Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1338
Nat. Railr. of Mez. c. v. a. . 19X
N.-Y. Ontario & West commons 34-%S 34 V*.
Norf. & West c. v. a. . . . 74 74%
Reading c. T. a: ..... 64 63 K
South. Pac. commons. ... 65 % 66
South. Railway afgest. ... 36 H. 35%
Union Pacific c. v. a. . . . 102 101%
Wabash pref. ...... 45% 51%
Onder de spoorwegen, die in de laatste jaren
belangrijk zijn vooruitgegaan, mag ook vooral
de Atchison genoemd worden. In de laatste
vijf jaren vermeerderden de bruto's ruim 50 pCt.
terw\jl het net 13 pCt. werd vergroot. De
netto's stegen van 9 tot 24 millioen dollars.
De Wabash konden de ryzing van de vorige
week ook dezen keer voortzetten. De groota
kooplnst stond in verband met de berichten, dat
het der maatschappij gelukt was voorbereidende
maatregelen te nemen om toegang tot Pittsburg
te verkrijgen. De Grand Trunk Railway
Company of Canada heeft zulke gunstige resultaten,
dat behalve een jaarlgksch dividend van 5 pCt.
op de eerste en tweede preferente, voor den
eersten keer sedert 1884 ook voor de. derde
preferente aandeelen eenige uitkeering ge
publiceerd, zy het dan nog slechts l pCt , wordt.
Gunstige verwachtingen wekt in dit opzicht
het jaarverslag van de Kansas City Southern
op. De vrachtopbrengst per myl is belangrijk
vermeerderd en wel van dollars 1.75 tot dollars
2.19. Door verhooging der tarieven namen de
exploitatiekosten belangrijk af. Deze bedroegen
in 1899/1900 ruim 80 pCt., in 1900/1901 71 pCt.
en in 1901/1902 ruim 66 pCt. De netto's
stegen in die jaren van 700 duizend tot 1.3
millioen in het volgende en voorts tot ruim
1.8 millioen in 1901 tot 1902. Wanneer ik
nu doe opmerken dat het tarief op de
Gnlf in het bedoeld verslagjaar nog beduidend
lager was dan dat van vele andere lijnen b.v.
de Missouri Pacific, en eenige verbetering in
het loopende dienstjaar te wachten of reeds
gedeeltelijk in werking is, dan krijgen de
gunstige ontvangstcijfers over het loopende
dienstjaar des te grooter beteekenis. Over de
eerste 6 maanden van het loopende dienst
jaar zonden de bruto's reeds 381 duizend
dollars meer bedragen.
Toch zon aog grootere verbetering in de
eindresultaten te verkregen zijn, maar de
votingtrnstees worden wellicht verleid om zich eerst
meester te maken tegen lage prijzen van deze
veelbelovende onderneming. Daarom zullen
ze geneigd zyn de goede verwachtingen te
temperen en te verzwakken totdat hun tijd is
gekomen. De ligging van de lijn is voortreffelijk.
Onwaarschijnlijk is 't dan ook, dat b\j de vele
combinaties de Kansas City Southern nog lang
ongemoeid zal gelaten worden.
Wie koopen en betalen kan en mitsdien
zijn stukken gedurende den eersten tijd rustig
kan opbergen, die late de te behalen voordeelen
niet alleen den Yankees te goede komen. De
solide 3 pCt. eerste hypotheek obligatiën wer
den nog steeds voor goede speculatieve be
legging gezocht.
Met het oog op de zwakkere koers voor de
Erie doe ik opmerken dat er heden ter beurze
sprake was om in de kapitaalbehoefte te voor
zien door uitgifte tegen den koers van 87 X
pCt. van 4 pCt. obligatiën, die na 1905 tegen
den maatstaf van 50 pCt. van het nominale
kapitaal, in commons zouden magen worden
geconverteerd.
De geldmarkt wa» ruim voorzien. De
Duitsche Rijksbank verlaagde haar disconto van
4 tot 3& pCt. en de Engelsche bank zag haar
sterke credietkracht nog van 48% tot 49 M
toenemen, wat velen deed vermoeden dat ook
aan de Theems de prijs van het geld wat zal
worden verlaagd. In Gysbrecht's veste bleef de .
prolongatie 3 1A. De gewoonlijk weldadige
invloed van een ruime geldmarkt is ditmaal
niet te constateeren. Integendeel. De 2 K pCt.
en 3 pCt. N. W. S. gingen respectievelijk l %
en % pCt. terug, ook al als gevolg van de
redenen waarom vele soldaatjes naar Amsterdam
getransporteerd zijn.
Omtrent de Opstenrijksche conversie zijn
nog geen definitieve berichten. De koersen
b i even onveranderd. De verbetering in den
zilverprijs begunstigde ietwat den koers van
de Zilver Chineezen en van de Zilver Mexi
canen. De berichten omtrent de onderhande
lingen tusschen China, Mexico en de Vereenigde
Staten betreffende een prijsverbetering van
het witte metaal worden wel wat duideelijker.
Met belangstelling zal ik dit belangrijk
oeconpmisch onderwerp volgen om den lezers
hiervan een wetenschappelijke uiteenzetting
te geven.
Onder de tabakspapieren vraagt de gedaalde
noteering van 253 tot 232 van de aandeelen
Medan tabak de attentie. Overeenkomstig het
vermoeden, de vorige week uitgesproken, hebben
zeer vele aandeelhouders van hun claimrecht
gebruik gemaakt, zoodat slechts zeer weinig
aandeelen voor de vrije inschrijvingen ter be
schikking bleven.
Voor den achteruitgang van den koers van de
Redjang Lebang en van de Soemalata zijn geen
bijzondere redenen bekend.
Ten slotte zij nog de opmerking gemaakt
dat de werkstakingen vele aandeelhouders van
de bekende Westersuikerraffinaderij be
vreesd, beangst hebben gemaakt zoodat zelfs
de noteering van 198 tot 178% retireerde.
Weet ge waarin ik wel een staking zou
verlangen? In de oprichting van hypotheek
banken?de de vorige week aanbevolen inschrij
ving voor de Hypotheekbank voor Nederland
verdient evenwel haar succes en meer nog
in de oprichting van levensverzekeringsmaat
schappijen, waarvan het aantal deze week
wederom met een is vermeerderd.
De hoognoodige behartiging van het belang
van het algemeen by da levensverzekering mag
niet langer uitgesteld worden. Ook dit is een
voornaam sociaal belang. De solide
levensverzekeringmaatschappijen die de hoogst
noodige controle niet vreezen, integendeel deze
verlangen behooren het initiatief te nemen
om op de regeering, tot welke richting ze ook
moge behooren, invloed uit te oefenen om vele
Nederlandsche huisgezinnen, waarvan het hoofd
zorgde voor den dag van morgen, voor onher
stelbare schade te behoeden.
- 12Febr" '03.D.
?iiiilillllllllliiliii
Een dwaas boet ^
Gekhuizen is een lief plaatsje, ik kan niet
anders zeggen. Men telt er veel groene boomen
«(althans zomers), rose villa's, grijze winkel
straten en nog grijzer luchten, want het regent
1) Gekhuizen. Nagelaten roman van een
Zonderling, door H. Brinkman. Amsterdam,
C. L. G. Veldt.
«er bijna altijd, wat voor ons land geen wonder
«is. Het ligt te dicht bij een groote stad om
«een gehucht, waar het trouwens ook te groot
«voor is, en te ver om een voorstad te heet en."
Van een boek dat met deze wonderlijke be
schrijving aanvangt, heeft iemand die ook maar
de geringste notie van behoorlijk Hollandsen
heeft, op slag genoeg, want hij voelt dat hier
niet iemand die spreekt, maar iemand die
wauwelt, aan het woord is.
Gesteld dat de lezer 't nog wat volhoudt,
omdat hij het boek nn eenmaal gekocht of ge
huurd heeft, of omdat het hem «ter beoordee
ling" gezonden is en hij leest het totaal onbe
grijpelijk eerste hoofdstuk van anderhalve
bladzijde uit. Dan vindt hij op de helft van
bladzijde drie het begin van een tweede hoofd
stuk. Aldus:
«In een vergeten buurtje van Gekhuizen,
«verloren als het is tusschen groen, woon ik
,met mijn kleinen neef, een wees, voor wiens
«opvoeding ik zorg, aan wie ik n later hoop
«voor te stellen. Mocht ge hier te grootsch voor
«zijn, zoo trek uw handschoenen aan.
Gehand«schoende menschcn zijn onkwetsbaar, zelfs in
«de ziel. Peau de Suède is laatste smaak, maar
«zeemleeren kunnen ook dienen."
Nietwaar, dan scheidt iemand, wiens geduld
niet al te groot is, er liever uit: hij beklaagt
zijn huur-geld of vindt zich bekocht.
En hij zou gelijk hebben. Want wie de 270
bladzijden geheel afleest, vindt nergens een beter
ge-schikten zin, eenmérintereasante beschrijving
dan de hierboven geciteerde.
«In het laantje over mij wonen de eenige
«menschen met wie ik omgang heb, namelijk
«een kaalhoofdig doktertje met een groot gezin
«en een kleine practijk, een jonggehuwd paar
«met n kindje en een tweede op de komst,
«twee oudjes die hun. gouden bruiloft vierden
«en een domineesweduwe op den zoek naar een
«tweeden man, onverschillig orthodox of
voor«uitstrevend, die zich niet vinden laat."
Dit is beslist de geestigste zin in het geheele
boek en hij karakteriseert dus den geest van
het gansene «humoristische" verhaal. Tenzij men
veronderstellen kan de mogelijkheid dat iemand
in ernst zichzelven en zijn publiek 270 blad
zijden lang voor den gek kan houden, moet men
gelooven dat de schrijver van dezen roman
heusch bedoeld heeft een lichtelijk tendenzieuse
beschrijving van het leven en de menschen in
een kleine plaats (Baarn of Hilversum b. v. b.)
te leveren. Maar dan heeft hij zich vergist, dan
heeft hij een idiotenkolonie voor een heuselijk
stadje aangezien, dan heeft hij malgrélui de
zedenroman van een idiotenkolonie geschreven.
Kolonie waarin hij zelf verpleegde is.
Ik vrees dat ik mij te tam uitdruk. Of dat
ik ernst verspeel aan een malligheid, een
fopperij van een schrijver en een uitgever. Want
dit is een boek, waarin de lezer zich voelt als
iemand die doorloopend voor het lapje gehouden
wordt.
Maar de grap is dan toch te ver gedreven.
Deze taaie en zure koek van moppigheid is
maag-vernielend.
Om den lezer het onheil te sparen, wil ik
voor hem de atlervermakelijkste passage over
schrijven, hij heeft dan de hoogst mogelijke
waardeering voor den humoristischen aanleg van
den heer H. Brinkman en hij kan zich voor
verdere onheilen bewaren.
Zij is te vinden op pag. 120 en 121. (Het is
een verontwaardigde doktersvrouw die tot haar
echtgenoot spreekt):
«Kinderen gij hebt het gehoord, hoe die man
daar, uw vader, mij in het bijzijn van dien
anderen man hier, uws vaders vriend, heeft
durven smaden, bespotten, mishandelen. Ge hebt
het gehoord, nietwaar, mijn lievelingen, hoe die
ontaarde glimworm, (ja glimworm, mijnheer !)
mij gesard en beleedigd, gefnuikt en gegeeseld
Leeft, nietwaar, mijne lammeren, gij hebt het
gezien, geboord, gevoeld in uw harten! Welnu,
ik verlaat deze kamer, ik verlaat haar, mijn
schapen, en voorgoed, ja, voorgoed! Dit ver
trek, de huiskamer" (bier begon de teerhartige
dame te schreien) «de plaats waar kind en
ouder hun geluk, genot, uitspanning vinden en
samen in heiligen vrede deelen, dit plekje
grond, waaraan zich zooveel liefelijke herinne
ringen, voor mij en ook voor u, mijn arme
drenkelingen, vastknoopen", («drenkelingen"
herhaalde Dr. Dribbel; ook de goede man was
aangedaan en vond de vergelijking schoon en
passend) «Dit eens gezegend plaatsje, onze ge
meenschappelijke woning, mijne verdronkenen"
(die ongelukkigen! de laatste stroohalm was bun
ontgleden!) «zeg ik voor immer vaarwel, op
aandrang van dat monster daar, uw vader. Op
een eenzaam zolderkamertje trek ik mij terug,
verlaten, ternggestooten door hem, dien ik eens
mijn echtgenoot noemde". Hier begonnen hare
tranen rijkelijker te stroomen, ook Dr. Dribbel
snikte en de kinderen stonden in twijfel of ze
huilen of lachen zouden. De moeder vervolgde :
«En thans, mijne lijken" (ze stond reeds half
in de gang,) «kiest! Kiest, tusschen de
zwaarbeproefde, innig liefhebbende moeder, die u
grootgebracht heeft, tot wat je op 't oogenblik
zijt" (de kinderen waren gestreeld en keken
hun opvoedster met verzengden blik aan), kiest
tnsschen deze vrouw hier, ja, edele vrouw, durf ik
zeggen, uwe moeder en dien man daar, dien
zondaar (o, kijk hij eens glimmen!), uw vader !
Kiest l"
Met een luid gehuil wierp de getrouwe kin
derschaar, voor zoover er plaats voor allen was,
zich in de wijdopen gesperde armen hunner
mishandelde moeder, na den vader met een blik
verwaardigd te hebben, die wat er nog van hem
in dien stoel overgebleven was, geheel ver
nietigde. Toen hij weer opkeek was hij een
eenzaam man met zijn vriend Eéuzelf tot eenig
gezelschap, met andere woorden, vrouw en kin
deren hadden de kamer verlaten. Dit bemerkende.
gaf Dribbel eeu luiden snik, liet het hoofd
zakken en bewoog zich niet meer. Dr. Dribbel
was gebroken."
Dit is de best geslaagde pagina ! Des heeren
Brinkmans geestigste vrouwelijke heldin is een
dame die «Konfucelifus" zegt voor Confucius e. d.
Een enkele maal is de heer Brinkman ook wel
eens schuin, zoo schuin als een oolijk familie
vader, die achter zijn halfgesloten oogen
glundertjes kijkt en met voorzichtig stemmetje voor
zijn volwassen zoons een geintje tapt. Bijvoor
beeld :
«Maar zie dan mijn tiental nakomelingen!
Want al moogt gij er al met trots op bogen,
de moeder dier lievelingen te zijn, ik ben dan
toch de vader I En al hebt jij dan misschien
het grootste deel van dat scheppingswerk ver
richt, zonder mijn hulp, hoe bescheiden dan ook,
zoudt je, niet waar...?"
Na kussen en huizenbouwen (Radius was
architect) was fluiten zijn lust en zijn leven.
Hij floot van den vroegen morgen tot den laten
avond, ja, zijn lieve bedgenoote vertelde mij
eens, dat zij enkele keeren in den nactit door
een zacht gefluit van manlief gewekt werd.
Daar hij echter nimmer snurkte, nam zij hem
dit maar niet al te kwalijk, waaruit ik afleid,
dat gehuwde vrouwen een zachte fluiterij vaii
beminden echtgenoot, bij het ter ruste gaan, bij
wijze van slaapmuziek, zeer op prijs stellen,
dus, vastgeketende mannen, doet uw voordeel!"
Geregelde lectuur is overigens niet mogelijk.
Er is niet de minste samenhang tnsschen de
verschillende fragmenten. Karakterteekening kan
natuurlijk niet verlangd worden in een boek
waarin alle handelende personagiën, de zonder
ling, de dokter, de politie commissaris, de ar
chitect, de leeraar- in aardrijkskunde en hunne
respect, dames in hooge mate verdwaasde wezens
zijn.
En ten slotte houden we uit al deze zonder
linge zotheid een gevoel van medelijden over
met den uitgever en zijn litterairen adviseur
die zoo formidabel voor den gek gehouden
werden.
Want die H. Brinkman is iemand die den
heer Veldt te grazen heeft genomen.
En zoo niet, is hij in ernst, dan is hij een
hansworst, een kermisclown of een August de
Domme.
Dan is hij een vermakelijke notaris in een
dorp in Drente, of de held van de Zaterdagsche
sociëteit in Pekela, of een bovenmeester in een
provinciale hoofdstad, of een student in het
eerste jaar, of een luimige alleen wonende tante,
of een oud-medewerker aan een failliet-gegaan
halfstuiversmagaz'jn die met een massa stof is
blijven zitten, of een dokter-uit-de-practijk die
in zijn koetsje jaren lang Engelsche komieke
romannetjes heeft zitten lezen, of een handels
correspondent met litteraire aspiraties, of een
corrector in wiens hoofd een verhaal van Dickens
in pastei is gevallen.
Maar een schrijver is hij in geen geval. Zijn
boek is niet leesbaar. Eenigszins sneu voor den
uitgever die op pag. 270 onderaan verklaart:
«Ik hoop maar dat ik plezier van deze uitgaaf
mag beleven."
Rotterdam, l Dec.
HENRI D.
Boekverkoopingen te Leiden.
Bij de firma Burgersdyk en Niermans te
Leiden is verkrijgbaar gesteld de catalogus
van eene omvangrijke en precieuse boeken
verzameling, welke op 23 Februari a.s. en
volgende dagen door haar zal worden geveild.
Wij vestigen de aandacht op deze fraaie
collectie welke tal van gezochte werken en
tijdschriften bevat op het gebied der wijs
begeerte en zielkunde (de hoofdwerken der
voornaamste wysgeeren zyn hier vertegen
woordigd, benevens ook tal van werken uit
de laatste jaren), godsdienstwetenschap, rechts
geleerdheid en staathuishoudkunde, sociaal
wetenschap (zeer belangrijk), geschiedenis- en
aardrijkskunde, geslacht- en wapenkunde,
taalwetenschap, letterkunde, Oostersche talen,
Hoogduitsche, Engelsche, Nederlandsche,
Fransche, Italiaansche en Spaansche letteren, curiosa,
klassieke letteren en kunstgeschiedenis der
Grieken en Romeinen, werken over kunst,
pracht- en plaatwerken enz.
Deze werken stammen uit de nalatenschappen
van dr. S. A. v. d. Chijs, arts te Zutphen, den
oud-kapitein ter zee F. J. Bonrsse Wils te
Leiden en vele andere boekenverzamelaars.
Dezelfde firma, kondigt aan tegen Maart
a.s. eene veiling van werken en tijdschriften
over geneeskunde, scheikunde, wis- en natuur
kunde, plant- en dierkunde; eveneens voor
een deel afkomstig uit de vermelde boekerijen,
waarbij tevens gevoegd zijn tal van werken
en tijdschriften uit de bibliotheek van wijlen
dr. Henry Power, bekend chirurg en oog
heelkundige te Londen.
De werken van eerstgenoemde veiling zijn
te zien Vrijdag en Zaterdag a.s.
NIEUWE UITGAVEN.
Fan 't zelfde ras. Vijf verhalen voor de rijpere
jeugd. (14 jaar en daarboven.) Bijeengebracht
en bewerkt door NELLIE. Masereeuw & Bouten,
Rotterdam.
Schijn of wezen, naar aanleiding van Iets
over woordkunst, door dr. FBEDERIK VAN EBDEN.
XXe Eeuw Sept. 1902. Overdruk uit De Nieuwe
Gids. Haarlem, A. E. v. d. Heide.
Eobert Fruin's verspreide geschriften, afl. 38.
's Gravenhage, Martinus Nijhoff.
Moderne kunstwerken, schilderijen,
teekeningen en beeldhouwwerken, afl. 2. Amsterdam,
W. Verslnys.
Vit de vakbeweging onder handels- en kantoor
bedienden, door Dixi. Rotterdam, Johan Pieterse.
Het middelbaar schoolonderwys te Batavia
gedurende de Ie helft der 19e eeuw. Batavia,
G. Kolff & Cie.
»Rooskevertje." Het betooverde kind. Naar
het Engelsch van VERA PETROVNA JELIHOVSKT.
Gevolgd door KLEINE GENIUS. Naar het Zweedsch
van TOPELIUS. Beide vertaald door NELLIE.
(Voor kinderen van 8 a 10 j aar en daarboven.)
Masereeuw & Bouten, Rotterdam.
De Postduif. Eerste jaargang. No. 1. Week
blad gewijd aan de belangen der duivensport.
Officieel orgaan van den Nederlandschen
Algemeenen Bond van Postduivenlief hebbers.Redac
teurs G. J BONGEES, Rotterdam. Uitgave
»Stoomdrukkerij Floralia". Firma W. van Gorcum,
Assen.
Inhoud van Tijdschriften.
De Nieuwe Tyjd. 2e Afl.: De Kerstcongressen,
door dr. J. van den Tempel B.Zn. Geschie
denis der verplichte verzekering tegen werke
loosheid te St. Gallen, door mr. G. W. Sannes.
Zionisme en socialisme, door A. van Collem.
Moderne slavernij, door H R Rookmaker,(Slot.)
Het standpunt der party, door dr. A.
Pannekoek. Vakvereenigingen en Trusts, door Jos.
Loopuit. Iets over godsdienst en socialisme;
(slot), door F. van der Goes. Arbeiders
beweging, door H. Spiekman.
Onze Kunst. Afl. 2: Ang. Vermeulen,
Constantin Meunier, (vervolg en slot). Max
Rooses, De teekeningen der Vlaamsche meesters,
de romanisten, Frans Floris. Marten de
Vos.Stradanus. Peter van der Borcht. Otto
Venius. Adam Noort enz. Ed. Thorn
Prikker, De Deventer tapijtfabriek en Colen
branders ontwerpen. Platen: Constantin
Meunier: Man uit het volk; de 4 bas reliëfs,
bestemd voor het monument tot verheerlijking
van den arbeid ; de oogst, de n\j »erheid, de
mijn, de haven, oud paard. Frans Floris
(school van): De straf der gierigen, naar
Frederico Juccaro. Frans Flaris, Experentia.
Marten de Vos, O. L. V. Hemelvaart. Th. A.
A 1> V B R T E W TIËK.
THE MUTUAL
Life Insurance Company of New-York.
SICHAED A. McCUEDY, Presitot.
OPGEB1CHT 1843.
KORT VERSLAG OVER HET JAAR tOO*.
Volgens heden ontvangen Cablegram bedroegen in ronde
cijfers op l Januari 1903:
De fondsen en eigendommen der Maatschappij FI. 951,325,OOO
De extra reserve
Het verdeelbaar surplus
De ontvangsten v.-m 1902
Het bedrag van nieuw-gesloten door premiebe
taling werkelijk aangenomen verzekeringen
Uitbetalingen op Polissen
161,988,OOO
7,512,OOO
1S2,35O,OOO
514,119,OOO
72,412,OOO
liet totaal der thans loopende on van kracht zijnde Levensverzeke
ringen en Lijfrenten FI. 3,34O,577,OOO of
De zaken in Nederland toonen in vergelijking bij 1901 een vooruitgang
aan van 23
De Directeur-Generaal voor Nederland:
THEOD. J. A. B1EN.
C. Colenbrander, Zeven ontwerpen en
fotografiën van tapijten.
De Militaire Gids 2e Afl.: Naar aanleiding
van onze richting. Het ijzeren regiment,
door jhr. Van Kretschmar van Veen. Opmer
kingen van een reservekorporaal, door C. A. R.
De pedograaf Verguson, door Thomson. De
weermacht in de Volksvertegenwoordiging, door
F. Aankondiging en recensie.
De Katholieke Gids. Febr.afl.: Het Spiritisme,
door A. Nuyens. Een versleten Stokpaardje,
door A. van Winkel, pr. Emile Zola,
(vervolg en slot), door Louise B. M. Lammers.
Tijdschriftentafel. Politiek overzicht.
De Katholiek. Febr.afl.: In memoriam mgr.
dr. H. J. A. M. Schaapman, door L. A. M. P.
In memoriam mgr. dr. H. J. A. M. Schaapman,
door A. M. C. van Cooth. De getuigenis
der eeuwen omtrent Christus, door A.
Guilonard. F. W. Weber, (vervolg van dl. CXXII
blz. 213 v.v) Aanteekeningen op eene
brochure van den heer Wildeman, archivaris
van het Hoogheemraadschap Delfland, door J. L.
Jansen Cgr. S. S. Bed. 154.
Europa. Ie Afl.: In de aarde, door P. van
Aasche. Twee en veertig en een halve dag,
door J. Brouwer. Op reis, naar Alexander
Kielland. Lange avonden, naar het Zweedsch
van Elisabeth Kuylenstierna. Een trekvogel,
naar Beatrice Harraden.
Verslag Vaccinatiedebat. Ie Afl.: Aan den
lezer. Statuten. Vaccinatiedebat.
Referaten.
Tijdschrift voor toegepaste scheikunde en
hygiëne. No. 5: Bijdrage tot de kennis van het
proces der biologische reiniging van afvalwater,
door J. E. Enklaar. Tegen stofontwikkeling,
door J. van der Breggen. 0?er den invloed
van de tegenwoordigheid van oxaalzuur by de
oxydatie van indigo door chroomzuur, door
dr. W. P. Jorissen en dr. L. Th. Reicher, (ver
volg). Het vraagstuk der voorziening van
Amsterdam met drinkwater in tijd van vrede;
Het winnen van cyaanverbindingen uit
steenkolengas langs den natten weg, door dr. W. P.
Jorissen en J. Rutten, technoloog, (vervolg.)
Jiïgen Haard. No. 7 : Hoog Spel, door M.
J. Salverda de Grave?Herderscheê, V
»De Bruiloft van Eloris en Roosje" in Deli,
door Omega, met afb. Mijnbouw en nog
wat, door Pim, V. Het Permanente Hof
van Arbitrage, door mr. J. B. Breukelman, met
portretten van de leden en afb. van de zitting
zaal van het hof, naar opnamen van den
Hoffotograaf Henri de Louw, I. Het avontuur
van Adriaen Jansz, door N. Kluijver.
De Amsterdamsche Beurs in de Letterkunde,
door L. Nooter, met afb., II. Verscheiden
heid. Feuilleton.
llllllllllllltlllllllllUlllllll
lllllllllllllllllllllH
iiiituiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuimiiiimiimiiuiiiiimuiiiiu
De Koelie-ordonnantiën.
Geachte Redactie.
Het zij mij vergund naar aanleiding van uw
artikel De koelie-ordonnantiën" in het Nr. dd.
l Februari '03 het volgende in het midden te
brengen.
Wellicht is 'fc n bekend dat door mij den
19en Dec. A». P°. voor de afd. Nijmegen dar
Vereeniging Oost en West, eene causerie werd
gehouden //over het leven en de cultuur in Deli,
ook in verband met de brochure van Mr. v. d.
Brand." Ik meende door een 10-jarig verblijf
ter Oostkust gerechtigd te zijn toi een oordeel
al moge dit voor u een reden zijn, om aan de
onbevangenheid van mijn oordeel te twijfelen.
Bij de uespreking der toestanden en de bro
chure, heb ik o. a. op den voorgrond gesteld,
dat ik niet wenschte te spreken over de per
soonlijke aanvallen, die Mr. v. d. Br. noodig
achtte te moeten doen. Ook mijn broeder de
heer Herman A. Lefébre, heeft er het zwijgen '
toe gedaan, al viel het hem moeilijk, niet op te
komen tegen de grof heden, die hem in de bro
chure, onverdiend naar het hoofd werden ge
slingerd. Al is men agent van een Emigratie
kantoor, zoo kan men toch eerlijk man zijn en
waarheidslievend. In de brochure wordt van het
laatste ten opzichte van den heer L. wel bet
tegendeel beweerd, maar bewezen wordt het niet,
tenzij dan als bewijs (?) zou moeten dienen de
bewering van de Javabode dat al het gesprok ene
over de toestanden op Java gelogen zou zijn,
door «.den Oostkusten Torn Healy" (Het woord
is van de Javabode; Mr. v. d. Br. kan wat dit
betreft zijne lippen rein houden; hij vermeldt
slechts wat anderen schimpen.)
Al is de Javabode gewoonlijk zeer slecht te
spreken geweest over Deli en de Deliplanters,
toch kan ik mij moeilijk voorstellen dat deze
antipathie zoover gaat dat het blad tegen beter
weten in, den heer L. als leugenaar zou willen
voorstellen: De Javabode meent zeker te weten
dat de vrije Javaan op Java niet aan
knevelarijen enz. is blootgesteld, de heer L. beweert
het tegendeel, conclusie van de Javabode: de
heer L. is een leugenaar. Nu weet ieder die
Java kent, dat wel degelijk de vrije Javaan
dikwijls aan vexatiën bloot staat; nog zeer on
langs stond in een der Javabladen in dien zin
een bericht betreffende het land jitrap (bij
Buitenzorg) met vermelding tevens dat het be
stuur voor de klachten der opgezetenen doof
bleef. Ben particulier schrijven uit Buitenzorg
bevestigde mij een en ander. Maar ik zeg: het
blad (de J. Ji.) kan zich in zake de toestanden
op Java vergissen, te goeder trouw zijn, «voor
een deel prodnkt" als ook de redactie enz. is
«van de toestanden waarin zij werkt en leeft".
Maar er bestaat nóg eene mogelijkheid. Ik ken
mijn broeder genoeg om reeds van de eerste
lezing der brochure af, die aantijgingen naar
waarde te kunnen en te durven schatten, c. q.
de meening der Javabode, (aangenomen dat mijne
andere, reeds genoemde veronderstelling niet
juist is) te moeten wijten aan eene persoons
verwarring, m. a. w. dat de Javabode, eenvoudig
afgaande op den naam Lefébre, in de meening
verkeerde dat een familienaamgenoot aan het
woord geweest was. Want er was destijds iemand
van onzen naam die op Java en een korten tijd
op Deli, (maar lang genoeg om mijn 3 broeders
en miümenigmaal in een onaangenaam parket
te brengen door persoonsverwarring) die onder
meer bekend stond, als, laat mij het
euphemistisch noemen, een Von Münchhausen.
En kunt u thans, u voorstellen dat iemand
met temperament, «een vaatje buskruit" zijn
overkropt gemoed niet langer meester, plots,
zelfs door een indirecten schok, losbarst in eene
driftuitlating, die zeer weinig parlementair is
wel is waar, maar te verschoonen. Ook u, ge
achte Redactie, achtte het noodig den heer L.,
i die hoogstwaarschijnlijk te weinig hier te lande
bekend is." in al zijne vermeende laagheid voor
te moeten stellen aan het publiek en zeker in
de eerste plaats aan hen die de brochure in
haar geheel, niet gelezen hebbeu, haar slechts
kennen uit fragementen in de bladen overgeno
men. Ik wil verder gaan, dan u, zijn plus
royaliste que Ie roi, en mededeeling doen dat Mr.
van den Brand den heer L. zelfs voor de voeten
werpt dat hij spreekt met een
plat-Rotterdamsch accent." Aan den eerlijken beoordeelaar
deze poging om zijn' bestrijder aan de kaak te
stellen als iemand van zoo weinig ontwikkeling
dat men geen edele gevoelens bij hem kan ver
wachten, naar waarde te schatten. Ter goveruo
zij alleen vermeld dat mijn broeder Rotterdam
niet anders kent dan door eenige weinige dagen
verblijf en dat zijn eigenaardige uitspraak van
enkele klinkers een gevolg is van een eenigszins
abnormalen mondvorm (terugwijken van de
ouderkaak.)
En tenslotte nog eene persoonlijkheid....
mijnerzijds.
Die advertenties noemt u feilen, waaraan nie
mand nog heeft durven tarneu.
(Of de conclusies op die advertenties geba
seerd feiten weergeven en juist zijn, is nog een
strijdvraag).
Feilen zijn die advertentie?, maar zijn zij,
zooals zij in de brochure werden opgenomen,
alle natuurgetrouw, en waar? Zou Mr. v. d.
Brand onder alle durven zetten «voor
copieconform v. d. Br." P Gelezen het ingezonden
stuk van de hand van Mr. v. d. Br. in de
Sumatra-Post waarin ZEd. alleen rekenschap be
weert schuldig te zijn aan «God, zijn geweten
en de overheid" (overigens een al te gemakke
lijke wijze om particulieren in hun vragen om
genoegdoening of bewijzen, te negeeren) kan ik
niet verwachten antwoord op mijn vragen te
krijgen.
Toch blijf ik vragen: Waarom werd in die
ne advertentie (datzelfde die onder uwe plaat
prijkte, geachte redactie) de naam van den
agent van het Emigratiekantoor geëlimineerd?
Twee antwoorden zijn mogelijk: óf de weg
lating geschiedde abuisievelijk. Maar in zulke
zaken als deze mag dat niet voorkomen. Want
welke waarde dan te hechten aan de juistheid
van al het andere, waar controle moeilijk of
onmogelijk is óf de naam werd opzettelijk door
u weggelaten, om den agent die u een vriend
is, te sparen.
Mr. v. d. Br., uw naam als strijder voor recht
en billijkheid, als bestrijder van al wat naar
toetoepen (in de doofpot stoppen) zweemt, eischt
beantwoording van mijn vraag!
Nijmegen, 3-2-'03. L. J.LEFÉBRE.