Historisch Archief 1877-1940
Na 1345
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Moderne Meubelen. j
i- !
Onder den St. Maarten.
We leven in een tijd van gestadig voort
schrijdende ontwikkeling op velerlei gebied.
Het zijn voornamelijk de wetenschap en haar
toepassingen, welke den grooten stoot gaven
aan de traag voortgaande menschheid,
haar wekten uit den dommel waarin zij
verzonken lag in vorige eeuwen. Uit de
eene ontdekking werden tientallen andere
geboren, de machinebouw ontwikkelde zich
binnen weinige tientallen van jaren tot
ongekende hoogte en revolutioneerde de
fansche maatschappij, het moderne
vereerswezen vernietigde de laatste over
blijfselen der oude maatschappelijke
toe
Fauteuil (eiken).
?standen, en toen de fotografie werd toe
gepast in verband met de gemoderniseerde
boekdrukkunst, brak voor de beschaafde
wereld een nieuw tijdperk van ontwikkeling
aan. Welk een kort tijdsverloop ligt er
tusschen nu en toen !
Wij staan eerst aan 't begin dezer
nieuwe periode, nog slechts half bewust
?van de mogelijkheden die volmaakter
Eikenhouten stoel.
?toepassing dezer verschillende ontdekkin
gen ons in staat zal stellen te bereiken!
En ook half bewust nog van het juiste ge
bruik dezer middelen ten bate der geheele
menschheid! In den dollen loop van 't
verstand verloor de mensch de macht tot
leiden, hij liet zich meesleepen door de
onweerstaanbare krachten, door hem op
geroepen. Willoos aan haar overgeleverd,
moest hij 't aanzien dat zij zich keerden
tegen hem, dat zij hem neersmakten als
hij niet volgen kon. Millioenen liggen zoo,
neergeveld; zij meenen te leven en worden ge
leefd, zij meenen te denken, en denken slechts
wat anderen hen vóórdachten of-zeiden ! In
dien dollen gang verloren zij zichzelf.
Hun eigen innerlijk wezen, rustig in zijn
aard, bleef sluimeren, schijnbaar afwezig.
dot enkelen opstonden, klaar zich bewust
haar beheerschend, de ! rustige, harmonische omgeving stemt ons
O N DER DEM
5T nAARTEfl
hij was de eerste die weer trachtte door
te dringen tot de diepere beteekenis der
architectuur, die feitelijk weder als alle
dingen gegrond is op 't leven. Niet 't
leven van alledag, van eten-en-drinkeu-en
vroolijk zijn, maar 't leven genomen als
totaal van alle menschelijke idealen en
geestelijke strevingen, dat leven, zwevende
over de stof en
machtige stroom,
door alle eeuwen
heen zich richtend
op volmaking der
menschheid en
slechts nu en dan
overvloediger uit
gestort in mees
terwerken van
kunst.
Wat was er ge
worden van deze
idealen ? Het
materialisme der
wetenschap
drukte den geest
met looden wicht
van stof ter neder,
de machine ver
ving overal den
handenarbeid en
menbepaaldezich
op decoratief en
architectonisch
gebied tot het
nabootsen van de
werken, door vori
ge geslachten ge
schapen. Men
trachtte steeds
achterwaarts te
zien, zich in te
leven in hun toe
standen, in plaats
van te trachten
zich bewust te
worden van het
heden. Dat leidde
ten slottetotlouter
vormelijke na
bootsing, men
slaagde er zelfs
niet in, een deel
van den ouden geest in het nieuwewerk
vast te leggen, waardoor dit een dor,
vervelend aanzien kreeg. Door de machine
werd het mogelijk, oude meubelen goed
koop te copiëeren, hoewel ook hierbij
spoedig een grens bereikt werd, nl. daar,
waar de taak van den handwerksman
den kunstenaar in zijn vak aanving.
Het handwerk, zooals dit werd beoefend
in de voorgaande eeuwen was vrijwel te
gronde gegaan. Men moest zich bepalen
tot onvolledige copie, het mooiste en beste
der «ude meubelen, hun versiering, werd
verminkt gecopieerd of weggelaten, en zoo
ontstonden de quasi-renaissance en
empiremeubelen die wij nog heden ten dage in
tal van winkels kunnen zien. Want nog
gaat men voort zichzelf te ignoreeren door
namaak van oude gebruiksvoorwerpen,
zonder echter de consequenties aan te
durven welke daaruit voortvloeien; ik
noem bijv. het dragen van staartpruiken
of het gebruik maken van draagstoelen.
Het zal ook niemand invallen zich te
kleeden in costumes uit dien tijd, of des
avonds een olielampje te branden. Is er
zotter combinatie te bedenken dan een kroon
voorelectrisch licht in een renaissance-kamer
met centrale verwarming of gaskachel, en
een telefoon in den hoek ? En toch onder
werpt men zich kalm aan deze enormiteit;
de fout zit hierin, dat men mér denkt
aan geld verdienen-en-verteeren, in alle
schakeeringen, die deze bedrijven aanbie
den, dan aan huiselijke gezelligheid en
van de omgeving, waarin men zich zoolang
opgesloten liet houden. Tot nutoehaddo.n
of de muziek, of de litteratuur velen ge
boeid en er kwam geen besef van al-om
vattende harmonie, die vraagt een
dagelijksch zich geven, een dagelijksch ontvan
gen van indrukken, welke het zien van
schoone vormen doet geboren worden. Een
Buffet (eiken).
-van 't leven zelf, dat niet is verstand
allén; door wetenschap niet langer vast
gehouden in engen kring van denken,
niet langer richtend hun verstand op
materieelen voorspoed, zochten zij zich
verstaanbaar te maken voor hnn
medemenschen, trachtten zij hen uit den slaap
te wekken. John Buskin was hun voor
ganger op 't gebied der toegepaste kunsten,
zelf rustig en harmonisch, doet goede
gedachten ontstaan, wekt ons op tot ver
hevener gedachten dan onze dagelijksche
werkkring ons veelal geven kan. Doch
hoe komen wij aan zoo'n omgeving ? En
ik weet wel, velen zullen zich die vraag
niet eens ernstig stellen, ja medelijdend
lachen om den ernst, waarmede een zaak
van zóó ondergeschikten aard als een
eenvoud, gepaard met geestelijk streven.
Vele menschen komen niet tot zichzelf
dit in den letterlijken zin voor hun
dood! Het is juist hetzelfde wat ik zeide
in den aanvang: het verstand overheersen t
het geheele leven, slechts sporadisch ver
toont zich een hooger gevoel. Zoodra dit
echter sterker wordt, doet de behoefte aan
harmonie zich gevoelen, en men schrikt
Leunstoel (eiken).
woning behandeld wordt. Wat ? gezellige
woning ! Een paar ongebruikte salons met
dure meubels, schilderijen en beelden, een
kleiner woonkamer met de oudste meubels
erin om de kinderen en dan verder
de noodige slaapkamers enz.
Dat is voldoende, zie je. Och, ik ben
altijd overdag op 't kantoor, en ;s avonds
gaan we naar de komedie of zoo. Zoo,
ja, dat is wel waar, maar u eet toch
thuis, slaapt thuis, leest de courant thuis.
Zit u niet aan een tafel of schrijftafel,
op een stoel, achter een venster met gor
dijnen, bij den haard ? En wat voor din
gen bedoelde ik anders dan juist déze ?
Maar uw vrouw dan ? Die leeft toch
die omgeving, of is zij ook altijd uit ?
in
Modern beeld van modern leven
liever van geestelijken dood! Maar
dezulken schreef ik niet. Ik vroeg
Houtsnijwerk.
komen we aan een gezellige woning.
Moeilijke vraag voorwaar! We laten den
behanger niet de vrije hand, maar zoeken
zelf kleuren en stoffen en doen hem daarna
onze plannen uitvoeren ondanks zijn
tegenstribbelen. We zoeken meubelen
van bruikbare, stevige constructie en
plaatsen die op de juiste plaats. En dan
is 't bijna klaar. Alleen wordt voor een
en ander »slechts" vereischt: smaak. En
alweer kom ik terug op die «levensquestie"
want is het geen zaak van 't leven
waarvan ik spreek, direct gevolg ervan ?
Hoe zullen wij weten of wij smaak
bezitten, wanneer wij niet kunnen voelen
dat iets leeJijk is. Moeten wij maar aan
nemen dat iets mooi is, op hooren-zeggen
af? Dat was tot nu toe vrij wel de
methode. Toch behoeft dit niet, wanneer
we ons slechts rekenschap trachten te
geven, waarom we iets mooi of leelijk
vinden.
We kunnen van 't allereenvoudigste
opklimmen tot het meest ingewikkelde
door oefening, dat is bekend genoeg. Zoo
ook hier. Door dagelijks de voorwerpen
om ons heen te beschouwen ('t wordt nog
al eens verzuimd, getuige de enorme wan
smaak overal), zullen wij vrij spoedig
enkele vormen
opmerken dieons
aantrekken, an
dere die ons
hinderen, dus
afstooten.
Door te trachten
te ontdekken wat
ons in die voor
werpen hindert,
ontwikkelen wij
in ons den zin
voor harmonie,
want deze is het
ten slotte welke
in elk bizonder
geval uitspraak
doet. En wanneer
men eenmaal het
genot kent van
aanschouwing,
wordt het een
behoefte, daaraan
te voldoen en zal
men alle dishar
monische dingen
verwijderen. Dat
die zin voor har
monie zich lang
zamerhand ook
zal willen uiten
in andere rich
tingen, zich meer
en meer zal doen
gevoelen in het
gewone denken,
ligt voor de hand,
en hierin ligt juist
de enorm groote
beteekenis voor
den mensch van
een welgekozen
»thuis," een steun
punt als 't ware voor een hefboom waarmede
de geest hem opheft, een rustpunt na
dagelijkschen arbeid, een veilig oord, waar
alle tweedracht disharmonie verre
van blijft. En wanneer men werkelijk
inziet dat aan de woning een groote be
teekenis gehecht dient te worden, en men
voelt zich niet in staat, zelf reeds hande
lend op te treden, zelf die gewenschte
omgeving te scheppen, welnu, men wende
zich dan tot bevoegde personen, architec
ten, niet tot behangers of meubelmakers,
die zoo gaarne hun voorhanden waar willen
opruimen; die bijna altijd de gunstige
uizonderingen bevestigen den regel! bij
hun tijd ten achter zijn en voor modern
doen doorgaan, wat hoogstens kan gelden
voor een poging tot scheppen van nieuwe
combinaties uit oude vormen, of overslaat
in bizar gekrul van hout, geheel in strijd
met de natuur van dat materiaal. Laten
wij ons wachten voor geïmporteerde kunst;
waarlijk, onze Hollandsche kunstnijver
heid is volkomen in staat getuige het
succes der Hollandsche inzending te Turijn
in alle opzichten te voldoen aan de
vraag naar degelijke, smaakvolle meube
len en huisraad. Ook wat geweven stoffen
betreft, kunen we in ons land nog genoeg
vinden dat aan strenge eischen voldoet.
Maar nu wilde ik in 't bizonder 't een
en ander meedeelen omtrent meubelen en
gevestigd. Bijgaande prent 1) vertoont de
oude kerk waaraan de werkplaatsen hun
naam danken. Eenigen tijd geleden heeft
de oprichter der werkplaatsen, de heer
Pool, een geïllustreerden catalogus het
licht doen zien, welk boekje uitmunt door
keur van illustraties naar foto of teekening
en waaraan de meest mogelijke zorg is
besteed. Een aantal afbeeldingen zijn door
mij aan dien catalogus ontleend.
Wat was nu het streven van »0nder
den St. Maarten ?" Uitgaande van het
voornemen, eenvoudige, doelmatige, sierlijke
gebruiksvoorwerpen te vervaardigen, was
het eerste werk het opleiden van meubel
makers. Oorspronkelijk werd alles door
handenarbeid verkregen, een tijdroovend
Eikenhouten Fauteuil.
bedrijf dat spoedig moest plaats maken
voor machinale bewerking. Ik zie al ver
baasde gezichten : hoe ? machines in n
adem genoemd met artistiek werk ? Ja
zeker wel, laten we eerst eens nagaan
wat de machine doet, en wat de werkman
doet, dan eerst zal 't blijken dat machine
en kunst elkaar niet in den weg staan.
Algemeen verbreid is het denkbeeld, dat
Bybehoorende stoel.
de machine per se leidt tot wat men noemt:
fabriekswerk, en waaronder meestal ver
staan wordt een min of meer
ongeacheveerd voorwerp. Is het voorwerp van metaal,
dan knoopt men er het denkbeeld van
stampen, gieten en vernikkelen aan vast;
is het een meubel, dan ziet men onwille
keurig in gedachten een stoel met gebogen
leuning en rieten zitting, of iets dergelijks.
Het begrip: fabriek heeft blijkbaar een
onaangename beteekenis men voelt
onbewust dat daar menschen worden
afgebeuld door geestdoodenden arbeid
en dat onbewuste gevoel wordt opgewekt
door een fabriekmatig vervaardigd voor
werp. Doch wat is het geval bij die
dinOf
voor
hoe
Groot Buffet (eiken).
ik koos daarvoor die uit de bekende
werkplaatsen tot vervaardiging van een
voudige meubelen en huisraad «Onder den
Sint-Maarten," voorheen te Zal t-Bommel
(vandaar de naam), thans te Haarlem
gen ? Zulk een voorwerp is wellicht door
twintig paar handen, misschien wel door
tien machines gegaan, vóór het werd afge
leverd voor gebruik. Zulk een ding
onderi) Ontworpen door den beer K. SluytermaD.