Historisch Archief 1877-1940
Na 1334
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
OUD-AMjgTEE^DAM.
Oud-Amsterdams Handel.
l.
Het atandaard-prachtwerk over
»Am«terdam in de Zeventiende Eeuw" (firma
Van Stockum) is weder verrijkt met twee
belangrijke monographieën: »Handel en
Nijverheid" door dr. H. Brugmans en »het
Muziekleven" door D. F. Scheurleer.
Meer en meer blijkt, hoe terecht prof.
Blok dit belangwekkende prentwerk heeft
genoemd: »een monumentaal werk over
Amsterdam in de 17de eeuw, waarin alle
lijden van het volksleven in de roemrijke
koopstad uitvoerig worden beschreven en
?door tal van authentieke prenten en
teekeningen geïllustreerd."
In dit blad heb ik de aandacht reeds
gevestigd op de rubrieken »Groei en Bloei
der stad", door D. C. Meyer Jr., «Historie
en Begeering" door dr. G. W. Kernkarnp,
?Huiselijk en Maatschappelijk Leven",
door prof. G. Kalff.
Thans zal ik een kolom wijden aan de
niet minder boeiende laatste afleveringen.
Kort moet ik zijn, en dus zal ik gedeel
telijk slechts déinhoudsopgaaf kunnen
vermelden,
In het voor elk Amsterdamsen koop
man en n ijveraar zoo interessante werk
van dr. Brugmans vindt men uitvoerig
beschreven de geschiedenis van den
buitenlandschen, binnenlandschen, Indischen
handel, de wijze van handeldrijven, de
inrichtingen en instellingen ten behoeve
van den handel, de overheidszorg voor
den handel, de handelspolitiek, de nijver
heid, de bandwerks- en andere gilden, de
arbeidswetgeving en de sociale toestanden.
Vooral in een tijd, die in zekeren zin
sommige oude toestanden terug zou ver
langen, maar toch niet wars is van
algeheele hervormingen, zullen tredende
schilderingen van het verleden warm?
belangstelling wekken. In de fraaie repro
ducties van oude gravures en teekeningen
viert onze beroemde Nederlandsche
prentkunst weer een ware triumf. Wat zjju
die avontuurlijke en soms fantastische
afbeeldingen uit onze zeldzame oude reis
beschrijvingen curieus of belangwekkend!
Onze oude zeevaarders ter jacht op het
eiland Mauritius, rijdende op reusachtige
schildpadden; de Noordpoolvaarders aan
gevallen door ijsbeeren. Die journalen
waren wel geschikt om de verbeelding
onzer ondernemende voorouders op te
wekken en tot avontuurlijke reizen te
prikkelen. En dan ... het geldelijk voor
deel »zoo het hun zalig was"! Er is een
«urieuse afbeelding eener »Lijckstatie van
den Koningh van Achin", gelijk Nic. de
GraafF haar zag op zijn reis door Indi
in 1641. Belangrijk voor de geschiedenis
van ons Zeewezen zijn de afbeeldingen
van oude »Oostmdis en Westindis
vaerders", genaamd »de Paerrel" of »den Dub
belen Arent". Een aantal kleine schepen
en schuiten, betrekking hebbende ook op
de binnenlandsche vaart, illustreeren nog
den inhoud. Dikwijls zijn zij reproductiën
van kostbare zeldzaamheden, die op de
prentenmarkt tegenwoordig met goud
be«aald^worden. De oude beurt-, markt-,
te BEITRSE <Jer' SWt Amtfeldara i« begonitèM. inden j'aere iöog emfe -vxilbouwt Anno iSn.. BÜRSA. nrïis AfflAJodamenfit arJtftcari ctcpit Anno 1608 tt jwrficta
&itzamelingen der heeren D. C. Meyer, mr.
S. van Gijn, R. W. P. de Vries, D. F.
Scheurleer. Er is o. a. een reproductie van
de zeHzame gravure met de afbeelding
van den beursknecht Johannes de Paep,
met een gezicht op de oude Beurs. Hij
recommandeert zich aan heeran kooplieden
en winkeliers, want hij «verhuurt en bestelt
boekhouders, knechts en winkelknechts,
zoo binnen als buitenslants, ook kostgan
gers en commenaalen, een ieder naar zijn
geit en gelegenheit." Aardig is de
adreskaart, voorstellende het inwendige van
den lakenwinkel van Anthoni van
HelsEen Buyckliooter
c r Q P
CCrt Itifve Ocsiu.'
uv
OQ)aer tof ecn
veer- en steijgerschuijten zijn niet vergeten.
Ailerinteressantst zijn de adreskaarten van
handelsleeraars, fabriekanten en velerlei
kunstnijveren. Zoo is er een van »Peter
de Colenaer, die zich aanbeveelt tot het
voorthelpen van jonge vreerade koopmans
zonen", omstreeks 1640. Het portret van
den]waardigen, gebaarden en
breedgekraagden leeraar staat op zijn adreskaart met
het bovenschrift »Aensien doet
Gbedencken". Hij woonde op de Keizersgracht
»naest Hr. Doctor Tulp bij de
Westerkerck". Vele der prenten zijn uit de
verone Steyeerlcliuyt
fn !'/oct-,"Oor i./injf
/
dingen, »woonende op Fluwele burgwal bij
de Varckens Sluys, in de Blauwen Haen;
fabriqueert veelderhande Sydelakenen en
Linten, als Fluweele Felpen, Poudezoyen,
Armozyen, Ras de Fièpres." De taal was
op zulke kaarten minder zuiver, dan de
graveerkunst, die ook op het terrein van
reclame ware juweeltjes heeft voortgebracht.
Men ziet in den winkel van den Blauwen
Haan een dame een stuk fraai gekleurde
stof koopen. Deze zeldzame, misschien
eenig overgeblevene adres- en reclamekaart
berust in de beroemde verzameling van
prof. C. L. Wurfbain. Er zijn meerdere
zulke herinneringen aai), h«t fabrieks- en
magazijn wezen 'van oüd-ArrJsterdanvSom«
tijds geeft de kaart een afbeelding van
het uithangteeken, b. v. die van de zijde
weverij van Isaac Boddens, gevestigd »in
de Warmoesstraat in Jonas". De Profeet
is voorgesteld zooals hij uitgebraakt wordt
door een monsterviseh. Der eerste onzer
graveurs bezorgden zulke adreskaarten,
evenals tegenwoordig sommige artisten
plakkaten leveren. Die van Jonas is b.v.
door een Van Dalen. Jan Luiken bewon
dert men in de hoogst zeldzame afbeel
dingen der zijdeweverijen van Roetert en
Abraham van Wylick. Voor de kennis
der oude fabriekstoestanden in ons land
zijn die prenten bijzonder merkwaardig.
J. Ph van der Keilen heeft, in den goeden
tijd voor het verzamelen, een aantal zulke
interessante en fraaie adresk aai ten bijeen
gebracht. Helaas, die tijden zijn voorbij
en tegenwoordig weten de antiquaren en
kunstkoopers alles slechts tegen goud op
te wegen! Daarom is een prachtwerk als
Oud-Amsterdam een welkome gaaf voor
den vriend der oudheid, die betrekkelijk
voor een prijsje een prentenatlas krijgt,
wel is waar van reproducties die
men tegenwoordig met duizenden zou
moeten betalen. En die reproducties zijn
zoo goed als altijd uitnemend geslaagd.
Dr. Brugmans heeft voornamelijk twee
soorten van gilden uitvoerig behandeld,
nl. die, welke met den handel in het
nauwste verband stonden en alleen reden
van bestaan hadden, doordat zij den handel
ten goede kwamen, nl. het groote gild der
dragers, later gesplitst in waag-, bier-,
turf- en andere dragers en het gild der
scheepstircmerlieden, dat er bij behoorde.
De andere categorie, die dr. Brugmans
met voorliefde behandelt, zijn die welke
een werkelijke industrie vertegenwoordi
gen, eene die werkt voor het geheele volk
en voor den vreemdeling bovendien, niet
voor de stad harer vestiging alleen. »Een
eerste plaats nemen hierin de drapeniers
of drapiers, ook droogscheerders genaamd,
de lakenbereiders zouden wij thans
zeggen. Een oud schrijver over handel
en nijverheid zegt van dit vak: »Daar is
nauwelijks n handwerk, n affaire te
bedenken, die zoo geschikt is om vele
menschen teflens en inzonderheid arme
lieden aan een bestaan en aan het brood
te helpen, dan de weverijen; en wel in
zonderheid die der lakenen, omdat daar
nog zoovele andere kostwinningen aan
verknocht zijn, buiten zelfs de verschei
dene behandelingen van de wolle en het
daarvan gesponnen garen. Vermits de
behandelingen van scheiden, broeien,
wasschen, drogen, vlaken, plozen, smouten
en schrobbelen, kammen, enz. eer ze nog
tot de sponders komt, vervolgens van
kaarden, spinnen, haspelen, strengen en
winden, bevorens zij naar 't weefgetouw
gaat; dan van weven, moppen, mollen,
broe'en, reinigen, nogmaals moppen en
zuivering, weder vollen, weder rouwen en
weder scheren, en zoo aan den verver
overgeven." Interessant voor de
lakenfabrikanten van tegenwoordig, die de
meeste onderdeelen van het werk nu wel
machinaal zullen behandelen en minder
handenarbeid zullen aanwenden. Onlangs
een uitmuntend georganiseerde
lakenfabriek in Selkirk bij Edinburg bezoekende,
werd ik getroffen door de bijzonderheid,
dat nog niet alles aan het ijzer en staal
is overgelaten. Het kaarden werd hier nog
bewerkt door het voortbrengsel xüt het
plantenrijk, de zoogenaamde kaardebollen,
Dipsacus Pullonum, de stijf harige koppen
van een distel.
Reeds in de middeleeuwen was de dra
perie te Amsterdam een der voornaamste
takken van nijverheid. Het gildenhuis
stond in de Nes. Het vak was een voor
werp van ernstige regeeringszorg. Nauw
lettend werd toezicht gehouden op het
vervaardigen van allerlei stoffen. Gelijk
nog in onzen tijd alle gouden en zilveren
voorwerpen ter keurkamer van rijkswege
den stempel der echtheid ontvangen, zoo
werd oudtijds geen stuk laken voor goed
erkend en uitgevoerd, dat niet het loodje
met het stadswapen droeg. De stad stond
borg voor de soliditeit van het laken,
binnen hare muren vervaardigd.
Andere tijden, andere zeden!
Men duldde*in dien tijd alleen de fabri
catie van het allervoortreffelijkste. Het
Leidsche laken was het beroemdste der
wereld. Wie het niet kon bekostigen, moest
zich behelpen met Brabantsche en
buitenlandsche stoffen, waarvan de vervaar
diging niet onder zulke strenge keuren lag.
Onder de adreskaarten, die een bijzon
dere aantrekkelijkheid aan de laatste afle
veringen van »0ud-Amsterdam" geven en
waarvan ik in deze aankondiging slechts
moeilijk kan scheiden, zijn er van boek
en kaartenwinkels, hoedenmakers, boek
binders, makers van' blaas- en strijkinstru
menten, goud- en zilverdraadwerkers enz.
meestal voorstellende de plaats en de
uitoefening van het bedrijf.
(Slot volgt.) A. C. LOFFELT.