Historisch Archief 1877-1940
No. 1343
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDEKLASö.
Het geschenk van den Czaar aan Koning Alexander.
CZAAR: «Kereltje, by de schoonmaak vind ik nog van dit goedje, dat ik niet meer gebruiken kan, nu ik m\j wat beter ga inrichten,"
ALEXANDEK : »Dank u wel, Vadertje, te uwer eer zal ik er den Zieken Man mee amnseeren."
Aan het Hof. (Kladderadatick)
Onschuldige spelletjes. (Caran d'Ache in de Figaro).
- Nog eens, meneer de correspondent, ik herbaal het u : er gebeurt hier niets ernstigs. Eenvoudige spelletjes
van schooljongens. Hoort u die vroolyke kreten ? dat z\jn myn guiten van gendarmen
DE GOUVERNANTE (tot het talrijke kroost van Keizer Wilhelm): »Wil jelui
wel eens gauw stil wezen, Koninklijke Hoogheden, anders roep ik Bebel l ..."
In Marocco (Echos du Rire)
Om een voorbeeld te stellen, heeft men
op de muren der hoofdstad eenige hoofden
van zoogenaamde insurgente» tentoonge
steld, in werkelijkheid waren het slechts
de koppen van arme, onschuldige drommels.
(Le Journal).
Keizer Wilhelm
haalt het standbeeld van Frederik den
Groote weer terug, dat door de
Vereenigde Staten van Amerika
geweigerd is. (Lz Eire).
die spelen: Zoek den Bulgaar!
Zeker koppen van aanvoerders der oproerlingen ?
Erger dan dat, vier van mijn schuldeischers.
WILHELM: sDie
varkenskooperehebgeen smaak en als myn vriend de
sultan hem nu ook niet hebben wil,
ben ik genoodzaakt hem naar den
Salon des refusés te Parijs te brengen."