Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR N E D E R L, A N-ö.
Nö. 1343
tegen 7% pCt. in 1901 als dividend beschik
baar kon worden gesteld.
Onder de petroleumondernemingen onder
scheidt zich de Sumatra Palembang op
een bijzonder gunstige wijze door een rijzing
van 56 tot 60 a 623/i, op geruchten van
succes met nieuwe boringen. De maat
schappij tot exploitatie van oliebronnen in
Hannover (de tweede Hannoversche is ge
lukkig in haar geboorte gesmoord) steeg
van 190 tot 205. Zou 't waar zijn dat een
dividend van 13 k 14 pCt. mag verwacht
worden ? Dedividenduitkeeringen bedroegen
sedert 1896, het jaar van de oprichting,
onderscheidenlijk: nul, nul, l pCt., 1.8 pCt.,
nul en 6 pCt.
Onder de diversen van de Vereenigde
Staten vind ik wat vastere noteering voor
de American Car & Foundry Cy en voorts
voor de United Steel commons. Voor deze
laatste koera verbetering is goede reden.
Door de verwisseling toch van 200 millioen
dollars preferente aandeelen in 5 pCt. 2e
hypotheek bonds, komt voor de gewone
aandeelhouders meer beschikbaar, onder
overigens gelijke omstandigheden. Deze
5 pCt., 2e hypotheek obligatiën maken
een uitzondering op den gewonen regel. Eerst
wanneer gedurende 2 jaren geen rente is
betaald zullen de houders van hun
executierecht gebruik kunnen maken. De Inter
nationale Landsyndicaten die nog steeds
goede belangstelling verdienen, verander
den slechts onbeduidend, terwijl de bewijzen
van deelname in het Mexico-syndicaat van
90 tot 85 achteruit gingen. Hiervoor is
geen goede grond aan te voeren. Integen
deel. Zie de vorige kroniek. Wie dan ook
kapitaal een geruimen tijd beschikbaar
heeft, mag in ernstige overweging nemen
op de tegenwoordige koersen te koopen.
En nu de Yankee-rails.
De betere stemming, die heden voor dezen
groep te New-York, te Londen en te Amster
dam bestond, heeft de koers verzwakking
in den loop dezer week, niet onbeduidend
verminderd. De volgende koersvergrelijking
wijst het eindresultaat aan.
Maart.
12
82J4
96%
96
48
43%
19
82%
WK
93
37%
44%
51 H
38
110
55%
QQ'A
82 K
95
26
98
is v*
30 J*
71
59X
32%
31 M
55 %
83 %
94%
98 K
61 *
32%
95
49%
66 X
19Mrt.'03. D.STIGTBB.
Atchison Topeka c. v. a.
» » c. » pref.
Baltimore & Ohio c. v. a.
Ches & Ohio c. v. a.. .
Rock Island c. v. a. . ,
Clev. Akron c. v. a. . .
Denver &. Rio c. v. a. .
Erie coramons 35%
Fl. Central & Penns. obl. . . 109
Illinois Central c. v. a. . . . 143%
Kansas C. South commons.
» » » pref. . .
» » » Ie hyp. obl
St. Louis & S. Fr. commons
Mexican Central obl.. . .
Miss. Kans. Texas c. v. a.
» » » Ie hyp. obl
Nat. Railr. of Mex. c. v. a. .
N.Y. Ontario & West commons
Norf. & West c. v. a. ...
Reading c. v. a
South. Railway afgest. . . .
Union Pacific commons . . .
Wabash pref. 49^
South. Pacific commons . . . 63%
Een gunstige uitzondering maken de
Erie, de Reading en de Southern Pacific.
De strijd tusschen Keene en Harriman is
nog niet voorbij. Omtrent hunne plannen
zijn nog geen afdoende berichten bekend.
Verklaarbaar is het koopen op de tegen
woordig gedaalde koersen van b.v. pref.
Kansas City Southern 4M pet. Mexican
Collateral, Union Pacific convertibles en
Atchisons, .... maar met eigen geld dat
voor geruimen tijd beschikbaar is.
Amst., Marnixstr. 409
Bnssum, Borneo".
uiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiitiMimiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiimniiiiiiiMiiiiiiiiHmiin
Herinneringen yan een Fransclien diplomaat
Mes souvenirs, par Ie comte DB RBISET (I les
débuts de l'indépendance italienne. Paris
Pion, 1901. II. la guerre de Crimée et
la cour de Napoléon III. Paris, Pion, 1902.)
Het aantal mémoires, dat in de laatste tien
tallen van jaren in Frankrijk het licht ziet, is
verbijsterend groot; vele personen, die min of
meer eene rol hebben gespeeld in de aan lots
wisselingen zoo ry'ke geschiedenis van hun
vaderland, achtten zich geroepen hierover aan
het nageslacht te berichten, maar het
meerendeel van dergelyke gedenkschriften is van bitter
weinig belang voor de kennis der eigenlijke
historie, 't Is om de petites histoires" met
haren pikanten bijsmaak, dat de mémoires by'
het groote publiek hare lezers vinden en zullen
vinden. Geheel anders is dit met de twee lijvige
boekdeelen, waarvan ik de titels aan het hoofd
van dit artikel plaatste; we hebben hier te doen
met een ernstig werk, even uitnemend van
inhoud als van vorm, onderhoudend en belang
rijk, een voornaam boek.
We zien den ouden graaf de Reiset, sedert
vele jaren ministre plénipotentiaire in ruste, op
zyn mooi kasteel Ie Breuil bij Dreux de her
inneringen uit zyne langdurige diplomatieke
loopbaan vereenigen tot een boeiend, samenhan
gend geheel. In aangenaam, hoogst beschaafd
Fransch schrijft de bekwame auteur, diplomaat
van den ouden stempel, over de talry'ke inte
ressante gebeurtenissen tusschen de jaren 1840
en 1860; veel heeft hy' als ooggetuige bijge
woond, aan veel ook had hij een werkzaam
aandeel. De graaf de Reiset is geen heftig
partijman geweest; onder de verschillende
regeeringen, welke Frankryk in die veelbewogen
jaren heeft gekend, was zyn eenige gedachte
het geliefde vaderland op de beste wijze te
dienen. Hy had de gewoonte by'na eiken avond
met strenge waarheidsliefde de gebeurtenissen
van den dag in het kort op te teekenen en
wanneer hem een belangrijk stuk onder de oogen
kwam, hield hij hiervan copie. Zoo werd zijn
archief een ry'ke bron voor de geschiedenis van
het midden der negentiende eeuw.
Het was er den graaf de Reiset geenszins
om te doen eene chronique scandaleuse van
zijnen ty'd te schrijven, al zal de stof hiervoor
hem stellig niet ontbroken "hebben ; wie in
hofkabalen behagen schept, kan by hem niet terecht.
Hy' schenkt ons een werk, dat geheel den stem
pel draagt van eene serieuze opvatting, en dat
meermalen een nieuw licht doet vallen op ver
schillende personen en feiten.
Het eerste deel les débuts de l'indépendance
italienne" is misschien het beste, wat ooit over
dit onderwerp is geschreven, want zoo iemand,
dan was hy bevoegd tot: oordeelen, daar hy met
vele hoofdpersonen uit dat tydperk op vertrou
welijke wy'ze omging. Na een kortstondig
verblijf als attachébij de Fransche ambassade te
Rome was de Reiset in het voorjaar van 1848,
spoedig na den val der Julimonarchie, door de
republikeinsche regeering tot eersten gezant
schapssecretaris te Turyn benoemd. Vier jaren
leefde hij in de hoofdstad van het koninkrijk
Sardiniëen daar leerde hij deu kiem der natio
nale beweging kennen, die 'zich weldra over
geheel Italiëzou uitbreiden.
Il risorgimento", de wederopstanding van
Italië, was de algemeene leus in de ontwikkelde
kringen der maatschappij, het land moest weder
zichzelf worden, n als natie en vrij van de
Oostenryksche orerheerscbing. Natuurlijk treedt
hier de gestalte van koning Karel Albert het
meest op den voorgrond ; de vorst, die in zijne
jonge jaren zeer vrijzinnige denkbeelden ver
kondigd had, achtte zich later als koning ge
roepen aan zyn volk eene liberale constitutie
te geven «n scheen de aangewezen man om de
Oostenrijkers uit N«ord-Italiëte verdrijven. Het
verloop van den veldtocht is bekend; na een
schitterend hegin keerde weldra de kans, de
oude maarschalk Radetzky deed in Juli 1848
de Oostenrijksche wapenen bij Custozza zege
vieren en weldra moest het Sardinische leger
Lombardy'e ontruimen. Tegen den raad der
mogendheden hervatte Karel Albert in 1849 de
vijandelijkheden, doch de beslitsende veldslag bij
Novara maakte een einde aan de grootsche
verwachtingen van Sardinië. De koning, die
den oorlog niet kon volhouden en evenmin
geneigd was vrede te sluiten, deed afstand van
den troon, verliet Italiëen overleed na eenige
maanden te Oporto in Portugal.
De ongelukkige vorst, die niet het succes
heeft gehad, dat later zy'n zoon Yictor Emanuel
ten deel viel, en die wellicht daarom in de
historie als een weinig sympathieke figuur wordt
voorgesteld, verdiende stellig meer waardeering
dan hij ondervonden heeft. De Reiset laat
Karel Albert recht wedervaren. In Aug. 1848
naar Milaan gereisd om de belangen zy'ner
landgenooten te behartigen, bevond hij zich aan
de zijde van den koning tijdens het gevecht
b\j de porta Romana en hij leerde daar den
buitengewonen moed van Karel Albert bewon
deren, die meermalen eene ware doodsverach
ting aan den dag legde. Je regarde," zegt onze
auteur Charles Albert comme l'un des
souverains les plus distingués que j'aie connus. Il
tait de plus tres instruit, d'une bravoure
téméraire et ne craignant que Dien. Il se
croyait appelépar la volontéde Dieu a la
tache d'accomplir l'indépendance de l'Italie; il
en avait la conviction. C'est lui en effet qui a
préparéles vénements, qui se sont produits
sous Ie règne de son fils." Toen de mogend
heden hunne bemiddeling aanboden, had de
koning fier geantwoord: vltalia fara da se";
toch paste zijn ridderlijk ietwat mystisch karak
ter, hetwelk aan een middeleeuwsch vorst deed
denken, niet in een tijd, waarin zyn land
bovenal behoefte had aan een koel verstandig
leidsman. Zoo ging deze vorst, wiens optreden
aanvankelijk door de bevolking van Italiëgeest
driftig was begroet, vrijwillig heen, door tegen.
spoed gebroken, overladen met fchimp en
verwytingen.
Zyn oudste zoon, de hertog van Savoye,
volgde hem op als Victor Emanuel II. Met
den nieuwen koning ging de Reiset eenigen tijd
om als frere-compagnon ; herhaaldelijk ontving
hij nachtelijke hezoeken van den vorst, die hem
onder den naam van Martin kwam raadplegen
over den politieken toestand. Hoe vriendschap
pelijk hunne verhouding ook was, dit verhindert
den Franschen diplomaat niet het zeker meer
billijke dan vleiende oordeel over Victor Emanuel
uit te spreken: II tait & vrai dire un bon
j garcon mais de forme et d'esprit vulgaires.
i Toute son ducation avait consistéa faire des
l armes, et a monter a cheval. Il tait d'un
caractère egoïste, et pendant les longues anrées
que j'ai passées a Turin, je ne l'ai jamais vu ou
taire une générosité. Il aimait les femmes et
tous ses enfants sans tre jamais bien tendre.
C'était un homme matériel. Le roi Charles
Albert avait en lui de la race, de l'élégance, tandis
que la nature du roi Victor tait commune."
Den koning, die in geheel Italiëeene bijna
afgodische vereering geniet, leeren we hier
kennen als een ongemanierden soldaat, slaaf van
zijne grove zinnelijkheid, die aan den leiband
ging van zijne maitresse Rosa Vercellana, ge
woonlijk Rosine geraamd, de dochter van een
tamboer-majoor.
Uitvoerig worden we ingelicht over de groote
staatslieden, die tot het grondvesten der
Italiaansche eenheid hebben bijgedragen, Gioberti,
Massimo d'Azeglio en bovenal Camillo Benso
graaf di Cavour. Met den sympathieken d'Azeglio
was de Reiset door innige vriendschap verbon
den en hij kon het den genialen, maar minder
nauwgezetten Cavour nimmer vergeven, dat deze
zijn vriend uit de politieke leiding had ver
drongen. Interepsant zijn de brieven van
d'Azeglio over de toenmalige stemming der
gemoederen in Italë, die de Ileiset in zijn werk
heeft laten afdrukken. Toen na den oorlog de
ontwikkeling der Sardinische staatsregeling in
liberalen geest rustig voortschreed, werd de
Fransche gezantschapssecretaris ten gevolge van
eene wijziging in het personeel der Fransche
diplomatie tot een meer gewichtigen post be
noemd, doch ook in de verte vergat hij de
belangen zijner Italiaansche vrienden niet, met
wie hij eene geregelde correspondentie bleef
onderhouden.
Het was kort na den coup d'état, die het
Napoleontische keizerryk in Frankrijk herstelde,
toen de Reiset Turijn verliet, en we ontmoeten
hem in het tweede deel zijner Souverirs" op
een geheel nieuw tooneel, in de hoofdstad van
het rijk der czaren. Nauwlyks drie weken in
Rusland, zag de Reiset zich door het verlof van
den Franschen ambassadeur met de waarneming
van dezen gewichtigen gezantschapspost belast.
Zyn positie was verre van aangenaam, daar de
nieuwe orde van zaken in Frankrijk geenszins
de sympathie bezat van de officieele wereld te
Petersburg. De politieke horizont werd meer en
meer bewolkt en er begonnen zich internationale
verwikkelingen te vertoonen, die den Krim-oor
log ten gevolge zouden hebben.
Nicolaas I, de meest trotsche autocraat, dien
de negentiende eeuw gekend heeft, stond des
tijds op het toppunt van zijn macht en hij be
schouwde zich gaarne als den oppersten
scheidsrechter in Furopa. Het was dezen czaar
onmogelijk den Franschen parvenu-keizer Na
poleon III als zyn gelijke te erkennen; hij
weigerde hem in de officieele correspondentie
mon bon frère" te betitelen, zooals souvereinen
onder elkaar gewoon zijn, en noemde hem
eenvoudig bon ami". Deze krenkende bejege
ning werd door den Franschen keizer niet ver
geten en terecht heeft de bekende
Oostenryksche staatsman von Beust eens opgemerkt: Sans
la question du bon frère, il n'y aurait jamais
eu de guerre de Crimée." De Oostersche aan
gelegenheden waren voor Napoleon III een
welkome aanleiding zijn prestige te verhoogen ;
Rusland mocht geen meester worden van den
Bosporus en de rechten der Latijnsche Chris
tenen op de heilige plaatsen moesten worden
gehandhaafd tegerover de eischen der Grieksche
Kerk, die door den czaar gesteund werd.
Odol is het eerste en eenige tand en
mondreinigingsmiddel, dat het bederf in de tanden
tegengaat. Deze wetenschappelijk bewezen zekere
werking berust voornamelijk op de eigenaardig
heid van het O d o I, dat het in de holle kiezen
en in de slymhuid der tanden dringt en deze
in zekeren zin verzadigt.
Men begrype goed het enorme gewichtvan deze
nieuwe uitvinding: terwijl alle overige
tandADVERTENTIE N.
Het beste
Mondwater ter Wereld.
reinigingsmiddelen slechts werken kunnen, ge
durende de weinige oogenblikken, dat de tanden
gereinigd worden, laat het Odol een antiseptischen
voorraad in de slijmvliezen en de holle tanden
achter die nog uren lang nawerkt. Op deze wijze
wordt een voortdurende antiseptische werking
bereikt, die het gebit tot in de kleinste
onderdeelen van alle tandwegvretende stoffen en
zwammen zuivert. Hieruit volgt, dat iemand, die
geregeld dagelijks mond en tanden met Odol
reinigd, zijn kiezen tegen hol worden beveiligt.
Men wachte zich IL tusschen voor namaak.
Onder den naam Odol worden talrijke
waardelooze, ja dikwijls zelfs schadelijke camaaksels
in doozen en flesschen verkocht. Daarvoor zij
men op zijn hoede. Het echte Odol wordt alleen
in de bekende witte patentflacons verkocht.
Groote flacons Fl. 1.?, kleine 60. cents.
Niettegenstaande deze gespannen verhoudin
gen ging het mondaine leven zijn gang en de
Reiset woonde een bijna onafgebroken reeks van
feesten en plechtigheden bij, die hem somtijds
verhinderden zich behoorlijk van zijn taak te
kwijten. Zijn chef, de gezant de Caslelbajac,
keerde terug, bleef voortdurend de bijzondere
vriendschap van czaar Nicolaas genieten en werd
zelfs by' het uitbreken van den oorlog met
gunstbewijzen overladen. Op boeiende wijze
verhaalt onze auteur van het leven in de Rus
sische hofkringen, van de vele anecdotes, die
rondgingen en vooral betrekking hadden op den
czaar, wiens geringste uitingen en daden altijd
de algemeene belangstelling wekten. Maar ook
andere zaken ontgingen niet aan de aandacht
van de Reiset en hij wijst meermalen op de
zonderlinge toestanden in het halt-barbaarsche
rijk, waar het despotisme allerlei misbruiken
liet bestaan en de politie geheel in dienst van
de vermogende klasse stond.
Verbittering over het verbond tusschen En
geland en Frankryk, wat de czaar voor eene
onmogelijkheid had gehouden,en over de neutrale
houding der andere mogendheden, die naar hy
meende dankbaarheid aan Rutlacd verschuldigd
waren, ondermijnde het gestel van den trotschen
heerscher zoozeer, dat hij niet bestand was
tegen de teleurstellingen in het begin van den
oorlog. Keizer Nicolaas trok zich den tegenspoed
zy'ner wapenen dermate aan, dat zijn einde er
door verhaast werd. Hij overleed in Maart 1855
en werd opgevolgd door zijnen zoon Alexander,
dien de Reiset gedurende zyn verblijf' te Pe
tersburg had leeren kennen als een zeer ont
wikkeld en zachtaardig man ; ook wist men, dat
hij de eenige persoon in de keizerlijke familie
was. die werkelijk sympathie voor Frankrijk
koesterde, zoodat met zijne troonsbestijging de
uitzichten op eenen spoedigen vrede aanmer
kelijk toenamen.
Door den Krim-oorlog genoodzaakt Rusland
te verlaten, was de Reiset naar Parijs gegaan
en bewees hij by het ministerie van
buitenlanische zaken diensten als raadgevend advocaat
voor de Russische aangelegenheden. Zoodoende
zien we onzen auteur weder op een ander ter
rein en maken we door hem kennis met de
toongevende personen uit de eerste luisterrijke
periode van het tweede Fransche keizerryk.
Napoleon III was voor de Reiset geen onbe
kende; reeds in zijne jonge jaren had hy op
reis in Zwitserland een bezoek gebracht op het
kasteel Arenenberg, het verblijf der ex-koningin
Hortense. De gravin d'Arjuzon, die vroeger
eeredame van Hortense geweest was, had hem
eene aanbeveling medegegeven en hij was vrien
delijk ontvangen, zoowel door de ex-koningin
als door haren zoon Louis Napoleon. De prins
president herinnerde zich later deze ontmoeting
nog levendig, toen hij de Reiset op hetElysee
voor de eerste maal audiëntie verleende. Onze
auteur spreekt voortdurend met sympathie over
Napoleon en heeft den keizer alty'd met groote
toewyding gediend. De Fransche heerscher wordt
ons hier zoo geheel anders geschilderd dan wy'
hem leeren kennen uit de geschriften zy'ner
talrijke vyanden; hier is hy een rustig werk
zaam man, die voor ieder een vriendelijk woord
heeft, die op eenvoudige wy'ze kan schertsen en
vertellen over de kinderlijk-grappige uitingen
van den jongen prinee impériaf', en die zoo
gaarne gehoor geeft aan edelmoedige opwellin
gen. Gedurig leidt de Reiset zijne lezers den
kring der keizerlyke familie binnen en wij be
wonderen den tact, waarmede Eugenie de
Monty'o hare hooge positie als keizerin inneemt,
zoodat niemand meer denkt aan hare
nietvorstely'ke geboorte. Elle avait beaucoup de
coeur, de générosité, d'honnêteténative, on
sentait qu'elle aurait, a l'occasion, beaucoup de
courage. Toujours inspirée des sentiments les
plus nobles, elle a pu se tromper, mais elle n'a.
jamais eu qu'un but; l'honneur et la gloire de
la France." In de Tuilerieën waa het als eene
herleving van den grooten tyd van Napoleon I,
men zag op de hoffeesten tal van personen,
wiernamen herinnerden aan die periode, den ouden
Jeröme, ex-koning van Westphalen met zijn
kinderen prins Napoleon en prinses Mathilde :
daar verschenen leden van de geslachten Tascher
de la Pagerie, Murat en Ney; minister van
buitenlandsche zaken was graaf Walewski, de
natuurlijke zoon van den eersten keizer. Ook
Stephanie de Beauhamais, groothertogin van
Baden, kwam gaarne uit hare Duitsche residentie
Mannheim naar Parijs om te genieten van de
glorie van haren keizerly'ken neef.
De graaf de Reiset was steeds een welkome
gast aan het hof, vooral na zijn huwelijk met
Blanche de Sancy de Parabère, wier moeder
hofdame en eene intieme vriendin van keizerin
Eugenie was. Dit huwelijk bracht ook wijziging
in de carrière van onzen auteur, die weinig
lust had naar Rusland terug te keeren en op
zyn verzoek tydelyk op non-activiteit gesteld
werd met den titel van ministre plénipotentiaire
De keizer en de keizerin deden hem de eer
aan zijn huweliikscontract te onderteekenen en
toen hem in 1857 een zoon geboren werd, bood
het vorstely'k echtpaar uit eigen beweging het
peetschap aan, zoodat de jonggeborene de namen
Napoleon Louis Eugène ortving.
Intusschen had de Reiset zyne oude vrienden
in Piemont niet vereeten; tijdens zyn verblijf
te Petersburg had hy, zooveel in zijn vermogen
was, by de diplomaten der groote mogendheden
belangstelling gewekt in de Italiaansche aan
gelegenheden. Sardiniëwas in den Krim-oorlog
Frankryks bondgenoot geweest en zoo had
Cavour op het vredescongres te Parijs in ' 856
de gelegenheid de belar gen van zijn vaderland
ter sprake te brengen De eerste minister van
Victor Emanuel droeg reeds lang de overtui
ging bij zich, dat Napoleon de man was, die
het ideaal der liberale partij in Italië, de een
heid van het geheele schiereiland onder de
souvereiniteit van het huis van Savoye. kon
verwezenlijken. Had Napoleon niet aanstonds,
den dag na de coup d'é'at, aan den SardinUchen
gezant verklaard, dat hij iets voor Italiëzou
doen ? En Cavour was er de man niet naar
dergelijke belofte te vergeten.
Toch moesten er nog eenige jaren verloopen
voordat de Fransche keizer aan den koning
van Sardiniëzyn krachtigen steun aanbood om
de Oostenrijkers uit Italiëte rerdryven. Opge
schrikt door den aanslag van Orsini, waarbij
de schoonmoeder van de Reiset, die tot het
gevolg der keizerin behoorde, in levensgevaar
verkeerde, en bewogen door den roerenden
brief, waarin de misdadiger vóór zyne terecht
stelling den keizer smeekte Italiëtoch te hulp
te komen, deed Napoleon in 1858 Cavour tot
de bekende samenkomst te Plombières
uitnoodigen. Er kwam eene offensieve alliantie tusschen
Frankryk en Sardiniëtegen Oostenrijk tot
stand.
Keizer Napoleon had steeds veel waarde ge
hecht aan de mededeelingen van de Reiset, die
door zyn langdurig verblyf te Turijn en zyn
relatiën onder de staatslieden van Italiëgeheel
op de hoogte van den toestand was. Tweemaal
heeft onze auteur een uitvoerig rapport over de
Italiaansche zaken voor den keizer opgesteld,
welke belangrijke stukken hy' ia hun geheel in
zijn werk heeft opgenomen. Duidely'k heeft de
toekomst bewezen, hoe juist het inzicht van de
Reiset geweest is. Geenszins toch verheelde hy'
den keizer, dat eene Italiaansche eenheid voor
Frankryk niet gewenscht kon zyn car l'unit
de l'Italie que certains souhaitent produirait du
même coup l'unitéde l'Allemagne, que nous
avons tout lieu de craindre dans l'aveiiir et
d'éviter dans notre propre intérêt, pour la
sécuritéet la stabilitémême du gouvernement
impérial" Het lievelingsdenkbeeld van de Reiset
was, dat Lombardy'e en Venetiëbij Sardini
zouden gevoegd worden en de overige Italiaan
sche staten een statenbond zouden vormen
onder het protectoraat van den paus.
Met den aanvang van den Italiaanschen
oorlog, die de beroemde namen Magenta en
Solferino aan de lange reeks van Fransche
overwinningen zou toevoegen, eindigen de ge
denkschriften van den graaf de Reiset. De oude
diplomaat betreurt met zijn geheele hart den
oorlog, die voor het keizerryk noodlottige ge
volgen gehad heeft. Het geld, het bloed en de
invloed van Frankrijk werden in dienst gesteld
van belangen, die geen Fransche belangen
waren. Vreemd dat dit juist het werk moest
zyn van den keizer, die in vroegere jaren als
balling schreef: Je sens que, habituédés mon
enfance a chérir mon pays par dessus tout, je
ne saurais rien préférer aux interets francais."
Door zich in te laten met de Italiaansche
quaestie is Napoleon III in moeilijkheden ge
raakt, waaruit hy zich niet meer heeft kunnen
redden ; de verwikkelingen, uit deze quaestie
voortgesproten, vooral het Romeinsche vraagstuk,
noopten den keizer allengs tot een weifelende
staatkunde. Terwyl hij nu eens de kerkelijke
party in Frankryk, dan weder de liberalen voor
zich wilde winnen, geraakte hy' met beiden in
botsing en zoo verspeelde hij de erfenis van
zyn zoon.
Dit alles gedenkt onze auteur met smart,
want het doet hem den val vooruitzien van den
keizer, voor wiens persoon hy groote sympathie
gevoelde. En bovendien... de ondergang van
het tweede keizerryk beteekende voor de Reiset,
den afstammeling van een aloud geslacht uit
den Elzas, het verlies van twee der schoonste
provinciën van Frankrijk.
Sneek, Dec. 1902. Dr. K.E.W.SiEOoraAN.
ilïllIili*>mi:illlimmilllllllUIIIIIIIIIMIItllllllllltttmillMinUMIimiini
SNUIFJES.
rijker en gelukkiger voor dan het vroeger
schrijven, dat eigenlijk een veel te zwakke
proeve was voor zoo'n sterk lichaam,
Ik bedoel de circulaire, waarin de Synode
of haar dagelijksch bestuur, den dominee»
verzocht den Prins Gemaal in het gebed
niet als «gemaal" aan te duiden. Toen
werd die verheven boodschap, om zoo te
zeggen, eenvoudig, als ware 't een kranten
berichtje aan de verbi divini ministri over
gebracht. Zelfs geen woordje van
bijbeltaal werd er aan den Prins gewijd, noch aan
zijn gemaalschap. Maar al doende leert
men, leert zelfs een Synode en hier in
bovenstaand epistel vind ik nu bepaald
-stijl".
Trouwens het onderwerp, ik durf het zon
der gevaar te loopen van Majesteitschennis
verdacht te zullen worden, verklaren, was
voor een Kerkgenootschap, van nog meer
beteekenis dan de titulatuur eens vore
telijken persoons. Want bij alle stakingen,
die men tegenwoordig in eenigen tak van
openbaren dienst ducht of heeft, is die bij
den eeredienst, in 't bijzonder bij den dienst
in de Ned. Herv. Kerk, wel het allergrootst.
Waarlijk wie zou meer recht hebben, dan
een bestuurder van dat Genootschap, om
te schrijven: «Ontegenzeggelijk is in de
laatste tijden op droevige wijze openbaar
geworden wat reeds lang leefde in zoo
menig hart." Allerlei spanning ten gevolge
van stakingsmanoeuvres en van wetten
daartegen is in de laatste weken waarneem
baar ... maar wat is dïlt staken nog, wil de
Synode vragen, vergeleken bij het staken
in onzen kerkdienst, zoodat je gerust mag
schrijven, als getuigende van een geest van
loslating van God en Christus... en dat komt
| niet alleen voor bij de werklui, neen, nog
wel het meest bij de hooger geplaatsten, die
week aan week hun plaats onbezet laten.
Wat daaraan te doen ? Als nu op den
15n de voorgangers in de openbare gods
dienstoefeningen eens den leden »de nood
zakelijkheid aan het hart legden" van een
weder keeren... Nietwaar, dat is goed gezegd.
Natuurlijk had de Synode liever gevraagd,
dat de voorgangers dit den stakers zelf
aan het hart zouden leggen, maar dat ging
nu eenmaal niet, want een leege kerkstoel
bezit zelfs voor den eloquentsten prediker
l geen hart. Maar toch ook zóó zal er winst
te behalen zijn. Ais de dominees de
nietstakers maar goed aanpakken daar
zullen de Koningin, het Vaderland, de
Tweede Kamer de gezegende gevolgen
van ondervinden, en de kerkgangers met
de heele kerk zullen worden »tot een
licht voor de wereld." Hoe gaarne had ik
me ditmaal eens beschikbaar gesteld, maar
tot mijn spijt was ik verhinderd den 15n
mij de bedoelde noodzakelijkheid »aau 't
hart te laten leggen".
Dit speet mij vooral, omdat ik nu niet
te weten ben gekomen of de Synode ook
voor de Ned. Herv. Kerk strafwetten wil
uitvaardigen, ter bescherming van hen die
in den dienst volharden en ter kastijding
van de duizenden lidmaten die, met en
zonder geweld, er toe medewerken, dat zelfs
een voorganger, die het woord goed snijdt,
voor leege stoelen en banken staat te preken.
Dit kan, dunkt me, niet uitblijven. In
elk geval zou ik de Synode al vast in
overweging willen geven, Kuyper na te
volgen in het oprichten van zijn spoorweg
brigade. Een middag-kerk- brigade zou
hoogstwaarschijnlijk voor vele gemeenten
iets lang niet overtolligs zijn. En zelfs de
enquête in verband daarmee zou mij ver
dedigbaar voorkomen, want allicht hebben
ook kerkstakers grieven ... waaruit mis
schien wel voor een goed deel »de geest
van loslating" is ontstaan, die ook tot mijn
droefheid met den dag meer eu meer open
baar wordt.
?lUMIIMIIIIMUIttUIIIIIMMUHIIIMIIIUIMHIMIUIMtlUflIlltHI
Het Moderamen van de Synode der
Nederl. Herv. Kerk heeft naar aanleiding
van den toenemenden stakingslust het vol
gend schrijven gericht aan de predikanten
bij dat genootschap :
«Ontegenzeggelijk is in de laatste tijden op
droevige wyze openbaar geworden wat reeds
lang leefde in zoo menig hart.
»Het is daarom wel naar aanleiding van den
toestand van spanning, waarin ons vaderland
in deze weken en maanden verkeert, maar
meer toen no» lettende op den geest van los
lating van God en van Christus, zoo duidelijk
waar te nemen in tal vun kringen, van hooger
en lager geplaatsten, dat het moderamen van
de algemeene Synodale commissie der
Nsderlandsche Hervormde Kerk zich op broederlijke
wy'ze wendt tot de voorgangers harer gemeen
ten, met het uitspreken van den wensch, om
op Zondag 15 Maart a. s, in de openbare
godsdienstoefeningen, der gemeente de nood
zakelijkheid aan het hart te leggen van een
ootmoedig, hartelijk en vertrouwend
wederkeeren tot den God aller genade.
»Zóó zullen de gevoelens van trouw aan
Hare Majesteit, onze geliefde Koningin, wor
den versterkt, het vaderland gezegend, de
regeerini; des lands en de vertegenwoordigers
des volks bemoedigd worden in hunne zware
taak, en de gemeente van Jezus Christus
worden gesteld tot een licht en een zegen
voor de wereld l"
Ik heb den brief, door de pers openbaar
gemaakt, met veel genoegen gelezen. Zoo
wel inhoud als vorm komen mij nog
belangCORRESPONDENTIE.
Den schry'ver van het ingezonden feuilleton
>Mijn eerste dag op de Baan" wordt verzocht
zijn naam op te geven teneinde hem zijn
manuscript te kunnen terugzenden. Red.
liimiiiiiiinitiiiiilHliiNiiiiiiiiiiiiiiiitmiM
INGEZONDEN.
Tractementen.
Met eene logische berekening, wil ik hier
even doen uit komen, dat de laatste
tractementsverhooging van het onderwijzers-personeel wel
wat eene te groote vlucht heeft genomen,
indien men ad notarn wil nemen dat er aan
zoovele ambtenaren, wier betrekkingen, even
belangrijk of belangrijker, en veel meer tijd
vorderend, niet wordt gedacht.
In mijne woonplaats is het hoofd der open
bare lagere school gesalarieerd op ? 1000
benevens vrije woning met tuin, daarom zullen
we dus by zyne jaarwedde ? 150 meer voegen,
dus deze bedraagt dan ? 1150.
ledere week heeft hij 2 vry'e dagen, dan
zya er nog 15 kerkdagen, benevens 30
vacantiedagen en ook nog onvoorziene vry'e dagen
die in 't verloopen jaar 10 bedroegen.
Zoodat we tot de conclusie komen dat bij
in 't jaar 159 dagen les geeft.
lederen dag wordt er 4 uur les gegeven
van 9 tot 11 van 2 tot 4 uur. Dus in't geheel
geeft hy 636 uren Ie*. Nemen we nu eens
een amotenaar m 't begin van dit artikel
bedoeld, die gemiddeld 7 uur werkzaamheden
te verrichten heeft, die alleen des Zondags
vrij is en 14 dagen vacantie heeft.
Zoo iemand moet dus 299 dagen of 2093
uren zijn functie uitoefenen.
Komen we nu op 't hoofd der school terug
en veronderstellen wy dal deze 7 uur ge
bonden was per dag, juist alg bedoelde ambte
naar, dan zou hy dus in 52 dagen die ? 1150
verdienen.
A. V.