De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 8 februari pagina 1

8 februari 1903 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

F. 1337 DE AMSTEE A°. 1903 WEEK NEDEKLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JüSTUS VAN MAÜRIK Jr. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van difc Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, i'r. p. post /' l .(ij Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2 Dit Had is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard <3es Capucines tegenover liet G rand Cafr', te Parijs. Zondag 8 Februari. Adverlenün van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20 Keclames per regel 0.40 Annonces uit Duitschlantl, Oostenrijk en Zwitserland worden u'taluitenJ aangenomen door de firma KUDOLF OSSE te Keulen en dooi alle filialen dezer firma. I U H O U D, "VAN VEERE EN VAN NABIJ: De Koelie-ordonnan tiën, II De geschiedenis v/d staking der ai beidei s in ? het Transportbedrijf, door H. S. Solidari teit Machtsmisb. nik door mr. J. A. Lery. Wik- en Weeglo i.en, II, CSlot\ door K. Eeyno. Ee,i nrsrekening. KUNST EN LETTEREN: Muziek i» do Hoofdstad, door Ant. Averkarnp. BÜVan Gogh op do Keizersgracht, door \V. Ste-nhoff ? Over openbare volksbibliotheken, door B. Bymholt. FEUILLETON: Spook huizen ie Amsterdam, VII, door Jüstus van Maurik. KECLAMES. VOOR D-MES: De vrouw in 's Ktjks dienst, door M. K. Mademoiselle Céline, door Bram v;m Poit, be oordeeld coor G. C. Stellingwerf-Jentink. UIT DE NATUUK, door F, J. van Uildriks. Allerlei, door Caprice BOUWKUNST : De Nieuwe Beurs te Amsterlam, V, (SJot), dooi' H. Walenkamp. KUNST : De kwestia der Nachtwacht-verlichting, door W S. Herinneringen uit Egypte, II, (Slot), door dr. N. J. Singels.?SCHAAKSPEL FINiNCIEEIE EN OECONOMISCHE KRONIEK, door D, Stigter. LETTERKUNDE : Pol de Mout, d or B. Hugo Verriest, I, door J. Aleida Nyland. Ave Imperator! Roman uit de dagen van keizer Nero, door J. Haardt, beoordeeld door K. J. Evers jr., Samenleving, door P. ADVEBTENTIEN. liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiituuiimniiiiiiiii De Koelie-ordonnantiën. n. Van twee zijden wordt in deze dagen het koeliestelsel bestookt. Door den beer v." d. Brand, die in 't bijzonder Deli en de Oostkust van Sumatra behandelde, en door den heer Bookmaker, meer in 't algemeen voor de buitenbezittingen; welke laatste daarover, behalve enkele artikelen in ons blad, ook twee opstellen in De Nieuwe Tijd schreef. Het eerste geschrift heeft, zcoals men weet, velen tot het uitspreken van een oordeel aangezet. Algemeen is de uitspraak dat mr. v. d. Brand overdreven heeft, maar tevens, niemand durft het ontkennen, dat er in Deli vele misstanden voorkomen. Zoo, de Indische Mereuur, waarin een ongenoemde schrijver zegt: «Helaas, overal zijn nog misstanden te vinden welker opruiming ons aller doel zij! In Deli ontbreken zij ook niet, hetgeen wellicht ten deele wordt verk'aird, niet verontschuldigd, door de snelle opkomst van dit gewest, eene cpkomst, welke aan die van een goudland heeft doen denken en in gelijke mate ongewensehte elementen heelt kunnen aanlokken". Het Tijdschrift voor Nederl. Indië, bij monde van Jhr. O. van Berensteijn: »Is hij (v. d. Brand) niet vrij te pleiten van overdrijving in de schildering, die hij van de Delische toestanden geeft, aan de andere zijde moet erkend worden, dat het DOEL, waarmee bij blijkbaar het geschrift de wereld inzond: nl. om de aandacht van het Nederlandsehe volk op de misstanden te vestigen, die zeer zeker in Deli door de koelie-ordonnantiën als anderszins zijn in het leven geroepen, een goed doel is." De Indische Gids in haar maandelijksche Revue: »Dat hetgeen er in vermeld staat indruk gemaakt heeft, valt niet te loochenen, en dat er veel waars in staat evenmin." »Dat er af en toe gruwelen voorkomen welke in onze koloniën, vergeleken bij onze naburen, gelukkig nog tot de uitzonderin gen (?) behooren is een noodzakelijk ge volg van de aanraking van onontwikkelde individuen van verschillende menschenrassen met elkaar. Reeds sedert onheu gelijke tijden heeft zulks tot verschrikke lijke tooneelen aanleiding gegeven." In hetzelfde tijdschrift spreekt dr. Hoetink, die jaren in Deli vertoefde, een afkeurend oordeel over v. d. Brands brochure uiten zegt: »bij hen die Deli kennen, kan de lezing slechts ergernis en weerzin hebben gewekt door de overdrijving 1), waarin de schrijver vervalt en door zijn blijkbare zucht alleen het slechte en verkeerde in de Delische toestanden op te sommen." Ook de Deli Courant en de Sumatra Post getuigen in gelijken geest. De er kenning, dat er verkeerdheden gepleegd worden en werden houdt men niet terug, maar zoo lezen wij b.v. in de Deli CL van 23 Dec.: »De kwestie waar het hier op aankomt is, zijn de toestanden zóó treurig, zóó zwart, als mr. v. d. Brand ze voorstelt. Is de Koelie-ordonnantie zoo'n verdoemenswaardig werktuig in de handen der planters, dat zij die koelies maakt tot slaven ? Ons antwoord daarop is, neen, neen." De Java Bode slaat echter een anderen 1) Wij cursiveeren. toon aan. Mr. Justus, die tien jaar lang er zich stelselmatig op heeft toegelegd zooveel mogelijk van de Koelie-ordonnan tiën te zien, te hooren en te lezen, maar ze.lf niet in Deli is geweest, schrijft: »Wij wisten niet dat het zóó erg is." «De auteur heeft zijn bof i je geïllustreerd met een aantal advertentie», deels uit, op Java verscbijneïde, maar meestal uit delische bladen, waaruit ons tegengrijnst boe weinig menschelijks de positie vandtn contract-koelie e;gen)ijk heeft. De advertentiën, waarin koelie-makelaar s deze waar in a adem adverteeren met slacht- eu trekvee, zijn aan de lezers van de couranten van Java bekend. Maar nieuw moeten hem de van tijd tot tijd iu delische bladen "oorkomende annonces zijn, waarbij men hu'p verzoekt bij de opsporingen van vermiste menechen op dezelfde wijze of bet hondjes waren. Dat de inhoud van het boekje in hoofdzaak juist moet zijn en goedgekozen is, daarvoor zou 01?, indien wij het niet reeds van elders wisten, de inhoud der, hier in de laatste dagen aange komen Medansche couranten het duidelijkste bewijs zijn. Ieder schijnt daar van het, boekjs den moed vol te hebb:o. In de redactie-bureaux regent het berichtjes en ingezonden stukken, die met de brochure in verband staan. Natuurlijk is de overgroote meerderheid der Europeesche maatschappij ter plaatse, die gewoon is rechtelooze koelies als werkkracht te bezigen en meent dat baar bedrijf niet, meuschen met gewone menschen-rechten niet zou kunnen bestaan, er weinig mee ingenomen." Bekend is hoe de heer v. Kol over Deli denkt: «Beschaving en Deli l" zoo sprak hij in de Tweede Kamer: «De prostitut e die daar heerscht, die knevelarijen, de mishandel ngen, die afschuwelijke toestanden, de tegennatuurlijke ontucht, al «üde ik op enkele uitzonderingen wijzen, is dat be schaving in Deli ? Het is stout zoo iets te durven zeggen. Want ook wat de veiligheid 'betreft, zou ik uit het, Koloniaal Verslag kunnnea aanhalen gevallen van diefstal en moord. Kortom, alles wat slecht en imiioreel is, komt in die tabaksstreken veelvuldig voor, en men zou eerder van beschaving bij de Bat'akkers kunnen spre ke j, wa&r zulke imtnoreele su walgelijke toe standen althans niet te vinden zijn!" Terwijl de heer v. Kol later nog het volgende heefc gezegd : , Ik heb den toestand in Deli gezien, en ofschoon overtuigd dat het in de brochure van Mr. van den Brand medegeleelde waarheid is, en slechts een deel van hei vele da1 achter dtn sluier verborgen blijft, moet ik erkennen, dat de toestand van de koelie'» op de groote tabaks plantages werkelijk bevredigend kan genoemd worden, al missen zij hun vrijheid. Mij is bij onderzoek gebleken, dat die menschen daar vol doende kunnen bestaan, en bij ziekte goede geneeskundige hulp en verzorging vinden." Voorts moeten we nog vermelden uit het antwoord van den Minister van Kolo niën aan den heer Melchers, dat volgens zijne Exc. de heer Hoetink (wiens rapport nog niet gepubliceerd is) »op misstanden wijst welke ik allerminst wil verhelen", maar deze tevens verklaart dat bij de beoordeeling van de toestanden der Oost kust van Sumatra te veel wordt gegene raliseerd. ,In hetzelfde rapport lees ik, dat, naar ook door ambteiaren wordt toegegeven, met den stok voortdurend spaarzamer wordt omgegaan ; ik leid hieruit af, dat het dus nog geschiedt, wat ik niet kan gosdkeuren. i-Het rapport zegt verder: Op de ondernemingen (ongeveer 50) welke ik heb bezocht, is op de vraag naar de behan deling, door Caineescbe koelie's slechts bij uit zondering geklaagd over hardhandigheid van een EuropsescSen mee,stei; sommigen gaven glim lachende toe, dat zij werden geslagen, als zij iets verkeerds deden, en vonden dit blijkbaar niet erg. O per tantil's waren de koelie's hier en daar minder te spreker. Ojk door Javaansche koelie's is uiting gegeven over harde behandeling; talrijk waren de klachten niet, en van ernstige mishandeling werd niemand beschuldigd. Hun klachten golden meer de verlenging van den contractueelen tijd." Alles echter wat door hen, die de Koelieslavernij nog zoo erg niet vinden, omtrent v. d. Brand's brochure werd gezegd en geschreven, en in 't algemeen tegen v. d. Brand's beweringen schijnt te kunnen worden ingebracht, vindt men in uitste kenden vorm, stelselmatig en dus ook in behoorlijke opvolging en verband, tesamengevoegd in de brochure van den heer Kooreman, oud-resident der Oostkust van Sumatra, onder den titel: De Koelie ordonnantie M regeling van de Rechtsver houding tusschen werkgevers en werklieden in de, Residentie Oostkust van Sumatra, Een lezing gehouden in de Vereeniging «Moederland en Koloniën," te 's Gravenhage. Een brochure die wij gaarne ter bestu dering aanbevelen, aan allen, die van v. d. Brand's »Z>e millioenen uit Deli" hebben kennisgenomen; een verdediging van het bestuur, van de planters, van de koelieordonnantiën, welke waardevolle inlichtin gen verschaft aan ieder, die weten wil hoe het komt dat Deli thans geworden is wat het is. Wij wenschen deze brochure tot uit gangspunt te maken voor onze verdere beschouwingen. Intusechen eerst nog dienen wij, daar de Koelie-ordonnantie voor de Oost-kust van Sumatra slechts n der Koelie-ordonnantiën is, en wij tegen het geheele contract-koelie-stelsel meenen te moeten opkomen, den heer R^okmaker, oud ass. resident, het woord te verleenen, die evenals mr. Justus van de Javabode niet de Delitoestanden als ooggetuige kent, maar op de overige buitenbezittingen met eigen oogen de werking van Koelieordonnantien hetft gadegeslagen. «Nemen we eens een der koelie-ordonnanties ter hand, dan merken we didelijk reeds dat er een luchtje aan is, dat raar den slavenktfet riekt. «De werknan mag zich van de onderneming niet verwijderen zonder schriftelijke vergunning van den ordernemer, diens administrateur of iemand door of van wege den ondernemer tot het tfgeven daarvan aangesteH; (ius ook niet in zijn vrijen tijd, voor zooveel of zoo weinig hij die heefi). ,Desertie is evenzeer als (.ongehoorzaamheid" ten magistraatsgerechte strafbaar met 11 nke strtff;n; zelfs zij die desbewust huisvesting ver leenen aan weggeloopen contract werklieden worden door den kolonialen wetgever met straf bedreigd. We kunnen hier nog bijvoegen dat de contractant-werkman het recht mist zich vrij te kooper. »Wat dunkt u, lezer? Rieken zulke bepalingen naar het slavenkwartier of doen zij denken aan de positie van een vrij ma», die zich als arbeider verhuurd heeft? «Toch is dit nog maar theorie; de werkelijk heid erop gebouwd is veelal nog harder en wreeder. Men bedenke dat we bier «steeds zien den blanke tsgenover den gekleurden medemenso'.i, dat altijd en overal, waar ook ter wereld, de blanke hard is geweest tegen den donkereu landzaat, den, trots velerlei deugden, altijd minderwaardigen menscb. Men bedenke dat die ondernemer of administrateur, zij hij ook een rechtschapen man en geen bloedzuiger, als liefste wensch heeft in zoo kort mogelijken tijd zooveel mogelijk fortuin bijeen te brengen om ver van die werklieden een goed leven te gaan leiden, dat hij in stede vaa een briefje 2) om over hem te gaan klagen, in den regel den verongelijkten medecontractant een schop geeft, zoo raak dat deze geen tweede maal om zulk een schriftelijke vergunning vragen komt. En dan, dat niet getrouw nakomen van de bevelen van des werk gevers ,personeel", van. diens in de praktijk gewoonlijk zelve rechtdoende opzichters! Men bedenke daarbij dat onder die opzichters en dat psrsoneel de scbraapzucbtigste Indo's huizen en bij legio de door de administrateurs \aik zoo gewaardeerde hardhandige Europeesche maat schappelijke schipbreukelingen, bij wie een niet voorspoedig levenslot in de tropen heeft uitge doofd alle gevoel, behalve dat voor de bekoor lijkheid van vrouwen ea voor whiskey soda en PU'. Wanneer we er nu nog eens op wijzen dat de contractant-werkman het recht mist om zich zelf vrij te koopen een recht dat de ,pandelingen" altijd, bier en daar zelfs de slaven hadden en hieronder nog met een enkel woord santoonen hoe droef en hard het lot is van hen, die onder gouvernementsbeschermiug een over eenkomst aangaan om te arbeiden op particuliere ondernemingen op de Buitenbezitti»ger>, dan wordt ook ons de meer en meer verbreide waar heid helder, dat het lot van dizen alleronzaligsten van alle contractanten der wereld alléii verschilt in dat van de ouderweteche s'a ren doordat ze als de dood hen niet eerder weghaalt uit hun hoogst ongunstige levensomstandigheden na expiratie van bun «eonlnct" weer vrij worden en doordat ze tegen hun wil niet aan anderen kunnen worden overgedaan.". «Thans willende getuigen van bet leed dat deze legislatieve vinding voor Indiëvan de nieuwste tijden over zoovelen bracht, zie ik daartoe misschien gedrongen door het gevoel voor historie dat ons menscben allen bezielt ze weer voor mijn geest voorbijtrekkende eerste werk-contractanten die ik aanschouwde. Zwaar gebosid kwam ik ze tegen in een liefelijk land schap van het mooie zonneland. .rDat zijn de moderne slaven" zeide de kontroleur die met mij was. Ze worden teruggebracht naar hun meester onder het bij de ordonnantie voor geschreven (;emaks- of beleefdheidshalve dezen zelden of nooit in rekening gebrachte) politiegeleide en zich als ambtenaar zuiverende van wat hem als mensch tegen de borst stuitte, voegde hij er aan toe: Ik zie geen kans hen op andere wijze naar de onderneming te doen terugbrengen en terugbrenging is mijn plicht; we doen het allen zoo. Hij had gelijk, hij diende een régime dat bij dienen moest. Mij was de droeve, berustende uitdrukking op het gelaat van hen die daar henentrokken, boetende voor een overtreding van een civiel contract dat bun wederpartij aldoor overtrad, ah een aanklacht en als velen reeds een slechten dunk hebbende van de koelie-ordonnanties, kwam er afkeer in mijn ziel bij het zien van dit eerste tafreeltje uit de werkelijkheid." «Lwge bamboezen barakken, die de aarde tot vloer hebben, dienen den armen contract arbeiders tot nachtverblijf; hun voedsel is rijst, in groote hoeveelheden ingekocht in of buiten Nederlandsch-lndiëop de plaatsen waar ze het goedkoopst en slechtst is van kwaliteit. Visch of vleesch krijgen ze nu ea dan daarbij in schriele portie, bijna altijd in gedroogden toe stand en evenzeer van de meest inférieure kwaliteit, vaak in zulk een conditie dat het in den handel nergens meer verkoopbaar i?. Daar zijn veel_ monden en 't zijn maar inlanders, denken zij, die hen behoorlijk moesten voeden." «Het voedsel der tot dwangarbeid veroor deelde misdadigers is vergeleken bij dat der koelies Lucullusmaal." «De wekelijksche betaaldagen zijn hun geen lichtpuntjes in het treurig leven." ^Waarom ze weinig in handen krijgen? Wel, omdat men hen exploiteert eu intimideert zooals men dat alleen maar den Javaan doen kan. Hst begon al met bet voorschot dat bruto ? 30 b dra'tnde, een netto voorschot werd van vijf gulden, soms wat, doch niet vee), metr 3) tn eenmaal op de plaats hunner bestemming soms, dat is ook al gebeurd, een andere dan waarvoor ze zich balden durven verbind n gebracht, kan de noodzaak om een deken of wa-m baadje te bezitten a' de oorzaak zijn dat elke uitbetaling van het zeer karig loon een tdiursteJling wordf. Op de meeste op schier alle? oudernemingen toch leven parasie'en, in de gtdaante van maodoers, Indo's, huishoud sters van opzichters of andere om bedenkelijke deugden soms door de administrateurs bevoor rechte afzetters, die den coatractkoelies volgaarne een of ander kleedingstuk verkoopen uit den voorrfal die zij daartoe hebber, hen eenig geld leenen orn wat versnapering te koopsn of om te dobbelen. Is eenmaal een weinig geld of goed genoten van deze behulpzame lieden, dan betalen de coutraetkoelifs een rente zoo hoog dat men het niet zou kuanen gelooven al werd die hier aangegeven en dat daardoor er voor. hen haast geen mogelijkheid is de hoofdsom aan de bloedzuigers te kunnen terugbetalen om van hen af te zijp. De ondernemer heeft ook dikwijls wat in te houden op de gage, dan voor dit, dan voor dat, voor allerlei; tot zelfs hier wordt geschiede! h geschreven voor de lijkwade van een in het onrech. bezweken vrouw of kind. Ei de arbsii is hard, zeer hard, harder en zwaarder, dan zelfs de vlijtigste landbouwers onder hen ooit .ge wend zijn." Meermalen heb ik, een officie in 's lands dietst hebbende die mij bemoeien'S gaf met contractkoelies, gevangenissen, inlandsche recht banken etc. bij bet bezoeken van's lands gevan genissen verzoeken aangehoord van daar tot straf opgesloten of voor desertie opgebrachte contractkoelies om niet werr naar de onderneming te mogen U ruggezonden worden. Die verzoeken namen soms den vorm aan van een bede, een gebed om uitkomst van een niet langer te dragen levenslot. In den nood der ziel smeekten zij dan om de barmhartigheid en de genade te willen hebben hen aan te nemen als dwangarbeider, als veroor deelde, tot straffen, die de wet op misdrijf en misiaad stelt en met tranen heb ik zien bevoch tigen den vloer der gevangenis als zulk een ongelukkige daar voor mijn voeten neergebogen bad en smeekte om ..genade". Dan, bedenken wij het wel, smeekte daar in een gevangenis om genade de man, die geen kwaad of boosheid had bedreven, misschien nooit een politieverorJeninlije had overtreden; dan weende daar de Javaan, die steeds zoo meesterlijk, zoo eerbiedwekkend berustend, leed weet te drege.n en de voor hem staande ambtenaar kon op de in wanhoop geschreide vraag ywat heb ik mis daan" geen ander antwoord geven dan »ge hebt uw contract geteekend, ge hebt een overeet komst aangegaan mtt den heer A. of met de maatschappij B. en die moet gij nakomen". Ik zal zien, wat ik voor u doen kan, heeft onder omtttnd g'iedfn als deze menig ambtenaar gezegd tegen den eotitractarbeider en bij menig ambtenaar ging aan dat woord gepaard de zeer ernstige wil om te heipen. Zeker, daar is ook wel geholpen door vrees aan te jsgen in het vaak al te onvervaarde hart van den medecontractant, den modernen pionier der beschaving, ook wel op andere wijze en 't is door ambtenaren ook wel betreurd dat de belangen van den d.enst een ander in zijn plaats deden stellen, waar hij meende de belangen van de particuliere landbouw en nijverheid der Europeanen werkelijk te kunnen dienen. We zijn hier onwill keurig genaderd aan een veld dat ik ditmaal niet wensch te betredenen mij van daar keerende, neem ik tegelijk afscheid van de klagers in gevangenissen, daarbij voor mijzelf aïs laatste souvenir behoudende de ge dachte aan den Javaan, dien ik niet bad kunnen helpen aan de positie van dwangarbeider in- of buiten den ketting en die zich daarop in de gevangenis verdeed. Beter dan dit slaclit<.lï:r van een der koelie ordonnanties en derzelver werking slaagden zij, die den stta!; vaa veroordeeld misdadiger verH /^nde boven die van contractant m t eenig Europeesch particulier, zichzelven daartoe de gelegenheid verschaften door misdrijf te plegen. Ik zal hier mijn voorbeelden kiezen uit hen, die te goed en te eerlijk om zich te gaan vergrijpen aan personen en hunne eigendommen, een zonder lingen weg insloegen om tot hun doel 1e geraken. Openbaar zijn de terechtzittingen geweest waar meermalen coutractkoelies als beschuldigden terechtstonden, wegens het in brand steken van een brug (gouvernements eigendom). Vijf jaren dwangarbeid was dan de uitkomst en dan bet in dien staat leven in de hoop dat in dien langen tijd het hemeltergend onrecht van dergelijke contracten zou hebben opgehouden te bestaan of de onderneming zou zijn opgedoekt! (anders zou de politie hem weer uitleveren aan zijn wederpartij). Talloos zijn de voorbeelden, waarvan vele mij persoonlijk bekend, dat de koelie-contracten van een eenvoudig Javaansch landbouwer hebben gemaakt een dief, een struikroover of een moordenaar; en de honderden ,coutractant«u'' die hier en daar in onafhankelijke landen een goed heenkomen zochten, wetende dat daar geen ander dan een slavenlot voor hen was weggelegd, zij a mede geen reclame voor het schoone en 2) De schriftelijke vergunning van den werk gever om over hem te gain klagen is in de latere ordonnantie niet meer uoodig geacht. Zonder permissie mogen ze nu klachten indienen bij het soms dagen reizens ver gezeteld bestuur. 3) De ondernemer betaalt het voorschot dat de idander terecht «wang panas" noemt voluit; het beduidend verlies wordt op Java afgezet door al wat tijdens de werving op den contractkoelie aast. gotd) ia koelie-ordonnanties en van de wijze waarop zij werken." * Dat de heer R'iokmaker, volgens wiens herhaalde verklaring heel Indiëwel weet, hoe koeli-schandalen als door Mr. v. d. Brand meegedeeld menigmaal voorkomen, niet de eenige oud-Indiër is welke zulke ervaring heeft opgedaan, bleek ook uit een bespreking van de brochure in Je Prov. Drentsche en Asser Cl. Na de opmerking gemaakt te hebben dat Mr. v. d. Brand soms te veel genera liseert, schrijft deze in een artikel: Menschenhandel in Indië: *Ma»r overgens? Generaliseert de schrijver ook ten opzichte van de mishandelingen? Daarjpantwoorden wij: neen! Ds koslies mogen hier en daar behoorlijk worden behandeld regel is dat alweer titel. Men versta ons wel: Niet is het regel, dat de koelies tot stervens toe worden geranseld, al komt dit dan ook iér dikwijls voor, maarr^c/ is dat er eene menscbonteerends verhouding be staat tusschen den meester en den knecht in Ind.ë. De planter op Sumatra is altijd de vorst zijner onderhoorigen en dikwijls de despoot. De heer Fock zei het nog heden in de Tweede Kamer: ,0p de landerijen daar heersohen raiddeleeuwsche toestanden". Gelukkig er klinken dan toch stemmen ia het Parlement.' ,Welke de feitelijke verhouding is lusschen planter en koelie, valt bovendien voor den out sider gemakkelijk af te leiden uit de wijze, waarop eerstgenoemde de menseden koopt. Ba die wij ie blijkt voldoende uit de straks aange haalde advertenties. De verkooper adverteert volgens den smaak van het bij hem koopend publiek. Ook in Ind . Ea als de heer Eiuard l'SAS te Bandoeng eu consorten «prima prijia kwaliteit menschen te^en ?60 per stuk" aan bieden schrijver dezes zag meermalen zulke advertenties , dan volgt daaruit onomstootelijk, dat de planters \\ Deli «prima prima kwa liteit" vragen! Welau, waar zulk een handel geregeld sedert tal van jaren reeds is gedreven en nog steeds wordt gedreven tot op den buidigen dag, daar ontkennen wij ten stelligste, dat de schrijver generaliseert. »Dit voorop gesteld. ,fL°zer, we eischen niet, dat ge juist ons gelooft daar waar de meeningen tegen elkaar ind uischen. Maar luisUr eens: Wie er mucht meent», dat de schrijvei overdrijft; wie mocht hop?n dat... het wel nitt zoo erg met dien verrotten toe stand zal zijn gesteld die ga eer.s een kijkje nemen te Tandjong Priok, als daar geregeld worden aangevoerd de zieke koehes van bijv. de mijnbou s maal schappij iR^djatg Lebong". Als wij er op wijten, dat gij, die mensc'ien ziende, tot in uw «iel bewogen zoudt worden, kan ons het verwijt vaa het Handelsblad uiet tr<ff-n, dat wij generaüseeren. Wrj noemen be hoorlijk naam en toenaam. Welnu, de rmei_schen" van die maatschappij ,R-;djang L bong", directie de weledele heeren rdmann & Sielcken te Batavia komen gewoonlijk met wonden overdekt terug, getcoonlijk zijn tijdens het vervoer ter zee de lijken van verscheidene dier »meDscbeL" overboord ^f,vo\^ya,gewoonlijk sterven er ook nog een paar op het kurte eindje vervoer tusschen Tatdjorg Priok en de oude stad Ba'avia een reis van tè\ uur en gewoonlijk sterft een deel van de rest in 't noep.taal. Dat zijn feiten helaas, voor Holand nieuwe feite». In Indiëis men al aan al die »jewoonlijkheden" reeds gewoon. Wie ze niet gelooft, ga ze zien zooals wij en vele anderen, ze zoo dikwijls zagen", * * Er zijn in Indiëzeer vele ondernemingen waar de gekochte slaven op onmenschelijke wijze worden behandeld. We hebben dan ook alleen even een stuk of wat openlijk gepubliceerde feiten aangehaald om aan 1e toonen, dat er reden te over is voor het schrijven van een tendenz-geschriff, als men den donkeren sluier oplicht van walgelijke roisstar.den in de Koloniën, die wij trachten te «beschaven." * * ^ »Het Handelsblad is niet juist geïaformeerd, als het meent, dat slechts ,het uitschot der natie" naar Deli wordt gezonden. Was het maar waar! Maar dat i's niet waar. Dat praatje zal wel uitgevonden zijn door lieden, die meenen, dat zij met een leu^.-a hun beulswerk kunnen goed maken, DJ ronzelaars we zijn bereid de ons bekenden bij uame te noemen vinden integendeel een ruim arbeidsveld in verschillende arme kampongs, in hoogst fatsoenlijke inlandsche gezinnen. Zij ontmoeten bijv. in de Soendalanden en in 't binnenland van de Bagelen zoo veel onwetendheid en nareviteir, dat het bun niet al te moeilijk valt door valsch bedrog en onjuiste voor-piegelmgen hun koopwaar machtig te worden. Ontelbare ongelukkigen, die het waarlijk aan niets verdiend hebben, vallen in de misdadige handen van «Specialiteiten in Bageleners en Soendaneezen". Wie, zooals wij bijv., persoonlijk dat uitvaagsel der maatscnappij we bedoelen nu niet de koelies, maar de ronzelaars hebben zien werken, jaren aaneen, weet ook, dat. in de woningen dier lieden,'de s nachts vele personen worden «opgeborgen" tot het factuurtje kompleet is; weet ook, dat zich daar onder menschen bevinden, die, ziende in welk een omgeving ze bewaard worde», uit het ruwe gezelschap wel zouden willen vertrekken; weet ook, dat hun dat bijna nooit gelukt, want als de politie zulks verneemt en er op uittrekt om in de woning het kaf van het koren te scheiden, krijgt zij van den ronzelaar ten bescheid: ,Uat zijn mijn logee's." En wee den *logée", die dan een kik durft geven. Een rechtgeaarde dessa-inlander rilt voor den blik van een rechtgeaarden koelie-ronzelaar. «Zoo is het." * * vEn moge dit artikeltje niet worden aan

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl