Na 1349 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDEBLAN1X 11 Twee wetgevers voor de Volksgezondheid. D 3 Amerikaansche zeeslang. (Jagend). MOZES. Dr. KUITER. Herinnering aan Algerië. (Le Rire). Hopelooze strijd. (Lustige BI fitter). DE MAKAÜ'ILT: »Allah is groot." Mr. LOIT.KT: »Dat is heel gelukkig voor Allah, maar waarora zeg je dat aldoor tegen mij ?" De aanstaande reis. (Le Eire). O, Parus, heerlijk verblijf! (IVtns van Wales). Onlangs is de Amerikaansche zeeslang (Draco Atnericana: DEWEY) aan een visscher verschenen, die ondanks zyn hevigen schrik spoedig bemerkte, dat zij ongevaarlijk is. Het vroeselykste aan haar is haar groote bek... maar tanden zyn er niet in l" Drama of blijspel ? (Fischietto). Ziet hier een toeschouwer, die het vroolyke einde.., niet afwacht l F.md grted, al goed. ?Ut, ai: r >lh'l ..J. \ l r' l, *-.: rf , .,,. J l,T (Nederlandsche Spectator). Politieke Handelsreizigers. (Der Fióh). JAURÈS: »Dat heb je er nu van, als je die «affaire" weer aanpakt." vApji: »'k Zil me zeker te l'arys uu niet meer zóó goed amuseeren als vroeger .. . maar ik heb toch 't geluk, dat Chamberlain niet met me rntügaat." EJSIÏSTE iiASDELSHEizu.KR : »Mün naam is K ward Koning, ik reis in 't aanhouden van oude relatiëa." TWEEDE UANDEI.SREI/IGKR: «Zeer a^r.ganaatn, mijn naam is Wilhelm Keizer, ik doe in 't aanknoopen van nieuwe relatiën,"