Historisch Archief 1877-1940
N°. 1336
DE AMSTERDAMMER
A°. 1903
WEEKBLAD VOOK NEDEKLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MATJRIK Jr.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracbt 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden / 1-50, fr. p. post ? 1.65
Voor Indiëper jaar n « mal' » ^'~ .
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12 /a
Bit blad ie verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capucines tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag l Februari.
Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel 0.40
Annonces uit Duitschlaml, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door
de firma KUJUOLF MOSSE te Keulen en dooi alle filialen dezer firma.
I W H O IJ Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ: De
Koelie-ordonnanticn. Wik- en WeeglO-i.en, I, door K. Beyne.
Een dringend woord aan vermogende mannen fn
vrouwen, door J eitje De Bosch Kemper.
Spitsroeden 'oopen. SOCIALE AANGELEGENHE
DEN : Onze kennis van den stand der Arbeids
markt, door C. v. D. KUNSTEN bETT^REN:
Muziek in do Hoofdstad, door Ant. Averkamp.
Een b zoek aan de Vereeniging tot aanmoediging
van onbemiddelde Kunstenaars, door J Boontje. ?
Een herinnering. Dr. H. J. A. M. Schaepman door
Catharina Alberdingk Thym. Van Eeden contra
Van Deyssel. Bg het 25-jarig bestaan van de Vrije
Gemeente. Toespraak gehouden 30 Nov. 1902, door
P. H. Hugenholtz Jr., beoordeeld door v. H.
Het nieuwe Vlaanderen. Leo N. Tolstoy, Rus
sische Volkslegenden en Hoe men de liefde wint.
Uit het Engelsch door Iris, beoordeeld door di. J. B.
Schepers FEUILLETON: Spookhuizen Ie
Amsterdam, VI, door Justus van Maurik. RECLA
MES. VOOR D-MES: Naar de Zwemschool!,
door F. J. van Uildriks. Kinderlitteratnui, door
N. van Hichtu n. Aar ige k nderlectuur, door
F. J. van Uildriks. Dames-idyllen, door L. v.
O. V. ouwenkleeding, door Vera. Allerlei, door
Caprice. BOUWKUNST: De nieuwe Beurs te
Amsterdam, door H. Walenkamp. - UIT DE
NATUUR, door E. Heimans. SCHAAKSPEL.
FINANCIEEL E EN OECONOMISCHE KRONIEK,
door D. Stigier. Van der Palm in 1813, dior
dr. I. Mendels. INGEZONDEN. ADVER
TENTIËN.
«IHIIIIII iiiiiiiniiiimiiiii
De Koelic-ordoimantiün.
Het boekje van Mr. v. d. Brand »De
millioenen uit Delf' heeft aanleiding ge
geven tot velerlei beschouwingen hier te
lande en thans komen ook de Indische,
in 't bijzonder de Deli-bladen, een woordje
meespreken.
Iets andera kon men niet verwachten,
«n mocht men ook niet verlangen.
Terwijl wij gaarne kennis nemen van
hetgeen vóór en tegen de geruchtmakende
brochure geschreven wordt, en dienaan
gaande onzen indruk wenschen mede te
?deelen hebben de uitlatingen in de
DeliGowrant en de Sumatrapost o ver de plaat
van het Weekblad in de eerste plaats onze
aandacht getrokken.
Tot recht verstand van de door ons ge
geven voorstelling, die »een beleediging voor
3e Delianen" wordt genoemd, het volgende:
In v. d. Brands geschrift komen o. a.
de volgende advertenties voor; advertenties,
wier bestaan op geen enkele manier be
twijfeld kan worden. Opgenomen ten
overvloede met verwijzing naar de bladen
Deli Courant en Sumalra Post, waaruit zij
zijn afgedrukt.
Feiten dus feiten, waaraan dan ook
tot dusverre niemand heeft durven tornen.
H E G G E L O O I' F X.
Een Javaan geraamd KASANmetl Vrouw
en 2 kleine Kinderep.
Ouderdom 85 jaren. Lengte 10] cM.
Kenteek» nen : linker oog blind.
Om inlichtingen verzoeken
A. SIEMSSEN & Co.
Post: Tebing Tinggi-Deli.
K MIGRAIfTE BT- BUREAU
Midden Java"
W SAMARANG. -*H
Contracteert krachtig
Javaansch. "Werkvolk:.
Spscialiteit in
B A GA LENER S!
Vertegenwoordiger
HERMAN A. LEFÈBRE, Medan.
_ Immigratiekantoor J. C. DE JOXGH
te BATAVIA tot vertrek gereed v r y e con
tractanten 25 vrouwen, 15 mannen, order te
wenden tot den agent
H. A. LEFÈBRE, Medan.
H.H. Hoofd-Admiiiislratenrs en
Administrateurs, zoomede Slagers en
Ondcrwemers van Mynbonw J
Levering ttgeu de laagste prijzen:
Gecastreerd degelijk Madireescli of Oost-lava Trekra,
van 300?375 K.G., voorzien van eert fieaat
van den Veeart?.
Prachtige Madureesche Slachtstieren.
Flink, jong en gezond Oost lava Werkvolk,
Mannen of Vrouwen voor Land- en Mijnbouw,
tegen ? 60.?per volwassen persoon, franco
P Et A WAN.
Belast z'ch met het koopen en verzenden van
Savoeneesche en Rottinecsche Rij- en
Wageiipaardei», uitstekend geschikt voor
Bergterrem.
Minzaam aanbevelend,
K. LEEKSMA Kzn , Soeraba'f.
Emigratie-Kantoor
J. Wf. L.EVIE, Medan.
Telephoon No. 280.
Beveelt zich beleefd aan voor de levering van :
Flink, Jong, GezondJavaausch werk»
Volk, zoowel Mannen als Vrouwen.
Orders worden spoedig en accuraat uitge
voerd, bij aanvragen speciaal
B AG A I-ENE RS.
Prijs en conditiën billijker dan elders.
De Agent,
J. M. LEVIE.
Kanttor Eüttenbacbwep.
Emigratie-, Yertoop- en ComiissitMoor.
Telegramadres ESAS, Soerabaia.
Leveren:
Flink, jong en gezond Werkvolk,
zoowel «Madureezen, J .tranen en Soendaneezen
als Chineezen voor Land- en
Mijnbouw-Oadernemingen.
Risico van desertie van boord voor onze rekening.
$jf Wij hebhen met inse Koeliezendiugen
het meeste succes en zijn bereid kopie
tevredenheidsbetnigingen ter inzage op te zenden.
Leveren OOK :
Chineesche en Javaansche Ambachtslieden.
Belasten z'ch met het effectueeren van alle
mogelijke orders, ook voor pracntig Msdura
en Bali S acüt- en Tiekvee, tegen scherp
concurreereade prijzen.
Emigratie-, Verkoop- en Commissiekantoor.
Telegram-adres ESAS. Saerabaia (Roode Brug).
Voor S O E IN D A N E E Z E t\ :
Telegram-sdrts ESAS, Bandoeüg.
Dat men nu, deze advertenties lezende,
niet in Deli, maar in Nederland, onmogelijk
aan iets anders zou kunnen denken dan
aan een soort van slavernij; een slavernij
waaronder zelfs zij, die zich daarvan be
dienen om hun zaken te drijven ... een
deel van het menschelijk gevoel hebben
verloren, dat men in niet sla ven-houden de
landen als de eerste voorwaarde van alle
beschaving eert, het spreekt toch van zelf.
Welnu deze in de advertentiën toch zoo
grof geteekende toestand van slavernij,
waarbij een mensch als een dier of een
zaak wordt gerekend, werd in de plaat
voorgesteld: door den koelieleverancier zijn
pracntig Madoera en Bali Slacht- en
Trekvee, met zijn gezond, flink, jong werk
volk te samen naar de plaats van aflevering
i te doen drijven; de man gewapend met
: een zweep, als 't beeld van zijn macht, en
de koelie met een ijzeren keten om den
hals, waarop het woord Contract stond,
ter aanduiding van zijn verloren vrijheid ;
en opdat men zich onmogelijk zou kunnen
vergissen in de beteekenis dier zinnebeel
dige groep was een der meest sprekende
van de bovenstaande advertenties daar
onder afgedrukt.
En wat vernemen wij nu? Volgens de
Delicourant was deze teekening een »omvare
| voorstelling, valsch, schreeuwend valsch.'''
En zie hier waarom :
»1°. Loopen de contractkoelies van Java hier
nooit met kettingen om den hals ge
slagen ;
*2°. loopt een assisstent hier nooit met een
zweep gewapend;
*3°. zal een assistent, hij moge dan nog zoo
grof fn ongevoelig zijn, nooit zijnhaid
opheffen ooi eene half naakte Javaan
sche vrouw met een zweep te slaan ;
*4°. Heeft de beer VAX KOL, hier geen
tooneel te aanschouwen gehad, als de
plaat voorstelt en ingang tracht te doen
vinden;
45°. Is de heer CBEMEK geen man om koel
bloedig aantezien. dat een medemensch
np zulk eene wijze mishandeld wordt.
Hij heeft althans het duchtig bewijs ge
leverd van ware menschlieveudheid en
draagt daardoor de Koninklijke onder
scheiding op de borst".
Is de heer van Staden ten Brink, die
aldus protesteert in een hoofdartikel van
de Deli Ct., een ontwikkeld man of...
een kind, zou men willen vragen?
Welke zorg heeft hij aan de beschou
wing van die plaat besteed, vóór hij zijn
piotest schretf?
Zeker, de symbolische voorspelling, vol
strekt juist o. i., is geheel iets anders dan
een geschiedkundig verhaal. Dat zal men
toch in Deli ook wel weten.
Nietwaar, Van Kol en Cremer zaten
niet samen in de galerij; daar passeerden
geen ossen, paarden en koeien met dien
blanken drijver; neen, 't geval is geheel en
al verdicht, en zoo zijt ge dus, als ge wilt,
volkomen in uw recht, wijzende op die
figuren, te zeggen: maar dat is van a?z
onwaar!
Edoch hiermede is de protesteerende
heer Staden ten Brink niets verder. Want
in beeldspraak drukte Braakensiek's een
voudige teekening, twee waarheden, twee
groote waarheden uit, die op geen enkele
manier zijn uit te wisschen :
lo. dat in Deli een toestand van slavernij
bestaat, die de zeden heeft verbasterd, en
2o. dat de Delimannen Cremer als
oud-minister daaronder daartegen niets
hebben gedaar, ; en hiertegen helpen geen
protesten.
Gemoedelijker schrijft Dorus Doeri in
de Sumatra Post:
»Met veel meer recht, kan men de ontvangst
van De Millioenen uit Deli in Nederland een
publieke vermakelijkheid noemen, al is het er
dan ook een van de soort, waarbij htt huilen
den toesc'iouwfr nader staat dan het lachef.
»Wat een denkbeelden hebben ze daar in Hol
land toch over ons gewest! 't W<,s al krank
zinnig wat er zoo nu en dar, als bij ongeluk
eens over Deli gesproken werd, voor den dag kwam,
maar nu, nadat de kranten orer de v. d.
Brandsche brochure hebben geschreven, nu zelfs de
Groene een plaat heeft gegeven en wat 'n
plaat! op Deli betrekking hebbend, nu is
het eenvoudig om meelij mee te hebben.
, Vergeef htt hu", want zij wtten niet wat
zij doen, zou men kunnen uitroepen, maar n>
tusscben wordt daar in het moederland Deli
maar leelijk beklad. En dat alles omdat er een
brochure is uitgekomen die allerhande leelijke
dingen vertelt, die, voor zoover de aanwijzingen
duidelijk genoeg zijn om het na te gaan ver
ondersteld dat ze alle volkomen juist zijn weer
gegeven toch voor de overgroote meerderheid
in geen g«val gebeurd zijn in Deli, dat land
waar dan al die millioenen zouden vandaan
komen"
Hij ontlast verder den heer Braakensiek
van schuld, maar toch moet hij verklaren,
dat de plaat »een beleediging der Deli
anen" is, waarna hij vervolgt: «Maarzoo
ziet men waartoe een geschrijf als dat van
mr. v. d. Brand kan leiden, de door hem
vertelde gruwelen worden gretig geaccep
teerd . . . voor de reclame."
't Is duidelijk, dezen man behoeft men
niets te leeren. Hij weet tegoed waar Abram
de mostert haalt. Praat me niet van dien
Brand en van de Groene, 't is alles
voor de reclame! En heel Deli, als het
dit gehoord heeft, denkt : laat ze ons maar
aanvallen ; wanneer 't ergste komt ... we
hebben altijd nog Dorus Doeri!
En toch van Deliaansch standpunt zou
den wij Herman A. Lefèbre nog boven
Dorus Doeri stellen. De hier te lande
waarjcbijnschijnlijk te weinig bekende heer
Herman A. Ltfèbre i?, ook blijkens
de advertenties, koelie handelaar, deskun
dige dus in de hoogste mate. In den
Javabode van 9 April 1902 werd hij
minder eerbiedig «makelaar in
menschenvleesch'1 genoemd. Naar aanleiding van
een pleitrede voor het contract koelie
stelsel door dezen zelfden heer gehouden,
kon men hem tevens vinden aangeduid als
deOost KustscheTom Healy," wien
»onbeschaamde leugens1' worden ten laste gelegd,
Welnu de Deli- en Koeliespecialiieit heeft
ook het woord genomen over 's Weekblads
plaat. Zijn stem verheft zich als volgt:
f, sinf r'g, vuil en nog meer is de plaat van
de Groene Amsterdammer dd. 23 November !
»En vraag ik hoe het mogelijk is de redacteur
van dat blad en de teekf naar van dien gemeenen
onzin zich tot zoo iets kuimen leeneu ! ! brrr !
??Zijn dat, menschen met kippe-koppen, dat
ze niet beter weten ?
Het is treurig dat er in Holland nog zulke
stommerikken zijn, die zich door een vuil vod
van een schotschrift laten misleiden.
fKom, mijnheer Braakensiek' wat blijft er nu
aan waarheid over van uwe Transvaal-plvtf»? ?
natuurlijk niets!
AN A. LLIKHKK,"
Gelukkige koelie?, die moogt weten dat
er in Medan zulk een fijngevoelige make
laar voor u woont; deze Pro Boer idealist
en specialiteit in Balageners! en geluk
kig Deli zelf, dat een blad bezit, waarin deze
kip met een menschen hoofd zijn eitje mag
leggen zij 't dan ook »bitilcn verant
woordelijkheid der redactie. ' Die goede
redactie ze neemt het wel op maar
houdt zich gedekt.
Neen, dan is de heer E. Roodhuyzen
een ander man. Vijftien jaar heeft hij
niet koelies gemarkt, maar tabak geplant.
Hij weet het alzoo. Eerst geeft hij wat
heelemaal in de koelie-litteratuur nog ge
mist werd, een koelie-idylle . . . waaruit
blijkt, dat een »goed prima'' koelie eigenlijk
maar n grief kan hebben, dat er n. 1. slechts
eenmaal in de veertien dagen rustdag
wordt gehouden.
,Ik schiijf u dit alles, geachte Redacteur,
(in 't Handelsblad, en daar was hij aan 't ware
adres!) naar aan.eiding van een plaat in De
Amsterdammer, die ik niet nader behoef nan te
duiden.
//Deze plaat heeft ons, Delianen, dif p gegriefd. ,
»Zonder nader onderzoek, naar aanleiding
van een brochure, die hier in Deli als tastbare
laster wordt beschouwd, heeft de teekenaar een
plaat gemaakt, die hem, mits het geen bestel.
werk was, nog lang naderhand zal spijten ;
wanneer ten minste de heer Braakensiek het
immoreel vindt, om een geheele categorie van
achtenswaardige manueu te wonder, waar enkelen
gezondigd hebben.
« Reeds een kwart eeuw lees ik met genoegen
iederen Zondag het Weekblad, nu vraag ik mij
af; is dat uu dezelfde mi u, die zoo prachtig
geteekecd hetff ; Ach vader i iet meer'1 en t. >\.
Het blad jraat w<M bard achteruit".
»De plaat, die mij gegriefd heeft, waarop
geteekei.d is; een half onikleede vrouw, die met
een zw(fp gegeeseld wori^t, is, al was de voor
stelling i^een laster, op z:chzelf zoo onesthetisch,
dat ieder kunstenaar weigeren zou zijn kost
baren tijd aan dergelijk kuoeiwerk a la Jan de
Wasscher te besteden.
*Nu leer ;k eerst indien op welke onwaarde
men dergelijke platen voor partijbladen moet
schatten."
//Hoeveel hooger staat de artist, die publiek
het ware goede en schoone leert voelen, dan de
man, die met zijn s'ift een aangeboren handig
heid heeft om, zonder onderzoek vooraf, een
geheele categorie van personen moedwillig te
kwetsen.
.Personen, die er niet tegen hebben opgezien
om in de tropen ver van allen die bun lief
zijn te gaan pionieren, maar niet opgewassen
zijn tegen de handige trucs van mr. J. v. d.
Brand.
, In het buitenland waardeert n en meer,
dat jongelui naar de koloniën van hun land
gaan, in plaats van thuis een armzalig postje
aan de staatsruif te veroveren.
,Indien een partijblai in het buitenland der
gelijke jonge mannen uitteekende met een zweep
in de hand, bezig laakte vrouwen te geeselen,
zou geen enkel intellectueel het blad meer in
zijn buis willen z'en."
De heer Roodhuyzen heeft aeethetische
bezwaren en natuurlijk men dient deze
te eerbiedigen. Nu Braakensiek knoeiwerk
a la Jan de Wasscher geleverd hetft en
hem dit uit Deli in het Handelsblad
bericht wordt, mag onze artist wel een
beetje op zijn tellen gaan passen! Ook
wij, want als ons blad de Deli slavernij
aantast in prent van Braakensiek en in
artikelen van Bookmaker, en dit zóó, dat
het onderwerp niet meer uit de gedachten
verdwijnt en het alle Deli-mannen in rep
en roer brengt, zeker dan gaat zoo'n blad
wel hard achteruit! Toch is dat pas een
begin van het desastre ons door den heer
Roodhuyzen bereid. Hoor maar:
«Over eeriige maanden kom ik met ver
lof in Holland en zal ik dan de taak op
mij nemen een tegen-brochure te schrijven,
een taak, des te gemakkelijker, omdat het
te bestrijden vod, behalve de advertenties
van naïeve koeliebesteedsters, van A. tot
Z. op onwaarheden berust."
Dit zwaard hangt Mr. Brand en zooveel
anderen, ook ons, boven 't hoofd. Maar nu
't zoo nog op een afstand dreigt, willen
wij vragen, zou het heusch niet beter zijn
dat deze heer Roodhuyzen verder zweeg?
Wij bedoelen niet voor ons, maar voor de
»Deliacen" zelf. Zijn koelie-idylle worde
geboekt bij al het overige, waarin een
geestdriftvol tabaksman in koor met Esas
Siemssen en Co., Levie en Lef breden lof der
ordonnanties zingt maar hoe lichtzou
den uit zijn pen niet nog een stuk of wat
noodlottiger zinnen kunnen vloeien, dan
dit ne onnoozele afdoendertje »dat het te
bestrijden vod van den heer v. d. Brand
behalve de advertenties van naieve
koeliebesteeders van A tot Z op onwaarheden
berust". Immers alleen reeds dat eene
woordje naieve in dit verband zegt meer
dan een boekdeel.
Nietwaar, voor personen niet opgevoed
onder koelie-ordonnanties, of door dezen tot,
het drijven van winstgevende zaken in
staat gesteld, zal de taal van die adver
tenties eenvoudig menschont'eerend zijn; zij
zullen daarvan gruwen en walgen, en de
heeren of dames makelaars in
menschenen dierenvleesch tegelijk, die bij onder
vinding weten dat zij door deze soort van
annonces hun clientèle vermeerderen, wel
in de laatste plaats ouder de naie' e wereld
burgers indeelen !
In de Del. Ct tracht men aan die
advertenties alle beteekerjis te ontnemen,
zeggende: «advertenties zijn niet een
toou beeld van goede redactie," er wordt
daarbij »nainder op den vorm, dan wel
op het doel, dat men bereiken wil, gelet."
En verder: »Voor een ieder, die met
Delische toestanden bekend is (dat zijn
de planters, voor hen is deze advertentie
gesteld, niet voor Nelerlandsche redac
teurs) die weet welke beteekenis men aan
deze advertentie moet schenken...." Maar
zóó helpt de Del. Ct. ons onze stelling
bewijzen ... dat is duidelijk. De
Delische toestand is van dien aard, dat de
koelie-leveranciers zeer wel weten, dat hun
aanbiedingen; als in een slavernijland ge
formuleerd, volstrekt niets «stuitends" voor
hun «afnemers" hebben. Juist die adverten
ties doen zien dat de onbeschaamdheid aan
de eene zij, de onverschilligheid of ongevoe
ligheid aan de andere zij, in Deli en elders
in de buitenbezittingen bij de geïnteres
seerden zoo algemeen zijn geworden, dat
men kan spreken van een stempel, dien
het contract-koeliestelsel op de maat
schappelijke beschaving daar heeft gedrukt.
Wanneer men zulke advertenties leest in
J)e Deli Courant, aan welks hcofd staat
als uitgever: De Naaml. Venn. De Deli
Courant, Directeur Mr. Cremer te
'sGravenhage, Redactie J. Deen en W. J. H.
Muller. Administrateur E. W. Petersen te
Medan en in de Sumatrn Post, Redac
teur A. J. C. M. Tervooren, dan moet
men toch wel constateeren, dat in de beste
en intellectueel hoogste elikringen de
slavernij-idee de geesten besmet heeft met
haar gif. Maar hoe zou dat anders
kunnen zijn? Elke slavernij instelling
't doet er niet toe of zij theoretisch, d. i.
juridisch, dien naam verdient, de vraag is
alleen of zij in de praktijk aanwezig
is elke slavernij instelling, hoe ook ver
dedigd ... is uit den booze. Nooit had de
Staat der Nederlanden christelijk of
liberaal haar mogen dulden. Want al
werd zij gesteld onder de hoede van een
Baad van menschlievenden, allen met»de
Koninklijke Onderscheiding op de borst,
zij moet, wie zich met haar afgeeft
demoraliseeren, d. i. het fijn gevoel voor
menschenrechten menschen waardij verzwakken.
En juist deze omstandigheid maakt de
moeilijkheid, om over Deli het ware te
weten te komen, veel grooter dan zij reeds
is. Wij zijn natuurlijk niet weinig belang
stellend in hetgeen de Delianen thans en
in het vervolg te berde brengen en zullen
brengen, ter weerlegging van v. d. Brand's
brochure, en van zooveler verzekeringen,
dat aan de Oost-kust van Sumatra en
elders in de Buitenbezittingen de koelie
schandalen maar al te talrijk zijn; maar
bij de verdediging van Deli-toestanden
door Delimannen zal men steeds de vraag
moeten stellen: in hoeverre heeft het jaren
lange leven in een maatschappij, die door
het koelie-stelsel is aangeraakt, hun gevoel
en hun oordeel onaangetast gelaten,
zoodat men op hun maatstaf van afkeuring
en waardeering zal mogen vertrouwen.
Ter verduidelijking halen wij hierbij
enkele regels aan uit een artikel in de
Delicourant van 3 Sept. 1898, door den
heer v. d. Brand gesteld op naam van
den heer Deen.
*E.-n Nederiandsch geleerde bezocht Del;,
wanneer doet er minder toe; hij ttaat bier te
lande bekeid als een zeer scherpiirnig en uiterst
coLscientieus man en hetgeen hij meedeelde over
de behandeling der koelies op Sumatra, is in
n woord hemeltergen^. Maanden geleden kwam
mij zijne opinie ter oore. 't Zal erg overdreven
zijn, dacht ik, en met dezen en genen er over
sprekende, kwsm ook bij mij ten slotte het idee
boven dat een .geleerde, niet gewend om met
inlands che werk K r ach'en om te gaan, niet de
man is om de kwestie vrij van zekeie sentimen
taliteit te beoordeeier. Ik zweeg du»,..."
Men ziet het: de vraag dient gesteld:
waar begint bij een Deliman als Deen, en
bij een scherpzinnig, uiterst consciëntieus
man als de geleerde .... de sentimen
taliteit ?
De een, buiten het koelie stelsel levende,
gruwt van het hemeliergende, terwijl de
ander zegt: ja... hij zou gelijk kunnen
hebben, als de koelie geen »inlandsche
werkkracht" was.
Zoo, om iets anders te noemen, be
sloot de Internationale Sociëteit te
Bindgey den heer v. d. Brand niet meer
in haar localen toe te laten; natuurlijk
omdat hij op, naar het oordeel harer leden,
onware beweringen het koeliestelsel in
discrediet heeft trachten te brengen. Maar
zou die heer door zulk een vonnis ook
zijn getroffen, als hij in plaats van tegen
het koeliestelsel te protesteeren, eens de
bladen voorzien had van eenige
advertentiën in den trant van die der heeren
Levie, Lefèbre, Leeksma, »Esar" e. c. ?
En dit zou toch in 't oog van ieder, die
elk soort van slavernij als iets
onmenschelijks verafschuwt, veel erger zijn geweest.
Daarom, en dit wilden wij ten slotte
hier doen opmerken de Delimannen
zijn o. i. volkomen te goeder trouw, wanneer
zij het koeliestelsel als ie<s deugdelijks,
als eene met moraliteit en christendom
bestaanbare instelling verdedigen ; ieder
menscli is voor een deel het product van de
toestanden waaronder hij werkt en leeft ;
rnaar zij mogen op hunne beurt niet ver
geten, dat anderen, gelijk ook wij, dat
zelfde koeliestelsel, uitgedacht om Euro
peanen aan winstgevende bedrijven te
helpen, iets doemwaardigs vinden ; trots de
groote voordeelen die het sommigen geeft,
een gevaar voor de koloniën, een vlek
op ons bestuur, een schande voor het
Moederland. En deze onze overtuiging,
de Delimannen duiden 't ons niet euvel,
zou reeds voldoende gegrond zijn, indien
er niets anders ware dan de bekende
advertenties, welke, naar onze verklaring
in het blad van 30 Nov. j.l. ^woorden
behelzen waaruit voor ieder mensch van
nadenken en gevoel een wereld van
schrikbaren weedom valt af te leiden."
(Wordt vervolgd}.
Wiken Weegloonen
i.
Wie nog oude exemplaren van 't Nieuics
v. d. Dag mocht bezitten, zal daar in een
aantal nummers van December '93 en
Januari '91 kunnen vinden een heele
serie artikelen en ingezonden stukken over
de gebruiken en misbruiken op de
NoordHollandsche kaasmarkten. In de provin
ciale pers heeft 't toen nog wat
nage