De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 26 april pagina 5

26 april 1903 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1348 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O R N E D E RL AN D. per doosjeTUiUU IIIIIIIIIIMIIIIIimiMIUIMMI!IIIIIIHMMMUIH|MM"HMMIllliHMIIIIIHUIIIIHHHIIlMIU^ ltl!IIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIII11lllllMltnillllltllllllllltll|ll1lllllllttllllllHIIIIIIIIHIIIIIII!lllllllllllllH1IIHIIIIIIIMII Illllt ^ VOOEl Vertrap ininkken. Vooral ten wille van hen, die in bet onder wijs werkzaam zijn, worden Zaterdag vóór Paasch en de dagen dadelijk daarop volgend, bijzonder geschikt geacht voor jaarvergaderingen van vereenigingen, werkende over bet geheele land. Vergaderingen dos, die overdag moeten ge houden worden, zullen zoovelen mogelijk nog 'g avonds kunnen terugkeer en. Alzoo stelde de jonge vereeniging: Vereen voudiging voor Examen en Onderwijs haar eerste Algemeene Bijeenkomst op Zater dag 11 April, Wat bad ik daar gaarne tegenwoordig ge weest! en bet was ook mijn stellig plan, maar de gevolgen der staking verbonden zooveel moei lijkheden aan mijn naar Arnhem gaan, dat mijn voornemen OD uit gevoerd bleef. Het onderwijs beeft mij van jongsaf bijzon dere belangstelling ingeboezemd, en ik heb er altijd een eigen zienswijze op nagehouden. Zoo min voor, als tijdens en nadat ik er praktisch' in werkzaam ben geweest, beeft de inrichting van het Lager- en Middelbaar Onderwijs mij bevredigd. Wat ik dacht en wat ik wenschte, toen ik nog geen leerares was, heb ik meer malen geopenbaard in de /Nederlandsche Spectator onder bet pseudoniem: Hroswitha en in Dec. 1875 en Jan. 1876 in twee Open Brieven aan Dr. D. J. Steyn Parvé, toen Inspecteur van het M. O. Die brieven zijn druk gelezen de geheele oplaag is uit verkocht en aan bijvalsbetnigingen ontbrak bet mij niet. Met dat al bleef de inrichting der lagere en middelbare school) zooals ze was. Niet onnatuurlijk, voorwaar! want zoo niet altijd, dan toch overwegend dikwijls, wordt het haast als misdaad toegerekend dengenen, die de eersten zijn om op fouten te wijzen in wat bestaat feitelijk zijn dezulken dan ook de rustverstoorders der ingedommelden terwijl zij, die na ben komen het veel gemakkelijker hebben, ja, er eer mee oogsten. Nu, de eerste of de tweede en eer of geen eer, wat komt er dat op aan! Ik wilde alleen naar Arnhem gaan om met eigen ooren te booren, of de wenscben van Prof. Hol w er d a ook in eenig opzicht overeen kwamen met wat ook thans oog mijn lievelingsdenkbeeld is eaindertüd nader door mij werd uitgewerkt: 1. aan de H. B. Scholen geen toegang voor leerlingen beneden ongeveer 15 jaar, maar ook geen af wijzing om hoogeren leeftijd; 2. facultatiefstelling van alle vakken, die zoo degelijk en omvangrijk mogelijk worden onderwezen, en 3. geen klaarmakérij voor Delft, of wat ook. Tusscben de Nationale Vereeniging voor Vrou wenarbeid, welke naar buiten werkt door bet Nationaal Bvre u voor Vrouwenarbeid en den Nationalen Vrouwen-Baad', wordt steeds overleg gepleegd omtrent de plaats, waar de jaarver gaderingen zullen gehouden worden; en de da tums gesteld op twee achtereenvolgende dagen ter vergemakkelijking van baar, die van verre komen. Voor dit jaar was door de Alge meene Vergaderirg Utrecht aangewezen, en Dinsdag en Woensdag ia Paasch door de Be sturen vastgesteld. Beide vergaderingen waren bijzonder goed bezocht; zelfs door personen van elders, netgeen voorzeker van bijzondere belangstelling getuigde en in de gegeven omstandigheden bijna verbazing wekte. De voorzitster, mevr. Haver, wees daarop in haar openingswoord. Het jaarverslag der Directrice van het Bureau deed hoor en, wat een oneindige massa werk door het Bureau m het afgeloopen jaar was verricht. Dit wekte bij ons eigenlijk geen ver wondering niemand toch had iets anders verwacht. Maar wat ons wel vreemd deed op kijken, en ons de ooren nog scherper deed spitsen, was de mededeeling, dat bet verzoek der Directrice om voor het Bureau vrijstelling der Personeele Belasting te verkrijger, gewei gerd werd, en wel op grond besef toch goed, wat ge geschreven ziet, lezer dat het Bureau meermalen vrouwen aan werk hielp, dat ook wel door mannen kon worden verricht, en derhalve niet tot de inrichtingen van alge meen nut mocht worden gereken d. Als voor instellingen, die mannen werk bezor gen, dat best door vrouwen kan worden gedaan, dezelfde maatstaf geldt, dan zullen wel niet veel soortgelijke inrichtingen de gewenschte vrijstelling erlangen. Of zou ook bij deze auto riteit meten met tweederlei maat in zwang wezen? Hoe dit zij, de Directrice legde zich bij de uitspraak niet neer, en in booger beroep zaj zij haar verzoek ingewilligd. Het finantièel verslag bewees de waarheid van het spreekwoord: de paarden, die het meeste haver verdienen, krijgen ze het minst." Hoe bard er ook door allen, in de eerste plaats door bet bureau, was gewerkt, de balans sloot met een verlies vau ongeveer honderd gulden. Mag bet nu ook streelend zijn voor het gevoel zich onder de bardwerkendeu te zien gerang schikt, de toekennicg eeoer belooning daarvoor beneden het minimum noodig voor zelfonderboud, valt zwaar en is niet te rechtvaardigen. Wie dit met mij eens is, worde lid der zoo heilzaam werkende Nationale Vereeniging voor Vrouwen arbeid, of, zoo mogelijk, verhoogen haar zijn jaarcontributie. 's Avonds hield de Nationale Vrouwenraad zijn openbare vergadering. Tot onderwerp van bespreking was gekozen: De Verantwoor de! ij kheid van den Verbruiker. Door twee sprekers en twee spreeksters werd ! bet licht van verschillende zijden ontstoken. ? Den diepsten indruk op bet gehoor maakten de woorden van mej. Anna Polak van Gronin gen. Zij wees op de schaduwzijden van Ver- [ bruikersbonden en de onmogelijkheid van het koopend publiek om met billijkheid te kunnen \ rechten tusschen werkjevers en werknemers. Zoo niet overreed, dan zullen haar woorden l velen der aanwezigen toch stellig een nieuw gezichtspunt hebben geopend. 1) Om 10 uur van den volgenden dag nam de 1) Dit wel doorwerkte stuk is in De Economitt opgenomen ik hoop er op terug te komen. j Algem. Vergadering vau den Nat. Vrouwenraad j een aanvang. De agenda vereischte te veel tijd dan dat zij in de morgenuren kon worden afge handeld, zocdat zij in den namiddag werd voort. gezet en daardoor de rapporten van elf der aangesloten verernigingen niet alle een beurt kregen. Een warm woord van buide werd door de waarnemende Presidente gebracht aan Douair. Klerck?Van Hogendorp, die reeds verleden najaar zich gedwongen zag door ziekte van de leiding afstand te doen. In hooge mate merk waardig is deze hooge vrouw door haar ver. mogen om eigen sterk geprononceerde over tuiging hoog houdende, die van ieder ander, daaronder baar zeer antipathieke, volledig recht te doen wedervaren. Door samenloop van omstandigheden moesten er dezen keer, niet twee, maar vier bestuurs leden worden gekozen. De leden wezen aan : Mevr. E. A. van Dorp?Verdam, Den Haag; Jonkvr. C. M. van Hogendorp, Den Haag; Mevr. H. Cop?Zeelt, Scbeveningen en Mevr. D. C. Molijn?De Groot, Nunspeet. Daaria viel de keus voor presidente op Mevr. Van Dorp. Verder besloot de vergadering instemming te betuigen niet bet adres aan H. M. de Koningin, betreffende een Rijkswet in zake het verbod van bordeelen, en met dat van de Uoüandscht Dames-Zicemclub om zich te wenden tot den Centralen Gezondhe d&raad, verzoekende alle openbare bad- en zweminrichtingen in de ver schillende gemeenten voor vrouwen en meisjes toegankelijk te stellen op dezelfde voorwaarden als voor mannen. De vergadering stemde ia met verspreiding op ruime schaal van een manifest, waarin wordt aangedrongen den nood der slachtoffers van de jongste stakingen, zooveel mogelijk te lenigen. De jaarvergadering van 1904 zal de Nat. Vrouwenraad doen samengaan met een congres voor Kinderbescherming, in den r u i m s t e n zin. Daarmede in verband werd 's Gravenhage als plaats van bijeenkomst aan gewezen. Het Nat. Bureau beeft de voorbe reidende werkzaamheden op zich genomen daarover hebben wij ons dus niet bezorgd te maken. 'sHage, 17 April '03. ELISE A. HAIGHTON. Moteuyerplepi De idiotenverpleging en opvoeding beeft zich in de laatste jaren verbazend ontwikkeld. Liet ! men vroeger de o&gelukkigste aller menschen' kinderen eenvoudig in stompzinnigheid en | idiotisme ondergaan, tegenwoordig tracht men de zwakke vonk van den merschelijken geest, die nog in hen gloeit, tot steeds helderder vuur aan te blazen. Veel is er reeds gedaan, zeer veel, maar het allermeeste blijft nog te doen. Wel zijn er eene gansche reeks van opvoedingsgestichten voor idiote kinderen, teu minste in het buitenland, want bij ons worden deze grooteudeels ondergebracht op plaatsen, waar zij eigenlijk niet behooren, in de krank zinnigengestichten bv. In Meerenberg is eene afzonderlijke afdeeling voor idioten, waar zij onderricht ontvangen en ook lichamelijk ver pleegd worden. Ook in de gestichten voor lijders aan vallende ziekte te Haarlem, worden eenige idioten opgenomen, voor zoover hun toestand in verband staat met dit lijden. Alleen in Den Haag heeft men, voor zoover ik weet, eene brpaalde idiotenschool, die ectiter nog niet eene modeiinrichtirg is als die in Berlijn. Tot nu toe bad men in Duitschland alleen privaatinrichtingeD, waarbij het geldverdienen de hoofdrol speelde of anders werden de idioten aan de opsnbare liefdadigheid overgelaten. Waar de gemeente zich hen had aangetrokken, bad men zich tot nu toe toch altijd beperkt tot het //Exteroaat". nl. tot zulke idioteninrichtingen, waarin de kinderen alleen onderricht ontvingen en geestelijk ontwikkeld werden, die echter 's avonds tegen ongeveer zes uur hare poorten sloten. Voor zoover ons bekend, heeft in Duitsch land alleen de stad Berlijn, van gemeentewege, een .Internaat" opgericht, eene inrichting, waarin de kinderen, benevens bet onderwij?, ook volkomen huiselijke verpleging vinden. De idiotenschool in Dalldorf bij Berlijn is eei.e modeliïrich'ing. In de lange jaren harer werk zaamheid heeft zij reeds eindeloos veel zegen gesticht en tallooze ongelukkige idiote kinderen tot nuttige leden der inenschelijke samenleving gevormd. In de kringen der pedagogen, die zich met idiotenopvoeding bezig houden, heeft men nog geen beslissend antwoord gevonden op de vraag : Externaat" of «Internaat". De een zegt: //Men mag de kinderen niet aan bet gezin en het huiselijk leven onttrekken. De leider der Dalldorfermrichting, de inspecteur van Onder wijs*, Piper, is het, steunend op veeljarige ondervinding, beslist oneens met deze be-chouwing. Het Externaat, dat uit zuinigheidsoverwegingen, nog in de andere steden, bestaat, werkt, volgens zijne uitspraak nadeelig op de idiotenopvoeding. »Zal men de kindereu niet aan de familie onttrekken 'f' vraagt Piper men moet ze daaraan onttrekken, wil men iets hoegenaamd bereiken." Het idiote kind is abnormaal, normale men schen begrijpen het in geenen deele. Zij gelooven het eenen dienst te bewijzen, als zij zijne afwijkingen met de grootst mogelijke toe gevendheid tegemoet komen ; toegevendheid en geduld zijn wel is waar onmisbaar tegenover idioten, maar opvoeding moet daarmee hand aan hand gaan, eene opvoeding met vaste hand, die weet waar en hoe zij nog verbeteren kan en waar hare macht ophoudt. Buitendien blijft er nog eene andere vraag over: Waarheen gaan de idioten als zij uit het Externaat ontslagen worden; hoedanig is het gezin, waaraan men ze niet onttrekken mag 'f De meeste idiote kinderen komen voort uit de onderste lagen der bevolking ; hunne ouders weten zelf dikwijls nauwelijks waar zij het brood tot hun levens onderhoud vandaan zullen halen. l)e kinderen komen uit de holen der armoede en keeren daarin terug. Zij, de zwakken en kranken die bovenal lucht, licht, zindelijkheid en rust be hoeven, wonen in krotten, waar de enge ruimte gedeeld wordt, niet alleen met ouders en broe ders en zusters, neen zoo mogelijk ook nog met een half dozijn kostgangers en waar men - geenerlei begrip beeft van bun zijn en wezen. Hier tegenover biedt het Internaat hun een onderkomen, dat aan alle hygiënische vetten beantwoordt. De kinderen staan dag en nacht onder toezicht van weionderwezen verplegers. Zij wonen in groofe en luchtige vertrekken, douche- en andere baden zorgen voor reinheid, tuinen en parken voor de nood i ge frissche lucht. Dalldorf vooral schijnt den bezoeker een idyllisch verblijf. Verscholen in een prachtig park, omgeven van heerlijke bloembedden en uitgestrekte gazons, doet het meer denkeu aan een landelijk buitenverblijf, dan aan een toe vluchtsoord voor de armsten der armen. Groote, vriendelijke zalen, breede gangen, lichte vesti bules, lucht, licht en bloemen, waarheen men ook ziet. Het onderwijs op de idiotenscholen omvat in 't geheel van drie tot zes klassen, die naar den graad der ontwikkeling gevormd zijn. Het Berlijnscbe instituut is in zes klassen verdeeld. In de laagste afdeeling leert bet kind bet eerst de vijf zintuigen gebruiken, benevens de beer schappij over zijn eigen lichaam. Het leert staan, gaan en eene goede houding aannemen, de voorwerpen onderscheiden, booren en spreken, spreken in de eerste plaat». Bijna alle idiote kinderen lijden min of meer aan spraakgebreken, zij stotteren en lispelen. Eindelooze moeite en geduld wordt er vereischt om den kinderen de eenvoudigste regels voor correct spreken in te prenten. Tallooze uren moeten er verloopen, vóór ze zelfs goed kunnen ademhalen. ledere letter moet op zich zelf worden geoefend, voor den spiegel wordt bestudeerd hoe men de lippen moet houden. Hebben de kinderen de laagste afdeeling doorloopeB, en weten zij hetgeen zij zien, reeds te onderscheiden, dan leeren zij de afzonderlijke deelen der voorwerpen kennen, ieeren dat de tafel van hout, het huis van steen is, dat het deuren, vensters en muren heeft. De eerste beginselen van het rekenen worden bun duidelijk gemaakt door staafjes leggen. De vierde klasse leerf reeds het nut van elk voorwerp op zich zelf kennen, zij weet dat bet buis dient om er in te wonen en de deur om er door te gaan. Zoo gaat bet langzaam, maar gestadig verder. Men begint met lezen en schrijven. De kring der getallen wordt uitgebreid. Waar de derde klasse slechts van l tot 10 telt, daar rekent de tweede reeds tot 20. In de eerste wordt al geschiedenis en aardrijkskunde onderwezen, al is het natuurlijk binnen zeer bescheiden grenzen. Naast de geestelijke ontwikkeling, wordt ook de lichamelijke niet verzuimd. Bijna elke grootere idioteninnctiting heeft, zooals Dalldorf, hare eigen gymnastiekzaal, de kindereu die er licha melijk voor geschikt zijn, leeren zelfs zwemmen. Evenveel zorg wordt er gedragen voor de prak tische ontwikkeling. Hel geldt niet alleen bet geestelijke leven te wekken, de kinderen moeten ook eenmaal op eigen beenen staan, zelf in hun levensonderhoud voorzien. Zoo leeren de meisjes naaien, stoppen, verstellen en alle bandreikingen in de huishouding, zoo worden de knapen voor een handwerk voorbereid. Hoeveel geduld daarvoor noodig is, kan de leek bijna niet begrijpen. Aan het kleine meisje, dat moet leeren naaien, geeft de moeder een stuk stof, naald en draad, maar het idiotekind heeft een eigen toestelletje daarvoor noodig. In een standaard rust een dun plankje met gaatjes aan de kanten, daarop wordt een tweede ge legd, precies eender gemaakt, zóó dat de gaatjes op elkaar passen, het kleine naaistertje neemt een smal lintje en trekt het, evenals een draad, door elk der gaatjes, zoo leert het den eenvoudigen stik naad, den overshandschen en kruissteeknaad. Ook stoppen en verstellen wordt met lint en plankjes geleerd. Ook op den tuinbouw leggen de idioten zich gaarne toe. lu blofmcnkweeken en landbouw hebben ze veel plezier. In 't Dalldorfer paik heeft ieder kweekeling zijn eigeu tuintje en de kinderen vinden het heerlijk, als zij familieleden, die hen komen bezoeken, in een prieeltje kunnen brengen, dat zij zelf getimmerd hebben of kunnen onthalen op vruchter, die zij zelf hebben ge kweekt. Vat men allts bijeei', wat de inrichting den idioten biedt, zoo moet iaën den eisch van Piper wel onderschrijven : ,Geen gezinsverpleging voor het idiote kind." Het woord geldt niet alleen voor de armste klassen, het geldt ook voor de welgesteldeD. Zei f verloochenende moederliefde die in den idioot alleen het medelijdenswaardigste van al haar kinderen ziet, werkt de opvoeding iu het gesticht bepaald tegen, want ook de meest opofferende moeder liefde kan het kind niet geven wat het gesticht het geeft: eene vaste, zaakkundige opvoeding, levenwekkend voor zijnen geest, die het toch nog maakt tot een uuttisr lid der inenschelijke samenleving. M. K. Iets ora kanten, Nu er hier en daar de vraag opduikt, of 't gewenscht ware, dat ten behoeve van arbeid sters het vervaardigen van kunst-kant meer in de hand gewerkt werd, is wellicht het volgende omtrent de vervaardiging van en de nu betaalde prys voor oude kant, niet geheel van belang ontbloot. In Berlijn zag ik in een speciaal magazijn van kostbare kant, een stuk van twee meter lengte by' 35 centim. breedte z. g. n. »point de rose" dat per meter f 1500 kostte; dit was »kerkerikant"; voor vyltien tot twintig centim. breede oude Venetiaansche kant of ook wel ?Pouet d'Alereon" weid ? 120 tot ? 300 per meter berekend. Al deze soort kant werd met de naald vervaardigd ; sommigen werden over paardenbaar gewerkt. Uit zeer kleine stukken maakte men met een onbegrijpelijke voorzich tigheid en handigheid, dan later een geheel. Het was wel voor 't meerendeel in kloosters, dat »ter eere de kerk" dus zonder geldelijke belooning, deze oogen en zenuwen moordende arbeid door vrouwen ondernomen werd Met wat door edellieden besteld, en voor toenmalige verhoudingen, duur betaald werd, werden gewoonlijk kerkheeren of kerkaltaren begiftigd, terwijl de som voor de vervaardiging betaald, in de kloosterkas werd gestort. Behalve de reeds genoemde i adeelen, had ook die kantverva&rdiging nog andere scha duwzijden : de dunne draak kon alleen in vochtige ruimten tegen afbreken bewaard blij ven, en zoo zaten vrouwen schier haar geheele leven lang in laaggelegen en vochtige kluizen ten einde «om Godswil" deze kunstwerken te kunnen vervaardigen. Wy'le koningin Victorie, heeft wel de meest kostbare en uit een oogpunt van kunst ook de schoonste kan ten-verzameling weten bijeen te brengen en daarvoor een museum opgericht. Sinds langeren tyd is vooral in Sileziëen ook in Noordelijk Bohemeo, een bloeiende (altijd voor de fabrikanten) kanten-industrie ontstaan. Men legt zich ook, niet zonder succes, toe op de imitatie van antieke kanten. Veel vrouwen wy'den zich in die ttreek aan de vervaardiging van z. g. n. >Klöppelspitze" 1) maar zeifg de meest gecchikten verdienen slechts een karig stuk brook. Door de afzon dering waarin, gedurende den winter, de be woners van 't Ertsgebergte leven, is 't dezen vrouwen hoogst moeielyk haar arbeid zelven aan den man te brengen, dus worden de kanten ?opgekocht" en dit wel voor maar 'il te lage pryzen. VROUWKB. 1) Dat is de soort kant, die wy >Forchon" noemen Museum van Kunstnijverheid te Haarlem. Het comitévoor de Tentoonstelling van Kantwerken, die in het Museum van Kunst nijverheid te Haarlem, van 10 Mei tot 28 Juni zal worden gehouden, bestaat uit: Mejuffrouw Johanna W. A. Naber, Amsterdam, Mejuffrouw E. Rogge, Redactrice van het Maandblad ter Verbetering van Vrouwenkkeding, Amsterdam, Mevrouw Agathe Wegerif, Directrice der Kantschool te Apeldoorn en den heer E. A. von Saher, Directeur van het museum. Scfloolpantoffels, Bestuurderen van de »Vereeniging buiten de Muiderpoort te Amsterdam, tot veredeling van 't volksvermaak en ter behartiging van de be langen der bewoners," opgericht l Aug. 1893, goedgekeurd bjj Kon. Besl. van 29 Jan. 1895, alhier, brengen bare mede-ingezetenen in dankbare herinnering, op welke uitstekende wijze zij, zoowél door bijdragen in geld als oude tapijten, in staat werden gesteld om in den afgeloopen winter binnen 6 weken in 13 zoowel openbare als bijzondere armen scholen een 1200 tal schoolpantoffels aan behoeftige kinderen te kunnen doen uitreiken. Aangezien z\j deze welgeslaagde proef wederom met werkelooze behangers en stof feerders tegen den a.s. winter op ruimer schaal wenschen door te zetten, blijven z\j zicb vooral, nu tijdens den schoonmaak, voor dat liefdadig en doeltreffend werk, bij de Amsterdamsche ingezetenen met warmte aan bevelen. Tapijten worden gaarne door onze zorg af gehaald of kunnen worden bezorgd aan de werkplaats van onzen commissarissen de beer F. Hart, Wagenaarstraat 137, terwyi geldelijke bydragen mede gaarne zullen worden inge wacht by onzen penningmeester de heer G. A. van Ginkel, Commelinstraat 21, waarvan ver antwoording in de bladen op der gevers, ver klaarbare wy'ze geschiedt, J. F. de Booy, Voorzitter. J. H. Busselman, Ie Secretaris. G. A. van Ginkel, Penningm. lltlllfltlllmlIIIIIMUIIIIIIIIIIItlHIIIIIHIHIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIItl IIIIIHIIIIIIIHHHIHIIIIIIIIItttlMtltllllllllllllllllMIIIIIMIIMIIMMIIIIIIIIIIIIIII Modes, Emma Wuttke-Büler. Bertha. von Suttner. Carmen Sylva. ^Nieuwe vrouwen-club te Weenen. Doofstommen-dub te Parijs. Van brooze teerheid, zóó week, zóó zacht, dat allerlei lyrische en romantische woord koppelingen moesten gesmeed worden, om aan te duiden de gewenschte tint voor borduursels, kanten en passementerie, ter versiering der voorjaars-mantels en voorjaars-hoeden. Gy teere »cendre-de-roses, o! gy limpide clair-de-lunedans-le-lac, gy liefelijke gorge-de-pigeoc" welk een honenden werveldans oefenen om u uitgierende winden, zich parend met lustig klaterende hagelbuien. Hoeveel vrouwen en meisjes zullen gegriefd zy'n geweest, dat zij zich met de Paascbdagen, bibberend in wintermantel en winter japon moesten hullen, die misschien al een ietsje «shabby" werden, terwy'l de ivoor-, room-, champagne-, hél-grys en bleu-mourant toiletten in donkere kasten ble ven opgeborgen, hunkerend verbeidend het wreed uitgestelde festyn der herboren lente. Hoe ongelukkig trof bat juist met die Paaschdagen ! Wy wéten immers, al zijn er vrouwen, die «r niet aan hechten, dat het dragen van een nieuw gewaad op het Paaschfeest, geluk aanbrengt voor het héle jaar l Paasch-pop, Paasch-best, Paasch-pronk bewyzen, hoe gaarne wij ons tooien op die dagen. Geluk-aanbren gen voor een hél jaar, het is een niet te versmaden voorrecht. Het zeventiende-eeuwsche bruidje zorgde, dat zij op haar trouwdag iets »blauws", iets «geleends" en iets «fonkelnieuwe" aan had, want, het blauwe, het geleende en het nieuwe verzekerden baar een gelukkig huwelyks-leven I Bluik neerhangende garneersels aan hoeden, mantels, corsages en rokken worden meer dan ooit aangewend. Le dernier cri op 't gebied van kapsel: Vier 8tjjve krullen, (knrketrekkers) neerdalend uit den haarwrong, die reeds zér laag in den nek gedragen wordt. Leelyk, m£ar nieuw. Precies zoo'n lijzig, zoetelik, harkachtig figuurtje van een Van Alphen-illustratie. Welk een oefening voor ons verwend oog, die lijnen weer mooi te vinden. Maar, als de mode ge biedt da bilft kein Widerstreben! Volmaakt gezond, krachtig en frisch, naar lichaam en geest, heeft de bekende schrijfster van kinder- en jonge- meisjes verbalen haar zeventigsten verjaardag herdacht. De tallooze bewijzen van sympathie aan de werkzame vrouw geschonken, overtuigden haar, hoezeer men ingenomen blijft met haar vroegere en tegenwoordige producten. Emma Biller werd in 1833 te Breslau ge boren. Met hare drie zusters, waaronder Clara Biller, de bekende briefschrijfster, genoot zij een degelijke, ernstige opvoeding. Op een-en-twintigiarigen leeftijd, trouwde zij met Heinrich Wuttke, professor in de' ge schiedenis aan de universiteit te Leipzig. Aan hem dankt zij de grondige kennis van geschie denis, die tot haar recht komt in de ge schiedkundige verbalen «Barbara Ittenhauser", vPflicht", «Markgrafin Barbara von Brandendenburg" en »Unter dem Szepter der Hofmeisterin." Van Emma Biller's hand bestaat een uitgebreide verzameling kinderverhalen : ?Lidas Puppe", >Ulli", «Helenens Tagebuch", ?die Puppenfamilie", «das Hausiöehterchen", die nog grif gelezen worden. Het onverpoosd zich wijden aan letterkun digen arbeid, begon voor Emma Wuttke- Biller eerst in 1876, na den dood van haar echtge noot. Dikwijls wisselde zij, na dit zware ver lies, van woonplaats, als om te ontvluchten de smartelijke uren die het verscheiden van den geliefden en vereerden levensmakker haar brachten. Zij zocht afleiding in München, Parijs en Zwitserland. Overal zocht zij steun en troost, tot zy' eindelijk in Dresden ging inwonen bij haar zoon. dr. Robert Wuttke. Zij begon niet vroeg met het uitgeven vaa haar werken. Daarom is haar geest r, n nog onvermoeid en werd haar boek »Zwei Consinen", dat met Kerstmis j.l. ver scheen, met groote vreugde begroet. Bertba von Suttner, de schrijfster van «die Waffen Bieder" zond haar eerste boek de wereld in, toen zij ruim ach t -en -dertig jaar oud was. Carmen Sylva liet haar eerste werk drukken, toen zy' vyf- en- dertig jaar was, zooals zijzelf getuigt in haar bundel «Sprookjes eer, er Koningin." ?Toen ik huwde (züwas 26 jaar, toen zy trouwde) had ik reeds een bundel verzen geschreven en van alles beproefd, novellen en treurspelen ; de eerste (oen ik elf jaar was, de treurspelen schreef ik veertien jaar oud. Wel wist ik, dat alles slecht werk was. Eerst toen ik vy'f-en-dertig telde, liet ik een boek drukken, vooral omdat kennissen veel van mij naschreven en ik ze de moeite wilde sparen dat te doen." * * * £en commissie, bestaande uit de dames Helene Forsmann, Nini von Furth, Yella Hertzka, Hertha Jager en dr. Lucie Morawitz, is bezig plannen te beramen, tot het oprichten van een nieuwen Vrouwen -club" in Weenen. Al het mogelijke zal gedaan worden, om het de' eventueele leden van den nieuwen club recht aangenaam te maken. In de leeskamer wil men de beste binnen- en buitenlandsche couranten, tijdschriften en romans bijeen brengen. In de gezellige conversatie- zaai zullen voordrachten worden gehouden door menschen van uiténloopende richting, ten einde de belangen der vrouw onder sterk af wisselend licht te brengen en onpartijdig te bespreken. Vooruit maar l Du ehoc des opinions jaillit la vérité. Eindelijk zullen wy' er wel achter komen wat der vrouwe past en wat niet. Waar haar belangen wél en waar zy' niet schuilen. Het is verstandig gezien, dat men buiten gewone zorg zal besteden, aan de bereiding van eenvoudige, voedzame, gezonde spijzen en dat men die zal nuttigen in een goed verlicht en keurig gemeubeld lokaal. Vooral voor de maal tyden zyn aanvragen en toezeggingen talrijk. Vrouwen weten wel, dat men geeuwerig en hongerig wordt van discussieeren, debatteeren en eindeloos raisonneeren. O ! die snaaksche Molière, die dood-leuk beweert, dat >le raisonnement bannit la raison !" Wat doet die man toch zulke inpertinenties te zeggen 'i l En het ergste van alles is, dat iedereen hem gelijk geeft en hem goedkeurend toeknikt ! » * # Clubs . . . und kein Ende ! In Parijs is een Doof-Stommen-Club opge richt. Ook het dienstpersoneel van dezen club wordt geworven onder doofstommen. De be zoekers van den club geven door verschillende signalen op electrische bellen hun verlangens te kennen naar spijzen, dranken, nieuwsbladen enz. Alles gaat als van een leien dakje. De clubgenooten houden onderling zeer levendige gesprekken door teekens, het zoogenaamde spreken met de handen. Russisch vleeschgerecht. Benoodigdheden : 300 gr. kalisvleesch, 300 gr. varkensvleesch, 100 gr. ry'st, 2 uien, l ei, sshil van % citroen, 8 fljn gestampte kruidnagels, peper, zout, mus kaatnoot, l groene kool, bouillon. Bereiding : Men maakt farcie van het zeer lijn gehakte vleesch, van den in bouillon ge kookte, en fijn gewreven ry'st, vermengd met geklopt ei, peper, zout, muskaatnoot, kruid nagels, citroenschil. Men maakt balletjes van de farcie en legt die in gaar gekookte koolsbladen, vouwt ze dicht, wikkelt er een draad om, en laat l % uur zacht koken in bouillon Men presenteert sauce Tartare by' dit gerecht'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl