De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 19 april pagina 7

19 april 1903 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1347 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MOUT3NIJ- EN Houtgravures en lithograflën van J. Aarts. (Slot). Na eene periode, waar hij het atelieren winkelmeisje op straat, tot sujetten het graveeren op hout, beoefent Aarts ook de lithografie. In plaats van met lithografisch krijt te teekenen op een steen, volgt hij een ander procédé, waarbij hij den steen met touche aquarelleerend behandelt. Verrassende effecten bereikt hij daardoor; mooie; diepe verzadigde tonen, ontstaan vakken weder te doen herleven ook gesteund worden, vooral ook door de ui tgevers, aan wie de zorg voor de artistie ke uitgave van het boek is toevertrouwd geworden.; maar wat, ook al door allerlei omstandigheden in dezen t ijd, een beetje bijzaak werd. Dat ook het fcunstlievende zijner onderwerpen koos, is hij zich meer gaan toeleggen op het afbeelden van polderjongens, die moderne Hollandsche titans, zooals hij ze aan den arbeid zag, hunne reuzen werken uitvoerende, en naast hen de sleeperspaarden, die andere typen van stoere kracht. Zoo werkt hij rustig voort, zijn vrijen tijd wijdend aan zijn rak, aan zijn kunst, want ook hij heeft Doodendans. ie gaan in den tredmolen van dagelijksche bezigheden, waaraan hij een gedeelte van aijn kracht moet geven, die hij anders geheel zou omzetten in zijn werk. Behalve .Feiistus uit een rijk gevarieerd palet, en gevat in breede, groot geziene vormen. Zoo, zijn «feestavond" van zeer bijzondere visie, zijn «stortbui", rijk van kleurwerking, zijn »paard'', decoratief groot, een andere »feestavond" van bijna tragische kracht, door het verdieilijkte schepsel, dat zich mee laat slepen. Deze realistische voorstellingen vormen een sterk contrast met zijne vroegere meer dichterlijke composities. Toch zijn deze twee richtingen innig saamverbonden; zonder realisme is fantasie als een koortsige droom, die wegzinkt in het niet en be vatting buitensluit. De studie van de natuur, het diep doordringen in het leven van menschen en dingen, de humor van het leven zien en begrijpen, en daardoor de werkelijkheid omzetten in een bijzonderen vorm van schoonheid, dit toch is werkelijk heid en fantasie in n beeld vereenigen. Wat zal Aarts ons in de toekomst geven ? Wij willen ons niet aan voorspellingen wagen. De hout- en kopergravure hebben hare roeping nog niet volbracht, want al is de fotografie daar met hare toekomstige verbeteringen; zij zal nimmer dat geven, wat een oude Duitsche, Hollandsche, Vlaamsche of Italiaansche houtsnijder ons gaf in zijne platen, nooit dat leven, dat innig menschelijke, die persoonlijke visie van den denkenden mensch, die in hoofdgedachten zijne gedachten samenvatte, en uitbeeldde met enkele expressieve lijnen, die het leven vasthielden, en zoo, na eeuwen voor ons bewaard bleven. Men mag dus onder stellen dat er voor de hout- en koper graveurs wel toekomst is, mits zij niet in geaffecteerdheid en maniertjes vervallen, niet meedoen aan allerlei modegrillen, waardoor hun werk alleen aantrekkelijk blijft voor enkele zich ongewoon aanstel lende menschen. Door eenvoudig en frisch de d:ngen weer te geven, zooals zij zijn, en slechts dat te geven, waartoe de techniek als vanzelf dwingt, bestaat de kans dat er goede dingen zullen komen. Maar mogen de pogingen om deze mooie kunstpubliek van zijn kant het welslagen bevordere, door goed werk] te eischen, en dit dan ook zal weten te '. waardeeren! O November '02. L. LACOMBLÉ. Tentoonstelling der nagelaten werken van DDCO M. Crop in het Stedelijk-Museum te Amsterdam. Veel had hy' ons nog kunnen geven, deze ryk begaafde, ernstig zoekende kunstenaar, wiens leren een tweetal jaren geleden zoo droevig werd afgesneden. En toen had hij zich reeds als ornamentteekenaar een lang niet alledaagschen naam verworven. De cretonnes van Crop begonnen een zekere reputatie te verkrygen, men voelde iets voor die plant- en diersamenstellingen, die, tot fraaie ornamenten verwerkt in zachte harmonische kleuren, aac de wellicht wat harde en stroeve stof toch een beschaafd karakter gaven, er weelde en rijkdom op tooverden. En zagen we enkele jaren geleden eer s een tentoonstelling uitsluitend van de cretonnes der Helmondsche fabriek, thans zien we ze als het ware ontstaan, we zien hier dat natuur en nog eens natuur de grootste factor is ge weest in de wording dezer samenstellingen. We zien hier tallooze bloemstudies forsch en krachtig gedaan, meestal door een fantastische kleurenmengeling omgeven, waar Crop zijn motieven uit putte, en al zy'n deze studies dan ook nog niet tot ornamentale combinaties om gewerkt, de opvattin);, de strakke wyze van teekenen wijst toch reeds, waar hu in zijn natuurstudies naar zocht en waartoe hy ze dienstbaar maakte Maar afgescheiden van het doel, dat hu er mede beoogde, zyn enkele dezer bloem- en dierteekeningen op zich zelf be schouwd, zeer compleete uitingen van de zeer juiste opmerkingsgave, waarmede Crop alles wat hem omringde waarnam en als zoodanig zijn zij reeds meer dan enkel studies, die de kunstenaar slechts voor zich zelf maakt als materiaal voor omvangrijker samenstellingen; het zyn reeds voor -verzamelaars begeerlijke schatten, zooals de verst doorgevoerde studies van Hoytema of Jan van Oort. Maar Crop'g zwaartepunt ligt toch in zijn ornament, en waar we eenige weken geleden den Kngelschen meester Crane in zijn ornamtnt-uitingen konden waarnemen, daar trof het ons; temeer, toen we op de tentoonstelling Crop's werk met dat van zijn Engelschen voorganger hoorden vergeleken; hoeveel rustiger, voornamer, fijner, gevoe liger onze Hollander zich in het bijzonder in zy'n kleursamenstellingen toont. Crane'a be hangsels en Crop's cretonnes die een oogenschijnujke groote verwantschap vertoonen, ver schillen in distinctie toch zoo hemelsbreed van elkander; het is mogelijk dat Crane's muurversieringen hun bestemming moeten vinden in enorme hallen of zalen en Crop's werk een huiselijk Hollandsen interieur moeten veraan genamen, en dat dan beider bedoeling en op vatting eerst goed tot hun recht komt, maar beschouwen wij ze, zoo als wij op beide ten toonstellingen er toe in de gelegenheid waren, dan voelen we direct dat Ctop een der onzen is, en Crane ondanks z\jn erkend meesterschap, in kleurharmonie verre van ons staat. Naast de uitgevoerde ontwerpen, deels machinaal, deels in handdruk, wat bij primi tiever uitzien toch door het gemis der machi nale eentoonigheid een ongewoon aspect ver toont, gaven vele nog helaas onuitgevoerde ontwerpen zoowel voor muurbekleeding als japonstoffen ons blijken van zy'n byzonderen aanleg voor lijnsamenstelling, waardoor we het telkens weer moeten betreuren, dat hij ons niet meer heeft kunnen geven. Zyn ontwerpen voor kunstig geblazen glazen, zyn denkbeelden voor kamerschermen, dit alles deed ons nog zoo veel verwachten wat niet verwezenlijkt is mogen worden en nu ia onze herinnering zal blyven als het werk van een der onzen die bij den opbloei onzer versieringskunst, zich zeker een plaats in de eerste gelederen zou ver worven hebben, R. W. P. JK. Doodendans. Geram Mnller's tentoonstelling ?an APpellen en tekeningen. (Kunsthandel C. M. van Gogh 453Keizersgracht Amsterdam. April?Mei 1903.) BÖden eersten aanblik van Gerard Mnller's werken, kan men den indruk hebben dat hy niet tot de Hollandsche artisten behoort; na Hy gelooft niet dat veldbloemen zwervend geplukt en achteloos by elkander gevoegd ooit vslsch of disharmoniens kannen doen, bq durft stark paarsch of violet vlak by'kreeftenrood te zetten, of tnrquoise naast room-wit te plaatsen, hy denkt niet om den smaak van anderen maar geeft «zy'n smaak" met een ver rassend zuivere techniek te zien. Ik kan my my voorstellen dat Gerard Muller wanneer hy aan den arbeid gaat, zich eent verlustigt in de meest ry'ke, kleurige stoffen, combinatiën zoekende die 't mooist staan tegen blanke vrouwenarmen om ten slotte een klenrenwereld te vinden, waarin by zy'n charme kan uitdrukken. Treffend weet hu den aard der stoffen terug te geven b.v. het verschil tnsschen fluweel, zijde of bont, zeldzaam kaïhy 't kristal doen schitteren en glas doen spiegelen, buitenge woon pakt hy de frissche kleur der bloemen of de doorschijnende matte kleur van een drniventros. Elegant zy'n de compositiën zyner werken, zelfs in die. der bloemen bereikt hy de Japansche sierlijkheid. Te verwonderen was het dus niet dat landen als Algiers, Spanje hem de schoonheid lieten zien die hy zocht en voelde. Toch is hy ras-Hollander gebleven en ia evenals de ond-Delftsche plateelbakkeri die zich veel inspireerden op het Japansch en Chineeach decor, onmiddellijk als Hollandiek kunstenaar kenbaar. « * * Moeielyk valt bet om eene keuze te doen uit Gerards Maller's werken en het gekozene dan te beschrijven als type van zy'n talent; daarvoor behandelt hy te verschillende onder werpen. Enkele teekeningen wil ik nader aanduiden en zoo meen ik dat de aquarel «Een onverwacht bericht", een dame in een fauteuil voor een spiegel gezeten voorstellend, juist om de hoogst beschaafde kleur-combinatiën, aandachtig moet worden beschouwd. Zoo ook de teekening waar een jong meisje bezig is met bet arrangeeren van perziken en druiven. Er is een bizondere kleuren-rijkdom in gegeven. Brutaal artistiek van kleur en opvatting is het stilleven, een bord met druiven en citroenen tegan een blauwachtig fond. Het roode kleed is magnifiek, vooral in de schaduw onder 't bord. Welk een technische vaardigheid is er noodig om druiven, citroenen, enz. zóó te laten fonkelen! Ook in de aquarel waar bloemen in een glas staan tegen een paarsch blauw gordijn is de volle weelde van kleur teruggegeven. Wat reflecteert dat glas uitstekend de feestelijke kleuren-pracht, hoe fraai is de behandeling der teere kleurtjes dezer bloemen in licht en schaduw ! Het tegenovergestelde eener feestelijke stemming is te vinden in eene teekening waar verdorde eiken- en beukenbladen tegen een licht blauwen achtergrond zijn uitgedrukt. De mooie, fijne toon doet denken aan een treurige najaarstemming. Een hoog rood gekleurd bloempje en eenige witte inkt-appeltjes zy'n geestige, afwisselend elegante accentjes. Wat een mooie aandacht heeft Gerard Muller hier gehad bij het zien van die verschillende geelenl Werkelyk, by een aandachtige beschouwing zijner werken komt men tot appreciatie en hoogachting en vestigt zich de vaste overtuiging dat ook hem een plaats toekomt in de Hollandsche kunst onzer dagen. Gerard Muller is te Amsterdam in 1861 ge boren. Voor den handel opgeleid, bezocht hy eerst de handelsschool; later kwam hy aan de akademie van beeldende kunsten. Vervolgens ging by naar de Academie te Antwerpen, onder Verlat, toen naar Brussel en Parys Voor de Maatschappij Arti et Amicitiae was hy in de jaren 1893?97 een ijverig secretaris, vertrok voor zy'n gezondheid naar Algiers en kwam eindelyk in het beloofde land Spanje (1899). Na dien ty'd vestigde hy zich weder te Amsterdam. Niettegenstaande zy'n nogjeagdigen leeftijd heeft by een bewogen leven achter den rug, men hoorde r& 1896 weinig meer van hem, totdat hij r.u weder toont een sterk temperament met een groot individuaHteitsgevoel te bezitten. Zulk een man kan zich niet perdre dans la foule" en met groote Vrouwelijke zorgen". (Penteekening naar de aquarel van Gerard Muller). aandachtige beschouwing gaat deze indruk verloren, omdat de wyze van uitvoering Hollandsch is. Misschien ontdekt men dat by' behalve voor de werken der moderne Italiaansche artisten als Cremona, Morelli, ook een bijzonders voor liefde heeft voor de Japanscue kunst van Outamaro, Hokousaï, Hokki e. a. Zeker is het dat hij afgesloten bly'ft van de toondinpte em' de werking van licht en donker der Hol landsche meesters J. Maris, Israëls, Nenhuys enz. Het zoeken naar sterke kleur-combinatiën (soms b\j het geweldige af) treft in bijna al zy'n werken, hy' is verrukt over 't schitteren van glas of kristal, over mooie kleurige stoffen, over de weelde der bloemenpracht. vreugde heb ik dan ook weder zijn nieuwe werken genoten. THBOPH. i>« Boor, De tentoonstelling wordt geopend 20 April a.s. Zy ia tot uit Mei dagelijks van 10?5 «ar (behalve des Zondags) te bezichtigen en omvat een 15-tal aquarellen, 4 pastei- en 10 kr\jtteekeningen, in hoofdzaak werken uit den laatsten tijd. Een der geëxposeerde aquarellen >Vrouwely'ke zorgen" is in penteekening hier gereproduceerd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl