De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 15 februari pagina 10

15 februari 1903 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1338 Nat. Railr. of Mez. c. v. a. . 19X N.-Y. Ontario & West commons 34-%S 34 V*. Norf. & West c. v. a. . . . 74 74% Reading c. T. a: ..... 64 63 K South. Pac. commons. ... 65 % 66 South. Railway afgest. ... 36 H. 35% Union Pacific c. v. a. . . . 102 101% Wabash pref. ...... 45% 51% Onder de spoorwegen, die in de laatste jaren belangrijk zijn vooruitgegaan, mag ook vooral de Atchison genoemd worden. In de laatste vijf jaren vermeerderden de bruto's ruim 50 pCt. terw\jl het net 13 pCt. werd vergroot. De netto's stegen van 9 tot 24 millioen dollars. De Wabash konden de ryzing van de vorige week ook dezen keer voortzetten. De groota kooplnst stond in verband met de berichten, dat het der maatschappij gelukt was voorbereidende maatregelen te nemen om toegang tot Pittsburg te verkrijgen. De Grand Trunk Railway Company of Canada heeft zulke gunstige resultaten, dat behalve een jaarlgksch dividend van 5 pCt. op de eerste en tweede preferente, voor den eersten keer sedert 1884 ook voor de. derde preferente aandeelen eenige uitkeering ge publiceerd, zy het dan nog slechts l pCt , wordt. Gunstige verwachtingen wekt in dit opzicht het jaarverslag van de Kansas City Southern op. De vrachtopbrengst per myl is belangrijk vermeerderd en wel van dollars 1.75 tot dollars 2.19. Door verhooging der tarieven namen de exploitatiekosten belangrijk af. Deze bedroegen in 1899/1900 ruim 80 pCt., in 1900/1901 71 pCt. en in 1901/1902 ruim 66 pCt. De netto's stegen in die jaren van 700 duizend tot 1.3 millioen in het volgende en voorts tot ruim 1.8 millioen in 1901 tot 1902. Wanneer ik nu doe opmerken dat het tarief op de Gnlf in het bedoeld verslagjaar nog beduidend lager was dan dat van vele andere lijnen b.v. de Missouri Pacific, en eenige verbetering in het loopende dienstjaar te wachten of reeds gedeeltelijk in werking is, dan krijgen de gunstige ontvangstcijfers over het loopende dienstjaar des te grooter beteekenis. Over de eerste 6 maanden van het loopende dienst jaar zonden de bruto's reeds 381 duizend dollars meer bedragen. Toch zon aog grootere verbetering in de eindresultaten te verkregen zijn, maar de votingtrnstees worden wellicht verleid om zich eerst meester te maken tegen lage prijzen van deze veelbelovende onderneming. Daarom zullen ze geneigd zyn de goede verwachtingen te temperen en te verzwakken totdat hun tijd is gekomen. De ligging van de lijn is voortreffelijk. Onwaarschijnlijk is 't dan ook, dat b\j de vele combinaties de Kansas City Southern nog lang ongemoeid zal gelaten worden. Wie koopen en betalen kan en mitsdien zijn stukken gedurende den eersten tijd rustig kan opbergen, die late de te behalen voordeelen niet alleen den Yankees te goede komen. De solide 3 pCt. eerste hypotheek obligatiën wer den nog steeds voor goede speculatieve be legging gezocht. Met het oog op de zwakkere koers voor de Erie doe ik opmerken dat er heden ter beurze sprake was om in de kapitaalbehoefte te voor zien door uitgifte tegen den koers van 87 X pCt. van 4 pCt. obligatiën, die na 1905 tegen den maatstaf van 50 pCt. van het nominale kapitaal, in commons zouden magen worden geconverteerd. De geldmarkt wa» ruim voorzien. De Duitsche Rijksbank verlaagde haar disconto van 4 tot 3& pCt. en de Engelsche bank zag haar sterke credietkracht nog van 48% tot 49 M toenemen, wat velen deed vermoeden dat ook aan de Theems de prijs van het geld wat zal worden verlaagd. In Gysbrecht's veste bleef de . prolongatie 3 1A. De gewoonlijk weldadige invloed van een ruime geldmarkt is ditmaal niet te constateeren. Integendeel. De 2 K pCt. en 3 pCt. N. W. S. gingen respectievelijk l % en % pCt. terug, ook al als gevolg van de redenen waarom vele soldaatjes naar Amsterdam getransporteerd zijn. Omtrent de Opstenrijksche conversie zijn nog geen definitieve berichten. De koersen b i even onveranderd. De verbetering in den zilverprijs begunstigde ietwat den koers van de Zilver Chineezen en van de Zilver Mexi canen. De berichten omtrent de onderhande lingen tusschen China, Mexico en de Vereenigde Staten betreffende een prijsverbetering van het witte metaal worden wel wat duideelijker. Met belangstelling zal ik dit belangrijk oeconpmisch onderwerp volgen om den lezers hiervan een wetenschappelijke uiteenzetting te geven. Onder de tabakspapieren vraagt de gedaalde noteering van 253 tot 232 van de aandeelen Medan tabak de attentie. Overeenkomstig het vermoeden, de vorige week uitgesproken, hebben zeer vele aandeelhouders van hun claimrecht gebruik gemaakt, zoodat slechts zeer weinig aandeelen voor de vrije inschrijvingen ter be schikking bleven. Voor den achteruitgang van den koers van de Redjang Lebang en van de Soemalata zijn geen bijzondere redenen bekend. Ten slotte zij nog de opmerking gemaakt dat de werkstakingen vele aandeelhouders van de bekende Westersuikerraffinaderij be vreesd, beangst hebben gemaakt zoodat zelfs de noteering van 198 tot 178% retireerde. Weet ge waarin ik wel een staking zou verlangen? In de oprichting van hypotheek banken?de de vorige week aanbevolen inschrij ving voor de Hypotheekbank voor Nederland verdient evenwel haar succes en meer nog in de oprichting van levensverzekeringsmaat schappijen, waarvan het aantal deze week wederom met een is vermeerderd. De hoognoodige behartiging van het belang van het algemeen by da levensverzekering mag niet langer uitgesteld worden. Ook dit is een voornaam sociaal belang. De solide levensverzekeringmaatschappijen die de hoogst noodige controle niet vreezen, integendeel deze verlangen behooren het initiatief te nemen om op de regeering, tot welke richting ze ook moge behooren, invloed uit te oefenen om vele Nederlandsche huisgezinnen, waarvan het hoofd zorgde voor den dag van morgen, voor onher stelbare schade te behoeden. - 12Febr" '03.D. ?iiiilillllllllliiliii Een dwaas boet ^ Gekhuizen is een lief plaatsje, ik kan niet anders zeggen. Men telt er veel groene boomen «(althans zomers), rose villa's, grijze winkel straten en nog grijzer luchten, want het regent 1) Gekhuizen. Nagelaten roman van een Zonderling, door H. Brinkman. Amsterdam, C. L. G. Veldt. «er bijna altijd, wat voor ons land geen wonder «is. Het ligt te dicht bij een groote stad om «een gehucht, waar het trouwens ook te groot «voor is, en te ver om een voorstad te heet en." Van een boek dat met deze wonderlijke be schrijving aanvangt, heeft iemand die ook maar de geringste notie van behoorlijk Hollandsen heeft, op slag genoeg, want hij voelt dat hier niet iemand die spreekt, maar iemand die wauwelt, aan het woord is. Gesteld dat de lezer 't nog wat volhoudt, omdat hij het boek nn eenmaal gekocht of ge huurd heeft, of omdat het hem «ter beoordee ling" gezonden is en hij leest het totaal onbe grijpelijk eerste hoofdstuk van anderhalve bladzijde uit. Dan vindt hij op de helft van bladzijde drie het begin van een tweede hoofd stuk. Aldus: «In een vergeten buurtje van Gekhuizen, «verloren als het is tusschen groen, woon ik ,met mijn kleinen neef, een wees, voor wiens «opvoeding ik zorg, aan wie ik n later hoop «voor te stellen. Mocht ge hier te grootsch voor «zijn, zoo trek uw handschoenen aan. Gehand«schoende menschcn zijn onkwetsbaar, zelfs in «de ziel. Peau de Suède is laatste smaak, maar «zeemleeren kunnen ook dienen." Nietwaar, dan scheidt iemand, wiens geduld niet al te groot is, er liever uit: hij beklaagt zijn huur-geld of vindt zich bekocht. En hij zou gelijk hebben. Want wie de 270 bladzijden geheel afleest, vindt nergens een beter ge-schikten zin, eenmérintereasante beschrijving dan de hierboven geciteerde. «In het laantje over mij wonen de eenige «menschen met wie ik omgang heb, namelijk «een kaalhoofdig doktertje met een groot gezin «en een kleine practijk, een jonggehuwd paar «met n kindje en een tweede op de komst, «twee oudjes die hun. gouden bruiloft vierden «en een domineesweduwe op den zoek naar een «tweeden man, onverschillig orthodox of voor«uitstrevend, die zich niet vinden laat." Dit is beslist de geestigste zin in het geheele boek en hij karakteriseert dus den geest van het gansene «humoristische" verhaal. Tenzij men veronderstellen kan de mogelijkheid dat iemand in ernst zichzelven en zijn publiek 270 blad zijden lang voor den gek kan houden, moet men gelooven dat de schrijver van dezen roman heusch bedoeld heeft een lichtelijk tendenzieuse beschrijving van het leven en de menschen in een kleine plaats (Baarn of Hilversum b. v. b.) te leveren. Maar dan heeft hij zich vergist, dan heeft hij een idiotenkolonie voor een heuselijk stadje aangezien, dan heeft hij malgrélui de zedenroman van een idiotenkolonie geschreven. Kolonie waarin hij zelf verpleegde is. Ik vrees dat ik mij te tam uitdruk. Of dat ik ernst verspeel aan een malligheid, een fopperij van een schrijver en een uitgever. Want dit is een boek, waarin de lezer zich voelt als iemand die doorloopend voor het lapje gehouden wordt. Maar de grap is dan toch te ver gedreven. Deze taaie en zure koek van moppigheid is maag-vernielend. Om den lezer het onheil te sparen, wil ik voor hem de atlervermakelijkste passage over schrijven, hij heeft dan de hoogst mogelijke waardeering voor den humoristischen aanleg van den heer H. Brinkman en hij kan zich voor verdere onheilen bewaren. Zij is te vinden op pag. 120 en 121. (Het is een verontwaardigde doktersvrouw die tot haar echtgenoot spreekt): «Kinderen gij hebt het gehoord, hoe die man daar, uw vader, mij in het bijzijn van dien anderen man hier, uws vaders vriend, heeft durven smaden, bespotten, mishandelen. Ge hebt het gehoord, nietwaar, mijn lievelingen, hoe die ontaarde glimworm, (ja glimworm, mijnheer !) mij gesard en beleedigd, gefnuikt en gegeeseld Leeft, nietwaar, mijne lammeren, gij hebt het gezien, geboord, gevoeld in uw harten! Welnu, ik verlaat deze kamer, ik verlaat haar, mijn schapen, en voorgoed, ja, voorgoed! Dit ver trek, de huiskamer" (bier begon de teerhartige dame te schreien) «de plaats waar kind en ouder hun geluk, genot, uitspanning vinden en samen in heiligen vrede deelen, dit plekje grond, waaraan zich zooveel liefelijke herinne ringen, voor mij en ook voor u, mijn arme drenkelingen, vastknoopen", («drenkelingen" herhaalde Dr. Dribbel; ook de goede man was aangedaan en vond de vergelijking schoon en passend) «Dit eens gezegend plaatsje, onze ge meenschappelijke woning, mijne verdronkenen" (die ongelukkigen! de laatste stroohalm was bun ontgleden!) «zeg ik voor immer vaarwel, op aandrang van dat monster daar, uw vader. Op een eenzaam zolderkamertje trek ik mij terug, verlaten, ternggestooten door hem, dien ik eens mijn echtgenoot noemde". Hier begonnen hare tranen rijkelijker te stroomen, ook Dr. Dribbel snikte en de kinderen stonden in twijfel of ze huilen of lachen zouden. De moeder vervolgde : «En thans, mijne lijken" (ze stond reeds half in de gang,) «kiest! Kiest, tusschen de zwaarbeproefde, innig liefhebbende moeder, die u grootgebracht heeft, tot wat je op 't oogenblik zijt" (de kinderen waren gestreeld en keken hun opvoedster met verzengden blik aan), kiest tnsschen deze vrouw hier, ja, edele vrouw, durf ik zeggen, uwe moeder en dien man daar, dien zondaar (o, kijk hij eens glimmen!), uw vader ! Kiest l" Met een luid gehuil wierp de getrouwe kin derschaar, voor zoover er plaats voor allen was, zich in de wijdopen gesperde armen hunner mishandelde moeder, na den vader met een blik verwaardigd te hebben, die wat er nog van hem in dien stoel overgebleven was, geheel ver nietigde. Toen hij weer opkeek was hij een eenzaam man met zijn vriend Eéuzelf tot eenig gezelschap, met andere woorden, vrouw en kin deren hadden de kamer verlaten. Dit bemerkende. gaf Dribbel eeu luiden snik, liet het hoofd zakken en bewoog zich niet meer. Dr. Dribbel was gebroken." Dit is de best geslaagde pagina ! Des heeren Brinkmans geestigste vrouwelijke heldin is een dame die «Konfucelifus" zegt voor Confucius e. d. Een enkele maal is de heer Brinkman ook wel eens schuin, zoo schuin als een oolijk familie vader, die achter zijn halfgesloten oogen glundertjes kijkt en met voorzichtig stemmetje voor zijn volwassen zoons een geintje tapt. Bijvoor beeld : «Maar zie dan mijn tiental nakomelingen! Want al moogt gij er al met trots op bogen, de moeder dier lievelingen te zijn, ik ben dan toch de vader I En al hebt jij dan misschien het grootste deel van dat scheppingswerk ver richt, zonder mijn hulp, hoe bescheiden dan ook, zoudt je, niet waar...?" Na kussen en huizenbouwen (Radius was architect) was fluiten zijn lust en zijn leven. Hij floot van den vroegen morgen tot den laten avond, ja, zijn lieve bedgenoote vertelde mij eens, dat zij enkele keeren in den nactit door een zacht gefluit van manlief gewekt werd. Daar hij echter nimmer snurkte, nam zij hem dit maar niet al te kwalijk, waaruit ik afleid, dat gehuwde vrouwen een zachte fluiterij vaii beminden echtgenoot, bij het ter ruste gaan, bij wijze van slaapmuziek, zeer op prijs stellen, dus, vastgeketende mannen, doet uw voordeel!" Geregelde lectuur is overigens niet mogelijk. Er is niet de minste samenhang tnsschen de verschillende fragmenten. Karakterteekening kan natuurlijk niet verlangd worden in een boek waarin alle handelende personagiën, de zonder ling, de dokter, de politie commissaris, de ar chitect, de leeraar- in aardrijkskunde en hunne respect, dames in hooge mate verdwaasde wezens zijn. En ten slotte houden we uit al deze zonder linge zotheid een gevoel van medelijden over met den uitgever en zijn litterairen adviseur die zoo formidabel voor den gek gehouden werden. Want die H. Brinkman is iemand die den heer Veldt te grazen heeft genomen. En zoo niet, is hij in ernst, dan is hij een hansworst, een kermisclown of een August de Domme. Dan is hij een vermakelijke notaris in een dorp in Drente, of de held van de Zaterdagsche sociëteit in Pekela, of een bovenmeester in een provinciale hoofdstad, of een student in het eerste jaar, of een luimige alleen wonende tante, of een oud-medewerker aan een failliet-gegaan halfstuiversmagaz'jn die met een massa stof is blijven zitten, of een dokter-uit-de-practijk die in zijn koetsje jaren lang Engelsche komieke romannetjes heeft zitten lezen, of een handels correspondent met litteraire aspiraties, of een corrector in wiens hoofd een verhaal van Dickens in pastei is gevallen. Maar een schrijver is hij in geen geval. Zijn boek is niet leesbaar. Eenigszins sneu voor den uitgever die op pag. 270 onderaan verklaart: «Ik hoop maar dat ik plezier van deze uitgaaf mag beleven." Rotterdam, l Dec. HENRI D. Boekverkoopingen te Leiden. Bij de firma Burgersdyk en Niermans te Leiden is verkrijgbaar gesteld de catalogus van eene omvangrijke en precieuse boeken verzameling, welke op 23 Februari a.s. en volgende dagen door haar zal worden geveild. Wij vestigen de aandacht op deze fraaie collectie welke tal van gezochte werken en tijdschriften bevat op het gebied der wijs begeerte en zielkunde (de hoofdwerken der voornaamste wysgeeren zyn hier vertegen woordigd, benevens ook tal van werken uit de laatste jaren), godsdienstwetenschap, rechts geleerdheid en staathuishoudkunde, sociaal wetenschap (zeer belangrijk), geschiedenis- en aardrijkskunde, geslacht- en wapenkunde, taalwetenschap, letterkunde, Oostersche talen, Hoogduitsche, Engelsche, Nederlandsche, Fransche, Italiaansche en Spaansche letteren, curiosa, klassieke letteren en kunstgeschiedenis der Grieken en Romeinen, werken over kunst, pracht- en plaatwerken enz. Deze werken stammen uit de nalatenschappen van dr. S. A. v. d. Chijs, arts te Zutphen, den oud-kapitein ter zee F. J. Bonrsse Wils te Leiden en vele andere boekenverzamelaars. Dezelfde firma, kondigt aan tegen Maart a.s. eene veiling van werken en tijdschriften over geneeskunde, scheikunde, wis- en natuur kunde, plant- en dierkunde; eveneens voor een deel afkomstig uit de vermelde boekerijen, waarbij tevens gevoegd zijn tal van werken en tijdschriften uit de bibliotheek van wijlen dr. Henry Power, bekend chirurg en oog heelkundige te Londen. De werken van eerstgenoemde veiling zijn te zien Vrijdag en Zaterdag a.s. NIEUWE UITGAVEN. Fan 't zelfde ras. Vijf verhalen voor de rijpere jeugd. (14 jaar en daarboven.) Bijeengebracht en bewerkt door NELLIE. Masereeuw & Bouten, Rotterdam. Schijn of wezen, naar aanleiding van Iets over woordkunst, door dr. FBEDERIK VAN EBDEN. XXe Eeuw Sept. 1902. Overdruk uit De Nieuwe Gids. Haarlem, A. E. v. d. Heide. Eobert Fruin's verspreide geschriften, afl. 38. 's Gravenhage, Martinus Nijhoff. Moderne kunstwerken, schilderijen, teekeningen en beeldhouwwerken, afl. 2. Amsterdam, W. Verslnys. Vit de vakbeweging onder handels- en kantoor bedienden, door Dixi. Rotterdam, Johan Pieterse. Het middelbaar schoolonderwys te Batavia gedurende de Ie helft der 19e eeuw. Batavia, G. Kolff & Cie. »Rooskevertje." Het betooverde kind. Naar het Engelsch van VERA PETROVNA JELIHOVSKT. Gevolgd door KLEINE GENIUS. Naar het Zweedsch van TOPELIUS. Beide vertaald door NELLIE. (Voor kinderen van 8 a 10 j aar en daarboven.) Masereeuw & Bouten, Rotterdam. De Postduif. Eerste jaargang. No. 1. Week blad gewijd aan de belangen der duivensport. Officieel orgaan van den Nederlandschen Algemeenen Bond van Postduivenlief hebbers.Redac teurs G. J BONGEES, Rotterdam. Uitgave »Stoomdrukkerij Floralia". Firma W. van Gorcum, Assen. Inhoud van Tijdschriften. De Nieuwe Tyjd. 2e Afl.: De Kerstcongressen, door dr. J. van den Tempel B.Zn. Geschie denis der verplichte verzekering tegen werke loosheid te St. Gallen, door mr. G. W. Sannes. Zionisme en socialisme, door A. van Collem. Moderne slavernij, door H R Rookmaker,(Slot.) Het standpunt der party, door dr. A. Pannekoek. Vakvereenigingen en Trusts, door Jos. Loopuit. Iets over godsdienst en socialisme; (slot), door F. van der Goes. Arbeiders beweging, door H. Spiekman. Onze Kunst. Afl. 2: Ang. Vermeulen, Constantin Meunier, (vervolg en slot). Max Rooses, De teekeningen der Vlaamsche meesters, de romanisten, Frans Floris. Marten de Vos.Stradanus. Peter van der Borcht. Otto Venius. Adam Noort enz. Ed. Thorn Prikker, De Deventer tapijtfabriek en Colen branders ontwerpen. Platen: Constantin Meunier: Man uit het volk; de 4 bas reliëfs, bestemd voor het monument tot verheerlijking van den arbeid ; de oogst, de n\j »erheid, de mijn, de haven, oud paard. Frans Floris (school van): De straf der gierigen, naar Frederico Juccaro. Frans Flaris, Experentia. Marten de Vos, O. L. V. Hemelvaart. Th. A. A 1> V B R T E W TIËK. THE MUTUAL Life Insurance Company of New-York. SICHAED A. McCUEDY, Presitot. OPGEB1CHT 1843. KORT VERSLAG OVER HET JAAR tOO*. Volgens heden ontvangen Cablegram bedroegen in ronde cijfers op l Januari 1903: De fondsen en eigendommen der Maatschappij FI. 951,325,OOO De extra reserve Het verdeelbaar surplus De ontvangsten v.-m 1902 Het bedrag van nieuw-gesloten door premiebe taling werkelijk aangenomen verzekeringen Uitbetalingen op Polissen 161,988,OOO 7,512,OOO 1S2,35O,OOO 514,119,OOO 72,412,OOO liet totaal der thans loopende on van kracht zijnde Levensverzeke ringen en Lijfrenten FI. 3,34O,577,OOO of De zaken in Nederland toonen in vergelijking bij 1901 een vooruitgang aan van 23 De Directeur-Generaal voor Nederland: THEOD. J. A. B1EN. C. Colenbrander, Zeven ontwerpen en fotografiën van tapijten. De Militaire Gids 2e Afl.: Naar aanleiding van onze richting. Het ijzeren regiment, door jhr. Van Kretschmar van Veen. Opmer kingen van een reservekorporaal, door C. A. R. De pedograaf Verguson, door Thomson. De weermacht in de Volksvertegenwoordiging, door F. Aankondiging en recensie. De Katholieke Gids. Febr.afl.: Het Spiritisme, door A. Nuyens. Een versleten Stokpaardje, door A. van Winkel, pr. Emile Zola, (vervolg en slot), door Louise B. M. Lammers. Tijdschriftentafel. Politiek overzicht. De Katholiek. Febr.afl.: In memoriam mgr. dr. H. J. A. M. Schaapman, door L. A. M. P. In memoriam mgr. dr. H. J. A. M. Schaapman, door A. M. C. van Cooth. De getuigenis der eeuwen omtrent Christus, door A. Guilonard. F. W. Weber, (vervolg van dl. CXXII blz. 213 v.v) Aanteekeningen op eene brochure van den heer Wildeman, archivaris van het Hoogheemraadschap Delfland, door J. L. Jansen Cgr. S. S. Bed. 154. Europa. Ie Afl.: In de aarde, door P. van Aasche. Twee en veertig en een halve dag, door J. Brouwer. Op reis, naar Alexander Kielland. Lange avonden, naar het Zweedsch van Elisabeth Kuylenstierna. Een trekvogel, naar Beatrice Harraden. Verslag Vaccinatiedebat. Ie Afl.: Aan den lezer. Statuten. Vaccinatiedebat. Referaten. Tijdschrift voor toegepaste scheikunde en hygiëne. No. 5: Bijdrage tot de kennis van het proces der biologische reiniging van afvalwater, door J. E. Enklaar. Tegen stofontwikkeling, door J. van der Breggen. 0?er den invloed van de tegenwoordigheid van oxaalzuur by de oxydatie van indigo door chroomzuur, door dr. W. P. Jorissen en dr. L. Th. Reicher, (ver volg). Het vraagstuk der voorziening van Amsterdam met drinkwater in tijd van vrede; Het winnen van cyaanverbindingen uit steenkolengas langs den natten weg, door dr. W. P. Jorissen en J. Rutten, technoloog, (vervolg.) Jiïgen Haard. No. 7 : Hoog Spel, door M. J. Salverda de Grave?Herderscheê, V »De Bruiloft van Eloris en Roosje" in Deli, door Omega, met afb. Mijnbouw en nog wat, door Pim, V. Het Permanente Hof van Arbitrage, door mr. J. B. Breukelman, met portretten van de leden en afb. van de zitting zaal van het hof, naar opnamen van den Hoffotograaf Henri de Louw, I. Het avontuur van Adriaen Jansz, door N. Kluijver. De Amsterdamsche Beurs in de Letterkunde, door L. Nooter, met afb., II. Verscheiden heid. Feuilleton. llllllllllllltlllllllllUlllllll lllllllllllllllllllllH iiiituiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuimiiiimiimiiuiiiiimuiiiiu De Koelie-ordonnantiën. Geachte Redactie. Het zij mij vergund naar aanleiding van uw artikel De koelie-ordonnantiën" in het Nr. dd. l Februari '03 het volgende in het midden te brengen. Wellicht is 'fc n bekend dat door mij den 19en Dec. A». P°. voor de afd. Nijmegen dar Vereeniging Oost en West, eene causerie werd gehouden //over het leven en de cultuur in Deli, ook in verband met de brochure van Mr. v. d. Brand." Ik meende door een 10-jarig verblijf ter Oostkust gerechtigd te zijn toi een oordeel al moge dit voor u een reden zijn, om aan de onbevangenheid van mijn oordeel te twijfelen. Bij de uespreking der toestanden en de bro chure, heb ik o. a. op den voorgrond gesteld, dat ik niet wenschte te spreken over de per soonlijke aanvallen, die Mr. v. d. Br. noodig achtte te moeten doen. Ook mijn broeder de heer Herman A. Lefébre, heeft er het zwijgen ' toe gedaan, al viel het hem moeilijk, niet op te komen tegen de grof heden, die hem in de bro chure, onverdiend naar het hoofd werden ge slingerd. Al is men agent van een Emigratie kantoor, zoo kan men toch eerlijk man zijn en waarheidslievend. In de brochure wordt van het laatste ten opzichte van den heer L. wel bet tegendeel beweerd, maar bewezen wordt het niet, tenzij dan als bewijs (?) zou moeten dienen de bewering van de Javabode dat al het gesprok ene over de toestanden op Java gelogen zou zijn, door «.den Oostkusten Torn Healy" (Het woord is van de Javabode; Mr. v. d. Br. kan wat dit betreft zijne lippen rein houden; hij vermeldt slechts wat anderen schimpen.) Al is de Javabode gewoonlijk zeer slecht te spreken geweest over Deli en de Deliplanters, toch kan ik mij moeilijk voorstellen dat deze antipathie zoover gaat dat het blad tegen beter weten in, den heer L. als leugenaar zou willen voorstellen: De Javabode meent zeker te weten dat de vrije Javaan op Java niet aan knevelarijen enz. is blootgesteld, de heer L. beweert het tegendeel, conclusie van de Javabode: de heer L. is een leugenaar. Nu weet ieder die Java kent, dat wel degelijk de vrije Javaan dikwijls aan vexatiën bloot staat; nog zeer on langs stond in een der Javabladen in dien zin een bericht betreffende het land jitrap (bij Buitenzorg) met vermelding tevens dat het be stuur voor de klachten der opgezetenen doof bleef. Ben particulier schrijven uit Buitenzorg bevestigde mij een en ander. Maar ik zeg: het blad (de J. Ji.) kan zich in zake de toestanden op Java vergissen, te goeder trouw zijn, «voor een deel prodnkt" als ook de redactie enz. is «van de toestanden waarin zij werkt en leeft". Maar er bestaat nóg eene mogelijkheid. Ik ken mijn broeder genoeg om reeds van de eerste lezing der brochure af, die aantijgingen naar waarde te kunnen en te durven schatten, c. q. de meening der Javabode, (aangenomen dat mijne andere, reeds genoemde veronderstelling niet juist is) te moeten wijten aan eene persoons verwarring, m. a. w. dat de Javabode, eenvoudig afgaande op den naam Lefébre, in de meening verkeerde dat een familienaamgenoot aan het woord geweest was. Want er was destijds iemand van onzen naam die op Java en een korten tijd op Deli, (maar lang genoeg om mijn 3 broeders en miümenigmaal in een onaangenaam parket te brengen door persoonsverwarring) die onder meer bekend stond, als, laat mij het euphemistisch noemen, een Von Münchhausen. En kunt u thans, u voorstellen dat iemand met temperament, «een vaatje buskruit" zijn overkropt gemoed niet langer meester, plots, zelfs door een indirecten schok, losbarst in eene driftuitlating, die zeer weinig parlementair is wel is waar, maar te verschoonen. Ook u, ge achte Redactie, achtte het noodig den heer L., i die hoogstwaarschijnlijk te weinig hier te lande bekend is." in al zijne vermeende laagheid voor te moeten stellen aan het publiek en zeker in de eerste plaats aan hen die de brochure in haar geheel, niet gelezen hebbeu, haar slechts kennen uit fragementen in de bladen overgeno men. Ik wil verder gaan, dan u, zijn plus royaliste que Ie roi, en mededeeling doen dat Mr. van den Brand den heer L. zelfs voor de voeten werpt dat hij spreekt met een plat-Rotterdamsch accent." Aan den eerlijken beoordeelaar deze poging om zijn' bestrijder aan de kaak te stellen als iemand van zoo weinig ontwikkeling dat men geen edele gevoelens bij hem kan ver wachten, naar waarde te schatten. Ter goveruo zij alleen vermeld dat mijn broeder Rotterdam niet anders kent dan door eenige weinige dagen verblijf en dat zijn eigenaardige uitspraak van enkele klinkers een gevolg is van een eenigszins abnormalen mondvorm (terugwijken van de ouderkaak.) En tenslotte nog eene persoonlijkheid.... mijnerzijds. Die advertenties noemt u feilen, waaraan nie mand nog heeft durven tarneu. (Of de conclusies op die advertenties geba seerd feiten weergeven en juist zijn, is nog een strijdvraag). Feilen zijn die advertentie?, maar zijn zij, zooals zij in de brochure werden opgenomen, alle natuurgetrouw, en waar? Zou Mr. v. d. Brand onder alle durven zetten «voor copieconform v. d. Br." P Gelezen het ingezonden stuk van de hand van Mr. v. d. Br. in de Sumatra-Post waarin ZEd. alleen rekenschap be weert schuldig te zijn aan «God, zijn geweten en de overheid" (overigens een al te gemakke lijke wijze om particulieren in hun vragen om genoegdoening of bewijzen, te negeeren) kan ik niet verwachten antwoord op mijn vragen te krijgen. Toch blijf ik vragen: Waarom werd in die ne advertentie (datzelfde die onder uwe plaat prijkte, geachte redactie) de naam van den agent van het Emigratiekantoor geëlimineerd? Twee antwoorden zijn mogelijk: óf de weg lating geschiedde abuisievelijk. Maar in zulke zaken als deze mag dat niet voorkomen. Want welke waarde dan te hechten aan de juistheid van al het andere, waar controle moeilijk of onmogelijk is óf de naam werd opzettelijk door u weggelaten, om den agent die u een vriend is, te sparen. Mr. v. d. Br., uw naam als strijder voor recht en billijkheid, als bestrijder van al wat naar toetoepen (in de doofpot stoppen) zweemt, eischt beantwoording van mijn vraag! Nijmegen, 3-2-'03. L. J.LEFÉBRE.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl