De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 8 februari pagina 7

8 februari 1903 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Na 1337 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. O U 'W U N T. De Nieuwe Beurs te Amsterdam. V. (Slot). Hét Intérieur. De nieuwe Beurs vereenigt feitelijk in zich vier «beurzen". Zij bevat nam. een Goe deren-, een Graan-, een Effecten- en ten slotte ?een Schippersbeurs, welke laatste de kleinste is van de vier. Bijgaand schetsplan geeft de ligging weer der zalen onderling en hunne omgeving. De Goederen beurs is uit den aard der eaak de voornaamste en hierdoor de grootste wat afmetingen betreft. Hier toch wordt alles verhandeld wat niet direct onder de rubrieken: Graan, Effecten of Schipperij valt te rangschikken. Deze zaal is van reuzachtige afmeting; wij weten niet of in ons land een grootere van een enkele overspanning gevonden wordt. Grenzend onmiddelijk aan den hoofdingang, is zij de eerste die men na het binnenkomen betreedt; men ziet zich op eenmaal verplaatst in een enorme ruimte. Deze ruimte wordt over dekt door een ijzeren zadeldak, welk dak gedragen wordt door halfcirkelvormige spanten die op hun beurt weer worden ge dragen door steunbeeren, die zich oprichten van uit de granieten zuilen op den grond. Evenals de meeste Beurszalen ontvangt deze zaal haar licht van uit den kap, zooals de afbeeldingen te zien geven. Achter de door bogen onderbroken zijmuren bevinden zich de gaanderijen die toegang geven tot de kantoren welke bestemd zijn om aan de handelaars te worden verhuurd. Deze zaal, ruim verlicht als zij is door een kalm en helder licht, in hoofdzaak gebouwd van licht zalmkleurigen baksteen met draagdeelen van zandsteen en graniet, maakt door hare flinke verhoudingen, een krachtigen, degelijken indruk. Harmonieus wat de kleur der verschillende materialen betreft, in hare hoofdoplossingen en con structies ruim en ongezocht, geeft zq een beteren indruk dan verweg het grootste deel van de buiten-architectuur; haar bintredend denkt men geen oogenblik aan het fabriekachtige waaraan zekere gedeelten van het extérieur denken doen. Tot dit geslaagd effect werkt vooral ook mee de fijnere kwaliteit der bouwstoffen waaruit deze zaal is gebouwd- Wat haar verhoudingen betreft valt een opmerking te maken. De breedte der zaal naml. lijkt te groot ten opzichte van de diepte ?, de langszijden schenen te kort. Hierdoor is het perspectivisch inzicht in de zaal niet diep genoeg; de korte zijden schenen daardoor te dicht bij den beschouwer te staan. Dit doet afbreuk aan den indruk, doordat het effect er door wordt verkleind. Het komt ons voor, dat, ware deze zaal een travélanger ge weest, zo een indruk zou hebben teweeg gebracht die de tegenwoordige nog ver zou hebben overtroffen. Ditzelfde kan in het algemeen ook van de andere groote zalen gezegd worden, zij schijnen alle iets te kort ten opzichte van hun breedte. Het oog zoekt meer wijking maar vindt die niet. Hierbij dient er echter op gewezen, dat uit een praktisch oogpunt dergelijke minder diepe zalen groote voordeelen bezitten; omdat het leven er zich veel meer in concentreert dan in meer langwerpige; de beweging erin is compac ter, minder verspreid. Toch komt het ons voor, dat een perspectivisch grooter effect kan worden verkregen ook met het behoud van deze eisen, en wel door het minder groot maken der afstanden van (de langetravéen. Een dergelijke verdeeling zou de Goederen en Effectenbeurs. Aan dezen doorgang grenzen de verschillende verzendingsin richtingen, zooals de Intercommunale en Stedelijke Telefoon, het Telegraaf bureau, de bodenkamers enz. Gemakkelijk van uit teeren, vooral van het ijzerwerk, er niet beter op geworden. Wat kleur aangaat is van de vier zalen de Effectenbeurs de minst geslaagde. Het koele blaauw der spanten is in onaangenaam contrast met heel aangenamer, vroolijker, minder somber. Het onderling velband der.zalen, de o ver gang van de eene in de andere, geeft afwisse ling zonder daardoor onharmonisch te zijn. Alleen in n opzicht, van n standpunt uit De goederenzaal. Gezien vanaf de galerij. de verschillende beurszalen bereikbaar, is deze ligging zeer gelukkig; alleen het licht laat in sommige der aangrenzende dienstvertrekken te wenschen, hetgeen te bejam meren valt. Dit doorgangszaaltje is van aangename, compacte verhoudingen; het bezit niet het «uitgedrevene" van de zijkanten van de goedereubeurs; hoewel veel minder groot van afmetingen dan de aangrenzende zalen, is het geenszins het minste en het beste van alles, de Graanbeurs misschien uitge zonderd, wat de rangschikking der baksteenkleurschakeeringen betreft. Links van dezen doorgang ligt de Graan beurs. Een vierkante ruimte, ook in hoogte. Rechte ijzeren gebinten dragen den kap: een zoogenaamd Shed-dak. Dit is een dak, speciaal geconstrueerd met het doel uit sluitend Noorderlicht toe te laten. Het zonlicht is den toegang tot deze zaal abso luut ontzegd, hetgeen om practische redenen noodzakelijk was; het zonlicht nam. deelt zijn gloed mee aan het graan, hetgeen de beoordeeling van de kwaliteit belemmert. Om de zelfde reden ook zijn de muren hier van zeer licht gekleurden baksteen. Deze zaal is slechts aan eene zqde door gaanderijen geflankeerd, de andere lange wand is geheel vlak, zonder eenige onderEen der galerijen van de goederenloods. beurszaal vooral ten goede zijn gekomen, doordat de kolommen dichter bij elkaar zouden zijn gekomen te staan, waarloor de bogen tevens meer welving hadden verkregen. Hun zwakke buiging is nu op het kantje af van het constructief mogelijk. Vanuit de Goederenbeurs rechts verder gaande komt men in den zoogenaamden ?Doorgang"; een zaal gelijk het plan aan geeft, gelegen tusschen Goederen-, Graanbreking. Symmetrisch in den eigenlijken zin is zij dus niet, hare verhoudingen zijn echter goed; en vooral werkt ook hier de kleur zeer mee tot een goed geheel. Dit laatste is te aangenamer op te merken, daar een absoluut zuiver kleurgevoel niet tot de best ontwikkelde eigenschappen van den architect van de Beurs behoort. Veel zalen toch, die in opzet iets beters beloof den, zijn na het schilderen en ornamende stroken paarsch glas daarboven, terwijl het verder de kleur van den baksteen doodslaat doordat zijn hard effect niet past bij de kalme kleur van den steen. Men zou niet zeggen dat dit dezelfde steen was als van de Goederenbeurs, hetgeen een goed voorbeeld geeft hoe kleuren elkaar kunnen opwekken, verlevendigen of dooden. Het versieringsmotief c^er ijzerconstructies, gelijk in de meeste andere zalen is, even als de verdere versieringen in 't algemeen uiterst oppervlakkig; hier was de orna mentspuit in volle werking. De vierde groote zaal is de Schippersbeurs. Zij is gelegen tusschen Graan- en Goederenbeurs en door open ijzeren hekken er van gescheiden. Deze inrichting is ge maakt opdat de schippers met de kooplieden zouden kunnen spreken zonder daarvoor toegelaten te moeten worden in de respectieve zalen voor de handelaars bestemd. Deze zaal is praktisch de minst geslaagde. Zij is het slechtst verlicht; omdat hier geen bizondere eischen golden schijnt zij ten onrechte op den achtergrond geraakt; zij is somber en maakt den indruk van een oud-gothische klooster- of stadhuiszaal. Slecht van verhoudingen is zij echter niet. Integendeel. Dit zijn in 't kort de voornaamste zalen van de Beurs; zij naderen hun voltooiing. De verschillende meubelen, de randver sieringen en de tafreelen, de lichtkronen en andere siersels moeten nog worden aan gebracht en zullen; als zij slagen, veel kunnen bijdragen tot opfleuring van het geheel. Zijn deze vier zalen de voornaamste er zijn nog een groot aantal andere die even eens bespreking verdienden. De Beurs namelijk herbergt naast de hier opgesomde zalen en hare ter verhuring bestemde kantoren en dienstvertrekken, verschillende vergaderzalen, als daar zijn : vergaderzaal voor den graanhandel, voor den effecten handel, verscheidene kleine bestuurszalen, een veiling-, een tijdingzaal, een café, en ten slotte de groote zaal van de Kamer van Koophandel: het »pièce de resistance" van alle kleinere zalen van het gebouw. Deze laatste is boven den hoofdingang gelegen, zij bevindt zich achter het groote raam van den voorgevel; gelijk men weet zal der Kinderen haar decoreeren; deze artist maakt ook het gebrandschilderd glas in het raam. Al deze zalen zijn echter nog niet voltooid (»de laatste loodjes wegen het zwaarst", er is nog heel wat te doen voor de opening) we zullen de besprekingervan dus achterwege laten. Alleen voor de zaal met de versieringen van der Kinderen hopen we een uitzondering te maken en, als zij gereed zal zijn, toestemming te kunnen verkrijgen afbeeldingen ervan tepubliceeren. * * * En biermede hebben we, naar echten reporterstrant: in gestrekten draf, onzen loop door de zalen volbracht, om eindelijk te komen tot den totaalindruk van het geheel. Zooals gezegd: het Intérieur schijnt ons in veel opzichten beter geslaagd dan het Extérieur. Het is meer afgewerkt, het is be schaafder, het is meer organisch, over het gebeschouwd, lijkt het uitwendige ons beter; namelijk, gezien komende van den Dam. Dit aanzicht is trotscher, meer monumentaal, dan het intérieur. Hoe meer we de beurs zien, hoe meer we het bejammeren dat zij niet over het geheel, in hare verschillende aanzichten het zelfde karakter vertoont als gezien vanaf déze zijde. Het schijnt als heeft zich de aandacht van den architect te uitsluitend op dit eene punt geconcen treerd ten koste van de andere want alle andere overzichten vallen bij dit in het niet, het is daarom als een théaterdécor, dat van een bepaald standpunt uit moet worden be keken; het ia geen gebouw in de ruimte. Wat vooral zeer bijdraagt tot het vrolijker het vriendelijker, aspect van het inwendige, dat is de keuze van het materiaal. Er is voor het intéreur gebruik gemaakt van «veredelden" baksteen om het zoo eens te noemen; en daar het gebouw nagenoeg geheel van baksteen is gebouwd laat het zich begrijpen van hoeveel invloed op den indruk deze keuze der soort van grondstof is. In verband hiermede weuschen we een enkel woord te zeggen over deze keus. Er is ons namelijk het verwijt gemaakt, dat we de groote soberheid in de Beurs hebben gelaakt, en de meening is uitgeWij blijven bq deze meening; en ieder die den grond, de oorzaak, kent van verweg het grootste deel van het hedendaagsch stre ven naar soberheid zal daarmee instemmen. Een monumentaal gebouw, een gebouw van publieke, van algemeene bestemming heeft andere eischen dan gewone bouwkunst. Het dient edeler en voornamer te zijn, bet dient uit te blinken boven alledaagsche gebouwen, en dit zoowel door zijn ideëele conceptie als door zijn materiaal. Een der gelijk gebouw dient een brand- of middel punt te zqn, een aantrekkingspunt, een verhevenheid, een lichtpunt in het gewone. Het dient als een koning of opperhoofd te zijn: uitblinkend boven zijn omgeving, en dit zoowel door zijn geestelijke natuur, zijn innerlijk wezen, als door zijn dracht die hem voor den onontwikkelde van zijn omgeving onderscheidt. Een gewoon kleed, een kleed van alledaagsche stof, zal in het alledaagsche leven het beat kleeden; de menschelijke natuur wil echter, dat iemand die tot de vertegenwoordiging van iets wordt ge steld, dit ook in zijn uiterlijk zal uitdrukken. Praktisch beschouwd zijn katoen, wol, zijde en brocaat even duurzame en nuttige stoffen; toch zal men ze niet gelijkstellen wat beteekenis betreft. Zoo ook bij Bouw-kunstwerken: Is voer gewone huizen gewone baksteen voldoenitc voor monumentale bouwwerken verlangt men andere stof. Ook de keus der materi alen dient het verschil in hunne bestem ming uit te drukken. Zoo deden de Ouden. De volgende zin moge den geest weergeven van hun begrip daaromtrent: «Heer l wij hebben U een huis gebouwd van kostelijke stof; wij hebben het beste daartoe bijgedragen: gladden steen, die Uw licht weerkaatst, het U terugzendt, steen onzelf zuchtig; edele metalen, niet aan roest on derhevig; kostelijk tiout, reukhout dat geur verspreidt " Dit had betrekking op tempels, maar ook alle andere gebouwen werden dieno rereenkomst behandeld, en wel elk naar zijn bizondere bestemming of beteekenis. De Ouden waren misschien gek- of naief, maar zij hebben ons kunstwerken nagelaten waarbij de onze in 't niet verzinken. Men streeft naar soberheid tegenwoordig, en dit is zeer waardeerbaar men diene echter wél te weten wat soberheid in zich heeft, men dient te weten of het geen dorheid is wat men als soberheid wenscht te zien beoordeeld: de soberheid van dood hout, door levende boomen naar omlaag gesmeten. We zouden hierbij niet zoolang stilstaan (want de tegenwoordige beweging naar zoogenaam de |oberheid zal, evenals haar meer wulpsche tweelingzuster «Ie Style mo derne" en gelijk alle overdrijvingen, spoedig hebben afgedaan) wanneer die beweging niet zulk een slechten invloed uitoefende op de ambachten en de beroepen. Want nauwelijks is hier eenige herleving in de kunstambachten ontstaan, vooral te voorschijn geroepen door het werk van Cuypers, of deze ambachten dreigen een te krijgen door dit streven naar te ver geMen mag er wel eens zij vooral onzen oecoaanbevolen) wat er terecht moet van de kunstambachten bij een gevoeligen stoot betreuren s waardig dreven soberheid. aan denken (het nomen komen dergelijke wijze van doen. De decoratieve beeldhouwkunst, de smeed-, de houtsnij-, de sierschilder-, de glasbranders-, de tichelbakkers-, de glazuurkunst enz., nauwelijks aan 't herleven, kunnen wel weer opdoeken Zijvleugel van de goederenbeurs. sproken, dat, juist in de inspanning die soberheid eischt, het genie zijn toppunt van uiting moet kunnen bereiken. Dit laatste is waar; het behelst ook onze overtuiging. Doch wij hebben gesproken van een te ver gedreven soberheid. We hebben gezegd, dat, zoo het streven naar soberheid overslaat tot het achterwegelaten van het noodzakelijke, hetzij dan in praktiechen of aesthetischen zin, dit het graf is voor de kun st. als »een gevel met gaten" van «oermateriaal" het toppunt van schoonheid zou zijn. En waar zou het werk moeten gevonden worden voor hun beoefenaars? In de laatste jaren door «Kunstscholen" moeizaam aan gekweekt, is er nu reeds voor de meesten hunner geen werk ; zoo is dit ook een maatschappelijk-oeconomisch vraagstuk, van veel ingrijpender strekking dan men oppervlakkig denkt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl