Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.1338
In 1845 was de Beurs gereed gekomen.
De houten hulpbeurs kon toen verdwijnen.
Dit deed een ongenoemd dichter naar de
lier grijpen, die het getimmerte dus liet
spreken:
t Zoo is mijn val mij dan beschoren!
Weent, Amstelaren, om mijn lot
Men heeft mijn ondergang gezworen,
Men drijft nu met mijn leed den spot.
't Ia waar, mijn aanzien is niet prachtig
En 'k ben mijn buren tot een last,
Maar 't is toch hard men is gemachtigd,
Tot verkoop van mij, bouten kast!
Zucht, blinde Dries, o orgeldraaijer,
Omringd door meisjes van pleizier,
Die 's avonds als een liedjeskraaijer,
Hier zorgdet voor 't gewenscht vertier;
Zncht, omnibussen, vigelanten,
Die wachtend op een vrachtje staan,
Uw groot kantoor met zijn trawanten,
Die gaan nu spoedig naar de maan;
Zacht, schutters, in mijn boaten wanden
Zult gij 't behandlen van 't geweer
Hoe 't hart voor Land en Vorst moog branden,
Nu niet meer leeren keer op keer.
O, Mosselen- en Peerenwagen,
Wat stond gij rustig aan mijn zij!
Geen rotting bracht n in de rij
Van dienders, die uw rust belagen,
Acb, als ik eenmaal beu vergaan,
Wijdt dan aan mij een enkle traan!"
Dit vers, ofschoon het misschien geen
hooge vlucht neemt, geeft ons toch een
aardig kijkje op den Dam dier dagen.
Toen de Beurs 10 September 1845 werd
geopend, was dit een gebeurtenis van be
lang. Willem II kwam voor de plechtig
heid uit den Haag met de Prinsen over,
en hoorde, in het met vlaggen van alle
handelsvolken versierde gebouw een toe
spraak aan van burgemeester P.
Huidecoper. In een feeetnummer van het Han
delsblad werd die toespraak in haar ge
heel opgenomen. Hier volgt het gedeelte,
dat op den bouw betrekking heeft, en dat
tevens een denkbeeld geeft van de
burgemeesterlijke welsprekendheid uit dien tijd.
»Van den eersten aanvang af was er
een Commissie uit den Raad benoemd om
denzelven te dezer gelegenheid voor te
ligten. Deze Commissie droeg in 1838 onder
scheidene plan-teekeningen voor, alle ver
kregen tengevolge van eene publieke
uitnoodiging door haar in 1836 gedaan.
»Zij waren van verschillende waarde,
eenige hadden vele verdiensten en besloot
men een beloon ing in geld te geven voor
de twee best gekeurde ontwerpen. De ver
vaardigers zijn geweest de neeren Isaac
Warnsinck en H. Springer, beiden archi
tecten in deze stad.
»De Commissie was echter van gevoelen,
dat men geen dezer beide teekeningen,
hoe gunstig zij zich voordeden, tot model
konde aannemen, maar droeg zij aan den l
Raad voor een ander plan, opgemaakt j
door wijlen onzen sedert gestorven hoog- l
geachten Kommissaris over de Publieke j
Werken C. Alewijn, hetgeen zij oordeelde, i
aan alle behoeften te zullen voldoen.
»Naar dit plan wenschte
men de Beurs te plaatsen
regt tegenover het Koninklijk
Paleis zoodat zij zich ge
lijkelijk voor het midden
van het Water of Damrak
zou bevinden. Het was een
ronde gaanderij, die een
hooger gedeelte omsloot,
hetwelk zich als. een fraaije
koepel boven die gaanderij
vertoonde. Het was alzoo
een plan vooreen geheel
overdekte Beurs, dealende
de Commissie in het denk
beeld, om door dit beginsel
te volgen het meest te zullen
voorzien in het belang en
de wenschen der Handelaars,
die de Beurs zouden be
zoeken.
»Dan, aan dit plan waren
bezwaren verbonden, welke
verhinderden, om het aan
te nemen. Men moest de
gebouwen, die over het Paleis
en aan den Vijgendam ge
legen zijn, afbreken, waar
mede de uitgaven, die toch
reeds aanzienlijk moeten zijn,
weder merkelijk zouden ver
hoogd worden.
«Daarbij meende men zich
niet te kunnen vereenigen
met het het plan, om een
geheel overdekte Beurs te
stichten. Het Bestuur dezer stad vreesde,
dat, wanneer eene samenvoeging van
meer dan drie duizend menschen van de
buitenlucht werd afgesloten, dit duurzame
moeijelijkhedenten gevolge zoude hebben
(sic). Daarom werd door den Raad vast
gesteld, dat de nieuwe Beurs zou zijn
ten grooten deele overdekt, doch met eene
opene plaats in het midden, welk beginsel
men ook in een gelijk geval te Londen
gevolgd had.
»De Commissie ontving inmiddels een
ander plan en wel van den architect den
heer J. D. Zocher. Zij deed aan den Raad
de voordragt het aan te nemen en om
naar hetzelve, op een te dempen deel van
het Damrak, het nieuwe Beursgebouw te
stichten.
»Dit plan werd in zijn geheel aange
nomen op den 7den October 1840 en heeft
men, na onderscheidene voorbereidende
beschikkingen, den bouw aangevangen op
den 28sten Augustus 1841, wanneer de
eerste paal is geheid.
»0p den 29sten Maart 1842 is men met
het metselwerk begonnen en zoo is de
Beurs binnen een tijdsverloop van 4 j aren
ter neder gesteld onder het toezigt van
den heer C. W. M. Klijn, Kommissaris
over de Publieke Werken en onder de
hoofdzakelijke uitvoering van de heeren
P. J. van Straten en J. de J. Teixeira de
Mattos, welke bij publieke aanbestedingen
| de aannemers zijn geworden, de eerste voor
al hetgeen wat den aanbouw betreft, buiten
het leveren en stellen van de hardsteenen,
wat de laatste aannam.
»Bij den aanvang openbaarde zich, dat
de daargestelde fur.deeringen eene meer
dere versterking noodig hadden. Na een
geheel volledig onderzoek' waarbij de heeren
Koning Willem II onderhield zich, nadat
de Burgemeester uitgesproken had, min
zaam met Zocher, en verleende hem de
ridderorde van den Nederlandschen Leeuw.
Ook zat de bouwmeester aan bij den maal
tijd, dien de Raad den Koning op het Prin
senhof aanbood.
De Houten Hulpbeurs op den Dam.
J. R. de Kruijff, Hoofd-ingenieur van den
Waterstaat in Noord Holland, F. W.
Conrad, Ingenieur van de Ie klasse en G. Moele,
architect hier ter stede, welwillend hunne
diensten hebben bewezen, is nu in dit
gebrek voorzien op een wijze, die de vast
heid van d:t gebouw boven eenige beden
king plaatst en ook van dien kant den
meest mogelijken duur aan hetzelve be
looft."
Wij vinden hier een volledig overzicht
van de geschiedenis der Beurs aan den Dam.
De overeenkomst met die van de Beurs,
nu op het Damrak verrezen, is groot.
Voor beide gebouwen werden prijsvragen
uitgeschreven, doch de bekroonden gepas
seerd en architecten, die geen eersten prijs
hadden verkregen, door invloeden in den
Raad met het werk belast, nadat stede
lijke ambtenaren plannen gemaakt hadden,
die de goedkeuring niet konden verwerven.
Zonderling is de vrees, die in 1840 voor
een overdekte Beurs bestond. Hoe onge
grond die was bleek het best toen, kort
na hare voltooiing, Zochers Beurs van een
dak boven het midden plein werd voorzien.
Ook de fundeeringen van beide ge
bouwen, in het Amstelbed gesticht, hebben
tot ongerustheid aanleiding gegeven. Mocht
Burgemeester Huidecoper ook gehoopt heb
ben, dat de «vastheid van het gebouw
De bewondering voor de Beurs was alge
meen. Een dichter zong:
t Viert nu, Amstels Handelaren!
't Beur^feest aan 't kooprijk IJ!
Wijdt haar in, verheugd en blij!
Hou' uw juichlied langs de baren
Tot. den versten volkrenstam;
Heil der Beurs van Amsterdam!
En, gelijk zij is verrezen
Rijze ook de handel weer!
Willem zal zijn schutsheer wezen,
ale dan Gods zegen neer,
Prijk, o Beurs, in volle pracht,
Nog voor 't spaadste nageslacht!"
Deze zanger heeft niet vermoed, dat nog
geen zestig jaar later, de Raad het besluit
zou nemen, deze prachtige Beurs te sloopen,
nadat een andere was gesticht, om haar
te vervangen.
Er is een tijd geweest, dat men Zochers
schepping vrij algemeen afkeurde. Tussehen
1880 en 1900 waren er maar zeer weinigen,
die zich bewust waren van de verdiensten,
die de Beurs bezit. Pas in de laatste jaren
wordt het besef levendig dat het gebouw
waarde heeft, omdat het de uiting is van
den geest, die de Nederlandsche architec
tuur bezielde, toen koning Willem II
regeerde.
Doch, nu de nieuwe Beurs op het Damrak
staat, kan de oude niet blijven, en moet
Het afbreken der Oude Beurs, i Maart 1837.
boven eenige bedenking geplaatst zou zijn'1
ernstige verzakkingen vonden aan de zuid
westzijde plaats, en dagelijks ziet men de
scheuren wijder worden. Dat de nieuwe
Beurs reeds scheuren vertoont, eer zij nog
geopend is, wettigt de vrees, dat, over een
halve eeuw, haar toestand nog zorgwek
kender zal zijn.
Bij de opening van de Beurs vierde
Zocher een ware triomf. De Burgemeester
sprak hem aldus toe:
«Mijnheer de architect Zocher! Gij hebt
het plan voor dit Beursgebouw ontworpen
en, wat het welstandige betreft, den aan
bouw bestuurd. Gaarne wil men erkennen
de waarde van uwen arbeid, eu de onder
scheidene moeijelijkheden, die gij hebt moe
ten overwinnen om hem tot een behoorlijk
einde te brengen. Van voller harte wensch
ik u geluk met het thans geheel voltooide
gebouw, dat heden reeds tot deszelfs be
stemming dienen zal. Geniet het voorrecht
om bij voortduring te mogen vernemen
dat de Handel dezer stad het beschouwt
als de meest doeltreffende plaats, waarop
zijn verrigtingen kunnen worden ten uit
voer gebragt. En mogen de bouwkundige
verdiensten, die het bezit, erkend en ge
waardeerd worden, opdat gij in de goed
keuring van uwen arbeid die voldoening
moogt ondervinden, welke een waar kunste
naar als zijn grootste belooning moet aan
zien."
die verdwijnen. Als de slooper zijn werk
verrichtheeft, zal men de statige Jonisehe zuilen
missen. Laat ons hopen, dat de gebouwen,
die voor de Beurs in de plaats zullen komen,
ons voor het gemis schadeloos mogen stellen.
&roepEntei!tooGstelliBg in Pnlcüri studio.
De groepententoonstellingen waaraan door
plm. 140 werkende leden wordt deelgenomen
zyn in vollen gang. De 2e groep is nu aan
de beurt; maar moet bet, wat gehalte aangaat,
afleggen by de eerste; niettemin is er werk
dat zeer de aandacht verdient naast ander,
dat of nog niet geheel ryp, of van een gehalte
is, dat bewonderaars heeft, waartoe ik mij
niet reken.
Allereerst noem ik de inzending van Jan
van Essen. Hij is een schilder van het goede
ras; vast en toch gevoelig is zyn penseelstreek,
die do verf verwerkt tot licht, door inacht
neming van de onderlinge toonverhoudingen,
door het juist naast elkaar zetten der grond
tonen, die heel diep zynde, kleur kunnen
dragen in het volle licht. Zoo is zijn stilleven
^blauwe Reiger", ofschoon als compoaitie uiterst
eenvoudig, een belangwekkend, mooi stuk
schilderwerk geworden; juist gevoeld is ook
de keuze van zy'nen grysbruinen achtergrond
tegen den gry'sblauwen vogel en de stof is
meesterlijk uitgedrukt. Prettig is het, weer
zoo'n vast stuk schilderwerk te zien, heelemaal
uit de verf geschilderd, wat aan den gooden
ouden tyd herinneren doet. Zyne >Hazen" en
zijn >Land«chap" hebben dezelfde degelijke
eigenschappen, onder zijne studies trof my
vooral nr. 6 Landschap Bergen.
Haverman zond drie portretten, die getuigen
van zeer nauwgezette bestudeering van het
wezen der persoonlijkheden, die hy afbeeldt.
Vooral mooi als expressie is bet portret van
professor Rosen&tein-, vast is de blik van dien
zelfbewusten mensch, die gewoon is scherp
waar te nemen, en die onmiddelyk het geob
serveerde in verband brengt met zyn weten
schap en zyn diagnose vaststelt, terwy'l zijn
patiënt vragend staart naar den mond, die hem
straks zijn vonnis zal zeggen of zijn vertrouwen
zal sterken. Er ligt in die mooie bruine oogen
een glans van zachte melancholie, misschien
daarin gekomen door het zien van veel lyden,
en om de lippen speelt een trek van fijne
ironie. Dat is heel mooi weergegeven; maar
de schilder heeft blijkbaar moeten worstelen
met zyn achtergrond ; die is nog niet zuiver
genoeg, en ziet er wat te vermoeid uit, de
kop komt er niet los genoeg van af, bij is er
nog wat in vastgegroeid en zoo komt het my
voor dat de haren als stof niet gelukkig zyn
uitgedrukt. Maar de algemeene indrnk van het
portret is wel mooi, en het portret wint by
nadere beschouwing.
Het portret van mevrouw Selborst v. Baak
heeft ook byzonder goede kwaliteiten; maar
is niet geheel uit de verf gekomen en bet
moeizaam zoeken en arbeiden ia er nog te
veel in te zien, de banden hebben daardoor
veel geleden, vooral de linkerhand. Ook springt
de blauwzwarte kleurnoot van den waaier te
veel uit het kader van het gcaildery. Wanneer
ik deze opmerkingen maak, dan is dit alleen
om te verklaren waarom naast veel bewonde
ring er ook eene zekere onvoldaanheid my
bybleef hy de beschouwing van dit knappe werk.
Buisman, eveneens portretschilder, exposeert
naast een aantal portretten van ongelyke waarde,
een flink portret van zyn vader, een deftig
schildery van uitstekende hoedanigheden, een
zeer merkbare vooruitgang op het vroegere
werk vertoonend, dat niet altyd zoo rustig en
zeker van voordracht genoemd kan worden.
Is dit portret breed en royaal van opzet,
gemakkelyk van allure, zyn de stoffen en ach
tergrond goed van behandeling, de verf goed
verwerkt, toch wil ik even wy'zen op zekere
onvastheid in het zetten van de schaduwen in
het vleesch, baar en baard, die wat vlekkig
zyn en zwart aandoen, terwijl de hoogste
lichten op het vleesch wat wit zyn geworden,
wat niet het geval is met het mooi geschil
derde dameeportret no. 6 Sommige tentoon
gestelde portretten zyn ook als bestudeering
van de expressie van het wezen der personen, j
te oppervlakkig. j
Van Gratama's inzending verkies ik zy'ne j
stillevens boven zy'ne probeersels van portretten.
Een stilleven met pompoenen behoort tot zyn
beste werk; zy'ne studie van een bedelaar,
een bekend Haagsch straattype, ziet er vlek
kerig, onrustig, onsamenhangend uit; toch zou |
er van dien kerel wel iets moois te maken j
zyn met een minder kleurig gamma, en met i
eene sterkere lichtconcentratie op den kop. Het
had een prachtexemplaar geweest voor Callot
of voor Rembrandt; Frans Hals had er een
pendant van kunnen maken voor zyn Hille Bobbe.
Van Ducbattel eenige landschappen, die niet
alle even gelukkig zyn. Zyn »gryze dag" beviel
my het best. Het is een gemakkelyk, knap
getoetst en geborsteld impresssionistischschil
dery, waar alles in eens raak en in de
goedetoonverhouding op het kale doek gezet is. Er
is ruimte en licht uitgedrukt in dat vredige
gry'sbetoonde Hollandsche polderlandschap,
maar men zou het minder impressionistisch
en toch even zuiver willen zien weergegeven.
Gorter kenmerkt zich steeds door het uit
drukken van het strakke licht der voor- en
najaarsdagen op stille eenzame plekjes; zy'ne
landschappen hebben dan ook aantrekkelijkheid
door dat licht, dat hy heel zuiver en in de
juiste loonschaal weet weer te geven. Soms
zal hy zyn nog wel een» grauw palet ophelde
ren met de roestig-bruine en roode kleuren
der herfst en bereikt hy zooals in zyn»vyver
in 't Bosch" een meer schilderachtig effect,
ofscboon by zelden uit zyn strakke eento
nigheid loskomt.
Franken met eene voorliefde voor den avond,
wanneer bet landschap en de dingen
omslnierd worden; opmerkelijk dat zelfs zy'ne
als dageffecten bedoelde werken, als avonden
aandoen. Van zyn «Winter'', eene impressie
van een boschgezicht met sneeuw, met een wat
te fel roode lucht, gaat wel eene zekere drama
tische kracht uit, maar het is toch oppervlakkig
werk. Er is in het werk van dezen schilder,
een weifelend tasten te bespeuren van eene
niet geheel persoonly'ke overtuiging. Het Hol
landsche landschap uit dezen tyd, is toch alty'd
nog hetzelfde en even mooi als in den ty'd
van Cuyp en Potter. Waarom schildert men
zóó niet meer?
Gruppékomt voor den dag met een groot
aantal schilderyen, natuur-impressies,
overhaastig werk meestal, dat, vergeleken met de
impressies der groote impressionisten, niet
geheel meer kan bevredigen, zelfs al wordt
soms het ruwe geborstel en gesmeer wat ge
temperd door glas.
Een rustig hoekje uit Laren is eene ver
kwikking te midden van de verscheidenheid
van impressies, die niet alle interessant genoeg
zyn om te exposeeren, tenzy het den schilder
te doen was om zich te geven zooals hy' is.
Frankfort heeft nog al uiteenloopend werk,.
veel, dat niet geheel de echte Frankfort doet
kennen, dien ik wel terugvind in zyn doek,
getiteld: >Het schryven van een Echtschei
dingsbrief" (als onderwerp wel modern in de
kunstenaarswereld), voorgesteld door drie
joodsche typen; een zeer expersief schildery,
waarscbynlyk uit vroeger dagen, met breed e
borstelstreken over elkaar heen uit een diepen
grondtoon tot licht opgevoerd, met zware
hoogsels van verf, die wanneer zy rustiger gezet
waren, en juister op hun plaats, het beter
zouden doen.
Doeleman heeft eene voorliefde voor den
laten herfst met het goudgele loof, dat gely'k
een goudregen neervalt, als een cy'ns dat aan
de aarde betaald wordt. Soms weet hij de
illusie van dat moment vast te leggen in zyn
werk, by'v. in no. 2, waarin de stemming wel
goed is weergegeven van zoo'n stillen herfstdag
wanneer het zonlicht door het gele blad
heenfiltert.
De inzending van Etha Fles bevredigt my
geenszins, haar schilderwyze draagt een eigen
aardig karakter; laat my' maar dadelyk zeggen,
dat bare «Azaleas" het eenige is, waar ik vrede
mee kan hebben, al is dit werk nu ook niet
buitengewoon. Het overige werk, vooral dat
gesmeer en gestnjk met blauwe, paarse, groene
en roode kleurtjes op een doek, dat dan zee
of iets dergelyks moet uitdrukken, is als van
Zunstsaal Panorama.
Panoramagfebouw, Plantagre.
4NT1QIJITEITM.
BijzoDder fraaie KASTEN, BUREAUX,
BUFFETTEN en andere Meubelen.POROELEIN
en AARDEWERK, PERSISOHE TAPIJTEN.
Kntrée vrij. Zondag* geopend.
DE PHOENIX
234 Spuistraat, Amsterdam.
Meubileeringen.
Geïil. prijscouranten en begroetingen gratis.
Levering onder volledige garantie franco
geplaatst door geheel Nederland.
i BINNEN
INRICHTING TOT
MEUBELEERING
EN ? VERSIERING
S5DER-WONINGH
2OROKIN-12O
FAIENCE
EN TEGEL
FABRIEK
IÏOLLAND
NAAML-VENN-CEV-TE
UTRECHT
KUNSTZAAL
PRINSENGRACHT 878.
GOUDEKET & C*.
gchüderijen, (Aquarellen,
ijjtsen en gravures,
Telefoounnuner 445S.
12 Etsen van
WILM STEFLINK.
Met Tekst van J. F. VAN SOMEREN,
Bibliothecaris te Utrecht
Gedrukt op zeer fraai papier, de tekst
in rood kader met vele vignetten en
handteekeningen, kost dit prachtwerk
(groot folio form.) gebonden slechts
? 12.5O.