd wat volgens hem of anderen mooi" was
en .prachtig", of wat te werschen overlaat."
Hy onderscheidt ook rymelary van ware litte
raire kunst" en is met de eisen bekend die
een drama gesteld worden: eenheid van tijd,
plaats en handeling."
Op die esthetiese kennis laat de heer Kerre
mans zich weinig voorstaan. Is men bet eens
met hem, best; anders evengoed vrind.
Want: over den smaak valt niet te redetwisten."
Toch. was er smaak toe nodig om, volgens
het plan van de schrgver, aan de corypheën"
een betrek <elik grote plaats af te staan en
twee regels, n, of geen, aan het grut
Daar zgn i'.v. Jacq'ies Fe* k en Herman Gorter.
Lantaarns zonder licht. Niet genoemd Albert
V-rwey staat met n regel in de schaduw van
L'iuise B. B. (twee regele) Emants isvoltens
de maatstaf der corypheën" half zoveel waard
als Bernard Canter.
< >ntwapent de heer K hier de kritiek door
zijn over de smaak.." enz., er is eenandere
aanmerking op zijn boekje te maken. Het is
namelilj zeer slordig bewerkt. Niet veel gewicht
wil ik hechten aan het onjui-t noemen van
titels: Beahkte Swaeniji aan de.n trap i. pi. v.
tnp; Brieven van Curnelia Wildschut voor
Jh'tone van Me j enz.; Fantasia voor
FantiiMO; Puen Pautette voor Po en Paoletto;
]'J tiA. Vere; de Roman van Bernurd Bnandl;
de Kiemereeniging van StcllenoAM, enz. enz.
Ook niet aan auteursnaamsverba tering als:
Ju eana de Lonnoy ; J F. van Ry'swyk (voor
J Theodoor v. R) ; Corc'ence; Zetterman (voor
Zetternam); Dierex (/oor Diricksens) enz.
i (Dat Michiel de Ruyter een generaal wordt
l genoemd is natuurlik een vergissing).
' EP zyn erger dingen.
De heer K»rremans schry'ft in 't begin van
zijn werk: Van een eigenlijk letterkundig leven
j kan in ons land niet vroeger gesproken worden
dan bij het einde der lle eeuw... Er zyn uit
i de jarrn voor 1200 wel eenige krijgszangenen
| mythologische overleveringen ons bewaard ge
bleven, maar bijna alle uitsluitend in het latyn.
Slechts enkele uitzonderingen zyn er, zooals . ."
Ik laat de zin met al zyn onjuistheden daar,
om op die uitzonderingen te wijzen. Wy zullen
dus voorbeelden krygen van literatuur in de
volkstaal, in ons land," voor 1200. Mooi.
.. .?Zooals ren bybelvertaling (+ 350) van
den bi schop UlS'at, het beroemde
Hildebrandslied (+ 750), een psalmrartaling (± 92 >). De
taal, waarin deze geschreven zijn, is meestal
Oud Hoogduitsch .. " Enz.
Nu volgen als voorbeeld" een paar regels
van het Wessobrunnergebed (+ 800) afkomstig
uit het klooster (Wessobrunn zou men denken ?
Ne; i) Weissen".
Dat ga f'regin ih mit firahim ftriicizso meiita"
enz. De twee laatste woorden betekenen: der
wonderen grootst Hoe komt de heer Kerre
mans er toe ze te vertalen met als meeste
menschen weten ?"
Tot de MHdelnederl. Arthurromans rekent
de schrijver de Tristan (die er niet i?) en de
Galahed (waarmee de Graa^ueste wel bedoeld
zal zijn).
Van de Parthenopeus en Melior,in mindere
mate ook van de Floris en Blavci floer, heet
het, dat er in worden verhaald avonturen der
kruisvaarders."
Het dierenepos ontstond volgens de heer K.
nrtat het volk niet alleen verhalen en avon
turen wilde hooren, ma w ook gaarne practische
lessen aanvaardde."
Als romans van Jacob van Maerlant noemt
de auteur Sompniarijs en Lapidarigi verloren
geschriften, die over droomuitlegging en ge
neeskracht van stenen moeten hebben gehandeld.
De schrijver van de Gnmbirgse Oorlog zou"
zyn .. Philips Utenbroeke! (blz. 11).
En Jan de Weert wordt vereenzelvigd met
Jan Praet (blz. 12)
Da oudste verzameling van orze volksliederen
vinden wy ..in het Suuterltedekemboeck ? an 1544.
(Bedoeld is: het Antwerpse Liedboek.
Souterliedekens waren psalmberymingen).
Als ik zo door wilde gaan, werd ik veel te
uitvoerig Uit de large lyst van onnauwkeurig
heden vermeld ik nog maar enkele staaltjes.
Op blz. 20 verplaatst de tchr, de rederijkers
kamer Troit moet blvjcken naar Amsterdam, en
daarentegen de Eylai.tier naar Haarlem. Een
schrijffout P Neen, want op blz. 23 lezen wy dat
Coornhert, nadat hij zich te Haarlem had ge
vestigd een ijverig lid was van de Haarlemsche
Rederijkerskamer De Eglantier, mefr bekend
onder den naam In liefde Bioeyende.'
Op diezelfde bladzij 2i) worden personen die
in een Sinne.pel voorkomen, met Sinnespelen
verward.
Coornhert, de verdraagzame, die herhaaldelik
met de Cal <inisties.e predikanten debatteerde,
heet een fel tegenstander van de Katholieken."
Van Hooft wordt gezegd dat by zyn blyspel
Sdtvjnheiligh ... uitgaf onder den i aam van
Brederoo, ó adat in bedoeld stuk de predikanten
scherp gehekeld worden." Al voor zeven jaar
heeft Dr. Eymael aa-getoond dat Bredero
hoogstwaarschy'nlik het proza van Hooft
berymde.
Van Vondel wordt verzekerd dat by in 1620
plan" had Katholiek te worden Het duurde
dus twintig jaar nagenoeg, eer het plan tot uit
voering kwam. Wél lang voor iemand als Vondel.
De reeds lang afJoendj weer'egde onder
stelling dat in de romans van Wolf en Deken
het werk van de luimige" Beije gemahkelik
is te onderscheiden van 't geen de ernstige"
Aagje schreef, wordt als onomstotelik feit weer
eens opg< dist.
Op blz. 78 sterft Bilderdijk in 183(3. Op
blz. 81 staat: bij stieif den ISsn Dec. 1813."
En in overeenstemming met dit laatste wordt
van zyn levensloop i il die tyd (tot 1831) dan
ook niets gezegd.
Genoeg over de inhoud van 'c boekje.
Wordt het misschien gered door de vorm?
Een paar kenschetsende staaltjes maar van
de stijl des heren Kerremans:
Vol gruwelen door onbestaanbare harts
tochten en geheel in hoogdravende taal ge
schreven, toont [de Aran en Titu ] wel eenige
overeenkomst met Sbakespeare's Ttius
Andronicui, te meer daar er ook..." enz.
De romance EI us, waarin (Bilderdyk) zyn
afstamming ophemelde met het Teisterbantsche
Gravenhuic... ."
De treffende roman van G. H. Priem, De
Doude, schrijver rok van Nini en de dichter
van den bundel Mtta, werd tot een drama
omgewerkt."
Orer de taal van de heer Kerremans zullen
wy verder maar zwijgen. 1)
O ja, nog zou ik by'na vergeten dat het
boekje versierd" is met portretten. De weinige
corypheën" aan wie de dubbele eer te beurt
viel van n te worden besproken n afgebeeld,
zyn:
l METEÏX. 2 Vondel. 3 Nicolaas Beets.
4 Multatuli. 5 Con (s)cience. t> Fred. van
. Eden 7 Anra de Savornin Lohman. 8
! Justus van Maurik.
E. A. KOLLEVVIJN.
1) Ik heb niet de minste lust een lyst van taal
fouten te geven. Eén vraag. Vanwaar toch die
neiging om te schrijven: Zyn vollen naam
was"; hem komt den naam toe van...";
... paren zich fijne geest en zuiveren smaak";
zyn prachtigen roman wordt nog druk ge
lezen"; .zijn dichterlyken arbeid is van minder
beteekenis", enz.?
De strijd lunchen Boer en Brit. De
HcriiiDt-ring van den horrer -Centraal CIIK. Il,
DJJ WET. Met, 120 p au n eu pormtteii.
Amstf.rdaiii/PrKtori", Bo k a ddvuoriuen
Höveker tn Worm-er, 1902.
rlltit karakter der Bjeren breiigt, mede"
aldus luidde de memorie, wc-ike de Ei'gdscke
regeering kort vóór de 2u f-AfukaaLSuhe
oorlog aan bare i llicieren uitreikte ,dat
zij gedekt vechten, eu de weerzin het 1( veii te
wagen, vermindert in beduidende mate Luune
militaire waarde voor aauval uie bewekiüeeu
of in etn sulling,waarvan de Hinten omtrukkeu
kui.ntn wordec.
De HoUaudsche Afrikaners zijn wel is waar
door afkomst, en van nature van een onver.
zettelijk kaïakter, tiet z u ecoter . eu dwsas ieid
zijn, van ongetraii.de Boen u bereidw.lhgbe d te
verwaclitei', het leveu te wagen op h.-t 'tilan^en
van een nieerderp, een eigenschap, die, zooals
de getcüiedenis nadrukkelijk leert, slrchts door
d scipLne wordt verkregen ta aangtkwi ek'.
Een andere ernstige oorzaak van zwakte der
burgermac.it. in vroegere oorlogen was de Oi.vol
maaktheid van lm n tiautport- en
virplegingewezeu. Geen enkel georganiseerd sys eem was
hiervoor iu faet Itveu gtrotp-L; de burgers
waren verplicht voor eigen verpltgii g te zorgen,
en mochten te dun einde de eigen o»seiiwat;eLS
mede voeren, waarin meer dai BBLS vrouwen
en kil deren de krijgsmacht vergezelden. Bij
zulk een systeem, was hoe groot de tactische
beweeglijkueid moge geweest zyn strategische
snelheid van beweging onmogthjk, en ten neder
laag zou tot groote onheilen gele,d hebben.
Een zaak van misschien nog groo'tr beiarg is
de groote vermeerdering vau liet aantal
Boerenstrijders en het gebrek aan een leider, die, hetzij
door ooriogs-of maüO uvre-ondtrviudiiig m staat
is om groote massa's in bet, veld te le'-dec.
Zondert men het snel verloopen incident van
den Jameson-raid uit, dan is Joubert de etnige
leider, die eenigermate onJervuiiu.g heeft van
het hooger bevel; men ie ooft dat, dt macht
bij L'iingstek, OLgevetr 3000 man, do grootste
was, die ooit onder zijie orders vertenigd is
geweest. Do distrcts eomuiaudauten, uit de
laatste oorlogeu overgeblever, hadden geen
ervaring van beveUoering ctau over eenheden
van minder dan 1000 mar.
Met litt oig op ue bovengenoemde beschou
wingen, mag meii aaunemei, dat de burgermacht,
hot wel veel sttrker, Liet uu, zoo goede e-leraenten
sameigtsteid zal zijn als in J 880. lutu>scheD,
zij zullen een beur geweer in handen hebbeii,
over een onbi perkte hoeveelheid munitie be
schikker, en het voordeel bezitten van met efn
modeue veld-artillerie en machinegeweren be
wapend te zijn.
De massa's burgers welke de Transvaal zich
voorneemt te zenden en vermotjdeli_k bii.nen
! zekere grenzen ook in het veld zal zenden,
zullen desniettemin met, het oo* op hun gemis
| aan een hoogere organisatie en geoefenden staf,
een groote rnoeilijkLe.d in het, leven roepep,
terwijl de noodzakelijkheid drie of vier batterijen
veld-artil erie zoowel op marsch als in actie te
beschermen, eenige wijziging noodig zal maken
ia de verspreic'e vormen der Boeren en dus tot
bezwaren aanleiding zal gever. Bovendien lietft
men er rekenschap mede te houden, dat de
Boeren zeer gevoelig zijn in flükm en rug en
om die rejen de Eugelscae cavalerie altijd
gevreesd hebben. Ojk zullen zij voor het eerst
kennismaken met de uitwerking van het modem;
granaat kartets vuur en het is zeer
onwaarCiijnlijk, dat hunne ve!d-i tillerie, hetzij in
materieel, hetzij in personeel, in het gevecht
i nitt verre ten achttr zal staan bij de on<e.
l Wij mogen dus verwf c'iten, dat, terwijl de
Bjeren iets van bun oude ervarenheid m de
guerilla zullen betconen, in terreinen gunstig
voor een dergelijke tactiek, zij slechts weiiig
kans van slagen zullen htbben, wanneer zij
gedwongen zijn in opsn vlakten van den O ar
jeVrijstaat of de Transvaal een voldoende macht
van gedisciplineerde troepen uit de drie wapens
bestaande, te ontmoeten, eu het schijnt zeker
da1, na een ernstige nederlaeg, hun gemis aan
disc'plme en organ satie zich m te hooge mate
zal doen gevoelen, om hen in staat te stellen
verder nog ernstiger tegenstand te bieden.
We mogen verwachten, dat in een
vocr'gczetten strijd, de burgermachten veel last zuilen
hebbeu van versmelting, iets dat onvermijdelijk
is- bij onvoldoend gedisciplineerde vrijwilliger.»;
het verlangen naar vrouw, kinderen en woning,
die onbeschermd en onverzorgd zijn achterge
laten, zal te sterk blijken voor de menscbelijke
natuur, na eenige maanden van afwezigheid...."
Met het boek van de Wet voor on?, is het
baast onbegrijpelijk, hoe de regee ringen van de
Transvaal en den Oranje-Vrijstaat welke reeds
kort na het begin van den oorlog een ixemplaar
van deze memorie in banden kngen tiet Log
veel meer hebben gedaan om iri de organisatie
harcr strijdkrachten verbeterirg te b etii-'fn.
En hoe meer wij dan ook den worstelsuij t der
Bjeren van nabij beschouwen, boe m<er wij
versteld staan over de grenztlooze verwarring
en ordeloosbeid, welke iu de legeiklompj s van
de Zuid-Afrikaanders heerschten, en tot etn
noodlottig einde moesten leiden.
Dit voorop stellende, zoo wordt onze be
wondering voor een man ais de Wet, nog grooter.
Hij toch heeft niet alleen getoond te zijn een
onverschrokken aanvoerder, nifar bij is ook de
eerste geweest,, welke orde beeft gebracht in de
schier luchtelooze benden. Meer nog: hadde
Croi je geluiste-rd naar de Wet's waarschuwii gen,
zoo zou de catastrophe van l'aardenberg zijn voor
komen en hadde vermoedelijk de oorlog een ander
einde gehad. Maar Croijékoppig, eigenwijs,
zich niet willer.de losmaken van zijn trein niet alle
rompslomp van niet-combattauten tot vrouwen en
kinderen ircluis Ipat zich gevangen nemer,
ondaiiks de uitstekende maatregelen van de Wet,
om een ontsnapping mogelijk te maker.
«Helaas" zoo schrijft de Wet mijn
laatste pogirg was ook te vergeefs geweest.
Ui; onverzettelijke Generaal wilde i aar goedtn
raad liet luisteren. Ik moet hier herhalen, dat,
zoover ik Gen. Croijékei de, zijn blijven in het
lager daaraan moet 1 omgeschreven worden, dat
het van hem, onverschrokken dappere held die
bij wa?, te veel gu^scht was, zijn groot lager in
den steek te laten. Hij meende, dat hij, als
man daarbij staan of vallen moest; en hij dacht
er niet aan wat de uitwerking van zijn vangst zou
kunnen zijn. liij dacht er niet aan, dat daardoor
een nekslag aan vele burgers zou kunnen ge
geven worden, en dat die grootelijks de oorzaak
kon worden van een onbeschrijfelijken schrik in
al de lagers in bet veld niet alleen daar,
maar te Coksberg, Stormberg en Lac'ysmith.
Want als Crocjé, de man die het hoogste ge
noemd werd, gevangen werd, hoe zou een
gewoie burger nog den moed hebben om te
vo!hardeu ? Het kan zijn dat het 't doel van God
v a% die de lo'gevallen van elk volk op aarde
besch kt, om den kelk in te schetken, dien wij
daar ledigen moesten; doch dit neemt nitt weg
dat het gedrag vau Gen. Cion,éi itt te
Terscboonen is, daar bij, indiea lij geluisterd Lad,
en den aanval des nachts beproefd had, zou
doorgekomen zijn.
Ik hoor iemand zeggen, dat, daar Generaal
Croi jé's paarden alle doodgeschoten waren, het
to.;h een miflukkn.s ?ou geweest zij?', en dat
hij toch door L">rd Roberts' macht achtervolgd
en 'i£jbaa!d zou geworden zijn. Het an!wO"rl
ligt vror de Land. Da Engeltcl'e la-.ers
pebruikten Uien ter tijd nog nie-t de National Scout»,
de kfffiis en de tiottentotlen, die ze dis nacht»,
zoowel a's des daags konden Ie den. Behalve
dit, had ik met, de versterking, die ik gekregen
had, ongeveer '600 man onder mij, en zij konden
veel doen om den vijand teg>-n te houden, totdat
Gen. Croi je wig wai. Geen pen kan beschrijven,
wat in uiij on gin?, toen ik zag, dat Cronjézich
overgaf, en wat de uitwerk n; daarvan op de
burg rs was. Op aller aangezicht stonden ver
slagenheid eu m «di bosheid te lezer. Die
versaatdueid ik zeg niet te veel werkte do)r
tot tiet einde vau den oorlog.'
Z o kon aan de verdediging van Bloemfonle'm
wel worden gedac'it, doch de voorbereide1 de
n;aitrexelcn dcor de Wet, genomen, waren vruch
teloos : wat, bij en zijne cfficitren ook deder, lij
«konden de burgers niet, keeren, allen weken
mordwaarts" en de hoofdstad van dm
OranjeVrijstaat viel R, jberts zonder slag of stoot in
handen.
Het Ifger dtr Republieken ging eenigen tijd
met verlof!
,Watï' vroe? generaal Joubert aan de Wet,
^moeten de Engelschen nog doen wat zij
willen?"
«U kan niet, Generaal, een haas met onwillige
honden vangen."
Maar de oude krijgsman kon maar niet te
vreden gesteld wordep.
T«n laatste zei de Wet:
?Generaal, kent u dan een Afrikaander niet?
U, noch ik kan het verhelpen, dat er zoo weinig
discipline is. De burgers moeten nu naar huis
en degenen, die dan terugkeeren, zullen met
nieuwen meied vechten."
De Wet bleik goed te hebben gezien, de
ware vaderlaaders kwamen op den bipialden
dag terug. En daarna begon die krijg van bijna
twee jaien, welke de naam van de Wet voor
goed beeft vereeuwigd, niet alleen door zijn
moed, zijn wilskracht, zijne ongeë-enaarde krijgs
kundige ta enten, maar ook door zijn juisten
blik e p menschen en toestanden. Hij heeft uit
de soldaten, d:e hij zelf noemt »bijna bandeloos
ten aanzien vrn het gebrek aan disc pline in
oorlogstijd" gevormd een helden*chaar, wier
we'ergade moeilijk is aan te wijaen. En te
merkwaardiger is dit, wijl ook zij, die na htt
verlof tf rugkesrden, zulks geheel vrijwillig deden.
,Alles hirg van de vrijwilligheid van de burgers
af. Zij kwamen raar de commando's tf zij bleven
er van we.", i aar hun goeddunken.
E-i dat niet alleen de minderen, neen, ook de
meerderen, de aanvoerders.
Eea trturig voorbeeld daarvan gaf al dadelijk
commandant Vilonel. //Niettegenstaande het
uitdrukkelijk verbod van den krijgsraad, b'e<k
het, dat er een dertigtal wagen?, die van de
burgers van Winberg onder bem behoorden, bij
ons wj^.n. Ik herii nirde hem"?zegt de Wet
»aan het besluit van den krijgsraad, waarbij
hij mij ten antwoord gaf, dat hy aan zijn bur
gers geen orgenak wilde opleggen, door ze
zonder wagens te laten trekken." Vilonel l et
dan ook de wagens niet thuis, nam als 't
ware in 'r, gezicht van den vijand ? zijn ontslag
en de zorgzame commandant «ging huis toe"
om later 003 den verrader te fpp.len.
Met den terugkeer van verlof der Boeren in
Maart 1900 begint het eigen'ijke optreden van
de Wet als onaf ba'.kelijk aanvoerder, en hetgeen
hij daaromtrent heeft geboekstaft mag geen
onzer ongelezen laten.
N'et alle photographieën van dit hoogst
inteusiante boek zijn t ven gelukkig. Sommige
hadden kunnen gemist wordin; vele andere
daarentegen vormen een aardige illustratie van
den tekst, A. N. J. F.
iiiiiiitiiiiiiriMiiniMiiiiiiiiitiiiifiiiKfiifiirririrninriiiifiiirdiiMfDiiiirniH
Nogmaals: Openbare Volks
bibliotheken in Nederland.
II. (Slot.)
Mst een enkel woord heb ik reeds gewezen
op het uitnuatecde tn lesenswaarde boek over
dit onderwerp van Dr. E. Schul'zc, datin 1900
te Stettin is vereciienen, maar nitt genoeg
algemeen bekend schijnt te wezen. Het bevat
etn overzicht der bibhothcekbewegirg, om het
zoo uit ta drukken, over de geheele wereld.
Het bevat een groot aantal afbeeldingen, en
juit-t dfze laatste mogen tot studie en navol
ging opwekken, want als eermaal de zaak in
Nederland tot stand komt, dan hoop ik dat men
baar ook nyial zal aanpakken, en dat de «pu
blic libranes;' ten onzent zullen kunnen wed
ijveren met het leste dat het buitenland op
levert'.
//D,e Nieder andiscben Volksbibliotiifkfii (zegt
,Schultze, t. a. p. blz. .'04) sind insofern
merk» d p, als sie, soviel HIT bekacnt, ist, fust
,,lediylii-li una L'iilerhultuiii/slcktüre bestellen, uiid
//nur hier uud da populiu wisienscriafiJiche. B
//cher seit den allerlttzten Jahren eingestellt
baben." l)e juistheid hiervan vereischt nader
onderzoek, trouwens ik heb er reeds op gewe
zen dat ook het gebru k van belletne. (in
engeren z'n) zeer opvoedend kan werken, mits
maar die belletrie niet, zooals heden ten dage
dikwijls, vooral in ,reahstische" boeken bestaat.
H storitche r< mans b. v., althans de beste
danrvar, bübooren wel degelijk tot de opvoedende
ljctuur. Maar het onderwerp kan l ier ter plaatse
niet worden uitgewerkt, over de juiste keuze
van boeken wareneen bc ekdeel zelf te schrijven,
en vooral wil ik nog Vtrwijsen niar die blad
zijden in Scbultze's btek, waarin hij spreekt
over de vtrjpreiditg van goede en gezonde
lectuur. Wat daarvoor ia JJuitscbland wordt
gedaan vereischt ook behartiging bier te lande.
De slechte zijden van orze romanlectuu'
(<cha'daallectuur somtijds) kunnen niet beter wordui
bestreden dan door het allerwer;e verspreiden
vau gezonde, fris cb.^, latuuvlijke leesstof. En
dit moet geschieden zondtr aai zien des persoons,
met de grootste orpartijdigheid, het oprichten
van vo!ksbibliotheken kan trouwens m. i; door
alle partijen worden gesteund ook hierover
leze men de t re ff^nde opmerkingen van Schultze.
Wil men het volk ontwikkelen, dan leere men
bet voor alles uit eigen oogen 1e zien.
De afbeeldingen van volksbibliotutken in bet
genoemde werk zijn ontleend aan de navolgende
plaatsen: Boston,Chicago.Northampton, Dedham,
Eastou, Middleton?Londen, Liverpool, Preston,
Reading, Newark upon Trent?Berlijn, Hamburg,
Breslau, Frankfurt, Jeca, Fnedberg i. H.
Göteborg ia Zweden?Zwhtau in Oostenrijk.
Zooals men ziet, een rijke keuze, en volstrekt
re", uitsluitend aan groote steden, of hoofdste
den, oi.tleerjd. Door samenwerking van krachten
of door htt krachtige initiatief van n
vermnct'nd volksvriend is ook op sommige kleine
plaatsen in bet buiteülai-d veel scLoons tot
stand gebracht. Men spiegele zich aan die voor
beelden.
Natuurlijk kan ik in de bescheiden ruimte,
mij toegestaan, onmogelijk alle vraaes'ukken
bespreken, welke zich bij de vorming vau
vulksbibhotbeken kunnen voordoen. Het eerste Lood ge
schijnt wel dat een nationaal cumi 6 worde
gevormd, dat overal de zaak krachtig ter hand
neemt. Of plaatselijke cornné's, die onderling
samenwerken. De steun VPU de pers en zooveel
mogelijk van alle partijen moet worden
ge'wonten. Eo zoodra een voidoei de snm bijeen is,
beginne men hier of daar met het stich'er. van
een tpenhare volksbiblii'theek (of bet "e j vormen
van een leitaaudi) volgens den teeenwoor.iigen
stand van het vraagstuk en naar alle moderne
eischen des tijds.
E-n schitterend voorbeeld schijnt door de
bibliothei k te Boston te worden g«-ltverd (men
zie Schultze t. a. p. blz. 45 vlg.) Vooral wil ik
daarop wijzer, omdat die bibliotheek het
uitganefpunt is geweest tot het, oprichten van 10
«Zweigb.bbotheken", hulpbiil otheken of )>oe
men Let, ten onzent zou willen noemen, in alle
dfelen der stad. Zoo iets zoude ook bij ons
motten geschieden; in groote plaatsen met druk
verkeer moeten overal kleinere b bhotheken
bestaan die onderlin» vertiaud Inuden. Voor
de wtrkliedsnbevolking is zco iets op den duur
noodzakelijk. Terloops voeg ik er bij dat de
bibliotheek t.p. Boston (in 1900 dus) een
»Beamtenbfer" van 209 personen bezat, wei een duidelijk
bewijs hoe uituebreid de inrichting is.
Ziehier verder, zoo kort mogelijk aangestipt,
eenige der belangrijkste vragen die bij de inrich
ting van een volksbibliotheek moeten worden
beantwoord; De bibliothecaris en zijn staf. Wat
moet gelezen worden? Hoe moeten de bot ken
naar vakken ingedeeld ? Wat is een lijst der beste
boeken ? («gi.Lubbock's bekende ,100 best books",
en andere bekecde lijsten). Hoe kan staatkundige
partijdigheid ten volle worden vermedei, ? Op
wi Ue tijden moet de bibliotheek worden open
gesteld? Is opening op Zindagen gewenscht?
(?ian den eenea kant verbiedt dit de Zondagsrust,
aan den anderen kant is juist de Zoadai? voor
zeer velen een gewerschte dag voor lec'uur).
Moet er een leesgeld (eLtiéegelo) worden geheven,
of niet? Hoe mojt de garantie voor het uitleeuen
worden ingericht, en hoe kan het best gewaakt
worden tegen bederven, tegen verloren gaan enz.
vaa boekwerken ?
Wat in het bizonder het gebouw betreft, ont
leen ik aan het boek vau Schultze nog de volgende
vr»agpuuteK Hoe moet de vloer zijn F Hoe moeten
de zalen ingericht? Wat is de beste manier vau
opstellen der boek( n? Hoe kau voor de gezondheid
het reit gezorjd, hoe kunnen de erchen der
bibliotheek! y^iëne in acht worden genomnn ? Aan
deze vragen kuoopen zich na'uurlijk vele andere
vast. Doch het aangehaalde zij genoeg om aan te
toonen dat er cog oteindig veel te doen is.
Van sommige kanten heb ik wel eens de
tegenwerping gehoord »tlat de sUff;lijke belan
gen tegenwoordig vóór des gelden, en dat dus
voorshands aan openbare volksb bliot'iekfn geen
dringende biliitfte bestaai," (nog onlai gs van
een bekend vrijzinnig-de-mocrhtisch" politicus).
Die tegenwerp n^ aanvaard ik in geinen deele.
Afgezien van het al te uitsluitend mater ahstiscie
van dit s'an^puut mag men dan j
oogenb'ik vergeten dat juist ontwikkeling d-) onmis
bare grondslag is van welvajrl? Dat alleen een
ontwikkeld volk tot welvaart kan geraken? Dit
geldt mijns inziens op ieder geb:eH. Zeer zeker
is tectiniscbe bekwaamheid hoog te waardeerer,
zeer zeker ia bet handwerk, het fabriekswerk,
kortom de industrie, op technische vaardigheid
gebaseerd. M|ar waarom niet aan die techi.ische
vaardigheid theoretische kennis toevoegd? Zal
de theorie nitt leiden tot verhooging der waarde
van de praktijk? Ojgetwijfeld. De
natuurwetensc'iarp n nemen tegenwoordig zulk een hooge
vlucht, en hare toepassing cp de tijveiheid zijn
zoo veelomvattend en zoo belangrijk (men dcnke
aan de scheikunde, H in de e'tc ricitei', aaa de
plantenp'jjsiologie, enz. enz.) dat voor een
werkn.ai de theoretische kennis daarvan ook in de
praktijk van allerlei nut zal kunnen worden.
De bedoe.de, geen steek houdende
tegecwerpirg ; angt samen met een soort vtn
staa*huisDouikuLdig wanbegrip, alsof »wilvaart"
absoluut mtt het bezit van st, ff-li]ke go dereu"
zou moeten worden gelijkgttseld. Maar wtet
men dan niet dat de bezitter van duizend gul
den, die huishoudelijke en staathuis! oudkutdige
keni is, vooral de eerstgenoemde, bezit, eigenlijk
rijker, me-er welvarend is dan de bezitter van
tienduizend gulder, die zulk een kennis mist
en van bet zijne geen oordeelkundig gebruik
weet te maken? Is niet het betrekkelijke van
alle rijkdom een der grondslpgen van fen ge
zonde huishoud- en staathuishoudkunde? Juist
de eenvoudigste begrippen, juist de minst in
gewikkelde stellingen en waarheden, ontbreken
maar al te vaak bij het proote publiek vtat
zeg ik? bij ben, die voor btscl)iar en ont
wikkel! doorgaan, of tot een soort van uiterlijke
welvaart gtkomeu zijn, die dikwijls geen gelijken
trtd heeft geh.ouden met de ontwikkeling van
buu brein, hun d. 11 (vermogen. Alleen door ver
spreiding van keunis, door opwekken tot denken
en nadei.ken, door goede lezingen voor Int volk,
door gezonde in grondige popuia re lectuur,
kunnen de wanbegrippen worden best.iedtn.
Alweer een argument (zij 't ook niet rtc'itstrteks!)
voor het krachtig bevorderen van oieahire
vo t s'jibliotheken.
D-. H. C. MULLER.
Utrecht, Dec. 1902?Jan. 190:i.
[Wordt bij //e leg en lic i J voortgezet.]
40 cents per r e g ? 1.
Versterkend, lichtverteerbaar en
opwekkend is
Verkrijgbaar uy apothekers en drogisten.
"Jechnikum Altenburg S.-A.
für Maschlneobau',
Elektroterhnïk und Cbcni'e.
I.chrivurksüitti1. - - Pri^raiiniic ln;i.
_^__ H cu' i e r u u "? s - K D in in i s s a r _^__
Piano-, Onel- ei
* KAI.SIIOTE]»,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Hu».
Repareeren Stemmen Bullen.