De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 26 april pagina 2

26 april 1903 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 13A8 . mr. v. d. Brand niet ontslaan van de ver plichting de autoriteit in kennis te stellen van strafbare feiten, waar het hem bekend moest zijn hoe zeer ter Oostkust een openbare m een in g ontbreekt. Ook in een ander opzicht schoot, dunkt ons, mr. v. d. Brand in plichtsver vulling te kort. Had hij in 1897 persoonlijk ervaren, dat de Resident »zóó blijkbaar het onrecht steunde, ja zóó geheel handelde tegen zjjn eersten plicht, den inlander te beschermen, teben knevelarij en misbruik van gezag'' dan is het zeker niet te verdedigen, voor iemand die hart voor de inlanders en een ontwikkeld gevoel van recht bezit, de zorg voor de belangen der geheele Oost kust residentie onbestreden toevertrouwd te laten aan zulk een Resi dent. Had mr. v. d. Brand, gelijk hij ver zekert met de bewijzen in handen, niet hemel en aarde behooren te bewegen, om de hoogste autoriteit te nopen, ten spoedigste een eind te maken aan zulk een bestuur? Mr. v. d. Brand heeft zich hierin al te zwak betoond. Iniusschen dient men, na het omstandig verhaal van Mr. v. d. Brand, dat van zoo jammerlijke plichtsverzaking spreekt, het antwoord van den heer Kooreman af te wachten. ItLtners de eer van het Indisch Bestuur is hier ten zeerste mede gemoeid. Over eenige andere opmerkingen van mr. v. d. Brand in een slot-artikel. Het ontslagen personeel der Spoorwegmaatschappijen. M. d. R. Ik vind nu dagelijks in de bladen ver meld, dat personen in dienst der Spoor wegmaatschappij worden of blijven ont slagen. Vergun mij, M. d. R., langs dezen weg ovtr deze feiten eenige opmerkingen te maken, in de hoop, dat die tot het oor en het hart der Directiën mogen door dringen. Der maatschappijen werd het in de vorige weken door een deel van haar per soneel inderdaad zeer moeilijk gemaakt, maar zij hebben hieraan het hoofd weten te bieden. De strijd is door de maatschap pijen glansrijk gewonnen; gevaar vooreen herhaling is er in de eerste tijden voorzeker niet meer. Wat zou nu schooner zijn, dan als grootmoedig overwinnaar alle zorg en moeite, die reeds tot het verleden behooren, te vergeten, en de tegenpartij den terugtocht te gunnen ? Al is het bedrijf der staking in de wet nu als misdadig gekenmerkt, men zal hier toch nooit eea andere betee kenis dan dat van zoogenaamd »politiek"misdrijf aan kannen geven; een misdrijf, dat de wetgever meent te moeten straffen in het belarg der bestaande rechtsorde in de maatschappij, die hij te verdedigen heeft, maar waarbij des bedrijvers bedoe lingen ook door de tegenpartij nog zeer wel op waarde geschat, en uit een weten schappelijk oogpunt besproken en gecritiseerd kunnen worden. Ik meen te zeggen, dat dit misdrijf van geheel andere beteekenis is, als dat b.v. een machinist heimelijk sterken drank op de machine meevoert, of dat een brugwachter ^óór het einde van den dienst naar huis gaat, of dat een conducteur reizi gers voor een fooiije in een hoogere Klas laat reizen; kortom, als alle feiten, die strijden met de eerlijkheid, veiligheid, etc., die dus ge heel onverdedigbaar zijn. Men zegt dan een voudig, gij zijt een bedrieger, onbekwaam of onbetrouwbaar, ik kan u niet langer gebrui ken. Een algemeene staking als deze kan echter niet als een feit van gelijk karakter worden beschouwd. Indien mee in Rusland een Republiek wilde uitroepen, zich een comitévormde om dat doel te bereiken, zou den de leden daarvan, door de Regeering zwaar worden gestraft, misschien wel ter dood worden gebracht... en toch zoeken Rusland en Frankrijk bij elkaar steun, zijn de Czaar en de President goede vrienden en hoorde de Czaar staande, met ontbloot hoofd de Mareeillaise, het lied der revolutie, aan. Een dergelijke achting voor toestanden, die men zelf niet wenschelijk acht, of waarvan men de mogelijkheid betwijfelt, zou in dit geval op haar plaats zijn. Het is hier een begiruelkwestie. Het socialisme is niet meer een schrikbeeld, een woord, dat in fat soenlijk gezelschap niet uitgesproken mag worden ;het »roode spook" is een schrik meest mog in kringen, waar men 't woord revolutie niet kan hooren zonder direct te denken aan brandstapel, guillotine, of pétroleuses. In verlichtere kringen wordt deze arbeiders beweging sinds tijden echter met meer ernst en waardeering beschouwd. Van achter de regeeriugstafel «prak de heer Pierson zich onomwonden in dien geest uit, en merkwaardig is het, dat de voor zitter van den Raad van commissarissen der Exp). M. prof.Quack, een groot deel van zijn vruchtbaar leven aan de studie van het socialisme heeft gewijd. Op geene betere wijze is de grootsche bedoeling van dit streven in het licht gesteld, dan op vele bladzijden van dit schoone werk s ge schied. Ik kan het slechts in het belang van beide partijen achten, als vooral de groote werkgevers dit maatschappelijk verschijnsel op betere wijze leeren verstaan. Vooral d dar, waar het dagelijksch contact tusechen directie en het lagere personeel bijna ge heel verloren gaat; heo hoofd der firma Muller & Co. wees er dezer dagen reeds op in een zeer lezenswaard artikel en de groote omvang der zaak het der eerste onmogelijk maakt, den gang van het be drijf in details te overzien. Het moet haar taak dan aangenaam verlichten, indien zij met gerustheid op het geheele personeel tot den geriogsten man toe vertrouwen en een deel der verantwoordelijkheid op die vele schouders overdragen kan. Echter zal dit pas kunnen gebeuren, als ieder arbeider weet en voelt, dat het OOK zijne zaak is; dat ook zijn werk op waarde wordt ge schat ; dat hij ook bij den goeden gang van zaken belang heeft; dat 't hem wél zal gaan, als de onderneming bloeit. ? Hierover wordt nu de strijd met zooveel verbittering gestreden. De arbeider wordt er zich van bewust, dat zijn toestand zoo veel beter kon zijn. Zijn doel is het niet, het raderwerk stil te zetten of de directie te verdrijven, om die op haar beurt slavenwerk te doen verrichten, hij vraagt slechts betere verhoudingen: eerst stoffelijk, later geleidelijk geestelijk aandeel in de zaak, meenend daardoor te bereiken een toestand van meer algemeene welvaart, verhooging van het levensgeluk. Deze toe komst is hem voorgespiegeld, hij begrijpt haar, hij denkt zich daar in en de gedachte laat hem niet meer los, voor de verwezen lijking daarvan te ijveren. En hoe vatten de directies der spoor wegmaatschappijen deze beweging BU op ? Bij honderden en honderden worden naar ik lees de sbelhamals" ontslagen, plotseling broodeloos gemaakt, in diepen jammer gestort. Moet dan aan hen, die thans het zwaarste lot op aarde dragen, zelfs de hoop zoo ruw worden ontnomen, om eens een grooter geluk daar te mogen beleven? In de bladen M. de R. stond het diep schokkende feit vermeld, dat een machinist op het hooren van zijn ontslag plotseling krankzinnig werd. Men denke zich in dien toestand: uitgaande om te trachten voor vrouw en kinderen een iets hooger weekloon of een korter arbeidsdag te verkrijgen, thuiskomend zonder dat te hebben bereikt, ja het thans genotene wordt zelfs den »oproerling" niet meer ge gund. Nu niets meer, geen brood, geen uitkomst. Want schier in geen vak treft ontslag uit den dienst zoo moorddadig als juist bij de spoorwegen. Een timmerman, een landbouwer gaat aanstonds naar een anderen baas en vraagt daar om werk. Maar waar moet de gpoorwegheambte naar toe? En toch zullen ook de Directies wel weten, datdie «belhamels" dikwijls juist de slechtste werklieden niet zijn, doch het vlugst van begrip, het handigst en het energiekst. Wordt er dan geen prijs op gesteld, die krachten voor hunne Maat schappij te behouden of meenen de directies werkelijk, dat het dien lieden toch niet naar den zin is te maken ? Dankt men dierzijds soms nu een keurkorps van »mak" personeel te vormen, dankbaar voor elke bete broods, die zij mogen verdienen; dat geene wen se en meer heefr, of daarvoor niet meer durft op te komen ? In den nood moest natuurlijk getracht worden door aanname van nieuw personeel zooveel mogelijk in den dienst te voorzien, en een staker loopt altijd risico, bij zijn terugkeer zijne plaats door een ander te z'en bezet. Maar wanneer hem geen ander misdrijf ten laste gelegd kan worden, dan dat hij trachtte zijne positie te verbeteren, toen hij meende daar kans toe te hebben langs een algemeen erkend, geoorloofden, in den zin van eerlijken, weg slechts om redenen van staatsbelang nu wettelijk strafbaar gesteld dan mag hij er toch wel op rekenen, zoo spoedig mogelijk weer in zijne betrekking hersteld te worden. Dit werd blijkbaar door het spoorwegper soneel ook nu verwacht. De directies kunnen dit vertrouwen op eene ruime opvatting wel beschamen, maar moeielijk kwalijk nemen. In koelen bloede wordt aan de ver tegenwoordigers der werklieden hun ontslag gegeven. Geeft men aan geheime agitatie dan de voorkeur en wil men bepaald hui chelaars kweeken ? Intusschen de hitte van den strij'l is misschien nog niet geheel bekotld, Je opgewekte hartstochten ook aan werkgevers zijde nog niet bedaard. De meening van het publiek, nog onder den indruk van de doorgestane »angsten", steunt dergelijke maatregelen, die moeielijk anders dan als onedelmoedig kunnen worden gtqualificeerd. Men bedenke, hoe hierdoor de ellende in onze natie op onrustbarende wijze wordt vermeerderd. Mocht u, M. de R , door opname van het bovenstaande uwe medewerking willen verleenen aan deze poging, om de zaken nog ten goede te doen keeren, dan betuig ik u mijnen weigemeenden dank. R ij s w ij k. J. v. HETTIXGA TROMP. In hoofdzaak zijn wij het met den in zender eens. Trouwens, algemeener wordt alweder het bestf, dat »geen verbittering maar verzoe ning" de leus van de overwinnaars be hoort te zijn. Alleen de H. IJ. S., zoo leest men in de dagbladen, heeft een duizendtal uitgeslotenen ; het aantal van verongelukten over de geheele linie is niet bekend. In 't bijzonder de spoorwegstakers ver dienen niet zulk een hard lot. Na de eerste staking waren zij allen weer aangenomen; zou er volgens plechtige belofte geen rancune zijn, maar erkenning der organisaties en opheffing der grieven. Hoe konden nu velen dezer menschen, nu zij meenden, dat er toch rancune werd gevoed; dat men hun stakingsrecht be laagde; nu zij alle winst vreesden te ver liezen, die zij hadden behaald; het mis dadig achten zich nogmaals door staking te verdedigen en hoe zou men hen voor slechter kunnen houden dan honderden hunner geestverwanten, die het hervatten van de staking niet hebben aangedurfd ? Zeker, zij deden verkeerd, de slachtoffers; niemand heeft dat eer en duidelijker ge zegd dan wijzelf; maar bij het constateeren van den misslag mag men niet vergeten wat er aan is voorgegaan. Men stelle zich eens onbevooroordeeld op hun plaats; ge dachtig aan het verleden, hun ontwikkeling, en den drang op hen geoefend door leiders, die ook van zedelijke motieven geen spaar zaam gebruik maakten. Dr. Kuyper meende de toekomst niet te kunnen tegen gaan zonder strafwetten. Hij heeft ze en krijgt een spoorwegbrigade daar bij. Maar zonder die beiden werd deze spoor wegstaking overwonnen. Welnu, zou er dan nu nog, na alles wat gebeurd is, en met de thans bestaande middelen ter voorkoming, waarvan de et quote en de maatregel van Bestuur wel de krachtigste zullen zijn, er nog gevaar te duchten zijn, als, zij 't dan ook met enkele uitzonderingen, die vele honderden huisvaders weder in staat werden gesteld hun werk voort te zetten en alzoo te zorgen voor vrouw en kroost? Welk belang geeft het recht misschien wel GOOG personen, waaronder de meesten als leden van een huisgezin eens stakers, volstrekt onschuldig, in de diepste ellende te doen voortleven? Zeker allerminst het algemeen belang Is 't niet schade genoeg, dat personenen goederenvervoer noa; altijd zoo gebrekkig zijn; en zou de veiligheid van het verkeer niet grootelijks bevorderd worden, door de aanstelling van zoo vele oudgedienden en oud beproefden, die na vijf , tien-, twintig-, zelfs dertigjarige trouw zijn weggezonden, als hadden zij hier op aarde de hel reeds verdiend. Waarlijk, zoo ooit, dan steunt nu de verzoeningsgezindheid het welbegrepen eigenbelang. Redactie. Geneeskundige hulp aan Inlanders. i. Onder de vele vraagstukken, die een koloniseeren.de mogendheid in onzen tijd bij de vesti ging en uitbreiding van haar invloed in vreemde landen ontmoet, ia de invoering der moderne westersche geneeskunde hij de bevolking aldaar zeker een der meest belangrijke. Ea eender moeilijkste. Aan menigeer, die zich nooit in het onder werp verdiept heeft, mogen de daaraan verhonden bezwaren misschien gering toeschijnen. De ge neesheer is immers »ds helper en redder der lijdende menschheiu"! Wien onzer is dit niet tallooze malen voorge kauwd,'t zij in gedachtelooze «-verhalen voor de jeiigl", 't zij in afgezaagde romans?! Die gele, bruine en zwarte mtnschheid lijdt op velerlei manieren; welnu, laten wij haar niet onze geneeskunst ietpen en redden. Wat is er nu eenvoudiger en idealistischer? Ea hoe menig jong medicus is er reeds uit getogen, ook naar ons Ind.ë, met een sprankje van dat ideaal, al h het ook m een minder primitieve gedaante, <p den bodem zijner ziel? Maar hoevelen zijn bitter teleurgetteld in hunne verwachtingen..! Talrijk zijn reeds de moeilijkheden die de practische medicus in 't eigen vaderland op zijn weg ontmoet, doch nog meer bezwaren doen zich voor, wanneer die geneeskunde, zoo OLvoikomen nog in hare hulpmiddelen, zoo weinig nog begrepen in haar eigen vaderland, wordt overgeplant te midden van een geheel vreemd volk. In de Recue Srientiftque wordt, ain dit onderwerp een artike gewijd door A. Regnaulr.. Na eenige opmerkingen over den invloed van geneesheeren priesters in de oudheid komt de schrijver tot de tof passing der westersclie geneeskunde in de koloniale gebieden van onzen tijd. liet eerst is ons Ned.-Indiëaan de beurt: er wordt melding gemaakt van het talryke korps Civiele ea Militaire Earopeesche med ei, van de Eurrpeesche en lalaadscbe vroedvrouwen en van de organisatie der dokterdjawa-school en de daar gevormde lulandsche genees-kutdigep. De Engelfchen met Lun gewonen praktiscben zin, l ebben het best en op de meest uitgebreide schaal putij getrokken vaa de diensten der geneeskundigen om. hun invloed uit te breiden. Zij stellen in een nieuw verworven gebied een veel groiter aantal medici aan dau er voor de ambtenaren en kolonisten noodig i?. Aan het korps Oifuieren van Gezondheid worden namelijk nog civiele geneesheeiea, de zoogenaamde medical ojficer?, toegevoegd. Djze zijn vrij talrijk: 45 in Britsch-Guvaua (hoeveel med'ci tellen wij in het niet veel kleinere Suriname;1) 10 op Jam-.ïss, 2b op C ylon. Hun is opgedragen de iulfciders te belaudelen en hen daardoor toegankelijk te maken voor den Britschen invloed. 'Zij otfenen echter nitt alleen de medische praktijk in engeren zin uit, maar bekleeden tevens verschillende admiiisUatieve betrekkingen; zoo zijn sommigen tevens directeur van een gevangenis, anderen oefenen het ly*i nisch toedekt uit op havens of gemeentehistel'iflgeri. Wat de Hindoebevolking van Britsch-Ind. betreft, deze wendt zich over het algemeen niet tot de westersche barbaren dan voor chirugische aandoeningen en hopelooze gevallen van inwendigen aard. De medische sehcol te Calcutta echter telt een aantal inlaudsche leerlingen, die Let vertrouwen hunner zieke landgenooten gaandeweg wel zullen weten te winner. Ook baiten hun koloniën trachten de Engelschen van het werk der medici gebrnik te maken om hun invloed in verschillende werelddeelen uit te breiden, vooral in China. Ileeds omstreeks 1800 opende de zendeling-arts Lockhart van de London Mission een kos'elooze polikliniek te Peking. Te Pak Hoi bezit de London Mission sedert 15 jaren een uitstekend ingericht hospitaal met 2 medici en 3 verpleegsters. Verder stuurde de Engelsche en Amerikaansche zending meer dan 100 vrouwelijke doktoren naar Ciiina. Dan. schetst de schrijver het medische werk zijner eigen landgenooten in Afrika en Azië. Er bestaan m de Eransehe koloniën scholen voor inlandsehe geneeskundigen op Madagascar en te Hanoi (Tonkin). De gouverneur-generaal van Indo-China, Doumer, zegt naar aanleiding van laatstgenoemde school in zijn koloniaal verslag het volgende: De vorming van een korps inlandsehe genees kundigen in Isdo-China sp'u't voort, uit gevoe lens van menschelijkheid waarover we hier niet verder behoeven uit te weider. Zij beantwoordt verder aan politieke bedoelingen waarvoor we rond mogen uil komen. De inlandsehe genees kundige, door ons onderweiep, door ons betaald, zal, dank zij het aanzien dat hij noodzakelijk geniet, een krachtig werktuig ten dienste van den Eranschen invloed zijn. De aan de school te Hanoi gevormde geneeskundig?, 't zij hij werk zaam is in Indo-China zelf, hetzij op de posten daarbuiten, zal Erankrijk dienen en tevens de menschheid. Trachten de Engelschen het Hemelsche Rijk binren te sluipen onder de hoede van Aesculapiu», de Eranscbea laten zich, evenmin onbetuigd. Op verschillende plaatsen zijn onder de hoede der zending kostelooze poliklinieken opgericht en te Tien-Tsien ook een inlandsehe geneeskundige school. Van uit Indo-Cliina worden medische post'n en hospitalen georganiseerd in de grens landen China en Siam. De kosten van personeel en materieel worden op het budget van de kolonie Indo-Cnina ver antwoord. Sommige van die plaatsen zien,volgens Doumer, »!es malades indi^èaes leur arriver en foule." De beschrijvirg daarvan had nauwkeuriger kunnen zijn; het begrip foule" is zoo betrek kelijk! Men zou, op de uren der polikliniek, hetzelfde kunnen zeggen van de Dokter-Djawaschool te Batavia. Maar als men bederkt, dat men, tengevolge ?an den veelal eeiiigszics langeren duur der behandeling, dezelfde patiënten herhaalde maten terugziet en er verder rekening mee houdt dat, er te Batavia pi. m. 80,000 Inlanders en. Chineezen wonen, dan moet men erkennen, dat de trek naar deie inrichting, die reeds haar halve eeuwfeest achter den rug heeft, nog niet onrustbarend groot is. Slechts met betrekking tot n der posten in Zuii-Chinf, Se Mao, worden er in 't Fransche artikel cijfers genoemd: daar meldden zich in de eerste 4 maacden 428 zuken aan. Dit nsullaat Ijkt op 't oog niet onaar.'ig, vooral als we mogen aannemen, dat elke zieke slechts i keer en niet bij elk bezoek opnieuw is meegeteld. Masr met welke aandoeningen kwamen de zieken? Het is hier te htide, vooial op de posten der buitenbezitticgen, ook wel eens voorgekomen, dat jir gp, nog onervaren Oilbieren vaa Gezondheid zich verheugden in een druk bezoek hunner polikliniik door Iclanders, die vooral aan voet- en beenzweren leden. Al spoedig echler bleven de arme zieken csn voor n w< g, onder medeneming van het verbaiidkatoer, dat in den vorm van zwachtels hunne ledeu-afen omhuld en hunne begeerte had opgewekt. Wat ze met die smalle retpjis doek uitvoerder, is ons een raadsel. Op 't oogenbl k wordt er in Erfnkrijk een zending samengesteld van onderwijzer?, bestemd om de fransche taal en den franschen invloed in China te verspreiden. Daar deze agenten vrij zullen zijn van al'c religieuse bijbedoelingen, zullen zij volgens R"gnault bij de bevtlking in een minder slecht blaadje staan dan de missies der verschillende godsdienst ge secten. Volgens het opgestelde programma zuilen de ond(.r*ij«r3 eenige elementaire kennis der fenreskunde be zitten, welke hun laak zal vergemakkelijken. De leden der Katholieke zending, zoo leest men verder, leggen htt iu China af tegen hunne protestantsche rivalen (een leeüjk wo>rd voor de arbeider» in den wijngaard des Heeren') omdat onder de laatsteu zendeling-artsen voor komen, terwijl het den katholieken pril ster door de wetten zijner kerk verboden is, de genees kunde te beoefenen, De schrijf er wil nu de schaal naar de andere zijde doen overhellen, door aan de frausche katholieke missies nietgeestelijke artsen te verbinden, waaronder ook Benige vrouwelijke voor de behandeling van de ofer 't algemeen moeilijk genaakbare vrouwen en kinderen. Verder wenseLt hij, dat nog tal van poften opgericht zullen worden, standplaatsen van me dici, tevens ook administratieve ambtenaren en politieke agenten. De ze personen zouden eenige kennis moeten bezitten van de reeds vele dui zenden jaren oude Chineesche medische geschrif ten. Want elke koelie kent de daarin opgegeven algemeene regels voor onde-rzoek en beha' deling, en c'e Eurcpeesche arts die daartegen zou zon digen, heeft het bij hem al dadelijk verkorven. IVt zoover de heer Regnault. Het komt or.s niet zonder belang voor, om aan zijne uiededee'iagen eenige beschouwingen om'rent onze eigen koloniën vast te knoopen. In Nederlandsch-lnd.ëis de invloed der Europeesche geneeskunde betrekkelijk nog zeer gering. Ze-ker, we hebben tal van civiele en militaire doktoren, een korps inlandsche geneeckundigen, een goed-werkend stelsel van vaccina'ie en tal van grootere en kleire'-e ho'p:talen voor lalander.". Maar dit alles bewijst nog vol strekt niet, dat htt gros der bevolking de Europeesche geneeswijze als eea weldaad beschouwt. De hospitalen voor IrJaaders zijn voornamelijk bevolkt door dwangarbeiders», prostituees en enkele beheeftisten tu juist niet het geschikte publiek om veel vrijwillige bezoekers te trekken. De werkkring der civiele geneesheeren be staat, voor zoo eer hij de inlandsehe bevolking betreft, vooral in he.t behandelen der genoemde hcfpltaalra'ionU-n, in gerechtelijk-geneeskundig onderzoek en in de uitoefening der vaccinatie. De vrije kMnporgbewoner houdt zich zooveel moge'i;k op eerbiedigen afstand vaa den Europetscht n medicus. Ei voor den laatste is onder de tegenwoordige oirist.and:gheden de behandeling der inlanders over 't algemeen een wanhopige bezigheid. Behandeling?! de inlander heeft er niet eens eea woord voor! Hij spreekt a'.leen van fkassi o'oal" (medicijn gevet). Dat kenschetst reeds voor een groot deel den toestat d: de dokter-toovenaar moet zijn ziekten bezweren door het ingeven van geheinzinnige middelen. Van den invloed eener hyg nische levenswijs hee-ft hij niet het fHuwste benul. Teverg.^. i's trac'.t ge hem uit te leggen dat zijn pasg*;boi,;n k-..J ziek is tengevolge van het volstoppen mtt harde rijst en pisang en dat het herstellen zal zoodra het zijn natuurlijk voedsel aan de moederborst weer krijgt. Het komt nkt in hem op dieet te houden als zijn maag van streek i?, nog om zijn water te koken als er ch.ilera heerscht. Verwaardigt hij zich werkelijk eens om, geen andere uitkomst meer ziende, zich aan de be handeling van den Europeaan te onderwerpen, dan is hij meestal geheel en al ontoerekenbaar in zijn doen en laten. Ge hebt hem bijv. een wondverband aangelegd voor n dag, en hem uitgelegd dat een langer blijven liggen daarvan hoogst schadelijk is. Na een week komt bij terug in onverstoorbare gelijkmoedigheid; htt vefband heeft hij er na 3 dagen afgehaald. De wond ziet er afschuwelijk uit, het resultaat van een we kenlange behandeling is te niet gedaan. En de reden voor deze handelwijze? Tracht maar n'c* haar uit te vorscher, het zou vergeefsche moeite zijr. Of er is een zuigeling, die blind dreigt te worden tengevolge van de zonden zijner ouders een dagelijksch voorval in de kampong. Het gelukt u, het ergste gevaar af te wenden ; reeds zijt ge verheugd iemand voor levenslange blind heid bewaard te hebben. Plotseling blijft de moeder weg; maar niet voor goed: na een paar weken vertoont zij zich weer, zeer kleinlaut en fluisteri.; »miulah obht lagi" (mag ik weer me dicijnen hebben f) Maar nu is 't te laat; de reeds beterende oof jes zijn nu geheel veretterd, en onherroepelijk verloren. En waardoor uu eigenlijk? Wel, de moeder mocht niet meer van hui-0, omdat haar heer en echtgenoot zijn nasi (rijstj dan niet op tijd kreeg (historisch). Schandelijk, niet vaar? Ja, ja, zoo'n stomme iulander! Men zou zco'n kerel..... Lazer, ?paar uwe veronlwaardigiag-voor beter tijden.' Htt is treurig dat die man zijn kitd ongelukkig maakte; maar lij deed het uit on wetendheid. Ik zal u wat verteller. We hebben op Java een goed ingericht stelsel van vacci natie, de eenige tak vaa geneeskundige staats bemoeienis in Ind.ëwaarop Nederland eenigszins trotsc'a op mag zijn. Door de groote eenvoudig heid in hare toepassing, door hare zelfs voar dea onontwikkelde kampongbewouer zich'bare resultaten, is de koepok-inenting bij de inlandsehc bevolking populair geworden, duizenden worden er daar voor de diepste ellende bewaard. Maar ziet! S:raks zal de verplichte inenting, dank zij het drijven van Christenen, misschien opge heven worden in Nedeiland.... En dus ock op Java? Ga vondt het zoo verschrikkelijk, lezer, dat die inlander zijn kind blind litt worden ? Wtlnu, na opbelli g der inenting scuien hon derden, misschien duizenden kinderen dat lot deelen; onnoemlijk zou de ellende zijn, en een steeds )o;nemend aantal blinde, misvormde bedelaars langs de wegen zou getuigen hoe het godvruchtige Nederlaudsche volk zijn loeping in dit land vervulde. (Slot volgt). A. B. President Roosevelt, de Monroeleer en het Panama-kanaal. Er is in den laatsten tijd, in en buiten de Vereenigde Staten, heel wat georakeld over de Monroe-leer. Het is mogelijk niet geheel overbodig, te herinneren, wat de oorsprong van deze leer ie geweest. James Monroe (1757 183L) heeft gedurende bijna vijftig jaren zijn vaderland in velerlei zeer belangrijke betrekkingen gediend en ijverig medege werkt tot de uitbreiding van het grond gebied der Unie. Steeds was zijn streven er op gericht, de Vereenigde Staten meer en meer onafhankelijk te maken van Europeesche invloeden. Zijn eerste Presi dentschap duurde van 1817 tot 1820, en in het laatste jaar werd hij met 231 van de 232 stemmen herkozen als President, zeker een eervol getuigenis voor zijne bui tengewone populariteit. Tijdens dit tweede presidentschap richtte bij aan het Congres der Vereecigde Staten eece boodschap, waarin hij zijne landgenooten ernstig waar schuwde, zich niet in te laten met de verwikkelingen in Europa, maar ook niet te dulden, dat de mogendheden van de Oude Wereld zich zouden bemoeien met de aangelegenheden van de Nieuwe. Hij verklaarde, dat elke poging van de zijde der Europeesche mogendheden om haar systeem uit te strekken tot eenig deel van dit halfrond", door de Vereenigde Staten zou worden beschouwd als gevaarlijk voor hun vrede en hun veiligheid." Ziedaar eene theorie, die in de praktijk voor velerlei uitleg vatbaar is. Men hael tot dusver, zoowel in als buiten de Ver eenigde Staten, aangenomen, dat de Monroeleer nooit zou kunnen worden gebruikt als een schild, waarachter zich de SpaaoschAmerikaaneche republieken zouden kunnen verschuilen, wanneer deze aan de rechten van Europeesche mogendheden hadden te kort gedaan, met dien verstande echter, dat de betrokken Europeesche mogend heden zich geen voldoening zouden trachten te verschaffen door de in bezitneming van grondgebied in de Nieuwe Wereld. Maar president Roosevelt, in het begin dezer maand te Chicago sprekend, heeft deze opvatting aanmerkelijk uitgebreid. Volgens hem was het niet slechts uitgesloten, dat de Europeesche mogendheden in of ten koste van die republieken grondgebied zouden trachten te verkrijgen, maar ook dat zij in die landen eene controle zouden uitoefenen, welke feitelijk met een uitbrei ding van grondgebied zou geiijk j*aan." Het Journal des Dóbats merkt naar aanleiding van deze uitlating van president Roosevelt op: >Men weet, dat het Engelsche woord conlrol eene niet zeer scherp begrensde beteekenis heeft, en dat hierdoor aan de diplomatie reeds verschillende ver rassingen zijn bereid. Zr;o hetft SparJ?, egen het einde van den oorlog op Cub;), gemeend, dat het geen afstand deed van de Philippijnen ten behoeve van de Ver eenigde Staten, ofschoon het protocol van Washington sprak van eene conti !e der Vereenigde Staten over den archipel. Intusschen is gebleken, elat die conti óle is uitgeloopen op eene feitelijke in bezit neming. Men zou zich dus moeten afvragen, of het optreden van eere mogendheid tegen over eene Zuid-Amerikaaneche republiek zou moeten worden beschouwd als ten gevolge hebbende de invoering van eene contiöle." Gesteld, dat de eene of andere ZuidAruerikaansche Republiek zich ter afdoe ning eener erkende schuldvordering vaa eene Europeesche mogendheid, verbindt om een deel zijner douane inkomsten aan die mogendheid af te etaan, dan zou ree< hierin, volgens de Nortli American Review, een inbreuk gelegen zijn op de politieke souvereiniteit van den Slaat schuldenaar, en dus eene contióle over dien laatsten staat zijn ingevoerd. Is men met, de rede neering op dit punt aangekomen, dan be hoeft men slechts een stap verder te gaan om die contiöle gelijk te stellen met eete verwerving van grondgebied, waartegen men zich dan, met een beroep op de Monroeleer, met alle macht zou moeten verzetten. President Roosevelt geeft zelf een voor beeld ter verduidelijking van zijn opvat ting. De Vereenigde Staten willen het Panama kanaal aanleggen, of liever ge zegd voltooien, om te beletten, dat eenige Europeesche mogendheid op eeneSpaanschAmerikaaüsche Republiek hier dus Columbia »eene contiöle uitoefent, die gelijk staat met eece verwerving van grondgebied." Maar nu is er in Columbia zelf eene partij, die zich met hand en tand verzet tegen het traktaat HayHerran, dat trouwens door het Congrta

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl