De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 15 februari pagina 8

15 februari 1903 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.1338 In 1845 was de Beurs gereed gekomen. De houten hulpbeurs kon toen verdwijnen. Dit deed een ongenoemd dichter naar de lier grijpen, die het getimmerte dus liet spreken: t Zoo is mijn val mij dan beschoren! Weent, Amstelaren, om mijn lot Men heeft mijn ondergang gezworen, Men drijft nu met mijn leed den spot. 't Ia waar, mijn aanzien is niet prachtig En 'k ben mijn buren tot een last, Maar 't is toch hard men is gemachtigd, Tot verkoop van mij, bouten kast! Zucht, blinde Dries, o orgeldraaijer, Omringd door meisjes van pleizier, Die 's avonds als een liedjeskraaijer, Hier zorgdet voor 't gewenscht vertier; Zncht, omnibussen, vigelanten, Die wachtend op een vrachtje staan, Uw groot kantoor met zijn trawanten, Die gaan nu spoedig naar de maan; Zacht, schutters, in mijn boaten wanden Zult gij 't behandlen van 't geweer Hoe 't hart voor Land en Vorst moog branden, Nu niet meer leeren keer op keer. O, Mosselen- en Peerenwagen, Wat stond gij rustig aan mijn zij! Geen rotting bracht n in de rij Van dienders, die uw rust belagen, Acb, als ik eenmaal beu vergaan, Wijdt dan aan mij een enkle traan!" Dit vers, ofschoon het misschien geen hooge vlucht neemt, geeft ons toch een aardig kijkje op den Dam dier dagen. Toen de Beurs 10 September 1845 werd geopend, was dit een gebeurtenis van be lang. Willem II kwam voor de plechtig heid uit den Haag met de Prinsen over, en hoorde, in het met vlaggen van alle handelsvolken versierde gebouw een toe spraak aan van burgemeester P. Huidecoper. In een feeetnummer van het Han delsblad werd die toespraak in haar ge heel opgenomen. Hier volgt het gedeelte, dat op den bouw betrekking heeft, en dat tevens een denkbeeld geeft van de burgemeesterlijke welsprekendheid uit dien tijd. »Van den eersten aanvang af was er een Commissie uit den Raad benoemd om denzelven te dezer gelegenheid voor te ligten. Deze Commissie droeg in 1838 onder scheidene plan-teekeningen voor, alle ver kregen tengevolge van eene publieke uitnoodiging door haar in 1836 gedaan. »Zij waren van verschillende waarde, eenige hadden vele verdiensten en besloot men een beloon ing in geld te geven voor de twee best gekeurde ontwerpen. De ver vaardigers zijn geweest de neeren Isaac Warnsinck en H. Springer, beiden archi tecten in deze stad. »De Commissie was echter van gevoelen, dat men geen dezer beide teekeningen, hoe gunstig zij zich voordeden, tot model konde aannemen, maar droeg zij aan den l Raad voor een ander plan, opgemaakt j door wijlen onzen sedert gestorven hoog- l geachten Kommissaris over de Publieke j Werken C. Alewijn, hetgeen zij oordeelde, i aan alle behoeften te zullen voldoen. »Naar dit plan wenschte men de Beurs te plaatsen regt tegenover het Koninklijk Paleis zoodat zij zich ge lijkelijk voor het midden van het Water of Damrak zou bevinden. Het was een ronde gaanderij, die een hooger gedeelte omsloot, hetwelk zich als. een fraaije koepel boven die gaanderij vertoonde. Het was alzoo een plan vooreen geheel overdekte Beurs, dealende de Commissie in het denk beeld, om door dit beginsel te volgen het meest te zullen voorzien in het belang en de wenschen der Handelaars, die de Beurs zouden be zoeken. »Dan, aan dit plan waren bezwaren verbonden, welke verhinderden, om het aan te nemen. Men moest de gebouwen, die over het Paleis en aan den Vijgendam ge legen zijn, afbreken, waar mede de uitgaven, die toch reeds aanzienlijk moeten zijn, weder merkelijk zouden ver hoogd worden. «Daarbij meende men zich niet te kunnen vereenigen met het het plan, om een geheel overdekte Beurs te stichten. Het Bestuur dezer stad vreesde, dat, wanneer eene samenvoeging van meer dan drie duizend menschen van de buitenlucht werd afgesloten, dit duurzame moeijelijkhedenten gevolge zoude hebben (sic). Daarom werd door den Raad vast gesteld, dat de nieuwe Beurs zou zijn ten grooten deele overdekt, doch met eene opene plaats in het midden, welk beginsel men ook in een gelijk geval te Londen gevolgd had. »De Commissie ontving inmiddels een ander plan en wel van den architect den heer J. D. Zocher. Zij deed aan den Raad de voordragt het aan te nemen en om naar hetzelve, op een te dempen deel van het Damrak, het nieuwe Beursgebouw te stichten. »Dit plan werd in zijn geheel aange nomen op den 7den October 1840 en heeft men, na onderscheidene voorbereidende beschikkingen, den bouw aangevangen op den 28sten Augustus 1841, wanneer de eerste paal is geheid. »0p den 29sten Maart 1842 is men met het metselwerk begonnen en zoo is de Beurs binnen een tijdsverloop van 4 j aren ter neder gesteld onder het toezigt van den heer C. W. M. Klijn, Kommissaris over de Publieke Werken en onder de hoofdzakelijke uitvoering van de heeren P. J. van Straten en J. de J. Teixeira de Mattos, welke bij publieke aanbestedingen | de aannemers zijn geworden, de eerste voor al hetgeen wat den aanbouw betreft, buiten het leveren en stellen van de hardsteenen, wat de laatste aannam. »Bij den aanvang openbaarde zich, dat de daargestelde fur.deeringen eene meer dere versterking noodig hadden. Na een geheel volledig onderzoek' waarbij de heeren Koning Willem II onderhield zich, nadat de Burgemeester uitgesproken had, min zaam met Zocher, en verleende hem de ridderorde van den Nederlandschen Leeuw. Ook zat de bouwmeester aan bij den maal tijd, dien de Raad den Koning op het Prin senhof aanbood. De Houten Hulpbeurs op den Dam. J. R. de Kruijff, Hoofd-ingenieur van den Waterstaat in Noord Holland, F. W. Conrad, Ingenieur van de Ie klasse en G. Moele, architect hier ter stede, welwillend hunne diensten hebben bewezen, is nu in dit gebrek voorzien op een wijze, die de vast heid van d:t gebouw boven eenige beden king plaatst en ook van dien kant den meest mogelijken duur aan hetzelve be looft." Wij vinden hier een volledig overzicht van de geschiedenis der Beurs aan den Dam. De overeenkomst met die van de Beurs, nu op het Damrak verrezen, is groot. Voor beide gebouwen werden prijsvragen uitgeschreven, doch de bekroonden gepas seerd en architecten, die geen eersten prijs hadden verkregen, door invloeden in den Raad met het werk belast, nadat stede lijke ambtenaren plannen gemaakt hadden, die de goedkeuring niet konden verwerven. Zonderling is de vrees, die in 1840 voor een overdekte Beurs bestond. Hoe onge grond die was bleek het best toen, kort na hare voltooiing, Zochers Beurs van een dak boven het midden plein werd voorzien. Ook de fundeeringen van beide ge bouwen, in het Amstelbed gesticht, hebben tot ongerustheid aanleiding gegeven. Mocht Burgemeester Huidecoper ook gehoopt heb ben, dat de «vastheid van het gebouw De bewondering voor de Beurs was alge meen. Een dichter zong: t Viert nu, Amstels Handelaren! 't Beur^feest aan 't kooprijk IJ! Wijdt haar in, verheugd en blij! Hou' uw juichlied langs de baren Tot. den versten volkrenstam; Heil der Beurs van Amsterdam! En, gelijk zij is verrezen Rijze ook de handel weer! Willem zal zijn schutsheer wezen, ale dan Gods zegen neer, Prijk, o Beurs, in volle pracht, Nog voor 't spaadste nageslacht!" Deze zanger heeft niet vermoed, dat nog geen zestig jaar later, de Raad het besluit zou nemen, deze prachtige Beurs te sloopen, nadat een andere was gesticht, om haar te vervangen. Er is een tijd geweest, dat men Zochers schepping vrij algemeen afkeurde. Tussehen 1880 en 1900 waren er maar zeer weinigen, die zich bewust waren van de verdiensten, die de Beurs bezit. Pas in de laatste jaren wordt het besef levendig dat het gebouw waarde heeft, omdat het de uiting is van den geest, die de Nederlandsche architec tuur bezielde, toen koning Willem II regeerde. Doch, nu de nieuwe Beurs op het Damrak staat, kan de oude niet blijven, en moet Het afbreken der Oude Beurs, i Maart 1837. boven eenige bedenking geplaatst zou zijn'1 ernstige verzakkingen vonden aan de zuid westzijde plaats, en dagelijks ziet men de scheuren wijder worden. Dat de nieuwe Beurs reeds scheuren vertoont, eer zij nog geopend is, wettigt de vrees, dat, over een halve eeuw, haar toestand nog zorgwek kender zal zijn. Bij de opening van de Beurs vierde Zocher een ware triomf. De Burgemeester sprak hem aldus toe: «Mijnheer de architect Zocher! Gij hebt het plan voor dit Beursgebouw ontworpen en, wat het welstandige betreft, den aan bouw bestuurd. Gaarne wil men erkennen de waarde van uwen arbeid, eu de onder scheidene moeijelijkheden, die gij hebt moe ten overwinnen om hem tot een behoorlijk einde te brengen. Van voller harte wensch ik u geluk met het thans geheel voltooide gebouw, dat heden reeds tot deszelfs be stemming dienen zal. Geniet het voorrecht om bij voortduring te mogen vernemen dat de Handel dezer stad het beschouwt als de meest doeltreffende plaats, waarop zijn verrigtingen kunnen worden ten uit voer gebragt. En mogen de bouwkundige verdiensten, die het bezit, erkend en ge waardeerd worden, opdat gij in de goed keuring van uwen arbeid die voldoening moogt ondervinden, welke een waar kunste naar als zijn grootste belooning moet aan zien." die verdwijnen. Als de slooper zijn werk verrichtheeft, zal men de statige Jonisehe zuilen missen. Laat ons hopen, dat de gebouwen, die voor de Beurs in de plaats zullen komen, ons voor het gemis schadeloos mogen stellen. &roepEntei!tooGstelliBg in Pnlcüri studio. De groepententoonstellingen waaraan door plm. 140 werkende leden wordt deelgenomen zyn in vollen gang. De 2e groep is nu aan de beurt; maar moet bet, wat gehalte aangaat, afleggen by de eerste; niettemin is er werk dat zeer de aandacht verdient naast ander, dat of nog niet geheel ryp, of van een gehalte is, dat bewonderaars heeft, waartoe ik mij niet reken. Allereerst noem ik de inzending van Jan van Essen. Hij is een schilder van het goede ras; vast en toch gevoelig is zyn penseelstreek, die do verf verwerkt tot licht, door inacht neming van de onderlinge toonverhoudingen, door het juist naast elkaar zetten der grond tonen, die heel diep zynde, kleur kunnen dragen in het volle licht. Zoo is zijn stilleven ^blauwe Reiger", ofschoon als compoaitie uiterst eenvoudig, een belangwekkend, mooi stuk schilderwerk geworden; juist gevoeld is ook de keuze van zy'nen grysbruinen achtergrond tegen den gry'sblauwen vogel en de stof is meesterlijk uitgedrukt. Prettig is het, weer zoo'n vast stuk schilderwerk te zien, heelemaal uit de verf geschilderd, wat aan den gooden ouden tyd herinneren doet. Zyne >Hazen" en zijn >Land«chap" hebben dezelfde degelijke eigenschappen, onder zijne studies trof my vooral nr. 6 Landschap Bergen. Haverman zond drie portretten, die getuigen van zeer nauwgezette bestudeering van het wezen der persoonlijkheden, die hy afbeeldt. Vooral mooi als expressie is bet portret van professor Rosen&tein-, vast is de blik van dien zelfbewusten mensch, die gewoon is scherp waar te nemen, en die onmiddelyk het geob serveerde in verband brengt met zyn weten schap en zyn diagnose vaststelt, terwy'l zijn patiënt vragend staart naar den mond, die hem straks zijn vonnis zal zeggen of zijn vertrouwen zal sterken. Er ligt in die mooie bruine oogen een glans van zachte melancholie, misschien daarin gekomen door het zien van veel lyden, en om de lippen speelt een trek van fijne ironie. Dat is heel mooi weergegeven; maar de schilder heeft blijkbaar moeten worstelen met zyn achtergrond ; die is nog niet zuiver genoeg, en ziet er wat te vermoeid uit, de kop komt er niet los genoeg van af, bij is er nog wat in vastgegroeid en zoo komt het my voor dat de haren als stof niet gelukkig zyn uitgedrukt. Maar de algemeene indrnk van het portret is wel mooi, en het portret wint by nadere beschouwing. Het portret van mevrouw Selborst v. Baak heeft ook byzonder goede kwaliteiten; maar is niet geheel uit de verf gekomen en bet moeizaam zoeken en arbeiden ia er nog te veel in te zien, de banden hebben daardoor veel geleden, vooral de linkerhand. Ook springt de blauwzwarte kleurnoot van den waaier te veel uit het kader van het gcaildery. Wanneer ik deze opmerkingen maak, dan is dit alleen om te verklaren waarom naast veel bewonde ring er ook eene zekere onvoldaanheid my bybleef hy de beschouwing van dit knappe werk. Buisman, eveneens portretschilder, exposeert naast een aantal portretten van ongelyke waarde, een flink portret van zyn vader, een deftig schildery van uitstekende hoedanigheden, een zeer merkbare vooruitgang op het vroegere werk vertoonend, dat niet altyd zoo rustig en zeker van voordracht genoemd kan worden. Is dit portret breed en royaal van opzet, gemakkelyk van allure, zyn de stoffen en ach tergrond goed van behandeling, de verf goed verwerkt, toch wil ik even wy'zen op zekere onvastheid in het zetten van de schaduwen in het vleesch, baar en baard, die wat vlekkig zyn en zwart aandoen, terwijl de hoogste lichten op het vleesch wat wit zyn geworden, wat niet het geval is met het mooi geschil derde dameeportret no. 6 Sommige tentoon gestelde portretten zyn ook als bestudeering van de expressie van het wezen der personen, j te oppervlakkig. j Van Gratama's inzending verkies ik zy'ne j stillevens boven zy'ne probeersels van portretten. Een stilleven met pompoenen behoort tot zyn beste werk; zy'ne studie van een bedelaar, een bekend Haagsch straattype, ziet er vlek kerig, onrustig, onsamenhangend uit; toch zou | er van dien kerel wel iets moois te maken j zyn met een minder kleurig gamma, en met i eene sterkere lichtconcentratie op den kop. Het had een prachtexemplaar geweest voor Callot of voor Rembrandt; Frans Hals had er een pendant van kunnen maken voor zyn Hille Bobbe. Van Ducbattel eenige landschappen, die niet alle even gelukkig zyn. Zyn »gryze dag" beviel my het best. Het is een gemakkelyk, knap getoetst en geborsteld impresssionistischschil dery, waar alles in eens raak en in de goedetoonverhouding op het kale doek gezet is. Er is ruimte en licht uitgedrukt in dat vredige gry'sbetoonde Hollandsche polderlandschap, maar men zou het minder impressionistisch en toch even zuiver willen zien weergegeven. Gorter kenmerkt zich steeds door het uit drukken van het strakke licht der voor- en najaarsdagen op stille eenzame plekjes; zy'ne landschappen hebben dan ook aantrekkelijkheid door dat licht, dat hy heel zuiver en in de juiste loonschaal weet weer te geven. Soms zal hy zyn nog wel een» grauw palet ophelde ren met de roestig-bruine en roode kleuren der herfst en bereikt hy zooals in zyn»vyver in 't Bosch" een meer schilderachtig effect, ofscboon by zelden uit zyn strakke eento nigheid loskomt. Franken met eene voorliefde voor den avond, wanneer bet landschap en de dingen omslnierd worden; opmerkelijk dat zelfs zy'ne als dageffecten bedoelde werken, als avonden aandoen. Van zyn «Winter'', eene impressie van een boschgezicht met sneeuw, met een wat te fel roode lucht, gaat wel eene zekere drama tische kracht uit, maar het is toch oppervlakkig werk. Er is in het werk van dezen schilder, een weifelend tasten te bespeuren van eene niet geheel persoonly'ke overtuiging. Het Hol landsche landschap uit dezen tyd, is toch alty'd nog hetzelfde en even mooi als in den ty'd van Cuyp en Potter. Waarom schildert men zóó niet meer? Gruppékomt voor den dag met een groot aantal schilderyen, natuur-impressies, overhaastig werk meestal, dat, vergeleken met de impressies der groote impressionisten, niet geheel meer kan bevredigen, zelfs al wordt soms het ruwe geborstel en gesmeer wat ge temperd door glas. Een rustig hoekje uit Laren is eene ver kwikking te midden van de verscheidenheid van impressies, die niet alle interessant genoeg zyn om te exposeeren, tenzy het den schilder te doen was om zich te geven zooals hy' is. Frankfort heeft nog al uiteenloopend werk,. veel, dat niet geheel de echte Frankfort doet kennen, dien ik wel terugvind in zyn doek, getiteld: >Het schryven van een Echtschei dingsbrief" (als onderwerp wel modern in de kunstenaarswereld), voorgesteld door drie joodsche typen; een zeer expersief schildery, waarscbynlyk uit vroeger dagen, met breed e borstelstreken over elkaar heen uit een diepen grondtoon tot licht opgevoerd, met zware hoogsels van verf, die wanneer zy rustiger gezet waren, en juister op hun plaats, het beter zouden doen. Doeleman heeft eene voorliefde voor den laten herfst met het goudgele loof, dat gely'k een goudregen neervalt, als een cy'ns dat aan de aarde betaald wordt. Soms weet hij de illusie van dat moment vast te leggen in zyn werk, by'v. in no. 2, waarin de stemming wel goed is weergegeven van zoo'n stillen herfstdag wanneer het zonlicht door het gele blad heenfiltert. De inzending van Etha Fles bevredigt my geenszins, haar schilderwyze draagt een eigen aardig karakter; laat my' maar dadelyk zeggen, dat bare «Azaleas" het eenige is, waar ik vrede mee kan hebben, al is dit werk nu ook niet buitengewoon. Het overige werk, vooral dat gesmeer en gestnjk met blauwe, paarse, groene en roode kleurtjes op een doek, dat dan zee of iets dergelyks moet uitdrukken, is als van Zunstsaal Panorama. Panoramagfebouw, Plantagre. 4NT1QIJITEITM. BijzoDder fraaie KASTEN, BUREAUX, BUFFETTEN en andere Meubelen.POROELEIN en AARDEWERK, PERSISOHE TAPIJTEN. Kntrée vrij. Zondag* geopend. DE PHOENIX 234 Spuistraat, Amsterdam. Meubileeringen. Geïil. prijscouranten en begroetingen gratis. Levering onder volledige garantie franco geplaatst door geheel Nederland. i BINNEN INRICHTING TOT MEUBELEERING EN ? VERSIERING S5DER-WONINGH 2OROKIN-12O FAIENCE EN TEGEL FABRIEK IÏOLLAND NAAML-VENN-CEV-TE UTRECHT KUNSTZAAL PRINSENGRACHT 878. GOUDEKET & C*. gchüderijen, (Aquarellen, ijjtsen en gravures, Telefoounnuner 445S. 12 Etsen van WILM STEFLINK. Met Tekst van J. F. VAN SOMEREN, Bibliothecaris te Utrecht Gedrukt op zeer fraai papier, de tekst in rood kader met vele vignetten en handteekeningen, kost dit prachtwerk (groot folio form.) gebonden slechts ? 12.5O.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl