De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 3 mei pagina 3

3 mei 1903 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1349 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOB NEDERLAND. maar wanneer een ondernemer een volwasBen arbeider in zijn fabriek wenschte op te nemen, dan was hij toch aan een zekeren regel gebonden. Die regel was het zooge naamd theoretisch minimum, nl. de kleinst denkbare som, noodig orn cenigszins de spierkracht van den werkman en 't leven van het gezin te onderhouden. Het streven der ondernemers werd nu en het concurrentie-eysteem drong ze er toe om zulke arbeidskracht te koopen, die minder onderhoudskosten vr>eg en die toch als toevoegsel tot de stoommachine bruikbaar was. Het oog viel op de vrouwen, op de jon gens en meisjes, ook op de kinderen. Dat was een uitkomst! Nu kon men goedkoop produceeren ! Kinderen, niet waar, kunnen met weinig eten toe, jongens en meisjes hebben geen gezin te onderhouden en een kleine verdienste is dus genoeg, vrouwen behoeven ook niet veel te verdienen, want haar loon is toch immers maar een toeslag op dat van den man. Zoo trokken vrouwen en kinderen, jongens en meisjes de fabriek binnen als half- of onrijpe arbeidskrachten, voor welke op de loonrekeniog maar een geringe som behoefde te worden uitgetrok ken. .En dat niet alleen. Het gebruik van goedkoope arbeidskracht had ook nog een ander voor den fabrikant gunstig gevolg, n.l. de daling van het loon der mannen, wier loon voortaan bentden het theoretisch minimum kon worden gebracht, nu vrouw en kind het ontbrekende aanvulden 1). Sombere bladzijden zijn toen ingelicht in het levensboek der maatschappij. Bij massa's werden de vrouwen en kindereu en jongelieden in de fabrieken opgenomen. Vrouwen werden gerukt uit 't huisgezin, kinderen werden geestelijk en lichamelijk vermoord, aan jongelieden werd de gele genheid benomen om zich te ontwikkelen of een ambacht te leeren. Zij allen werden als goedko <pe arbeidskrachten gesteld in dienfct van hetplutocraüsch fabiiekt ycteeni. En wanneer dan aan 't eind van 't jaar d 3 productie bleek te zijn veihoogi en de concurrentie op de wereldinaikt door de goedkoope voortbrenging gemakkelijk was gemaakt, dan juiciueu en jubelden de Econoom ter, want in vervulling was ge komen hetgeen zij beschouwden als het ideaal der tijden. Maar bij die goede zorgen voor den consument en voor het product, werd de producent vergeten. En diens toestand was rampzalig. Hoe erg 't met dien producent wel is geweest kunnen we thans moeilijk ons meer voorstellen, nu, behalve in achterUjke bedrijven, beter toeUanden zijn ingetreden. De nadeelen van het fabriekt ysteem openbaarden zich 't allerfelst in Engeland, waar trouwens ook 't eerst en 't meest de moderne industrie tot ontwikkeling kwam. Toen dacht nog geen wetgever er aan om den economiscb zwakke te beschermen, toen hadden de elk voor zich zwakke arbeiders nog geen kracht gevonden in vereenigin g, toen waren de verkorting van den werktijd, de ophelfiug van het levenspeil en dB ruimte van het arbeidsaanbod nog geen correctie ven tegen de overmacht van den onderne mer. Vrouwen en kinderen verdreven den man uit zijn werk, dikwijls verrichtte de laatste huisarbeid terwyl de vrouw enkele dagen na hare verlossing reeds weer naar de fabriek werd getrokken, want geen dagloon kon worden gemist. :i daarnaast groeide een jong geslacht op, vanaf 7, 8 jaren steeds afgebeuld in werkplaats of fabriek, op lOjarigen leeftijd geregeld reeds veertien uur per dag moetende werken, uitgemergeld en versleten op de middag hoogte van het leven. Dat alles om toch vooral maar veel en goedkoope katoentjes en «pelden te kunnen leveren ! Een trtÜende schildering en een heftige aanklacht tegen het gebruik der onrijpe 1) Vergelijk: Adolf Heli, Zwei Bücher zur Socialen Geschichte Englands. iiiiictiiiimiiteti De jtfiw to oor flen koepel Naar hit En-jdsch. Wel allemachtig, zie ik dat goed! Ja, waar achtig, ze is 'r, hetzelfde meitje \an gisteren avond. Wat 'n aardige verschijning toch. Wacht, ik moet 's probeeren, of ik niet een praa'je met haar kan maken. Me dunkt, dat zal me zoo heel veel moeite niet boeven te kosten. Geoffrty Lister stond van den luien stoel, waarin hij voor het geopende venster had liggen lezen, op, nam zrjn hoed, snelde de deur uit en weldra bevor.d bij zich r p een kleine tien pas afcttands van het zoo even door hem opge merkte me'fje, op welker vlugge gest&ltf, bij EU or afgebroken den Hik gevestigd bleef houden. Zij droeg < en donker, nauwsluitend japonnetje; het kru'lend, lichtblond haar was in een lossen wrong luchtig tegen het achterhoofd bevestigd en onder het kleine matelolj?, kwamen hier en daar weerbarstige lol-j es, in overvloed uii kijken. Ocdatks het eenvoudige in baar kleedirg zag ze er hoogst gracieus uit. Zij en Gccffity Litter waren de eenige mer.ichel\ke wezens, die zich op dit vroege moifeer,uur ('t was ter nauwernood half echl) asn het strar.d bevonden. De zee was kalm, en scheen door de vriende lijke morgenzon als met een blauw- en geelachtig waas overtogen. Southborne on sea vas een stil, eentonig plaatsje, maar voor hen, die behoefte gevoelden aan rust en zich eens een jooi-je wilden ont trekken aan het drukke, woelige leven in Londen leek het een uitgezocht pietje. Gecffrey en zijn moeder, die rret dit doel zich hierheen begeven hadden, genoten dan ook gedurende de eerste veertien dage,n van hun verblijf, volop van de ka'me rust, die hen om gaf, maar... zij waren er tu rrcds een inaard. Langzamerhand begon dio volslagen rust Geoffrcy v, el wat te vervelen en hem nat r tanige verandering te doen verlangen. Hét plan was geweest, een week of vijf on geveer in Southborr.e te vertoeven, doeh fils z'n moeder zoo in kracht bleef toenemen, als dit de laalste veertien dagen het geval geweest was, dan zou hij om harentwille en om het geluk te hebben, haar weder gehee-1 de oude te zien, zich gaarne nog een tijdje opcfferen en hun verb'ijf met eenige weken verlengen. Kennissen bezaten ze er niet; alleen kwamen zoo nu en dan Londensche familieleden of arbeidskracht gaf lobert Owen in zijn »Observations". Hij schetste de katoen industrie in New Lanark, waar op 1300 arbeiders en arbeidsters 500 kinderen wer den gebruikt om de spinmachines te be dienen, kinderen die bij heele transporten werden aangevoerd uit de zuidelijke graaf schappen, of die ook bij contractueele overeei-kom-t werden betrokken uit wees- en werkhuizen. Er was geen wet die hiertegen waakte. Wel hadden er eedeit de regeering van koningin Elisabeth voorschriften be staan omtrent den arbeid en het leerlirgechap, maar in 1814 was deze regeling afgeschaft ter wille van de industrie. O sven heelt, onverpoosd tegen deze toestanden gtij«rd en het gevolg is geweest dat in 1819 de l'abriekswet van Peel tot, stai.d kwam, die men toen al onbetamelijk radicaal vond en waarbij voor kinderen den nacht arbeid werd vecooden, de arbeidsduur werd bepeikt tot 72 uur per vveek en werd voorgeschreven dat kinderen beneden 9 jaar niet in fabrieken mochten wenken. Deze «radicale" wet vond bij de iudustritelen en hun aanhang sterke bestrijding als een onbehoorlijk ingrijpen in Ue vilje ontwikkeling der maatschappij! Hier te lande hetit 't industrieel bedrijf eerst belangiijk later zich gevestigd en het gebiuik maken van onrijpe arbeidskracht heeft nooit hier zoo grooien omvang aan genomen als in Engeland. Maar gering was dat gebruik toch niet en gevolg gevende aan herhaalde klachten werd door eie Ned. regetntg in 18G3 een commissie benoemd om een onderzoek in te stellen naar deu toestand der fabriekskinderen. Deze com missie diende na 4 jaar haar verslag in en constateerde dat in 400 fabrieken werd gearbeid dopr 3113 kinderen tusschea Gen 14 jaar, ruim (J'/j procent van bet geheel aantal werklieden. Dd werkdag dier kin deren was gewoonlijk 10 of 12 uur. Gevol gen had dit onderzoek echter niet, de legeerir.g achtte een wettelijke regeling niet noxlig. Maar het verzet tegen de kinder txpioitatie was eenmaal gaande, behalve het «Comitéder bespreking der Sociale (^aaestie", het Ned. Schooiverbond en de Alg. Ned. Typografen JBoi.d, wa« 't vooral her Alg. Ned. \Verkliedem Verbond toen nog in z'n dagen van jeugdige kracht en irischheid dat telkens en telkens weer op de misstanden wees en ten slotie, tosn mr S. van Houten een wettelijke regeling aan de Tweede Kamer had voorgesteld, in den Haag een groote meeting belegde ten gunste van die wetsvoordracht. Op 5 Mei 1874 weid het voorstel Van Huuieu door de Twtede Kamer aangenomen en daarmee was de eerste stap gezet op den weg der wettelijke bescherming van onrijpe arbeids kracht. De tweede stap is gesctned in 1889 toen de thans nog fungeerende arbeidswet voor kinderen beueden 12 jaar den arbeid in werkplaats en fabriek verbood en de arbeidsgelegenheid voor vrouwen en jonge lieden beneden 10 jaar iets aan bar.den legde. Een herziening dier arbeidswet is nu weder aan de orde gesteld. Maar het gebruik van goelkoope arbeids kracht is tocb. nog aanzienlijk in ons land, zooals blijken kan uit het vulgeud overzicht ontleend aan de uitkomsten der laatste volkstelling. Loonarbeid van vrouwen. Bedrijf. 908 106 13 Fabricage van diamant cu audrre eitel"^ l 2 l £ £ i = ^ heid 39.4SP) 13.96U 1180 37 % Fabricage oa reiniging van kleed'!ug enz. 91.5fiT 23.032 2x>lS 23.2 Kunstnijver heid i.081 302 l!) 19 Papier-iodusmiiiuiiiiiiMiBii vrienden hen eens opzoeken en bleven den dag bij hen doorbrengen, om 's avonds weer naar de stad terug te keeren. 'n Pair dagen geleden echter hadJ»n ze bezoek gekregen van eenigo vrienden, die zich in het stille doipjj zoozeer cp hun gemak voelden, dat ze bt sloten een pooi-je te blijver. Daar Mevr. Lister evenwel geen gelegenheid had hen te logeeren, ramen ze hun intrek in het frisch aan zee gelegen, eenige hotel in de onmiddellijke nabijheid van de woning, waar Geoft'rey Lister en zijn moeder kamers gehuurd h&dden. 'n S:houwburg, concertgebouw, of leeszaal, waren in Southoorne natuurlijk niet tevindüp, alleen had een dag of drie geleden een rond reizend circus, zeer primitief ir gericht, er voor een we«k z'a tenten opgeslagen, en den avond te vor^n de eers'e voorstelling Begeven, n. fff r y was er natuurlijk heengegaan, ofsccoon hij zich weinig illusies maakte, over 't geen hij te i i en zou krijgen, 't Was het oude liedje. Ken paar op de maat loopende, over hekken springende paarden, een weinig beteekener.de clown, een acrobaat in een kwistig rnet loovertjes benaaid tiieor, een opgedirkte, dikke jillVouw, die een marken kurs'j,3S l'et doen, vci ;'i tuit Maariels was er toch, waar GedïYcy z eh Mzonder toa aangetrokken gevoeld had en dat was een aller liefst blond meii-je, met een paur muoit', zachte vriendelijke oogen, die, ondarka het gealat.kotte en bepoederde gezichtje, kinderlijk onschuldig roLdkeken. Ze leek niet ouder ;lan zeventien jaar en een overvloed van glanzei d, lang blond haar golfde tot ver over haar middel. Ze was op e'e aarplak'oigetten buiten trgcr, do tenf als A5Ile. Coralie V7ere aangeduid en (i.'dï.ey had zichzelf glimlacher.d afgevraagd, hue haar ?ware naam en van wat voor afkomst 70 wel zi?n zou. Dit stord echter volgens zijn meening vaf:t: ze behoorda tot een geheel ar.dcr slsg menschep, dan het gezelschap, waarvan z'; op het oogenhlik de.-l niimaaHe. J.i, lij betrapte er zich zi Ifs pp, dat hij ontroerde, toen hij haar een kleinen mitsprong zag maksn en ze ilreigde te vallen. Maar alras bleek, dat zij \ollcerJ was in baar kunst en den toetcliouwcis alleen een oogeriblik argst aar.joeg, om haar succes te verborgen. Haar achterste voren door dan hoepel springen, om dan wei!er op 't j'ii.-te orgenblik cp den rug van haar klein paardje te land te komen, wa-; een meesterstuk van waaghalzerij, dat lui'e dt>or bet weinij talrijk publiek werd toegijuicht. Alkc-n Geill'rty bad zich argstig afgewend en zich van het ge en van bijvalsbetuigirgen onthouden. Hij voml het 'n Echar.de, dat het lieve mei>je zulke hals brekende toeren verrichten moe;t. En dit meitje was het : u, dat hij van uit het geopende raam herkend bad er. flat hij thans langs het strand achtervolgde. Zij liep 9,951 Si.BSfl 15.2-jj Landb. met ncvenbedr . . . Mijnbouw en veenderij. . . . Fabriciigv van aarJew.. gla^, sicen enz. . . . CliemUrht nijvt'vhcid ..... 10.212 Fabricage van stoom- en andei'c wiTM . . Ueradini; van v:ie'dint!s- en uvnottnidilel . f-'abn<':»;;'e van leder, ;i:huenen en/ ..... Jacht en visscl'crij ...... 25.115 10.502 111,332 1018 44 58.KJS 8919 1489 656 ooi 47 411 3734 98 u; .i 10 10.9 9.8 9.1 9 2.1 3.3 3 ?i o Iets meer dah l p C t. bedraagt de vrou wenarbeid van bet geheel aanial betrokken personen voor de houtbewerking, het verkeeis.ve'?.en, den wareuhandel, de metaalbewerking en den tuinbouw. Beneden l p(Jt. is de verhouding voor het bouwambacht, den scheepsbouw, bo&chbouw, fabricage van rijtuigen, gas en electriciteit en boek- en steendrukkerij. Opmerkelijk is o. a. het zeer hoog percen tage in de textiel Lijveiheid, de labricage enz. van kleedirig, de kunstnijverheid en de papierindustrie. Voor et.n deel zal dit wel moeten woiden toegeschreven aan de meerdere kunstvaardigheid en vingerzactitheid der vrouw, voor een ander deel echter aan economische misstanden. Hoe groot die deeien zijn, ja dat vermag de statistiek niet uit te maken. Op een ecoiiomischen misstand wijst ook het vrij hoog percentage vrouwenarbeid in het landbouwbedrijf'. Vooral in 't zuidtn van het land, in Brabant en Zeeland en Limburg is de verhouding zeer ongunstig, teaenovtr 4 ma nen vindt men daar l vrouw bij dan veldarbeid. Ook een misstand is ht;t groot aaijial gehuwde vrouwen by de veenderij betrokken en bij de achtste groep, n 1. de steentabiicage. Loonarbeid van jongelieden, (jingens beneiin JS jaar). Aantal sommige bedrijven abnormaal hoog ver houdingcijfer van den jongeliiigsarbeid is opmerkelijk tegenover het laag percentage van een paar andere groote bedrijven. Of pok hier eonomische misstanden de ver houding bebeerschen zal moeilijk zijn uit te maken, voor een paar vakken (papier industrie, boekdrukkerij) is dat waarschijn lijk wel 't'geval. Voor andere vakken komt 't me voor dat meer het direct aanbod van arbeid bij de voprloopige beroepskeuze heeft beelitt. Maar in elk geval zal, indien de bedrijven zich ia dezelfde evenredigheid verder ontwikkelen, voor een groot aantal jongelieden in de toekomst verandering van beroep moeten volgen. Het gemiddeld cijfer voor arbeid van jongelieden op 10 j ;i 12 peicenfc stellende zal uit de in deze tabel eerstgenoemde bedrijven een exodus moeten volg-en naar de andere vakken. L'e bedryt'skennis zal er niet beter op worden en 7.00 zal het gebruik van goedkoope arbeidsÈrachien ook in de toekomst nadeelig zijn voor het peil der arbeiders. EEYNE. Bedrijf. pi ?rauiitii bij het be drij!' betïokkcu. Waar van Pereenjunu'e- ta^re. 340'.) 2 J..5 .Melaalbeuerkim: 40.324 SU'.) 21 l'apier-imln-lrie fi'.!!)2 Uil t l VS TexVie'.-v,',j\ erlu.id.... Scheepsbouw, i i dus. mariiu -iiireht in:;1 . . Fabricage v. stoom- en linden: »ei-ktiii..en. . l lontbeu ei kiinr Hereid. v. vou.liiigi- en jieuoliuiddcleH Fabricage \. Ieder eti/. Fabricage v. a;u de\\ci k, glas, steen enn Boitu ambacht Jacht en \ insein rij.. . . Tuinbouw Kunstnijverheid Hoschbmnv \\ ijnbou\\' en veenderij Landbouw en novcuU'drijvcn 53-l.«8(! 15,017 Fabricage \'. diamant en aiut.ede!:;estconteu 9951 005 6 ,, Niet meer dan 5 procent of daaibeneden is de loonarbeid van jongelieden bij het verkeerswezen, de fabricage en reiniging van kleedicg, den warerihandel en de fabricage van gas en electriciteit. Het in 11 l 332 17.178 15 l<U.82ü5310 13.3 " 25.145 32il 129 l l l,'JOU 17.157 11.8 ~'2.1!l(i 2578 11.5 30.911 3551 11.5 IfiM 189 11.2 4 (i l-'S 445 9.7 13.255 1295 8.5 ^.t met haastig' n tred voort, maar hij had harr weldra voldoende ingehaald, urn haar op zijn gemak eens goed op te r.emen. De kleine handen waren in licht-beige har.df choenen gestoker, een LauwshütfLd lakensch costuumpje ormloot haar lenige gestalte, van het blonde haar zag hij een aantal weerbarstige krulletjes onder den kleinen hoed uitkomen en haar schoeisel he&torol uit een pa-r fijie, lich'gele molière tchoertjes met hroge hai-kep, die lichte indrukken in het za; d achterlieten. Ge, fïriy kon riet uitlaten, hij zich zelf de opmerliii-g te ma':cn, dat ze er voor etn paardrijdsier'', ai bi.vjr.dcr eenvoudig en toen chic, ja zelfa ui'artt geilittingi trd uitzag en z'n lippen plooiden zic'i lot een onwillekeurigen glimlach, als h'j dscht aan her cotiuim en de omgevirg waarin hij haar den avor.d te voren gezien had en ho>i ze r,u voor Item verscheen. \Vat 'n heuitlsbrced vcrsch-1. De lust, om een gesprek met haar aan te knoopen, wi rd hoe langer hoe grooter by hem, doch o n (l e r welk \:oor',vtr.dsti zou hij dit kunnen (loer:. Wat h- m eerst ?.oo makkelijk had toe geschenen, leek hem nu bijna een onmogelijkheid. Hot voorwerp van zijn sliiie bewondering, vo;l;lo als bij intuitio, dat er iemand achter haar liep ; ze keek tersluiks even om en zoodoende nag Getiircy eer. lijn. besneden priücl. Toen ze (iuiirey, die zich hield, als had hij lit.ts gezien, bemeikte, versnelde: -ij haar pas. mlor den arm droeg zij een pal je boeken en (JoiitVfv van benieuwd, te v.eten, wat voor soort lectuur ten meisje als Coralie Ver e er op nahoud: n zou. Na i;og cer.igöpasten fe zijn vocrtgeloopen, zag (ieoiiny eei,tk!aj,s een buek voor z'ch in het as.d liggen. Dat hoorde natuurlijk van haar!... Wat 'n prachtige aanleidirg tot een g«.sj.rek . . Even kijken ... ,,T\?0!ris' F.arth'y Parad's? !" Gneie hemel, Ia3 "(/' dat! (iüi'l'rty hloej; liet schutblad op en las Maiy Gray", l "l D e c.' 1!I01. Hij dcnd nei boek dicht, versnelde z'n stap, tot tdj hst mei je had ingehaald, ram toen bekcid z'n hoed af m reikte lir.ar mot de voorden : Pardon, jt ffrc.uw, kan dit ock van u zijn V" het geiorden ?.corwc-rp over. liet mei'jo kcerdo zich haastig zijwaarts, keek hem aan, z,-.g vervolgens naar het boek.... toen verhelderde cpeci s een vrcoivjkc glimlach haar gelaat , ja ! dat i:i van mi', 't is zeker onder mijn arm uitgegleden. Wat ben ik blij, dat u 't gevonden hebt, mpg ik u \riendelijk bedarken. Jlij bedai.kar, waarvoor ? Omc'at ik dat boek opgeraapt heb'? 't Is 'n heele moeite,?" gaf G-.'iffny !acf:eiid ten antwoord. Ik ben blij u van dienst te hebben kunnen zijn. Wat Parkieten. Het ia helaas, een feit, dat hetgeen omgaat in de z.g. lage>re klassen, hetgeen daar woilt en leeft, onder de meer bevoor rechten maar bitter weinig gekend en zooal gektnd, maar bitter weinig begrepen wordt. Er zij u er maar weinigen in aantal, die er zich eenigszins een voorstelling van maken kunnen, hoe groot de zucht naar vermeerdering van kent is is, zooals ze aan den dag treedt in de vakvereeni^ingen en menigeen zou nu reeds verbaasd staan over de onderwerpen, die in cursusverga deringen behandeld en nog rneei over de wijze, waarop zij behardeld worden. De vakverenigingen als opvoedingsschool, het zou reeds een dankbaar onder werp zijn ter bespreking. Is er aan den eenen kant een lichtzijde du.", die aangenaam stemt, aan den anderen moet veelal de overtuiging veld winnen, dat de grootste vijand v:ri den arbeider vaak gevonden \vordtonderdearbeiderszelf'. Dan blijkt het gevoel voor elkaar nog zoo weinig ontwikkeld, dan blijkt zichzelf-zoeken, pestile zelfzucht nog zoo'n macht te bezitten, dat de eene arbeider den anderen niet schroomt te benadeelen. Zoo kwam het mij indertijd bijna ongeloof'elijk voor, dat aan oificieele instellingen de eene collega ek'n anderen geld leende, kleine bedragen als gevolg van weinig crcdietwaardigheid, tegen de maiige rente van 10 p(Jï. over zeer korten terrmin, een rente dus, die varueien kon van oO pCt. tut een buitensporige woekerrente. De laatste staking voert in haar gevol gen een dergelijke Hoort liefdadigheid iue.de. En helaas i Er wolden arbeiders gevonden, die van de tiuancieele nooden van bun klassegenoottn, zoodanig pn fijt weten te trekker, dat zij kleine bttlrageu van bijv. j 10 leeren oi.der beding, van teruggave van ? l per weck met bijbetaling van 10 cent interest. Zelfs is s fl 'Sgir.g <!er hoofdsom niet eens altijd strikt noodzakelijk, als... de rente maar vol.'laan wordt. Men rekene zelf een en ander eens na. Tot, dergelijke Jeeningen *ijn zelfs combitatien van AHUEIDIOÜS gevormd, die er dus werk van maken, dat soort, liefdadig heid te verrichten. Rijet dus aan den renen kant de vraag, langs w_elken weg een en ander te ver hoeden is, aan den anderen kant moet de overtuiging veld winnen, dat naast de opvoeding in de vakvereenigingen, nog een morcele opvoeding te geven is, waartoe alle weidenkenden eaamwerken kunnen en moe: en. K'dam, 22 i '03. O. «IIIIIIII l ,l»lmlltnilllMIIMHIIIIIIIIIIIII11l!IMlmlll)llli!llllltlttMM 'n prachtige dag, zal 't vandaag worden, maar warmjjas, denkt u niet'? Och, aan 't strand kan men wel wat warmte velen. Ik was juist van plan een bee'ja te gsan lejen, 't is nu zoo'u kaim uurtje. Ja, dat was ook mijn voornemen," jokte Getffrey, mag ik 'n einrijs met u lacogaan. Wacht, laat u mij die boeken dragen ; op den duur worden ze zwaar ; daar glijdt er alweer een tusschen de andere uit. Toe, geefc u se inij zoo lang. iüj ram Z9 zonder verdere plichtplegingen van haar over. 'n Ogenblik stoi.d het tweetal recht tegenover elkaar, waardoor Ge'ifrcy geIrgenhciJ ha;!, liet mei,-jo vlak in 't geüicht te zien. Nu hij haar in het daglicht zag, zonder een zwtem van rou^e of blanketsel op het gelaat, !eijk zij hem een paar jaar onder toe en ic'nattc hij haar op een jaar of twintig. Doch dit ram iiiei we;>, dat er uit haar heele vezen ten kinderlijke naïviteit sprak, die een betooviende uitwerking op hem htd. Ik heb tve; een oribess~he:.dcn blik ge waagd in uw verioren b )ek en zoodoende met een uw r.aam gelogen. Mag ik daarom zoo vrij f.ijn niijieif even aan u voor te s ellen : Geoflr< y Liïter. o;r, u te dienen. Ik bennuzoovvat een rtaard hier, maar ik moet u eerlijk zeggen, 't begir.t me dar.ig te vervelen ! ilé,' was 't antwo.,rd van het rneis-j \ hoe is het mogelijk, ik vind het hier juLi zoo heerlijk. Ja, maar, u moet niet vergeten, dat u nog maar zoo kort hier bent. AU u een tijdje bied, zou het u dunkt ms ook wel gaan. vervelen i j Dat geloof ik niet, ik heb een hekel ain , het leven in een groote stad. Ik zou wel altijd ! aan de zee willen wonen, maar.... Maar dat ?al vcor u wel iet» onmogclijks zyn .... vulde Geotfrey aan. l liet F'.e'c-je wierp haar metgezel een vragen den b'ik fee. De.2e echter ontweek rlien en vroeg : Is Morris een van uw lie-/eiirigsschrijvers ? Ik moet tot m'n tchando bekennen, dat ik tot nu toe nog niels van. 'm gelezen heb. Mijn vriendin heeft tr,e dit boek te leen gegev< n, maar ik heb er nog geen oog in ge had. Kent i'i Morris ? (ieciïny zweeg een oogcnbük. Van een vriendin . .. dacht bij . . . zou dat die ;likke juffrouw op het slappe koord zijn, of datjr/"gfi meisje dat zoo verbazend vlug een keer of wat achtereen, over haar hoofd duikelde, 't Was i hem te geleerd ! Hij haastte zich te a" twoor- ! den : zeker juffrouw, ik heb veel van 'm genotea. U zult dunkt me weinig tijd en gelegenheid tot lezen hebben, is 't wel 'l Waarom niet ? klonk de wedervraag. Wel, met het oog op uw werkkring ; die ftrslap omtrent 's Rüte Verzamelingen YaB Scscnieöenis en Kunst", Thans is weer een nieuw deel verschenen, waarin we bijzonderheden wntrert den toestar d waarin 's Ujjks verzamelingen zich bevhider, kunnen vernemen. Wij kunnen nagaan de veranderingen in gebouwen en lokaliteit, da werkzaamheden der verschillende beambten en ten slotte de nieuwste aanwinsten, waarmede de verzamelingen in een cf ander opzicht verrijkt werder. Hebben deze verslagen, wellicht uit den aard van haar olficieelheid, een min of meer droog karakter, in de laatste jiren trachtten ver schillende directies door bijvoeging van et;kela prenten ze meer aantrekkelijk te miken. Hat meest belangrijke waarmadu in het afgeloopen jaar, de onder hun behear staande collecties, werden vermeerderd, is dan door lichtdrukken die den tekst verduidelijken weergpgecen. Zoo zijn aan het verslag van hel Kochjklyk kabinet van munten, penningen en gesneden steenen een viertal platen toegevoegd en verduidelijkte, de helaas thans overleden directeur van 's Rijks museum van oudheden te Lsiden, dr. W. Pliyte, de lijst zijner aauwinsten met een drietal lichtdrukken Da eerste naar een Jooden sarkophaag te Byout el Siied gevonden, die uit de laat Griekschen tijd dagteekent; de beide acderen naar E^ypiiscii aardewerk en glazen flatschen uit Syri afkomstig Dr. J. D. E Sjhmeltz, directeur van 's Rijka ethoEogrufisch museum te Leiden verluchtte zyn oifioieele mededeeliDgen met niet minder dan acht platen Bijzonder merkwaardig zijn hieronder een rijkgesoeden dansmasker rnet de kop van een everzwijn, een Bilineesche kris-standaard Rtksasa voorstellende, en een pracht'g Japansch masker afkomstig uit de coll. Schermbeek. Ean Caineesche metalen trom en een «tuk gesneden pranwennieraad van de Adaiiraliteits eilanden behooren rcede tot de nieuwste aanwinsten, waatbij we tevens niet mogen vergeten de aandacht te vestigen op de belargrijke collectie JnpatBche prenten uitmakend < de collectie Vogel die tbans eigen dom van het museum geworden is. De belangstelling in dit en andere Masea lijkt ons echter nog r.iet in evenredigheid met da talrijke schatten die er gehuisvest zijn, en die voor een ieder in meer of minder opzicht toch irteresfe kunnen hebben. Mogelijk ligt dit eenigszins in onzen volksaard, maar wellicht ook in do weinige bekendheid met het aan wezige materiaal. KUine speciaal- tentoonstel lingen van een of ander onderdeel uit den zoo lijken voorraad zou or.s inziens veel nut kun nen stichten. A's ik mij niet vergis zijn door enkele directies in deza geest reedd proeven genomen. K W. P Jr. Een tozoek aan eet Museum te Utrecht, Eenige bijzonder be'zngrijke oogenbhkken zijn in het Aartsbisschoppelijk Museum te U recht doorgebracht door de leden van het Historisch Genootschap, eie ra afloop deralg"meene vergadering, op 14 April, daar mochten rondgaan onder geleide van den Z Eerwaarden Heer G. W. van Heukelum, den stichter zelveu van het Museum. Het was wel een vo >rrecht de 7pe verzamelirg te bezichtigen onder leiding en toelichtirg van dezen kucstkerner. De waaide, de geschiedkundige beteeken s, de bijzonde e schoonheid en volmaking van menig voorwerp, dat men vroeger wei meer had gezien, doch zouder kennis des onder scheid», kwam daardoor in een helder licht. ?iiliiliiimiiiiiiimi lEtlUlllllilMMHltllllllMÜHIIIIIIMKItlHIK zal u, denk ik, niet veel gelegerheil tot lezen overlaten. Hoe weet dat? viosg het meisje snel, terwijl een donkerroode blos haar wangen kleurde. Heeft u me zien werker.' ?'' Ja, juist juffrouw ! zei Gei ffre y en wat ik van u heb gezien, vond ik buitenge woon knap. Msar ik moet u toch eerlijk be kennen, en ik hoop nier, dat u 't me kwalijk neemt, dat ik het verschrikkelijk jammer vind, dat u zo) iet.s doet, .... Jammer ! viel Miss Grsy hem in de rede. Jammer ! Waar-im ? Wat staat u dan tegen in 't artistenloven ? Maar u bent de eerste niet, die mij veroordeelt, om de keuze van mijn beroep, dat ik vrijwillig en alleen uit liefde voor do kunst heb gekozen. Van alle kanten word ik aangevallen, doch ik stoor me in dit op jicht r.iet aan de opinie mijner ken nissen; met flinke studie en een klein beetjj geluk zal ik hr-t ver genoeg brengen. U moet 't rue maar niet kwalijk nemen, Mr. Lister, dat ik in eens zoo heftig werd, maar ik word altijd eenig'zins opgcwor.der, als dit onder werp ter fprake komt. Ik beu het volkomen met u eers, dat, als raen zich sterk tot is ts aangetrokken voelt, ergers roeping voor meert te hebben, men zijn talenten niet ongebruikt mag Liten, maar de lui waarmee u verplicht bent, orn te gaan die,... Mijn coi.fralera of collega's, om 't zoo maar eens te noemen ! Zou u dan denken, dat die niet precies hetzelfde v, aren als u ea ik en ieder ander ? De si'haartch verachte circus en het geheele daartoe behoorer.d gezelschap, daagde onwille keurig voc.r Gerft'rr-y's eng op> en hij wL-t niet, wat te antwoorden. Myn oom is do tenige, die mijn keuz-j goedvindt, vervolgde het mei je, alleen is hij bang, dat er jaren en jaren zullen moeten vrioopen, »l vorens ik nsam zal hebben ge maakt ; dcch ik hf:b alle hoop op de toekomst en dan .... mijn werk gaat mij boven alle». Maar zou u\v gezondheid f r niet ondtr lijden V vroeg GeoftYry weer. Mijn gezondheid 5 Wat heeft die daarmee te maken ? Nu . . de verf. . . dat schilderen . . . allo dagen antwoordde Geiffrey aarzelend, en spijt gevoelen.l, dat hij in haar eigen tegen woordigheid, dit kiesche punt moett aarroereti. De verf zal me niet hinderen, sprak zij lachend. Ik hoef ze toch niet af te likken, of op t a e'en. Weet u wat mijn plan is en wat ik hoop V Dat ik 't volgend jaar een prijs haal als ee:i van mijn knnststukken in het Pal&ce geëxpo seerd zal worden. (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl