De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 8 februari pagina 4

8 februari 1903 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1337 te worden, hetgeen natuurlijk aan de be langen van de andere schuldeiscbers (dus van de meeste handeldrijvende Europeesche natiën) grootelijks afbreuk zou doen. En nu zijn de Venezolanen, die bij de inter nationale informatie-bureaux sedert tal van jaren als slechte betalers bekend zijn, plot seling hoogst consciëntieus geworden bij monde van den heerBowen. Zij erkennen, dat zij heel wat aan te zuiveren hebben, zij verklaren zich bereid, 30 pCt. van de opbrengst hunner invoerrechten af te staan. »Best," zeggen de verbonden mogendheden, «maar natuurlijk aan ons." »Pardon," antwoordt de heer Bowen, »wij kunnen geen onderscheid maken; wij wil len al onze schuldeischers bevredigen." »Ook goed," antwoorden de geallieerden, maar de eerste zes jaren is de opbrengst voor ons.'' De cliënten van den heer Bowen kunnen dat met hun conscientie niet overeenbrengen. »Nu, dan ten minste twee derden van die 30 pCt.," zeggen de geallieerden weer, »en gedurende zes jaren; dat is toch wel het allerminste wat ous voor onze moeite toekomt." En de heer Bowen antwoordt, met het ernstigste gezicht van de wereld en op den allerhoffelijksten toon: »Ik kan niet aannemen, dat men zich wettelijke aanspraken op een preferente behandeling wil verzekeren door middel van eene blokkade en bombardementen; de aanneming van zulk een beginsel zou een beleediging zijn voor de beschaving, en de algemeene adhaesie der mogend heden aan zulke eischen zou een precedent scheppen in het internationaal recht en kracht van wet geven aan een in werkelijk heid volkomen willekeurig beginsel." Prachtig, niet waar? Maar de heer Bowen hteft nog meer pijlen in zijn welgevulden koker: «Het voorstel is onaan nemelijk, omdat daaruit de noodzakelijk heid zou volgen van de handhaving der alliantie tusschen de drie mogendheden gedurende zes jaren." En ten slotte merkt hij nog even op, dat men met groot leed wezen en levendige verwondering zou vernemen, dat Groot Brittanniëzeif het voorstel zou hebben gedaan om de alliantie langer dan noodig te handhaven, hetgeen voor de Vereenigde Stalen beleedigend zou zijn. A_ls de heer Bowen zóó spreekt, is het duidelijk, dat hij de regeering en de openbare mcening in de Vereenigde Staten achter zich heeft, en rmn weet, zoowel in Duitschland als in Engeland, dat daar mede niet te gekscheren valt. Óók, dat de houding van den heer Bowen door de Fransche pers, zoowel de ifficieuse als de niefrofficieuse, met groote warmte wordt geprezen, en dat alle andere mogendheden, klein of groot, vol sympathie zijn voor deze eenigszins onverwachte ver dediging van hare belangen. En wat stelt nu Venezuela zelf voor, altijd weer bij monde van den heer Bowen? Allereerst de blokkade op te htffen, en dan de geallieerde mogendheden gedurende ne maand als preferente, en verder als gewone schuldeischers te be schouwen, of, indien zij daarmede geen genoegen nemen, de prioriteit der eischen te onderwerpen aan het Haagsche Hof van Arbitrage. Als de verbonden mogendheden met dien laatsten uitweg waren begonnen, zouden zij niet op zoo ongelukkige manier in de klem zijn geraakt. Maar naar den Haag gaan zij liever niet, al hebben zij zelven tot de oprichting van het Hof van Arbitrage medegewerkt Dat schijnt in strijd te zijn met haar gevoel van eigen waarde, hetgeen intusschen niet belet, dat zij elkander, als 't maar niet te zamen is, naar dat Hof verwijzen. Nu hebben zij de oplossing gezocht te Washington, en daar hebben zij den heer Bowen gevonden, die haar veel te slim af was, en Uncle Sam, die in zijn vuistje lacht. Wat zal het einde zijn van dit niet zeer stichtelijk, maar toch vermakelijk avontuur? Inziet in de Hoofdstad. Het is meestal b\jzonder belangrijk de ontwikkelingsgschiedenis te volgen van onze be roemde componisten. Bach in strenge school opgevoed en, groot organist als hy steeds is geweest, legt in z\jn jeugd reeds den grondslag voor de poTyphonie welke zy'ne compositiën kenmerkt, en die ook met haar instrumentaal karakter, in zyne groote koorwerken zulk een vjorname rol speelt. Handel treedt aanvankel^k op als opera com ponist en ontwikkelt als zoodanig zijne eigen schappen om voor de menschelyke stem te schryven, wat hem later, toen h\j, in het Oratorium zy'n speciale terrein vond,zoo goed te stade kwam. Mozart componeert reeds van af zy'n prilste jeugd met dezelfde groote genukkeljjkheid die hem steeds is bygebleven en tengevolge waar van hij, ondanks zy'n vroegtijdig ingetreden levenseinde, der wereld zu k een kostbare na latenschap kon vermaken. Beethoven sluit zich in zijn jeugd eenigszins aan by zyn oudere t\jdgenooten Haydn en Mozart, worstelt zich daarna los van hun invloed om geheel zichzelf te worden, verbreekt ten slotte de kluisters die hem aan de traditior.eele vormen binden en neemt in zijn laatsïe compositiën een vlucht zoo hoog, dat geen zijner tydgenooten hem kan volgen, en er büna een eeuw noodig is voordat zijn laatste geestesgewrochten begrepen worden. Wagner,eerst betrekkelijk laat tot het bewustzijn gekomen van zijnroepirg als toondichter, volgt in zijn eerste periode de kunst van de roman tiek, zooals die heerscht bij Weber en Marschner; staat zelfs eenigszins onder den invload van Mfyerbeer, maar sticht in zij n belangrijkste periode een nieuwe kunst, die van het muziek drama, en wel in een stijl, welke aanvankelijk de wereld met verbazing veriult, maar die thans zoo ;eer doorgedrongen is in ons muziek leven, dat juist de dramatische werken van Wagner meer dan andere in staat zijn het publiek in geestdrift te brengen. Wanneer men den ontwikkelingsgang volgt van den kunstenaar, die in de afgeloopen week onze gast was, van Richard Strauss, dan bespeurt men dat ook hij.in een strenge school is opgevoed. Zoon van een zeer ernstig, conservatief ausicus, den Münchener hoornist Franz Strauss, door loopt hij aan de hand der muziekgeschiedenis de litteratuuf van alle tijden en verwerft zich tegelijkertijd eene groote vaardigheid in de kunst van harmonie en contrapucct. Is het wonder dat zijne eerste geesteskinderen min ot meer den. stempel dragen van de oule meesters, die beurtelings zijn lievelingen waren? Zoo vindt men in zyne serenade voor blaasinstrumenten een Mozartsche melodie bouw, in zyn sonate voor p'ano en cello e?n vleug van het Schumannsche romantisme, in zijn eerste liederen een weerspiegeling van de n&ueteit van een Robert Franz, in zynef-moll fymphonie eindelijk een vluchtige gelijkenis van stijl met Brahms. E^rst met z\jn volgende groote werk, zijn symphonie Aus Italien" be treedt hu nieuwe banen. Daar eerst wordt hy zich zelf, daarin bakent bij zich zijn weg af voor de toekomst. Het kan ons niet verwonderea dat Strauss tot dan toe niet byzonder veel gevoelde voor de kunst vai den grooten hervormer uit Biyreuth". Da gang zy'nerstudiën had hem nog niet tot dien meester gevoerd en zyn aangeboren eerlijk gevoel verbood hem te be wonderen daar waar hij niet begreep. De om gang met een zeer ve.dienstelyk, musicus, den uiterst b3scïieiden componist Alex ander Bitter, dezelfde die later de woorden gedicht heeft by 's meesters Tod und VerkTa-ung", bracht hem tot de moderne muziek, inzonder heid tot Wagner en LTszt. Het gebied der Symphonische Dichtung" hetwelk door laatst genoemde met een niet geheel onbetwist succes was betreden, zou van toen af voor Richard Straust het terre'n worden van zyn voornaamste werkzaamheid als componist. Macbeth, Don Juan, Tod und Verk'ii-ung, Eulenspiegel, Also spracb. Zarathustra, Djn Qaixote, en Etn Htldenleben" volgden elkacde; tamelijk snel op. Buitendien voi d de jeugdige meester nog gelegenheid en werkkracht om, behalye deze com'pojitiën en naast zyne tydroovende werk zaamheden als operakapelmeester, een groot muziekdrama Guntram" te dichten en te componeeren en nog niet lang geleien een Eii akter Feuersnoth" voor het voetlicht te brengen. De serie fan drie concert en, welke gedurende 's meester hierzyn, plaats vond, was er klaar blijkelijk op berekend, ons enkele momenten uit den ontwikkelingsgang van S rauss als componist te verduidelijken. Vandaar dat men zyn t-moll tytuphonie, Aus Italiën, Don Q lixote, Eulenspiegel, Tod und Verklarung en Ein Heldenleben" op het programma gebracht had. Het is niet gemakkelijk een programma samen te ttellen met bovengenoemde tendens, zoodanig dat het iedereen bevredigt. Ik voor my had gaarne eenige fragmenten uit Guntram en uit Feuersooth gehoord, die ook elders meermalen door den componist worden ge dirigeerd. Jammer was het ook dat Messchaert ongesteld werd; niet alleen omdat men nu grpriyeerd werd van het genot zyne heerlijke He ier f oordracht en te hooren, maar omdat ons daardoor ook de Notturno" op woorden van Dehmel, moest Outgaan en juist daarin hseft Strauss zoo heerlijk sober en doorzichtig met het orchest de woordea van den dichter geschilderd. Edoch er was volop stof tot tevreden heid en wij hebben inderdaad een beeld bekomen van 's meesters ontwikkeling. In de f-mol symphonie opus 12 vind-n wy nog een regelmatij vasthouden ain den oulen vorm. Alleen is er reeds een streven merkbaar cair een buitengewoon orchestcoloriet. Den eersten satz vind ik n thematisch a wat aangaat de bewerking, zeer boeiend. De gedachten volgen elkaar in zeer tchoor.e verhoudingen op en het geheel is uiterst fympathiek van toon en kleur. De overige drie deelen staan, wat bouw en vinding betreft, naar mijne meening achter by den eersten satz; wel vindt men er interessante details in, wel bespeuit men met een man vin geest te doen te hebben, maar het gehe;l mist die eenheid, dat grootsche dat men bij meester «rei ker aantreft. De synphonische phantasie Aus Daliën" opus 16 staat reeds op anderen bodem. Zy' behoort tot de programmamuziek is de meest uitgebreide beteekenis. Gsen voorvallen uit het leven worden hier ge schilderd, maar stemmingen door natuurtafereelen opgewekt, worden hier w.ergegeven. Het werk getuigt van een bloeiende phantasie en groot is de sprong, dien de componist gemaakt heeft tusschen dit en zyn vorige orchest-com positie. Dat het werk aanvankelyk weinig succes had en by 's componisten philistiöie'' stadgenooten (de Münchener) nagenoeg fiasco maakte, zy hier slechts vermeld als curiositeit. Don Qiixote" was da Tondichtung" waar mede de eerste beide avonden werden besloten. Er is al heel wat te doen geweest over deze Tondichtung". De kritiek heeft den compo nist niet ge paard en uitdrukkingen, als g ailich, entsetzlich, widerlich enz. werden in alle mogelyke toonaarden gemoduleerd en gevari eerd, ora weer te geven den afkeer, dien het het wei k op vele van 's componisten laiidgenooten maakte. En als het dan tot een u tvoering kwam, dan waren er altyd een aantal manifestanten bijeen om door fluiten en sissen hun aikeuring te kennen te gevtn over het gehoorde. Zy die zóó deden, bewezen het werk niet te begrijpen of niet te willen bfgry'pec. Zeker is don Quixote niet geschikt om de ooren te streelen van menschen die alleen in liefelyk klinkende muziek behagen scheppec: Maar als men de programma-muziek met hare consf quentiën aanvaardt, als men toegeeft dat muziek in staat is on humor', weer te geven dan mag men don Qrxote" beschouwen als een op de uiterste spitse gedreven voorbeeld van dat kunstgenre. Niemand zal door don Q lixote tot in het diepst zijner ziel getrcfl'en worden; dat beoogt S.'rauss er ook niet aede; maar zy die het werk begrijpen, zullen den componist toch bezwaarlijk hunne bewondeiing kunnen onthouden, voor de wyze waarop hij verschillende boertige episodes heeft weten te illu--treeren. Buitendien komen er ook nog tal van passages invoer, waar de gestopte trompet ten, bazuinen en tuba's tot rust komen en waar het sterk geprikkelde cor weierom normale geluiden te hooren krijgt. Tyll Eulenspiegel's lustige Streiche" kan men als een voorlooper van don Qa'xotte" beschouwen. Alleen het beginsel is hier niet tot het uiterste gebracht en ook in de instrumentatie ontmoet men geene passages die het gros van de toehoorders zullen afschrikken. Prachtig is overigens het sprook jesachtige weergeven in de muziek. Inderdaad waant men, zooals het programmaboek ock ze^t, het daar was ereis", waarmede een sprookji gewoonlyk begint, uit de muziek te hooren en hoe onnavolgbaar geestig, guitig en sierlijk tevens heeft Strauss niet menig lotgeval van den vroolyken snaak gtïilustreerd ? j Tod und Verk a-uzg ' is wel hit werk waari mede de toondichter de meeste pympathiëu l heeft weten te verwerven. Het valt niet te loochenen dat het meerendeel der menschen by ( het hooren van muziek liever getoucheerd wordt ? door iets wat da ziel aangrijpt dan gestemd i tot een vroolyken gullen lach ten ge?o!ge van i een onderwerp van komischen aard. Men ? houit meestal meer van een drama dan van j een blijspel. Bij Tod und Verk'iirung wordt j mea inderdaad aangegrepen en zelden heb j ik het bygewooni dat een publiek onder : een zoo zichtbare ontroering verkeerde, als 1.1. Zjndag avond. Nadat het even tot zich zelven gekomen was,bracht het den componist een hulde, scbitterer.d door warmte en spontamïteit. Zeer taktvol bracht Sïrauss die hulde over op het orchest en Mengelberg. In Ein Heldenleben" overigens heeft Strauss reeds vroeger Mengelberg en zyn orchest ge huldigd, door het aan hen op te dragen. Herhaaldelijk is het werk reeds hier uitgevoerd en meermalen heb ik er over geschreven. Het bevat plaatsen die eenige uiterlijke gemeenschap hebben met don Qnixote:', waaraan men even eens bizarrerie zou kunnen verwijten, maar het bevat ook episodes van groote, roerende schoon heid. Het slot maakt een meesleependtn indruk door den toon van resignatie die er in door straalt. Hier uit zich een gemoed, dat na een teftigen levensstrijd tot rust komt en alle bitterheid des levens met een onuitsprekelijke mi dheid des harten vergeet en vergeeft. Moge het onzen meester in werkelijkheid zoo gaan. Moge hij nog vele werken schrijven zoo schoon als Tod und Verk'ii'ung" en als die mooie passages uit Ein Heldenleben". Bewonde ring zal men hem zeker steeds moeten brengen, maar het is toch nog veel schooner als die bewondering gepaard gaat met vereerirg. De wyze waarop S.rauss zy'ae compositiën diri geerde, vooral die welke op Zondagavond werden uitgevoerd, was meesleepend. Door den gloed d!e van hem ui'ging verkregen zij het karakter van improvisatiën. Dat h-1 orchest zy'nen genialen veldheer op zyne minste werken volgde, en bij alle werken een betooverende klankschoonhsid ontwikkelde, getuigt van de enorme intelligentie van onze kun stenaars. Het heefc niet nagelaten op den ver maarden gast een grooten indruk te maken. De heeren Zimmen>an (in H Idenleben), Spoor, Meerloo en Mossel (in don Qi'xott) verdienen een extra woord van hulde voor de schoone vertolking bunr.er soli, maar niet minder de heeren der blaasinstrumenten die eigenlyk allen solopartijen te vervullen hejben. Zondagavond fpeelda de haer Joh. Wijsman met groote bravour en zekere techniek Strau's' Burletque voor piano en orchest en op de eerste beide avonden, zong de tenor Hans G e^sen uit Dresden een zevental liederen van den meester, waaronder enkele van den eersten rang. De heer Giessen heeft ean uitnemende heidertenorstem, van groate geoefendheid en aacgenaam timbre. Gaarne zou ik hem in de apera eens hoarea. De liederen van lichter genre lagen hem niet bijster gunstig; met de andere daarentegen behaalde hy een grojt en welverdiend succes. Strauss componeert (egenwocrdig een koor werk met orchest, op .tekit van Uhland. De muzikale wereld veroeldt met spanning het oogenblik, dat het werk gereed zal zyn en aan de publiciteit kan worden overgegeven. AKT. iiiiiliiitiniilHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiimiiiiiiitiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiii Bij van GOEÜop de Daar houden twee schilders fxpositie van hun werk, de heeren C. F. L. de Wild en G. C. Haverkamp. De eerste een volkomen onbe kende in de ten toonstellingswereld, is uit de lucht komen vallen met een serie schilderyen, studie's en cqaarellen. De eerste indruk is van dien aard, om ons verbaasd te doen staan, dat een schilder, wiens werk zulke geprononceerde en ook zeer bevattelyke eigenschappen irihoudt, tot op heden een obscuriteit is gebleven. Want deze hoogte heeft hy werkelyk niet gister bereikt, die werken getuigen al te zeer van een ver ont wikkelde techniek. Hierin is echter de hoofd sleutel te vinden tot de verklaring van de aanstonds trtffjnde kwaliteiten, die, laat me er bijvoegen eerder tnffend dan, boeiend zyn. Op het eerste gezicht kan van deze werken reeds de geheele iLhoud worden waarge nomen. Na zien en nog eens zier, dat wil zeggen i il de uiterlijke kennismaking het trach ten raar doorgronden, kooit de t ind- conclusie, dat hier volstrekt niet een zelfstandige uiting te constateeren valt Dit vereischt eenige toe lichting. 'k Bedoel zoo: deze schilder als zeer ervaren technicus is bij machte schilderijen te maken, die op zeer trtffande wyze tegemoet komen aan de navraag der tegenwoordige aesthetische bevatting, zooals die gekweekt, gevoed werd naar wat in de moderne hollandsche en ook fransche schilderkunst mooist werd gegeven ; gesuppleëerd dan nog een weinig met een uitwisseling van den bekorenden uiterlykheids-glars in oude schilderyen. Er is echter te veel welgemeends om voluit van pasticheur te kunnen ppreken die zyn loopjes bezigt; eerder nog zou deze schilder een talentvol com pilator kannen geheeten worden. Want wat hij al uit anderer werk vergaderde, tot samenstel ling van eigen- productie, by deed het met eruditie van keus, met warmte van bewonde ring en sa aakvol beleid. Misschien zou bij de kucst van dezen schilder op de bekende dtfiaitie, la naturevue & travers un temperament, de variant kunr en gewaagd worden : un tableau vu ii travers un giüt artist:qne. Er is maar n werk tusschen het geëxposeerde, waarin de heer de Wild zich een klakkeloos navolger betoont en wel van Breitner; 'k bedoel de squarel, die een stadsplein te zien geeft met op den voorgrond twee stilstaande schimmels. 't Lykt daarin alsof hy den meester op het atelier het werk op de vingers heeft toekeken. Aan Breitner doet bij trouwens dikwijls denken ; by sommige kleurpartyen, als van het straat plaveisel, wel eens heel sterk. Ean er.kelen keer ook trekt zyn werk naar de Zwart. Ook herinner ik me een schilderijtje, waarin het motief van een zeestrandje zeer aanlokkelijk is uitgewerkt in een effen blank kleuren-gamma, heel sober en strak van schil dering, dat onmiddellijk Corot in gedachten bracht ; en uit andere zou weer na te speuren zyn, in hoever de schilder bij zyn uitvoering zich den lenigen zwier van Daubigr y's schil derwijze tot voorbeeld heeft genomen. By aan dachtiger toezien, kunnen wel meer voorbeelden nog aan te duiden zyn. De heer de Wild blijkt te zyn een fijn proever op schilderijgebied, een zuiver keurend onderscaeider, en vooial ten scherpspeure^d cavorscher van een uiting onder haar voorwaarden van vorm. Ei wat in kunstverscbyning door zyn ziel werd aangevoeld maar bovenal door zyn intellect werd waargenomen, hy heeft er zyn gading mee gedaan tot hetvolbrengen van eigen arbeid. Wat hij doet is niet koel bedacht, maar intuïtief berekend; zyn schilderen is eigen lyk een verdienstelijk reciteeren van uitseggingen, die bij hem niet den oorsprong hadden. Hu weet alle uitkomsten van de verschillende wendingen in de uitoefening van het métier; van af den ondergrond waarop hy zyn onder werp opzet tot aan de glacis en luchtige kleurfrotteeringen wiarmee hij eindigt. Zie b.v. de studie van een schimmel, een boscbgezicht en ook een visehstuk. Zyn arbeid richt zich bovenal naar het bereiken van een mooien glans in de uiterly khdid. Ea daar deze arbeid geleid wordt door het beschaafde begrip van schilderij ??mooi, en door tact-volle overnemen vaneen wel begrepen werkwyze, is het resultaat: schiloery'jes (het een voordeeliger uitgevallen dan het ander), die aan alle eischen voldoen van een behagelyk nitzian: harmonische gebon denheid van toon, warm van kleur, goed-typee rende teekening zich oplossend in smediga schilderirg Maar met dit al, toch werk van besliste onzelfstandigheid. Orer den anderen schilder, beter gezegd teekeraar. kunnen we korter zyn. Zijn werk is meerder bekend door herhaaldelijk exposeeren. Nu ook geeft bij niet anders te zien dan teekeningen, etsen en een stuk of wat cquarellen. De eerst op de tong liggende kwaliti :atie's by den arbeid van den heer Haver kamp, zyn vly't en volharding. Ernstig streven waartoe men ook nog een oogenblik in weife ling zou veikaeren het uit te sprekan is hier niet bevredigend geplaatst, omdat van streven toch maar al te weinig blijk is. Zwaartillende bezigheid zou nog juister zyn. Wat den schilder bezielt, ieder onderdeel'ja in een boomstam na te teekenen, heb ik in zijn werk onmogelijk kunnen ontdekken. Niet dat ik een boomstam, zoomin als ieder ander ding nemen we een muur met uitgekartelde kalk toef j ?s en tallooze steentjes een te onbelangryk ding vind om ernstig beschouwd te worden. Maar het moet gezien zyn en niet bttuurd; het zian, al is het ook met de neiging tot verdiepen, houdt het verband in het geheele organisme van een voorwerp, het beturen bereikt niet anders dan een drooge uitleggirg daarvan, broksgewijze, van het aan elkander grenzen en pa sen van allerlei kleinigheden. Da teekeningen van den heer Haverkamp vertoonen een voor het oogOLaangenaam geratel, van berekenend neergezette krytlyntjas, die alle hun beteekenis of be doeling uitdrensec, en met al hun uitdrukke lijkheid van aanwijzing het toch nut doen. De belangrijkste teekenirg zoowat, in ieder geval een werk, dat iets kan doen verwachten van dezen specialiteit in scrupuleuze uitvoe righeid, is de studie van een brok land, met niet meer dan kluiten omgewoelde of omge spitte aarde over een wyde ruimte bouwland gezien. Ddar ook is uitvoerigheid, maar ener giek van uiting ; want al onderscheidend de afzonderlijkheden, is sterker vastgehouden aan de waarde der verhouding; het naar onderdeelen speurend oog is in rust geble?en bij zyn blik op den samenhang van het geheel. 't Is te hopen, dat deze schilder, met zy'n onmiskenbare vlijt en zyn brave volhardicg, niet in volkomen manierisme vervalle. N.B. voor het raam van de uitstalkast staat een tq'iarel Mauve van het allerzuiverste water. W. STEENUOFF. irftittrtuitiunillfCffffllilfliflflllfl! NIEUWE UITGA VEN. Decentralistitiepolitiek in Ned.-Indië. Vlug schrift naar aanleiding der Koninklyke Bood schap van 13 Augustus 1902, door mr. J. II. KETJES. Amsterdam, J. IJ. de Bust-y. Ocer de beteekenis der icit-kundige logica, voor de phtlosophie, door G. MANNOÜRY. Rotterdam, Masereeuw & Bjuten. Ongevallenwet JOOl, met een algemeen alphabetisch résister. Atasterdam, Uitgevers- Maat schappij «Elsevier." De Middeneeuwen in Nederland, door A. L, H /iKKEN. Amsterdam, Hilversum, Gebr. Kiene. De historische noodzakelijkheid van de invoe ring van den handenarbeid. Deventer, A. E. Kluwer. Nog eens ILMeidk of Corstt. Amsterdam, J. C Dalmeyer. Catalogue de livres anciens et modernes No. GIJ. Leidfl, Librairie et Imprimerie cidevant E J Brill. Jörn L'ld. Een familiegeschiedenis, door GUSTAV FHENSSKX, vertaald door 15. CANTEK. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. Oude huizen te Utrecht, door ar. S. MULLER F ZN met afbeeldingen door G. DE HOOG II ZN. 's Gravenhage, Mouton & Co. (rtmcemchappelyk Grondbezit, een toelichting voor den arbeider, dojr FKEDEEIK VAN ELDEN. Amsterdam, W. Vershiys. Het Huis, maandelyksch prentenboek, gewijd aan huis- inrichting-, bouw- en sierkunst, meubelen, la jaarg., afl. 1. Amsterdam, Ed. Cuypers. Inhoud van Tijdschriften. De XXe Eeuw, '2 a Afl : Uit het leven van Frans Kjzelaar, door L. van Dfyssel. Twee christen-democraten uit de 3 eeuw, door C. G. N. de Vooys, Verzen, door Adr. Herckenratb. Verzer, dojr Jan Prins. Tamboer- ms j oor, door L. v. Deyssel. Stille uren, door dr. A. Aletrino. Dichteres en partyleidster, door Albert Verwey. Geachiedenisvragen, door W. G. Honüdus van den Broek. Muzyk, door J. C. Hol. Aanteekeningen, door L. van Dfyssel. Onze Etutv. 2e Afl. : Een crisis, door P. Smisssaert Boogaert. Statische natuurbe schouwing, door dr. J. D. van der Waals Jr. Esa morgennevel, door jhr. inr. B J. de Geer. Najaarslaan, door U. E. V. Denemarken en zijne volkshoogescholen, door dr. EJv Lshmann. Humor en litteratuur, door G. F. Haspels. Winckelman's laatste reis, door dr. K. K. W. Strootman. De Ifollandsche Revue. No. l : Frontispice. ? Wereldgeschiedenis. -?- Belangrijke onderwer pen : Een ideaal voedsel ; Napoleon van psycho logisch en medisch standpunt beschouwd. | II. Cassiers ; Nog eens de milioenen van Deli. Karakterschets: G J. C. A. l'op, directeur1 generaal der posterijen eu telegrtfie. Tijdschrift voor Bxk- en Bibliotheekwezen. No. 1: Ter inleiding, door De Redactie.?Da Piactijnsche uitgaven van Emblemata Joannig Sambuci, door Max Koenes. Schuilnamen en deviezen, door V. A. de la Montagne. Abraham Verhoeven, de eerste courantier van Europa, door Emma de Bom De boekletter in Ned Hand, door J. W. Enschedé. Onze middeleeuwsche binders en bun werk, door Willem de Vreeae, I, Willem van de Velde.) Madedeelingen over bibliotheken enz., door Da Redactie. Verzoek, door J. W Eischedé. Elsevier's Gtïllustreerd Maandschrift No 2: G. J. Roermeester, door Edward B Korter, (11 ill) Djanbi, door N, van Wingen, (19 ill) De pruikentijd, door W. F. H. Wnnderlich, (9 ill.) Lons,door Csrti Fines. Spaansche wysheid, door dr. A. S Kok. De L-vende Natuur. Afl XE: Gilmyten, (5 ill.), door B Boon. Paotografiën van in 't wild levende Nederlandsche vogels, (4 ill ), door Jac. P. Thy'sse. Wandelingen om Doorn, door C. Stolk. Ds boomen in den winter, C5 i!l ), door Jae. P. Thysse.?Waarnemingen aangaande het gewone vischdiefje en ds zilver grijze zeezwaluw, (l ill.), door J. Daalder Dz. Een levend herbarium, (l ill), door W. W Kolvoort. Tot dusvene bekende groeiplaatsen der tot de bovpnpnnoamde familiëa behoorenda planten, dcor E. Heuvels. Vlaanderen 2a Afl.: Joel, (verv), door Stjjti Streufels. De harp, doorLamtertLaoibrechts. De beienhal, door Lsmbart Lambrechts. Avond, door Willem Gyssels.?Verloren Tyd, door Willem Gjssels. Kind, door Caesar Gezelle. Kroniek. Eenige gedachten over Guido Gezel'B. Pre sper van Langendonck. Nederland 2s Afl : Virginie Loveling, Stoomhootirdrukken. S. Ka;ff, Een kwart eeuw Indische landvoogdy. Elka, Een arncheidsgroet. Rat hel Brandon, Huwalyir. Kroniek. Groot Nederland. 2a Afl : De zonen der zon Cyriel Buysse, Daarna. Pol de Monr, Gedichten. Ir,a Boudier-Bakker, Liefde. E Imond van Offal, Gedichten. Frans C >enen, Litteratuur op hst tooneel. W. G. van Nouhnyp, Over litteratuur. Bibliographia. Europa. 2) Afl,: Moeder, door M van Waldrichem. Misdaad, naar Maxim G3rki. Malgari uit het Italiaanseh van Antonio Foggazzaro. De zomer, uit het Deensch van Ewald. Zaliger te geven dan te ontvangen, door S. S. van Beyma. Een boek en praal j», door Cenatop. Taal en Letteren. 2e Afl : Dr. R. A. Kollewyn, Hooft en de meicjesspiegel. Dr. A. G , Middel eeuwsche bibliotheken. Dr. N. van Wyck, West-Geroisansche u-4~vocaal in het Nederlandsch. Kleinigheden. P. H. M , Zo oui als de weg van Kralingen ; Tante Bloemkool; Op zijn elf en dertigst; De onderwijzer en da etymologie. De Revue. (Ancienne revue des revues ) No 3: LÏperte de la Lirraine 1870 71 (II Documenta inédits ) Dr. Kite Sjhirmacher, (agrégrée da l'unüersité), Li réglementation da travail des femmes et Ie feminisme. Dr. L ToucheT.éville, L'antiquiiédu Eouveau monde (5 grav ) Pierre de Bouchaud, Poe ias. R. Blanco Fombona, Le Vérézuéla litteiaire. Abel Hermanr, Confegsi»n d'un hoznme d'arjourd'hni (VII) F. Albert, L'oeuvra de Baudelaire. Dr. Romme, Resurrection et Lir.géviiéMauriee Muret, Gustave Frenssen et Joern Uhl. W. Korolenko Sokolinetz, récit d'un vagnbond, (II ) M. Dumoulin, revue historique. Collaborateurs de la Revue Baaux arts. Gabriel Trarieux, La théatre et la vie. ? Paul Soudiy Revue musicals, caricatures polit'ques (8 grav) Eigen H^ard, No 6 : Hoog Spe', door M. J. Silverda de Grave?Herdarsch'èIV. Kolen innemen te Algiers, door GJS. de V., met afb. van Hr, Ms. pantserdeksohip .Zee land". Steef, door W. R. Kampement en schietterrein te Batoe Djadiar (Prearger Re gentschappen), door W. £ K., met afb. Op de .Brandaris", door J Daalder Dz. Jan C. de Vos, door mr. J. Kalff Jr., met portret en afb. Verscheidenhtid. ??Feuilleton. ?MMmiiiiiiiHiiiiiiiiuianiitiftiiimiiiiHisMMMtimiiiiiiiiiiiili c/lcciaw&s 40 cents per re g«l. TRADEMARK iARTELL'S COGMAC, Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle Wijnhandelaars en bij de vertegenwoordigers liOOFMAXS & Kltl IXIEIt, Wynhandelaars te Amsterdam. Pi feu van af ? 2.50 per tel Hoofd-Depot T« r. 'AEGER'S QRI8, K. F. DEUSCHLE-BKNGM, Amsterdam, Kalverstr. 157. Eenig specialiteit in des* . artikelen in geheel Nedwl. VERSTERKIN GSMIDDEL. Verkrijgbaar by apothekers en drogisten. Piano-, Qriel- en ftetaM ]HETli?>OS & KALSHOYEIV, Arnhem, Zoningsplein. VLEUGELS en PIAOTNO'S in Koop en in. Huw. Bepareeren Stemmen Builen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl