De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 19 april pagina 4

19 april 1903 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAW». No. 1317 in saamstel en werking van onze geestelijke krachten, die uni sono vormen in den mensch wat men het onst.fi'alyke noemt; maar om begrepen te worden scheiding moeten ondergaan. O per gedichten is een artikel te schrijf en waarin men verbeelding «indruk geeft, een visie; of de droomwekkende suggestie dier gedichten aan 't woord laat. Maar men, kan ook 'n verstands-analytische beschouwing' geren. En deze zal dan geheel anders zijn. Hoeveel we ook scheiden om tot onderscheiden te komen, ook het verstand werkt nooit alleen, maar altijd saam met andere geestelijke krachten in de stof, altijd saam met al de energieën, vermogens, dritten, aandoeningen en aandran gen, of hoe men het noemen wil, voor welk kpmplex het woord ziel een geschikte aandui ding is. Esn onverstandige, bovendien een nietbeeldende, een ongevoelige ziel is vo >r my een inkompleete ziel. Hoe kompleeter de ziel hoe rijker, hoe hooger, hoe genialer. Dan openbaart zij vermogens, of vermogens in kiem, die weinig algemeen, niet te grijpen, ook weinig te be grijpen zyn. Er komt dan iets nieuws, iets oorspronkelijke, een onbekende Gjdheids zyde aan het licht, zooals de evolutie der konkreete Idee nog niet gaf. In iets dergelijks schuilt voor mjj het geniale. Niet in een veifijiing of sterkere of duidelijker uiting van reeds bekende krachten, die ook wel gemoedskrachten heeten, omdat ze autoritair optreden met j' moet. Van deze krachten kunnen wij door onzen wil enkele by ons arbeiden naar boven persen, het sterkst doen spreken en de andere tijdelijk op den achtergrond schuiven. Wij kunnen dit, wanneer wij geestelijk gezo~dzyn, dat wil zeggen vrij: de vrije beschikking hibben o f er al wat in ons is. B(j 't kritisch onderzoek speelt het verstand de hooidrol, als het begrijpen, verstaan wil. Het werkt met begrippan, anders kan het niet grijpen, vasthouden om te ontleden, uit-elkaar te rafelen, de kleinste deeltjes kleiner maken, ontbinder, oplossen, om te komen tot inzicht van draagkracht, bouw, doel. Het verstand is 'n rekenmeester, het formuleert, het abstra heert, het ordent en targschikt, het dringt in, is intiem en gedeeltelijk zeer onbeschei den. Dit is nu eenmaal niet anders, en kan ook moeilijk anders zyn. Ia tijden waarin het scheppende verbeeldingswerk bet hoogste woord heeft, zal de kritiek artistieker worden mis schien, maar, dan ook haar wetenschappelijk kirakter meer en meer verliezen. TJCÜbehoort dit riet zoo te zijn. Men geeft zich dan niet meer de moeite het onderscheidings vermogen te oefenen. Bsgrips nuances uit elkaar te honden, vindt men dan niet meer noodig. Men onderscheidt niet meer tusschen het gesprekswoord ichvjn als abs'raktie en het wijsgeerig woord schijn als könkretie ; tusschen het salonwoord het onbe wuste als het bewustelooze en de philosophisch-aestbetische uitdrukking het onbewuste, als het oogewetene ; zooals men in helderder tijden sprak van den bewusten man, den ge weten man, den man dien we kennen. Wil men in de kunst het materialisme keeren dan is in de eerste plaats noodig het aeathetisch-konkreete begrip schijn op den voorgrond te schuiven. De abstraktie ontstond door dikwijls, uit onoplettendheid meental of o '.nauwkeurigheid, iets aan te zien voor wat het niet was. Uit al die gevallen abstraheerde de teleurstelling het eigenaardige en zoo ont stond het voor de kuist totaal waardelooze: schijn bedri-gt, al ligt het nog-al voor de hand dat schijn zelf nooit aan bedriegen gedacht beeft. Maar de könkretie ? Van al wat is of leeft gaat scbyn uit, licht, glans, geschitter, phosphorfseeerend geglim. Die schijn is nooit wezenloos: dan zou het doode schyn zijn, voor de kunst van geen waarde Maar in dien schijn juist openbaart zich het wezen. En daar die schijn rtëal is, werkelijk is, in den tijd beata^t, want by duurt, zegt de aesthetiek, dat schijn en zijn (het bestaan in den ty'd), menschelykerwy's gesproken, twee kanten voorstellen van het Wezen ; dat dit niet anders zich voor ons kan openbaren dan in schijn en zyn. Alleen hiermee heeft de kunstgevoelige reke ning te houden. Verschopt by' allen schijn dan zegt hij of iets overbodige bf hy houdt abstraktie en könkretie niet genoeg uit elkaar. Maar deze gedichten, afgezien van de mooi beeldende en mooi gevoel gevende uitingen, geven ook zuivere begrippen. Van allerlei kanten kan men den dichter er uit leeren begrypen. Ze zyn, in 't breede genomen, deels autobiografisch, deels wijsgeerig: in-zoo-ver de dichter zijn afkeer of ingenomenheid te kennen geeft tegenover aesthetische stry dieuzen. De wijsgeerig-aesthetische oogst is rijker dan de biografnche: terwijl ook d9s dichters verhouding tegenover maatschappij en menschheid hier-en-daar aan het licht komt. 26 Febr. 1J03. J. WINKLER PEINS. Uit Jara's Binnenland. Befchaving, door BOEKA. Uitgegeven door F. van Rossen, Amsterdam. Weer een boek van leed en lijden; niet van duizenden, zooals een kunsteloos, doch terecht vél sensatie gemaakt hebber d geschrift ons dat onlangs toonde, maar van een heel volk, vijfmaal sterker in aantal daa dat van Neder land. Hoe zouden ook andere dan klaagtoonen kunnen worden gehoord van een land, dat be hoort tot de allerschoonste, rykstgezegende der geheele aarde en van een beminnelijk, nijver volk, wanneer dat land arm en ellendig is ge maakt onder ons bestuur en van een arbeid zaam volk is geworden een groote bent proletariëri. In dit geschrift vinden we dus weer den somberen, droeven toon, die, nu al zoovele jaren lang, ieder dis over ons ladiëspreekt of schrijft moest aanslaan, daartoe gestemd door de algemeene decadence, die men daar te lande ziet overal om zich heen. De meer ea meer algemeen geworden afkeuringen van een ongeloofelyk slecht regeerirjgsbeleid, dat zelfs in dienst zijnde ambtenaren niet schroomen open lijk te laken, treft men ook in dit boekwerk aan tegelijk met de aanwijzingen tot verbete ringen, die een rechtgeaard mensch, waar hy de boot in het riet ziet gestuurd, zoo gaarne geeft om daardoor hulp te brengen. Het boek bevat de lijdensgeschiedenis van een welvarend Javaansch gezin, dat gaandeweg geruineerd wordt, niet door eigen schuld of door rampen van hoogerhand, maar door de wijze waarop wy Java beheeren, zegge uitmergelen. l Het begint met de beschrijving van de huis houding van den Javaanschen landbouwer, toont ons de bedrijvigheid in diens gezin om met vruchten van zyn arbeid ter weekmarkt te kunnen gaan en de passargang zelve van het toen nog welgesteld echtpaar. Zeer zuiver is hier alles beschreven; de schrijver geeft ons een stukje lief, idyllisch leven, tegelijk een beeld der werkelijkheid zoo duidelijk, dat het zelfs den lezer, die nooit in Indiëis geweest, is, als ware hij zelf tegenwoordig bij al die besognes op de Javaansche boerderij. Liefelijk en aantrekkelijk is het schetsje dat we hier voor ons zien van het leven dezer boe ren, bij wie de innerlijke beschaving en aan ge boren welgemanierdheid des Javaans, de plaats inneemt van grof beid en ruwheid. Over deze beschrijving schijnt zoo vriende'ijk het Oostersche zonnetje dat we ons gaarne er eenigen ty'd in gedachte door laten koesteren, terwijl het besef dat bier een fijne kenner van het Javtansche volksleven aan het woord is, het ons door hem beschreven tafereel nog aan trekkelijker maakt. Na dit keurig geteekeni stuk Javaansch leven gaat de schrijver voort te verhalen hoe dat gezin al meer en meer verarmde, hoe het aldoor streed en tobde om verdere verarming tegen te gaan en hoe hopeloos die strijd was, daar de fiscus, vreemde afzetters en den Javaan nood lottige machten het a's eene wisse p-ooi vast hielden omgeklemd, terwijl voor den armen ten ondergaanden hulp en recht niet bastond, dan alleen maar fliuwtj^s in hun hart, dat soms nog, doch altijd te vergeefs hoopte op de be scherming, waarop ze, ware alles zosals het ! behoorde in Indië, zouden kunnen rekenen en vertrouwen. Zonder ophef; met versmading van hooge. dikke woorden of overdrijving van toch reeds hartverscheurende ellende, gaat de schrijver klaar en helder en in eene soort van eenvoud, die zijn verhaal aantrekkelijk maakt, voort, en hoe meer hy met zijne aandoenlijke vertelling vordert, des te armer en berooider zien we den ocgelukkigen Diepokarso' en zyn gezin voor ons, tot dat aan het slot van het boek hy met de zijnen uittrekt uit het dorp, waar zyn vade ren en ook hij eenmaal huis en erf, akkers en vee bezaten, om zich ver van daar als daglooner te gaan verhuren. Op dien droeven exodus steekt hy den brand in het te veld staand riet van de suikerfabriek, die zioveel onheil bracht over hem en zyne dessagenooten; over heel hun doip. Bij elke nieuwe oorzaak, die fi antièele ach teruitgang van het gezin ten gevolge heeft, by elke nieuwo ramp of tegenspoed altijd direct of indirect door OLS bestuur veroorzaakt wyst de scbryver daar uitdrukkelijk op en geeft middelen in overweging, die tot verbetering zouden kunnen leiden, misschien tot welvaart voor den Javaan. Die middelen zijn zeer zeker de overweging waard en in zioverre all yd ver betering, wyl daar geene regelingen ofbeheerswijzen denkbaar zyn, die tot nog ongelukk'ger resultaten kunnen voeren, dan wij allen zelfs de driekwart blinden daar onder begrepen thans in werkelijkheid in Indiëalom voor ons zien. Misschien ware het beter geweest de critiek op regeeringsbeleid die de gewone lezer uit de oorzaken van Diepokarso's orgelukken voor zich zelt voldoende maken kan en de voor stellen tot verbetering van toestanden in een afzo: derlyk geschrift te hebben gegeven, waarin ze meer tot hun recht zouden zyn gekomen dan tusschen de lotgevallen van het ongelukkige j landbonwersgezin door; hoe dat ook zy, bet , geheel blijft een zeer interessant boek. Veel ' doet bij het oordeel plaats en vorm er ook niet j toe, waar mokerslagen op een reuzenaar, beeld, j si een heel bonbardement, nog niet genoeg zou zyn om Oost-Indisch dooven te doen hooren. Voor ons Indiëgeen andere hoop dan op de macht van bet aldoor aanhouden, op de wis- en zekerheid van het gutta cavat lapidem." Multatuli's machtig woord richtte weinig uit, harde waarheden als van Van den Brand en ande ren, die niet de macht der schoonheid by zetten aan hun woord, nog minder. Al voortgaande, velen te zamen, al maar door, allen hamerende op hetzelfde aanbeeld, kan dat misschien ten slo'te lotsverbetering geven voor den armen Javaan, voor den verwaarloosden landzaat der Bjiteabezittin^en. Hopen we dat het dan niet te laat zal zyn I Dat het harde, (aaie werk eenig resultaat kan hebben, zien we aan de thans in de koelieordonnaoties alvast gebrachte wyzigingen met het doel om voor de slachtoffers dier instelling ellende te verzachten en te verminderen, Waar de waarheid »de droppel holt den steen uit" onze eenige hoop kan zya op verbetering in het lot des Jivaanschen landmans, daar heeft Boeka ook ruim zyn plicht gedaan, want de, ellende die hy blootlegde, als gevolg van een verkeerd regeeringsbeleid, is misschien EÖ^ aandoenlijker in zyn doorgaande wreedheid dan die van de Max Havelaar en de Millioenen uit Deli te zamer. In den ondergang van huis en welvaart van een arbeidzaam gezin, in bet verhaal van de rampen van dien eenen stakkert, ala lypa van honderdduizende andere onder o. s bestuur even ongelukkige Javanen, zien we de machten aan het werk, die Jiva en het Javaansche vo'k ten verderve zijn. Elk dier machten ia een beletsel tot welvaart; te zamen hebben ze voorbereid den algeheelen ondergang van geluk en wel vaart op Java, waarvan ons oog zoo langza merhand het laatste tafereel zal gaan aan schouwen. Wie onzer heeft niet gehoord van de heerendiensten, die op papier afgeschaft wordende, weer als dessadiensten op het volk neerkomen, van de weinig loonende cultuurdiensten en de finesses van afzetterij, die bij den verkoop van de producten daarvan aan 's lands inkonpr,akhuizen voorkomen; wie, die maar iets van Indiëafweet, is onbekend met de groote onveiligheid van personen en goederen, ten gevolge van een politie in de binnenlanden, die den naam daarvan niet waard is; hoe vaak is het den Jaatsten ty'den niet aangetoond dat de woekerhandel der vreemde Oosterlingen (die men niet in de binnenlanden moest toelater) voor een belangrijk deel oorzaak is van de armoede, zelfs van hongersnood, op Java. De rampen van dit alles worden voltooid door ongelijk en veel te hard drukkende belastingen in geld, door afzetteryen van onbezoldigde hoofden en naar de schrijver van Beschaving" ons duidelijk en klaar aantoont door diensten, gevorderd ten beh' eve van Europeesch kapitaal en van ordernemers van Europeeschen landaard, onbetaald en ten radeele van eigen welvaart der in!an ders. Velerlei misstanden van niet zoo kardi nalen aard als de hierboven genoemde, vol tooien te zamen het vernielingswerk op Java, voor zoover er nog wat te vernielen valt, en geven alles bijeen den schrijvers van den tegenwoordigen tijd aar leiding om hunne klaaglie deren te zingen op het verval van hetschoone land en den droeven achteruitgang van het beminnelijke, rijk aan deugden zy'nde volk. Beschaving" is een tendenz-geschrift. Als literair product kan men het tot de romans ( rekenen en het eene realistische situatie-roman noemen. Een merkwaardig geschrift is hit zeker, al ware het alleen maar omdat het ons blijft boeien, twee dikke boekdeelen door, zonder dat gebruik wordt gemaakt van de kunstmiddelen, die zooveel kunnen bijdragen om eene roman aantrekkelijk en boeiend te maken. Gaen enkel woord van lieven en minnen, van hopen en verlangen naar eene uitverkorene des harten; nergens gebruik gemaakt van het goedkoope middel om door zinnen prikkelende passages de aandacht der lezers te blijven aanlokken, dat bij Indische romans zulk een algemeen zwak is; alleen en uitsluitend de zaak waarvoor de schry'ver strijdt en arbeidt: het trachten ver betering te brengen in het droevig maatschap pelijk Tot van den Javaan door een getrouwe afspiegeling te geven van de al te zware lasten, waarmede men hem drukt. Doch niet alleen omdat het met versmading van aanlokkelijke kunstmiddelen ons boeit, is het een merkwaardig boek, maar ook omdat het ons aangrijpt in de ziel, omdat het ons met dippen weemoed vervult voor hulpeloozeseh?pselen, omdat het grooten afschuw opwekt over wat wij arme, sympathieke lieden z'en aange daan d jor en onder ons bestuur, omdat het ons aantoont, als zagen wij het voor ons aangezicht, het lijden van den Javaan, zyne verarming, zijne vernietiging van alle hoop op welvaart en levensgeluk. Wy huiveren, wy' toornen, alleen by het lezen; hoe moet het dan wel zijn in het gemoed van den Javaan, die dat alles moet dulden en dragen! Het was niet mijn doel bij de bespreking van dit boekweik, zij 't ook zeer in 't kort den inhoud weer te gever, zulk een geschrift leent zich daar niet toe; anders, er komen fraaie beschrijvingen in voor, zoo b. v van het karakter en doen en laten van den o ideu J waan Pahbedor, die echte zeer sympithieke type van den onbedorven Javain; ook Diepokarao ia g >ed geteekend waar het mensch-, het man-zijn telkens in strijd komt met het schepsel, wiens lot het is te moeten leven o^der tot aan het alleruiterste gaar.de knevelary en druk. We wentchea het boek vele lezers toe, want dat is het waard, naardien het het kenmerk draagt van eenvoud en waarheid en omdat het, trots dien eenvoud van onderwerp en too:), zich gaandeweg ontwikkelt tot een rustiek drama van ontzettende beteekenis. Wilde ik hier ten slotte nog een woord gaan spreken over koloniale politiek, dan zou ik be ginnen met te vragen hoe het met zulk eenen met dergelyke geschriften te rijmen is dat weiwillenden een nog kort geleden afgesloten langdurige Indische bestuursperiode een zegen rijk" bestuur voor Indiëhebben genoemd en eindigen met een vraagteeken te zetten bij het meer dan optimistisch derken van sommigen, die voor 't geval de B. V. de gevreesde buitenland?che vijand eens mocht komen, tot onze krachten ji, als onze allergrootste kracht rekener, de aanhankelijkheid aan ons van het ruim acht en twintig millioen zielen sterke, Javaansche volk. Dat volk, dat we altijd de voet op dan nek hebben gezer, hard en zonder medelyden met zijn py'n! IJOOKMAAKBB, Anarchisme? «Houd het gezag in ere en veifasi de chaoa, waarin Kollewijn ons brengen zal l" Met deze wijze woorden houden onze deftige vroede vaderen velen af van het durven. Jonges nee, 'en chaos l Ei dat in 'en ty'd dat er niets meer vasts'ait; dat 'en dolle razernij naar onaf hankelikheid allen aantast. Nse, laten we ons dan toch in 's Hemels naam vasthouden aan wat muur , rotsvast staat: de spelling van de Vries en te Winkel, vaa het grote woordenboek, die schapping van onza kongressen ! Zo denken en redeneren noch wel gezags mensen ; dachten en redeneerden ze vroeger alle l Maar staat die rots zo erg vast, is hij ook ondermynd door de vloed van het praktiesa leven; afgeslepen door de eb in onze ver ering voor de kennis van woordafljiding ? Wiis het zelf:) wel 'en rots; of eerder 'en met veel handigheid en kalk van geven-en-nemen in elkaar gezet, opgebouwd steenklompje? Liten we het eens bekijkeri! De meesten doen dat niet, maar denken: o die rots staat vast geEoeg om hst praktiese leven te keren. ET nu behoeven we eerst maar naar de ge weldige overstromingen achter de rots te zien om te weten of z'n vastheid geholpen heeft. Kry'g in handen, welk boek dan ook, dat zich houdt aan de spelling van Da Vries en te W. en het wemelt van fouten, als de schryver zich hoog verheven boven dat pas-in-de-tweede- ofderde- plaats- komende dacht, maar ook als hij zelf tot de hartstochtelikste verdedigers van D. V. en t. W. behoorde. Ik noem h. v. v. L)oy's «Feesten'' naast Jan ten Br nk's werken. Nu, dit zijn dan c?n<ifouten(!??) maar in werkelikheid se/iri/i/fouten, omdat de schrijvers zelf geen oog op de regels van Da V. en t. W. konden of wilden houden. Er heerst in onze litteratuur de grootst mogelike spellingararchie. Sommigen vinden dat nu opperbeat, maar voor de school, voor het leren schryven en lezen is die toch riet bevorderlik en, wie dus als gezagsmens wijs doet, ziet om naar iets wat die anarchie wegneemt. Dat wil Kollewijn, dat wiHen wij allen. Daarom hebben wij vaste, eenvoudige regels gemaakt, waar geen kind ooit meer 'en fout tegen kan maken, waar geen oudere meer het dwaze ekeknus van dat <2n<fc-(d.w.z. fcltrijf ) fout meer by. hoeft te maken. Er waren in de lange jiren dat Kollewyn dit aan de orde stelde die iets anders wilder; hun meningen werden besproken. Soms zijn er noch die wijziging wensen: hun menirgen kunnen nooit 'n meerderheid op de algemene vergaderin gen krijgen. Van daar dus dat wij als vast mogen aannemen, dat er geen bezwaar bestaat tegen: a het riet verdubbelen van de e en o op 't eind van 'en lettergreep. Opmerking »op het eind VAX J.KN WOORD wordt echter, om dadelik misverstand te voorkomen, ee geschreven. Dus dtlen, kolen, stro, preken; maar zee, nee, domienee en zeeschip, meevaren dus ook; b het schryven van 'ie in nederlandse en daarmee gelijk te stellen woorden als: rievier, russics, fubriekatit, muzitkaal; c het schrijven van vrohk, klik, detjehk, vrouw dik enz. met i even goed als havik, monnik, leeuwerik. d het niet schrijven van de niet-uitgesproken ch, h, w : wM schip, sclwon dus maar mens, vis, hollandse; tang, altans, tee (enige uitzondering : thuis om begrijpelike reder); ert; e het niet-schrijven van de niet-uitgesproken tussenletters n en s in hondehok, pznnehouder, zedeleer, oorlogschip. f het niet-schryven van de in ons spreken niet meer klinkende n van lidwoord, byv.nw. en voornw.; g het schnj ren van hij, h m, zijn, waar men deze woorden in het spreken gebruikt, b.v. Is de kachel niet aan ? Neen, hy is uit. Zal ik de meid zeggen dat ze hem ('m) moet aaa maken. Me dunkt, hij staat niet meer goed op z'n plaats; h het schrijven van f in plaats van ph in vreemde woorden: fotograaf, fantasie enz. Voor het overige is datgene wat vroeger enigzins het verwijt van anarchie kon ver klaren, het schrijven van de bastaard-woorden, nu door 'en kommissie met prof Kern uit Leiden aan 't hoofd tot 'en vrij bevredigende oplossing gekomen. In ieder geval tot regels, die heel eenvoudig zijn. Ik kooi daarop terug. Welnu: wie nu de moeite genomen heeft deze regels > ven na te gaan, ziet die niet onmiddellik in dat hier houvast aan is; dat hier zonder groot bezwaar wet en recht kun nen heersen: zonder dat men om z'n geweten gerust te stellen tot 'en dikke woordenlijst z'n toevJu:ht moet nemen, waarvan de ene druk ook noch al afwijkt van de andere 'l Waar is dan de anarchie? Ia het tegenwoordige schrijven. Wie helpt die bestrijden? SAGITTAKIÜS. Een goefl woord yoar YollsllioMen en leeszalen. Nu de heer H.: C. Muller dit onderwerp in het Weekblad weder aaa de orde heeft gesteld en de user Tierie een enquê:e is begonnen over den staat van volmaking, waarin ten onzeat de oper bare bibliotheken zich bewinden, kan het wellicht zijn nut hebben den Hollandschen lezer wat rad^r op de hoogte te brengen van 't geen in het buitenland in deze richting gepraesteerd is. Ieder die voor volksontwikkeling voelt gaat het hart open a's hij verneemt hoe in E igeland en Amerika, en in de laatste jaren in Duitschland, hiervuor geijverd is. Hoe heerlyk is het voor wie het lidmaatschap van een leesmu>euin kan betalen, op elk oogenblik van den dag alle laatstvertchenen literatuur in zy'a bereik te hebben, alle kranten, al e tijdbchriften. Men zit in een rustige zaal, men raadpleegt wat men noodig heeft, alles gaat geruischloos, het is of men in de sfeer komt van een betere moraal, nu vriend en vijand komen genieten van dezelfde boeken, rooden en zwarten elkaar beleefd de kranten aanreiken die ze hebben genomen als wapens van een wapenrek. Waarom zou dit zedelijk genot niet in ru'mer kring mogen gebracht worden dan wij conser vatieve Hollanders doen ? Waarom moeten de mentchen, die de 25 gulden voor het leesmuseum niet kunnen betalen, nmaal in de week q'ieue maken in een Nutsgebouw, waar schrijver aezes heel wat uren van zijn j^ugd heeft afgeklungeld ter wille van een beperkte bibliotheek, of aarom moeten zij in leetb bliotheken" terecht, dubbeltjes gevend voor de leciuur van aller hande romar.s? Greenwood heeft uitgerekend dat de uitmun tende gemeentelijke bibliotheekeu in Engeland der bevolking 22)4 et. per hoofd en per jaar kosten. Of wil de burgerg de juiste cijfers van hetgeen zij als betaaUter der hoogere belastin gen hiervoor heelt op te brengen, dan komt dezelfde schryver tot een berekening die wy in Hollandsche cyfers zÓ3 kunnen omzetten : Voor een inkomen van twee- a drieduizend gulden een bela-iting van een a twee gulden. Wanneer men zich bij deze minieme getallen den zegen voor oogen stelt van zulke nuttige inrichtingen, dan moet men zich toch verwon deren dat al niet veel eerder ia deze ricbtiog gewerkt K Maar waar moeten de reeds bestaande bibli otheken heen, vraagt iemand. Het antwoord is dat iedere groote volksbibliothetk die steeds in zich heeft opgeslokt. Toen da CasseUche volksbibliotheek werd opge richt noodigde deze alle vereenigingen en private personen uit tot schenkingen, welke dit. gev-ilg hadd-n, dat in het tijdsbestek tusschen 18^2 en 'ïG vijftigduizend baekdselen haar werden ten geschenke gegever. Zulk eene openbare bibliotheek, onpartijdig en tot nut van ieder, mankt zich natuurlijk duizenden dankbare vrienden, werkt op ieder menschlievend hoekenbezitter als een sterke magneet. Het is juist het cachet van universeelheid, dat zulke bibliotheken aantrekkelijk maakt. Waarom zonden de boekerij van een doktorenvereeniging, de bibliotheken van architecten, schildara en musici zich riet zonder ruzie kunr.en vereenigen in n gebouw ? Waarom zou men den txcep'ioneelen dokter die eens een werk over muziek of schilderkunst wilde raad plegen den gang niet vergemakkelijken, waarom zou men niet ieder het rustige gevoel gunnen een unberseelheid van werken binnen zijn bereik te hebben ? Eer. verzameling boeken, zei Car'yle, is de beste universiteit. Maar wij hebben beloofd over het buitenland te spreken en wy'zen dan liefst op Engeland. In Amerika is men nog veel verder, doch daar Bomen factoren in het fpel bij ons minder bekend: wij doelen op de Carnegie's en de Rickefiller's. In Engeland is de uitbreiding en uitnemfnde inrichting der Public L;braries aan een polisiek drijven te danken. Een wet, in 1850 reeds aangenomen, bepaalde dat op aanvraag van 10 bela-tingbetalers een stemming moest plaats hebben. Verklaarden zich de helft der belas tingbetalende burgers vóór de oprichting van een volksb^bliotheek dan moest deze in gemeen ten van meer dan 100CO zielen worden gestichr, natuurlijk van gemeentewege. Tot aanvulling van deze wet volgden een heele reeks andere met bepalingen betreffande het sluiten van leeningen voor die bibliotheken (welke door den staat werden gewaarborgd) enz), tot in '93 de wet het al of niet oprichten van openbare bibliotheken geheel aan de ge meenten liet. In het algemeen zien deze bibliotheken, door volksvrienden zeer verrijkt en van speciale afdeelingen voorzien, er niet uit als de gewone leesmuseums bij ons, maar zijn van veel grooter afinetingen en met scherpere controle. Deze conti 6 'e verhindert niet dat men zeer royaal is in het naar huis uitleenen. Trouwens de ondervinding heeft bewezen dat hier geen groot gevaar in schuilt, waar toch op de twee millioen uitleeningen aan de Public Library van Man chester slechts 24 boeken voor goed zijn ver loren gegaan. Maar een grooter voordeel van de Engelsche bibliotheken boven de Hollandsche is de goede Hollandsche niet te na gesproken , dat de bibliothecarissen elkander voorby trachten te streven in het uitvinden van practische en snelle methoden v.in uitleening. Wie, die wel eens uien heeft moeten wachten op een simpel boek, voelt hiervan niet de buitengewoon groote beteekenis ? Laat ik een der voornaamste methoden van administratie, by uitleening gebezigd, in het kort bespreken: de Cotgreave Indicator. In een der hoeken van de bibliotheek bevindt zich een groot bord waarop du'zende zinken p'aatjes gestoken zijn, in den trant der leden lijsten van harmonieën en kegelclubs ten onzent. Ieder plaatje is rood aaa de eene zy, blauw aan do andere. Maar aan beide zijden staat de titel van boek en schrijver. De plaatjes bevin den zich natuurlijk in alphabetische volgorde. I» een boek nu uitgeleend dan keert de biblio thecaris het zinken plaatje met den rooden kant naar voren. Zoodoende worden geen vergeefsche aanvraagbilletten geschreven, en loopt de bibliotheek-knecht niet voor niet trap op trap af. Maar het zinken plaatje is tevens een busje. Het bavat een rol pspier waarop de titels van boek en schryver nog eens voorkomen en verder de personen worden vermeld waaraan het boek is uifgeleend met opgave der datums van uit leening en van terugbezorging. Deze admini stratie wordt voor de grootere Libraries ver volledigd door eea personenregister, dat echter den leener geen ty'd van wachten oplegt. Laa's'getoemde administratie is er bovendien voor een ander doel, in verband met Ai Health O. floers, wij zouden zeggen met de permanente gezondheidscommissie. Deze Publ'c Health Officers melden den bibliothecaris aanstonds de namen der burgers in wier huis een besmettelijke ziekte ia uit gebroken. In het personenregister wordt nage slagen of de zieke eenige boeken der biblio! heek tüuis heeft en zoo ja, dan worden deze boeken opgevraagd en gedesinfecteerd. Men ziet iu deze geheele inrichting der Engelsche openbare bibliotheken een stelselma tigheid en een opvatting van publiek belang die wél doen. Zou men vooral in de kleinere steden niet eens beginnen de handen inén te slaan ? Zou er niet een enkele gemeente zyn die de Eügelscbe wilde evenaren ? T'.KOES. NIEUWE UITGAVEN, Biroep^klapper. NJ. 2 van de reeks goed koope uitgave van het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid. Vertliiq van de werkzatnheden van Ons Huis. September 1901-Juli 1902 De w~g tot God omen Vader. Amsterdam, C. L. G. Veidt. Nordnetbdd Hwkum. Bjsucherzahl 1902: 15422. Siison 1903. HiHniiniHiiiiiutmianiiifitiHiiiiitiilnmmntiiiimii 40 cents per r e g ? 1. WmHMHIIIIIIIIIIIItHIIHIIHHIItl TRADEMARK COGNAC. Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle Wijnhandelaars en bij de vertegenwoordigers KOOI'JIAXN A BUI IX I Kit, Wijnhandelaars te Amsterdam. iüzsn m af ? 2,50 per Flest! Hoofd-Depöt VAK Dr. JAF.GER'S ORIR Koraaal-Wölartitelei. K. F. DEDSCHLE-BENÖE» Amsterdam, Kalverstr. IS? Eenig specialiteit in dei* artikelen in geheel Nedtrl I(S C ( 1TS z{jn de fijnste. ECHT VICTORIAWATER. Oberlahnstein. Piano-, Onel- en MüiiellaiÉl MEYKOO* «k KALSHOVEH, Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Huw. Repareeren Stemmen Ruilen THE met rollerketting en westwood velgen, is beslist het soltetfgte Rijwiel met 2 jaar garaiiflc, voor ?100. Vraagt Gr illustreerden Prijscourant aan Hoofdaaenten A. DRUKKER & Co, Amsterdam, O Z. Voorburgwal i24-2/24i, bij Damstraat. fechnikum Altenburg S.-A. fttr ElektrotecliuiiL and Cbemte. Lclirwerkstiitte. Progvammc trei. ^^^ Kfgierunga-KommissEr

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl