De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 25 januari pagina 3

25 januari 1903 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

flo. 1335 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. in d«n kamp tegen de goden der eeuw, en ik heb hem mij meermalen gedacht, gelijk de vroeg gestorven Holswilder hem eens kranig teekende: een foreche gestalte met kloek geheven hoofJ, het ontbloote zUraard uaet de kruisgreep voerend, het teeken des kruisfs op het lange gewaad: eéft kruis ridder te velde. Want bet was hem niet in de eerste plaats het zinnebeeld van goddelijk lijden en goddelijke genade, dat kruis: veeleer de aanvuurder tot menschelijken strijd: ,Hoe str»a't het op de botst bij 't barnen der ge?arer, Op 't ridderlijke seMld, Of aau ce «rei p van 't zwaard, dat, blank der se'jede ontvaren, Dm dorst naar eere stilt. Bij hem staat vast als een getuigenis van eigen aard: Der volken leven keiit bij 't wisslen van den tijd G.en wieling, sltclits a vorm, slechts a bestaan: den strijrf. Welnu, hij heeft gestreden, zijn heele leven, in woord en in daad. Hij h opgekomen voor het katholicisme met al den ijver van een innig overtuigd zoon der Kerk; hij heeft in proza en verzen gepleit voor het herstel van het pauselijk gezag; en in zjjn verontwaardi ging over wat hem verongelijking dacht was hij niet kieschkeurig in zijn woorden. Als hij een In Memoriam wijdt aan den kardinaal AntonelH, dan klinkt het honend: ...Het koir der rooverscharen Stemt mtt het koor der lage lastcrkerk, Byenenbroed kan noalt de lijken sparen Eu be d-r zang klinkt huilerd langs uw zerk, en we behoeven niet te vragen wie met die »rooverscharen" en met die »lasterkerk" bedoeld werden. Maar, en dit moest er bij, hij was ook een warm vaderlander, met veel liefde voor ons mooi verleden. Dit deed hem in zijn bekende gedicht Vondel strofen schrijven als: Rfjs nog eeimaal voor onze oogen, i'ibre, heerlijke Amstelstar1, Die da schatten jener wtreld In uw araciterjgordel vat. Rijs, Vet,et:ëvan cni Noorden, U t der eeuwen somber graf, Sctiud de wevlcn van 't verleden Voor het rijkste dagl c'it af! Rijs nog eenmaal, in de volheid Vau uw zestiende-efuwsch1; pracht, Met nw forsche lu-gerijen, Biel door hun eigen kraclit; Heerlijk glanst gij nog in 't heden: Neen: uw winter daaWe niit... Maar de dasjeu uwer !é.te Zijn der glóne rijksgebied. Zulke verzen moesten den Katholiek wel samenbrengen met gelijkvoelenden van geheel andere geestesrichting. En de heer P. H. T. Braam heeft in Woord en Beeld medegedeeld, dat zijn vaderlandsche zang Kijkduin hem de vriendschap bezorgde van Dr. J. van Vloten, door Schaepman »den goedhartigsten en hoffelijksten man ter wereld" genoemd. We weten hoe Potgieter raet sympathie over den toen 23-jarigen Schaepman aan Eusken Huet schreef (Drieven I), en do '1-jwKiWHSH iiïim it HU i 'IKIlIIIIEIItlltllllltllllillllllIflUltllflI'jllSIiaiïIlltlIIII Spookhuizen (c Amsterdam, 5) DOOK JUSTUS VAN MAURIK. Op een Zaterdag nacht ik was dien avond niet laat naar bed gegaan ontwaakte ik door een sterk gedruisch boven mij. Ik hoorde de snelpers ioopen, ik voelde de dreuning, en het m\j welkekende geluid deed mij denken : Er is zeker een spoedwerkja, (een smoutje met haas!) gekomen, misschien een doodsbriefjc. Zooiets gebeurde wel meer. Ik dacht nog bij mezeif dat 't wel zoo pleiiierig was in mijn zacht bed, dan in de kille drukkerij, Meef nog een poosje naar de draaiende snelpers luisteren en sliep toen ruttig weer in. Gewoonlijk had ik 's Zondags niet veel haast om op te staan en was ook de familie niet al te madnaal. Daarom verwonderde het mij, dat ik mijn zwager reeds bttrekkeiijk vroeg aan m\jn kamerdeur hoorde. 'n Spoedwerkje gehad van r, acht ? infor meerde ik nieuwsgierig. Niet naar bed geweest ?" N-neen ! ik ben er nog van ontdaan. Heb je van nacht dat leven gehoord op de drukkerij ? De snelpers liep ..." Waren ze dan niet aan 'tweik?" Wel neen ! Ik werd er wakker van en mijn vrouw ook. Om je de waarheid te zeggen: ik durfde niet raar boven, en bovendien mijn vrouw hield me tegen, z^j dacht bepaald dat er dieven waren, en na een poosje hield dat ge luid ook weer op." Ik was in een oogenblik gekleed en zei: Laten we dan nu samen gaan zien overdag heeft 'n mensen altijd meer courage, niet waar ? We gingen naar boren en vonden in de druk kerij alles op zijn gewone plaats, maar de snel pers was in beweging geweest, de inktrollen waren onklaar gemaakt en de schroeven eraf gedraaid; bij nadere inspectie vonden wij ze by elkander liggend, op den grond. Er was bepaald iemand aan de pers geweest want hier en daar lagen inktdioppels van de rollen op den vloer, naast de pers alles was verder in orde. We keken elkander verbluft aan, niets begrypend van dit wonderlijke geval en ik zei: laten we nergens aankomen en den boel laten liggen zóóoala hy ligt. De meesterknecht komt morgen vroeg het eerst, hy is Zaterdag avond het laatst op de drukkerij geweest, laten we eens afwachten wat hy zegt. Zoo de J en we; d'anderen morgen kwam hy en vroeg dadelijk aan my'n zwager: Meneer is u gisteren soms met de snelpers bezig geweebt ? De inktrollen zijn onklaar en de schroe ven liggen op den grond. Alles werd minutieus onderzocht, maar zonder gevolg, de drukkerij was Zaterdags-avonds door heer Braam heeft in bovengenoemd artikel nog dit medegedeeld : »»S. Maria, de Z indaresse van Egypte" heeft, zoo verhaalt de doctor zelf, »my de groote vriendschap van Potgieter bezorgd. »Reeds voor mijn vertrek naar Rome had ik zijn kennis gemaakt. Ik belde aan het huis raet de hooge stoep, op de Lelie gracht bij de Keizersgracht. De meid die mij opende, nam den mageren langen kortbroek van het hoofd tut de voeten op. »»Is meneer Potgieter thuis?" vroeg ik met eenig vertrouwen. Want Alberdingk had mij aangekondigd. »»Jawel Pater," was het antwoord, »maar uwes is liitr niet terecht." »Ik hield aan: »is meneer Potgieter thuis ?" »De eerbare vrouw werd schuw, zij vreesde dat ik in de eene of andere ge vaarlijke functie kwam. Daar klonk een gulle stem op de trap: »»Kom boven, kom boven!'' De ferme gestalte, de kloeke kop met de muts wer den z chtbaar, een echte mannenband greep de mijne, ik had Potgieter gezien." Humor en hartelijkheid zija in dit ver tellen onmiskenbaar. En zij kloppen met dezen indruk dien een persoonlijke ontmoe ting gaf. Niet dikwijls kwam hij, ook in zijn verzen, in weeke stemminger?, maar soms is zijn diepe geroerd-zijn onmisken baar. Zoo in dit coupleije uit zijn gedicht aan Alberdingk hijm gewijd. Gij op de lijkbaar dj idealen Staan met gt bogen hoofde stil, NOS; luistrend of geen ademhalen Dea rnoui beweeg, zoo lei k en sti). Emotie trilt er ook door zijn verzen, telkens weer als hij den Paus gedenkt, in zijn laatsten strijei voor een ondergaande werelelsche macht. Zoo in Een aalmoes voor den Paus vooral in deze stemmingvolle verzen: Dof tud'rde 't grsclut bij 't lijzen van den morgei', Da heuvlen kaatbten 't weer; Een bat gij stond verging iu hopen, wachter, zorgen, Daar was geen hope meer. Dof bulderde 't geschut, dof dreun ie 't door de luc'jter, M t telkens de iïai stoot; Dfar volgde op 't wild gedrubck der gonzende geruchten DJ stilte van ds n dood. Zulke stemming hetrscht ook in verschil lende strofen van zijn Napoleon. Maar meer in zijn element is hij als hij zijn katnplust of zijn geestdrift kan bot vieren. Dan worden zijn verzen als een bruisende stroom van rhetoriek, 't eene beeld verdrirgt het andere, en 't stuwi in machtigen drang aan ons voorbij, 'k Zou te veel citeeren, als ik ook hiervan nog voor beelden ging bijbrengen, en immers, zijn A//a Sofia is onder ieders bereik. En nu zijn proza? Het had dezelfde hoedanigheden als zijn lyriek. Alleen kwameii er andere, en met name zijn pole mische gaven in aan 't licht. Hij was een handig, geestig, vaardig polemicus. En hoe zijn stijl zich (vanzelf tot Jyriek) verbreedde als hij bewondering uiten wilde, toont dit fiimmtimimiitiiiimiimiiiiiimmimi mijn zwager zelf gesleten en kon van geen andeien kant, rö:h door een deur, lösh door een verster werden bereikt... Eu heeft u later de oplossing van dat raadsel niet gevonden 'i Kan er ook kwaadwil ligheid van den een of ander, die zich had laten insluiten, in 't spel zy'n geweest? Maar ik zeg u imaers dat er niemand uit- of in de drukkerij kon komen, zouder den sleutel, die mijn zwager in bewaring hal. We hebbea nooit ontd-kt hoi die vork in den steel zat. Dit is niet het eenige vreemde geval geweest, wat ik bijwoonde ik zou er een menigte kunnen opnoemen, maar niet allen even belangrijk, en daarom zal ik u alleen nog een paar voorvallen vertellen, waaruit u zien zult dat wij er na ir gingen verlangen te kunnen verhuizen. Op ee., avond b.v. kwam ik thuis en vond mijn familie doodsbleek in de huiskamer met den nachtwacht, dien zij hadden binnengeroepen. Mijn zwager en zuster, die rustig bij de lamp hadden gezeten, hoorden den sleutel in de voordeur steken, haar opensiuiten en weer dicht doen. Mijn zuster, in de verbeeld ng dat ik thuis kwam, zei da;ir is mijn broer" en toen ze eeoige malen op de kamerdeur hoorde kloppen en opbaar binnen" niemand de kamer inkwam, ging mijn zwager zien waar ik bleef. Zoodra hij op da trap was duwde Het" hem zachtjes op zij, scïioof onzichtbaar langs hem heen en ging naar boven. Ontzet, bleek en bevend kwam hij weer by zijn. vrouw terug, dia angstig er op aandrong een onderzoek m te stellen ; zij meende dat het toch wel een in dringer kon ijn, die zic'a verbergen wilde en dat haar man, d_>or den plotselingen duw ver schrikt, hem niet had gezien. Met hulp van dan nachtwacht werd het geheele huis doorzocht, in alle hoekjes en gaatjes. Toen ik thuis kwam was de expeditie juist afgeloopen ik kende mijn familie te goed om aan hen te twyfelen, in welk opzicht aan ook. Op een anderen avond zaten mijn zwager en : zuster by'een, rustig lezend, de hond lei aan ' de voeten van den baas en d? kat sliep op i een stoel. j Plotseling werd de kamerdeur opengedaan?! het slot dat eenigszins rammelde hoorden zij omdraaien en ... er kwam nieaaand binnen, maar toch was Htt" eensklaps in de kamer en ging langs my'n zwager heen. De hond vloog woe- i deed aaislaand op en bleef blaffen met de i voorpooten gestrekt vooruit, als' angstig, grom- ! mend e.n de tanden toonend iu. de richting waar liet" zich in de kamer bewoog. De kat stond recht op den stoel, raet fcteil opgezet haar heb u wel eens een kat gezien die in angst zit? Ja! nu, zoo bleef het dier in dezelfde richting kijken en blazen totdat lUt" door de kamer was gegaan en door een andere dtur verdween. j Het was een te zenuwachtig leven in dat hui-, want, afgescheiden van die wonderlijkste voorvallen was het onophoudelijk geheimzinnig opengaan van en het kloppen op de deuren, het geluid van voetstappen en vooral de tegen woordigheid van //??{", dat nu en dan de be- ! fragment uit een verheerlijking van het voor hem nige Rome, dateerend van 1S77: i Zonder schaamte en zonder schroom . heeft de stad der Caesars en der Pausen ; haar historie geschreven, maar het laatste i en het hoogste woord over haar zelve e>nt- j brak ne>g. Toen is de St. Pinter verrezen ! en het Pantheon gewelfd boven het graf van den Galileeschen visscher, aan wien ; de Man van Nazareth de sleutelen van het rijk der hemelen hael gegeven, toen verrees ontzettend en harmonieus reusach tig n vol majesteit de tempel van den gekruisten God ter herinnering aan zijn gekruisten apostel. In dat wonderwerk sprak en spreekt de historie van Rome haar hoogste en beste woord, het in volle, machtige klankrijke verzen geschreven epe)s van haar verleden en de in breede statige vlucht ten hemel opstijgende hymne van hare hoop. .Nu gevoelt gij u we! te Home, nu gij den St. Pieter uittreedt, ste>rinachtig bewo gen, half droomend, ha.f dwepend, biddend en juichend en in alles gerust. Gij zijt te huis en, terwijl gij voortstapt met een der l getrouwen vaa voorheen naast u, doet gij ! in ieder opzicht als een, die na een langen j tocht tehuis kwam." Welnu, na e^n veelbewogen leven is hij, als voelde hij wat naderde, naar Rome teruggegaan. En »tehuis" is hij gestorven, de man, dien wij nu missen zullen, niet als groot kunstenaar, maar als krach tige persoonlijkheid, ten volle »man op zijn dag!" W. G. VAX NOUIIUYS. 10 Xocciiiber 1S30?10 Januari 1003. Op ZoLdag d-n 2=n Octoter 1SS7 had er te G;nt een van die groo'sche bitoogingen plaat?, zooals onze Vlaamsche broeders d;e weten te organiseeren. D.trriaal droeg zij een bijzonder karakter, want het gol i Jul U3 Vuylsttke ter £,c'egenhe:d van zijn 25-jirig lidmaatschap in let algemeen bestuur vaa het WiUems-fondp. Ogenschijnlijk een simp:le rf den om te jubelen, dcch inderdaad een gelukkig gekozen aanleiding om den man te teren, die wars van uiterlijk vertoon, de ziel w&s van de Vlaamsciie bewe ging, zooals deze in het VVillems-fun is tut uiting kwam. Aan htt feestbanket, door den G"ntscliea burg^meester gepresideerd, zaten met den jubilaris niet minder dan drie honderd Noor j- en .ZuiriNede-rlanders; aan de eeretafel uit Belgiëde Brussoleche burgemeester BuU, Jan van Beer0, Beno't, Jan van Rijswijck, Sabbe, Ho^te en andere kopstukken der Vlam ngers ; uit, Hul'aiid professor Qtinck, Mr. Rn et en de L"idi:cLe student Humme, als hoofdman der zonen van de Ljidsche Alma Ma'.er, die hier door zestien hunner vertegenwoordigd waren. B;noit had deu Piiest- en Stnjdzang van Juüus Sabbe getoonzet; Eoiitaiue bracht hem ten gchoore ; Jan van B; ers s^prik uamens het Verbond der Vlaamsche liberale; Ve reeLigingen, professor Quicïnamens Noord-Nederlard. A'le deze en zoovele ai deren mede wilden in de eers'e plaa's den onvermoeidtn, eerlijken strijder voor de Vlaamsche zaak huldigen, ook de dichter en geschiedschrijver werden niet vergeten al even min als de onvermoeide arbeider voor de volks ontwikkeling. Di) betooging is ztker een der lichtpunten geweest in het docr allerlei cms'aodighedin wo: ers zelfs overdag geen rust gunde, onverdrajeiij'i. We zijn verhuis! en waren hartelijk blij dat we uit die geheimzinnige omgeving waren. . . En is er later geen \erklaritig gevonden ? Wij hadden er zoo onze rolle bekomst van, mijn waarde heer, dat we er geen moeite meer voor gedaan hebben ... of de inent chen, de ra ons het huis hebben bewoond, ook iets dergelijks ondervonden weet ik niet; ik heb er maar niet naar günformverd. Ik gsi het inij door dien oog- en oorgetuige, die tegenwoordig nog te Amsrerda'n woont, meegedeelde zoo getrouw mogelijk weer en kan er bijvoegen dat h; t huis, na eenigen tijd ledig te hebben gestaan, verschillende bewoners heeft gehau. Irgewonren informatica hebben mij de overtuiging gescho: ken, dit in later jaren in bet bewuste huis geen spokerijen m;er zijn voorgevallen. Het w.irdt tfgenwoordig ook niet meer a's spookhuis beschouwd of besproken. * * ?* Een eins'p verder op her. Singel vindt men een groot ouderwede!], voer cdiiigr'n tijd ge restaureerd inefllpakhuis, en daarnaa-t een zter smal gangetje, dar een kort ei°d recht gaat, tot aan ee;i o,) clou lioek b:ande;,e!e 'antaarn en dan met een bocht tm-sche. de rondo L'ithersche kerk en hooge pakhuizen loopt, uitkomende iu ll"l Kut te g at. Dat is de ()'sem-]tüok?tetij. Terwijl ik d i r. s;:hriji vertoont zica \oormijn. geest orz; oud?) kistenmaker Jan Bxims, een somber in zichzel»en gekeerd man, die jaren lang in da Iv'ifeS^ch'j stte,i< had gewoond en als hij eens vour een enkf,!-;n Leer spraakzaam werd, aliijd wonderlijke histories vertelde van visioenen en voorgovoelenn dis hij in zijn woning had gphad. Spoken, meneer:'' zei hij eens, toen er gekheid gerar.akt werJ o?rr een huis waarvan men beweerde elat het er niet richtig was. Ja moet er rnVr. mej spotten, ze bestaan meneer, maar met G.)Js toe.ating tot straf van het menschd.im. Ik zou h;,t niet zeggen als ik ze r.iet dikkels zelf had gezien. Ik was d'r niet eens meer huiverig voor ik zag in 't huis waar ik woonde continueel een vrouwnnschiai. die de anderen nooit zagen; ik schijn d'r 'n soortement aantrekking voor te hebben en het is soms een voorteeken en e-n waarschuwing roor me, altijd zoo geseid geestelijk! In rnyn straat weten ^e je alletnaal nog te veriellen van htt Oaenf^ook ; zf, hebben er dat kleii;e straatj; langs de roude Luitersche kerk nasr geroemd " En dan deed bij een griezelig verhaal van een lange witte tnoverkol, met vurige-roode ooge'i en een wij'len gap^riden mond, waaruit gele stiiik.;tide ;ook w.i.kte en gruwelijke ge luiden klonken aK het door de steeg rondsloop. 't Is een gruwbaarlijk wezen, meneer l elke derde Vrijdag van de maand komt het te voorschyn uit den kelder, waar het huist, achter in de i-teeg 't (iodit cl ? schippers en de s:chepen in 't Singel met uwes permissie met paarden vijgen en haait derhüroerpenr.en weg. 'k Heb het zelt meermalen gezien, 't was vergrauwde leven van yde Vlaamsche beer", zooals hij vaak geheeten werd wegen» het hoekige in zijn karakter, dat nimmer plooide, en waaraan hij evenzeer den eerenaam v»n »Vlaameche rots" rad te danken. Zoon van een Gentsch magistraat, genoot hij zijn opvoeding aan het Atnenaeum aldaar, waar hij al spoedig de aandacht trok van professor He remai s, den leeraar in het, Vlaarasch, en zich bijzonder onderscheidde. AU student werd Vbyisteke de ziel van een hoopje jongeren, geen wonder, hij was 't geweest die nog r p het, Athenaeum de vereeniging 't Zal wel gaan s'icbtte, bij was 't, die in zijn studenteuliederen de idtaltn en luchtkasteelen van die jongeren Aan de groote verwachtingen toen door den jorgen dic'iter gewekt, heeft deze slechts ten l alve voldaan ; zija eigenlijk letterkundige bagage '3 met veelomvattend, al dott zij niet vo">r die van Haversm dt onder. EÏU dicLter, eeii zieLer is. Vuy'sr.eke iian ook niet geweest, niettemin hebben zij e latjes en verzen later bij elkaar als verzamelde gedichten (18S1) uitgegeven menig ditnibartn l zei gevonden, zooals zijn verschil lende opstellen over de Vlaamsche beweging en pohuek^ qjausties in 1S87 als «verza melde proza^ciiriften" verschenen door zijn tijdienooten werden gewaardeerd. Als histor'cus gaf Mij met Nupoleon de Pauw de ^Rekeningen der stad Qint" (ujdvak van Jacub van Artevelds ) uit en voor het Wille mr -fonds o. a. de ^Korte Statistieke be&ciirijviag van België", terwijl onder zijne leiding niet minder dan 150 deelen volksgefc'iriften door die vereeaiging het licht zagen. Vóór a'les en ia a'les was deze Gcütetaar de vurig liberale Vlaming. Zijn vereeniging »'r, Zal wel gaan" ademde zooals hij zelf getuigde een klotke, vrijzinnige anti-paapsche geis^" en toonrie zieh onverbolen Nederlandtch gezine-'; het Willems-fonds werkte a's een V'aamsche maatscliappij »tot Nut van 't Algemei n" op breeder standpunt iudizellle richting. Aan de Vlamingen zij het overgelaten te beslissen in hoeverre d^ Inerale stiooming al of niet ten goede is gekomen aan den strijd tegen de Pranschkilliens, doch Vuylsteke was nu eenmaal de liberaal iu merg en b^en en als eerlijk man meende hij niet te mogen transigeerer. Als leider in de politiek was Vuylsteke trouwens niet gelukkiger dan in zijn bijóondere levensomstandigheden. Wel kon hij als gf meenteraadslid een stoot te meer geven aan de broefenius der Naderlandsche taal en was hij een der mannen, die in u Gent een gesubsidieerden stedelijken schouwburg schoiken, doch overal vond hij tegenwerking, zoo weerde men hem zorg vuldig uit de sc'-.oulcommissie en gelukte het niet hem etn zetel in Let Parlement Ie bezorgen. Niettemin heeft hij iu Vlaamsen- Belg. een belangrijken invloed uitgeoefend, weike nog lang merkbaar zal blijven Na zijn n:et, geslaagde candideerh g in 1875 trok hij zich uit de politiek terug. Het was in de dager, toen hij besloot Je adïeicatie vaarwel te zc,rs;eii en zich in den boekhandel te begeven. O.)k hierin was hij niet fortuinlijk : huiselijke befloniineringeu kwelden hem en zoo zag iiij zijn levensavond aanbreken als een verswaktc, mistroostige grijsaard, geibukt gaande oudir.leed en ziekte. Den 12en December werd hij door een beroerte getroffen ; eerst weken later maakte de dood een einde aan zijn martelingen. Eenvoudig had l ij geleefd, eenvoudig wen^chte hij te worden begraven. Etn. ridderkiuis had hij eens afgeslagen, en ' o ;n hij jaren later geheel bij verrassitig met de L opolls orde begiftigd werd, waterde bij niet, oai aen schijn te mijden van aaLsteller;g t^ zijn. Het ord:.teeken heeft hij eveLwel nooit, gedragen. Eu zoo schreef hij in zijn testament, lat l.ij wer.sch.te worden bijgezet zonder rouwkap;! of ve rsierde lijkkame1", zonder bloemen, kroi.en en kransen, zondtr alle dergeeen lang uitgerekt broodmager wezen, en't liep altijd achterui'. Vooruit kon het niet loopen Oüidat het voor eeuwig verdoemd was door God den almachtige, 't Loerde ook op kinderen, en zoodra de jongens ofmeUjes het zagen maakten zij beereii, want als het er een in zijn klauwen kreeg, draaide het hem z'n nei om. Je kun het in de heele stee^ niet hounn \an de suifu'lucht aU het rondgegaan «-as. Ziet u dat 's alweer j een bewip dat 't uit d-n booze kwam, want de sa'ai heit aliijd zoo'n zwavel- en piklucht bij 'em, dat lees j ?> in de Heilige Sch'ift en dat zal u ook wel weten. Nu is het e-r n jaren Liet meer geweest ; ze z^gjeu dat het weggebleven is sedert in de ronde kerk koorgezongen wordt en de r.ieuw.; brandweer er is, maar je kan nog g en hei! rcepnn meneer, want 't is vahch goedjs d;e spoken; je ken der nooit van op an. Zóó ben j? ze kwijt en zoo komen ze weerom en t' mteeren ein incnfcchheid. Afijn, daar bestain ze voor.. ." Jan Boums was niet vatbaar voor reder,e:rii g en hoewel ik hun trachtte te overtuigen dat er nooit een ossenspook" was geweest en dat de naam van da stee;< zelf in 'c minst niet in verband stond met duivelswerk of spoten;, i blec-f hij volhouden eiat hij gelijk had en dat zooals hij met kalme minachting zei de j,ennelilikers van 't Stadhuis en boekenschrijvers er geen lor van wisten." Li werkelijkheid is de naam OxtenFpookttecg slccQts een verbaster ng van O -j ?xpoortztery, want op die plek was in Ao ;GL'2 de ingang van de bierbrouwerij het 0.<je" waar Korn. M.-rtsen toen brouwer was J. ter GOUW'B Ams>te!odamiar.a, I. Pag l! -. 3f, meneer, ik heb die uitlegging ook gelezen, maar toch heb ik het ossenspook ge zien en zelfs een rammeling er van gehad, zei mijn barbier, terwijl ik onder 't mes zat, en hem hij is verbazend goed op do hoogte van de gehede buurt van den Nieuwendijk en omstre ken nog eens naar die steeg vroeg. ? Och kom? Ileusch waar ! Wij als j ingens liepen dik wijls door de ossenspook" en riepen : Spook l Spook ! kom r.ou 'reis voor den dag als je lef heb natuurlijk kregen we nooit wat te zien. Maar op een avond kwam een van m\jn buur jongens en zei: Hanri kom nou 'reis mee, nou heb ik 't spook waarachtig gezien 't is in 't huis op den hoek, je isan het duidelijk voerde glazen heen en wf er zien gaai, maar 't is zwart en groot. verse;hrikkclijk groot ! Wij er heea met nog een paar kornuiten ; 't was donker, buiig, mistig weer en de straatlantarers brandden niet. 't II -ekhuis had al heel lang leeg gestaan, in het pakhuis op den anderen hoek was 's avonds i.ooit volk en op de gracht was 't doodstil. De steeg zelf was pik donker. M'n hart klopie toen ik met mijn vrienden door de nauwe steeg sloop Ja cMi'ir- zagen we wat, Hauw-licht en donkere tchimraen, die in het onbewoonde huis rond waarden, ze bewogen hcfin en weer, werden grooter en kleiner e n verdwenen toen ineens. Wij bonkten een paar maal op de deur en gilden: l lijke praal vertoornt g." Geen redevoeringen, geen levensbericht iei de jaarboeken van de weten schappelijke lichamen waarvan bij lid was, ook geen gedenkteeken. M t Juhus Vuylsteke is een der meest karak tervolle mannen de Vlaamsche beweging uit de tweede helft der 19s eeuw ten grave ge.daald. De meeste zijner medestrijders gingen hem voor als Conscience, Van Beers, Heremans, Sleecks, Hiel, Benoit, Guido Gezelle en anderer, wier namen blijven voortleven »in gene zijde van den Moerdijk, en ook in Hol'a-.d niet worlen vergeten, zoolang het geloof in een groot Neder land zal voortbestaan. Dat geloof opnieuw te hebben aangevuurd, niet met er kele stroohundeis van tafelweïsprekendheid of c n?rtsgedebatteer, maar met de olie van zijn rustelooreu arbeid, is een der groofe verdiensten van Vuylsteke. F. BBHttlMHtHMHM 40 cents per r»g? 1. TRADEMARK PÜARTELUS COGNAC, Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle Wijnhanöelaars en bij de vertegenwoordigers liOOriWAXK A. BiU'.OIKR, Wjjnhanuelaars te Amsterdam. Hoofd- Depot VAJi Dr. JAEGEfi'S B! K. F. DKUSCHJ.K-BF.NGBB, (' .^fciü^'A Amsterdam. Kah-jrstr. 1&7, '? '"..-?? ?'?' \ i '' lf""'* '?''*?& Eenig specialiteit in -f'*^ --i. artikelen. in gehe:>l S Versterkend, lichtverteerbaar t n opwekkend is Verkrijgbaar inj apothekers en drogisten. OrnBl- es Mtetel OM A K.A.l,*no\ Arnhüm, Koniügsplein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in lïa Repsrcernn - Stemmen Ruilsn HIUIIIIIMIUIIIIIlllimiMMf O, ossetp ok! waar zit je nou ? en een van ons, die zijn courage wou toonen riep: Leelik spiok, kom d'r uit als ja duift ! en hij smeet tegelijk met een stuk straatsteen een i uit in. Daar gaat me eemklaps de deur open en vliegt een lange spierwitte gedaante op ons aan -?de schrik schoot me in m'n knieën een van m'n kameraadjes rolde over z'n eiaen beer.en, ik viel ovtr hem heen en meteen voelde ik een kouwe hai d, die me in m'n nek pakte 'k Was als bestorven van schrik en ik dacht: Henri daar ga je, nou draait ie je r.ek om.. . maar ik kreeg alleen een paar harde tikken om ra'n ooren en ten echop tegen m'n derriére, niet zuinig hoor ! De andire jongens waren gillend w.'ggestoven. Ik hoorde nog: Verdamter Schlingel ich scll jou leercn kom r.oen noch eijal zoeroek dan schla ick je tapoet l" en toen holde ik zonder om te kyken naar huis. Daar wan al een van de jongens om te vertel len : dat Henii door'c ossenspook was te grazen genomen en dat zijn nek omgedraaid werd. Later hebben we hartelyk om 't ge val gelachen. Er waren namelijk stukadoors met licht aan 't werk ki 't leegstaan Ie huis, waarvan de glazen waren wit gemaakt, daardoor zagen we die schimmen bewegen en grooter worden. Ze zouen juist naar huis gaan, toen wij die ruit ingooiden. E- iii, nou begrijpt u de rest, inaw meneer, als ik tr uu weer aan der.k, zie ik nog die lange witte kerel ! Brrr ! :k stond doodsangst uit iu dat moment ... en weet u wat nou 't malst is van de heele historie ? Dat later niemand gelooven wou dat 't maar een stukadoor was geweest. Zs zeien, dat ik me verg st had nou vraag ik je?" VI. 't Is opmerkelijk dat, zoodra te Amsterdam het een of andere perceel den i;aam van Spookhuis" krijgt, dit bijta zeker de voorbode is van zijn ondergang. DJ spoken schijnen zich slechts te laten verbannen door den slooper; voor breekijzer en moker gaan ze op de vlucht. Zoo heb ik te veigeefs gezocht naar een breed huis met platte dakly>t en drie maal drie ramen boven de deur en vensters van de straatverd.eping dat op de N. Heerengracht vlak tegenover de brug, die raar den Park schouwburg voert, stond. Het is i u verdwenen; er is een ander, meer modern huis, voor in de plaats gekomen, en op die gracht zullen wel niet veel met.schen wonen, die zich nog herinneren dat het bedoelde huis een onnoemelijk aantal jaren ledig stond gesloten, beneden met luiken voor de ramen en met een ijzeren stang en hangslot op de kelderdeur; boven hingen oude, op 'de vouwen versleten ophaalgordijnen voor de vensters. Aan den deurpost was een bordje gespijkerd met de woorden: e Huur. Van tyd tot tyd kwam er een familie, die beproefde er te wonen omdat de eigenaar het schappelijk met de huur maakte, maar ge woonlijk waren zulke waaghalzen er heel spoedig weer uit en hielpen dan vlijtig mede om de repu tatie van het bewuste huis verder te bederven. (Wordt vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl