Historisch Archief 1877-1940
No. 1351
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
verluchten). Knnstberichten. Varia.
Platen: Jan van Brugge; koning Karel V
Tan Frankrqk; Fragment nit de Openbaring;
Miniatuur voor Matthens' Evangelie. Frag
ment nit de Openbaring. H. P. Berlage,
architect. Park-wijk te Amsterdam.
Park-w\jk te Hal; id. Schoorsteen en venster
bank; id. Eetkamer; id. Studeerkamer.
Paul Bril, Rotaig landschap. Joost de
Momper, Landschap met bergstroom. Jan
Wiens, Eigen portret O. L. V. Boodschap.
Adriaan Collaert, Johannes de Dooper. Joris
Hoefnagels, Gezicht pp Sevilla.
Vademecum. Practische 10 cents Bibliotheek
onder redactie van J. A. H. Jockin: Deel l:
Behandeling van kamerplanten, door dr. A. J.
M. Garjeanne. Deel 2: Nederl.-Hoogduitach
Handelswoordenboek, door dr. F. Leviticus.
Deel 3: De boekhouding voor den winkelier
en kleinhandelaar, door Th. Messie. Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf.
De Vrye Tnbime. Afl. 4: G. H. v. Senden,
Over woordkunst, III, door Fr. v. Eeden?M.
Jongeneel Jr., Je Maintiendrai. Oolbekbink,
De klok in het woord der tijden, (vervolg).
Jan Eelen, Uit lentelinde. J. J.
Hoogewerff, Maaatschappelyke hervormingen, III.
Ed. Schallinck, Nabetrachting. Willem
Gyssels, Loki.
De Katholieke Gids. Afl. 5: Pater Marcns
van Aviano, Minderbroeder Capucyn en het
beleg en het ontzet van Weenen 1683 (slot),
door P. Cyrillns, mind. cap. Z.H. Leo XIII,
Eene lezing, door W. de Veer, S. J. Het
Spiritisme, (vervolg), door A. Nu yens.
l Eigen Haard, No. 20: Een Dweeper, door
A. Peanx, V. Holland op Ceilon, door Jer°.
de Vries, met afb., I. Fnsains: op Montferland,
door Edward B. Koster. Een nnicnm in
Deli, door C. F. Hagee, met afb. naar opname
van den amat.-fotograaf J. J. H. Soeteman.
De nesten van onze zangvogels. Eene staats
munt en eene staatsdrukkerij te velde, door
H. J. Emous, met afb. Waschdag, met
afb. Verscheidenheid. Feuilleton.
IIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIII IIIIIIIMIJJIIIIIIIIHIIMMHIIIIIIIIIIIIIII'IIIIIHIHIIIMIIIIII
Maggi om te krniden
Is een eenig beproefd middel om gerechten, groenten,
vleezen, soepen, sausen, ragouts, oogenblikkelijk een krachtigen
aangenamen, geur en smaak te geven. Weinig druppels xijn
voldoende. Verkrijgbaar bij alle soliede kruideniers en
comestibleshandelaren.
lllllllllllllllllllllimmilllllllllllllllNIIMIHIimillHinillllMIIMIinmiimilllllllllllllllinHinMIIIIIIltHllimMllllllllllllllim
De gehuwde vronw en de Teldarbeiil.
Gabriele d'Annunzio zegt in Eotsmaagden:
?Bedenk, dat er een middel bestaat om steeds
opgewassen te zy'n tegen de gebeurtenissen,
en de wisselvalligheden van dit uiterst onzekere
leven, wacht de gebeurtenissen met
koninkIp gemoed."
>Met koninklijk gemoed"; hoe weinig begrijpen
wij in deze democratische tijden, wat die
woorden beteekenen of wat het zeggen wil, de
gebeurtenissen af te wachten. Wij, wy kunnen
niet wachten; wij moeten en willen de omstan
digheden voorzien, beheerschen, leiden; niets
kan of mag er gebeuren, of wij moeten weten,
waartoe, waarom, waarheen ? Overal onrust
angst voor pverheersching, voor beperking van
macht en invloed, in grooten en in kleinen
kring. Manifesten van allerlei soort, van allerlei
richting; heftige, onbesuisde, ondoordachte
daden, gevolg van onrust en geprikkeldheid
over onrechtvaardige toestanden, onbillijke
arbeidsvoorwaarden, een. zich machteloos voelen
tegenover den drang der tijden.
Misschien bezit in deze dagen alleen de
ernstige historicus-filosoof dat «koninklijk
gemoed", dat hem met kalmte de gebeurtenissen
doet afwachten, dat hem die zelfbeheersching
en rust geeft om te blijven staan ver van de
strijdende partyen; koninklijk in dien zin, dat
hij zich boven de massa in zoover verheft, dat
hij het strijdperk beter overziet, en kalm alleen
omdat h\j zyn onmacht voelt, om te midden
van al de losbarstende hartstochten het heer
lijke woord te doen weerklinken, dat de ge
schiedenis een machtiger stroom is dan al die
bruisende, ruischende woorden, dat zjj haar
weg gaat en vindt, trots elke belemmering en
ieder verzet.
Maar nu die wijsheid nog niet over ons
gekomen is, nu w\j, die midden in de stuwende,
dringende massa staan, het strijdperk niet
overzien, spreekt het van zelf, dat w\j ieder
persoonlijk en in vereenigiog met velen ons
moedig, zelfs overmoedig soms, toerusten tot
den strijd, met meer vertoon dikwijls ook dan
goed is, om de zekerheid der overwinning te
versterken.
Tot een van die stormachtige, overmoedige
uitingen reken ik het manifest aan alle vrouwen
en moeders in Jederland, uitgegaan van het
bestuur der Vereeniging ter behartiging van
de belangen der vrouw, waarbij alle vrouwen
in Nederland worden opgeroepen, om zich
rekenschap te geven van hetgeen er gebeuren
zal, als de nieuwe arbeidswet beperkende
bepalingen zal maken voor vrouwenarbeid.
Geen wonder, dat zq niet kalm den gang
der gebeurtenissen kunnen afwachten, dat de
angst hun om het hart slaat, als zjj zier, hoe,
na onderzoek en bespreking van het adres ran
het Algemeen NederlandschWerkliedenverbond,
door het centraal bestuur gezonden aan den
minister van binnenl. zaken, oot te wyzen op
de misstanden in de steenfabricage, onder de
middelen, die door de arbeidersorganisaties
en door mannen van invloed tot verbetering
werden aanbevolen, schering en inslag was
?verbod van arbeid voor de gehuwde vrouw",
of sterker nog, «algeheel verbod van vrouwen
arbeid", zooals de inspecteur van den arbeid
in de 6de inspectie in zijn verslag over 1899
1900 aanraadde.
Waar wij een te heftig optreden steeds be
treuren, omdat het een goede zaak kwaad doet,
weten wij toch allen ieder persoonlijk, dat,
waar bat vrouwenarbeid betreft, er iets in ons
wakker wordt van verontwaardiging, van angst,
als wij iets hooren van beperkende bepalingen,
omdat wij maar al te goed weten, dat door
alle eenwen heen steeds meer werk ons uit
de handen genomen is, en wy vreezen, dat
het arbeidsveld der vrouw verkleind zal wor
den, haar bijverdiensten of haar levensonder
houd nog geringer zal worden. Al stellen ook
vele beschouwingen van mannen en vrouwen,
die op de hoogte zyn van arbeidstoestanden,
ons gerust wat betreft wettelijke regeling, er
staan talloos veel andere beschouwingen van
autoriteiten op arbeidsgebied daar tegenover,
die waarschuwen tegen wettelijke regeling van
vrouwenarbeid. Kalm kunnen de vrouwen in het
algemeen zeker niet de naderende veranderin
gen zien komen of afwachten, omdat het gaat
om alles wat ons dierbaar is, om vrijheid van
arbeid, om zelfstandigheid, om geluk. Arbeid
is ook voor ons, vrouwen, de groote zegen,
die smart voorkomen en lenigen kan, die de
vrouw terughouden kan van die grootste ellende,
de prostitutie.
Het manifest van »de vereeniging ter behar
tiging van de belangen der vrouw" heeft aan
doeningen van allerlei soort gewekt in socia
listische en feministische kringen, uitingen, die
zeker de vronw en ook de maatschappij niet
ten goede komen, en naarmate wy beter de
bezorgdheid van de vrouw voor alle
arbeidsbeperking kunnen begrijpen, naar die mate
zullen wy er ons meer in verheugen, dat het
Bureau van Vrouwenarbeid, al was het dan
ook maar met n stem meerderheid, besloten
heeft zich aan te sluiten. Gematigdheid en
bedachtzaamheid zal, naar wy hartelijk hopen
daarvan het eerste gevolg zijn by ieder op
treden der vrouwen tegen wettelijke regeling
en als tweede gevolg, naar wij veronderstellen,
grooter waardeering nog voor het taktvol beleid,
het ernstig, onpartijdig onderzoek van bet
Bureau van Vrouwenarbeid.
Die Vereeniging wil en tracht te zy'n de
filosoof-historicus in de vrouwenbeweging, die
rustig, met onbevangen blik het strijdperk
overziet, de beweging tracht te leiden met
kalmte, vaardigheid en waardigheid.
?Rustig onderzoek, het hooren ran de be
langhebbenden in de eerste plaats en verder
een samenbrengen van alle meeningen, om
daaiuit met groote omzichtigheid te
concludeeren, dacht ik, dat onze taak is." Dit
zijn woorden van de directrice van het Bureau;
die groote voorzichtigheid en nauwkeurigheid
spreken reeds dadelijk uit No. l der reeks
?goedkoope uitgaven", die het Bureau zich
voorstelt te geven, ik bedoel uit »de gehuwde
vrouw in den veldarbeid".
In Augustus 1902 ontving het Bureau, evenals
vele andere vereenigingen, de bekende vragen
lijst van het Algeneen Nederl. Werklieden
Verbond over den veldarbeid der gehuwde
vrouw en de eventueele wenschelykheid van
een wettelijk varbod. Met groote belangstelling
nam het Bureau daarvan kennis en toen het,
na ernstig onderzoek, tot de conclusie kwam,
dat enkele punten of over het hoofd waren
gezien, bf >te veel in de schaduw gelaten
waren", punten, die het Bureau van zeer
gewichtigen, ingrypenden aard achtte, had het
de voldoening, dat de voorzitter van het Alg.
Ned. Werkl. Verb. schreef, dat de drie, door
het Bureau geformuleerde vragen, zouden
worden geplaatst in de Werkmanebode en dat
het bestuur den termijn voor de beantwoording
der vragen, zou verlengen.
Het Bureau zelf had intusschen aan een
tachtigtal correspondenten, in of nabij
landbouwstreken, de vragenlijst gezonden met het
uitdrukkelijk verzoek, zooveel mogelijk de veld
bearbeidende vrouwen zelven te ondervragen.
En het resultaat ? Onvolledig natuurlyk.
Slechts zeer, zeer weinig vrouwen zy'n onder
vraagd en wij stuiten op tegenstrijdigheden.
Dit laatste is natuurlijk het gevolg van
individueele opvatting, het eerste het gevolg van het
groot aantal vrouwen, die veldarbeid verrichten.
Uit de Beroepsklapper (No. 2 der »goedkoope
uitgaven" van het Bureau) blijkt, dat van 1889
tot 1899 alleeu het aantal gehuwde arbeidsters
in de landbouwbedrijven met ruim 4000 is
toegenomen; volgens de laatste beroepstelling
werken ruim 16.8000 gehuwde vrouwen als
veldarbeidsters.
Veel zou ik kunnen aanhalen uit, of be
spreken naar aanleiding van de verschillende
antwoorden ; liever beveel ik allen, die belang
stellen in organisatie van den arbeid, de lezing
zeer aan, vooral ook omdat het oordeel van
het Bureau onpartijdig is en dus bet meest
de juistheid kan naderen.
Ten slotte meen ik nog eens te moeten
herhalen, dat wij vrouwen, die gevoelsmenschen
zy'n, dikwijls te heftig ons uiten, te veel onder
den indruk zy'n van n enkel resultaat van
onderzoek, van n enkele beoordeeling, de
grootste zelfbeheersching en bedachtzaamheid
in acht moeten nemen, waar wy een woordje
mede willen spreken in zake wettelijke regeling
van vrouwenarbeid. Het onderwerp is zóó veel
omvattend, het laatste woord vddr en tegen is
in dezen nog lang niet gesproken. Maar ge
lukkig acht ik het, dat wy reeds nu een Bureau
van Vrouwenarbeid hebben, dat dadelijk by de
uitgave van »de Gehuwde Vrouw in den Veld
arbeid" getoond heeft, dat ook vrouwen in deze
belangrijke zaak bedachtzaam en onparty'dig
kunnen zy'n. Mogen velen belangstelling genoeg
voelen voor dit onderzoek, om het boekje te
koopen voor 15 cnnt aan het Bureau v. Vrou
wenarbeid, Van der Doesstraat, 's- Gravenhage.
C. A. WORP ROLAÏID HOLST.
De neerscneiiile yronw.
De heer W. T. Stead wees eenigen tijd
geleden op de dreigende Amerikanisatie van
Europa. Deze strooming «bedreigt" ons niet
meer. Wij zitten er midden in. De Morgans
en Rockefellers beheerschen, heimely'k meer
dan openlijk, in toenemende mate het
industrieele leven der voornaamste Europeesche landen,
terwyl de Amerikaansche dames allengs meer
beslag leggen op de harten der invloedryke
mannen van adel, aldus het sociale leven
domineerende. Het een zoowel als het ander,
door middel van den almachtigen dollar!
Het New-Yorksche blad World heeft de
volgende merkwaardige ly'st verzameld van
Amerikaansche vrouwen, die door haar huwelijk
met bekende Europeesche edellieden een
adellyken titel voeren :
Engeland: hertogin van Marlborough,
miss Van der Bilt; douairière hertogin van
Marlborough, mrs. Hamersley; lady Orzon,
miss Leiter; gravin van Eisex, miss Grant;
lady Grey Egertan, miss Cuyler; lady
Randolph Churchill, misa Jerome; markiezin van
Dnfferin, miss Davis; viscountess Deerhurst,
miss Bonynge; markiezin van Anglesey, miss
King; lady Graven, miss Martin ; lady
Harcourt, miss Motley; douairière hertogin van
Manchester, miss Yznaga; lady Hesketh, miss
Sharon ; lady Gordon Cumming, miss Garner;
lady Naylor-Leyland, miss Chamberlain ; lady
Frankland, miss Di Zerega; lady Playfair,
miss Russell; gravin van Ox'brd, miss Corbin ;
lady Butler, miss Vaughan ; lady Ross, miss
Ellison; lady Barrymore, miss Wadsworth;
lady Lister-Kaye, miss Yzn»ga; barones Ver
non, miss Lawrence; barones Halkett, miss
Stokes; lady Cheylesmore, miss French; lady
E»mont, miss Towell; lady Newborough, miss
Carr; hertogin van Manchester, miss
Zimmermann.
Duitschland: prinses Hatzfeldt, miss
Huntington; barones von Oppenheim, miss
Hutchins ; barones von Zedwitz, miss Caldwell;
barones von Maltzahn, miss M'Dowell; gravin
Lewenbaupt. miss Wilson ; barones von
Schneken, miss Benziger; gravin Pourtales, miss
Montgomery; barones von Schroeder, miss
Donohue; barones von Stein, miss Foster;
prinses de Daer, miss L^e; prinses Salm-Salm,
miss Jay ; prinses von Auersper?, miss Hazard;
prinses de Lynar, miss Parsons ; barones von
Ehren, miss Woolridge; gravin Pappenheim,
miss Wheeler; barones Bocklireon, miss
Berwind ; barones von Courig, miss Bryce; gravin
Koesel, miss Moore; gravin Waldersee, miss
Lee; barones Friesen, miss Smith; gravin
Sierstorff, miss Knpwlton ; gravin Trackenberg,
miss Abbott; gravin Goetzen, miss Lay ; ba
rones Zedlit, miss Roosevelt; barones Luknitz,
miss Cary; barones Verson, miss Clements.
Frankrijk: markiezin Roziere, miss
Tilghman ; gravin de Gastellane, miss Gould;
markiezin de Choisene, miss Gondert; hertogin
de Arcos, miss Lowery; gravin de Chambrau,
miss Longworth; gravin de Chavanne, miss
Benson; hertogin de la Rocbefoucauld, miss
"Mitchell; barones d'Este, miss Brown; hertogin
van Choisent-Praslin, miss Forkes; barones
de Riviera, miss Blunt; viscountess de Rozer,
miss Miltenberger; gravin de Rohan-Chabot,
miss Murray; gravin de St Romans, miss
Slidell; prinses de Suzanet, miss Field.
Italië: prinses de Peggia Tnasa, miss
Curtis; markiezin de San Marzano, miss
Gillender; gravin Sanza de Lobo, miss Allen;
prinses Monketliard, miss Singer; gravin
Sodozini, miss Stokes; prinses Vicovaro, miss
Spencer; prinses Brancaccio, miss Field;
mar. iezin Teodali, miss Conroy; gravin de
Brazza, miss Slocum; prinses Colonna, miss
Mackay ; gravin Palatine, miss Spencer ; gravin
Devoune, miss Audenreid ; hertogin de la Torre,
miss Haight; gravin Pieri, miss Schroeder;
gravin Gibo, miss Lambert; prinsea de San
Faustino, miss Watzon; viscountess Falkland,
miss Reade.
Rusland: prinses Cantacuzene, miss Grant;
barones Stoecke, miss Howard; prinses
Engalitscheff, miss Partridge; prinses Belossarki,
miss Whittier ; princes Camporeale, miss
Binney; prinses Emanuel, miss Curtis.
Andere lauden: barones Lehmann,
Nederland, miss Brown; barones Gevers, Ne
derland, miss Wright; gravin Lerchen field,
Beieren, miss Wyman ; prinses van Monaco,
Monaco, miss Heine.
Het aantal Amerikaansche vrouwen die de
harten van niet-adellyke voorname mannen
van Europa inpalmden, is natuurlyk veel
groater. De derde vrouw van Engeland's
koloniale secretaris, is eveneens van over de
Oceaan afkomstig. Maar het zijn voornamelijk
de adellijke harten waarop de Amerikaansche
trouwlustige dames met goede bruidschatten
jacht maken. En het pas verschenen nummer
van de Review of Reviews bevat een treffend
spotprentje uit de Cftica_,o Record Herald over
genomen. Het stelt een millionair voor die
met zijne vrouw en dochter uitgaat op
«shoppirjg for a Title" in een tentoonstelling van
adellijke huwelijkskandidaten, waarvan som
migen z\jn afgebeeld als «rare bargains"!
Londen, 14/3 1903. J. K. T. D. V.
Internationale KMerlitteratmir.
Kleine Kleuters, naar het Engelsch van
EDITH FAEMILOE, door E. RESINK. Geïl
lustreerd door de schrijfster. Te Amster
dam büH. J. W. Becht.
Reeds dikwijls had ik gehoord van de geestige
Engelsche teekenaarster Edith Farmiloe, maar
tot nu toe was me nog nooit iets van haar
werk in handen gekomen. Eerst in dit boekje
heb ik er kennis mee gemaakt en, vooral wat
de teekeningen aangaat, met verbazend veel
genoegen, deze zy'n alleraardigst en origineel.
Geestige kinderfiguurtjes, vol leven en uitdruk
king. Men zou ze bijna karikatuurtjes kunnen
noemen maar dat zy'n ze toch eigenly'k ook
weer niet. Alleen spreekt er een onbedwingbare
humor uit. De teekenaarster ziet blijkbaar
allereerst het grappige in de bewegingen en
maniertjes der kinderen, en geeft dat eenigszins
gechargeerd weer wat trouwens juist zulk
een alleraardigst cachet aan haar werk geeft.
En nu de inhoud: die is ook van de artiste
zelve en, evenals haar teekeningen, vol humor
en leven echt artistiek.
Maar nu bly'ft het voor my nog alty'd de
vraag, of ze dit werkje bedoeld heeft als een
boek voor kinderen of voor volwassenen ?
Men zou het laatste denken, wanneer men
b.v. het volgende leest:
Een klein meisje komt in een kruideniers
winkel om een busje gecondenseerde melk te
koopen, en vraagt of de bediende bet meteen
eventjes open wil maken, daar baar moeders
blikkeachaar weg ia.
«De jonge man mompelde iets binnensmonds.
«Waarom vraagt je moe me ook maar niet
om 's morgens de bedden te komen opmaken,"
zei hy' sarcastisch; «of om met de zuigeling
nit wandelen te gaan? Dat baantje kon zemy'
ook nog best op my'n dak schuiven."
Lili lachte minzaam, niet begrypend wat hy
hiermee bedoelde, want sarcasme gaat voor
kinderen verloren ...
Dit is toch stellig voor volwassenen bedoeld,
zou ik denken ! En de vertaalster schijnt het
met me eens te zy'n, tenminste al die afkor
tingenals »'r" dialect-uitdrukkingen als «veels
te" en »hy heb" enz., zy'n toch waarlijk niet
voor jongere kinderen geschikt. En toch de
uitgever heefc het werkje doen drukken alsof't
voor heele kleintjes bestemd is. Vele ouders, de
aardige plaatjes en den grooten druk ziende,
zullen in dan val loopen en het voor hun jongere
kinderen aanschaffen, dat geloof ik stellig.
En och, als ze hen er nu zelf zoo'n beetje
uit vertellen by' de plaatjes dan gaat dat
wel, maar voorlezen of zelf laten lezen, dat
zou ik afraden. Het eerste verhaaltje zou nog
gaan, maar 't tweede handelt over zulke leelyke
kinderstreekjes, dat ik dit, boe uitstekend ook
geschreven, toch aan vele kleinen liever niet
in handen zou geven.
Voor grooten echter z\jn ze kostelijk. 0>
wat heeft die Edith Farmiloe die kindertjes
goed bestudeerd in al hun doen en laten l
't Is een echt stukje kunst.
Grappig, dat op den omslag de naam der
toch zoo gunstig bekend staande artiste geheel
genegeerd wordt. Men ziet alleen den naam
der vertaalster.
Gaarne wil ik aannemen dat het niet haar
eigen bedoeling is geweest zich zoo op den
voorgrond te stellen, maar ze zal toch stellig
wel de drukproef van het bandje in handen
hebben gehad, en dan zou ik in hare plaats
bepaald daartegen geprotesteerd hebben.
Wat de uitgevers daar eigenly'k moe beoogen
weet ik niet, maar tegenwoordig ziet men
telkens boeken verschijnen waarvan de namen
der oorspronkelijke auteurs worden
weggemoffald, of soms zelfs geheel genegeerd. Ver
leden winter toch zouden de Erven Bohn een
nieuwe uitgave van «Helen's kleintjes" de
wereld in, op welks titelblad en omslag beide
men te vergeefs den naam Habberton zoekt.
Dit is een misbruik, waartegen voortdurend
ernstig geprotesteerd moet worden een
uiterst «unfaire" manier van handelen.
Wat de vertaling betreft, die is, zooals ik
reeds zei, niet direkt kinderlijk te noemen.
Overigens tamely'k goed, maar toch ontbreekt
er iets aan 't kon vlotter.
En dan heb ik nog iets heel wonderlyks
opgemerkt in dit boekje, waar ik toch nog
eventjes nulding van moet maken: er komt n.l.
een meisje in voor, dat kameleon-achtigeoogen
schijnt te hebben. Eerst bespiedt ze, van achter
het groote suikervat by den kruidenier, haar
zusje met «een paar groene oogen". Later ziet
ze «met haar groote blauwe kykers" haar moeder
smeekend aan; een paar blz. verder vertelt de
schrijfster weer, dat «'t was alsof Lili's roode
kykers uit hun kassen dreigden te springen".
En by dit laatste kan zelfs geen sprake zijn
van looAgeschreide oogen ik heb 't nog
eens uitdrukkelijk nagekeken. Of we deze
merkwaardige speling der natuur aan de
schrijfster of aan de vertaalster te danken
hebben ? Ik weet het niet, maar van een artiste
die met kleuren werkt en zich dus op dat
gebied wel nauwkeurig rekenschap zal geven
van wat ze zegt, zon men dit toch heusch
niet kunnen verwachten. Ik vrees een beetje,
dat Mej. (of de Heer) Resink misschien wat
vluchtig is geweest, en zich niet genoeg in het
origineel heeft ingedacht waarvan trouwens
de geheele vertaling dunkt me wel een weinig
de sporen draagt. Er is iets onafgewerkts in,
dat niet bevredigt.
Misschien ware bij een meer talentvolle
bewerking Edith Farmiloe nog beter tot haar
recht gekomen.
Het boekje ziet er wel aardig uit, hoewel
een meer artistiek bandje met wat minder
goud misschien beter met den inhoud had
overeengestemd, want nogmaals,?de plaatjes
zijn heerly'k! Edith Farmiloe bly'kt eene van
de zeer weinigen te zijn, die goed
kinderfignurtjes kan teekenen.
N. VAN HlCHTTJM.
Ons Huis."
Voor de naailessen, waar reeds verscheiden
naaimachines in gebruik zy'n, zou nog een
goede naaimachine meer, een bijzonder wel
kome aanwinst zy'n. Wie dus zulk een machine
te missen heeft en ze aan «Ons Huis" wil
afstaan, zal daarmee aan de afd. naailessen
een grooten en zeer gewaardeerden dienst be
wijzen.
*,*
Welkom zy'n ook steeds boeken zoowel voor
de «bibliotheek der clubs", alsook voor de
«leeszaal", verstellessen enz.; waar de schoon
maak ongebruikt liggende boeken te voorschijn
brengt, hopen wy, dat die hun weg zullen
vinden naar «Ons Huis", evenals dit reeds
meermalen geschiedde. Den gevers by voor
baat dank !
fHllllllllllllllllllllltllHIH
Illlllllllllllllll
Modes. Vrouwen als advokaat.
Vrouwen ter beurze!
Zelfs, de vroolyke,
onverstoorbaar-goedgehumeurde Parisienne, is landerig ! Zij bromt
o?er het aanhoudend ongunstige weer; over de
lage temperatuur ; over de onbehagelijke nattig
heid die haar «grippe" en verkleumde voetjes
bezorgt. Tout comme chez nous !
Toch sluit zy' zich niet op in haar huis.
Ernstig en kordaat trippelt zy' langs den weg,
nieuwsgierig uitkijkend, naar de nieuwighe
den, aangevoerd door de mode. Even wipt zy'
binnen by' Callot, spert haar guitige,
gry'sblauwe oogen wyd-open, en ondanks het
kliemerig gevoel, van kou en vocht, laat zij de
boa, die op straat hoog tegen wangen en kin
werd opgetrokken, binnenshuis, losjes langs de
tengere schouders afglijden; zy vergeet alle
narigheid en verlustigt zich in den aanblik,
van het pracht-materiaal, door Callot
ten-toongesteld. Zomerstoffen, van voile, mousseline,
Ninon, het buitengewoon fraaie mousseline,
vernoemd naar Ninon de Lenclos, linon en
batist zy'n daar ter keur en ter keuze. Al
deze yle stoff-m zyn versierd, met
handborduursel, applications en incrustations van
valenciennes en guipure. La jupe cloche, strak om
de heupen spannend en naar onderen zeer
wijd uitloopend, wordt door Callot geprezen,
als de nog meest gezochte. Die, n de rok,
rondom in plooien neervallend. Als nieuwtje
vertoont hij fijn -gerimpelde rnches, van taf-zy,
in alle kleuren. De repen taf-zy voor deze
ruches gebruikt, worden aan weerskanten
uitgerafeld en hél fijntjes gerimpeld. Van die
rnches worden allerlei figuren, strepen, touffes,
vierkantjes, bladen enz. gemaakt, en in dien
vorm als japongarneering aangewend.
De modellen van Paquin doen 1830 her
leven. Aan de corsages, lange, afhangende
schouders, uitloopend in zeer wijde mou
wen. Paquin lanceert by' voorkeur, vpet-vrye
rokken, costume trotteur. Leve Paquin l
Der traditie van 1830 getrouw, worden by
dezen mode- koning de corsages afgeleverd
zonder halsboord. Meestal bestaat de afwerking
der taille, aan den hals, uit een smal entre- deux.
Slaat-op uw geïllustreerden van Alphen,
of, zoo gij ze bezit, mode platen uit dien
ty'd, en gy zult zien, dat grootmoeders
blanke, poezele hals niet tot aan de ooren was
gekerkerd in «Ie col militaire." Op het plaatje
ziet gy haar met ontblooten hals, waarom
zich vleit een platte, ronde kraag van echte kant.
Gorsage met spitse punt naar het middel ;
afhangende slobberige schouders, wijde mouwen
met ondermouwen van fijne tulle, of echte
kant. Onbescheiden wy'de rok, golvend over
den hoepelrok. In de hand, de chapean
bergere met lange linten, die ook nu de hoed
is. Het haar in 't midden gescheiden en glad
of golvend, zich slingerend om de ooren. Dat
alles wordt heden ten dage trouw nagebootst,
met uitzondering van de crinoline, die wél
pogingen doet er te komen, maar, die gelukkig
wordt geweerd. . . Hoe lang nog ?
Wat wij in onzen nerveuser, herrie -achtigen
druk-woeligen ty'd bezwaarlijk kunnen vertoonen,
is de volmaakt rustige, sereene uitdrukking van
Grootjes lief, zachtmoedig gelaat. Getooid als
zij, zullen wij toch een anachronisme blijken.
Voor jonge meisjes heeft Paquin, de
allerbeelderigste toilerjes van batist en tussor-zy de,
met ryk- versierde bolero's en jakjes van taf zy,
om van te droomen. Ook, hél mooie blouses,
sluitend om het middel, met lederen gordel,
of breed ceintuur van Liberty. Waarin hy
steeds een specialiteit was, handhaaft hy voor
dit zomer- seizoen, namelyk zy'n collectie man
tels voor wandeling, rijtoeren en avondgebruik.
Wat mantels betreft bly'ft als grondidee, de
Japansche kimono den vorm beheerschen.
Doucet, bly'ft trouw aan zijn stelregel, met
kleine middelen groote effecten te bereiken, hy
veroverde zich door die truc een wereldr
putatie. Ook ditmaal verrast en verblijdt hy de
toeschouwsters door de resultaten verkregen,
dank zy het aanbrengen van allersierlykste
niemendalletjes, «de petits riens." Zyn modellen
worden het allermeest gecopiëeid, omdat die
zich daartoe het beste teenen.
Dr. Margaret Mac Veen heeft een aanstel
ling gekregen, aan het Hof van Appèl te
Kentucky.
Mevrouw Johnson- Docley werd by de recht
bank van Salt Lake als advocaat benoemd.
In Noorwegen is een wetsontwerp aanhangig
ten gunste van vrouwelijke juristen. Ook daar
is men er niet langer afkeerig van, aan vrou
welijke rechtsgeleerden, staatsbetrekkingen te
verleenen.
« *
4
In Rusland, hebben vrouwelijke chefs van
aanzienelyke handelshuizen, een verzoek ge
richt tot den minister van financiën, haar het
recht te verleenen, ter beurze te mogen ver
schijnen.
Naar alle waarschijnlijkheid zal haar billijk
verlangen worden ingewilligd. De Russische
dames zullen niet de eerste vrouwen zijn, die
haar handelsbelangen bepleiten en bezorgen
aan de beurs. In het kleine stadje Erkelenz,
wordt door drie zusters een groote graanhandel
gedreven. Een van het kordate drietal, heeft
haar vaste plaats aan de beurs te Erefeld,
waar zy haar in- en vérkoopen regelt, met een
durf, een vlotheid en een finantieelen blik,
die menige man haar zou benijden !
Naast den hedendaagschen kreet : «Place
anx jeunes"! verneemt men steeds duidelyker
het : «Place aux femmes''!
Wy zy'n overtuigd, dat, moedig en zonder
aanstellery in 't openbaar werkende vrouwen,
hél gaarne zullen «drinnen wallen", wanneer
mannen, die zy liefhebben en achten, haar
gulweg aanbieden hun naam, en het voorrecht,
in 't vervolg voor b aar, de vrouw hunner keuze,
te mogen gaan «ins feindliche Leben".
In landziekigheid verkniezen, en werkeloos
uitkijken naar den «preux chevalier" die soms
niet, óf laat opduikt, voor dat ontzenuwend,
heilloos bestaan, hoeden wy tegenwoordig, onze
lieve, jonge, arbeidzame vrouwen. Arbeid adelt !
Alleen voor den man van kracht ? 't Ly'kt er
niet naar. Aan 't roer van de huwelijks- boot,
een vrouw, geadeld in de groote werkplaats
van den stryd om het bestaan, welk een vei
ligheid voor man en nakomelingen !
CAPRICE.
* *
*
Omelette aux pointes d' af perges.
Benoodigdheden : Dunne, jonge asperges, 3 eieren, l
lepel tarwebloem, 2 lepels melk.
Bereiding : Maak een beslag van drie flink
geklopte eieren, twee lepels melk, l lepel
tarwebloem, een ietsje zout. Bak met veel boter
op een zeer zacht vuur. Wanneer hei baksel
lichtbruin is, verwijdert men de pan van 't
vuur en spreidt een laag asperges kopjes over
de omelette, die men daarna oprolt. De asper
ges zy'n vooraf in water en zout gaar gekookt
en daarna overgoten met gesmolten boter en
notenmuskaat.