De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 26 april pagina 4

26 april 1903 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAW». No. 1348 den vorm en door zin voor pikante klankef fecten vind ik zoo erg niet. Men behoeft echter geen reminiscentien jager (het woord h aan onze duitsche buren ontleend) te zijn om toch episodes uit het sextet wel wat al te opvallend van gelijkenis te vinden met bekende motieven onzer moderne orchest-litteratuur. Is dus de uitvoering niet wat men noemt een succes geweest voor den componist, zoo ben ik toch in hooge mate onzen kunstenaars der kamermuziek dankbaar voor de kennismaking met de toch in ieder geval interessante noviteit. De beide andere nummers van het programma waren het e-mol strijkquartet van Beethoven, op. 59, en Sshubert's klavierquintet (?oor piano, viool, alt, cello en contrabas) met de variatiën op het lied >Die Forelle". Eerstganoemd werk genoot een door en door artistieke vertolking die ook in het Adagio, ten opzichte der klankschoonheid, geen enkelen wensch onbevredigd liet In de andere deelen zou men daarentegen nog grooter samensmelting der vier instru menten mogelijk geacht hebben. Het heerlijke en melodieuse quintet van den eenigen Scttnbert was een waardig slot van den avond Zoowel in dit quintet als in het sextet van Weingartner viel het op, hoe de klank van den contrabas een diepte en een fond weet te verleenen aan het geheel. Het moet echter ook gezegd wjrden, dat de heer Blazer, trots zy'n groote bescheidenheid, of misschien wel juist daarom, enorm veel bijge dragen heeft tot dit resultaat. Aan het einde van den avond verhief zich een meer dan gewoon applaus van de helaas niet talrijke aanwezigen, welk applaus het karakter eener oratie aannam voor onzen «Primgeiger" Bram Eldering. Men vermoedt de oorzaak. Daags te voren hadden de dag bladen vermeld dat de heer Eldering een eer vol beroep naar Keulen had aangenomen. Ik heb te dezer plaatse zoo dikwijls de meest onbeperkte hulde gebracht aan het talent fan Eldering; ik wil thans ook hier uitspreken dat het voor onze stad een schier onherstel baar verlies is dat deze eminente kunstenaar ons gaat verlaten. Ik hoop echter nog niet voor goed afscheid van hem te nemen. Het zou een goede daad zyn als men een breeden kring van mnziekvrienden hier in staat stelde den kunstenaar een hartelijk vaarwel toe te roepen. Zou de directie van het Concertgebouw dat niet kunnen bewerkstelligen ? Da ty'd voor de zomerabonnementsconcerten is toch nog niet aangebroken l Met een kort woord wil ik ten slotte nog vermei en, dat ik 1.1. Zo dag in het Concert gebouw twee orchestwerken gehoord heb van A. D Loman Jr. Het eene is een tymphonisch gedicht »Na de zegepraal", het andere is een Lirgo Het eerste werk meen ik indertijd eens gehoord te hebben onder leiding van den heer Riabe. Het is een werk boeiend van motieven, maar ietwat vaag van bewerking. Het klinkt schoon en de componist toont vertrouwd te zijn met het geheele moderne orchestapparaat. Een bpschryvirg van den gedachtengang des componisten ware in het programmaboek niet overbodig geweest. Het tweede nummer klinkt eveneens mooi, maar is rhythmüch ietwat monotoon. De heer Loman zal over de uitvoering zeker wel tevreden zy'n geweest. Zy' was klankschoon in hooge mate, gely'k alles wat door ots orchest wordt uitgevoerd. ANT AVERKAMP. Japon» A thing of beauty is a joy for ever", en de kunst der Japanners is nu eenmaal nietaiders dan de zucht naar schoonheid, [n hunne kleeding, in hou huisraad, in hun tuinaanleg-, in hun bloemschikkingen, kortom ia alles domineert bij hen het gevoel voor schoonheid van lijn, voor harmonie van kleur. En het meest volkomen spreekt dit alles overheerschende gevoel uit hunne prenten, waarin zij weergeven de schoon heid van mensch en dier, van bloem en p!ant.( met een nauw keurigheid en accuratesse die we bij onze zevectiende-eeuwsche meesters slechts teru;vmden. Uit hunne prenten leeren we hun land en hun volk kennen, hunne zeden en ge woonten, hunne gebruiken en eigenaardigheden, want de Japaansche prent of de Japansche houtsnede liever gezegd, dankt zijn ontstaan juist aau een kunstrichting die, afwijkende van toenmash bestaa; den, zich aangetrokken voelde tot hst, volksleven in al zij a bekoorlijken eenvoud. Het zou ons thans te ver voeren hier nader uiteen te zetten hoe omstreeks het begin der zeventiende eeuw naast de toenmaals heerschende arisiokratische of Tosaschool ea de oader Chineescten invloed staande Kanoschool zich de volksscüool of Ukio-ye riou ontwikkelde, en hoe zij tevens werd de school der Japansche houtsnede welker meesterwerken ons zoowel door technische volkomenheid als door zeldzame com posities versteld doen staan. Zij is de school die voortgebracht heefteen Hironfiiyhé, ,1e grand paysagiste par excellence", een Outamaro die de vrouwenschoonheid gehuldigd heef», als wel licht, nuruand anders, of het moesten zijn Soukenobu en Harunobu voor wie de gracieuse lijn der kimono waaruit de ronding der hals te voorschijn treedt geen geheim meer was; zij gaf ons een Massanobu en een Kiynobu aan wien we de talrijke tleaterscènes te danken hebben, zij gaf ons een dierenschilder als Sosen, zij gaf ons last not least Ilok'saï, »le vieülard fou de ' dessin", de kunstenaar die met onnavolgbaar talent ons een blik gaf in htt leven rondom hem, die ons deed kennen het volk in zijn verschill-nde bedrijven, die ons deed voelen de schoonheid van zijn heiligen berg, den Fouji Yams. Zoo maakte de Kh'o-school ons rrcer dan eenige voorgaande bekend met de schoonheid van land en volk en zij deed dit bij monde der houtsnede, die onder leiding hater meesters een volmaking verkreeg die wij Westerlingen haar zouden benijden. Helaas de Europeesche invloed heeft zich ook hier doen gelden, en leer'e de Japanners de zoo billijke maar ongevoelige aniline-kleuren kennei', en niet het minst de oppervlakkigheid van den Europeaai', die in vage notie dat Japansche prenten mooi warer, nu al'es wat van ginds kwam wel zou slikker, of hij de schoonheid er van zag of niet. Nu worden we overstroomd door Japonaiseries die het aankijken niet waard zijn en waarvoor een rechtgeaard Japanner zich in zijn hart zou schamen, en de werkelijk schoone kunstvoort brengselen, werkelijk mooie prenten, ze worden zeldzaam, want ook daar tracht men ze te be houden als herinneringen aan een glorievoltijdperk. Het is dan ook telkens weer een genot als we een aantal van die goede specimen der C/ito-school bijeen IKT>, en de catalogus van een twee honderd nummers d'Estampes Japonaises anciennes, die bij de iïrma R. W. P. dj Vries, alhier den 27en April onder den hamer zullen komen, was ots dus een reden, om hier nog eens te wijzen hoe Japansche kunst niet alleen curieus, merkwaardig is, maar hoe zij in haar verschillende uitingen een schoonheid bevat, die een vergelijking met de beste specimen uit de bloeit ij d perken der kunstperioden in Europa zeer goed kan doorstaan. Genoemde catalogus getft ons meteen een overzicht der meest beroemde kunstenaars uit het tijdperk van de laatste helft der 18 te en begin der negentiende eeuw, de bloei der CTw-scboo). Aanvangende met Harunobu, die nog niet geheel vrij van Chineeschen invloed is, brengt zij ons langs Koriousai, S/iunsho, Shunyci en Shunsen, van wien we No. 2] een zeer gevoelig plaatje noteerden naar Outamaro, un des maitres les plus iuisants de la peinture japonaise. Il est par excellence Ie peintre de la femme, de la femme elegante surtout. Talrijke specimen getuigen dit trouwens; in beerlijken eenvoud met een onravolgbare saupele lijn weet hij de schoon heid van gelaat, liils, borst, armen, kapsel weer te geven ; we wijzen slechts op Nn. 25, 27, 33, 37 en 38, een moeder die haar kind zoogt, 39; 47, les deux amants, 48, 50 en 52, waarvan enkele geëncadreerd zijn. Langs Yeishi, van wien wij No. 80, een prachtige kleurcombinatie van een groen-blauwen robe tegen een bruinachtigen fond annteekenden. Een "ïeisfto voert de oa'alogus ons naar Ytran een der meest bekende leerlingen van Ou'amaro. Niet minder dan vier en dertig nummers vertegenwoordigen diens vruchtbaar talent. Het meerecdeel dezer prenten munten uit door prachtige kleur, als N?. 85, femme sous la neige, waar men de witte vlükken mooi tegen parasol en kimono iijn afteekenen. No. 8i, 88, les tisserands, dat mooi van compositie is. No. 'JO, 96 deux femmes, in paarsche en groene gewaden van ztlizame kleur. Toyokoni, geeft ons een paar courtisanes, Cirans, gevolgd door haar leerlingen Kamouro's, en Kunisada. des musiciennes annbulantcs (120) en mooie kleurenharmcn a in 123, en 134 met een prachtig verschietje, waar lucht en water in ifljopende kleur, tegen elkaar komen; een Sourimono, nieuwjaarswei seh. Na. 137 is even eens een zeer goad specimen van zijn vrucht baar pfinseel, dat echter nog wordt overtroffen door Iloksai, Ie plus puissant artiste de l'é;ole Ouk;yo-ye. Zijn figuren zijn altijd vol humor: een klein kereltje dat zit te visschen op No. 139 maakt de geheele prent tot een groote aantrekkelijkheid, alsook zijn figuren op 141, een cptocht in draagkoets en te paard. Hoe hij in zijn teekening het waaien van de wind kan weergeven bewijst No. 146, terwijl 150 en 151 weer daar zijn om zijn vereering voor de Fouyi Yama ons mee te deelen, en 152 ons doet zien dat de beweging en het spatten der golven voor zijn vaardighiii geen bezwaar np'everden. De landschappan van Hiroshiyhe zijn als zocvele voorbeelden om ten duidelijkste te weer leggen de meening, dat perspectief den Japanners onbekend was. Zet slechts 157 Le pont de Riogakou of 161 met bruggen over de Soumida, terwijl 156 en 172 weer juweeltjes van kleuren druk zijn. Zijn vogeltjes 184 en 185 munten uit door eenvoud en zijn visschen 187 en 1SS door degelijke bestudeering. En zoo zouden we voort kunnen gaan, daar deze collectie tal van prachtige specimen uit den gosden tijd der Ja pansche houtsnijkuust bevat, meerendeels, wat bij Japansche prenten in niet geringe mate de waarde verhoogt, in zeer goede afdrukken. Het is als een kostelijke maaltijd, waar we onmo gelijk van alle spijzen kunnen gebruiken, maar ons toch zeker de lekker.t; beetjes niet zullen laten ontgaan. R. W. P. Jr. In de Bratte jToni". De kostbare inboedel uit het tot v«or korten ty'd zoo rijk gestoffeerde huis van mevrouwde wed. Insinger van Loon aan de Heerengracht deze patricische woning is ook nu nog een ky'kje ten volle waard wordt in de volgende week (28-30 April) door de firma Fred. Muller & Co. (Ant. W. M. Mensing) onder den hamer gebracht. Zoo wordt dan in >de Brakke grond'' boelhuis gehouden, veelal een treurig slotbedry'f voor hen, die het huis steeds gekend hebben in de omgeving: in een groote, holle ruimte de meubelen als voorwerpen van meer of minder waarde uitgestald, kasten en 'daten op tafels uitgepakt, tegen de wanden allerlei schil derstukken als verdwaald tusschen breed uithan gende tapijten en gordynen. Da heer Mensing heeft nu de gelukkige gedachte gehad dezen inboedel zoo te 'aleeren, dat het geheel, als een tentoonstelling, een prettigen indruk maakt. Ia het midden de etalage van Ciineesch en Japansch porcelein, daar oaiheen tegen de wanden als kabinetten geheele kamerinte rieurs, hier en daar zelfs een intiem hoetja met allerlei mooi's. Enkele vitrines bevatten waaiers, parures en dergelyke kostbaarheden of zeer zeldzame voorwerpen. Wie zich de woning in welstand kan her inneren vindt hier de glazen-kasten met Itsdiaansch snijwerk terug, en het ameublement siyle empire, de kostbare alhoewel niet zeldzame eetserviezen en tal van a'lerlei kunstvoorwerpen, welke mevrouw lasinger van Loon van hare buitenlandsche reizen mede bracht In het byzonder trekt de aandacht een deurbetimmering afkomstig uit het Huis ten Dvjke (te Pietersburen in de provincie Gronin ger), evenals enkele mooie specimen van Vlaamsch en Hollandsch houtsnijwerk uit de XVe en XVIe eeuw. Da catalogus bevat meer dan 1000 nummers, wel is waar over het algemeen niet van zeld zame kunstwaarde of historische beteekenis, als die van een oude regentenfamilie, doch wel zoo fraai en kostbaar als slechts weinige boelhuizen te zien geven. F. Het jongste CrYopMc-nummer geeft in een mooie teekening van Hnynck van Papendrecht een kijkje op de wanordelijkheden tijdens den Maandag der stakirg naby het Cantraalstation. Dit goed geïllustreerde tydschrift toont zich ook verder volkomen wp to date. Prjjsvraag modern woonkamer-ameublement. De meubelfabriek «Nederland" J. A. Huizinga, Westersingel te Groningen, schryft uit de volgende prijsvraag: Er wordt gevraagd een ontwerp (intérieur) te leveren van een modern woonkamer-ameu blement, met of zonder gordynen. De opper vlakte der kamer groot pi. m, 25 M'2. De vorm van de kamer en de plaatsing der meubelen worden geheel aan den ontwerper overgelaten. De behandeling der teekening wordt geheel vr\jgelaten; de schaal moet zy'n l & 10, terwijl minstens n détail op ware grootte daaraan moet worden toegevoegd. De ontwerpen moeten voorzien zyn van een motto of teeken en met bijvoeging van een correspondentie-adres vóór 10 Juni l f 03 ingezonden worden aan de meubelfabr ek «Nederland" J. A. Huizinga, Westers'ngel ta Groningen. E<m prijs van ? 200 en een premie van ? 100, ? 60 en ? 40 zullen worden toegekend aan die ontwerpen, welke de jury diarvoor waardig keurt. Wanneer er door de meubelfabriek «Ne derland" een ameublement verkocht wordt naar een der bekroonde of andere ontwerpen, is de ontwerper verplicht by' zy'n ontwerp werkteekeningen te leveren, waarvoor hem 7 pCt. van het verkoopabedrag van het eerste ameublement zal worden vergoed. De jury zal bestaan uit de heeren: H. P. B'rlage, architect, Amsterdam; H.W. Mol, architect, Amsterdam; J. A. Mulock Houwer, architect, Groningen; W. Penaal, meubel ontwerper, Amsterdam ; Ant. J. Sanders, archi tect, Groningen. iimiiiMiiiHiimmmMiiiiiHiiimiifiiHiiiHlKlMllimilllliiilililiiiiiilllllMI l ' ~~~~~~^^~^~~~ Het verslag van dr, KeMamii over zijne nasporiogen in Scandinavië. i. Reeds vele jaren stelt onze R^geering gelden b3fc>iikbaar voor het uitzenden van geleerden naar Eur peBSchïbibliotheken en trchleven om aldaar historische bronnen ta te sporen, die voor de keunis van de peschiedeus van ons land be langrijk zij". Ia 1SS6 en ]8S7 was prof. Blok de eerste, die met dat doel Duitschland en Oostenrijk bezocht en in 1S90 E igeland; prof. Uhlenb^ck gaf in 1891 ver.-S»» *an zijn onder zoekingen in de archieven vaa Ilasland en mr. Bern», archivaris van de prov. Frieslai d, van wat iuj vond over de Friesche geschiedenis in resden eu Weener. Dr. Bragm^ns pub ceerde in 1895 wat wederom in E-igeland door hem was gevonden, in 1809 verschenen de uit komsten van het hisior.sch onderzoek door G. Busken Hu^t en dr. Van Veen te Parijs gedaan en wederom was bet prof. Blok, d.e in 1901 de archivalia in Ital.ëvoor de Nederlandscbe g ? schiedenis belangrijk, fn-^amelde. Voor ons ligt het verslag van dr. Kernkamp, sedert het, vorige jiar hoogleeraar aan de Uni versiteit te A'nsterdam, over zijn nasporingen in de arciiievea en bibliotheken van Zweden, Noorwegen ea Djnemarki n. Wat het onder nemen van een dergelijke wetenschappelijke tocht naar de Noordelijke landen al dadelijk onderscheidt van de reisp'aanen van ons gewone stervelingen, ligt voor geen klein deel in de noodige uitrusting. Vóór alles dient wel te worden begrip;n, dai men met het Franscb, Engelsen en Duitscüniet zou toekomen, maar dat het de talen van de lacden zelven z jn, waarmee men voldoende vertrouwd moet w zen om in hun historische arseralen met eeuige vrucht te kunnen arbeiden. Daarenboven de kennis vau de. vroegere stiatsinrichtingen van Zweden, Noorwegen en Danemarken is zeer bevorderlijk voor de bepaling van den weg waarlangs de bronaen zija te vinden, die van belang zullen blijken. Ea voor zoorer de reeds gepubliceerde geschriften daartoe kuanen dienen, zal men zich op de hoogte dienen te stellen vaa wat over onze voormalige betrekkingen mi t die landen is geschreven. Houdt men een en s n !er in het oop, dan kan men zich een voorstelling maken met welk wetenschappelijk bagage toegerust, dr. Kernkamp in Juli 1900 naar Zwer'e i trok, In dit, land werden behalve de bibliotheken van L'ind en L r lüp:ner, te Stokholm het rijksarchief, het marme-a;cüitf en de Kon. B bliotbeek be zocht, te Up al» de IImvers!teik-l'ibliotbeek. Ia Noorwegen het rijksarchief Ie Cimstianif. In Denemarken t»n slot'e, de Kon. Bibliotheek, de Uaiversiteits-Bibliotheek en het Hjksarch ef te K penhager. Dd hoeveelheid van het materiaal dat, aangeteekend werd schijnt niet gerh g. Een boekdeel van bijna '550 pag. vrij coapresse druk vormt het verslag. Als men nierbij in aanmeik'ng neemt, dat sltcLti 9 a 10 w. ken tijd was ver leend (waarover wij den glimlach van verbazing der Scandinavische heerea kunnen begrijpen), dan is dj indruk inderdaad niet gering van de werk kracht die aan den dag werd gelegd. S.aan wii een blik allhans op het voornaamste van den ii houH. Het aanzieulijkst deel van htt verslag hebben de nasporiogen in Zweden opgeleverd en van dezïbevatten bijna 130 pi£. de aanteekeningen in het Rjksarc'iief te S'.okholm, Let eenige ar chief van Zweden waar tot heden een doelmatige organisatie van beheer en ordening tot stand kwam. In de eerste plaats bood zich daar tot onderzoek de uitgebreide collectie »Hollaud ca", afzonderlijk g< 'inventarise;rd, waarvan de grootste afdeeling bevat de handelingen der Zweedsclie vertegenwoordigers in \jderland vaa de jaren 1592?1SOG. Hieria werden vele uitvoerige be richten aangettekeud < ver de politieke gebeur tenis on van o s lied. Het omvangrijkst protokol is dat van den diplomaat Preis, die vin ziju 3l5ite tot zijn 923'c jwr in Den Haig heeft vertoefd, gedurende 170.1 1759. Een tweede afdeeling van deze Hollandica kop1-, over de jaren l 75 1S15, die meestendeels verdragen tussdieii de beide landen inhoudt, vooral den h'indel aan; ,-unde. Over brieven van het Oranje huis en graven van Nassau aan de Zweedsche konirgen gaat eea derde reeks van de jartn lüG?17t>6. Esa vierde bevat missives van de S'.ateL-üsueraal een vijfde afdtelms; betreft de memoriön van de Hollandsche g< zanten in Zweden van Ifilö1SOO, De twee laatste geven de coafertn^ëa en de missives van Zweedic'ae commissarissen, azenten en consuls in Holland vertoevende vaii 1013 1810. Hierin vele brie ven van AbraliRm Cabeliau, Tdlkenberp, Michel Ie Blon, den graveur, die veel spiounendienst voor Zweden deed. Ook van d-n vjrmaarden Laurens de Geer, wiens laidelshuis zoo nauw met Zweden v;u betrokken. Van verschille'dj c'cwr m'siivts Uiffsn wij uittreksels. Zoolazen wij dat De Geer bij Karel X aai dringt r p ver laging c'ci- tollen, zich beroepende op het feit, dat hij al 10 jaren lang nog geen 2 pCt, rente van zijn kapitaal mf.aki, dat hij zijne zaken taihoult pi een ter wille van de arme luyden in zijn dienst, om ze aan den kost te li mden.... Dezelfde p'nlantropische pr kkel alzoo, wafivan men ook in onze dagen verneemt, scheen ook toen (1650) reeds bij d<u liandel te gelden! Het doorwerken van deze Holiandica, hoe zeer omvangrijk, werd bevorderd door de in ventaris dezer verzameling. Bezwaarlijker was de nasporing vau de volgende afdeelinger, nl. die der familie-archieven, deels eigendom door aankoop en schending, deeis in de[ó-, gesteld. Deze archieven bevatten de stukken afkomstig van aanzienlijke Zweedsche geslachten waarvan een of meer leden hooge ambten bekleedden. De belangrijkste is die van de familie Oxeastjerna, sedert 1S49 Rijksdomeia geworden en uit het kasteel idöa-fkomstig. Hieronder zijn vooral merkwaardig tal van brieven aau den rijkskanselier Axel O. van de eers'.e helft vau de 17 J eeuw, uit ons land of van Nederlanders uit den vreemde. Wij ontmoeten onder dezen bekende namen als die van Casper Barlaeus, Van Beuningen, Michel en Corneüs Ie Blon, Louis en zijn zoon Laurens de Gaer, Tneodoor G awinkel, Bugo de Groot den Zweedschen gezant in Frankrijk, Daniël en Nicolaas Heinsiu», Prins Maurit?, Fiederik Hendrik, A iriaan H RUW, Usselincx en van Jacob de Wut uit Dordt. Van enkelen dezer brieven werden extracten genomen, o.a. ook van die van den koopman Blommaert uit Asisttrdam, van belang voor de geschiedenis van de W. I. Coup. Zio ook van meerderen der missiven van Lodewijk de Gser, welke alle werden doorgelezen, dewijl de gelegenheid om het eigen-archief van de familie De Geer op het kasteel L'usta bewaard, te onderzoeker, oidanks de aanbeveling van biron De Geer te Utrecht, niet kou worden vergund. Uit de 2; helft van de 17e eeuw wordt een belangrijke opgave verstrekt van de missiven gericht aan Juhan Axelson O. Uit de collectie O. zija tal vaa stukken onttrokken, die met andere een nieuwe verzameling vormen oader den naam Extranea: afschriften van staatsstukken die Zweedsche diplomaten in den vreemde van bun handlangers en tp oenen wisten te verkrijgen ten behoeve van hun regeering. Niet tot eer van ons lajd, is Nederland h>r htt omvang rijkst vertegenwoordigd. De 21 portefeuilles gaan over dejvreu!621?Iü92- Een portefeuille bevtt rapporten alleen van den reeds Benoemden la Blon tusschen de ja-en 1632?1650 waaruit de (x'.rac'en ons melden hoe deze over zijn dieisten en belooiiingen schrijft en over de fort fijatiën des land», over de W. I. Comp. e.».- rnededeeiingen doet. Afzonderlijk van deze is de collectie Handel och Sjöfart, die belang rijke gegevens raabiedt over onze urnlelsbc1 rekkingen met Zweden en spechal betr ff.^nde de koloniale geschiedenis tnff^n wij o.a. een uitgebreid dossier missiven over ILselinci en de Zuider compagnie. Behalve vau de familie O. boden ook de archieven van de familie B-ahe of zoogeLaanide Siokloster-verzameling veel aanteekeniiig waardige stukker1, o.a. werd hier gevonden het copybcek van de uitgaande brieven, de memoriëa ea Let dagregister van den v ceadmiraal Witte Corneliss. de With van 1653 1658, 5 Nov. Den S->n Nov. sneuvelde De With in den slag vour Kronenburg en werd zijn schip door de Zweden genomen en daarmee de genoemde minuten en journalen. De vraag rijst of deze archivalia niet, wederom aan onze Regeering kunnen worden teruggegeven en ge bracht op ons Rjksarchief alwaar zij behooren ? Behalve de genoemde en voornaamste familie arohiever, gaven die van de families Sf.egeborg, Oiivekraiis, Salvius en Von Goertz (18; eeuw) ook nog vele nrssiven van de ree'ds genoemde Nederlai d;;rs. Van middeleeuwsche archivalia bleek niets aanwezif. Volgens verkregen inlich ting vau den archivaris Hildebrand zijn vele van deze verloren of gedurende de unie (1397 1523) naar Djnemarkea overgebracht. Voor de laats'e jaren van de löj eeuw en begin van de ]7rf eeuw bleek als belangrijke voi.dst een verzameliig stukken aangaande de oudste Hollandsche colome ii Gotenburg, ook voor de Zweedsche historici nog onbekend gebleven. Hier onder werden vele brieven van den reeds ge noemden Abr. Cibel-au. aangetr fLn 1006?1609 en vroegere van Rutenburch en Jan Pietersz. Zoet vaa 1592-1599. Oader de f xtrscten die slechts van ei kelen dszer konden worden getomen, vinden wij er een uit, een bii;f van Ruten burch aan den konirg waar wij Ifzen: c voort kan ik mijn gnedighen heer niet veibarghen hoe dat i< al 2 geboo'ea gehadt hebbe om te trouwer, is een onbesproken maecht, is 25 jaar out, wilde wel dat tij vijf jaar joagher waer, dich ik sa'.der mij op dit pas mede lijden, iek moet dencken dat ick een man van 63 jaren ben, het salt mij wel doen, wilde wel dattet alsoo geleghen waer dat mijn gnedighen beer met 10 ofte ]2 van sijn hofghesin met sijn gemael op oase bruloft m cht comen'. Oaitrent deze kolonie Gotenburg wordt nol aacgeteekend een verzameling wille keu'ei. In de stad zelf werd niets vaa de oude stukken bewaard. Haar regeeringsvorm was voornamelijk ontleend aan die vaa Amsterdam welks ordonaaatie op de weeskamer van 1563 tot mndfil diende voor de voogdij regeling aldaar in 1610. Het overigens geheel afzonderlijke archief vaa het Commercie Collegium is voor eea klein deel naar het Rijksarchief overgebracht A leen dit deel kon worjen geraadpleegd en bepaalt zich tot een ?1-tal deelen, niet ouder teruggaaide dan de helft van de l S ; eeuw. De tijd ontbrak om een afdeeliug Biographica waarin veel over Lodewijk de Geer, nauwkeurig na te sporen. Behalve het Rijksarchief werden in Stock'iolm nog het Marine-archief en de Kon. Bibliotheek bez:cht. In het Minne-archief werden vele bij dragen aai.g:teekend betn ff;nde onze betrek kingen tot de Zweed-che zeeoorlogen. IQ de Kon. Bibliotheek werd de arbt i l be vorderd door het raadplegen vaa de katalogi in H.S. waaruit de voor onze geschiedenis bclaagrijke stukken werden aangeteekend. Na S'.ockho'm was Zweden's beroemde Uuiversiteitsstad Upsala aan de beurt. E'ïn 0-tal dagen werd aldaar het werk gewijd op de »Carolina Ridiviva", de thliotheek der Akademie. Uit dea uitgebreiden ka'alogus van de II.S. verzameling aldaar werden de voor het doel noodige titels op^eteekend ea vaa de voornaamste stukken den inhoud nagelezen. Gelijk op de Kon. Bibliotheek te Stocknolm bleken ook hier tal van verzamelingen eige'lijk archivalia te zija die op het Rijke archief alzoo thuis behoorden, doch waarvan de p'aats vaa bewariag eenmaal was aaagewezen bij de schenkiog van W(ga de families waarvan zij afkomstig zijn. M t name wordt o.c. het archief van Kouii g Gustaaf III zelf genosm'i. Bïhalve wederom tal van d p'omatieke bescheiden, werden hier belangrijke zaken gevonden rakende rnze handelsgescsiederjis, bijzonder over en sedert bet jaar 106!, alsmede over de Zuider Compagnie. Verder verschillende brieven van Graswiukel de He'.nsiussen, Vossiussen en van den gerait Appel boom, van wien wij ia een brief van 1062 o.a. vernemea: ,het interest van II"l'and, is het verontrusten en verstoren van handel en schcep«?vaart van zijn naburen, iiuu conscientie en jre'i'ie is bijzonder afhankelijk van den bloei »van hnn handel, zij hebben mtt al hun macht ,/de Zweden tegengewerkt en de Djn<n tegen »hen geholpen. Laatst railherde men hitr in »Holland over de religi; van de Hollanders; //een lid van de Sf. Gen. zeide toen zelf dat //wijlen de Koning Karel Gustaaf eens aan de //ambassadeurs van de Republiek in Denemarken, toen zij zich rp hun godsdienst beriepen, lachend antwoordde, terwijl hij hnn een rijksdaalder «voorhield zie: dat is uw godsdienst en voegde ^daarbij: vous ne servez qu' a votre idole qui »est Ie Commerce " De tegenwoordige rijksarI ehivaris Hildebrand besprak met Dr. Kernkamp i in oen hoogst interressant onderhoud, ook deze i tegenwerking van Holland door Zweden onder vonden in 1058, juist toen Zweden nabij de heerschappij was gi komen over de O as'zee doch daarin toen bflet is geworden door Van Beu ningen, dien duivel van Zweden zooals H. ham noemde. Uit de bibliotheek te Upsula dient ten slotte nog vermelding een reeks aanteekenir gen uit verschillende dagboeken van reizen in Hol land uit de 18e eeuw. (Slot volfftj Mr. VEDER. NIEUWE UITGAVEN. De TrïpKek genaamd die van den Meester van d'Oultremont en Jan Oosten »Sf ylder" van Haarlem, door BERNAKD J. M DE BOST Amster dam, C L van Lingenhnyaen. Een wraak of de nieuwe Beurs van Amster dam, Drama in vijf bedrijven, door JACOBCS DONCKER Amsterdam, S. L. v Locy. Levende Steden. Londen. Een dramatisch gedicht, door C. S. ADAMA VAN SCIIELTEMA. Amsterdam, S L. van Looy. Nog eevs: De Milliórnen uit Deli, door mr. J. VAN DEN BBAND. Amsterdam. IIii itker & Wormser. Ccöperatieve Winkelvereeniging van het district 's Gravenbage der vereeniging «Eigen Hulp." Verslag over 1902. Mr. S. VAN HOUTEN. Herdrukken betrfflende Neo-Malthusianis» e en Vrouwenrecht. Haar lem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon. Aan hit hof van Ragtita. Rjman van Mna KREMNITZ, met toestemming der schrijfster vertaald door HELE>E TEN BRINK Haarlem, H. D. Tjaenk Willink & Zoon. Natuurindrukken, door F. J. VAN UILDRIKS. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon. Inhoud van Tijdscöriften. Tydschrift der Maatschappij van Nijverheid. April 1903: De 1'263 algemeene vergadering te Groningen. Oommissiën van preadvies. Adres i. z. bureau voor handelsinlichtingen. Adres i z. hooger handelsonderwijs. Adres i. z. St Louis. Tentoonstelling te Johannesburg. Stoomvaart op Zuid-Afrika onder eigen vlog. Premie Taiemefonds. Nederlandsche kunstnijverheid naar Duitschland Tentoonstellingsagenda. De Dieselmotor. Is een Nederlandsche staalgietery' levensvat baarder? Uit de departementen. Uit binnenlandsche geschriften. De Natuur. Afl 4: De veUigheidsmiddtlen aangewend op de spoorwegen, (vervolg en slot), door J. H. E Rü;kert. De kofflaboom en zy'n kuituur, (vervolg en slot), door dr. H J. Calkoen. De postbode in de verschillende landen, (vervolg en slot), door H. Vreedenberg. Sponsen, (vervolg en slot), door dr. J. C. Snijders. Oxylith, (zuuratofi-ysteem), als middel tot zuurstof bereidirg van dr. L. Bleek rode. Nogmaals de onderzoekingen van E. von Behrirg betreffende de tuberculose, door dr. R G R.ikens. De stofregen van 22?23 Februari 1903, (vervolg), door dr. J Loriê". Iets over de elektrische bovengrondsche baan te Berlijn, door J. H. E. Rü'kert. Sterrekundige opga'en en mededeelirgen. Ver schijnselen in Mei 1903, door dr Ant Pannekoek. 40 cents per regvl. alleen echt, indien direct van mij betrok ken Zwart, wit en gekleurd van OO et» tot II Il.:t5 per Meter. Aan ieder franco en vry van invoerrechten in huis. Stalen ommegaand G. Henneberg, Zijde-Fabr. (k. & k. Hofl.), Zürich. FIJNSTE LIKEUR. Mtépotilairet: B. A. KIPPING & Co., Amst. B l HO l LTS zijn de fijnste. Piano-, Orpl- en MuMtaiÉl MEYRIIOS & KALNlIOVEJf» Arnhem, Konings plein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en In Huw. Bepareeran Stemmen Ruilen Rijwielen zijn de beste voor ? 100 met 2 jaar garantie. Vraagt gcïllustreerden Prijscourant aan de Hoofdagenten A. DRUKKER & Co, Amsterdam. O. Z. Voorburgwal 242 en 248 b d DamstraatGRATIS en FRANCO verzenden wij naar alle landen der aarde de nieuwe fraai gtulustr. Prachl-Catalogus, met monfters van onze tegen alle klimaten be stand zijnde Sport- en Reiistdffen en echte Loden voor dames en F. HIRSCIIBERtl & Co , 3Iii«chen. heeren. Veen's Cacao Vla. l liter melk, 8!) gram Veen's Cacao, 40 gram Mnïzena, 200 gram suiker, het wit van l eieren. Bereiding. Kook een gedeelte van de melk met de suiker; vermeng de Veen's Cacao en de Mriiera met de rest van de melk; voeg dit by de kokende melk, kook de massa roerende vijf minuten. Liat deze massa be koelen en roer er dan het stijfgeklopt eiwit door.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl