Historisch Archief 1877-1940
No. 1345
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V OOK NEDERLAND.
HIHUIIHinimHIMIIHlHMimMIIIIMMmillMimiMHHHIHMHHHHHIIIimilMIMHnMIMinMiniMHIl MINUUT
DAMEjS.
Bene reis naar onze Oost-intóciie
iraitenezrttinp.
Op Vrijdag 20 Ma.trt 11. zijn door Jonk
vrouwe de la Bassecour Gaan, in de zaal van
het Bijbelgenootschap alhier, eei,ige
mededeelirgen gedaan betreffende hare reis naar Indië,
waarbij ZV een tweetal jaren in hoofdzaak heelt
besteed tot een bezoek aan de Groote en Kleine
Molnkken en aan Nienw-Guinea Na eenig op
onthoud te Batavia bezocht Jonkvrouwe Gaan
allereerst Bali, stak van daar over naar
Makassar, reisde vervolgens langs de Zuid-Westkust
van Celebts naar Angonou, Menado en
Minabassa, vertoefde eenigen tijd op de Sangi eilan
den, stak van daar over naar Ternate en voer
om de noordpunt van Halmaheira r, aar
NieuwOninea. Het doel van den tocht was een bezoek
aan de zendingsposten der Utrechtsche
Zendingsvereeniging. Want op die zoogenaamde
buitenbezitticgen, zoo afgelegen, zoo ontoe
gankelijk, en ook onderling zoo verstoken
van verkeer, waarvoor men in het moederland
en op Java zelf nog maar al te weinig belang
stelling betoont, verricht de Utrechtsche
Zendingsvereenigirjg eenen arbeid, die haar wel
eens een ploegen op rotsen" schijnt, maar die
in werkelijkheid op zeer schoone uitkomsten
roemen mag.
Na in het kort hare reisroute op de groote
zendingskaart te hebben aangegeven, schetste
de spreekster ons de verschillende indrukken
bij bet bezoek aan dit uitgestrekte land ont
vangen. Langer dan haar oorspronkelijk voor
nemen medebracht, had zy te Batavia vertoefd,
ingevolge het dringend verzoek om tijdelijk als
waarnemend directrice van het Diaconessenhuis
op te treden tot de nieuw benoemde, wier
aankomst telkens werd vertraagd, was aange
komen. Toen z\j eindelijk het ambt kon over
dragen, haastte zy' zich na een kort bezoek
aan Bali met zijn nog levend heidendom naar
Makassar. Op haren tocht van daar langs de
Zuid-Westkust van Celebes werd zij vooral
getroffen door het verschil tusschen het meer
Oostertche karakter op Java, waar men de
bekeerde inlanders Javanen laat en den
meer Euripeeschen stempel, die hun op
treden draagt op de Molukken, waar de
kweekelingen der zendelingen dadelijk Europeesch
worden gevormd en gekleed. De spreekster
verklaarde dit verschijnsel uit het feit, dat de
Javanen reeds van oudsher een e eigene be
schaving hebben, die hun is gebracht door de
Hindoes; terwyl op de Molukken de eerste
beschaving waarschijnlijk is gebracht door
Roomsen-Katholieke Portugeesche zendelingen.
Veel van het werk van dezen ging later weder
verloren; er bleef weinig meer van over dan
een zet r oppervlakkig Christendom. Maar men
kende toch het Onze Vader, de geloofsartikelen,
men bezat eenige bijbelboeken en waarschijnlijk
i» dit weinige voldoende geweest, zoo al niet
om de bevolking op te heffen, dan toch om
haar te beletten dieper te zinken, zooals dit
het geval is geweest met de Papoeas op
NieuwGuinea, wier taal, naar men beweert, de onmis
kenbare sporen bevat eener vroegere, hoogere,
maar thans voorbijgegane beschaving. Latere
Frotestantsche zendelingen vonden dan ook op
de Molukken een zeer vruchthaar arbeidsveld. In
de opvoeding der vrouw vooral zoekt de zen
ding daar een krachtig middel tot opheffing
van het geheele volk. Goed bezocht is de school
voor dochters van inlandsche hoofden. Freule
Gaan werd getroffen niet alleen door de zui
verheid, waarmede de meisjes Hollandsche lie
deren zongen, maar ook door de voorliefde,
waarmede *ühet Hollandsch bezigden. Een
paar maal was de spreekster zelfs in de gele
genheid waar te nemen, dat de meujes onder
ling Hollandsch spraken. Interessant was ook
de kennismakirg met twee inlandsche
diaconessen, gekleed in het inlandsen costuum, sarong
en cabaai, van glimmend, zwart katoen. Deze
vrouwen bepalen zich niet enkel tot zieken
verpleging, zy verzorgen jonge kinderen in
gezinnen, waar de moeder overleed, zy geven
onderwijs en zij bereiden het brood voor bet
Avondmaal. Benige proeven van haar keurig
borduren en van haar sierlyk kralenwerk wer
den door ireule Gaan getoond.
Moeilijker wordt de zending noordelijk van
Celebes op de afgelegen Sangi-eilanden, die
bovendien zoo onbereikbaar zyn door stormen
en tegenwinden en gebrek aan havens. De
spreekster bezocht ze in gezelschap van den
nieuw benoemden adjur ct-inspecteur voor het
onderwys, die deze zyne eerste inspectie-reis
naar de van gouvernementswege gesubsidieerde
zendingsscholen boven alle verwachting moeily'k
vond. In deze streken moet de zendeling van
alles in zich vereenigen; hy moet geneesheer
zijn, landbouwer, zeevaarder, aanlegger van
wegen. De eerste weg werd door den zendeling
Steller aangelegd en wordt sedert door het
Rijk onderhouden en verbeterd. Het geheele
gezin Steller, de moeder wydde zich aan de
opvoeding van inlardsche meisjes, de dochter
bewerkt de Sangireescbe bijbelvertaling, heeft :
aan dit deel onzer koloniën uitnemende diensten
bewezen. Roerend achtte de spreekster de toe
wijding der bevolking aan onze Koningin. Altyd
kwam men tot haar met de vraag, oi zy' H M.
in Holland wel had gezien. By' bet feest harer
inhuldiging werd haar portret door de hoofden
zelven in plechtigen optocht naar de kerk ge
dragen.
Over Ternate begaf freule Gaan zich om de
noordkust van Halmaheira naar Galela, een
tocht, waarvoor de kleine, vlugge
gouvernements«toomer, de Zeemeeuw, nog volle 24 uur behoefde.
Geheel anders dan op Celebes en op de
Sangieilanden is de toestand op Halmaheira. Het
Christendom is er van nog jonge dagteekening.
De eerste zendeling, die er zich vestigde, werd
wel niet onvriendelijk ontvangen; mear ter
woning wees men hem eene plaats aan, die
bezocht heette door booze geesten. Hy zoude
het daar wel niet kunnen harden, meende men,
en dan was men van zelf van hem verlost. De
zendeling begreep echter, dat de plek vochtig
en ongezond was door gebrek aan licht en lucht:
het omhakken van eene party boomen bracht
dadelijk verbetering Tevens wist hij het plan
van opstand der bewoners dezer streek, die
nog Sultansland is, te bezweren door deze een
voudige lieden, die verbitterd waren door het
misbruik, dat geslepen Arabische kooplieden
van hunne onwetendheid en van hun goed ver
trouwen hadden gemaakt, te doen inzien, dat
het Hollardsche gouvernement het gezag van
den Sultan wel zoude moeten handhaven. Toen
hy' eenmaal hun vertrouwen bad gewonnen,
kwamen zij gefamenlyk tot hem met verzoek
om te worden gedoogt. De zendeling stelde
daarbij als voorwaarde, dat zy hunne ontoe
gankelijke woningen in de bosschen zouden
verlaten en zich vestigen aan het strand. Zy'
gaven hieraan gehoor en bouwden sedert in
hun dorpje ook nog eene kleine kerk en een
schooltje. Natuurlyk is dit eene zeer oppervlakkig
Christendom; maar met de opvoeding der kin
deren kan nu tenminste een begin worden ge
maakt. Met verlangen wordt thans uitgezien
naar eene kweekschool, maar de kosten voor de
zending op Halmaheira, die in de laatste jaren
toch reeds van 5000 tot 25000 gulden zy'n ge
stegen, laten dit niet toe.
Deze schets van het begin der opwekking
op Halmaheira deed de spreekster een
oogenblik stil staan bij de vraag, welke waarde er
aan zulk eene bekeering in massa is te hechten?
Of met den doop niet moet worden gewacht
tot de individuen gevormd zy'n? Natuurlijk
achtte ook de spreekster dit laatste het ideaal.
Maar, zooals Dr. Esser dit het eerst heeft
uitgesproken, de geschiedenis leert, dat de
andere weg, die der bekeering van een geheele
stam, van een geheel volk, blijvende resultaten
geeft. In het volk zelf moet de begeerte naar
iets hoogers zy'n ontwaakt, of de zending blijft
machteloos en onvruchtbaar De sj reekster werd
in die meening bevestigd gedurende het bezoek
aan het slot barer reis aan Nieuw Guinea ge
bracht. Onder de Papoeas, die, als men zich niet
op Chris'elyk standpunt plaatst, de vraag doen
r\jzen, of men met menechen of met dieren
heeft te doen, kan de zending nog geenen vas
ten grond vinden. Haar arbeid moet zich daar
bepalen tot de opvoeding in het huis van den
zendeling van vrijgekochte kinderen. Want op
Nienw-Guinea bntaat feitelijk de slavernij, al
is zy daar zoo goed ah in ieder ander deel
van Nederland verboden. Herhaaldelijk werden
in den laatsten tijd geroofde kinderen door
den controleur aan de roovers ontnomen: maar
meestal bleken dan de werkelijke ouders on
vindbaar en voor deze verlatenen was dan
de zendelingswoning van den heer en mevrouw
Van Hasselt een veilige toevlucht. Uit deze
kinderen, thans reeds een veertigtal, hoopt
men een kern te vormen, die mettertijd invloed
zal oefenen op de bevolking van Nieuw-Guinea.
Reeds hebben twee vrije Papoeas het verlangen
te kennen gegeven om te worden opgeleid tot
onderwijzers.
De spreekster luisterde hare voordracht op
door het vertoon van verschillende voorwerpen
van kunstnijverheid, vlechtwerk, kralenwerk,
houtsnijwerk, in hunnen eenvoud de bewijzen
gevende van den aanleg, die bij deze verschil
lende volkstammen schuilt. Ook gaf de spreek
ster ons, niet door foto's naar eigen opname,
maar door tal van eigen teekeningen in water
verf, een aanschouwelijk, kleurig beeld van het
landschap: de dicht begroeide eilanden steil
oprijzend uit de zee, de ry'ke plantenwereld,
de paalwoningen der Papoeas, de hpoge
berggevaarten, het onafzienbare, plechtig schoone
meer van Duma op Nieuw Guinea, dat de spreek
ster overvoer op twee kleine prauwen, met
planken overbrugd PU met bloemen versierd,
maar dat in zijne statige natuui pracht zoo
somber en doodsch is door het gemis van alle
spoor van leven ; geen rimpeltje op de water
vlakte, geen zuchtje van den wind, geen blijk
van de aanwezigheid van eenig menschelyk
wezen. Ook verzuimde freule Gaan niet ons te
wyzen op den ry'kdom van den bodem, op de
hulpbronnen, die slechts op de hand van den
onlginner wachten, op de schoone toekomst, die
ook voor handel en nijverheid ten zegen van
moederland en koloniën beide mogelijk is in
onze Oost de Groote Oost, zooals de volks
taal haar noemt en van wier onmetelijkheid
en onafzienbaarheid door de spreekster een
diepe indruk werd gewekt.
JOHANNA W. A. NABEB.
doenbare onzedelijkheid.
Er is zooveel in onze samenleving, dat naar
beneden trekt! Dat aanpakken wil onze hoogere
zijde, ons beter-ik, en het vermoorden !
Het valt niet te ontkennen, dat daartegen
over vele krachten ten goede werkzaam zijn ;
van daar dan ook eene voortdurende wor
steling tusschen goed en kwaad, hooger en
lager bewustzijn, het goddelijke en het dierlijke
in den menccb.
Maar het ligt nu eenmaal in den aard der
dingen, dat het kwaad schaamteloos optreedt,
zich op den voorgrond dringt en welig voort
woekert, terwijl het goede, het hoogere minder
wordt aangenomen. Bovendien treden velen, die
het goede willen, behoedzaam terug, zoodra
zich hun vijand in volle scbaamteloosheid op
dringt, bevreesd zicb te bezoedelen.
Deze algemeenc waarheden verklaren, hoe in
den laatsten tyd zich steeds verder heeft kunnen
uitbreiden de handel in onzedelijke
prentbriefkaarten, platen, geschriftjes enz In onze groote
steden zien wij dikwijls boekwinkels, welker
ramen bedekt zy'n met prentbrief kaarten, wed
ijverend in onzedelijkheid. Nu dragen de win
keliers er zorg voor, dat al te plastische en
vulgaire voorstellingen niet achter de ramen
verschijnen, daar zij anders in aanraking met
de politie zouden komen. De zeer onzedelijke
uitgaven blijven binnen en worden alleen ver
kocht aan klanten, die door aankoop van
minderkwetsende voorstellingen het vertrouwen van
den winkelier wonnen. Het ergste zien wy dus
niet, hetgeen betrekkelijk gelukkig is. Maar
hoeden wy' ons voor struisvogelpolitiek en ver
geten wy niet het ontzettende kwaad door
dergelijke teekeningen en fotografiën teweeg
gebracht; denken wy eens aan den prikkelen
den, zenuwstorenden invloed op vele jeugdige
? gestellen geoefend, de verdorvenheid in vele
jonge harten gezaaid, het gif in vele zielen
i geënt.
En vooral wachtte men zich, de
voorstellinj gen, die in zoo groote getale worden tentoon
gesteld, ongevaarlijk te noemen. Ook mag de
i zoogeraamde artistieke waarde geen
veront! schnldiging zy'n. Het valt niet te ontkennen,
[ dat uitvoering, druk en kleurschakeermg dik
werf een mooien indruk maken; verheffend zijn
dergelijke zaken niet.
Ik wil geen bekrompen preutschh id prediken;
vrees voor realisme drijft mij evenmin, maar ik
ontzeg de ,kunst" het recht om onedel te
werken, om te verlagen. Daardoor verzaakt zij
hare roeping.
Het ligt eenvoudig aan de bt doeling,
waar| mede eene voorstelling in het leven is geroepen;
de bedoeling, die er onmiskenbaar uitspreekt,
de geest, die ervan uitgaat. En onmiskenbaar
bemerken wy' van de vele uitgestalde teeke
ningen enz., dat die bedoeling, die geest,
prikI kelend, onedel, verlagend is. Het heeft mij
verwonderd, dat zoovelen, met wie ik hierover
sprak, blijk gaven, niet denzelfden indruk te
hebben ontvangen; zy' hadden het niet opge
merkt ; vooral vrouwen en mewjes verklaarden
te goeder trouw hiervan niet te weten; en
zvj beschuldigden mrj van overdrijving. Maar
zoodra zij gingen opmerken^ en acht geven,
werden zy' het met mij eens.
Diegenen, die onvatbaar zyn voor het gif,
zien het niet, maar zy', die er door worden
j beïnvloed, zoeken het, sporen het op, vragen
erom. En velen, die nog onkundig waren, komen
j ermee in aanraking, proeven het bitter-zoete
van het gif en worden erdoor bedwelmd.
Ik wil niet aan alle zijden my'ne beschou
wingen voortzetten, alleen wyzen hier op het
i gevaar der openbare onzedelijkheid. Let op en
i ziet, hoe vele jonge menschen langs dezen weg
den eersten voet zetten op het terrein van
onzedely'kheid, van ontucht. Stelt u tot taak,
uwe aandacht te wy'den aan den verderfelyken
| invloed, die uitgaat van onzedelijke
prentbriefkaarten, aanplakbiljetten, kinematograaf-voor
stellingen, platen, tijdschriften enz. Spoedig
zult gij inzien, dat hier handelend moet worden
opgetreden.
Hoe ? Ziedaar de groote vraag.
Van wetten of politieverordeningen verwacht
ik in dit opzicht niets. Daarmee verjagen wy'
het kwaad raar verborgen boeken, waar het
des te dieper invreet. Bovendien, de grensljjn
tusschen zedelijk en onzedelijk laat zich niet
wetteljjk vaststellen. De lei Heinze'' maakte
in Duitschland fiasco en zoo zal 't steeds gaan.
De algemeene opvattingen omtrent het sexu
eele vraagstuk moeten worden veredeld; velerlei
vereenigingen en bewegingen leggen zich daarop
langs verschillende wegen toe.
Maar nu dit punt in het bijzonder: de be
strijding der openbare onzedelijkheid. Daartoe
geef ik in overweging den volgenden weg te
Bewandelen:
De publieke opinie worde wakker geschud.
Hiertoe kan een ieder medewerken; alle ver
eenigingen van zedelijk-vooruit strevenden ver
zoek ik daarom dringend, deze woorden te
verspreiden ; alle zedelyk-willende bladen, mijne
meening op te nemen en te bespreken; alle
personen, die het gevaar inzien, mede te werken
ieder in eigen kring.
Boekhandelaars, die briefkaarten of
lijdschriften met onzedelyke voorstellingen
verkoopen, trachte men te overtuigen, dat ook
zy moeten medewerken tot bestrijding van het
kwaad; allhans verplicht zyn, het Liet in de
hand te werken. Helpt overreding niet, dan
ly'kt de boycott een geoorlootd middel. Als alle
zedelyk-ernstigen den boekhandelaar, die het
kwaad bevordert, hunne bestellingen onthouden,
zal by', die dikwijle door het vragend publiek
gedrongen wordt tot verkoop der onzedelyke
kaarten enz., bemerken, dat er ook nog een
andersgezind publiek is
Zoolang dag- en weekbladen nog niet inzien,
dat het hunne laak is, toezicht te houden op
hunne rubriek advertenties, ligt het op den weg
der lezers bij die bladen op weigering van
zeden-kwestende advertenties (óók uiterlyk
z. ogenaamde ongevaarlijke) aan te dringen.
Fabrikanten, die zinnen-prikkelende of vul
gaire reclame maken, worden op het onver
antwoordelijke hiervan opmerkzaam gemaakt.
Het pubiek dringe aan op verwydering van
kinematografen met onedele voorstellingen.
En zoo kan ieder mede werken in eigen
kring ; hoe meer men daarbij natuurlijke, nobele
opvattingen omtrent het natuurlijk en grootsch
proces der voortplanting verspreidt, hoe meer
invloed men ten goede oefent.
By eene beschouwing van teekeningen enz.
oordeele men niet te lichtvaardig; men billyke
alleen het nobele, het verheffende datgene,
dat men als man zonder eenig bezwaar moeder,
echtgenoote, zuster durft laten zien, datgene,
dat men als meisje of vrouw zonder blos aan
vader, man, broeder durft toonen. Al het andere
verdient onze bestrijding.
En thans, allen, die u beijvert tot verbetering
der moraliteit, veredeling onzer levensopvatting
of verhooging van het zedelijk bewustzijn, allen,
die stry'dt voor verheffing van f conomische toe
standen, allen, die de vrouw wilt serlossen van
vooroordeelen en sleur, allen, die u beyvert
voor het heil der menschheid, op welke
wy'ze dan ook, steunt ons met alle krachten.
Want de openbare onzedelijkheid vertrapt de
moraliteit, verhindert een mensonwaardig be
staan en kweekt een zwak geslacht, maakt de
vrouw tot slavin (ziet, hoe uwe zusters worden
voorgesteld op kaarten en platen, edeldenkende
en fijnvoelende vrouwen 1) en kluistert de
menschheid in boeien.
Daarom deze oproep aan alle welwillenden !
Dat hij weerklank vinde in woorden en daden l
.J. J. H O DOE WERKT.
Een interessant en telük weri.
LILY BKAUN. De Vrouwenkwestie. Haar
historische ontwikkeling en haar econo
mische kant. Uit het Duitsch vertaald
door J. F. ANKBBSMIT Met een voor
rede van F VAN DEB GOES A. B. Soep,
Amsterdam, 1902.
Wat men vroeger moest opdiepen van hier
en ginds, uit monographieën en verslagen,
rapporten, enquêtes en brochures, als men zich
van de vrouwenquaestie op de hoogte wilde
stellen, dat heaft men hier in n dik boek
by°een, een mooi en degelijk boek, dat door de
zorg van den heer J F. Aokeramit in een
alleraangenaamst leesbaar Nederlandsen is
overgebracht.
Vetbazend veel lectuur en studie heeft de
schrijfster aan haar werk ten koste gelegd,
terwyl zy het den lezers mogelijk maakt, haar
bronnen na ta slaan door de verwijzingen aan
den voet der pagina's naar werken, die zy
raadpleegde of die zy bespreekt. De vertaler
"heeft zy'n zorgen zelfs over enkele der tabellen
uitgestrekt, door ze aan te vullen met gegevens,
't zij van later datum, of waarover de schrijfster
niet beschikte, bij voorbeeld in de overzichten
van de Wetgeving voor de bescherming der
arbeidsters en de Wetgeving op de verzekering
der arbeidsters, waar hy voor Nederland feiten
en data invulde.
Al beziet de auteur de dingen van het
socialistisch standpunt, dat het hare is, zy toont
zich overal zeer ruim en onbevangen, is niet
blind voor tegenwerpingen en onderscheidt
steeds, dat wat in het absolute wenschelyk zou
zy'n van dat, wat in de gegeven omstandig
heden, by de bestaande machtsverhoudingen,
zal blijken mogeiyk en bereikbaar te wezen.
Voor allen, die in 't vrouwenvraa.stuk be
langstellen, is dit werk, dat den stand der
zaak in de verschillende landen onderhoudend,
zonder droge opsommingen uiteenzet, aanbe
velenswaardige lectuur, die mee zal werken
tot verheldering van de denkbeelden by vrouwen
en bty' mannen beide.
De heer Van der Goes schreef er een voor
rede by, die 't werk warm aanbeveelt, al gevoelt
hy wel, dat da kringen der arbeiders niet
bepaald in vuur kunnen geraken voor dien
roep der vrouwen om meer rechten en meer
vrijheid, want het is zoo waar, wat by zegt,
dat »in de klassen, waar het economisch een
zwaardere taak is, het geld te besteden, dan
het te verdienen, in de kleine burgerij en by
de arbeiders, is van een maatschappelijk
verschil tusschen man en vrouw weinig te
bespeuren of slechts van een verschil ten gunste
van de vrouw."
Hy' erkent echter, dat het socialisme de
vrouwenbeweging met welwillendheid moet
beschouwen, want al is het strijdend feminisme
tevreden met de vrijheid en de gelijkheid, welke
het kapitalisme aan de vrouwen, de burgerlijke,
kan verleenen, dit veronderstelt reeds een
vooruitgang, die elke socialistische partij za'
willen bevorderen, en daarmee wordt reeds
zooveel «vastigheid" in het kapitalisme ver
stoord, dat de proefneming »voor ons genoeg
zaam interessant" wordt.
En dan volgen een paar belangwekkende
bladzijden over dien eisch van «recht op arbeid"
en over andere zijden van de vrouwenvraag,
die er zoo totaal velschillend uitzien, naarmate
men de zaak beschouwt uit een vierde- of
een derde-standsoogpunt. Wie die pagina's
goed leest en overdenkt, moet wel tot het
besluit komen, dat er voor het feminisme niet
de mir ste reden is, steeds het oog raar den
socialistischen kant te wenden, 't Is waar,
dat zy daar mannen treffen, die de dingen
dezer wereld dikwijls minder benepen be
schouwen dan de in opvatting en denkwijze
naar rechts overhellenden doen, en daarom
laat bet zich verklaren, dat in de vrouwen
beweging dat element, dat rose en rood gekleurd
is, zich nog al doet gelden ; maar op zich zelf
beschouwd en lettend op wat in de 19de eeuw
tot het ontstaan eener vrouwenquaestie aan
leiding gaf, moet men erkennen, dat zy geheel
buiten de arbeidersquaestie ligt en dat de
arbeidersvrouwenvraag of de
arbeidsvrouwenvraag een economisch vraagstuk is, dat met
het feminisme en met der vrouwen wensen
naar gelijkstellii g met den man in sommige
opzichten, naar verbetering van hun rechts
toestand, naar 't kiesrecht en andere maat
schappelijke bly'ken van vertrouwen, absoluut
niets te maken heeft.
Misschien zy'n de vragen omtrent bescher
ming der arbeidende vrouwen, omtrent loon
en arbeidsduur, oneindig belangrijker voor de
maatschappij, zy betreft'en althans een veel
grooter aantal individuen en het feminisme
doet goed en edelmoedig, als zij zich met die
quaesties inlaat en zich er warm voor maakt,
maar men vereenzelvige de vrouwenbeweging
van de 19de eeuw niet met haar jongere zuster,
oiiderdeel van het arbeidersvraagstuk.
F. J. VAN UlLDBIKS.
Crarenette-proof waterdichte Meeding.
Modes. Bezittingen van gravin de
Montholon. »Lady Base's daughter''
jongste roman van metrouw Uumphry
Ward.
Dikke regendruppels van onstuimigen
voorjaarsbui, opgestuwd door forschen zuid
westerbries, kletteren tegen myn ramen. Zou
ik mijn dagelykgcha wandeling maken ? Koud
is het niet. Winderig en regenachtig. Grauw
is het zwerk. In het zuiden ijlen aan
loodgrauwe wolken, zwaar van water en begeerig
zich te ontladen over veld en akker, bosch en
wei, stad en land. Met baldadigen overmoed
willen zy' besproeien mensch en dier. Wat te
doen ? Vandaag en in de eerstvolgende weken.
De «Enkhuizer" voorspelt het en welke onver
laat zou diens gezag aanranden ? ! water zullen
wij kry'gen, vol -op. Het komt ons eerlijk toe,
na de verrukkelijke zonendagen die Maart ons
bood. April is zy'n leven- lang aen schalk ge
weest en zal het wel blijven tot den einde toe.
Verrassingen brengt hij altijd. Dus, e r, t wed
eroder ! Uitgaan en drijf-nat worden óf in een
Macintosh kruipen en ... zwoegen. Droog blijft
uw bovenkleeding onbetwist. Macintosh laat
geen druppeltje vocht door. Noch van buiten
naar binnen, toch van binnen naar buiten !
En juist dat laatste is een kwade factor. Pro
beer eens bij zoel regen weer met nergieken
pas te wandelen onder uw ouderwetschen
regenmantel...You are...well yon are . in perspiration.
Kindly excuse me, dat ik zoo iets
onsmakelyhs verklap! Maar een verstandige vrouw,
ontdekkend een euvel, zoekt naar verbetering
en aanvaardt die dankbaar, wanneer zy haar
wordt geboden.
Het middel om bover kleeding waterdicht te
maken en toch poreus te houden, zoadat de
onmisbare versche lucht ongestoord haar
heilzame werking kan verrichten, i» gevonden !
Alle eer aan de Cravenette Coropsny, waarvan
»Nieuw-Engeland" Amsterdam, Koningsplein
hoek Singel, de nige vertegenwoordiger ia
in ons land.
Dames lezen trouw advertenties nietwaar ?
Voor haar speciaal worden ze geplaatst. Zoo
levenswijs is elkp leverancier wel, dat hy' over
tuigd is, dat vrouwen willig accepteeren, eiken
wissel getrokken op hare nieuwsgierigheid !
Op de eerste pagina van den omslag van ons
Weekblad van 22 Maart j 1. hebben wij gelezen
wat «Nieuw-Engeland" ons biedt.
Bovenkleeding zoowel voor heeren als dames
wordt op maat vervaardigd. Stoffen naar keuze.
De voortreffelijke Cravenette-methode, rekening
houdend met de eischen der hygiëne, is op
alle materiaal toegepast, in de magazijnen van
?Nieuw-Engeland" voorhanden.
* *
*
Op het eerste gezicht, zou men denken,
winterstoffen te zien. Toch zy'n die pluizige
wollen, soupele weefsels bestem! voor bet
voorjaar en den vroegen zomer. Een eigen
aardig weefsel, zoo grof, dat er openingen
tussen en de rechte en de d war «draden gluren,
heet >ficelle" en is bestemd voor de warme
dagen. «Ficalle" en »voile" worden geroerd met
gekleurde taf zy'de.
Kokken blijven om de heupen glad, naar
onderen wijd uitlooperd. De streep- garneericg
bestaande in entre deux.Russisch of Roemeensch
borduursel, tresband,passementerie enz. komend
van-uit ceintuur en over den rok naar beneden
vallend, rondom de naden bedekkend, sont
d'un tres-bon effet en verlengen d j figuur, zelfs
van een klein dikkertje. Corsages meestal,
bouffunt en vrij woelig gegarneerd. Sluik
afhangende garneering -bestaande in lange,
zijden franje wordt voor mantels en corsages
aangewend.
Hoewel alle mogelijke mode-journalen ver
zekeren, dat veor de wandeling korte rokken
gedragen worden, zien wij ze helaas! alleen
op plaatjes en niet op wandelingen. Papier
van modebladen blijkt al even geduldig te zijn
als krantenpapier. Op n leugentje meer of
minder, zal niet gelet worden. De modes, ge
lanceerd aan de Riviera, klimmen zoetjes-aan
tot ons op.
Of wij alles zullen nadoen ? Bijvoorbeeld
het dragen van purpeiroode, grasgroene,
kanariegeele en hemelsblauwe zonneschermen 't
Wij zuilen zien.
De coquette laarsjes en schoentjes van peau
de Suède een genot voor gevoelige voeten
komen steeds meer in zwang. Het l aart j e
van wit glacéleer of wit peau de Suède kan
alleen met goed gevolg gedragen worden, door
haar, die volkomen tevreden kan zy'n met
het model van haar voeten. Het verraderlijk
wit mouleert zoo ongeveinsd en verbreedt altijd.
Het wit satynen dansschoentje is alleen geniet
baar, wanneer het bovengedeelte van het schoeisel
schuil gaat onder een aantal strikjes of
kantwarrelingen.
De mitaines zyn er ten langen lest! Wanneer
materiaal, zy'de of kantweefsel en coupe onbe
rispelijk zijn, flatteeren zy' de handjes, die er
in glippen, maar anders, o wee!
* *
*
Te Parijs zal in publieke veiling worden
gebracht, het bronzen ledikant waarin Napoleon
op St. Helena stierf. Het eenzaam verscheiden
van den machtigen worstelaar, van den
trotsehen banneling, van de hartstocht-figuur voor
wie Europa gesidderd had, werd bijgewoond door
zy'n ijzeren bewaker Hudson-Low. Zaakrijk en
onaandoenly'k, naar Engelschen trant, nam de
man zijn uurwerk uit den zak en mompelde:
«Ten minutes to six"I In dit ziel, niet de
minste ontroering, toen voor eeuwig verstarden
de oogen van den geweldenaar ...
Napoleon had zy'n bed en eetservies ver
maakt aan zijn trouwen makker, den graaf de
Montholoa. Een oude gravin de Montholon
laat nu de souvenirs in het maison Drouot,
onder den hamer brengen. Zy' wil er zich van
ontdoen, nog tijdens haar leven, omdat zy de
laatste vertegenwoordigster is uit het geslacht
der de Montholon's.
Fabelachtige sommen worden reeds genoemd.
Ledikant en eetservies zullen wel den weg
veler preciosa gaan, en naar Amerika ver
huizen. Mochten wij achter den koopprijs ko
men, dan hopen wy' dien later te vermelden.
Óók zaakryk!
* *
#
Over mevrouw Humphry Ward's jongsten
letterkundigen arbeid : «Lady Rose's daughter''
zy'n de Engelsche critici n-en-al lof. Dit
werk achten zij het compendium van alle
treffelyke eigenschappen der wereldberoemde
schry'fster. Geen spoor van de gebreken die
haar producties ontsierden, te weten langdra
digheid en een taaiheid van stijl, die eindeloos
uitgesponnen toelichtingen zwaar-op-de-hand
maakten. Het karakter der hoofdpersoon, Julie
Ie Breton is meesterlijk weergegeven.
Ook van de hand van Rider Haggard, die
met zy'n roman »She" onze fantasie in
lichtelaaie zette, is een nieuw werk verschenen:
«Pearl-Maiden".
GAPRICÏS.