Historisch Archief 1877-1940
No. 1339
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
iiiiiiiiiiiiiMiimiiiiiit minimin
MMflMMIIimiMIIIMIMNIIIIIHIIIMimiMIMIIHIHIIIIIMIimMllllMM
A 3*,
DAMEjS.
Toezicht op Meren.
Dat toezicht op kinderen noodig is, moge
algemeen erkend worden, uitgeoefend wordt
het lang niet altijd, en slechts by uitzondering
op de juiste manier, wyl slechts te vaak
onbekend is, wat met toezicht beoogd wordt.
Om dat in te zien, zij er allereerst op ge
wezen, dat de bewegingen (daden) van het
kind oorspronkelijk van concreten aard zyn,
d. w. z af hankelijk zijn van plaats, tijd, stem
ming, omgeving, enz.
Zoo b.v. het kind in de kamer van den arm
zijner moeder naar dien zy'ner zuster of van
de tafel naar den stoel kan loopen, kan het
dien afstand nog niet onder alle omstandig
heden afleggen, staat het soms al verlegen, als
het zich in een andere kamer bevindt, of als
het buiten, op straat of op het veld, is
Zoo het kind een versje kan opzeggen in
tegenwoordigheid van moeder, blijft het soms
al steken, als de vader het mede aanhoort,
komt er vaak geen woord uit, als een vreemde
er by tegenwoordig is. En ja, dit kan teleur
stellend zyn, dit kan van de moeder een spijtig:
?Het wil nu niet" ten gevolge hebben, maar
de reden hiervan is eenvoudig, dat het opzeggen
nog aan zekere omstandigheden gebonden is,
dat het nog concreet is.
Dit feit verklaart veel «raadselen" uit het
kinderleven. Dat b.v. een kind in huis zich
uitstekend gedraagt en in school den beest
speelt, of omgekeerd, behoeft, in verband hier
mede, niet te verwonderen. Dat meisjes, als
ze met jongens in dezelfde klasse zitten vaak
toonbeelden van orde zyn, maar in een
meisjesklasse daarentegen tamelijk brutaal optreden,
zal niet meer bevreemden. Dat een kind zyn
buien en kuren eerst inhoudt tegenover hem,
die er tegen optreedt, later tegenover ieder,
die ze bestrijdt, en eindelijk eerst in het alge
meen die laat, wordt door het opgemerkte
verklaard.
Trouwens, ook in het leven der volwassenen
zyn zulke «raadselen" op te merken, en te
verklaren. Dat b.v. een dame gemaskelyk op
een bal vele mijlen aflegt, maar niet in staat is,
1/2 uur te loopen; dat velen, die op het platte
land solied leven, in de groote stad onver
beterlijke boemelaars zyn, wordt verklaard
door het feit, dat ook deze daden .concreet"
waren.
Hoe on komt hierin verandering? Om tot
het eerste voorbeeld terug te keeren, kan het
kind in huis zekeren afstand afleggen, dan moet
het dien afstand ook buiten, op straat, op het
veld, in de drukte, overdag, of 'B avonds afleggen,
dan moet die afstand vergroot worden, enz.
tot eindelijk het kind in het algemeen kan
loopen.
Op deze wy'ze nu moet steeds gehandeld
worden. Door de omstandigheden, waaronder
zekere beweging (daad) voor het eerst verricht
wordt, geleidelijk te wijzigen, en daarna die
beweging te laten herhalen, tot ze ook onder
die veranderde omstandigheden behoorlijk
verricht wordt, door verder (bij elke verande
ring in de omstandigheden) uit te kijken, hoe
het de aangeleerde daden (bewegingen) blijft
verrichten, door, in verband hiermede te ver
beteren, in n woord, door toezicht uit te
oefenen, verkrijgt de concrete beweging een
algemeen karakter.
Hoe noodig toezicht echter ook zy, toch zy
tegen alle overdrijving in deze gewaarschuwd.
Zoo kan een voortdurend toezicht bewerken,
dat het kind eigen krachten leert kennen noch
gebruiken, dat er later van zelfstandigheid
geen sprake is, dat het een willig instrument
in de handen van elkeen wordt, m. a. w. dat
het, volgens de Génestet een niemand is. En
nu is het waar, dat uiterste komt by voort
durend toezicht niet altijd voor, wijl het kind
zich bij wijlen aan dat toezicht ontworstelt, en,
zy het dan ook zonder medeweten der op voe
ders, zijn gang gaat, maar.. deze uitkomst
kan even erg zyn als de kwaal. Zoo toch
dreigt er gevaar, dat het kind op verkeerde
wegen geraakt, dat het zelfstandigheid toont
in het slechte.
Is alzoo een onafgebroken toezicht verkeerd
te achten, dadelijk ryst dan de vraag, wanneer
het toezicht wel en wanneer het niet uitge
oefend moet worden en, om die vraag te be
antwoorden, zy er op gewezen, dat in de eerste
levensjaren streng toezicht noodig is op alles
wat het kind doet, maar dat in dezelfde mate,
als zich bij het kind zelfstandigheid openbaart,
dat toezicht heeft te verzwakken tot controle,
die eerst betrekking heeft op de geheele daad,
later alleen op het resultaat, terwijl eindelijk
het kind zelf voor de controle moet zorg dragen.
Het toezicht moet zich schikken naar de mate
van zelfstandigheid, die het kind reeds ver
kregen heeft, het mag alleen strekken om die te
vernoegen, en in dezelfde mate, als het kind ge
schikt wordt tot zelf-controle, moet het toezicht
des opvoeders zich terugtrekken : de opvoeding
heeft zich aan het ontwikkelingsproces van het
kind aan te passen.
W. A. W. MOLL.
Diefstallen in iroote magazijnen.
De Fransche psychiater Dubuisson heeft onder
den titel Les voleuses des grands magasins een
boek geschreven, waarin hij een verschijnsel
behandelt, dat reeds geruimen tyd een levendige
belangstelling heeft opgewekt zoowel by artsen
als juristen, en wel dat van een eigenaardig soort
diefstallen, gepleegd in groote magazijnen, zooals
de Printemps", de Louvre"ende Bon Marché."
Als deskundige by het gerechtshof is Dubuisson
in de gelegenheid geveest 120 personen te
onderzoeken, die zich aan dergelijke diefstallen
hebben schuldig gemaakt, en als eerste resultaat
van zyn onderzoek deelt hy mede, dat
magazyndieistal een specialiteit is van de vrouw.
Immers onder de 120 waargenomen gevallen
komen er 9 voor op rekening van mannen.
Het eigenaardige van deze soort diefstallen is,
dat zy' zonder uitzondering worden gepleegd
door vrouwen uit den gegoeden stand, die
nooit van een andere gelegenheid tot stelen
zouden gebruik maken en volkomen in staat
zouden zijn, zich voor geld te verschaffen wat
zij zich door haar diefstallen hebben toege
igend. De gestolen voorwerpen hebben in den
regel zelfs geen waarde voor haar en worden
by huiszoekingen gewoonlijk gevonden in een
ongebruikte kamer of in een gesloten kast,
meestal nog volkomen nieuw en van een
pry'setiket voorzien. Wanneer de diefstal wordt
ontdekt, legt de diefegge niet alleen dadelijk
een volledige bekentenis af, maar geeft geheel
vrijwillig een opsomming van vroegere dief
stallen van dezelfde soort en voelt zich blijkbaar
opgelucht door de bekentenis. Een verklaring
van de aanleiding tot den diefstal weet de
vrouw gewoonlyk niet te geven: Het kwam
zoo van zelf ik wist niet meer wat ik deed
ik had een gevoel alsof dat alles mij toebe
hoorde hoe verder ik ging, des te onweer
staanbaarder werd de lust om iets weg te nemen."
Ziedaar eenige van de gewone antwoorden.
Het verouderde begrip van kleptomanie be
staat in de wetenschap reeds lang niet meer;
men neemt niet meer aan dat er in den mensen
een geheimzinnige drijfveer is die hem tot dief
stal aanspoort, maar men rangschikt deze
diefstallen toch ook niet onder de gewone soort.
Niet de luat tot stelen is de oorzaak van deze
diefstallen, maar wel de geringe tegenstand,
die aan de geprikkelde begeerte van ziekelijke
mensehen in de groote magazijnen wordt ge
boden. Alles is er daar op ingericht om aan
trekking uit te oefenen. Dat ondervinden de
koopers; sommigen gaan zoo ver dat ze veel
meer koopen dan ze betalen kunnen, of ze
gaan nog verder en eigenen zich de voorwerpen
toe zonder te betalen.
De vrouwen die diefstal plegen verdeelt
Lafêgue, een door Dubuisson genoemd phychiater,
in twee kategorieën. De eerste kategorie bestaat
uit vrouwen van een twijfelachtig soort en van
verdachte zedelijkheid, die de kracht niet be
zitten om aan de verzoekingen van een magazyn
weerstand te bieden. De andere kategorie be
staat daarentegen uit vrouwen, bij welke deze
handeling lijnrecht in strijd is met alles wat
men van haar vroeger leven weet. Haar handel
wijze schijnt op het eerste gezicht onverklaar
baar, en men zou er haast toe komen, klepto
manie aan te nemen, maar daar dit begrip door
de wetenschap geheel is uitgesloten, blijft de
vraag over, als hoedanig men ze dan moet
beschouwen, wanneer men hierbij noch aan
kleptomanie, noch aan gewonen diefstal den
ken mag.
De volgende woorden van Dubuisson geven ons
hiervan een verklaring:
Niet door de aantrekkelijkheid van esn
voorwerp, maar door gebrek aan weerstand
tegen deze aantrekking, verklaart men deze
handeling; als op een ot ander manier er iets
in den weg gekomen was zou de zieke zeker
niet verder gegaan zyn. De oorzaak is dus het
gebrek aan toezicht."
Van den invloed dien een hedendaagsch ma
gazyn op de vrouwen uitoefent, geeft: Dnbuisson
een meesterlijke psychologische beschrijving. Hy
zegt o. a. van de tegenwoordige magazynen, dat
de inrichting daarvan zoo verleidelijk is, dat
het bepaald moeilijk is, aan die verzoeking
weerstand te bieden. Den eigenaar mag men
daar geen verwijt van maken: hy doet het in
belang van zyn zaak. Er is geen vrouw die,
wanneer ze zulk een grooten winkel binnengaat,
met het voornemen er een bepaald voorwerp te
koopen, er niet uitgaat met artikelen oie ze
volstrekt niet voornemens was te koopen. Alles
is er op aangelegd, de klant te behagen. Is ze
eenmaal in het hol binnengedrongen, dan be
vindt ze zich in die eigenaardige atmosfeer die
het verstand benevelt. By het gezicht van zoo
veel schatten worden in haar alle wenschen
naar behagelijkheid wakker. Ze heeft niet alleen
het recht alles te bezichtigen, ze mag het ook
in haar handen nemen en betasten, en dat alles
zonder dat iernai.d er op let of er zich over
verontrust. Ja, er is nog meer overal is aan
gedacht. Opdat de bezoekster zich niet ver
moeien zal is er een ruetzaal, een lees-,
schryfen ververschingszaal ingericht. Zy' moet het ma
gazijn als haar tweede huis beschouwen, mooier,
weelderiger dan het hare. Ze is er vry van alle
huishoudelijke zorgen en kwellingen en omgeven
door niets anders dan vriendelyke en welwil
lende menschen. In deze wonderbaarlijke huizen
is alles er op ingericht om de vrouw aan te
trekken en vast te houden.
Gelooft men werkelijk, dat alle vrouwen in
staat zyn zulk een verleiding te weerstaan ?
Zonder overdrijving kan men zeggen dat slechts
de minderheid kracht daartoe aeeft.
De meesten koopen meer dan ze noodig
hebben, en velen meer dan ze betalen kunnen.
Er zyn dames die magazynen als Bon Marché,"
Louvre"' en Printemps" regelmatig, dikwyls
zelfs dagelyks bezoeken. De indrukken die ze er
ontvangen zyn slechts aangenaam, ze wennen
er aan en kunnen er niet meer buiten, ze
beginnen het langzamerhand als een plicht te
beschouwen, er dagelyks heen te gaan.
Werkelyk, de verleiding is groot in deze maga
zynen, alles is zoo verlokkend mogelyk inge
richt, de duivel zelf had het niet beter kunnen
doen.
Dubuisson verwyt den eigenaren, dat ze niet
meer moeite doen om diefstal tegen te gaan.
De aangestelde opzichters maken er slechts
hun werk van, diefstallen te ontdekken, niet
diefstallen te voorkomen. Verder ooen de op
zichters hun werk in het geheim. Wanneer er
duidelyk herkenbare opzichters aanwezig waren
zouden de diefstallen minder voorkomen, en de
klanten zouden er toch niet minder om komen.
De ziekelijke naturen kunnen niet genoeg
weerstai.d bieden aan de verleiding en de
schynbare afwezigheid van opzichters verleidt
hen aan de verzoeking gevolg te geven.
Dubuisson acht het den plicht van de eigenaars
der, magazynen met dezen toestand rekening te
houden. Het is beter te voorkomen, dan achterna
te straffen. En daar de magazynbedienden vaak
voor schuldig gehouden worden aan deze dief
stallen, houdt Dubuisson hen ook voor gerech
tigd, zich in deze schijnbaar private aangele
genheden te mengen en een duidelyk
herkenningsteeken voor de opzichters te verlangen.
Kinderarbeid in Pennsylyania,
De enquête door de «anthraciet- commissie"
bracht toevallig het feit aan het licht dat
kinderarbeid in Pennsylvania algemeen is en
wel onder de meest barbaarscht omstandig
heden; dat de wet voor kinderbescherming
onvoldoende is, zelfs als zy krachtig werd
uitgevoerd; en dat zij systematisch verkracht
wordt.
De wet verbiedt het gebruik van kinderen
beneden de 13 jaar of van beo, die lezen noch
schrijven kunnen; maar ouders leggen valsche
verklaringen af wat betreft den leeftijd en het
onderwy's der kinderen, en openbare ambte
naren geven zonder eenig bezwaar certificaten
af aan kinderen die lezen noch schrijven
kunnen en die ver beneden den vereischten
leeftyd zijn. De wet eischt ook dat kinderen
tusschen de 13 en 16 jaar niet langer mogen
arbeiden dan negen maanden in 't jaar, maar
nimmer is een poging aangewend om deien
voorzorgsmaatregel in toepassing te brengen.
't Is een doode letter.
Het laatste rapport van den fabriek-inspec
teur toonde aan dat 35.440 kinderen op
fabrieken gebruikt werden, waaronder meer
dan 17.000 meisjes tusschen 13 en 16 jaar.
Van deze meisjes werken 3000 tot 5000 den
ganschen nacht op de textielfabrieken.
Sociologen, die van het onderwerp een studie
hebben gemaakt om die te brengen voor de
enquête-commissie van de anthraciet-werk
staking, verklaren echter dat ruim 50 pCt. van
die meisjes beneden 13 jaar zyn.
Niets in de wet verbiedt kleine meisjes van
13 jaar den ganschen nacht te exploiteeren van
half zeven 's avonds tot half zeven 's morgens
in een heete, vochtige atmosfeer met onafge
broken inspanning van oogen en zenuwen;
bij duizenden worden de kleine meisjes op die
wijze wettig afgebeuld, terwy'l ditzelfde onwet
tig geschiedt met een tal van nog jongere
meisjes. Gedurende de 12 uren arbeid mogen
zy niet een enkele maal zitten behalve een
half uurtje 's middernachts, als zy haar sober
maaltje gebruiken. Zoo gaat het toe op de
zy'defabrieken Bij mooi weer spoort de meester
knecht, als deze een goedhartig man is, de
kinderen aan gedurende den rusttijd even naar
buiten te gaan om wat frissche lucht in te
ademen, maar in den regel zijn zy zoo doodmoe,
dat zij na haastig hun maal gebruikt te hebben,
ineen zakken van slaap en uitputting.
Behalve de 12 uren arbeid hebben sommigen
van haar verscheiden mijlen te loopen van en
naar de fabriek.
De te Philadelphia verschijnende »North Ame
rican" heeft een enquête op touw gezet en de
feiten hebben de verklaring van den rechter
Gray, president van de commissie van arbitrage,
ten volle bevestigd, dat »het bloed en het vleesch
van kleine kinderen thans omgezet worden in
klinkende munt."
Een treurig tafereel wordt opgehangen van
de uitgemergelde, stompzinnige, verdierlykte
gezichten der kleine uitgebuite schepseltjes,
verpletterd ah het ware tusschen de molen
steenen van de armoede en de gewetenloosheid
der ouders en de schraapzucht en de geweten
loosheid der fabrikanten.
De hoofdopzichter van een der grootste
fabrieken, zelf aandeelhouder daarvan, zeide
in een interview, dat de fabrikanten natuurlijk
zooveel geld trachten temaken als maar moge
lyk is, en dat zij daar geen kwaad in zien.
Wanneer nu een hooger leeftyd wordt vast
gesteld, of beschermende wetten worden inge
voerd, zou de zy'de-industrie zich verplaat
sen naar New-York of New-Jersey, waar de
arbeidsvoorwaarden gunstig zijn. Zoo als de
zaken nu staan, vervolgde hy, stelt Pennsylvania
een lageren leeftijdsgrens dan een zy'ner nabu
ren en aan dit feit heeft het zyn bloei te danken.
Een prachtig soort van >bloei", wannee-de
kinderen van het heden, de mannen en vrouwen
der toekomst, by duizenden naar lichaam en
ziel worden te gronde gericht.
In Pennsylvania heeft de helft der bevolking
die zich het meest verzetten zou tegen kin
deren-uitbuiting, geen stemrecht.
«Hebben de vrouwen alle rechten, die zy
noodig hebben, zooals de meesten van haar
beweren V'
Uit t/te Woman's Journal.
E. K.?H.
dagen, door een welwillende buurvrouw werden
bijgestaati, maar die den vierden dag weer alle
werk, tot de waschtobbe toe, zelve moesten
doen. Een dankbare vrouw, die bij baar derde
bevalling, voor het eerst door toedoen der
Vereenigiug een baker bad, zeide zich als een
//prinses" te voelen, nu haar de weelde van
veertien dagen rust werd gegund! Een andere
vrouw, in wier gezin een verzorgster werkzaam
was, gedurende de zes weken, die zij in een
ziekenhuis doorbracht, begon bij haar thuiskomst
hard te schreien en op de vraag van de
bezoekdame der Vereeniging/die er toevallig was, of
zij niet blij was thuis te zijn, antwoordde zij,
dat zij schreide, omdat er een Vereeniging
be| stond, die het mogelijk had gemaakt, dat man
en kinderen zoo goed waren verzorgd gedurende
haar afwezigheid en dit alles zoo uitstekend in
orde was. »TJ hadt eens moeten zien, hoe alles
er uitzag, toen ik twee jaar geleden thuiskwam
en niemand voor mijn boeltje gezorgd had."
Eenige keeren werd hulp verleend in gezin
nen, om te voorkomen, dat een meisje uit haar
betrekking zou hebbeu moeten thuiskomen om
tijdelijk de zieke moeder te vervangen; dat het
van het hoogste belang is, te voorkomen, dat
de nuttige leertijd van jonge dienstmeisjes
wordt onderbroken, behoeft geen verder betoog.
Waar steeds streng de hand wordt gehouden
aan het voorschrift, dat de aanvrager zoo veel
mogelijk moet bijdragen, komen er toch zeer
vele gevallen voor, waar door werkeloosheid,
langdurige ziekte of andere oorzaken bijbetalen
onmogelijk is en de kosten geheel voor rekening
der Vereeniging komen. Wil het Bestuur zicb
niet weder genoodzaakt zien, zooals in 1902, om
uit gebrek aan geldmiddelen gedurende eenige
maanden geen hulp te verleenen, dan zullen
velen, zeer velen de Vereeniging moeten steu
nen. Weigeren is zoo moeilijk en het valt zoo
hard na een uitvoerig verhaal van ziekte en
van zorg te hebben aangehoord, te moeten zeg
gen, dat men niet helpen kan, omdat de kas
leeg is! Dringend doen wij een beroep op
allen, die tot nu toe de Vereeniging niet steun
den, aan een der onderstaande dames toezegging
te doen, lid te willen worden voor minstens
? 5, of donateur voor een kleiner bedrag.
Ia 1902 werd verzorging verleend in. 289 ge
vallen, gedurende 4496 heele dagen en 1549
halve dagen. Aan loonen werd uitbetaald f 4070,
waarvan terug aan bijdragen van aanvragers
/ 686, van particulieren ? 320, van diaconieën
? 52 terwijl dus de kosten voor de Vereeniging
/ 3012 bedroegen.
Het Bestuur der Vereeniging Hitisaerzorging:
Mevr. SCHOMEN?COMMELIN, Presidente,
Tesselschadestraat 9.
Mevr- de Wed. WILLEUMIEK?SPEKGLER,
Penningmeesteresse, Keizersgracht 274.
Mej. E. S. BIENÏAIT, Jacob Oorecutstraat 10.
Mevr. REIJNVA.AN?KOOL, Jan Luijkenstraat 26.
Mevr. BIMÜN THOMAS?RÜMKE, Oosterpark 54.
Mej. S. LEFÉBUKE, Secretaresse, Paulus Pot
terstraat 42.
Het Bestuur der Vereeniging Huisverzorging
verzoekt ons mede te willen deelen. dal het
met voldoening mag terugzien op bet eerste
jaar van haar zelfstandig bestaan. Voldoening,
omdat het groot aantal aanvragen om verzor
ging het uewijs heeft geleverd, dat de Vereeni
ging in een bestaande behoefte voorziet, vol
doening ook over de vele goede resultaten, die
door de verzorging verkregen werden. Het doel
i der Vereeniging, door tijdige hulp te
voorI komen, dat een heel gezin lijdt en achteruit
gaat door de ziekte der huisvrouw, werd in
zeer vele gevallen bereikt. In gezinnen, waar
i de vrouw of thuis bedlegeng was of in een
| ziekenhuis werd verpleegd, werden door de
i diensten der verzorgster woning en inboedel
? knap gehouden, man en kindereu kregen op tijd
hun maaltijden, de kleeren werden gewassclien
S en in orde gehouden en de herstelde huisvrouw
! vond geen ongeredderden boel, die dubbel werk
i van haar nog zwakke gezondheid eisclite. Menige
kraamvrouw heeft door de huisverzorgms* de
noodige rust kunnen genieten: vele keeren
werd kosteloos hulp verieead aan liaar, die bij
voorgaande gelegenheden, de twee of drie eerste
Een voorbeeld Yan net practiscii nut van
onwenltiesrecnt.
Eenigen tyd geleden gaf ik in dit blad weer
wat de Fronde verhaalde van de vrouwendorpen
in Bretagne, dorpen n.l. waarvan de volwassen
mannelijke bevolking verreweg 't grootste deel
van 't jaar op zee vertoeft en waar de vrouwen
genoodzaakt zyn, behalve haar eigen werk alles
te doen, wat gewoonlyk door de mannen ver
richt wordt. Die toestand komt ook wel in andere
streken voor. Clara Viebig heeft in het veel
besproken boek, iWaarmee zij haar naam als
schreister vestigde das Weiberdorf", ons een
dergelyken toestand beschreven van een dorp
in den Eifel, waar alle volwassen mannen naar
de groote steden getrokken waren om meer
geld te kunnen verdienen en hun gezinnen
maar ns in t jaar bezochten.
Deze vrouwen verkregen evenwel met het
werk der mannen niet het recht, dat daaraan
door dezen oLtleend wordt: het kiesrecht en
het recht deel te nemen in het bestuur der
gemeenschap. In Rusland schijnt dat anders te
zijn. In het district Ribinsk ligt het dorp
Nikolaevsk, dat, zooals vele Russische dorpen, aan
volwassen inwoners voor 't grootste deel alleen
vrouwen tek. Ook daar zyn de mannen gewoon
naar de steden te trekken om werk te zoeken
en komen alleen met Kerstmis en Paschen te
huis by hun gezinnen. De oude mannen evenwel
bly'ven thuis en hadden tot voor korten tijd als
voornaamste bezigheid het bestuur der gemeente
in handen, over welk bestuur zy zonderlinge
begrippen hadden, die onveranderlijk begonnen
en eindigden met de gedachte, dat hun verga
deringen op de onbekrompenste wy/.e voorzien
moesten zijn van vodka" (brardewyn), te be
kostigen uit de gemeentekas. In Nikolaevsk nu
waren de nieuwere begrippen omtrent v
ouwenrechten en- plichten doorgedrongen, of misschien
ook wel van zelf ontstaan en de vrouwen had
den voor het bestuurswerk der mannen niet
den eerbied meer, die haar steeds geleerd was
daarvoor te koesteren. Ze vroegen aan by de
landsregeering, haar mannen te mogen ver
tegenwoordigen als kiezers en ook als zoodanig
verkiesbaar te zyn iu het bestuur. Dat verzoek
werd toegestaan en de vrouwen gebruikten haar
nieuw recht dadelijk om het gewone voorstel,
dat aan de vergadering van den gemeenteraad
vry brande wyn zou verstrekt worden op kost en
der gemeentekai, te verwerpen In Rusland op
het platteland ie, sedert de vryverklarirg der
lijfeigenen, almachtig hy, die de meeste
brandewyn te schenken heeft. Diens voorstellen in
den gemeenteraad worden zonder slag of stoot
aangenomen en de vergaderingen zyn niet
veel meer dan drinkgelagen op grootere schaal
dan anders. Wat den dag, dat de vrouwen 't
heft in handen kregen in Nikolaevik, voor vraag
stukken behandeld werden, meldt het blad, waar
aan dit ontleend werd, niet, maar het zou de
moeite waard geweest zyn wél te vermelden, hoe
de mannelyke leden zich in 't geval schikten.
Het moet een geheel nieuwe ervaring voor hen
zijn geweest, thuis te komen met een onbeneveld
hoofd en in staat zich te herinneren waarover
gesproken was in plaats van, zooals anders,
slechts te kunnen navertellen dat er vodka"
geweest was veel vodka.
M. G.
Modes. »Cake Walk".
Victor Hugo, die dikwijls zijn kracht zocht
in het handig aanbrengen van schrille anti
thesen, zou de tegenwoordige, nijpende angst
om het dagelijksch brood en de onbegrensde
weelde die by huwelijksvoltrekkingen in de
groote wereld aan het daglicht komt, niet
onbesproken hebben gelaten.
Aan de eene zy'de de smartelijke verzuchting
naar het boog noodige, aan de andere het driest
vertoon van ongekenden luister.
Bloemkweekers, modisteo, kleermakers en
juweliers kunnen zich in de handen wrijven.
Het hunkeren van den eenen rijkaard om den
anderen te overtreffen legt hun geen windeieren.
De praal en pracht by huwelyksplechtigheden
vindt voorloopig in Amerika zyn hoogtepunt.
De dochter van een spoorweg- of
petroleumkoning, die door de schatten baars vaders in
't bezit komt van een gravinnen- of herto
ginnen-kroontje, schenkt haar hand aan graaf
of hertog, in een omgeving, weerkaatsend de
schittering van papa's dollars.
Het kerkgebouw, waarin de gelofte van trouw
en gehoorzaamheid door het jonge paar wordt
afgelegd, is herschapen in een bloemen-tempel.
De muren, de pilaren, het altaar of het
preekgestoelte, orgel en banken alles gaat schuil
onder een kostbare bloemenvereiering De
modebloem die speciaal voor
huwely'ksplechtighedea gekweekt werd, was verleden jaar een
roos van zeldzame schoonheid >the American
Beauty" gedoopt. Dit jaar zyn orchideeën en
meiklokjes aan de beurt.
De zes of acht bruidtguffers tot in de kleinste
bizonderheden precies eender gekleed, dragen
allemaal dezelfde bouquetten. De bruidsjonkers
sieren hun knoopsgat met dezelfde bloem.
Vrienden van den bruigom, die de gasten in
de kerk naar hun plaatsen brengen, dragen
als teeken van hun waardigheid den langen
directoire stok,* waaraan een kostbaar bouquet
met prachtige linten is gebonden. Alleen de
b'oemen voor den trouwdag gebruikt, vertegen
woordigen een klein vermogen. Dat het bruidje,
om»up-to-date" te zyn, moet flonkeren en schit
teren van edelgesteenten die zij om haar hals,
en op haar bruidskleed draagt, acht ik een
modegril van twy'felachtigen smaak.
Het bruiloftsmaal wordt niet meer aan lange
tafels genuttigd. De »table d'honneur" waaraan
het nieuwe echtpaar is gezeten, bestaat gewoon
lyk uit twaalf couverts. Verder verspreiden en
verdeelen zich de bruiloftsgasten in groepjes
van vier en aan tafeltjes gedekt voor 4 per
sonen. Elk dezer tafeltjes heeft haar eigen
bloemversiering.
Het heeren-hoedje, de hooge boord, de
sportdas, en de lederen gordel zyn voor de «vrije"
vrouw met n artikel vermeerderd. Met den
zoo vurig begeerden pantalon ? Helaas l nog
niet. Wanhoopt niet dames! alles komt te
zy'ner ty'd, óók de broek. Het dragen van een
monocle wordt tegenwoordig door dames gehul
digd ; in Amerika maken zy van deze mode
reeds druk gebruik. Zachtgetinte kleeding bly'ft
voor de aanstaande lente op het mode-pro
gramma. Het gehél-wit heeft voor binnenshuis
rog lang niet afgedaan. Ook voor oudere
dames. Wit of crème cachemire met mauve
borduursel wordt aanbevolen. De witte
refjrmjapon, of robe princesse ziet men veel gebor
duurd met Griekschen rand; die by voorkeur
in goud.
De »Cake-Walk" ingevoerd als divertisse
ment in een Neger ballet in het Nouveau
Cirque te Pary's, heeft zyn weg gevonden naar
de salons der Pary'zenaars. De cotillon heeft
tijdelijk afgedaan en is vervangen door het
woest springen en vermoeiend armzwaaien
kenmerkend de typische neger-dansen, waarvan
de »Cake- Walk" de nieuwste is. Een rage is
de kakavaak, zooals de Parijzenaars het
Engelsche woord uitspreken. Troepjes menschen
op straat, die 's avonds uit schouwburg, circus
of restaurant komen, dansen de »kakavaak".
In de deftigste gezelschappen is de
«CakeWalk" een der nummers van het dans
programma. Met koortsvuur aanvaardt de
Paryzenaar elk nieuwtje, zoo ook dezen negerdans,
tot die weer door een splinternieuwe nieuwig
heid zal worden verdrongen.
CAPRICE.
* *
*
Appeltaart. Benoodigdheden : 375 gr. bloem,
250 gr. boter, 125 gr. suiker, l geraspte
citroenschil, 3 eieren, 7 zure appelen, 80 gr. krenten,
40 gr. amandelen, 60 gr. suiker.
Bereiding: Kneed de bloem, de boter, de
suiker, de geraspte citroenschil en 2 eieren
door elkaar; zet het daarna K uur op een
koele plaats. Rol het deeg uit en bedek er
den bodem en den wand van een springvorm
mee. Maak puree van de appelen en vermeng
ze met de suiker, de even opgekookte krenten
en de gemalen amandelen. Vul hiermee den
vorm en plaats over deze massa dunne reepen
deeg, zoodanig dat er ruiten gevormd worden.
Bestrijk het geheel met geklopt ei en laat de
taart in den oven gaar worden.