De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 22 maart pagina 6

22 maart 1903 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

No. 1343 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. llllltltmilllMlHIIMMMIIIMIIIMIHim UMIMIIINIMIIIMI DAMEjSL Bilt oorttB bluft loeiliji De gewoonte geeft van baar schier on vernietigbaren invloed biyk : hier, daar en overal. Niet het minst bjj de vrouwen. Getalsterkte in aanmerking genomen, kan men nog altijd van haar spreken als een niet in beweging te brengen massa, De veranderde en nog steeds zich vervormende economische toestanden, brachten noodgedrongen honderden niet of weinig bezittende vrouwen tot de overtuiging, dat zy om uittorenden jammer te ontkomen de handen uit de mouw hadden te steken. Echter openden zy haar oogen niet verder dan dat zy zich zelf zagen, en van de omgeving niet anders dan wat regelrecht haar eigen ik raakte. Dat het indirekte haar aanging en zelfs den eenigen grondslag vormt voor werkelijke en blijvende lotsverbetering, bleef haar een diep geheim. Zoo was het «n is het tot onze dagen toe de uitzonderingen niet te D a gesproken. Ja, uitzonderingen zijn er, en, hoewel veel te langzaam, vermeerdert bet getal toch bjj den dag. Zonk in de burgermaatschappij en onder de arbeidsters en ge zult ze vinden. De arbeidsters worden in den regel aange voerd en geleid door Brouwen van hoogeren stand; vrouwen, die het blijkbaar haar plicht achten achterdocht by ze te wekken tegen de ten volle ontwaakte burger- seksegenooten. Met diepe minachting spreken ze steeds van de bourgeois-vrouwen en stellen het voor als of dezen voor niets oog en hart hebben dan voor de belangen van standgenooten. Maar, hoor ik vragen, is het wezenlek waar, dat de argwaan der arbeidster tegen de bur gervrouwen wordt gewekt? En is het inder daad onjuist ie beweren, dat de burgervrouwen voor iets anders opkomen dan voor eigen be langen ? De eerste vraag vindt haar antwoord in de Sociaal-Demokratische litteratuur. Op de andere, geef ik het zelf Voor n>y ligt:De Vrouwenkwestie; haar historische ontwikkeling en haar econo mische kant door Lily B ra u n.- Uit het Duitsch vertaald door J. F. Ankersmit. Met Voorrede van F. van der Goes. Het ia onder de Nederlanders, die in de schooljaren ten minste drie vreemde talen leeren lezen en ook, min of meer deugdelijk, spreken, gebrnikelyk op vertalingen, als zoodanig, smaadvol neer te zien. Mijns inziens ten on rechte, want het knoeiwerk, hoeveel dat ook zij, mag onzen maatstaf niet vormen. Een ver taling door bevoegde hand geleverd, zal veel tijds blijken te zijn een verduidelijkte, zjo niet verbeterde uitgaaf van het oorspronkelijke. Een auteur weet en voelt zoo precies, wat h\j bedoelt, dat het gemeenlijk niet in hem op komt te vragen, zijn deze woorden ook voor andere verklaring vatbaar ? BÜhet vertalen wordt dit duidelijk, en 6f na beschouwing van de deelen in verband met het geheel, of na gedachtenwisseling met den schrijver, levert de vertaler duidelijker tekst. Ook wel, dat plaatselijke bekendheid hem in staat stelt het oorspronkelijke te verbeteren, De heer Ankersmit leverde van dit laatste bewijs. HU ontdekte onnauwkeurigheid in hetgeen Lily B r au n over de hollandsche vrou wenbeweging" zegt blz. 132. De noot luidt: ?aan de bereidwilligheid van een bekende nederlandscbe schrijfster dankt de vertaler, met toestemming van Lily Braun ingevoegde, nadere aanteekeningen over de hollandsche vrouwen beweging." Het historisch overzicht in die aacteekeningen gegeven, is niet in alle deelen volledig, maar voldoende juist. De partygecoote van den heer Ankersmit voegt hieraan een appreciatie der vrouwenbeweging toe, waarin ik lees: >(De burgerlijke vrouwen) voor de vrouw recht op arbeid eigenend, wor den alle krachten gericht op het veroveren van een plaats in den beroepskring harer klaese en wordt tegen den man harer eigen klasse een felle concurrentiestrijd gevoerd, die bij vele feministen ontaardt in een heftigen sekser strp. Ten gevolge van een verkeerd inzicht in het wezen van vrijheid en gelijk heid, waar het den arbeid betreft, gaan zij lijnrecht in tegen de belangen van de vrouwen der arbeidende klasse, door zich te verzetten tegen afzonderlijke wetsbepalingen ter bescher ming van den vrouwenarbeid in de nijverheid. Haar houding in de kiesrechtbeweging van den laat sten tijd, waarbij zij het kiesrecht der bonrgeoisvrouwen aan het algemeen mannenkiesrecht willen doen voorafgaan, spreekt boekdeelen... In de behoefte naar nauwere aan sluiting heeft men den Nationalen Vrouwenraad opgericht, die weder is opgenomen in een internationaal verband. In dezen Nationalen Vrouwenraad ziet men het spiegelbeeld van de zwakste zijde der burgerlijke vrouwenbeweging. Men bedoelt om in dien Raad de vrouwen van alle standen, alle richtingen, alle geloofs belijdenissen, alle levensopvattingen saam te brengen en van een zelfde gevoel van solida riteit te doordringen, want dit behoort tot de ideologieën van het feminisme, dat alls vrou wen uit alle klassen dezelfde belangen, dezelfde doeleinden in den grooten socialen strijd na streven." Met het laatste zal ik beginnen. Gaarne had ik vernomen, waar en wanneer toch het feministische kindeken >de Nat. Vrou wenraad" als z\jn meening heeft geuit, dat alle vrouwen uit alle klassen dezelfde belangen hebben en dezelfde doeleinden nastreven ? 't Is nooit gezegd; niet eens gedacht! Van den Nat. Vrouwenraad te beweren, dat deze het belangenverscb.il voorbij ziet l Van hem die juist de individueele opvatting zoo zeer erkent en eerbiedigt, dat elk ingediend voorstel wordt geacht te zyn veiworpen, wan neer ook maar n der aangeslotene wyduitloopendeVereenigingen er zich principieel tegen verklaart. Veel voorstellen zijn dus voorzeker van dezen Raad niet te wachten, doch als het geschiedt, zal er dan ook een te grooler kracht van uit gaar. De Nat. Vrouwenraad evenwel meent, dat alle vrouwen van alle standen, van alle rich tingen, van alle geloof belijdenissen, van alle levensopvattingen eenige gemeenschappelijke belangen hebben o. a. verbetering van de rechtspositie der vrouw als mensch, als echtgenoote en als moeder; beslechting van inter nationaal meening verschil door arbitrage; bestrijding der prostitutie, van bet drankmis bruik, enz. Het juiste tijdstip afwachtende om aan de verwezenlijking van een dezer of andere te gaan arbeiden, staan in vele landen van vele werelddeelen de besturen op post. En nu de bourgeois vrouwen in de kiesrecht beweging. Ook van haar is door den heer A's partijgenoote een onjuiste afbeelding op papier gebracht. Een groote fractie van de zich zelf bewuste middenklas vrouwen zouden, indien zy het in haar macht hadden, geven algemeen kies recht voor mannen en vrouwen. Maar nu zy dat niet in haar macht hebben, zeggen zy: mocht de Regeering algemeen mannenkiesrecht niet aandurven, welnu, laat zy dan beginnen met den vrouwen het kies recht te geven op dezelfde voorwaarden als de man het nu heeft. Zon het waarlijk tot dameskiesrecht voeren, indien iedere vrouw stemgerechtigde werd, die een zelfstandig in komen van tenminste / 11.?'s weeks kon aanwijzen. Waarheid echter is, dat de feministen ook hebben verklaard, dat mocht de wetgever er toe komen enkele der meer of minder be zittende vrouwen te willen bevoorrechten, zij pres'es zullen doen als de arbeiders haar by de laatste kiesrechtuitbreiding hebben voorgedaan, te weten : het kiesbiljet aanvaarden, niettegenstaanden de uitsluiting van duizenden. Verder wordt den feministen verweten, dat zij zich verzetten tegen afzonderlijke wetsbe palingen ter bescherming van den vrouwen arbeid in de nijverheid, omdat zy slechts oog en hart hebben voor eigen belangen. Zon werkelijk n rechtgeaarde vrouw zich tegen wetsbepalingen verklaren,in dien zij er een bescherming van den vrouwenarbeid in kon zien? Voorzieker niet. Op grond van ervaring echter kan zij er met geen mogelijkheid iets anders van duchten dan een wegdringen van de arbeidster. Het is wel toevallig, dat juist nu mij die kantteekeningen omler de oogen komen; dagen, waarin over het geheele land een vrouwen beweging gaande is, door de feministen krachtg gesteund, om op te komen voor de arbeidster» tegen de willekeur van arbeiders en ar beidersverenigingen. Is het gevaar soms denkbeeldig? Luistert. 1. Voor ongeveer anderhalfjaar heeft het Alg. Nederl. Werkliedenverbond een onder zoek ingesteld naar den arbeid der vrouwen in de steenfabrieken, met het doel ze er uit te drijven. 2. De S. D. A. P. besloot op het laatste congres te Groningen om het voorstel der afd. Rotterdam niet ter sprake te brengen, maar de fractie der Soc. Dem. Kamerleden op te dragen verdere beschermende rechten voor de gehuwde vrouw, en daarmede geiykstaanden, te verkrijgen. 3. Het Alg. Ned. Werkl. Verbond heeft een enquête op touw gezet, op aansporing der afd. Uithuizen, om veldarbeid voor alle ge huwde vrouwen te verbinden. 4. De Gemeenteraden van Urk en Idaarderadeel besloten, dat kennisgeving van haar huwelijk voor de onderwijzeres tevens zou beteekenen aanvraag om ontslag (Besluiten door Ged. Staten vernietigd als in strijd met de wet). 5. In den trechtsche Gemeenteraad heeft het lid Oudegeest voorgesteld de gehuwde vrouw als bewaarschoolhonderes te weren, hoewel haast nooit anders dan een gehuwde, of gehuwd geweest zijnde vrouw, aan het hoofd van dergelijke instellingen heeft gestaan. 6. De afd. Zwolle van hut spoorwegperso neel heeft voorgesteld alle wachteressen af te schaffen. (Soms met het doel om het werk van haar over te nemen zonder loonsverhooging ? Zeker niet, want het dagloon eener wachteres varieert van 12>i tot 35 cents. Tot 40 treinen toe worden bediend voor 25 cents d.w.z. 40 keer opstaan, hoed opzetten, 's winters mantel omslaan, boom sluiten, vlag waaien en omgekeerd voor l kwartje. Van 40 tot 70 treinen geeft 30 cents en boven de 70 zeven heele stuivers). 7. Door het personeel der Wasch- en Strijkinrichtingen te Heemstede ia voorgesteld om niet langer gehuwde vrouwen ah arbeidsters tot die inrichtingen toe te laten. 8. De afd. Dordrecht van het Spoorweg personeel stelde voor om büde Maatschappijen op afschaffing van allen vrouwenarbeid aan te dringen. 9. In het ontwerp van het werkprogram der Commissie van het Alg. Ned. Werkl. Verbond staat, dat verboden moet worden om gehuwde vrouwen in fabriek, werkplaats of het veld als arbeidster te gedoogen. 10. Het onbekende, dat Min. Euyper voor de vrouw in portefeuille heeft. Raakt het hier opgesomde misschien de bourgeoisvrouw ? Met uitzondering van 8 staat bij er geheel buiten, en toch hebben de pioniereters tegen dit pogen een krachtigen strijd ondernomen, die zich in de eerstvolgende weken zal openbaren op verschillend wijzen, zich afvragende: hoe zullen dan al deze vrouwen wel aan de kost mogen komen ? De feministen, als geheel, zyn geenszins tegen wettelijke bescherming van den handen arbeid, maar zien voor de vrouw groot gevaar in afzonderlijke wetten voor de arbeidster. De feministische bourgeoise wenscbt dat door de wet n arbeider n arbeidster even krachtig zal worden beschermd tegen alles, wat tot uitbuiting aanleiding zou kunnen geven. Den Haag, 3 Mt. '03. ELISE A. HAIGHTON. Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid. Zeer geachte Redactie, Naar aanleiding van een correspondentie met een onzer groote dagbladen bemerken wij dat we in ons jongste bericht over het boekje ?Veldarbeid" een verzuim hebben begaan, hetwelk wij thans tegenover alle bladen wenschen te herstellen. We verzuimden n.l. mede te deelen, dat tengevolge van den slechten stand onzer kas, we tot ons leedwezen aan niemand, geen enkel blad, persoon of instel ling, een presentexemplaar van ons boekje konden zenden, evenmin als indertijd van ons ?Overzicht" en «Supplement" in zake de haringspeetsters, hetwelk dan trouwens ook door zeer velen zelven werd aangekocht. Met de meeste hoogachting, De directrice van het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid, MAKIE JUNGIUS. '" Een vraag. Een huismoeder verzoekt ons het volgende op te nemen in de rubriek »Voor Dames". Weet misschien iemand raad in het navol gend geval van hardnekkige bijt- en scheurwoede Een mijner kinderen, een meisje van circa twee jaar, berokkent mij dagelijks materienle schade door haar manie om de tandjes te slaan in sloopen, beddelakens, nachtponnetjes enz. Nauwlettend toezicht 's avonds en bij net ont waken, noch lijfstraf, knorren en tallooze andere middelen vermochten haar van dit euvel afhelpen. Cartonnen manchetten om de armen gaan het kwaad slechts ten deele tegen, een mondverbandje bleek niet afdoende te zyn. Wellicht weet een der lezeressen van het Weekblad een probaat middel om de by'tgrage baby tot staking te dwingen. A. L. Prinses Lodewyk Ferdinand van Beieren, geboren Infante Maria de la Paz. Een *;md" van ziftn tijd. Anna Luderiti. Ingrid Heiberg Een Fransche, een Engehche en een Amenkaansche Maslova. Vrouwen alsbibliothecaris. Marthe Francillon. Van de hand van prinses Lodewyk van Beieren, echtgenoote van den kranigen genees heer, prins Lodewyk, die in München een drukke praktijk heeft, is het eerste, groate werk verschenen. Zij heeft altijd veel met letterkunde opgehad, en reeds als jong meisje, schreef zij verzen, schetsen en novellen. Van de thans een-en-veertigjarige prinses kwam een rijp werk in 't licht, een boek waar lange, 1 voorbereidende studiën aan vooraf gingen. Het bevat de geschiedanis van een der prin sessen, uit bet huis Wittelsbach en is getiteld : ?Emanuela Therese". De aanleiding tot het j schrijven van Emanuela's veelbewogen leven, l was volgens getuigenis der prinses, de groote | bekoring die voor haar uitging van het portret' van Emanuela, dat de auteur ontdekte in het slot Nymphenburg. Emaunela Theresa leefde van 1696?17r,0 en bracht een-en-dertig jaar door in een klooster te München. Prinses Lodewyk had het voor recht haar jongsten letterkundigen arbeid per| sooniyk aan den Paus te overhandigen. Zij is een dochter van Isabella van Spanje en Frans van Assisi. Den 2den April van het jaar 1883 trad zij op twintigjarigen leeftijd in 't huwelijk met Lodewijk van Beieren. Een zér gelukkige eehtverbintenis waaruit drie kinderen, twee zoons en eene dochter geboren werden. Het vorstelijk paar is een toonbeeld van werk zaamheid. Aan groote, intellectueele kracht paren zy de zachtheid van fijn-besnaarde ge moederen. Een der lievelinge-honden der koningin weduwe van Italië, heeft dezer dagen schitterend bewezen, een »kind" van zijn tyd te zijn. Zich schikken in het onvermijdelijke ? Kalm zich neervlijen by de omstandigheden? Lij delijk berusten in hetgeen een lotswisseling hem bracht ? Hij dacht er niet over. Luid teekende hu protest aan tegen de roekelooze weddingschap, tegen de onbegrijpelijke daad zijner meesteres. Hij nam geen vrede met een menschen- handeling waartegen zyn honden gemoed rebelleerde. Nu Margaretha door haar leeftijd minder roeping voelt voor gems te spelen en zich te vermeien in stoute klimpartyen en borgtochten, heeft zij zich met veel liefhebberij gewijd aan den motor-sport. Ietwat smalend betuigde de koningin aan een harer vriendinnen, die voortdurend micmac had met haar >auto'' dat zy te wild reed, dat haar machine niet deugde, óf dat de chauffeur zyn vak niet verstond. Ik ga een hélen grooten toer maken en ik wed om alles wat ju wilt, dat wij zonder eenige stoornis of oponthoud thuisko men. Weet je wat ? Je bent oo dol op mijn hond, als er onderweg iets gebeurt, krijg Je het dier van mij ten geschenke. ?Aangenomen l" Helaas l er was wél strubbeling onderweg. De machine werd onklaar. De vorstin moest uitstappen. Veertig minuten oponthoud. Zér tegen haar zin; zij had de weddingschap ver loren en >doggie" werd het kind van de rekening. Twee dagen en twee lange nachten liet de banneling onverpoosd zijn gejammer hooren. De hond was ontroostbaar, ontoegan kelijk voor lekkere hapjes en lieve woordjes. Zonder ooit e m protestmeeting te hebben bijgewoond, wist de schrandere viervoeter onredelijke menschen tot beter inzicht te bren gen. De vriendin geleidde het onwillig geschenk terug naar zijne meesteres, die hem met open aiman ontving. Z\j zal het trouwe dier waar schijnlijk niet meer heil- en harteloos ver wedden. Het lesje zal haar wel heugen. * * * Mejuffrouw Anna Lüderitz, werkzaam te Berlijn, als directrice eener meisjes-school, is aan de universiteit dier stad gepromoveerd tot dr. in de philosophie. * * * Mejuffrouw Ingrid Heiberg is de eerste vrouw, die in Noorwegen benoemd is in de commissie van staatstoezicht op Krankzin nigen-gestichten. Zy is reeds in functie. * * * ?Opstanding" het tooneelstuk, getrokken uit Tolstoï's roman, wordt met veel succes ver toond in de theaters onzer wereldsteden. De heldin van het stuk Maslova werd met grooten ijver uitgebeeld door drie bekende tooneelgpeelsters, verschillend zoowel van nationaliteit, als van temperament en opvatting. Alle drie zijn trotsch op haar creatie, omdat zij als Maslova door een aandachtig luisterend publiek luide werden toegejuicht. Berthe Bady creëerde deze rol te Parijs in het Odéontheater; Lena Ashwell te Lfmden in »His Majesty's Theater" en Blanche Walsh te New- York in Het Victoriatheater. * * * Hat arbeidsveld voor vrouwen wordt steeds grooter. Het stelselmatig weren of minachten fan vrouwelijke krachten zal weldra in het grauw verleden zyn weggezonken. Te Berlijn zyn acht jonge meisjes met goed gevolg ge xamineerd voor bibliothecaris. Men had het da jonge dames nu juist niet gemakkelijk ge maakt, want, ook dit examen wag voor het publiek toegangelijk. Een vuurproef voor zenuwachtige meisjes l De examinator was prof: Wolfstieg, die gedurende vy'f maanden een cursus had gehouden voor meisjes, die wenschten opgeleid te worden voor het werk van bibliothecaris. * ? ? Doctor Marthe Francillon, is in Frankryk de eerste vrouwelijke arts, die benoemd is als «Interne des Hópitaux". Dat zal ook hél wat moeite gekost hebben ! Met onverklaarbare hardnekkigheid heeft men zich allerwege behalve in Duitschland verzet, tegen het aanstellen van inwonende vrouwelijke artsen in ziekehuizen. Onbegrijpelijk ! In het w&irom dezer zaak zullen wy ons maar niet verdiepen, want,... ein Narr wartet auf Antwort. CAPEICE. UIT D B N_A T U U %. Maartbouquetje. Het wan een alleraardigst bouquetje, waarin niet anders waren opgenomen dan wat gansch onbeschut in de open lucht verbleef, bij dag zoowel als in de nachten, als vaak de ther mometer onder 't vriespunt daalde. Zander hulp van kweeker of bloemist hadden deze planten zich door den winter heengeslagen en reeds zoo vroeg in 't voorjaar waren zij bereid, ons met hun kleuren en hun geuren te verheugen. Ze waren met de hulde, die wij hun bewezen, door ze bij ons in de kamer over te brengen, volstrekt niet bijster ingenomen ; het was voor hen veel beter buiten in de koele lucht dan b|j de menschen, die dan toch, al stoken zy niet hard en altijd bij flink in de kamer binnenstroomende frissche lucht, een temperatuur van tnsschen 55 en 60 graden Fahrenheit be hoeven. Maar een enkel bloempje of bloemgroepje moeten de planten er voor over hebben; het schaadt hun niet, als ze ons die afstaan, en ze oogsten voor dat offer dubbele bewondering, want allen bijna winnen büeen nadere be schouwing ; ze kunnen 't o zoo goed verdragen, dat men op de keper ze bekijkt, van binnen en van buiten. Natuurlijk dat bij planten in de kamer schikking en groepeering hoofdzaak zijn, en juist die waren by de afgesneden bloemen, die ik u wil presenteeren, al bij uitstek goed gelukt. Verdienste van de schikster ? Neen, zy moet bescheiden zeer beslist die lofspraak wijzen van de hand, om haar te endosseeren aan 't adres, waar zij te huis behoort, dat is in Haarlem b\j den heer C. G. van Tnbergen, eigenaar van de bloemisterij «Zwanenburg," want hij maakte de schikking van de bloemen ons gemakkelijk, door het bij hem verkrijgbare bloemenrekje als waarvan een paar hierbij zün afgebeeld. Hy zal waarschijnlijk evenmin voor zich den lof der smaakvolle groepeering wenschen te aanvaarden, maar hem weer verder adresseeren aan den uitvinder van Wakefield's patent bloemenrekje, dat hy eenvoudig in zijn prijscourant heeft aangeboden. Dat bloemenrekje of standertje verdient een woord van warme ingenomenheid ; het heet in 't Engelsen Wakefield's floral aid, in welken naam heel klaar en duidelijk uitgedrukt is, dat de in strumentjes hulp verleenen willen bij een mooie bloemgroepeering. Ze z\jn verkrijgbaar in een drietal grootten, van een daalder, een gulden en van veertien stuivers, en bestaan uit niet anders dan een looden voetstukje, donkergroen geverfd, waarin van In ven op het vlakke randje, dat de cyiindervormige opening omgeeft, vier stevige, ook groene koperdraden zijn bevestigd, elk voorzien van' een aantal ronde oogen op' verschillende hoogte, en 'die men, daar de koperdraden zich wel een weinig laten buigen meer of minder dicht bijeen kan houden. Het heele toestelletje wordt geplaatst in een kommetje of schaaltje, dat met water is gevuld. en als de stelen van de bloemen, door de oogen hetngestoken en onder water afgeknipt, opdat zrj vrijelijk kunnen drinken, 't water middenin of aan de kanten speuren, hebben zy al wat ze maar verlangen en de bloemen voegen zich gewillig samen tot bekoorlijke bonquetten en bouquetjes, die met bijzonder weinig moeits een goed effect kunnen maken. Het kleinste van de standenjes is juist geschikt vangrootte om te passen in een klein geel potje van pat de foie, dat dan geheel kan schuilgaan tusschen t aardig bloemenmateriaal, want in de laagste oogen komen stelen van kortgesteelde Flora kinderen; hooger geeft men die met langere stelen een plaatoje, en de langste steekt men door de hoogste oogen, zonder dat de bloemen of de stelen ergens drukking ondervinden of de kans loopen van te worden beschadigd. In 't standertje, op 10 Maart ons een lust der oogen, was de hoogste plaats ingenomen door een takje van het peperboompje, Daphne mezereum, waarvan een paar kruiselings over elkaar gelegen takjes in ons slotvignetje afge beeld zijn. Dat heestertje is een echt sieraad van den voorjaarstuin; de donkerrose, dichte bloemtrossen vallen dadelijk in een perk in 't oog, terwijl de plant nog in 't geheel geen groene bladeren heeft Eerst als die trossen al een heel poosje alleen aan de dorre takjes het versieringswerk hebben verricht, komen bladers ook eens kijken, en allerfraaist gaan dan knoppen los juist boven in de bloemtrossen. Daarbij merkt men het peperboompje niet enkel door zyn kleur, maar ook nog door zrjn geur, die eigenaardig kruidig is, zoo echt aromatiek, als sterke seringengeur. In het bouquetje was die geur in 't minst Qiet hinderlijk voor 't Maartsch viooltje, om zijn eigen onvolprezen zoet aroom ten volle te doen komen tot zijn recht, terwijl ook andere geuren, als van ribestrosje*, duidelijk te onderkennen waren. En wondermooi was op verschillende hoogte 't wit der bengelende sneeuwklokjes, in heele groepjes aan de fijne stelen door de oogen gestoken, terwijl elk open plekje werd gevuld door 't groen, het zachte, teêre, hier en daar naar 't roode zweemend groen van een spiraea, die dan al bijzonder vroeg in 't voorjaar gansch bebladerd is, en hier met de ingesneden bladeren als geknipt was voor het werk, dat haar was opgedragen. Die Ribes sanguineum kan ook niet genoeg worden geprezen; er is 't heele jaar door zooveel aardigs aan te zien; nu de rose bloemen, kleurige, geurige trossen met n et genoeg groen al van de bladeren, om de bloemen goed te doen uitkomen. Tot het eigenlijke bloemhout, heesters die al bloemen hebben, als er nog in 't geheel geen bladeren zijn, wordt ribes wel eens ten onrechte gerekend; daar zijn de gele kornoelje en 't bedoelde peperboompje en de chineesche klokjes, de Forsythia, echte voor beelden van. Dan later, in den zomer, kunnen de bladeren van Ribes, zacht gelobd en sier lijk van vorm, zulke eigenaardig warme tinten aannemen tnsschen rood en groen, en allerguitigst kijken, als de vruchten rijp zijn, u de blanwzwarte besjes aan, zoo zwaar berijpt, dat ze geheel grijs schijnen te zijn. Eetbaar zijn ze niet, en de vogels, al nuttigen zij ze wel, zijn er niet bijzonder happig op, maar er is toch geen sprake van een giftigheid, als bij de bessen, waarin de bloemen van het peper boompje overgaan. Die en ook de bladeren en de verdere deelen van de Daphne zijn allergevaariykst, zeer bepaald doodelrjk, als ze in ons spijsverteringsorgasn komen. Het zware roomwit van 't sneeuwklokje bad in 't bouquetje een pendant in 't meer teêre wit van Arabis o/pina; dat crucifeertje, dat men tegenwoordig zooveel in de tuinen ziet, is allergewilligst, vult randen op bekoorlijke manier, bloeit mild en kan overal tegen, terwijl het groen tot ver in 't najaar zyn mooi, dicht aanzien behoudt. Het voelde zich in de kamer evenzeer au sein de sa famüle als buiten in den tuin, want 't werd aan de ne zij door de crocus en aai de andere door de scilla begeleid. Wat of die kroobjes toch bewegelijk zijn; ze volgden voor het ra*m nog trouw de wenken, die de zon hun gaf en stonden meer of minder open, naar gelang er schaduw om hen was of licht. De vurige gele, by'na oracjegekleurde stempels geven zoo iets rijk gevulds aan de ballons van crocus, zoowel aan de witte, als aan gele, paarse en gevlekte. En Scilla is een bolgewasje, dat al tyd een plaatsje naast de crocus verdient in te nemen; meest hebben wy hier Scilla siberica in de tuinen met knik kende, helderblauwe bloemen, te wijd uit staande eigenlyk, om ze klokjes te noemer, allervroolijkst tusschen dorre bladers blauwe lichtjes tooverend, lichtjes, die nu, als ze uitgebrand zyn, al tyd weer door nieuwen glans zullen worden gevolgd, want waar zy nu ont stoken zyn, daar volgen straks de tulpen en narcissen, en in Mei en Juni is een beelen tyd daar op die plek de lelie van de dalen koningin van 't feest. F. J VAN UlLDKIKS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl