Historisch Archief 1877-1940
No. 1347
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
MOUT3NIJ- EN
Houtgravures en lithograflën
van J. Aarts.
(Slot).
Na eene periode, waar hij het
atelieren winkelmeisje op straat, tot sujetten
het graveeren op hout, beoefent Aarts ook
de lithografie. In plaats van met
lithografisch krijt te teekenen op een steen, volgt
hij een ander procédé, waarbij hij den
steen met touche aquarelleerend behandelt.
Verrassende effecten bereikt hij daardoor;
mooie; diepe verzadigde tonen, ontstaan
vakken weder te doen herleven ook
gesteund worden, vooral ook door de ui
tgevers, aan wie de zorg voor de artistie ke
uitgave van het boek is toevertrouwd
geworden.; maar wat, ook al door allerlei
omstandigheden in dezen t ijd, een beetje
bijzaak werd. Dat ook het fcunstlievende
zijner onderwerpen koos, is hij zich meer
gaan toeleggen op het afbeelden van
polderjongens, die moderne Hollandsche
titans, zooals hij ze aan den arbeid zag,
hunne reuzen werken uitvoerende, en naast
hen de sleeperspaarden, die andere typen
van stoere kracht. Zoo werkt hij rustig
voort, zijn vrijen tijd wijdend aan zijn
rak, aan zijn kunst, want ook hij heeft
Doodendans.
ie gaan in den tredmolen van dagelijksche
bezigheden, waaraan hij een gedeelte van
aijn kracht moet geven, die hij anders
geheel zou omzetten in zijn werk. Behalve
.Feiistus
uit een rijk gevarieerd palet, en gevat in
breede, groot geziene vormen. Zoo, zijn
«feestavond" van zeer bijzondere visie, zijn
«stortbui", rijk van kleurwerking, zijn
»paard'', decoratief groot, een andere
»feestavond" van bijna tragische kracht,
door het verdieilijkte schepsel, dat zich mee
laat slepen.
Deze realistische voorstellingen vormen
een sterk contrast met zijne vroegere meer
dichterlijke composities. Toch zijn deze
twee richtingen innig saamverbonden;
zonder realisme is fantasie als een koortsige
droom, die wegzinkt in het niet en be
vatting buitensluit. De studie van de
natuur, het diep doordringen in het leven
van menschen en dingen, de humor van
het leven zien en begrijpen, en daardoor
de werkelijkheid omzetten in een bijzonderen
vorm van schoonheid, dit toch is werkelijk
heid en fantasie in n beeld vereenigen.
Wat zal Aarts ons in de toekomst geven ?
Wij willen ons niet aan voorspellingen
wagen. De hout- en kopergravure hebben
hare roeping nog niet volbracht, want al
is de fotografie daar met hare toekomstige
verbeteringen; zij zal nimmer dat geven, wat
een oude Duitsche, Hollandsche, Vlaamsche
of Italiaansche houtsnijder ons gaf in zijne
platen, nooit dat leven, dat innig
menschelijke, die persoonlijke visie van den
denkenden mensch, die in hoofdgedachten
zijne gedachten samenvatte, en uitbeeldde
met enkele expressieve lijnen, die het
leven vasthielden, en zoo, na eeuwen voor
ons bewaard bleven. Men mag dus onder
stellen dat er voor de hout- en koper
graveurs wel toekomst is, mits zij niet in
geaffecteerdheid en maniertjes vervallen,
niet meedoen aan allerlei modegrillen,
waardoor hun werk alleen aantrekkelijk
blijft voor enkele zich ongewoon aanstel
lende menschen. Door eenvoudig en frisch
de d:ngen weer te geven, zooals zij zijn,
en slechts dat te geven, waartoe de techniek
als vanzelf dwingt, bestaat de kans dat
er goede dingen zullen komen. Maar
mogen de pogingen om deze mooie
kunstpubliek van zijn kant het welslagen
bevordere, door goed werk] te eischen, en
dit dan ook zal weten te '. waardeeren!
O November '02. L. LACOMBLÉ.
Tentoonstelling der nagelaten werken van
DDCO M. Crop
in het Stedelijk-Museum te Amsterdam.
Veel had hy' ons nog kunnen geven, deze
ryk begaafde, ernstig zoekende kunstenaar,
wiens leren een tweetal jaren geleden zoo
droevig werd afgesneden. En toen had hij zich
reeds als ornamentteekenaar een lang niet
alledaagschen naam verworven. De cretonnes van
Crop begonnen een zekere reputatie te
verkrygen, men voelde iets voor die plant- en
diersamenstellingen, die, tot fraaie ornamenten
verwerkt in zachte harmonische kleuren, aac
de wellicht wat harde en stroeve stof toch een
beschaafd karakter gaven, er weelde en rijkdom
op tooverden.
En zagen we enkele jaren geleden eer s een
tentoonstelling uitsluitend van de cretonnes
der Helmondsche fabriek, thans zien we ze
als het ware ontstaan, we zien hier dat natuur
en nog eens natuur de grootste factor is ge
weest in de wording dezer samenstellingen.
We zien hier tallooze bloemstudies forsch en
krachtig gedaan, meestal door een fantastische
kleurenmengeling omgeven, waar Crop zijn
motieven uit putte, en al zy'n deze studies dan
ook nog niet tot ornamentale combinaties om
gewerkt, de opvattin);, de strakke wyze van
teekenen wijst toch reeds, waar hu in zijn
natuurstudies naar zocht en waartoe hy ze
dienstbaar maakte Maar afgescheiden van het
doel, dat hu er mede beoogde, zyn enkele dezer
bloem- en dierteekeningen op zich zelf be
schouwd, zeer compleete uitingen van de zeer
juiste opmerkingsgave, waarmede Crop alles
wat hem omringde waarnam en als zoodanig
zijn zij reeds meer dan enkel studies, die de
kunstenaar slechts voor zich zelf maakt als
materiaal voor omvangrijker samenstellingen;
het zyn reeds voor -verzamelaars begeerlijke
schatten, zooals de verst doorgevoerde studies
van Hoytema of Jan van Oort. Maar Crop'g
zwaartepunt ligt toch in zijn ornament, en
waar we eenige weken geleden den Kngelschen
meester Crane in zijn ornamtnt-uitingen konden
waarnemen, daar trof het ons; temeer, toen we
op de tentoonstelling Crop's werk met dat van
zijn Engelschen voorganger hoorden vergeleken;
hoeveel rustiger, voornamer, fijner, gevoe
liger onze Hollander zich in het bijzonder
in zy'n kleursamenstellingen toont. Crane'a be
hangsels en Crop's cretonnes die een
oogenschijnujke groote verwantschap vertoonen, ver
schillen in distinctie toch zoo hemelsbreed
van elkander; het is mogelijk dat Crane's
muurversieringen hun bestemming moeten vinden
in enorme hallen of zalen en Crop's werk een
huiselijk Hollandsen interieur moeten veraan
genamen, en dat dan beider bedoeling en op
vatting eerst goed tot hun recht komt, maar
beschouwen wij ze, zoo als wij op beide ten
toonstellingen er toe in de gelegenheid waren,
dan voelen we direct dat Ctop een der onzen
is, en Crane ondanks z\jn erkend meesterschap,
in kleurharmonie verre van ons staat.
Naast de uitgevoerde ontwerpen, deels
machinaal, deels in handdruk, wat bij primi
tiever uitzien toch door het gemis der machi
nale eentoonigheid een ongewoon aspect ver
toont, gaven vele nog helaas onuitgevoerde
ontwerpen zoowel voor muurbekleeding als
japonstoffen ons blijken van zy'n byzonderen
aanleg voor lijnsamenstelling, waardoor we
het telkens weer moeten betreuren, dat hij ons
niet meer heeft kunnen geven. Zyn ontwerpen
voor kunstig geblazen glazen, zyn denkbeelden
voor kamerschermen, dit alles deed ons nog
zoo veel verwachten wat niet verwezenlijkt is
mogen worden en nu ia onze herinnering zal
blyven als het werk van een der onzen die bij
den opbloei onzer versieringskunst, zich zeker
een plaats in de eerste gelederen zou ver
worven hebben,
R. W. P. JK.
Doodendans.
Geram Mnller's tentoonstelling ?an
APpellen en tekeningen.
(Kunsthandel C. M. van Gogh 453Keizersgracht
Amsterdam. April?Mei 1903.)
BÖden eersten aanblik van Gerard Mnller's
werken, kan men den indruk hebben dat hy
niet tot de Hollandsche artisten behoort; na
Hy gelooft niet dat veldbloemen zwervend
geplukt en achteloos by elkander gevoegd ooit
vslsch of disharmoniens kannen doen, bq
durft stark paarsch of violet vlak
by'kreeftenrood te zetten, of tnrquoise naast room-wit te
plaatsen, hy denkt niet om den smaak van
anderen maar geeft «zy'n smaak" met een ver
rassend zuivere techniek te zien.
Ik kan my my voorstellen dat Gerard Muller
wanneer hy aan den arbeid gaat, zich eent
verlustigt in de meest ry'ke, kleurige stoffen,
combinatiën zoekende die 't mooist staan tegen
blanke vrouwenarmen om ten slotte een
klenrenwereld te vinden, waarin by zy'n charme
kan uitdrukken.
Treffend weet hu den aard der stoffen terug
te geven b.v. het verschil tnsschen fluweel,
zijde of bont, zeldzaam kaïhy 't kristal doen
schitteren en glas doen spiegelen, buitenge
woon pakt hy de frissche kleur der bloemen
of de doorschijnende matte kleur van een
drniventros.
Elegant zy'n de compositiën zyner werken,
zelfs in die. der bloemen bereikt hy de
Japansche sierlijkheid.
Te verwonderen was het dus niet dat landen
als Algiers, Spanje hem de schoonheid lieten
zien die hy zocht en voelde.
Toch is hy ras-Hollander gebleven en ia
evenals de ond-Delftsche plateelbakkeri die
zich veel inspireerden op het Japansch en
Chineeach decor, onmiddellijk als Hollandiek
kunstenaar kenbaar.
« *
*
Moeielyk valt bet om eene keuze te doen
uit Gerards Maller's werken en het gekozene
dan te beschrijven als type van zy'n talent;
daarvoor behandelt hy te verschillende onder
werpen. Enkele teekeningen wil ik nader
aanduiden en zoo meen ik dat de aquarel
«Een onverwacht bericht", een dame in een
fauteuil voor een spiegel gezeten voorstellend,
juist om de hoogst beschaafde kleur-combinatiën,
aandachtig moet worden beschouwd. Zoo ook
de teekening waar een jong meisje bezig is
met bet arrangeeren van perziken en druiven.
Er is een bizondere kleuren-rijkdom in gegeven.
Brutaal artistiek van kleur en opvatting is
het stilleven, een bord met druiven en citroenen
tegan een blauwachtig fond. Het roode kleed
is magnifiek, vooral in de schaduw onder 't
bord. Welk een technische vaardigheid is er
noodig om druiven, citroenen, enz. zóó te laten
fonkelen!
Ook in de aquarel waar bloemen in een
glas staan tegen een paarsch blauw gordijn is
de volle weelde van kleur teruggegeven. Wat
reflecteert dat glas uitstekend de feestelijke
kleuren-pracht, hoe fraai is de behandeling
der teere kleurtjes dezer bloemen in licht en
schaduw !
Het tegenovergestelde eener feestelijke
stemming is te vinden in eene teekening waar
verdorde eiken- en beukenbladen tegen een
licht blauwen achtergrond zijn uitgedrukt. De
mooie, fijne toon doet denken aan een treurige
najaarstemming. Een hoog rood gekleurd
bloempje en eenige witte inkt-appeltjes zy'n
geestige, afwisselend elegante accentjes. Wat
een mooie aandacht heeft Gerard Muller hier
gehad bij het zien van die verschillende geelenl
Werkelyk, by een aandachtige beschouwing
zijner werken komt men tot appreciatie en
hoogachting en vestigt zich de vaste overtuiging
dat ook hem een plaats toekomt in de
Hollandsche kunst onzer dagen.
Gerard Muller is te Amsterdam in 1861 ge
boren. Voor den handel opgeleid, bezocht hy
eerst de handelsschool; later kwam hy aan de
akademie van beeldende kunsten. Vervolgens
ging by naar de Academie te Antwerpen, onder
Verlat, toen naar Brussel en Parys
Voor de Maatschappij Arti et Amicitiae was
hy in de jaren 1893?97 een ijverig secretaris,
vertrok voor zy'n gezondheid naar Algiers en
kwam eindelyk in het beloofde land Spanje
(1899). Na dien ty'd vestigde hy zich weder
te Amsterdam. Niettegenstaande zy'n
nogjeagdigen leeftijd heeft by een bewogen leven
achter den rug, men hoorde r& 1896 weinig
meer van hem, totdat hij r.u weder toont een
sterk temperament met een groot
individuaHteitsgevoel te bezitten. Zulk een man kan
zich niet perdre dans la foule" en met groote
Vrouwelijke zorgen".
(Penteekening naar de aquarel van Gerard Muller).
aandachtige beschouwing gaat deze indruk
verloren, omdat de wyze van uitvoering
Hollandsch is.
Misschien ontdekt men dat by' behalve voor
de werken der moderne Italiaansche artisten
als Cremona, Morelli, ook een bijzonders voor
liefde heeft voor de Japanscue kunst van
Outamaro, Hokousaï, Hokki e. a. Zeker is
het dat hij afgesloten bly'ft van de toondinpte
em' de werking van licht en donker der Hol
landsche meesters J. Maris, Israëls, Nenhuys
enz. Het zoeken naar sterke kleur-combinatiën
(soms b\j het geweldige af) treft in bijna al
zy'n werken, hy' is verrukt over 't schitteren
van glas of kristal, over mooie kleurige stoffen,
over de weelde der bloemenpracht.
vreugde heb ik dan ook weder zijn nieuwe
werken genoten.
THBOPH. i>« Boor,
De tentoonstelling wordt geopend 20 April
a.s. Zy ia tot uit Mei dagelijks van 10?5 «ar
(behalve des Zondags) te bezichtigen en omvat
een 15-tal aquarellen, 4 pastei- en 10
kr\jtteekeningen, in hoofdzaak werken uit den
laatsten tijd. Een der geëxposeerde aquarellen
>Vrouwely'ke zorgen" is in penteekening hier
gereproduceerd.