Historisch Archief 1877-1940
No. 1343
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
llllltltmilllMlHIIMMMIIIMIIIMIHim
UMIMIIINIMIIIMI
DAMEjSL
Bilt oorttB bluft loeiliji
De gewoonte geeft van baar schier on
vernietigbaren invloed biyk : hier, daar en overal.
Niet het minst bjj de vrouwen. Getalsterkte
in aanmerking genomen, kan men nog altijd
van haar spreken als een niet in beweging te
brengen massa, De veranderde en nog steeds
zich vervormende economische toestanden,
brachten noodgedrongen honderden niet of
weinig bezittende vrouwen tot de overtuiging,
dat zy om uittorenden jammer te ontkomen de
handen uit de mouw hadden te steken. Echter
openden zy haar oogen niet verder dan dat
zy zich zelf zagen, en van de omgeving niet
anders dan wat regelrecht haar eigen ik raakte.
Dat het indirekte haar aanging en zelfs den
eenigen grondslag vormt voor werkelijke en
blijvende lotsverbetering, bleef haar een diep
geheim. Zoo was het «n is het tot onze dagen
toe de uitzonderingen niet te D a gesproken.
Ja, uitzonderingen zijn er, en, hoewel veel
te langzaam, vermeerdert bet getal toch bjj
den dag. Zonk in de burgermaatschappij en
onder de arbeidsters en ge zult ze vinden.
De arbeidsters worden in den regel aange
voerd en geleid door Brouwen van hoogeren
stand; vrouwen, die het blijkbaar haar plicht
achten achterdocht by ze te wekken tegen de
ten volle ontwaakte burger- seksegenooten.
Met diepe minachting spreken ze steeds van
de bourgeois-vrouwen en stellen het voor als
of dezen voor niets oog en hart hebben dan
voor de belangen van standgenooten.
Maar, hoor ik vragen, is het wezenlek waar,
dat de argwaan der arbeidster tegen de bur
gervrouwen wordt gewekt? En is het inder
daad onjuist ie beweren, dat de burgervrouwen
voor iets anders opkomen dan voor eigen be
langen ?
De eerste vraag vindt haar antwoord in de
Sociaal-Demokratische litteratuur. Op de
andere, geef ik het zelf
Voor n>y ligt:De Vrouwenkwestie;
haar historische ontwikkeling en haar econo
mische kant door Lily B ra u n.- Uit het
Duitsch vertaald door J. F. Ankersmit. Met
Voorrede van F. van der Goes.
Het ia onder de Nederlanders, die in de
schooljaren ten minste drie vreemde talen leeren
lezen en ook, min of meer deugdelijk, spreken,
gebrnikelyk op vertalingen, als zoodanig,
smaadvol neer te zien. Mijns inziens ten on
rechte, want het knoeiwerk, hoeveel dat ook
zij, mag onzen maatstaf niet vormen. Een ver
taling door bevoegde hand geleverd, zal veel
tijds blijken te zijn een verduidelijkte, zjo
niet verbeterde uitgaaf van het oorspronkelijke.
Een auteur weet en voelt zoo precies, wat h\j
bedoelt, dat het gemeenlijk niet in hem op
komt te vragen, zijn deze woorden ook voor
andere verklaring vatbaar ? BÜhet vertalen
wordt dit duidelijk, en 6f na beschouwing van
de deelen in verband met het geheel, of na
gedachtenwisseling met den schrijver, levert
de vertaler duidelijker tekst. Ook wel, dat
plaatselijke bekendheid hem in staat stelt het
oorspronkelijke te verbeteren, De heer
Ankersmit leverde van dit laatste bewijs.
HU ontdekte onnauwkeurigheid in hetgeen
Lily B r au n over de hollandsche vrou
wenbeweging" zegt blz. 132. De noot luidt:
?aan de bereidwilligheid van een bekende
nederlandscbe schrijfster dankt de vertaler, met
toestemming van Lily Braun ingevoegde, nadere
aanteekeningen over de hollandsche vrouwen
beweging." Het historisch overzicht in die
aacteekeningen gegeven, is niet in alle deelen
volledig, maar voldoende juist. De
partygecoote van den heer Ankersmit voegt hieraan
een appreciatie der vrouwenbeweging toe,
waarin ik lees: >(De burgerlijke vrouwen)
voor de vrouw recht op arbeid eigenend, wor
den alle krachten gericht op het veroveren
van een plaats in den beroepskring harer
klaese en wordt tegen den man harer eigen
klasse een felle concurrentiestrijd gevoerd, die
bij vele feministen ontaardt in een heftigen
sekser strp. Ten gevolge van een verkeerd
inzicht in het wezen van vrijheid en gelijk
heid, waar het den arbeid betreft, gaan zij
lijnrecht in tegen de belangen van de vrouwen
der arbeidende klasse, door zich te verzetten
tegen afzonderlijke wetsbepalingen ter bescher
ming van den vrouwenarbeid in de nijverheid.
Haar houding in de kiesrechtbeweging van den
laat sten tijd, waarbij zij het kiesrecht der
bonrgeoisvrouwen aan het algemeen
mannenkiesrecht willen doen voorafgaan, spreekt
boekdeelen... In de behoefte naar nauwere aan
sluiting heeft men den Nationalen Vrouwenraad
opgericht, die weder is opgenomen in een
internationaal verband. In dezen Nationalen
Vrouwenraad ziet men het spiegelbeeld van de
zwakste zijde der burgerlijke vrouwenbeweging.
Men bedoelt om in dien Raad de vrouwen
van alle standen, alle richtingen, alle geloofs
belijdenissen, alle levensopvattingen saam te
brengen en van een zelfde gevoel van solida
riteit te doordringen, want dit behoort tot de
ideologieën van het feminisme, dat alls vrou
wen uit alle klassen dezelfde belangen, dezelfde
doeleinden in den grooten socialen strijd na
streven."
Met het laatste zal ik beginnen.
Gaarne had ik vernomen, waar en wanneer
toch het feministische kindeken >de Nat. Vrou
wenraad" als z\jn meening heeft geuit, dat alle
vrouwen uit alle klassen dezelfde belangen
hebben en dezelfde doeleinden nastreven ? 't
Is nooit gezegd; niet eens gedacht!
Van den Nat. Vrouwenraad te beweren, dat
deze het belangenverscb.il voorbij ziet l Van
hem die juist de individueele opvatting zoo
zeer erkent en eerbiedigt, dat elk ingediend
voorstel wordt geacht te zyn veiworpen, wan
neer ook maar n der aangeslotene
wyduitloopendeVereenigingen er zich principieel tegen
verklaart. Veel voorstellen zijn dus voorzeker
van dezen Raad niet te wachten, doch als het
geschiedt, zal er dan ook een te grooler kracht
van uit gaar.
De Nat. Vrouwenraad evenwel meent, dat
alle vrouwen van alle standen, van alle rich
tingen, van alle geloof belijdenissen, van alle
levensopvattingen eenige gemeenschappelijke
belangen hebben o. a. verbetering van de
rechtspositie der vrouw als mensch, als
echtgenoote en als moeder; beslechting van inter
nationaal meening verschil door arbitrage;
bestrijding der prostitutie, van bet drankmis
bruik, enz. Het juiste tijdstip afwachtende om
aan de verwezenlijking van een dezer of andere
te gaan arbeiden, staan in vele landen van
vele werelddeelen de besturen op post.
En nu de bourgeois vrouwen in de kiesrecht
beweging. Ook van haar is door den heer A's
partijgenoote een onjuiste afbeelding op papier
gebracht.
Een groote fractie van de zich zelf bewuste
middenklas vrouwen zouden, indien zy het in
haar macht hadden, geven algemeen kies
recht voor mannen en vrouwen.
Maar nu zy dat niet in haar macht hebben,
zeggen zy: mocht de Regeering algemeen
mannenkiesrecht niet aandurven, welnu, laat
zy dan beginnen met den vrouwen het kies
recht te geven op dezelfde voorwaarden als
de man het nu heeft. Zon het waarlijk tot
dameskiesrecht voeren, indien iedere vrouw
stemgerechtigde werd, die een zelfstandig in
komen van tenminste / 11.?'s weeks kon
aanwijzen.
Waarheid echter is, dat de feministen ook
hebben verklaard, dat mocht de wetgever er
toe komen enkele der meer of minder be
zittende vrouwen te willen bevoorrechten, zij
pres'es zullen doen als de arbeiders haar by de
laatste kiesrechtuitbreiding hebben voorgedaan,
te weten : het kiesbiljet aanvaarden,
niettegenstaanden de uitsluiting van duizenden.
Verder wordt den feministen verweten, dat
zij zich verzetten tegen afzonderlijke wetsbe
palingen ter bescherming van den vrouwen
arbeid in de nijverheid, omdat zy slechts
oog en hart hebben voor eigen belangen.
Zon werkelijk n rechtgeaarde vrouw zich
tegen wetsbepalingen verklaren,in dien zij er een
bescherming van den vrouwenarbeid in kon zien?
Voorzieker niet. Op grond van ervaring echter
kan zij er met geen mogelijkheid iets anders
van duchten dan een wegdringen van de
arbeidster.
Het is wel toevallig, dat juist nu mij die
kantteekeningen omler de oogen komen; dagen,
waarin over het geheele land een vrouwen
beweging gaande is, door de feministen krachtg
gesteund, om op te komen voor de arbeidster»
tegen de willekeur van arbeiders en ar
beidersverenigingen.
Is het gevaar soms denkbeeldig? Luistert.
1. Voor ongeveer anderhalfjaar heeft het
Alg. Nederl. Werkliedenverbond een onder
zoek ingesteld naar den arbeid der vrouwen
in de steenfabrieken, met het doel ze er uit
te drijven.
2. De S. D. A. P. besloot op het laatste
congres te Groningen om het voorstel der
afd. Rotterdam niet ter sprake te brengen,
maar de fractie der Soc. Dem. Kamerleden
op te dragen verdere beschermende rechten
voor de gehuwde vrouw, en daarmede
geiykstaanden, te verkrijgen.
3. Het Alg. Ned. Werkl. Verbond heeft
een enquête op touw gezet, op aansporing der
afd. Uithuizen, om veldarbeid voor alle ge
huwde vrouwen te verbinden.
4. De Gemeenteraden van Urk en
Idaarderadeel besloten, dat kennisgeving van haar
huwelijk voor de onderwijzeres tevens zou
beteekenen aanvraag om ontslag (Besluiten door
Ged. Staten vernietigd als in strijd met
de wet).
5. In den trechtsche Gemeenteraad heeft
het lid Oudegeest voorgesteld de gehuwde
vrouw als bewaarschoolhonderes te weren,
hoewel haast nooit anders dan een gehuwde,
of gehuwd geweest zijnde vrouw, aan het hoofd
van dergelijke instellingen heeft gestaan.
6. De afd. Zwolle van hut spoorwegperso
neel heeft voorgesteld alle wachteressen af te
schaffen. (Soms met het doel om het werk
van haar over te nemen zonder
loonsverhooging ? Zeker niet, want het dagloon eener
wachteres varieert van 12>i tot 35 cents. Tot
40 treinen toe worden bediend voor 25 cents
d.w.z. 40 keer opstaan, hoed opzetten, 's winters
mantel omslaan, boom sluiten, vlag waaien en
omgekeerd voor l kwartje. Van 40 tot 70
treinen geeft 30 cents en boven de 70 zeven
heele stuivers).
7. Door het personeel der Wasch- en
Strijkinrichtingen te Heemstede ia voorgesteld
om niet langer gehuwde vrouwen ah arbeidsters
tot die inrichtingen toe te laten.
8. De afd. Dordrecht van het Spoorweg
personeel stelde voor om büde Maatschappijen
op afschaffing van allen vrouwenarbeid aan te
dringen.
9. In het ontwerp van het werkprogram
der Commissie van het Alg. Ned. Werkl.
Verbond staat, dat verboden moet worden
om gehuwde vrouwen in fabriek, werkplaats
of het veld als arbeidster te gedoogen.
10. Het onbekende, dat Min. Euyper voor
de vrouw in portefeuille heeft.
Raakt het hier opgesomde misschien de
bourgeoisvrouw ? Met uitzondering van 8 staat
bij er geheel buiten, en toch hebben de
pioniereters tegen dit pogen een krachtigen
strijd ondernomen, die zich in de eerstvolgende
weken zal openbaren op verschillend wijzen,
zich afvragende: hoe zullen dan al deze vrouwen
wel aan de kost mogen komen ?
De feministen, als geheel, zyn geenszins
tegen wettelijke bescherming van den handen
arbeid, maar zien voor de vrouw groot gevaar
in afzonderlijke wetten voor de arbeidster.
De feministische bourgeoise wenscbt dat door
de wet n arbeider n arbeidster even krachtig
zal worden beschermd tegen alles, wat tot
uitbuiting aanleiding zou kunnen geven.
Den Haag, 3 Mt. '03. ELISE A. HAIGHTON.
Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid.
Zeer geachte Redactie,
Naar aanleiding van een correspondentie
met een onzer groote dagbladen bemerken wij
dat we in ons jongste bericht over het boekje
?Veldarbeid" een verzuim hebben begaan,
hetwelk wij thans tegenover alle bladen
wenschen te herstellen. We verzuimden n.l. mede
te deelen, dat tengevolge van den slechten
stand onzer kas, we tot ons leedwezen aan
niemand, geen enkel blad, persoon of instel
ling, een presentexemplaar van ons boekje
konden zenden, evenmin als indertijd van ons
?Overzicht" en «Supplement" in zake de
haringspeetsters, hetwelk dan trouwens ook
door zeer velen zelven werd aangekocht.
Met de meeste hoogachting,
De directrice van het Nationaal
Bureau van Vrouwenarbeid,
MAKIE JUNGIUS.
'"
Een vraag.
Een huismoeder verzoekt ons het volgende
op te nemen in de rubriek »Voor Dames".
Weet misschien iemand raad in het navol
gend geval van hardnekkige bijt- en
scheurwoede
Een mijner kinderen, een meisje van circa
twee jaar, berokkent mij dagelijks materienle
schade door haar manie om de tandjes te slaan
in sloopen, beddelakens, nachtponnetjes enz.
Nauwlettend toezicht 's avonds en bij net ont
waken, noch lijfstraf, knorren en tallooze
andere middelen vermochten haar van dit
euvel afhelpen. Cartonnen manchetten om de
armen gaan het kwaad slechts ten deele tegen,
een mondverbandje bleek niet afdoende te zyn.
Wellicht weet een der lezeressen van het
Weekblad een probaat middel om de by'tgrage
baby tot staking te dwingen.
A. L.
Prinses Lodewyk Ferdinand van Beieren,
geboren Infante Maria de la Paz.
Een *;md" van ziftn tijd. Anna
Luderiti. Ingrid Heiberg Een
Fransche, een Engehche en een Amenkaansche
Maslova. Vrouwen alsbibliothecaris.
Marthe Francillon.
Van de hand van prinses Lodewyk van
Beieren, echtgenoote van den kranigen genees
heer, prins Lodewyk, die in München een
drukke praktijk heeft, is het eerste, groate
werk verschenen. Zij heeft altijd veel met
letterkunde opgehad, en reeds als jong meisje,
schreef zij verzen, schetsen en novellen. Van
de thans een-en-veertigjarige prinses kwam
een rijp werk in 't licht, een boek waar lange,
1 voorbereidende studiën aan vooraf gingen.
Het bevat de geschiedanis van een der prin
sessen, uit bet huis Wittelsbach en is getiteld :
?Emanuela Therese". De aanleiding tot het
j schrijven van Emanuela's veelbewogen leven,
l was volgens getuigenis der prinses, de groote
| bekoring die voor haar uitging van het portret'
van Emanuela, dat de auteur ontdekte in het
slot Nymphenburg.
Emaunela Theresa leefde van 1696?17r,0 en
bracht een-en-dertig jaar door in een klooster
te München. Prinses Lodewyk had het voor
recht haar jongsten letterkundigen arbeid
per| sooniyk aan den Paus te overhandigen. Zij is
een dochter van Isabella van Spanje en Frans
van Assisi.
Den 2den April van het jaar 1883 trad zij
op twintigjarigen leeftijd in 't huwelijk met
Lodewijk van Beieren. Een zér gelukkige
eehtverbintenis waaruit drie kinderen, twee
zoons en eene dochter geboren werden. Het
vorstelijk paar is een toonbeeld van werk
zaamheid. Aan groote, intellectueele kracht
paren zy de zachtheid van fijn-besnaarde ge
moederen.
Een der lievelinge-honden der koningin
weduwe van Italië, heeft dezer dagen schitterend
bewezen, een »kind" van zijn tyd te zijn.
Zich schikken in het onvermijdelijke ? Kalm
zich neervlijen by de omstandigheden? Lij
delijk berusten in hetgeen een lotswisseling
hem bracht ? Hij dacht er niet over. Luid
teekende hu protest aan tegen de roekelooze
weddingschap, tegen de onbegrijpelijke daad
zijner meesteres. Hij nam geen vrede met een
menschen- handeling waartegen zyn honden
gemoed rebelleerde. Nu Margaretha door haar
leeftijd minder roeping voelt voor gems te
spelen en zich te vermeien in stoute
klimpartyen en borgtochten, heeft zij zich met veel
liefhebberij gewijd aan den motor-sport. Ietwat
smalend betuigde de koningin aan een harer
vriendinnen, die voortdurend micmac had met
haar >auto'' dat zy te wild reed, dat haar
machine niet deugde, óf dat de chauffeur zyn
vak niet verstond. Ik ga een hélen grooten toer
maken en ik wed om alles wat ju wilt, dat wij
zonder eenige stoornis of oponthoud thuisko
men. Weet je wat ? Je bent oo dol op mijn
hond, als er onderweg iets gebeurt, krijg Je
het dier van mij ten geschenke.
?Aangenomen l"
Helaas l er was wél strubbeling onderweg.
De machine werd onklaar. De vorstin moest
uitstappen. Veertig minuten oponthoud. Zér
tegen haar zin; zij had de weddingschap ver
loren en >doggie" werd het kind van de
rekening. Twee dagen en twee lange nachten
liet de banneling onverpoosd zijn gejammer
hooren. De hond was ontroostbaar, ontoegan
kelijk voor lekkere hapjes en lieve woordjes.
Zonder ooit e m protestmeeting te hebben
bijgewoond, wist de schrandere viervoeter
onredelijke menschen tot beter inzicht te bren
gen. De vriendin geleidde het onwillig geschenk
terug naar zijne meesteres, die hem met open
aiman ontving. Z\j zal het trouwe dier waar
schijnlijk niet meer heil- en harteloos ver
wedden. Het lesje zal haar wel heugen.
* *
*
Mejuffrouw Anna Lüderitz, werkzaam te
Berlijn, als directrice eener meisjes-school, is
aan de universiteit dier stad gepromoveerd
tot dr. in de philosophie.
* *
*
Mejuffrouw Ingrid Heiberg is de eerste
vrouw, die in Noorwegen benoemd is in de
commissie van staatstoezicht op Krankzin
nigen-gestichten. Zy is reeds in functie.
* *
*
?Opstanding" het tooneelstuk, getrokken uit
Tolstoï's roman, wordt met veel succes ver
toond in de theaters onzer wereldsteden. De
heldin van het stuk Maslova werd met grooten
ijver uitgebeeld door drie bekende
tooneelgpeelsters, verschillend zoowel van nationaliteit,
als van temperament en opvatting. Alle drie
zijn trotsch op haar creatie, omdat zij als
Maslova door een aandachtig luisterend publiek
luide werden toegejuicht. Berthe Bady creëerde
deze rol te Parijs in het Odéontheater; Lena
Ashwell te Lfmden in »His Majesty's Theater"
en Blanche Walsh te New- York in Het
Victoriatheater.
* *
*
Hat arbeidsveld voor vrouwen wordt steeds
grooter. Het stelselmatig weren of minachten
fan vrouwelijke krachten zal weldra in het
grauw verleden zyn weggezonken. Te Berlijn
zyn acht jonge meisjes met goed gevolg ge
xamineerd voor bibliothecaris. Men had het
da jonge dames nu juist niet gemakkelijk ge
maakt, want, ook dit examen wag voor het
publiek toegangelijk. Een vuurproef voor
zenuwachtige meisjes l De examinator was
prof: Wolfstieg, die gedurende vy'f maanden
een cursus had gehouden voor meisjes, die
wenschten opgeleid te worden voor het werk
van bibliothecaris.
* ?
?
Doctor Marthe Francillon, is in Frankryk
de eerste vrouwelijke arts, die benoemd is als
«Interne des Hópitaux". Dat zal ook hél wat
moeite gekost hebben ! Met onverklaarbare
hardnekkigheid heeft men zich allerwege
behalve in Duitschland verzet, tegen het
aanstellen van inwonende vrouwelijke artsen
in ziekehuizen. Onbegrijpelijk ! In het w&irom
dezer zaak zullen wy ons maar niet verdiepen,
want,... ein Narr wartet auf Antwort.
CAPEICE.
UIT D B N_A T U U %.
Maartbouquetje.
Het wan een alleraardigst bouquetje, waarin
niet anders waren opgenomen dan wat gansch
onbeschut in de open lucht verbleef, bij dag
zoowel als in de nachten, als vaak de ther
mometer onder 't vriespunt daalde. Zander hulp
van kweeker of bloemist hadden deze planten
zich door den winter heengeslagen en reeds
zoo vroeg in 't voorjaar waren zij bereid, ons
met hun kleuren en hun geuren te verheugen.
Ze waren met de hulde, die wij hun bewezen,
door ze bij ons in de kamer over te brengen,
volstrekt niet bijster ingenomen ; het was voor
hen veel beter buiten in de koele lucht dan
b|j de menschen, die dan toch, al stoken zy
niet hard en altijd bij flink in de kamer
binnenstroomende frissche lucht, een temperatuur
van tnsschen 55 en 60 graden Fahrenheit be
hoeven.
Maar een enkel bloempje of bloemgroepje
moeten de planten er voor over hebben; het
schaadt hun niet, als ze ons die afstaan, en ze
oogsten voor dat offer dubbele bewondering,
want allen bijna winnen büeen nadere be
schouwing ; ze kunnen 't o zoo goed verdragen,
dat men op de keper ze bekijkt, van binnen
en van buiten.
Natuurlijk dat bij planten in de kamer
schikking en groepeering hoofdzaak zijn, en
juist die waren by de afgesneden bloemen, die
ik u wil presenteeren, al bij uitstek goed gelukt.
Verdienste van de schikster ? Neen, zy moet
bescheiden zeer beslist die lofspraak wijzen
van de hand, om haar te endosseeren aan
't adres, waar zij te huis behoort, dat is
in Haarlem b\j den heer C. G. van Tnbergen,
eigenaar van de bloemisterij «Zwanenburg,"
want hij maakte de schikking van de bloemen
ons gemakkelijk, door het bij hem verkrijgbare
bloemenrekje als waarvan een paar hierbij zün
afgebeeld. Hy zal waarschijnlijk evenmin voor
zich den lof der smaakvolle groepeering
wenschen te aanvaarden, maar hem weer verder
adresseeren aan den uitvinder van Wakefield's
patent bloemenrekje, dat hy eenvoudig in zijn
prijscourant heeft aangeboden.
Dat bloemenrekje of standertje verdient een
woord van warme ingenomenheid ; het heet in 't
Engelsen Wakefield's floral aid, in welken naam
heel klaar en duidelijk uitgedrukt is, dat de in
strumentjes hulp verleenen willen bij een mooie
bloemgroepeering. Ze z\jn verkrijgbaar in een
drietal grootten, van een daalder, een gulden
en van veertien stuivers, en bestaan uit niet
anders dan een looden voetstukje, donkergroen
geverfd, waarin van In ven op het vlakke randje,
dat de cyiindervormige opening omgeeft, vier
stevige, ook groene koperdraden zijn bevestigd,
elk voorzien van' een aantal ronde oogen op'
verschillende hoogte, en 'die men, daar de
koperdraden zich wel een weinig laten buigen
meer of minder dicht bijeen kan houden.
Het heele toestelletje wordt geplaatst in een
kommetje of schaaltje, dat met water is gevuld.
en als de stelen van de bloemen, door de oogen
hetngestoken en onder water afgeknipt, opdat
zrj vrijelijk kunnen drinken, 't water middenin
of aan de kanten speuren, hebben zy al wat
ze maar verlangen en de bloemen voegen zich
gewillig samen tot bekoorlijke bonquetten en
bouquetjes, die met bijzonder weinig moeits
een goed effect kunnen maken. Het kleinste
van de standenjes is juist geschikt vangrootte
om te passen in een klein geel potje van pat
de foie, dat dan geheel kan schuilgaan tusschen
t aardig bloemenmateriaal, want in de laagste
oogen komen stelen van kortgesteelde Flora
kinderen; hooger geeft men die met langere
stelen een plaatoje, en de langste steekt men
door de hoogste oogen, zonder dat de bloemen
of de stelen ergens drukking ondervinden of
de kans loopen van te worden beschadigd.
In 't standertje, op 10 Maart ons een lust
der oogen, was de hoogste plaats ingenomen
door een takje van het peperboompje, Daphne
mezereum, waarvan een paar kruiselings over
elkaar gelegen takjes in ons slotvignetje afge
beeld zijn. Dat heestertje is een echt sieraad
van den voorjaarstuin; de donkerrose, dichte
bloemtrossen vallen dadelijk in een perk in
't oog, terwijl de plant nog in 't geheel geen
groene bladeren heeft Eerst als die trossen
al een heel poosje alleen aan de dorre takjes
het versieringswerk hebben verricht, komen
bladers ook eens kijken, en allerfraaist gaan
dan knoppen los juist boven in de bloemtrossen.
Daarbij merkt men het peperboompje niet enkel
door zyn kleur, maar ook nog door zrjn geur,
die eigenaardig kruidig is, zoo echt aromatiek,
als sterke seringengeur.
In het bouquetje was die geur in 't minst
Qiet hinderlijk voor 't Maartsch viooltje, om
zijn eigen onvolprezen zoet aroom ten volle
te doen komen tot zijn recht, terwijl ook
andere geuren, als van ribestrosje*, duidelijk
te onderkennen waren. En wondermooi was
op verschillende hoogte 't wit der bengelende
sneeuwklokjes, in heele groepjes aan de fijne
stelen door de oogen gestoken, terwijl elk
open plekje werd gevuld door 't groen, het
zachte, teêre, hier en daar naar 't roode
zweemend groen van een spiraea, die dan al
bijzonder vroeg in 't voorjaar gansch bebladerd
is, en hier met de ingesneden bladeren als
geknipt was voor het werk, dat haar was
opgedragen.
Die Ribes sanguineum kan ook niet genoeg
worden geprezen; er is 't heele jaar door
zooveel aardigs aan te zien; nu de rose bloemen,
kleurige, geurige trossen met n et genoeg groen
al van de bladeren, om de bloemen goed te
doen uitkomen. Tot het eigenlijke bloemhout,
heesters die al bloemen hebben, als er nog in
't geheel geen bladeren zijn, wordt ribes wel
eens ten onrechte gerekend; daar zijn de gele
kornoelje en 't bedoelde peperboompje en de
chineesche klokjes, de Forsythia, echte voor
beelden van. Dan later, in den zomer, kunnen
de bladeren van Ribes, zacht gelobd en sier
lijk van vorm, zulke eigenaardig warme tinten
aannemen tnsschen rood en groen, en
allerguitigst kijken, als de vruchten rijp zijn, u
de blanwzwarte besjes aan, zoo zwaar berijpt,
dat ze geheel grijs schijnen te zijn. Eetbaar
zijn ze niet, en de vogels, al nuttigen zij ze
wel, zijn er niet bijzonder happig op, maar er
is toch geen sprake van een giftigheid, als bij
de bessen, waarin de bloemen van het peper
boompje overgaan. Die en ook de bladeren en
de verdere deelen van de Daphne zijn
allergevaariykst, zeer bepaald doodelrjk, als ze in
ons spijsverteringsorgasn komen.
Het zware roomwit van 't sneeuwklokje bad
in 't bouquetje een pendant in 't meer teêre
wit van Arabis o/pina; dat crucifeertje, dat
men tegenwoordig zooveel in de tuinen ziet,
is allergewilligst, vult randen op bekoorlijke
manier, bloeit mild en kan overal tegen, terwijl
het groen tot ver in 't najaar zyn mooi, dicht
aanzien behoudt. Het voelde zich in de kamer
evenzeer au sein de sa famüle als buiten in
den tuin, want 't werd aan de ne zij door de
crocus en aai de andere door de scilla begeleid.
Wat of die kroobjes toch bewegelijk zijn;
ze volgden voor het ra*m nog trouw de wenken,
die de zon hun gaf en stonden meer of minder
open, naar gelang er schaduw om hen was of
licht. De vurige gele, by'na oracjegekleurde
stempels geven zoo iets rijk gevulds aan de
ballons van crocus, zoowel aan de witte, als
aan gele, paarse en gevlekte. En Scilla is een
bolgewasje, dat al tyd een plaatsje naast de
crocus verdient in te nemen; meest hebben
wy hier Scilla siberica in de tuinen met knik
kende, helderblauwe bloemen, te wijd uit
staande eigenlyk, om ze klokjes te noemer,
allervroolijkst tusschen dorre bladers blauwe
lichtjes tooverend, lichtjes, die nu, als ze
uitgebrand zyn, al tyd weer door nieuwen glans
zullen worden gevolgd, want waar zy nu ont
stoken zyn, daar volgen straks de tulpen en
narcissen, en in Mei en Juni is een beelen
tyd daar op die plek de lelie van de dalen
koningin van 't feest.
F. J VAN UlLDKIKS